NL8403533A - Uitzetbare heikern. - Google Patents

Uitzetbare heikern. Download PDF

Info

Publication number
NL8403533A
NL8403533A NL8403533A NL8403533A NL8403533A NL 8403533 A NL8403533 A NL 8403533A NL 8403533 A NL8403533 A NL 8403533A NL 8403533 A NL8403533 A NL 8403533A NL 8403533 A NL8403533 A NL 8403533A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
elastic
pile core
core according
pile
core body
Prior art date
Application number
NL8403533A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Verstraeten Funderingstech Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Verstraeten Funderingstech Bv filed Critical Verstraeten Funderingstech Bv
Priority to NL8403533A priority Critical patent/NL8403533A/nl
Priority to DE8585201803T priority patent/DE3568068D1/de
Priority to EP85201803A priority patent/EP0185403B1/en
Priority to US06/797,890 priority patent/US4655301A/en
Priority to CA000495284A priority patent/CA1244664A/en
Publication of NL8403533A publication Critical patent/NL8403533A/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02DFOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
    • E02D7/00Methods or apparatus for placing sheet pile bulkheads, piles, mouldpipes, or other moulds
    • E02D7/28Placing of hollow pipes or mould pipes by means arranged inside the piles or pipes
    • E02D7/30Placing of hollow pipes or mould pipes by means arranged inside the piles or pipes by driving cores

Description

♦ " i NL 32436 Jb/hf üitzetbare heikern.
De uitvinding heeft betrekking op een üitzetbare heikern, die in samengetrokken toestand kan worden ondergebracht in een dunwandige buis, welke in de grond moet worden geheid, waarbij de heikern, voorafgaande aan het heien, door 5 uitzetting tegen de binnenzijde van de wand van de dunwandige buis klembaar is, terwijl de heikern, na het heien, door samentrekken, uit de buis verwijderbaar is.
üitzetbare heikernen van deze soort zijn in verschillende uitvoeringen bekend.
10 Bij deze bekende heikernen vindt het uitzetten plaats, doordat deze in de lengterichting gedeeld zijn en samengesteld zijn uit heikerndelen, die uit elkaar drukbaar zijn, of doordat zij met metalen meenemers zijn uitgevoerd, welke buitenwaarts verplaatsbaar zijn.
15 Daar tijdens het heien zeer grote versnellings- krachten in de heikern optreden, worden de stijve heikerndelen, respectievelijk de stijve meenemers, die de verbinding met de dunwandige buis tot stand moeten brengen, veelal reeds spoedig beschadigd. In verband hiermede zijn bij de 20 bekende üitzetbare heikernen vaak kostbare reparatiewerkzaam-heden noodzakelijk en hebben deze heikernen slechts een vrij beperkte levensduur.
De onderhavige uitvinding beoogt een heikern te verschaffen, waarbij de genoemde bezwaren op doeltreffende 25 wijze zijn opgeheven.
Hiertoe wordt de heikern volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt, dat deze bestaat uit een metalen kem-lichaam en ten minste één, om dit kemlichaam aangebracht uitzetorgaan uit elastisch materiaal, zoals rubber, waarbij 30 kanalen in het kernlichaam zijn gevormd, via welke een medium onder druk, zoals lucht of water onder druk, voor het uitzetten van het (de) elastische uitzetorgaan (-organen), vanuit het inwendige van het kernlichaam toevoerbaar is, terwijl met het (de) elastische uitzetorgaan (-organen) ver-35 sterkingsorganen samenwerken, die voor de krachtsoverdracht tussen het kernlichaam en de dunwandige buis dienen.
8403533 ? * - 2 -
Het (de) elastische uitzetorgaan (-organen) uit rubber of dergelijk materiaal is (zijn), tezamen met de hiermede samenwerkende versterkingsorganen in staat de, bij de heibewerking opgewekte, versnellingskrachten op de dunwandige 5 buis over te brengen, zonder dat hierbij beschadigingen optreden .
Een gunstige uitvoering van de heikern volgens de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt, dat het elastische uitzetorgaan bestaat uit een, het kernlichaam omgevende, 10 elastische huls, die op, op afstanden boven elkaar gelegen, plaatsen rondom met het kernlichaam is verbonden, waarbij de kanalen in het kernlichaam tussen opvolgende verbindings-plaatsen zijn gelegen, teneinde het medium onder druk tussen het uitwendige van het kernlichaam en het inwendige van de 15 elastische huls toe te voeren.
Elk tussen opvolgende verbindingsplaatsen gelegen hulsgedeelte neemt het aangrenzende gedeelte van de dun-wandige buis tijdens het indrijven in de grond mede en overwint als het ware de door de grond op dit buisgedeelte uit-20 geoefende wrijvingskrachten.
De versterkingsorganen kunnen plaatselijk in de elastische huls zijn opgenomen en zodanig zijn gevormd, dat zij het uitzetten van de elastische huls tussen opvolgende verbindingsplaatsen toelaten.
25 De versterkingsorganen, die een uitzetten van de elastische huls in radiale richting toelaten, werken een elastische vervorming van de huls in axiale richting tegen. Daar tussen de elastische huls uit rubber of dergelijke en de in het algemeen uit metaal vervaardigde dunwandige buis een 30 hoge wrijvingscoefficiënt aanwezig is en praktisch geen slip optreedt, vindt het in de grond heien van de dunwandige buis met minimale energieverliezen plaats.
De versterkingsorganen kunnen uit in de elastische huls opgenomen, in de langsrichting van deze huls verlopende, 35 metalen versterkingsstrippen of -draden bestaan.
Als alternatief kunnen de versterkingsorganen uit in de elastische huls opgenomen, in de langsrichting van deze huls verlopende vezels, zoals kunststofvezels bestaan.
8403533 « « - 3 -
Als verder alternatief is het mogelijk, dat de versterkingsorganen uitwendig van de elastische huls zijn aangebracht en plaatselijk met deze huls zijn verbonden.
Bij voorkeur is de elastische huls op de verbin-5 dingsplaatsen met behulp van omlopende klembanden uit metaal of dergelijk materiaal op het kemlichaam vastgeklemd.
Als een alternatief voor de uitvoering van het elastische uitzetorgaan als een elastische huls wordt volgens een zeer belangrijke uitvoering van de uitzetbare hei-10 kern volgens de uitvinding voorgesteld, dat een aantal elastische uitzetorganen zijn toegepast, welke bestaan uit elastische buizen, die op afstanden boven elkaar rondom het kemlichaam zijn aangebracht.
Hierbij kan elke elastische buis zijn aangesloten 15 op een toevoerleiding voor het medium onder druk, die in een der kanalen in het kemlichaam is bevestigd.
In het algemeen zullen in deze uitvoering de versterkingsorganen uitwendig van de elastische buizen zijn aangebracht.
20 De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de hand van de tekening, die enige uitvoeringsvoorbeelden van een uitzetbare heikern volgens de uitvinding weergeeft.
Fig. 1 is een zeer schematische langsdoorsnede van een uitvoering van een uitzetbare heikern volgens de uit-25 vinding.
Fig. 2 is een langsdoorsnede van het onderste gedeelte Van de heikern volgens fig. 1 op grotere schaal, waarbij de heikern in de linker helft is samengetrokken en in de rechter helft is uitgezet.
30 Fig. 3 is gedeeltelijk een langsdoorsnede en ge deeltelijk een zijaanzicht, van een gedeelte van een gewijzigde uitvoering van de heikern volgens de uitvinding, waarbij de heikern in de linker helft is samengetrokken en in de rechter helft is uitgezet.
35 Fig. 4 toont de helft van een langsdoorsnede van een gedeelte van nog een andere uitvoering van de heikern volgens de uitvinding.
In de fig. 1 en 2 is een eerste uitvoering weer- 8403533 ϊ , - 4 - gegeven van een uitzetbare heikern 1, welke kan worden benut om een dunwandige buis 2 (veelal "casing" genoemd) in de grond te drijven. Deze dunwandige buis 2 is in de tekening uit stabiliteitsoverwegingen gegolfd uitgevoerd, hetgeen 5 evenwel niet noodzakelijk is. De buis 2 is door zijn geringe wanddikte zelf niet in staat, de tijdens het in de grond heien optredende heiimpulsen zelfstandig te weerstaan.
De uitzetbare heikern 1 wordt in samengetrokken toestand in de dunwandige buis 2 ondergebracht, waarna de 10 heikern 1, voorgaande aan het heien, door uitzetten, tegen de binnenzijde van de wand van de dunwandige buis 2 wordt geklemd, waarna de heislagen vanaf de heikern 1 op de dunwandige buis 2 worden overgedragen. Nadat de dunwandige buis 2 op diepte is gebracht wordt de heikern 1 weer samenge-15 trokken en vervolgens weer uit de dunwandige buis 2 verwijderd.
De heikern 1 bestaat uit een cilindrisch metalen kernlichaam 3 en een, dit kernlichaam 3 omgevende, huls 4 uit elastisch materiaal, zoals rubber. Deze elastische huls 20 4 is op, op afstanden boven elkaar gelegen, plaatsen rondom met het kernlichaam 3 verbonden, waartoe in de uitvoeringsvoorbeelden de elastische huls 4 op de verbindingsplaatsen met behulp van omlopende klembanden 5 uit metaal of dergelijk materiaal op het kernlichaam 3 is vastgeklemd.
25 Teneinde de verbinding tussen het kernlichaam 3 en de elastische huls 4 onder de klembanden 5 nog te verbeteren, zijn in het kernlichaam 3 ter plaatse van de klembanden 5 groeven 6 gevormd, waarvan de bodem gerild is uitgevoerd. Hierdoor wordt een starre bevestiging van de elastische huls 30 4 aan het kernlichaam 3 gewaarborgd. Desgewenst kan de elastische huls 4 evenwel nog in de groeven 6 in het kernlichaam 3 zijn vastgekleefd.
Tussen opvolgende verbindingsplaatsen zijn kanalen 7 in het kernlichaam 3 aangebracht, via welke een medium onder 35 druk, zoals lucht of water onder druk, tussen het uitwendige van het kernlichaam 3 en het inwendige van de elastische huls 4 kan worden toegevoerd, teneinde deze huls 4 uit te zetten.
De heikern 1 is aan de onderzijde door een bodem- SAO "Z ~ Ί ^ y v j 0 g - 5 - r * wand 8 afgesloten,, terwijl nabij het bovenste uiteinde een toevoerleiding 9 voor het medium onder druk met het inwendige van het kernlichaam 3 in verbinding staat.
Met de elastische huls 4 werken versterkingsorganen 5 samen, die praktisch geen rek in hun langsrichting bezitten en die voor de krachtsoverdracht tussen het kernlichaam 3 en de dunwandige buis 2 dienen. Deze versterkingsorganen zijn zodanig gevormd, dat zij het radiaal uitzetten van de elastische huls 4 tussen opvolgende klembanden 5 toelaten, doch 10 een elastische vervorming van deze huls 4 in de axiale richting tegengaan.
In de uitvoering volgens fig. 2 zijn de versterkingsorganen plaatselijk in de elastische huls 4 opgenomen en bestaan deze uit in de langsrichting van deze huls 4 ver-15 lopende vezels 10, zoals kunststofvezels. Als alternatief kunnen de plaatselijk in de elastische huls 4 opgenomen versterkingsorganen uit in de langsrichting van de huls verlopende metalen versterkingsstrippen of -draden bestaan. De elastische huls 4 kan van uitwendige, in de langsrichting 20 en/of rondom de omtrek verlopende profielribben zijn voorzien.
In fig. 3 is nog een andere uitvoering van de versterkingsorganen weergegeven. Deze versterkingsorganen zijn uitwendig van de elastische huls 4 aangebracht en zijn plaatselijk met de elastische huls 4 verbonden.
25 Zowel de versterkingsorganen volgens fig. 2, als de versterkingsorganen volgens fig. 3 lopen tot onder een klemband 5 door en strekken zich vanaf deze klemband 5 bovenwaarts uit, terwijl zij onder de opvolgende klemband 5 eindigen.
30 De versterkingsorganen volgens de fig. 2 en 3 hebben een zodanige hoogte, dat zij, bij toepassing van een gegolfde dunwandige buis 2, zoals in de tekening is afgebeeld, zich over ten minste één golflengte van deze dunwandige buis 2 uitstrekken.
35 Indien de versterkingsorganen uit in de elastische huls 4 opgenomen metalen strippen bestaan, kan het van voordeel zijn, dat steeds een stel, zich op dezelfde hoogte over de omtrek verdeeld, in de elastische huls 4 bevindende, metalen strippen aan de onderzijde op een rondlopende metalen
p i Π Λ -¾ > A
- 6 - ί 9 verbindingsring is aangesloten, die uit één geheel met de strippen is gevormd en die zich, ter hoogte van de betref-fende klemband 5 voor het verbinden van het kernlichaam 3 met de elastische huls 4 in deze huls 4 uitstrekt.
5 De uitwendige versterkingsorganen omvatten in de uitvoering volgens fig. 3 elastische flappen 11 uit rubber of dergelijk materiaal, die inwendig van een wapening 12 zijn voorzien. Deze wapening 12 kan uit metalen draden of banden, of uit vezels, zoals kunststofvezels, zijn gevormd.
10 In de uitvoering volgens fig. 3 is steeds een stel, bijvoorbeeld 6-8, zich op dezelfde hoogte rondom de omtrek van de elastische huls 4 bevindende, elastische flappen 11 aan de onderzijde op een rondlopende, met deze flappen 11 uit één geheel gevormde, verbindingsring 13 aangesloten, die 15 tot onder een klemband 5 doorloopt en door deze klemband 5 op de elastische huls 4 is geklemd.
De elastische flappen 11 bezitten aan de buitenzijde een golfvormig verloop, dat aan het golfvormige verloop van de dunwandige buis 2 is aangepast. Verder bezit de 20 wapening 12 in de elastische flappen 11 een golfvormig gedeelte, dat eveneens aan het golfvormige verloop van de dunwandige buis 2 is aangepast.
Daar op het onderste gedeelte van de dunwandige buis 2, waaronder het gedeelte wordt verstaan, dat van het 25 onderste uiteinde van de buis 2 tot een hoogte van ongeveer 8-10 maal de diameter van deze buis 2 verloopt, tijdens het in de grond voeren van de buis 2, de grootste wrijvings-krachten worden uitgeoefend, welke bijvoorbeeld 2,5 - 3 kg/cm2 kunnen bedragen, moet bij voorkeur de aandrukkracht 30 van de heikern 1 tegen de dunwandige buis 2 in dit onderste gedeelte het grootst zijn. Het hierboven liggende gedeelte van de dunwandige buis 2 ondervindt tijdens de heibewerking, tengevolge van de optredende smeerwerking, aanzienlijk minder wrijving van de grond.
35 In verband hiermede is in de eerste plaats, zoals in het bijzonder uit fig. 1 blijkt, de afstand tussen de opvolgende klembanden 5 in het onderste gedeelte van de heikern 1 kleiner dan in het bovenste gedeelte van de heikern 1.
o /. 0 U77 O -i ·-’ M V 'J >·* ψ * - 7 -
Het is bijvoorbeeld mogelijk, de klembanden 5 vanaf het onderste uiteinde van de heikern 1 tot een hoogte van 8-10 maal de diameter van de heikern 1 op een afstand van ongeveer 10 cm van elkaar te plaatsen, terwijl deze afstand in 5 een daarboven liggend gedeelte van de heikern 1 ongeveer 20 cm kan zijn en in het bovenste gedeelte van de heikern 1 ongeveer 40 cm kan bedragen.
Verder bezitten de kanalen 7 in het onderste gedeelte van de heikern 1 een grotere diameter en/of zijn deze 10 kanalen 7 in een groter aantal aangebracht dan in het bovenste gedeelte van de heikern 1.
Hierdoor wordt bereikt, dat het uitzetten van de elastische huls 4, bij het toevoeren van een medium onder druk via de kanalen 7, aan de onderzijde van de heikern 1 15 aanvangt en naar boven verloopt.
In fig. 4 is een zeer belangrijke gewijzigde uitvoering van de uitzetbare heikern volgens de uitvinding weergegeven. In deze uitvoering zijn een aantal elastische uitzet-organen toegepast, welke bestaan uit elastische buizen 14, 20 die op afstanden boven elkaar rondom het kernlichaam 3 zijn aangebracht. Elke elastische buis 14 is aangesloten op een toevoerleiding 15 voor het medium onder druk, die in een der kanalen 7 in het kernlichaam 3, bijvoorbeeld door lijmen, is bevestigd.
25 In deze uitvoering zijn de versterkingsorganen uit wendig van de elastische buizen 14 aangebracht en bestaan deze uit elastische flappen 16 uit rubber of dergelijk materiaal, die van een wapening 17 zijn voorzien. Deze wapening 17 kan uit metalen strippen of draden, of uit vezels, zoals kunst-30 stofvezels, bestaan.
Rondom de omtrek van elke elastische buis 14 bevindt zich in het algemeen een stel elastische flappen 16, waarvan de wapening 17 is verbonden met een metalen bevestigings-ring 18, die op het kernlichaam 3, bijvoorbeeld met behulp 35 van een klemband 19, is bevestigd.
Elk stel elastische flappen 16 is aan de onderzijde aangesloten op een rondlopende, met deze flappen 16 uit één geheel gevormde, verbindingsring 20, die met de be- C /; Π ^ i %
W 1 — v- V
J $ - 8 - vestigingsring 18 in ingrijping is.
In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld bestaat de bevestigingsring 18 uit een U-profiel, waarvan het bovenste, buitenwaarts verlopende been in de verbindingsring 20 van het 5 betreffende stel elastische flappen 16 is opgenomen en met de wapening 17 van het betreffende stel elastische flappen 16 is verbonden.
Onmiddellijk boven elke bevestigingsring 18 is een metalen aanslagring 21, bijvoorbeeld door middel van een las-10 verbinding, op het kernlichaam 3 aangebracht, zodat de hei-impulsen via de bevestigingsring 18 op de elastische flappen 16 met de wapening 17 worden overgebracht.
Door het uitzetten van de elastische buizen 14 worden de elastische flappen 16 in krachtoverdragende aan-15 raking met de dunwandige buis 2 gebracht op dezelfde wijze, als dit in de uitvoering volgens fig. 3 het geval is.
Zoals uit de fig. 1 en 2 blijkt, is onder de hei-kern 1 een verloren kap 22 aangebracht, die het onderste gedeelte van de dunwandige buis 2 omgeeft en die met behulp van 20 0-ringen 23 ten opzichte van de dunwandige buis 2 is afgedicht. Deze kap 22 kan tijdens het heien onder invloed van de heiimpulsen kleine verplaatsingen in axiale richting ten opzichte van de dunwandige buis 2 ondergaan.
Indien een dunwandige buis 2 in de grond moet worden 25 gevoerd, wordt eerst een heikern 1 in deze buis 2 ondergebracht. Tijdens dit inbrengen van de heikern 1 in de dunwandige buis 2 is het mogelijk, via de leiding 9 een vacuüm in het kernlichaam 3 op te wekken, zodat de elastische huls 4 (fig.
1 - 3) of de elastische buizen 14 (fig. 4), via de kanalen 7 30 vast tegen het kernlichaam 3 worden aangezogen.
Nadat de heikern 1 zijn juiste eindstand in de dunwandige buis 2 heeft verkregen en op de kap 22 is komen te rusten, wordt de toevoer van het medium onder druk naar het inwendige van het kernlichaam 3 geopend, waarna dit druk-35 medium de elastische huls 4, respectievelijk de elastische buizen 14 uitzet, zodanig, dat deze huls 4 in de uitvoering volgens fig. 2 zelf met de dunwandige buis 2 in krachtoverdragende aanraking komt, terwijl in de uitvoeringen volgens fig. 3 en 4, door het uitzetten van de elastische huls 4, 8403533 - 9 - respectievelijk van de elastische buizen 14, de, van de wapening 12 voorziene elastische flappen 11, respectievelijk de van de wapning 17 voorziene elastische flappen 16 in kracht-overdragende aanraking met de dunwandige buis 2 worden ge-5 bracht.
Op de heikern 1 rust een slagmuts 24, die de hei-slagen van een heiblok 25 ondervindt, waardoor de heikern 1, tezamen met de dunwandige buis 2, in de grond wordt gevoerd. Nadat de dunwandige buis 2 op deze wijze op diepte is ge-10 bracht, wordt het medium onder druk via de leiding 9 afgevoerd, waarbij eventueel weer een vacuüm in het kernlichaam 3 kan worden opgewekt, waarna de heikern 1 uit de dunwandige buis 2 wordt verwijderd, die tezamen met de kap 22 in de grond achterblijft en voor het in de grond vormen van een 15 funderingspaal of dergelijke dient.
De uitvinding is niet beperkt tot de in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeelden, die op verschillende manieren binnen het kader der uitvinding kunnen worden gevarieerd .
Ω /, η T Τχ \ τ O *7 v V v/ Ü

Claims (35)

1. Uitzetbare heikern, die in samengetrokken toestand kan worden ondergebracht in een dunwandige buis, welke in de grond moet worden geheid, waarbij de heikern, voorafgaande aan het heien, door uitzetting tegen de binnenzijde 5 van de wand van de dunwandige buis klembaar is, terwijl de heikern, na het heien, door samentrekken, uit de buis verwijderbaar is, met het kenmerk, dat de heikern bestaat uit een metalen kernlichaam en ten minste êën, over dit kernlichaam aangebracht uitzetorgaan uit elastisch 10 materiaal, zoals rubber, waarbij kanalen in het kernlichaam zijn gevormd, via welke een medium onder druk, zoals lucht of water onder druk, voor het uitzetten van het (de) elastische uitzetorgaan (-organen), vanuit het inwendige van het kernlichaam toevoerbaar is, terwijl met het (de) elastische 15 uitzetorgaan (-organen) versterkingsorganen samenwerken, die voor de krachtsoverdracht tussen het kernlichaam en de dunwandige buis dienen.
2. Heikern volgens conclusie 1, met het k e n m e r k, dat het elastische uitzetorgaan bestaat uit 20 een, het kernlichaam omgevende, elastische huls, die op, op afstanden boven elkaar gelegen, plaatsen rondom met het kernlichaam is verbonden, waarbij de kanalen in het kernlichaam tussen opvolgende verbindingsplaatsen zijn gelegen, teneinde het medium onder druk tussen het uitwendige van het 25 kernlichaam en het inwendige van de elastische huls toe te voeren.
3. Heikern volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de versterkingsorganen plaatselijk in de elastische huls zijn opgenomen en zodanig zijn gevormd, dat 30 zij het uitzetten van de elastische huls tussen opvolgende verbindingsplaatsen toelaten.
4. Heikern volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de versterkingsorganen uit in de elastische huls opgenomen, in de langsrichting van deze huls ver- 35 lopende, metalen versterkingsstrippen of -draden bestaan.
5. Heikern volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de versterkingsorganen uit in de elastische huls opgenomen, in de langsrichting van deze huls ver- S 4 0 3 5 3 3 - 11 - lopende vezels, zoals kunststofvezels bestaan.
6. Heikern volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de versterkingsorganen uitwendig van de elastische huls zijn aangebracht en plaatselijk met deze 5 huls zijn verbonden.
7. Heikern volgens een der conclusies 2-6, met het kenmerk, dat de elastische huls op de verbindingsplaatsen met behulp van omlopende klembanden uit metaal of dergelijk materiaal op het kernlichaam is vast- 10 geklemd.
8. Heikern volgens een der conclusies 2-7, met het kenmerk, dat de versterkingsorganen zich vanaf een verbindingsplaats van het kernlichaam met de huls bovenwaarts uitstrekken en onder de opvolgende verbin- 15 dingsplaats eindigen.
9. Heikern volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de versterkingsorganen tot onder de betreffende verbindingsplaats van het kernlichaam met de huls doorlopen.
10. Heikern volgens een der conclusies 2-9, waarbij de dunwandige buis gegolfd is uitgevoerd, met het kenmerk, dat de versterkingsorganen in de uitgezette toestand van de elastische huls zich over tenminste een golflengte van de dunwandige buis uitstrekken.
11. Heikern volgens conclusies 4 en 8, met het kenmerk, dat een stel, zich op dezelfde hoogte, over de omtrek verdeeld, in de elastische huls bevindende metalen strippen aan de onderzijde op een rondlopende ver-bindingsring is aangesloten, die zich ter plaatse van de 30 betreffende verbindingsplaats van het kernlichaam met de elastische huls uitstrekt.
12. Heikern volgens een der conclusies 7-10, met het kenmerk, dat de uitwendige versterkingsorganen tot onder een klemband doorlopen en met behulp van 35 deze klemband op de elastische huls zijn geklemd,
13. Heikern volgens een der conclusies 6 - 10 of 12, met het kenmerk, dat de uitwendige versterkingsor-. ganen uit elastische flappen uit rubber of dergelijk mate- ’ * tz ** » W * · '** ^ w *./ ν* ? * - 12 - riaal bestaan, die inwendig van een metalen wapening zijn voorzien.
14. Heikern volgens een der conclusies 6 - 10 of 12, met het kenmerk, dat de uitwendige verster- 5 kingsorganen uit elastische flappen uit rubber of dergelijk materiaal bestaan, die inwendig van een wapening uit vezels, zoals kunststofvezels zijn voorzien.
15. Heikern volgens conclusie 13 of 14, waarbij de dunwandige buis gegolfd is uitgevoerd, met het ken- 10. e r k, dat de elastische flappen aan de buitenzijde een golfvormig verloop bezitten, dat aan het golfvormige verloop van de dunwandige buis is aangepast.
16. Heikern volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de wapening in de elastische flappen 15 een golfvormig gedeelte bezit, dat aan het golfvormige verloop van de dunwandige buis is aangepast.
17. Heikern volgens een der conclusies 12 - 16, met het kenmerk, dat een stel, zich op dezelfde hoogte rondom de omtrek van de elastische huls bevindende, 20 uitwendige versterkingsorganen aan de onderzijde op een rondlopende, met de uitwendige versterkingsorganen uit één geheel gevormde, verbindingsring is aangesloten, waarbij deze verbindingsring door de betreffende klemband op de elastische huls is geklemd.
18. Heikern volgens een der conclusies 2 - 17, met het kenmerk, dat de elastische huls van in de langsrichting en/of rondom de omtrek verlopende profiel-ribben is voorzien.
19. Heikern volgens een der conclusies 7-18, 30 met het kenmerk, dat de afstand tussen de opvolgende klembanden in het onderste gedeelte van de heikern kleiner is dan in het bovenste gedeelte van de heikern.
20. Heikern volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de luchttoevoerkanalen in 35 het onderste gedeelte van de heikern een grotere diameter bezitten en/of in een groter aantal zijn aangebracht dan in het bovenste gedeelte van de heikern.
21. Heikern volgens een der conclusies 7 - 20, met het kenmerk, dat in het kernlichaam ter 8403533 » ·* - 13 - plaatse van de klembanden groeven zijn gevormd.
22. Heikern volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat de bodem van de groeven gerild is uitgevoerd.
23. Heikern volgens conclusie 21 of 22, met het kenmerk, dat de elastische huls in de groeven in het kernlichaam is vastgekleefd.
24. Heikern volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een aantal elastische uitzetorganen zijn 10 toegepast, welke bestaan uit elastische buizen, die op afstanden boven elkaar rondom het kernlichaam zijn aangebracht.
25. Heikern volgens conclusie 24, met het kenmerk, dat elke elastische buis is aangesloten op 15 een toevoerleiding voor het medium onder druk, die in een der kanalen in het kernlichaam is bevestigd.
26. Heikern volgens conclusie 24 of 25, met het kenmerk, dat de versterkingsorganen uitwendig van de elastische buizen zijn aangebracht.
27. Heikern volgens een der conclusies 24 - 26, met het kenmerk, dat de uitwendige versterkingsorganen uit elastische flappen uit rubber of dergelijk materiaal bestaan, die van een metalen wapening zijn voorzien.
28. Heikern volgens een der conclusies 24 - 26, met het kenmerk, dat de uitwendige versterkingsorganen uit elastische flappen uit rubber of dergelijk materiaal bestaan, die van een wapening uit vezels, zoals kunststofvezels, zijn voorzien.
29. Heikern volgens conclusie 27 of 28, met het kenmerk, dat rondom de omtrek van elke elastische buis zich een stel elastische flappen bevindt, waarvan de wapening is verbonden met een metalen bevestigingsring, die op het kernlichaam is bevestigd.
30. Heikern volgens conclusie 29, met het kenmerk, dat elk stel elastische flappen aan de onderzijde is aangesloten op een rondlopende, met deze flappen uit êên geheel gevormde, verbindingsring, die met de beves- 8 4 0 Ξ 3 3 3 - 14 - tigingsring in ingrijping is.
31. Heikern volgens conclusie 29 of 30, met het kenmerk, dat elke bevestigingsring met behulp van een klemband op het kernlichaam is bevestigd.
32. Heikern volgens een der conclusies 29 - 31, met het kenmerk, dat onmiddellijk boven elke bevestigingsring een metalen aanslagring op het kernlichaam is bevestigd, bijvoorbeeld is vastgelast.
33. Heikern volgens een der conclusies 30 - 32, 10met het kenmerk, dat de bevestigingsring uit een profiel bestaat, waarvan een bovenste, buitenwaarts verlopend, been althans gedeeltelijk in de verbindingsring van het betreffende stel elastische flappen is opgenomen en met de wapening van het betreffende stel elastische flappen is 15 verbonden.
34. Heikern volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het kernlichaam aan de onderzijde afdichtend is afgesloten en aan de bovenzijde op een toevoer voor het medium onder druk is aangesloten.
35. Heikern volgens conclusie 34, met het kenmerk, dat onder de heikern een verloren kap is aangebracht, die het onderste gedeelte van de dunwandige buis afdichtend omgeeft. 8403533
NL8403533A 1984-11-21 1984-11-21 Uitzetbare heikern. NL8403533A (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8403533A NL8403533A (nl) 1984-11-21 1984-11-21 Uitzetbare heikern.
DE8585201803T DE3568068D1 (en) 1984-11-21 1985-11-07 Expansible drive core
EP85201803A EP0185403B1 (en) 1984-11-21 1985-11-07 Expansible drive core
US06/797,890 US4655301A (en) 1984-11-21 1985-11-14 Expansible drive core
CA000495284A CA1244664A (en) 1984-11-21 1985-11-14 Expansible drive core

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8403533A NL8403533A (nl) 1984-11-21 1984-11-21 Uitzetbare heikern.
NL8403533 1984-11-21

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8403533A true NL8403533A (nl) 1986-06-16

Family

ID=19844795

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8403533A NL8403533A (nl) 1984-11-21 1984-11-21 Uitzetbare heikern.

Country Status (5)

Country Link
US (1) US4655301A (nl)
EP (1) EP0185403B1 (nl)
CA (1) CA1244664A (nl)
DE (1) DE3568068D1 (nl)
NL (1) NL8403533A (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
IT1226227B (it) * 1988-07-08 1990-12-27 Micoperi Spa Procedimento per la installazione in mare di pali tubolari verticali di grande lunghezza.
DE19611569C2 (de) * 1996-03-23 1998-09-17 Moebius Josef Bau Verfahren zum Einbringen eines Rohres in den Boden und zum Entfernen von während des Einbringens in das Rohr eintretenden Bodenmaterials
NO302774B1 (no) * 1996-09-13 1998-04-20 Hitec Asa Anordning til bruk ved skjöting av fôringsrör
NL1012370C2 (nl) * 1999-06-16 2000-12-19 Pieter Faber Paal en inrichting voor het in de grond drijven daarvan.
DE102009008581A1 (de) * 2009-02-12 2010-08-19 Thyssenkrupp Gft Tiefbautechnik Gmbh Spannvorrichtung an einem Vibrator und Verfahren zum Spannen eines Rohres auf dieser Spannvorrichtung
US8678108B1 (en) * 2009-09-29 2014-03-25 Schlumberger Technology Corporation Torque transmitting elastomeric element in casing drilling drill lock assembly

Family Cites Families (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2296947A (en) * 1940-02-05 1942-09-29 Nat Standard Co Expansible cartridge
US2334386A (en) * 1940-06-18 1943-11-16 Cortella Lab Inc Pile apparatus
US2830443A (en) * 1955-01-11 1958-04-15 Harold P Burrell Pile-driving apparatus
US2911795A (en) * 1955-12-07 1959-11-10 Walter H Cobi Mandrel for driving pile shells
US3041839A (en) * 1959-02-24 1962-07-03 Mckiernan Terry Corp Concrete pile form with pneumatically expansible and contractible removable drive core
US3279196A (en) * 1964-03-27 1966-10-18 John J Dougherty Pile construction
US3289761A (en) * 1964-04-15 1966-12-06 Robbie J Smith Method and means for sealing wells
US3335574A (en) * 1964-05-14 1967-08-15 Shell Oil Co Expansible mandrels
US3327483A (en) * 1964-10-02 1967-06-27 Union Metal Mfg Co Pile driving mandrel construction and method for driving extensible piles
US3604732A (en) * 1969-05-12 1971-09-14 Lynes Inc Inflatable element
US3620026A (en) * 1969-11-17 1971-11-16 J T Mallard Pile driving method and apparatus

Also Published As

Publication number Publication date
DE3568068D1 (en) 1989-03-09
EP0185403B1 (en) 1989-02-01
US4655301A (en) 1987-04-07
EP0185403A1 (en) 1986-06-25
CA1244664A (en) 1988-11-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4420866A (en) Apparatus and process for selectively expanding to join one tube into another tube
US4487052A (en) Device and method for removing irregularities in or enlarging an underground duct
US4459067A (en) Method of rock bolting and tube-formed expansion bolt
US4789268A (en) Device and method for removing irregularities in or enlarging an underground duct
NL8403533A (nl) Uitzetbare heikern.
RU98103386A (ru) Надувной трубчатый рукав для трубооборудования или уплотнения скважины или трубы
JPH0254476B2 (nl)
PL179979B1 (pl) Podpora obudowy do podziemnych konstrukcji tunelowych i górniczych PL PL PL PL PL
EP0115796B1 (en) Resilient internal mandrel
EP0146331B1 (en) A device and method for removing irregularities in or enlarging an underground duct
CA2218100C (en) Method and device for performing ground anchorage
US4336014A (en) System for mounting a forming element on a mandrel
NL192529C (nl) Werktuig voor het bevestigen van een constructie aan de zeebodem.
US4938081A (en) Traveling device moving along elongated member
NL192350C (nl) Werkwijze voor het monteren van een afdichtring in een cilindrisch deel van een mofeinde, bestemd voor een buisverbinding, alsmede afdichtring met spreidring voor toepassing van de werkwijze.
US4695202A (en) System of submarine linking between the legs of a platform and the relating foundation piles
US4091630A (en) Intermediate sleeve for installing pipeline by propelling pipes underground
WO2002064351A2 (en) Method and apparatus for lining an outer pipe with an inner pipe
JP4122242B2 (ja) 推進工法用管押圧装置
CA1231843A (en) Elongate mine support
GB2211819A (en) Expandable coiling spool for metal strips
JP2003083000A (ja) セグメントの形状保持装置
US757767A (en) Sectional core for making concrete piles.
GB1585573A (en) Intermediate sleeve for installing pipeline by propelling pipes underground
JPH08291699A (ja) 埋設管布設方法

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed