NL8403464A - Verbeteringen met betrekking tot mondstukelementen van rookartikelen. - Google Patents
Verbeteringen met betrekking tot mondstukelementen van rookartikelen. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8403464A NL8403464A NL8403464A NL8403464A NL8403464A NL 8403464 A NL8403464 A NL 8403464A NL 8403464 A NL8403464 A NL 8403464A NL 8403464 A NL8403464 A NL 8403464A NL 8403464 A NL8403464 A NL 8403464A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- members
- smoke
- section
- element according
- ventilation duct
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A24—TOBACCO; CIGARS; CIGARETTES; SIMULATED SMOKING DEVICES; SMOKERS' REQUISITES
- A24D—CIGARS; CIGARETTES; TOBACCO SMOKE FILTERS; MOUTHPIECES FOR CIGARS OR CIGARETTES; MANUFACTURE OF TOBACCO SMOKE FILTERS OR MOUTHPIECES
- A24D3/00—Tobacco smoke filters, e.g. filter-tips, filtering inserts; Filters specially adapted for simulated smoking devices; Mouthpieces for cigars or cigarettes
- A24D3/04—Tobacco smoke filters characterised by their shape or structure
- A24D3/043—Tobacco smoke filters characterised by their shape or structure with ventilation means, e.g. air dilution
Landscapes
- Cigarettes, Filters, And Manufacturing Of Filters (AREA)
Description
*' *.
u
Verbeteringen met betrekking tot mondstukelementen van rookartikelen
De uitvinding heeft betrekking op mondstukelementen voor rook-artikelen, in het bijzonder maar niet uitsluitend sigaretten. Zogenaamde geventileerde sigaretfilters zijn bekend, die bestaan uit de massa filtreermateriaal, dat gewikkeld is in ondoordringbaar omhullings-5 materiaal, waarin een aantal groeven gevormd zijn, die zich naar het mondeinde van het filter uitstrekken. Een tipomhulling is uitgevoerd met ventilatieperforaties, waarvan sommige over de groeven heen liggen. Wanneer een sigaret, waarbij een dergelijk filter opgenomen is, gerookt wordt, wordt tabaksrook door het filtreermateriaal gezogen en 10 wordt ventilatielucht door de perforaties en tot in de groeven gezogen. Niet alvorens de lucht uit het mondeinde van de groeven uittreedt komt deze in contact met de tabaksrook. Dergelijke filters kunnen "filters met afgescheiden omtreksventilatie" of in het Engels "segregated peripheral ventilation (SPV) filters" genoemd worden. De lucht treedt 15 uit elk van de groeven van een SPV-filter als een straal. Deze stralen kunnen veranderingen veroorzaken in het patroon van de vermelde rook, die uit de massa filtreermateriaal uittreêdt, en ontdekt is dat veranderingen in dit patroon van invloed kunnen zijn op de gevoelswaar-neming van de rook, die de roker of rookster gewaar wordt.
20 SPV-filters zijn beschreven in de onder nummer 2 046 573a gepubliceerde Britse octrooiaanvrage.
Twee factoren zijn van belang bij het veroorzaken van veranderingen in het rookpatroon en, door keuze of toepassing van deze twee factoren in combinatie, kunnen patronen verkregen worden, die beter 25 zijn dan en/of verschillend zijn van die welke verkregen kunnen worden met SPV-filters.
De eerste factor betreft de verhouding van luchtsnelheid tot rooksnel-heid. Gebleken is dat deze verhouding meer dan tien (10), en bij voorkeur meer dan twintig (20), bedragen moet wanneer het roken plaats 30 vindt onder standaard machine-rookgesteldheden. De tweede factor betreft de mate van contact tussen de lucht en de rook, en naarmate de mate van contact groter is, zal de lucht meer effect hebben op het rookpatroon.
€ 4 0 5 4 6 4 - 2 - i' 'ï
In de onder nummer 2 100 573A gepubliceerde Britse octrooiaanvrage is een sigaretmondstukinrichting beschreven, bij het gebruik waarvan afgescheiden ventilatielucht uit het midden van het mondeinde van het mondstuk uittreedt en tabaksrook uit het resterende verhou-5 dingsgedeelte van het mondeinde uittreedt. Daar de luchtstraal omgeven is door rook, is de mate van contact tussen lucht en rook beter .
dus dan het geval is bij een SPV-filter en verwacht zou/kunnen worden dat het rookpatroon in een sterkere mate beinvloed zou worden. Het mondstuk is echter van ingewikkelde constructie en kan moeilijk en 10 duur te vervaardigen zijn.
Het is een oogmerk van de onderhavige uitvinding om te voorzien in een verbeterde inrichting, die eenvoudig en goedkoop te fabriceren is, onder het bewaren van de volle doeltreffendheid bij de regeling van rookpatronen.
15 Zoals hier gebezigd, is met de uitdrukking "mondstukelement" een element aangeduid, dat opgenomen of op te nemen is in een rookartikel aan het mondeinde daarvan. Een dergelijk element, of een gedeelte daarvan, kan de vorm van een filter aannemen. De onderhavige uitvinding verschaft een mondstukelement voor een rookartikel, voor-20 zien van een eerste gedeelte, met daarin rookdoorgangsorganen en ven-tilatiekanaalorganen, die zich van einde tot einde van het genoemde gedeelte uitstrekken, waarbij een benedenstrooms einde van de vermelde kanaalorganen zich op afstand van de omtrek van het genoemde eerste gedeelte bevindt en de wanden van de vermelde kanaalorganen 25 voor gas ondoordringbaar zijn, en van een tweede gedeelte, dat zich bevindt aan het einde van het eerste gedeelte, dat van het vermelde benedenstroomse einde van de vermelde kanaalorganen af ligt, waarbij het inwendige van het vermelde tweede gedeelte in rook-stromings-verbinding met de vermelde rookdoorgangsorganen van het vermelde 30 eerste gedeelte staat, en voor gas ondoordringbare wandorganen aan het einde van het vermelde tweede gedeelte, dat zich dichter bij het vermelde eerste gedeelte bevindt, zich naar binnen uitstrekken van een eerste plaats aan de omtrek van het vermelde element naar een tweede plaats aan de zijde van het bovenstroomse einde van de ver-35 melgie kanaalorganen verder van de vermelde eerste plaats, welke wand- 8403464 - 3 - * δ organen een holte begrenzen, die in verbinding staat met de vermelde kanaalorganen en afgescheiden is van het inwendige van het vermelde tweede gedeelte.
Mondstukelementen volgens de onderhavige uitvinding kunnen voor-5 zien zijn van meer dan één van dergelijke ventilatiekanaalorganen, in welk geval de bovenstroomse einde daarvan in verbinding kunnen staan met een enkele dergelijke.holte of elk kanaalorgaan in verbinding kan staan met één betreffende van een aantal van dergelijke holten.
Het of elk ventilatiekanaalorgaan kan de vorm aannemen van een 10 verscheidenheid van wegen tussen de bovenstroomse en benedenstroomse einden daarvan. Indien slechts één ventilatiekanaalorgaan aangebracht wordt, kan het zich op geschikte wijze in de coaxiale zin van het mondstukelement uitstrekken.
De eerste en tweede gedeelten kunnen gevormd zijn als een uit 15 één geheel bestaand stelsel. Als alternatief kunnen de eerste en tweede gedeelten als afzonderlijke bestanddelen uitgevoerd zijn, die in met de einden tegen elkaar aanliggend verband geplaatst worden. In het laatste geval wordt het of elk wandorgaan op geschikte wijze gevormd door het tweede gedeelte.
20 Rookfiltreermateriaal in bijvoorbeeld vezelvorm kan in de rook- doorgang van het eerste gedeelte en/of in het inwendige van het tweede gedeelte aangebracht worden.
Voor een beter begrip van de uitvinding en opdat het zonder meer uitgevoerd kan worden, wordt deze nu nader toegelicht aan de hand 25 van in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeelden daarvan.
Fig. 1 toont, in schematische axiale doorsnede, delen van een sigaret, die voorzien is van een mondstukelement; fig. 2 is een eindaanzicht van het mondstukelement van fig. 1; fig. 3 is een eindaanzicht volgens A-A in fig. 1 van een gedeel-30 te van het mondstukelement van fig. 1; fig. 4 toont, gedeeltelijk in axiale doorsnede, een mondstukelement van een vorm verschillend van die van het element in fig. 1; fig. 5 is een eindaanzicht volgens B-B in fig. 4 van een gedeelte van het in fig. 4 weergegeven element; 35 fig. 6 toont, in schematische axiale doorsnede, delen van een 8403464 - -4 - ï c sigaret, die voorzien is van nog een verdere vorm van mondstukelement; en fig. 7 is een eindaanzicht van het in fig. 6 weergegeven mondstukelement,, 5 De sigaret, waarvan delen in fig. 1 weergegeven zijn, omvat een tabakstang 1 en een mondstukelement 2, welke stang en welk element onderling verbonden zijn door een tipomhulling 3. Het mondstukelement 2 wordt gevormd door twee aanliggende, zelf-dragende, cilindrische proppen 4 en 5 van celluloseacetaatvezels.
IQ Coaxiaal binnen de benedenstroomse prop 4 strekt zich van einde., tot einde van de prop een boring 6 uit, die een ventilatiekanaal vormt. De boring 6 kan thermisch gevormd zijn, bij voorkeur op een zodanig wijze dat een samensmelting van de celluloseacetaatvezels tot stand gebracht wordt om een ondoordringbare boringwand te produ-^5 ceren. Indien het thermische vormingsproces zelf niet in een ondoordringbare wand resulteert, kan de wand ondoordringbaar gemaakt worden door de aanbrenging daarvan van een afdichtingsmateriaal. Als alternatief kan de boring 6 gevormd worden door een lengte buis van voor gas ondoordringbare kunststoffen of ander materiaal. De massa celluloseacetaat-2Q vezels, die de boring 6 omgeeft, vormt een filtreerrookdoorgang door de prop 4.
De prop 5 is aan het einde daarvan, dat zich dichter bij de prop 4 bevindt, voorzien van een keep 7, die zich zoals in fig. 3 gezien kan worden, geheel over de prop 5 uitstrekt. De keep 7 kan zich van een 25 meest bovenste plaats 8 aan de omtrek van de prop 5 uitstrekken tot een koordelijn 9 aan de zijde van de boring 6 verder van de omtreksplaats 8. De wand, die de keep 7 begrenst, is voor gas ondoordringbaar. De ondoordringbaarheid kan hieraan verleend zijn als gevolg van een thermisch proces voor de vorming van de keep 7. Als alternatief kan de 3Q wand van de keep 7 voor gas ondoordringbaar gemaakt worden door de aanbrenging daaraan van een warm smelt- of ander afdichtingsmateriaal.
Een warm smeltkleefmateriaal van polyetheen kan bijvoorbeeld gebruikt worden. Op overeenkomstige wijze dient de omtrekswand van de prop 5 ondoordringbaar te zijn of ondoordringbaar gemaakt te worden.
35 De keep 7 en de bovenst rooms gekeerde eindwand van de prop 4 8403464 - 5 - Ϋ 4 begrenzen een holte 10 die in verbinding staat met het ventilatiekanaal 6 dat zich door de prop 4 uitstrekt. Dat gedeelte 11 van het benedenstroomse einde van de prop 5, dat niet ingenomen wordt door de keep 7, staat in rook-stromingsverbinding met de rookdoorgang die 5 gevormd wordt door de massa celluloseacetaatvezels van de prop 4.
De tipomhulling 3, die overigens voor lucht ondoordringbaar is, is uitgevoerd met een lijn of zone van ventilatieperforaties 12 die het mondstukelement 2 ter plaatse van de keep 7 omgeeft. Zodoende ligt een aanzienlijk verhoudingsgedeelte van de perforaties 12 of de 10 lijn daarvan over de keep 7 heen. Indien een verdere omhulling, die onder de tipomhulling 3 ligt, gebruikt wordt om de proppen 4 en 5 onderling te verbinden, dient deze uitgevoerd te worden met perforaties in uitgericht verband met de perforaties 12 van de omhulling 3, of moet deze van hoogst porei» materiaal zijnv-15 Wanneer de sigaret van fig. 1 gerookt wordt, wordt lucht door de perforaties 12 in de holte 10 en vandaar door de boring 6 gezogen. Tegelijkertijd wordt tabaksrook door de massa celluloseacetaatvezels van de prop 5 en dan door die van de prop 4 gezogen. De rook treedt uit het benedenstroomse einde van de prop 4 uit als een rondlopende 20 stroom, die de axiale straal lucht, die uit de boring 6 uittreedt, omgeeft. Het doorsnedeoppervlak van de boring 6 wordt zo gekozen dat verzekerd wordt dat de snelheid van de lucht aanzienlijk meerbedraagt, met een factor van tenminste meer dan 10, dat de snelheid van de rook. Doordat de straal lucht, die uit de boring 6 uittreedt, geheel omgeven 25 is door rook en omdat de lucht/rooksnelheidsverhouding hoog is, wordt een opmerkelijk effect op het rookpatroon verkregen.
Indien bijvoorbeeld het doorsnedeoppervlak van de boring 6 gelijk is aan 2mm2 , is het ringvormige doorsnedeoppervlak van de rookdoorgang in de prop 4 gelijk aan 48mm2 en zijn de relatieve druk-30 dalingen van de ventilatielucht- en tabaksrookwegen door het mondstukelement 2 zodanig dat het ventilatieniveau 50% bedraagt, en zal de lucht/rooksnelheidsverhouding dan ongeveer vierentwintig bedragen, gemeten onder standaard machine-rookgesteldheden.
De keep 7 in de prop 5 kan een begrenzing binnen de prop van 35 een vorm verschillend van een rechte koordelijn hebben. Zodoende kan 3403454
3- V
- 6 - de begrenzing bijvoorbeeld van in hoofdzaak een V-vorm zijn, zoals aangegeven met de stippellijn 13 in fig. 3, waardoor het doorsnede-oppervlak, dat voor de rookstroming van de prop 5 naar de prop 4 beschikbaar is, vergroot wordt. Zoals in fig. 1 gezien kan worden, 5 verloopt dat gedeelte'van de wand van de keep 7, dat van de plaats 8 uitgaat, loodrecht op de hartlijn van het mondstuk; maar het zou ook zodanig hellend kunnen verlopen dat de keep 7 in diepte toeneemt in een richting naar de plaats 8 toe.
Evenals bij het mondstukelement 2 het geval is, omvat het 10 mondstukelement 14 zoals in fig. 4 en 5 weergegeven twee aanliggende bestanddelen, waarbij deze een zelf-dragende, cilindrische prop 15 van celluloseacetaatvezels en een buisvormig stelsel 16 van kunststof-materiaal vormen. In fig. 4 is de prop 15 in axiale doorsnede en het stelsel 16 gedeeltelijk in axiale doorsnede en gedeeltelijk niet in 15 doorsnede weergegeven. De prop 15 en het stelsel 16 kunnen onderling verbonden worden door middel van een (niet weergegeven) poreuze prop-omhulling.
De prop 15 heeft zich axiaal daardoor uitstrekkend een lengte buis 17 die een ventilatiekanaal vormt. De buis 17 bestaat uit een 20 voor gas ondoordringbaar kunststofmateriaal. Het stelsel 16 néémt de vorm aan van een dunwandige, voor· gas ondoordringbare, kunststof buis die zich diametraal daarover uitstrekkend aan weerseinden één geheel daarmee vormende kanaalgedeelten 18, 19 heeft. Elk van de vermelde kanaalgedeelten begrenst een holte die in het geval van de holte 20 25 aan het benedenstroomse einde van het stelsel 16 op afgedichte wijze gesloten wordt door het contact van de buitenranden van het kanaal-gedeelte 19 met het bovenstroomse einde van de prop 15. Zoals in fig.
4 gezien kan worden, staat de door het kanaalgedeelte 19 begrensde holte in verbinding met de boring van de buis 17.
30 Wanneer het mondstukelement 14 opgenomen wordt in een sigaret, wordt het aan de tabakstang daarvan verbonden door middel van een (niet weergegeven.) tipomhulling die voorzien is van ventilatieperfora-ties, waarvan tenminste één met elk van de open einden van het kanaalgedeelte 19 in verbinding staat. Met andere woorden kan, wanneer de 35 sigaret gerookt wordt, lucht in de holte 20 gezogen worden door de 8403464 - 7 - perforaties, üit de holte 20 stroomt lucht langs de buis 17, waaruit deze uittreedt als een straal van hoge snelheid. Tabaksrook kan uit het inwendige stelsel 16 naar elke zijde van het kanaalgedeelte 19 in de rondlopende rookdoorgang van de prop 15 stromen, waaruit het 5 als een stroom, die de uit de buis 17 uittredende lucht omgeeft, uitstroomt.
Ofschoon dat gedeelte van het bovenstroomse eindvlak van de prop 15, dat de holte 20 begrenst, niet voor gas ondoordringbaar is, stroomt weinig van de in de holte 20 toetredende lucht in de massa 10 celluloseacetaatvezels van de prop 15, daar een weg van lagere stro-mingsweerstand beschikbaar is door de buis 17.
In plaats van zich geheel over het stelsel 16 uit te strekken zouden de kanaalgedeelten 18, 19 zich vanaf de omtrek van het stelsel over een afstand tot vlak voor het diametraal tegenovergestelde ge-15 deelte van de omtrek kunnen uitstrekken. Zodoende is met de stippellijnen in fig. 5 een eindsluitingwand 21 van het kanaalgedeelte 19 aangegeven. Een dergelijk verkort kanaalgedeelte moet zich over een voldoende afstand uitstrekken om de daardoor begrensde holte in verbinding te stellen met de boring van de buis 17.
20 De kanaalgedeelten 18, 19 zouden gevormd kunnen worden met een toenemende breedte in een radiaal naar buiten gerichte zin om een groter aantal perforaties in de tipomhulling in verbinding te kunnen stellen met de holte 20 aan het benedenstroomse einde van het stelsel 16.
25 De sigaret, waarvan delen weergegeven zijn in fig. 6, omvat een sigaretstang 22, een mondstukelement 23 en een prop 24 van zelfdragende celluloseacetaatvezels, aangebracht tussen en in aanliggend verband met de stang 22 en het element 23. Het element 23 en de prop 24 zijn onderling verbonden door een (niet weergegeven) poreuze 30 propomhulling en deze zijn op hun beurt aan de stang 22 verbonden door een tipomhulling 25.
Het mondstukelement 23 is. . in het algemeen van de vorm van een dunwandige buis van voor gas ondoordringbaar kunststofmateriaal, die aan het bovenstroomse einde daarvan voorzien is van een als één geheel 35 uitgevoerd spakenkruis 26. Binnen elke arm van het spaakstuk 26 strekt 8403464 - 8 - zich een kanaalvormige holte 27 uit. Elk van de holte 27 is open aan de omtrek van het element 23 en staat aan het binneneinde daarvan in verbinding met de boring van een met kleine boring uitgevoerde buis 28 die zich van het spaakstuk 26 in de coaxiale zin van het 5 element 23 naar het benedenstroomse einde van dat element uitstrekt. Zoals in fig. 6 aangegeven is, is het bovenstroomse einde van de buis 28 als één geheel uitgevoerd met het spaakstuk 26.
De tipomhulling 25, die overigens voor lucht ondoordringbaar is, is uitgevoerd met een lijn van perforaties 29, waarvan tenminste 10 één met elk van de hólten 27 in verbinding staat.
Bij het roken van de sigaret van fig. 6 gaat tabaksrook door de prop 24 en vandaar in het element 23 door de een kwadrantdoorsnede vertonende openingen die begrensd worden door de armen van het spaakstuk 26 en de omtrekswand van het element 23. Ventilatielucht wordt 15 door de perforaties 29 in de holten 27 en vandaar door de buis 28 gezogen, waarbij de uit de buis 28 uittredende luchtstraal door de stroom tabaksrook omgeven is.
Desgewenst kan rookfiltreermateriaal in de rookdoorgang van het element 23 aangebracht worden.
20 Kort samengevat is hier in het voorgaande beschreven dat een mondstukelement van een rookartikel voorzien is van een eerste gedeelte, met daarin rookdoorgangsorganen en ventilatiekanaalorganen, die zich van einde tot einde van het genoemde gedeelte uitstrekken, waarbij een benedenstrooms einde van de vermelde kanaalorganen zich op 25 afstand van de omtrek van het genoemde eerste gedeelte bevindt en de wanden van de vermelde kanaalorganen voor gas ondoordringbaar zijn, en van een tweede gedeelte, dat zich bevindt aan het einde van het eerste gedeelte, dat van het vermelde bendenstroomse einde van de vermelde kanaalorganen af ligt, waarbij het inwendige van het vermelde 30 tweede gedeelte in rook-stromingsverbinding met de vermelde rookdoorgangsorganen van het vermelde eerste gedeelte staat, en voor gas ondoordringbare wandorganen aan het einde van het vermelde tweede gedeelte, dat zich dichter bij het vermelde eerste gedeelte bevindt, zich naar binnen uitstrekken van een eerste plaats aan de omtrek van 35 het vermelde element naar een tweede plaats aan de zijde van het 8403464 - 9 - * ’ / bovenstroomse einde van de vermelde kanaalorganen verder van de vermelde eerste plaats, welke wandorganen een holte begrenzen, die in verbinding staat met de vermelde kanaalorganen en afgescheiden is van het inwendige van het vermelde tweede gedeelte. De vermelde eerste 5 en tweede gedeelten kunnen respectieve delen van een als één geheel uitgevoerd stelsel vormen of kunnen uit afzonderlijke bestanddelen bestaan, die in met de einden tegen elkaar aanliggend verband aangebracht zijn. De in het voorgaande vermelde wandorganen kunnen op geschikte wijze deel uitmaken van het vermelde tweede gedeelte.
10 Rookfiltreermateriaal kan aangebracht worden in de vermelde rookdoorgangsorganen en/of in het inwendige van het vermelde tweede gedeelte. De vermelde ventilatiekanaalorganen, die op geschikte wijze in hoofdzaak evenwijdig aan de langshartlijn van het vermelde eerste gedeelte verlopen, kunnen uit één van een aantal overeenkomstige 15 kanaalorganen bestaan.
Een rookartikel volgens de uitvinding kan zodoende voorzien zijn van een rookmateriaalstang, een mondstukelement met een holte zoals in het voorgaande vermeld en een omhulling die zich rond het vermelde mondstukelement uitstrekt en voor de toetreding van lucht tot de ver-20 melde holte zorgt. De verhouding van de snelheid van de lucht, die uit het mondeinde van de vermelde ventilatiekanaalorganen uittreedt, tot de snelheid van de rook, die uit het mondeinde van de vermelde rookdoorgangsorganen uittreedt, bedraagt daarbij meer dan tenminste 10, en mogelijk meer dan twintig, wanneer het vermelde rookartikel gerookt 25 wordt onder standaard machine-rookgesteldheden.
Ten aanzien van verdere details wordt opgemerkt dat een mondstukelement van een rookartikel in hoofdzaak uitgevoerd kan zijn zoals hier voorgesteld in de voorgaande beschrijving en/of ‘ tekeningen.
8403464
Claims (10)
1. Een mondstukelement van een rookartikel, voorzien van een eerste gedeelte, met daarin rookdoorgangsorganen (4) en ventilatie-kanaalorganen (6), die zich van. einde tot einde van het genoemde gedeelte uitstrekken, waarbij een benedenstrooms einde van de ver- 5 melde kanaalorganen zich op afstand van de omtrek van het genoemde eerste gedeelte bevindt en de wanden van de vermelde kanaalorganen voor gas ondoordringbaar zijn, en van een tweede gedeelte, dat zich bevindt aan het einde van het eerste gedeelte, dat van het vermelde benedenstroomse einde van de vermelde kanaalorganen af ligt, waarbij 10 het inwendige van het vermelde tweede gedeelte in rook-stromings-verbinding met de vermelde rookdoorgangsorganen ' van het vermelde eerste gedeelte staat, en voor gas ondoordringbare wandorganen aan het einde van het vermelde tweede gedeelte, dat zich dichter bij het vermelde eerste gedeelte bevindt, zich naar binnen uitstrekken van 15 een eerste plaats aan de omtrek van het vermelde element naar een tweede plaats aan de zijde van het bovenstroomse einde van de vermelde kanaalorganen verder van de.vermelde eerste plaats, welke wandorganen een holte begrenzen, die in verbinding staat met de vermeide kanaalorganen en afgescheiden is van het inwendige van het vermelde 20 tweede gedeelte.
2. Een mondstukelement volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat de vermelde eerste en tweede gedeelten respectieve delen van een als één geheel uitgevoerd stelsel vormen.
3. Een mondstukelement volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat 25 de vermelde eerste en tweede gedeelten afzonderlijke bestanddelen vormen, die in met de einden tegen elkaar aanliggend verband aangebracht zijn.
4. Een mondstukelement volgens conclusie 3, gekenmerkt doordat de vermelde wandorganën deel uitmaken van het vermelde tweede gedeel-30 te.
5. Een monstukelement volgens een der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat rookfiltreermateriaal in de vermelde rookdoorgangsorganen en/of in het inwendige van het vermelde tweede gedeelte aangebracht is. §403464 I * ’ ƒ - η - 9
6. Een mondstukelement volgens een der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat de vermelde ventilatiekanaalorganen in hoofdzaak evenwijdig aan de langshartlijn van het vermelde eerste gedeelte verlopen.
7. Een mondstukelement volgens een der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat de vermelde ventilatiekanaalorganen uit telkens één van een aantal overeenkomstige ventilatiekanaalorganen bestaan.
8. Een rookartikel, voorzien van een rookmateriaalstang, een mondstukelement zoals omschreven in een der voorgaande conclusies en een 10 omhulling die zich rond het vermelde mondstukelement uitstrekt en voor de toetreding van lucht tot de vermelde holte zorgt, waarbij de verhouding van de snelheid van de lucht, die uit het mondeinde van de vermelde ventilatiekanaalorganen uifctreedt, tot de snelheid van de rook, die uit het mondeindë van de vermelde rookdoorgangsorganea uittreedt, 15 meer bedraagt dan tenminste tien, wanneer het- vermelde rookmateriaal gerookt wordt onder standaard machine-rookgesteldheden.
9. Een rookartikel volgens conclusie 8, gekenmerkt doordat de vermelde ratio twintig’ of meer bedraagt.
10. Inrichting, in hoofdzaak zoals voorgesteld in de beschrijving 20 en/of tekeningen. 8403464
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
GB8330894 | 1983-11-18 | ||
GB838330894A GB8330894D0 (en) | 1983-11-18 | 1983-11-18 | Smoking-article mouthpiece elements |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8403464A true NL8403464A (nl) | 1985-06-17 |
Family
ID=10552016
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8403464A NL8403464A (nl) | 1983-11-18 | 1984-11-13 | Verbeteringen met betrekking tot mondstukelementen van rookartikelen. |
Country Status (11)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4700724A (nl) |
AU (1) | AU587167B2 (nl) |
BE (1) | BE901044A (nl) |
CA (1) | CA1224689A (nl) |
CH (1) | CH662250A5 (nl) |
DE (1) | DE3441976A1 (nl) |
DK (1) | DK545984A (nl) |
GB (2) | GB8330894D0 (nl) |
MY (1) | MY102527A (nl) |
NL (1) | NL8403464A (nl) |
ZA (1) | ZA848679B (nl) |
Families Citing this family (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB8407671D0 (en) * | 1984-03-23 | 1984-05-02 | Brritish American Tobacco Co L | Smoking article mouth-piece elements |
GB8530362D0 (en) * | 1985-12-10 | 1986-01-22 | Gallaher Ltd | Filter device |
GB8531656D0 (en) * | 1985-12-23 | 1986-02-05 | British American Tobacco Co | Smoking articles |
GB8709173D0 (en) * | 1987-04-16 | 1987-05-20 | Cigarette Components Ltd | Ventilated cigarette filter |
US4971078A (en) * | 1989-08-15 | 1990-11-20 | Hoechst Celanese Corporation | Filter for a smoking article containing a flavored hollow fiber |
US6103181A (en) * | 1999-02-17 | 2000-08-15 | Filtrona International Limited | Method and apparatus for spinning a web of mixed fibers, and products produced therefrom |
Family Cites Families (10)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2822813A (en) * | 1955-05-27 | 1958-02-11 | Francis T Downs | Air cooled and filtered smoke |
US2958328A (en) * | 1957-05-27 | 1960-11-01 | Frank T Bartolomeo | Smoking articles |
US3389705A (en) * | 1966-04-29 | 1968-06-25 | Levavi David | Cigarette smoke filter device |
US3678941A (en) * | 1971-04-05 | 1972-07-25 | Eastman Kodak Co | Tobacco smoke filter element and method for making |
US3860011A (en) * | 1973-08-27 | 1975-01-14 | Liggett & Myers Inc | Hollow filter |
TR21005A (tr) * | 1980-11-21 | 1983-05-01 | Brown & Williamson Tobacco | Duman gecirmez bir sargi ile ihata edilmis mesamath bir filtre cubugunu ihtiva eden bir sigara filtresi |
US4616664A (en) * | 1981-03-17 | 1986-10-14 | American Brands, Inc. | Tobacco product |
US4386618A (en) * | 1981-06-29 | 1983-06-07 | Brown & Williamson Tobacco Corporation | Cigarette filter |
US4515170A (en) * | 1983-05-09 | 1985-05-07 | Brown & Williamson Tobacco Corporation | Ventilated mouthpiece for a smoking article |
US4506683A (en) * | 1983-05-09 | 1985-03-26 | Brown & Williamson Tobacco Corporation | Ventilated mouthpiece for a smoking article |
-
1983
- 1983-11-18 GB GB838330894A patent/GB8330894D0/en active Pending
-
1984
- 1984-11-01 GB GB08427624A patent/GB2150409B/en not_active Expired
- 1984-11-06 ZA ZA848679A patent/ZA848679B/xx unknown
- 1984-11-12 AU AU35313/84A patent/AU587167B2/en not_active Ceased
- 1984-11-13 CA CA000467638A patent/CA1224689A/en not_active Expired
- 1984-11-13 BE BE0/213999A patent/BE901044A/fr not_active IP Right Cessation
- 1984-11-13 NL NL8403464A patent/NL8403464A/nl not_active Application Discontinuation
- 1984-11-14 US US06/671,221 patent/US4700724A/en not_active Expired - Fee Related
- 1984-11-16 DK DK545984A patent/DK545984A/da unknown
- 1984-11-16 CH CH5495/84A patent/CH662250A5/fr not_active IP Right Cessation
- 1984-11-16 DE DE19843441976 patent/DE3441976A1/de not_active Withdrawn
-
1987
- 1987-08-28 MY MYPI87001484A patent/MY102527A/en unknown
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
GB2150409A (en) | 1985-07-03 |
MY102527A (en) | 1992-07-31 |
DE3441976A1 (de) | 1985-05-30 |
CA1224689A (en) | 1987-07-28 |
AU587167B2 (en) | 1989-08-10 |
BE901044A (fr) | 1985-03-01 |
GB2150409B (en) | 1988-06-22 |
DK545984A (da) | 1985-05-19 |
CH662250A5 (fr) | 1987-09-30 |
GB8427624D0 (en) | 1984-12-05 |
DK545984D0 (da) | 1984-11-16 |
US4700724A (en) | 1987-10-20 |
ZA848679B (en) | 1985-10-30 |
GB8330894D0 (en) | 1983-12-29 |
AU3531384A (en) | 1985-05-23 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US4506683A (en) | Ventilated mouthpiece for a smoking article | |
FI75480B (fi) | Foerbaettrat cigarrettfilter. | |
SE450327B (sv) | Rokverk | |
US4660579A (en) | Tobacco smoke filters | |
SE450328B (sv) | Cigarettfilter forsett med spar | |
US4342322A (en) | Cigarette filter | |
NL8403576A (nl) | Sigaret met een mondstuk. | |
US4542754A (en) | Filtered cigarette | |
US4362172A (en) | Cigarette filter | |
US4580584A (en) | Cigarette filter | |
CA1196833A (en) | Cigarette filter | |
US4457319A (en) | Cigarette filter | |
NL8403464A (nl) | Verbeteringen met betrekking tot mondstukelementen van rookartikelen. | |
US4611607A (en) | Cigarette filter | |
US4644964A (en) | Smoking article mouthpiece elements | |
US4608999A (en) | Cigarette filter | |
US4660576A (en) | Smoking articles | |
GB2150414A (en) | Cigarette having a mouthpiece and method of making same | |
NL8302782A (nl) | Verbeteringen met betrekking tot filters van rookartikelen. | |
US4643206A (en) | Cigarette filter | |
NL9401497A (nl) | Sigarettefilter. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
BV | The patent application has lapsed |