NL8403305A - Kleerhanger van kunststof. - Google Patents

Description

P & C , , ,,

W 6238-1 Ned.dB/LdB

Korte aanduiding: Kleerhanger van kunststof.

De uitvinding heeft betrekking op een kleerhanger van kunststof, met een middendeel, voorzien van een bij het spuitgieten mede aangebrachte 5 ophanghaak, waarbij de dwarsdoorsnede van het middendeel een U-profiel is en nabij de zijden daarop aansluitende hangerarmen heeft, in de richting waarvan de voorwand van het ü-profiel naar boven terugwijkt onder vorming van een soort C-profiel, en welke armen aan hun einden zakvormig uitlopen, waarbij rokhaakjes en/of een de hangerarmen verbindende broek-10 stang, die eventueel over een deel een ü-profiel heeft, zijn aangevormd.

Kleerhangers van kunststof worden sinds vele jaren als weg-werphangers in massafabricage vervaardigd. Zij moeten goedkoop zijn en toch de noodzakelijke gebruikseigenschappen hebben. Een optimale functie van de kleerhanger vraagt een relatief gecompliceerde ruimtelijke struc-15 tuur om enerzijds het kledingstuk een goede steun te bieden, anderzijds bij het transport en de opslag beschadigingen te voorkomen door schuren langs elkaar van op een rij opgehangen kleerhangers, door scherpe randen of hoeken enz. Anderzijds moeten vanwege de kosten zowel het materiaalgebruik laag worden gehouden alsook afzonderlijke montagehande-20 lingen vermeden worden. Met betrekking tot de fabricage onderscheidt men tussen de 'staande' en 'liggende' fabricage.

Bij de eerstgenoemde methode 'staat' de kleerhanger in het spuit-gietgereedschap op de vormscheidingsnaad, d.w.z. de vormscheidingsnaden bevinden zich aan de zijwanden van de kleerhanger, meestal in de nabijheid 25 van de onderranden. Verder kan een dergelijke kleerhanger over zijn gehele afmeting een naar beneden open U-profiel zijn. Dit is met betrekking tot de gebruikseigenschappen gunstig. Een nadeel van deze methode is echter het feit dat de ophanghaak niet mede bij het spuitgieten kan worden aangebracht, dus achteraf moet worden gemonteerd, hetgeen de 30 kleerhanger duurder maakt.

Bij de andere fabricagemethode'ligt'dé kleerhanger in het vorm-scheidingsvlak, d.w.z. de vormscheidingsnaad loopt over de rug van de hanger. Dit heeft het grote voordeel dat de ophanghaak in het spuitgietge-reedschap kan wordengelegd en in de hanger mede door het spuitgieten kan 35 worden bevestigd. Het inleggen zelf kan door automatisch werkende manipulatoren geschieden. Dergelijke kleerhangers kunnen dus goedkoper worden vervaardigd. Ook hierbij is het mogelijk aan de gehele kleerhanger een naar beneden open ü-profiel te geven, zodat tenminste in zoverre even gunstige gebruikseigenschappen ontstaan. Bij de 'staande' fabricage 40 is het aanbrengen van rokhaakjes en een broekstang niet of slechts zodanig 840 33 0 5 - 2 - if mogelijk, dat hetzij de gebruikseigenschappen daaronder lijden of latere montagehandelingen voor de broekstang nodig zijn. In tegenstelling daarmee kunnen bij de 'liggende' fabricage rokhaakjes en broekstang zonder grote moeilijkheden worden gevormd, daar ook deze in het vormscheidings-5 vlak of in een daaraan evenwijdig vlak liggen.

Tenslotte speelt, zoals gezegd, het materiaalgebruik een belangrijke rol. Een met betrekking tot de gebruikseigenschappen gunstige kleerhanger moet een volumineuze, het kledingstuk dus opvullende en zo veel mogelijk steunende vorm hebben (bijvoorbeeld Duits octrooischrift 10 2800418), maar dit vraagt een groot materiaalgebruik. Bovendien moet voor hangers voor kostuums de broekstang achteraf worden gemonteerd.

De hierboven aangeduide bekende kleerhanger (Duits gebrauchs-muster 8116567) stelt een optimaal compromis voor, doordat deze bij liggende fabricage, dus met ingespoten ophanghaak, een het kledingstuk 15 goed ondersteunend en vormend middendeel, bestaande uit een U-profiel, heeft dat in de richting van de hangerarmen overgaat in een soort C-profiel, doordat de voorwand van het U-profiel geleidelijk naar boven terugwijkt, terwijl de achterwand tot aan de hangereinden doorloopt. Bij deze bekende constructie kunnen aan de onderzijde van de hanger ter plaatse van de 20 einden rokhaakjes zijn aangevormd. Verder is het door de 'liggende' fabricage mogelijk een broekstang mede aan te spuiten, die dan, evenals de rokhaakjes, aan de achterwand is gevormd. De broekstang kan daarbij tenminste over een deel eveneens een naar beneden open U-profiel hebben, dat tezamen met het U-profiel van het middendeel van de hanger wordt 25 gevormd door twee gescheiden schuiven in het gereedschap. Het U-profiel van de broeks,tang heeft het voordeel van grote draagkracht en goede vormgeving bij gering materiaalgebruik. Tenslotte is het mogelijk de hangereinden, ook weer voor het verbeteren van de gebruikseigenschappen, zakvormig te vormen, waarbij deze zakken dan wel naar voren open,zijn, dus ter plaatse 30 van de hangereinden aan het kledingstuk slechts een onvoldoende vormbepaling" geven. In op een rij opgehangen toestand, in het bijzonder bij het transport, kan schuren ter plaatse van de hangereinden optreden. Verder bestaat door de naar voren open vorm het gevaar dat de kleerhangers onderling langs elkaar schuiven en ook zo tot beschadigingen voeren. Stoot-35 en schuifkrachten in de richting van de rij van een aantal hangers worden in eerste instantie opgenomen door het middendeel met de dikkere dwarsdoorsnede, waar de hangers tegen elkaar kunnen liggen. Ook is schommelen om de hartlijn van de ophanghaak mogelijk door de smallere hangereinden.

De uitvinding is gebaseerd op de opgave de genoemde kleerhangers 40 zodanig verder te ontwikkelen dat het erdoor opgenomen kledingstuk ook 8403305 5 - 3 - ter plaatse van de beugeleinden goed wordt gesteund en in op een rij opgenangen toestand het schuren van de kledingstukken en langs elkaar glijden van de hangers wordt vermeden.

Dit wordt volgens de uitvinding bereikt doordat de hangerarmen 5 aan elk van hun einden tot een naar beneden open zak zijn gevormd doordat de bovenwand van het C-profiel aan de hangereinden naar beneden is doorgetrokken onder vorming van een voorste wanddeel.

Met de vorm volgens de uitvinding heeft de kleerhanger in de voor zijn gebruikseigenschappen belangrijke delen, nl. het middendeel en 10 aan de hangereinden, een U-profiel, zodat het opgehangen kledingstuk een goede vormsteun krijgt. Op grond van de in deze delen, zowel aan de voor- als aan de achterzijde van de hanger, gesloten vorm, wordt met succes vermeden dat de kleerhangers Icings elkaar glijden en wel ook dan wanneer zij om hun ophangpunt of om de hartlijn van de ophanghaak schommelen. Op een rij 15 gehangen hangers kunnen zowel ter plaatse van het middendeel als ook bij de einden tegen elkaar steunen. Anderzijds wordt het materiaalgebruik minimaal doordat in het middendeel van de hangerarmen van de daar niet dringend noodzakelijke voorwand wordt afgezien. In fabricagetechnisch opzicht ontstaat geen bezwaar, wanneer, zoals gebruikelijk, de hangereinden 20 in een vlak vóór het vlak van het middendeel liggen. Dan kan de U-vormige dwarsdoorsnede in al deze delen door schuiven worden gevormd.· Dit is ook dan nog mogelijk wanneer een broekstang wordt aangevormd, die een naar beneden open U-profiel heeft.

Bij een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding zijn de rok-25 haakjes en/of de broekstang in het gedeelte tussen de zakken gevormd.

Daarbij kan hetzij de broekstang aan de achterwand van de hangerarmen of aan de voorwanddelen van de zakken zijn gevormd. In de beide gevallen is het gunstig de rokhaakjes aan de broekstang te vormen, waarbij dan de broekstang tussen de rokhaakjes het U-profiel heeft, dat voor de vorm 30 gunstig is. Bij een de voorkeur verdiénende uitvoeringsvorm zijn de zakken aan de einden van de hangerarmen aan de binnenzijde door een ongeveer vertikale wand begrensd, die de achterwand van de hanger verbindt met het voorste wanddeel.

De bovengenoemde uitvoering heeft het voordeel dat de hanger-35 einden in de dwarsrichting worden verstijfd, dus een grotere buig- en torsie-stabiliteit krijgen. Ook kan de broekstang aan deze dwarswand worden aangevormd, waardoor ook deze stabiele aansluitplaatsen krijgt. Fabricagetechnisch heeft men het voordeel dat de ter plaatse van de dwarswand aan elkaar grenzende gereedschap-deelvlakken niet over elkaar 40 glijden, maar op een afstand van elkaar kunnen worden geleid.

8403305 - 4 - fV ύ

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld van de kleerhanger volgens de uitvinding is weergegeven.

Fig. 1 is een aanzicht van de kleerhanger.

5 Fig. 2, 3 en 4 zijn doorsneden resp. volgens II-II, III-III en IV-IV van fig. 1.

Fig. 5 toont een bovenaanzicht op een vormhelft bij geopend spuitgietgereedschap.

Fig. 6 en 7 zijn doorsneden volgens VI-VI, resp. VII-VII van fig.5 10 De in fig. 1 weergegeven kleerhanger heeft een middendeel 1, in welk gebied de ophanghaak 2 mede door het spuiten is bevestigd. Dit middendeel 1 heeft een U-profieL-vormige dwarsdoorsnede 3, zoals in het bijzonder blijkt uit fig. 2. Op het middendeel 1 sluiten aan weerszijden de hanger-armen 4 aan, die uitlopen in naar omlaag afgeronde einden 5.

15 Het ü-profiel van het middendeel vormt een gesloten voorwand 6 en een eveneens gesloten achterwand 7 (fig. 2), waarbij de voorwand 6 in de richting van de armen 4 naar boven terugwijkt, terwijl de achterwand in hoofdzaak blijft doorlopen, (zie fig. 1 en 3). De hangerarmen 4 vormen dus over een deel van hun lengte het in fig. 3 weergegeven C-profiel 8, 20 waarvan de bovenwand 9 iets naar voren helt. Aan de hangereinden 5 zijn uitsluitend naar beneden open zakken 10 gevormd, doordat de hangerarmen daar weer een naar beneden open U-profiel hebben. Dit ü-profiel wordt begrensd door voorste en achterste wanddelen 11, 12 enerzijds en door de naar beneden uitlopende hangerrug 13 (fig. 1 en 4) anderzijds.

25 Verder is bij de weergegeven uitvoeringsvorm elke zak 10 aan de binnenzijde begrensd door een dwarswand 24, die ongeveer vertikaal verloopt en de achterwand 7 resp. het achterwanddeel 12 verbindt met het voorste wanddeel 11.

Tussen de einden 5 van de hangerarmen 4 is bij de weergegeven 30 uitvoeringsvorm een broekstang 14 aangebracht, die weer, zoals blijkt uit fig. 2 en 3, een naar beneden open U-profiel heeft over het grootste deel van zijn lengte. De broekstang 14 is via vlakke aansluitstukken 15 gevormd aan de achterwand 7 van de hangerarmen 4 en/of aan de dwarswand 24 van de zakken 10. Ter plaatse van deze aansluitstukken 15 zijn verder 35 rokhaakjes 16 aangevormd.

In fig. 5 is de vormhelft 18 aan de opspanzijde van een spuit-gietgereedschap zichtbaar, waarbij het vorm_scheidingsvlak ligt in het vlak van tekening, zodat de ophanghaak 2 (Fig. 1) in het spuitgietgereed-schap kan wordengelegd en daardoor mede kan worden ingespoten. De bewegen-40 de vormhelft 19 is zichtbaar in fig. 6 en 7. Verder zijn in fig. 6 de 8403305 'T '9 - 5 - door de vormhelft 18 aan de opspanzijde lopende uitwerpers 20 aangegeven.

De vormhelften 18, 19 vormen de voorzijde en de achterzijde van de kleerhanger en de rokhaakjes 6 en de buitenzijde van de broekstang 14. Verder wordt door een der vormhelften - bij het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld 5 de vormhelft 18 aan de opspanzijde - ook de binnenzijde van de achterwand 7 van de armen 4 gevormd, voor zover deze in het gebied van het C-profiel 8 ligt (fig. 1 en 3).

De binnenste holle ruimten, nl. het ü-profiel 3 ter plaatse van het middendeel 1, het over een deel aan de broekstang 14 gevormde 10 ü-profiel en het profiel van de zakken 10 ter plaatse van de hangereinden 5 worden gevormd door schuiven 21, 22 en 23, die aan de aandrijf zijde met elkaar kunnen zijn gekoppeld. Om de rokhaakjes 16 en de aansluitstukken 15 van de broekstang uit de vorm te kunnen nemen, heeft de schuif 22 uitsparingen 24, waarin de beide vormhelften 18, 19 met overeenkomstige 15 vormdelen kunnen grijpen.

20 25 30 35 40 8:03305

Claims (7)

1. Kleerhanger van kunststof met een middendeel, waarin een ophanghaak mede is ingespannen, waarbij de dwarsdoorsnede van het middendeel een U-profiel is en daaraan naar beide zijden een hangerarm aansluit, in de richting waarvan de voorwand van het U-profiel naar boven terugwijkt 5 onder vorming van een soort C-profiel en waarbij de armen aan hun einden zakvormig uitlopen, waarbij rokhaakjes en/of een de hangerarmen verbindende broekstang, die eventueel over een deel een U-profiel heeft, zijn aangevormd, met het kenmerk, dat de hangerarmen (4) aan elk van hun einden (5) zijn gevormd tot een naar beneden open zak (10) doordat de bovenwand 10 (9) van het C-profiel (8) aan de hangereinden (5) onder vorming van een voorste wanddeel (11) naar beneden is doorgetrokken.

2. Kleerhanger volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de rokhaakjes (16) en/of de broekstang (14) in het gedeelte tussen de zakken (10) zijn gevormd.

3. Kleerhanger volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de zakken (10) aan de einden (5) van de hangerarmen (4) aan de binnenzijde zijn begrensd door een ongeveer vertikale dwarswand (24), die de achterwand (7) van de hanger verbindt met het voorste wanddeel (11).

4. Kleerhanger volgens een der conclusies 1-3, met het ken- 20 merk, dat de broekstang (14) aan de achterwand (7) van de hangerarmen (4) is aangevormd.

5. Hanger volgens een der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de broekstang (14) aan de voorste wanddelen (11) van de zakken (10) is gevormd.

6. Kleerhanger volgens een der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de broekstang (14) is aangevormd aan de binnenste dwarswand (24) van de zakken (10).

7. Hanger volgens conclusie 1 of 5, met het kenmerk, dat de rokhaakjes (16) aan de broekstang (14) zijn aangevormd. 30 35 34 0 33 0 3 4