NL8401551A

NL8401551A - SWIVEL FOR A RAIL VEHICLE.

Info

Publication number: NL8401551A
Application number: NL8401551A
Authority: NL
Original assignee: Rmo Werkspoor Services Bv
Priority date: 1984-05-14
Filing date: 1984-05-14
Publication date: 1985-12-02
Also published as: EP0161729B1; EP0161729A1; DE3560355D1; ATE28429T1

Abstract

In order to steer yawling movements of wheel sets (3) of a railway truck (1) in opposite senses, the wheel sets (3) are intercoupled through two relatively spaced pivotal arms (7) each of which being coupled with an intercoupling mechanism.

Description

-i--i-

Draaistel voor een railvoertuigBogie for a rail vehicle

Uitvinder: Wolfram de Steur te RotterdamInventor: Wolfram de Steur in Rotterdam

De uitvinding betreft een draaistel voor een railvoertuig, omvattende een freem en tenminste twee daaraan, zwenkbaar gemonteerde, in aslegers gelegerde wielassen, die door middel van een koppelmechanisme onderling gekoppeld zijn 5 voor het in tegengestelde zin besturen van hun zwenkbeweging.The invention relates to a bogie for a rail vehicle, comprising a frame and at least two pivotally mounted wheel axles mounted in axle bearings mounted on it, which are mutually coupled by means of a coupling mechanism for controlling their pivoting movement in the opposite direction.

Een dergelijk draaistel is bekend uit het Britse octrooischrift 1179723. Daarbij bestaat het koppelmechanisme uit twee kruisstangen die zich op het niveau van de wielstel-len centraal door het draaistel uitstrekken, dat wil zeggen 10 zij bevinden zich op de plaats waar men de draaispil van een draaistel pleegt aan te brengen. Dit koppelmechanisme is vrijwel onafgeveerd.Such a bogie is known from British patent specification 1179723. The coupling mechanism consists of two cross bars which extend centrally through the bogie at the level of the wheel sets, that is to say they are located where the pivot of a pivot is bogie. This coupling mechanism is virtually unsprung.

De uitvinding heeft ten doel een draaistel van bovengenoemd soort te verschaffen, met een koppelmechanisme dat 15 in het centrum van dit draaistel ruimte vrij houdt voor een draaispil of één of meer tractiemotoren en dat voor een aanzienlijk deel is afgeveerd.The object of the invention is to provide a bogie of the above-mentioned type, with a coupling mechanism which leaves space in the center of this bogie for a pivot or one or more traction motors and which is largely spring-loaded.

Het draaistel volgens de uitvinding heeft daartoe het kenmerk, dat elk van de beide wielassen door middel van 20 lijnscharnieren verbonden is met twee uit elkaar liggende zwenkarmen, die elk via een sferisch scharnier van een opwaarts gerichte bijbehorende hefboom, waarvan het ene einde door middel van een sferische scharnier scharnierbaar verbonden is met het freem en het andere einde door middel van een 25 sferische scharnier scharnierbaar verbonden is met koppelmiddelen van het koppelmechanisme, welke koppelmiddelen zich in hoofdzaak op hetzelfde niveau als de andere einden uitstrekken en tenminste de diagonaal tegenover elkaar staande hefbomen koppelen.To this end, the bogie according to the invention is characterized in that each of the two wheel axles is connected by means of 20 line hinges to two spaced-apart pivoting arms, each of which is connected via a spherical hinge to an upwardly directed associated lever, one end of which is a spherical hinge is hingedly connected to the frame and the other end is hingedly connected by means of a spherical hinge to coupling means of the coupling mechanism, which coupling means extend substantially at the same level as the other ends and at least the diagonally opposite levers to link.

30 . De koppelmiddelen kunnen zich nu boven het niveau van de wielassen uitstrekken, zodat in het centrum van het draaistel een tractiemotor kan worden aangebracht. Bij voorkeur zijn evenwel de boveneinden van de vier hefbomen zwenkbaar aan het freem opgehangen en strekken de koppelmiddelen 8401551 -2- ; & τ zich onder het niveau van de assen van de wielstellen uit.30. The coupling means can now extend above the level of the wheel axles, so that a traction motor can be fitted in the center of the bogie. Preferably, however, the top ends of the four levers are pivotally suspended from the frame and the coupling means extend 8401551-2-; & τ extends below the level of the axles of the wheelsets.

Een stevig koppelmechanisme wordt verkregen indien de koppelmiddelen twee liggende, onderling door middel van tenminste éen koppelscharnier gekoppelde koppelelementen om-5 vat, die elk behalve genoemd koppelscharnier nog tenminste twee hefboomscharnieren hebben ter bevestiging van deze koppelelementen aan de hefbomen.A sturdy coupling mechanism is obtained if the coupling means comprises two horizontal coupling elements mutually coupled by means of at least one coupling hinge, each of which, apart from said coupling hinge, has at least two lever hinges for fastening these coupling elements to the levers.

Een extra zuiver sturend koppelmechanisme wordt verkregen indien de koppelscharnieren onderling gekoppeld 10 zijn door middel van een koppelstang.An extra pure steering coupling mechanism is obtained if the coupling hinges are mutually coupled by means of a coupling rod.

Teneinde in het centrum van het draaistel extra ruimte te creëren voor de tractiemotor en teneinde laag te bouwen, is het draaistel volgens de uitvinding bij voorkeur gekenmerkt door twee wederzijds van het middenlangsvlak van 15 het draaistel aangebrachte langsstangen voor het met een carrosserie verbinden van het draaistel, welke langsstangen aangrijpen op dwarsarmen van onderling door middel van een dwarsstang gekoppeld aan het freem, om opstaande assen schar-• nierende hefbomen.In order to create extra space in the center of the bogie for the traction motor and to build low, the bogie according to the invention is preferably characterized by two longitudinal bars arranged mutually of the central longitudinal plane of the bogie for connecting the bogie to a body , which longitudinal bars engage on cross arms mutually mutually hinged on upright axes by means of a cross bar coupled to the frame.

20 De uitvinding zal in de hierna volgende figuurbe- schrijving bij wijze van voorbeeld aan de hand van een tekening worden verduidelijkt.The invention will be elucidated in the following figure description by way of example with reference to a drawing.

In de tekening stellen schematisch voor:The drawing schematically shows:

Figuren 1, 2 en 6 elk een gedeeltelijk weggebroken 25 perspektivisch aanzicht van een draaistel volgens de uitvinding, figuur 3 een bovenaanzicht van een voorkeursuitvoeringsvorm van een draaistel volgens de uitvinding met verschillende wielasstanden, 30 figuur 4 een schematische weergave van het draai stel van figuur 3 in een railboog, en figuur 5 een zijaanzicht van het draaistel van figuur 3.Figures 1, 2 and 6 each show a partly broken away perspective view of a bogie according to the invention, figure 3 a top view of a preferred embodiment of a bogie according to the invention with different wheel axle positions, figure 4 a schematic representation of the turning set of figure 3 in a rail arch, and figure 5 shows a side view of the bogie of figure 3.

Het draaistel 1 volgens de uitvinding omvat een 35 freem 2 en twee wielstellen 3 die roterend gelegerd zijn in legers 4. Railwielen 5 van de wielstellen 3 lopen over rails 6. Elk leger 4 heeft een zwenkarm 7 die door middel van een sferische scharnier 8 scharnierbaar bevestigd is aan een middenstuk 9 van een staande hefboom 10, waarvan het boveneinde S 4 ü 1 5 5 1 lp v -3- 11 door middel van een sferische scharnier 12 scharnierbaar is opgehangen aan een zwanenhals 13 van het freem 2 dat via een veerpakket 14 op het leger 4 steunt. De legers 4 van een wielstel 3 vormen lijnscharnieren, waarmee twee uit elkaar 5 liggende zwenkarmen 7 met dit wielstel 3 zijn verbonden. Het ondereinde 15 van elke hefboom 10 is door middel van een sferische scharnier 16 verbonden met koppelmiddelen.The bogie 1 according to the invention comprises a frame 2 and two wheel sets 3 which are rotatably mounted in bearings 4. Rail wheels 5 of the wheel sets 3 run on rails 6. Each bearing 4 has a pivoting arm 7 which is pivotable by means of a spherical hinge 8 is attached to a middle part 9 of a standing lever 10, the top end of which is suspended hinged by a spherical hinge 12 from a gooseneck 13 of the frame 2 via a spring package, the top end S 4 ü 1 5 5 1 lp v -3- 11 14 relies on the military 4. The bearings 4 of a wheel set 3 form line hinges, with which two swiveling arms 7 which are spaced apart are connected to this wheel set 3. The lower end 15 of each lever 10 is connected to coupling means by means of a spherical hinge 16.

In figuur 1 bestaan de koppelmiddelen uit twee kruisstangen 17 die elkaar kruisen en die twee diagonaal te-10 genover elkaar staande hefbomen 10 onderling koppelen en aldus een zogeheten kruisanker vormen. In een railboog kunnen dientengevolge sferische scharnieren 16 elkaar dwingend ten opzichte van het freem 2 verplaatsen in de richting van de pijlen 18, of allemaal juist tegengesteld aan de getoonde 15 pijlen 18, zodanig dat de zwenkbeweging van de wielstellen 3 in tegengestelde zin besturen. Hierdoor wordt een stabiele booginstelling van de wielstellen 3 verkregen.In figure 1 the coupling means consist of two cross bars 17 which cross each other and which mutually couple two diagonally opposite levers 10 and thus form a so-called cross anchor. In a rail arc, spherical hinges 16 can consequently displace one another relative to the frame 2 in the direction of the arrows 18, or all in opposite directions to the arrows 18 shown, such that the pivoting movement of the wheel sets 3 controls in the opposite direction. A stable arc adjustment of the wheel sets 3 is hereby obtained.

In figuur 1 bevinden de kruisstangen 17 zich op een laag niveau, althans op een aanzienlijk lager niveau dan het 20 niveau van de assen 19 van de wielstellen 3, zodat er in het centrum van het draaistel 1 ruimte voor een in figuur 1 niet getekende draaistelspil ter bevestiging van een carrosserie aan het draaistel 1 en/of voor één of meer in figuur 1 niet getekende tractiemotoren aanwezig is. De carrosserie kan via 25 veermiddelen 20 op het freem 2 steunen. Een van de assen 19 is door middel van een aan beide einden sferisch scharnierende stang 26 verbonden met het freem 2, zodat de rem- en trac-tiekrachten van de wielstellen 3 op het freem 2 over gebracht kunnen worden.In figure 1 the cross bars 17 are at a low level, at least at a considerably lower level than the level of the axles 19 of the wheel sets 3, so that in the center of the bogie 1 there is space for a bogie pivot not shown in figure 1 for attaching a bodywork to the bogie 1 and / or for one or more traction motors not shown in figure 1. The bodywork can rest on frame 2 via spring means 20. One of the shafts 19 is connected to the frame 2 by means of a spherically hinged rod 26 at both ends, so that the braking and traction forces of the wheel sets 3 can be transmitted to the frame 2.

30 Het draaistel 21 van figuur 2 is identiek aan het draaistel 1, met dien verstande, dat de koppelmiddelen nu bestaan uit twee liggende, onderling door middel van een kop-pelscharnier 23 gekoppelde, dissels 22, die elk behalve genoemd, door een vertikaal lijnscharnier gevormd koppelschar-35 nier 23, twee sferische hefboomscharnieren 16 hebben, waarmee zij aan de hefbomen 10 zijn bevestigd.The bogie 21 of figure 2 is identical to the bogie 1, with the proviso that the coupling means now consist of two horizontal drawbars 22, mutually coupled by means of a coupling hinge 23, each of which is mentioned except by a vertical line hinge shaped coupling hinge 23, have two spherical lever hinges 16 with which they are attached to the levers 10.

Bij verplaatsing van de sferische scharnieren 16 in de' richting van de pijlen 18, verplaatst het koppelscharnier 23 zich in de richting van pijl 24.When the spherical hinges 16 are moved in the direction of the arrows 18, the coupling hinge 23 moves in the direction of the arrow 24.

8401551 ν' Λ.· -4-8401551 ν 'Λ. -4-

Slechts één van de dissels 22 is door middel van een in het langsmiddenloodvlak 37 opgestelde scharnierstang 26 met het freem 2 gekoppeld.Only one of the drawbars 22 is coupled to the frame 2 by means of a hinge rod 26 arranged in the longitudinal central plane 37.

Het draaistel 31 onderscheidt zich van het draai-5 stel 21 vooral, doordat een zich dwars op de rijrichting X uitstrekkende koppelstang 29 via twee spherische koppelschar-nieren 23 asymmetrische dissels 22 verbindt/ terwijl nu het midden van de basis 27 van elke dissel 22 door middel van een scharnierstang 26 aan het freem 2 is gekoppeld. Hierdoor la-10 ten de koppelmiddelen 10 en 22 zich wat gemakkelijker zonder wringen instellen, terwijl de dissels 22 toch niet ten opzichte van het freem 2 in X-richting kunnen bewegen.The bogie 31 differs from the turning set 21 in particular in that a coupling rod 29 extending transversely to the direction of travel X connects asymmetrical drawbars 22 via two spherical coupling hinges 23, while now the center of the base 27 of each drawbar 22 is coupled to frame 2 by means of a hinge rod 26. As a result, the coupling means 10 and 22 allow themselves to adjust somewhat more easily without twisting, while the drawbars 22 cannot move in X direction relative to the frame 2.

De lengte van de stang 29 is instelbaar door middel van een wartel 25, teneinde de wielstellen 3 in hun uitgangs-15 stand evenwijdig te stellen. De dissels 22 zijn met hangers 29 aan het freem 2 opgehangen.The length of the rod 29 is adjustable by means of a swivel 25, in order to parallelize the wheel sets 3 in their starting position. The drawbars 22 are suspended from frame 2 with hangers 29.

Figuur 3 toont, dat er dankzij de uitvinding een tractiemotor 32 in het centrum van het draaistel 21 op het niveau van de assen 19 is op te stellen. Deze tractiemotor 32 20 drijft via een hol drijfwerk 33 de door het drijfwerk 33 heen uitstrekkende as 19 via een koppeling 34. Verder zijn op de assen 19 schijfremmen 35 aangebracht.Figure 3 shows that, thanks to the invention, a traction motor 32 can be arranged in the center of the bogie 21 at the level of the axles 19. This traction motor 32 drives via a hollow gear 33 the shaft 19 extending through the gear 33 via a coupling 34. Disc brakes 35 are further arranged on the shafts 19.

Het draaistel 31 is met twee neerwaarts gerichte steunen 36 van een carrosserie te verbinden door middel van 25 twee symmmetrisch ten opzichte van het middenlangsvlak 37 van het draaistel 31 in de X-richting opgestelde scharnierstangen 38, die aangrijpen op dwarsarmen 39 van onderling door middel van een dwarsstang 40 aan het freem 2 gekoppelde, om staande assen 41 scharnierende, hefbomen 42.The bogie 31 can be connected to two downwardly directed supports 36 of a body by means of two hinge rods 38 arranged in the X-direction arranged symmetrically with respect to the central longitudinal plane 37 of the bogie 31, which engages on cross arms 39 mutually by means of a cross bar 40, hinged about standing shafts 41, coupled to the frame 2, levers 42.

30 Figuur 4 toont de zwenkbeweging van de asstellen 3 bij verplaatsingen van scharnieren 16 en 23 volgens pijlen 18 respektievelijk 24. De hiérbij ontstane onderlinge ver-plaatsing tussen de legers 4 en het freem 2 wordt elastisch opgenomen door de veren 14.Figure 4 shows the pivoting movement of the axle sets 3 during movements of hinges 16 and 23 according to arrows 18 and 24, respectively. The resulting mutual displacement between the bearings 4 and the frame 2 is elastically received by the springs 14.

35 Figuur 6 toont een draaistel 43, waarbij onderein den 44 van hefbomen 10 door middel van scharnieren 12 aan het freem 2 zijn verbonden, terwijl hun boveneinden 45 door middel van sferische scharnieren 16 aan kruisstangen 17 zijn gekoppeld, die aanzienlijk boven het niveau van de assen 19 8401551 -5- en boven een tractiemotor 32 liggen. Het midden van de hefbomen 10 is door middel van scharnieren 8 aan armen 7 van legers 4 bevestigd.Figure 6 shows a bogie 43, with the bottom 44 of levers 10 being connected to the frame 2 by hinges 12, while their top ends 45 being coupled to the cross bars 17 by spherical hinges 16, which are considerably above the level of the shafts 19 8401551 -5- and above a traction motor 32. The center of the levers 10 is attached to arms 7 of bearings 4 by means of hinges 8.

De bovengenoemde koppelmiddelen, die gevormd worden 5 door stangen 17 en dissels 22, zijn als een kruisanker aan te duiden.The above-mentioned coupling means, which are formed by rods 17 and drawbars 22, can be referred to as a cross anchor.

Hierna worden de zes bewegingen van wielstellen 3 ten opzichte van het freem 2 van het draaisteel 31 besproken: - De beweging in X-richting (langs) ten gevolge van rem- en 10 trekkrachten. Deze krachten worden door onderdelen 7, 8, 10, 12 en 16, 27 en 26 stijf overbracht naar het freem 2.The six movements of wheel sets 3 relative to the frame 2 of the bogie 31 are discussed below: - The movement in X direction (longitudinal) as a result of braking and tensile forces. These forces are transferred stiffly to frame 2 by parts 7, 8, 10, 12 and 16, 27 and 26.

Er is dus nauwelijks beweeglijkheid in deze X-richting; - De beweging in Y-richting (dwars). Dit betreft de leid-krachten, afkomstig van het spoor na aftrek van de dwars- 15 wrijfkrachten van de as' 3 (as 19 met paar wielen 5) in zijn steunpunten op de rails 6 en van diens massavertragings-krachten bij een dwarsstoot. Zij worden bij het draaistel 31 elastisch weerstaan door de dwarsstijfheid van de uit schroefveren bestaande veerpakketten 14 en, via de hefbomen 20 10, door de dissels 22 die een kleine massa hebben, maar door de onderlinge koppeling in scharnier 23 een sturende werking geven aan beide wielstellen 3 volgens een inleidende kracht in Y-richting. Een in de Y-richting van de bewegende carrosserie afkomstige kracht beïnvloedt de besturing 25 van de wielstellen 3 niet, daar deze kracht geen invloed heeft op het kruisanker? - In Z-richting (loodrecht). Dit betreft de gewichtskracht via veerpakket 14 op het leger 4. Het kruisanker wordt niet beïnvloed door deze vering. Onafgeveerde massa wordt niet 30 door het kruisanker verhoogd? - De zwenking om de X-as, het zgn. rollen, is terug te voeren op bewegingen in de Z-richting en staat los van de werking φ van het kruisanker? - De zwenking om de Y-as is de normale rotatie van het wiel-stel 3 om zijn eigen aslijn. De wielen zitten vast op de as 35 19.So there is hardly any mobility in this X direction; - The movement in the Y direction (transverse). This concerns the guiding forces originating from the track after subtracting the transverse frictional forces from the axle 3 (axle 19 with pair of wheels 5) in its support points on the rails 6 and from its mass retardation forces by a transverse thrust. They are elastically resisted at the bogie 31 by the transverse stiffness of the coil spring spring packages 14 and, via the levers 20, by the drawbars 22 which have a small mass, but give a steering action to both by the coupling in hinge 23. wheelsets 3 according to an introductory force in the Y direction. A force in the Y direction of the moving bodywork does not affect the steering 25 of the wheel sets 3, since this force does not affect the cross anchor? - In Z direction (perpendicular). This concerns the weight force via spring package 14 on the bearing 4. The cross anchor is not affected by this suspension. Unsprung mass is not increased by the crotch anchor? - The swing around the X axis, the so-called rolling, can be traced back to movements in the Z direction and is not related to the operation φ of the cross anchor? - The swing about the Y axis is the normal rotation of the wheel set 3 about its own axis. The wheels are fixed on the axle 35 19.

- De zwenking om de Z-as. Bij dit zwenken treedt het kruisanker in werking. Door de stijve koppeling via de onderdeden 7, 8, 10, 12, 16, 22, 23 betekent een bijvoorbeeld positie- 8401551 & it t -6- ve zwenking Q van het ene wielstel 3 een vrijwel even grote negatieve zwenking S van de andere wielstel 3. In een boog willen beide wielen 5, die zich aan de buitenzijde van de boog beunden, achterblijven en willen de beide andere wie-5 len naar voren streven ten gevolge van het vastzitten der wielen 5 op hun assen 19 en ten gevolge van het verschil in af te leggen weg. Bij gebruikelijke draaistellen komt de reaktie hiertegen in X-richting van een wiellegergeleiding, bijvoorbeeld een zwenkarm, die dan direkt in het freem van 10 het draaistel gelegerd is, zodat de wielen 5 de boog om gewreven worden. Bij draaistellen volgens de uitvinding zorgt het kruisanker voor de nodige reaktie; De zwenkstrevingen van beide wielstellen 3 werken elkaar tegen en heffen elkaar op, zodat een klein uitwendig effect voldoende is om 15 beide wielstellen 3 een zgn. radiale instelling te geven, dat wil zeggen dat de wielstellen 3 niet meer in Y-richting over de rails 6 gewreven worden, hetgeen resulteert in minder wiel- en railslijtage. Dit benodigde kleine effect kan bijvoorbeeld afkomstig zijn van holle wielloopvlakprofie-20 len, zodat het wiel van het voorlopende wielstel 3, vóórdat de flens kontakt maakt, op een grotere loopeirkel gaat lopen en daardoor zowel van de rail af wil zwenken als af wil glijden. Op recht spoor geeft een kruisanker bovendien een rustiger loop, waarbij het draaistel ongeveer 2x zo lang in 25 dienst kan blijven, voordat de wielen 5 moeten worden afgedraaid. Volgens de uitvinding wordt de reaktie tegen het aszwenken door de balanswerking van hefbomen 10 verdeeld over kruisanker en freem 2. Door de hefboomwerking van hefbomen 10 blijft de kruisankerwerking echter volledig.- The swing around the Z axis. The cross anchor is activated during this pivoting. Due to the rigid coupling via parts 7, 8, 10, 12, 16, 22, 23, for example a position 8401551 & it t -6- ve swing Q of one wheel set 3 means an almost equal negative swing S of the other wheelset 3. In an arc, both wheels 5, which are on the outside of the arc, want to stay behind and the other two wheels want to aim forward as a result of the wheels 5 being stuck on their axles 19 and as a result of the difference in the road to be traveled. In conventional bogies, the reaction against this occurs in the X direction of a wheel bearing guide, for instance a swivel arm, which is then mounted directly in the frame of the bogie, so that the wheels 5 are rubbed about the arc. In bogies according to the invention, the cross anchor provides the necessary reaction; The pivoting strands of both wheel sets 3 counteract and cancel each other, so that a small external effect is sufficient to give both wheel sets 3 a so-called radial setting, ie the wheel sets 3 are no longer in the Y-direction over the rails. 6 are rubbed, resulting in less wheel and rail wear. This required small effect may, for example, come from hollow wheel tread profiles, so that the wheel of the leading wheel set 3, before the flange contacts, starts to run on a larger running circle and thereby wants to both pivot and slide off the rail. On a straight track, a cross anchor moreover gives a calmer run, whereby the bogie can remain in service for about 2x as long before the wheels 5 have to be turned. According to the invention the reaction against the axial pivoting is distributed over the cross anchor and frame 2 by the balancing effect of levers 10, however, the cross armature effect remains complete due to the lever effect of levers 10.

»1 8401551»1 8401551

Claims

A bogie (1) for a rail vehicle, comprising a frame (2) and at least two pivotally mounted wheel sets (3) mounted in axle bearings (3), which are mutually coupled by means of a coupling mechanism for controlling their pivoting movement in the opposite direction, characterized in that each of the two wheel sets (3) is connected by means of line hinges (8) to two spaced pivot arms (7), each of which is connected via a spherical hinge (8) a center piece (9) of an upwardly directed associated lever (10), one end (11) of which is hingedly connected to the frame (2) by a spherical hinge (12) and the other end (15) is pivotally connected by means of a spherical hinge (16) to coupling means (17) of the coupling mechanism, which coupling means (17) extend substantially at the same level as the other ends (15) and at least the diagonally opposite lifting beam n (10) pairing.

Bogie (1) according to claim 1, characterized in that the upper ends (11) of the four levers (10) are suspended pivotally on the frame (2) and the coupling means (17, 22) are below the level of extend the axles (T9) of the wheel sets (3).

Bogie (1) according to claim 1 or 2, characterized in that the coupling means comprise two horizontal coupling elements (22), which are mutually coupled by means of at least one coupling hinge (23), each of which except for said coupling hinge ( 23) still have at least two lever hinges for attaching these coupling elements (22) to the levers (10).

Bogie (31) according to claim 3, characterized in that the coupling hinges (23) are mutually coupled by means of a coupling rod (29).

A bogie (31) according to any one of the preceding claims, characterized in that the wheel sets (3) are coupled to the frame (2) by means of at least one coupling rod (26) substantially in the longitudinal center lead surface 37 extends in the longitudinal direction. 8401551 -8- V 'N.

A bogie (31) according to any one of the preceding claims, characterized by two longitudinal bars (38) arranged mutually on the center-longitudinal plane of the bogie (31) for connecting the bogie (31) to a bodywork, which longitudinal bars (38 ) engage on cross arms (39) of levers (42) hinged to each other by upright axles (41) by means of a cross bar (40). 0 8401551