NL8401465A

NL8401465A - Met een voet uitgeruste sproeier voor een beregeningsinstallatie.

Info

Publication number: NL8401465A
Application number: NL8401465A
Authority: NL
Original assignee: Waterkracht Bv
Priority date: 1984-05-08
Filing date: 1984-05-08
Publication date: 1985-12-02
Also published as: EP0163341B1; IE851135L; IE56435B1; DE3562172D1; EP0163341A1

Description

r * VO 6268

Met een voet uitgeruste sproeier voor een beregeningsinstallatie.

De uitvinding heeft betrekking op een met een voet uitgeruste sproeier voor een beregeningsinstallatie, welke sproeier middels zijn watertoevoerbuis draaibaar is verbonden met een watertoevoerslang van de installatie, waarbij is voorzien in middelen voor het bewegen van 5 de sproeier tussen een stand, waarbij de hartlijn van de sproeier en de hartlijn van de slang elkaar loodrecht kruisen en een stand, waarbij genoemde hartlijnen onderling evenwijdig zijn.

Een dergelijke sproeier heeft het voordeel dat als gevolg van het draaibaar zijn van de sproeiers, de slang zonder het verwijde-10 ren van de sproeiers op een haspel kan worden gerold.

Een dergelijke inrichting is bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 74.14971. Bij deze bekende inrichting bestaan genoemde middelen voor het bewegen van de sproeier tussen genoemde standen 'uit een aan het draaibare deel van de watertoevoerbuis aangebrachte pen, welke 15 kan samenwerken met een gebogen uitgevoerde sleuf, aangebracht in het vaste deel. Bij deze bekende inrichting is voor het doen uitvoeren van de beoogde draaibeweging dus ook een axiaal verplaatsen, van het draaibare deel ten opzichte van het vaste deel van de sproeier-toevoerbuis nocdzakelijk. Niet alleen vereisen deze bewegingen veel kracht, doch 20 bovendien kunnen als gevolg van bijvoorbeeld vervuiling, beschadigingen gemakkelijk problemen optreden in de samenwerking tussen de pen en de sleuf.

De uitvinding beoogt genoemde nadelen op te heffen. Hiertoe , vertoont een sproeier van de in de aanhef genoemde soort het kenmerk, 25 dat genoemde middelen bestaan uit een op het draaibare deel van de watertoevoerbuis aangebrachte excenterschijf, welke bedienbaar is door een hefboom, die onder invloed staat van het toegevoerde water in de watertoevoerslang. Doordat bij de toevoer van water de slang een prismatische vorm zal gaan aannemen wordt automatisch een verdraaiing van 30 de sproeier bewerkstelligd.

In verdere uitwerking van de uitvinding kan het van de excenter afgekeerde einde van de hefboom zijn voorzien van een zich dwars over de slang uitstrekkend gedeelte, uitgerust met een draaibare rol.

84 0 1 4 6 5 A $ -2-

Hoewel inmiddels is gebleken, dat de sproeier bij het op de haspelrollen automatisch weer in de uitgangsstand draait, kan het in bepaalde gevallen aanbeveling verdienen om de hefboom te voorzien van ten minste één veer, welke zorgdraagt, dat de sproeier na het weg-5 vallen van de druk in de watertoevoerslang, automatisch naar de uitgangsstand wordt terugbewogen.

Ter verduidelijking van de uitvinding zal thans, onder verwijzing naar de tekening, een uitvoeringsvoorbeeld van de met een voet uitgeruste sproeier voor een beregeningsinstallatie worden beschreven.

10 In de tekening toont: fig. 1 een zijaanzicht van de inrichting volgens de uitvinding; fig. 2 een bovenaanzicht van de inrichting volgens fig. 1 en fig. 3 een vooraanzicht van de inrichting volgens fig. 2.

Volgens de tekening, waarin de inrichting in de gebruiksstand 15 is weergegeven, is een met een voet of frame 15 uitgeruste sproeier voor een beregeningsinstallatie voorzien van een op zichzelf bekend (zie b.v. de Nederlandse octrooiaanvrage 74.14971) sproeierlichaam 1. Dit sproeierlichaam is middels een bochtstuk 2 verbonden met een toevoerbuis 3.

20 Het van het bochtstuk 2 afgekeerde einde van de'toevoerbuis 3 reikt door een geleidingsstuk 4, dat met schroefdraad is gemonteerd in een kraag 9, welke is gelast in de wand van een koppelstuk 5, dat middels, in het uitvoeringsvoorbeeld afgeheelde, slangklemmen 6 is opgenomen in een watertoevoerslang 7.

25 Zoals uit de tekening, zie in het bijzonder fig. 3, blijkt, wordt de toevoerbuis 3 in het buisstuk 4 vastgehouden door middel van enerzijds een tussen een kraag 8 van de toevoerbuis 3 en de kraag 9, waarin het geleidingsstuk 4 is gemonteerd, aangebrachte afdichtring 10 en anderzijds een vast met de toevoerbuis 3 verbonden schijf 11. Excen- 30 trisch op de schijf grijpt een hefboom 12 aan, waarvan het andere einde draaibaar is verbonden met een U-vormige beugel 13. Van de U-vormige beugel 13 reikt het van de hefboom 12 afgekeerde einde in een bus 14, welke vast met een frame 15 van de inrichting is verbonden.

Zoals verder uit de tekening blijkt rust het met de hefboom 12 35 verbonden gedeelte van de ü-vormige beugel 13 middels een daarop gemonteerde vrij draaibare rol 16 op de watertoevoerslang 7.

8401465 -3-

Zoals uit de tekening verder blijkt, is het koppelstuk 5 middels een steunstrip 17 eveneens verbonden met het frame 15. Op soortgelijke wijze kunnen ook andere delen, al of niet met behulp van steunstrips, zijn vastgelast aan het frame.

5 Op het koppelstuk 5 sluit verder een, op zichzelf bekende, automatische waterlozing 18 voorzien van een kogelklep 19 aan, waardoor wordt gewaarborgd, dat bij het wegvallen van de druk in de water-toevoerslang het water daaruit automatisch zal worden verwijderd.

In het frame 15 is voorts nog een steunplaat 20 gelast, waarop 10 het sproeier lichaam 1 in de niet gebruikte stand kan rusten, waardoor het lichaam 1 is "opgesloten" binnen het frame-omtrek, zodat dit niet kan worden beschadigd.

Uiteraard zijn binnen het raam van de uitvindingsgedachte een groot aantal wijzigingen mogelijk. Zo kan bijvoorbeeld op het in de 15 rol 16 reikende gedeelte van de U-vormige beugel 13 een veer aangrijpen, welke de beugel en daarmee de hefboom 12 dringt naar een stand met neergeklapte sproeier.

84 0 1 ^ ^ 0

Claims

1. Met een voet of frame uitgeruste sproeier voor een beregenings-instailatie, welke sproeier middels zijn watertoevoerbuis draaibaar is verbonden met een flexibele watertoevoerslang van de installatie en waarbij is voorzien in middelen voor het bewegen van de sproeier tus- 5 sen een stand, waarbij de hartlijn van de sproeier en de hartlijn van de slang elkaar loodrecht kruisen en een stand, waarbij genoemde hartlijnen onderling evenwijdig zijn, met het kenmerk, dat genoemde middelen bestaan uit een op het draaibare deel van de watertoevoerbuis aangebrachte excenterschijf, welke bedienbaar is door een hefboom, . 10 die onder invloed staat van het toegevoerde water in de watertoevoerslang.

2. Sproeier volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het van de excenter afgekeerde einde van de hefboom is voorzien van een zich dwars over de slang uitstrekkend gedeelte, uitgerust met een draaibare rol.

3. Sproeier volgens conclusie l of.‘2,.met het kenmerk, dat het frame-is-voorzien van-een gebogen steunplaat, waarop het sproeier-lichaam in de niet-gebruikte stand kan rusten.

4. Sproeier volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de hefboom is voorzien van ten minste één veer. •s 84 0 1 4 ol