NL8400184A

NL8400184A - LIFTING EQUIPMENT PROVIDED WITH CONNECTING POINTS FOR CONNECTING AN AGRICULTURAL TOOL.

Info

Publication number: NL8400184A
Application number: NL8400184A
Authority: NL
Original assignee: Lely Nv C Van Der
Priority date: 1984-01-20
Filing date: 1984-01-20
Publication date: 1985-08-16
Also published as: DE3501706A1; FR2558333A1

Description

C. van der Lely N.V., Weversakde 10, Maasland.C. van der Lely N.V., Weversakde 10, Maasland.

"Hefinrichting voorzien van aankoppelpunten voor het aankoppelen van een landbouwwerktuig.""Lifting device fitted with coupling points for coupling an agricultural implement."

De uitvinding heeft betrekking op een hefinrichting voor het aankoppelen van een landbouwwerktuig. Een dergelijke hefinrichting die hetzij op een trekker, hetzij op een met een trekker te koppelen landbouwwerktuig is aan-5 gebracht voor het vormen van een combinatie, vereist, vooral indien het gaat om zware eenheden, voor het heffen veel kracht, terwijl tijdens het transport de delen van de hefinrichting op ontoelaatbare wijze kunnen worden belast.The invention relates to a lifting device for coupling an agricultural implement. Such a lifting device, which is mounted either on a tractor or on an agricultural implement to be coupled to a tractor, for forming a combination, requires, especially in the case of heavy units, a lot of force for lifting, while during transport the parts of the lifting device can be loaded inadmissibly.

De uitvinding beoogt nu een hefinrichting van 10 bovengenoemde soort te verschaffen, waarbij bij het heffen relatief weinig kracht benodigd is en men tevens tijdens het transport een ontlasting van de hefinrichting van de trekker kan verkrijgen. Volgens de uitvinding wordt dit bereikt doordat de hefinrichting ten minste één gewicht 15 omvat, dat ten opzichte van de voortbewegingsrichting vóór het voorste scharnierpunt van een hefinrichtingarm, waaraan het gewicht is bevestigd, is aangebracht. Met behulp van deze voorziening werkt het gewicht bij het heffen van een bovenbedoelde eenheid als een contra-gewicht, dat ervoor 20 zorgt dat de kracht voor het heffen aanmerkelijk minder is, terwijl bovendien tijdens het transport een aanzienlijk mindere belasting van de hefinrichting van de trekker kan worden verkregen.The object of the invention is now to provide a lifting device of the above-mentioned type, wherein relatively little force is required during lifting and a relief of the lifting device of the tractor can also be obtained during transport. According to the invention, this is achieved in that the lifting device comprises at least one weight, which is arranged relative to the traveling direction in front of the front pivot point of a lifting device arm to which the weight is attached. With the aid of this provision, the weight when lifting an above-mentioned unit acts as a counterweight, which ensures that the force for lifting is considerably less, while, moreover, during transport a considerably less load on the lifting device of the tractor. can be obtained.

Een verder facet van de uitvinding betreft een 25 combinatie van een grondbewerkingsmachine en een zaai- of pootmachine die beweeglijk met elkaar zijn gekoppeld en waarbij de grondbewerkingsmachine een aandrukrol omvat, terwijl middelen aanwezig zijn met behulp waarvan het gewicht van de zaai- of pootmachine althans gedeeltelijk op de aan-30 drukrol overbrengbaar is. Hierbij kunnen de middelen een , tussen de grondbewerkingsmachine en de zaai- of pootmachine aangebrachte hefinrichting omvatten, welke hefinrichting jT één of meer gewichten heeft, die zich vóór de scharnierpun- I ten van de armen van de hefinrichting bevinden. Met behulp I 35 van deze constructie kan men een deel van het gewicht van de zaai- of pootmachine, die zich achter de grondbewerkings- 8400184 τ - 2 - machine bevindt, via een zich vóór de grondbewerkingsma-chine bevindende, tot de herinrichting behorend gewicht op de grondbewerkingsmachine en daarmee op de rol,die de grondbewerkingsmachine. tijdens het bedrijf ondersteunt,overbrengen .A further facet of the invention relates to a combination of a soil tillage machine and a sowing or planting machine which are movably coupled to each other and wherein the soil tillage machine comprises a pressure roller, while means are present by means of which the weight of the sowing or planting machine is at least partly can be transferred to the pressure roller. The means can herein comprise a lifting device arranged between the soil tillage machine and the sowing or planting machine, which lifting device jT has one or more weights which are located in front of the pivot points of the arms of the lifting device. With the aid of this construction, part of the weight of the seeder or planter, which is located behind the soil tillage 8400184 τ - 2 machine, can be converted via a weight belonging to the soil tillage implement. on the tillage implement and thus on the roller, which is the soil tillage implement. during operation.

5 Aan de harid van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld zal de uitvinding hieronder nader uiteen worden gezet.The invention will be explained in more detail below on the harid of an exemplary embodiment shown in the drawing.

Figuur 1 geeft in zijaanzicht een combinatie van een grondbewerkingsmachine en een zaaimachine weer, welke 10 combinatie is aangebracht aan een trekker en is voorzien van een héfinrichting volgens de uitvinding.Figure 1 is a side view of a combination of a tillage machine and a seed drill, which combination is arranged on a tractor and is provided with a lifting device according to the invention.

Figuur 2 geeft op grotere schaal een zijaanzicht weer van de in fig. 1 weergegeven combinatie.Figure 2 is an enlarged side view of the combination shown in Figure 1.

Figuur 3 geeft op grotere schaal een aanzicht 15 weer volgens de pijl III in fig> 2, terwijlFigure 3 is a larger-scale view 15 according to the arrow III in Figure 2, while

Figuur 4 in zijaanzicht de combinatie voorzien van een hefinrichting volgens de uitvinding in een transport-stand weergeeft.Figure 4 is a side view of the combination provided with a lifting device according to the invention in a transport position.

20 In de figuren is een via een hefinrichting met een trekker te koppelen landbouwwerktuig weergegeven, in het bijzonder een grondbewerkingsmachine voor de bereiding van een zaaibed.The figures show an agricultural implement which can be coupled to a tractor via a lifting device, in particular a soil cultivating machine for the preparation of a seed bed.

De machine omvat een zich dwars op de voortbewe-25 gingsrichting A uitstrekkend kokervormig gesteldeel 1, waarin op gelijke afstand van elkaar van bijvoorkeur ongeveer 25 cm. de opwaarts gerichte, bijvoorkeur verticale assen 2 van draaibare bewerkingsorganen 3 zijn ondersteund. Elk van de bewerkingsorganen 3 omvat een op het onder uit het 30 gesteldeel 1 stekende einde, van een as aangebrachte, althans nagenoeg horizontale drager 4, die.aan de einden is voorzien van zich naar beneden uitstrekkende bewerkingselementen 5 in de vorm van tanden. De einden van het gesteldeel 1 O zijn voorzien van opwaarts gerichte, zich althans nagenoeg 135 in de voortbewegingsrichting A uitstrekkende platen 6, die elk aan de voorzijde zijn voorzien van een tap 7. Om de tap 7 is een zich langs de plaat 6 naar achteren uitstrekkende arm 8 aangebracht, welke arm een voorste rechtverlo-pend deel en een daarmede een hoek insluitend schuin naar 8400184 *·· J» - 3 - beneden en naar achteren gericht deel omvat, welk deel een grotere breedte heeft. Tussen de ondereinden van de laatstgenoemde delen is vrij draaibaar een rol 9 aangebracht, die bij dit uitvoeringsvoorbeeld als pakkerrol is uitge-5 voerd.The machine comprises a tubular frame part 1 extending transversely to the direction of travel A, in which an equal distance of preferably about 25 cm is equidistant from each other. the upwardly directed, preferably vertical axes 2 of rotatable working members 3 are supported. Each of the working members 3 comprises an at least substantially horizontal support 4 arranged on the end protruding from the frame part 1, and which is provided at the ends with downwardly extending working elements 5 in the form of teeth. The ends of the frame part 10 are provided with upwardly directed plates 6, extending at least substantially 135 in the direction of movement A, each of which is provided with a stud 7 at the front. Around the stud 7 there is a rearward movement along the plate 6 extending arm 8, which arm comprises a front straight running part and an angle enclosing it at an angle to 8400184 * ·· J »- 3 - part below and rearwards, which part has a greater width. Between the lower ends of the latter parts a freely rotatable roller 9 is provided, which in this embodiment is designed as a packer roller.

Tussen de op afstand van elkaar gelegen kransen tanden 10, die op een cylindervormig deel 11 van de rol 9 zijn aangebracht, bevinden zich - zoals uit de figuren blijkt - aan de achterzijde afstrijkers 12. De afstrijkers 10 12 zijn aangebracht aan een draagconstructie 13, welke aan de achterzijde van de armen 8 voor de rol is bevestigd.Between the spaced apart crowns of teeth 10, which are arranged on a cylindrical part 11 of the roller 9, as shown in the figures, there are scrapers 12 on the rear side. The scrapers 10 12 are mounted on a supporting construction 13, which is attached to the rear of the arms 8 for the roller.

Nabij de achterzijde van de platen 6 is voor elk van de armen 8 een verstelraogelijkheid aangebracht, een en ander zodanig, dat hierdoor de hoogte van de rol 9 ten opzichte 15 van het gesteldeel 1 instelbaar is en aldus de werkdiepte van de bewerkingsorganen 3 kan worden bepaald. Binnen het kokervormig gesteldeel 1 is elke as 2 van een bewerkings-orgaan 3 voorzien van een tandwiel 14 met rechte vertanding, een en ander zodanig dat de tandwielen op naast elkaar gele-20 gen assen met elkaar in aandrijvende verbinding staan. Nabij het midden is de as van een bewerkingsorgaan 3 naar boven verlengd en reikt met deze verlenging in een tandwielkast 15 waarbinnen de as via een aan de achterzijde van de tandwielkast gelegen toerenvariator 16 in aandrijvende verbin-25 ding staat met een zich in de voortbewegingsrichting A uitstrekkende as, die aan de voorzijde buiten de tandwielkast uitsteekt. Het buiten de tandwielkast uitstekende einde kan door middel van een tussenas 17 met de aftakas van een trekker worden gekoppeld. Nabij het midden is het gesteldeel 30 1 voorzien van een bok 18 voorzien van een driepuntsbeves- tiging 18A, 18B voor aankoppeling van de machine aan de driepuntshefinrichting 19 van een trekker 20. De bok 18 is door middel van platen 21, die zich tot de achterzijde van het gesteldeel 1 uitstrekken, op de bovenzijde van het 35 gesteldeel bevestigd, een en ander zodanig dat de tandwiel-kast 15 zich tussen de platen 21 bevindt. Juist achter een I verticaal vlak door de draaiingsassen 2 van de bewerkings- I organen 3 is nabij de bovenzijde van elk van de platen 21 1 een as 22 aangebracht, die zich dwars op de voortbewegings- 8400184 \ , * - · t 4 - richting A uitstrekt, een en ander zodanig dat de respectieve assen in eikaars- verlengde zijn gelegen.Near the rear side of the plates 6, an adjustment possibility is arranged for each of the arms 8, such that the height of the roller 9 is adjustable with respect to 15 of the frame part 1 and the working depth of the working members 3 can thus be adjusted. determined. Within the tubular frame part 1, each shaft 2 of a working member 3 is provided with a gear 14 with straight teeth, such that the gears are in driving connection on adjacent shafts. Near the center, the shaft of a working member 3 is extended upwards and with this extension extends into a gearbox 15 within which the shaft is driven by a speed variator 16 located at the rear of the gearbox with a direction of travel A extending shaft, which protrudes from the front of the gearbox. The end protruding outside the gearbox can be coupled to the PTO shaft of a tractor by means of an intermediate shaft 17. Near the center, the frame part 1 1 is provided with a trestle 18 provided with a three-point mounting 18A, 18B for coupling the machine to the three-point lifting device 19 of a tractor 20. The trestle 18 is by means of plates 21, which extend to the rear of the frame part 1, mounted on the top side of the frame part, all this in such a way that the gearbox 15 is located between the plates 21. Just behind a vertical plane through the axes of rotation 2 of the working members 3, an axis 22 is arranged near the top of each of the plates 21 1, which transverse to the direction of travel 8400184. A extends, such that the respective axes are in line with each other.

Om elk van de assen 22 is een zich naar achteren uitstrekkende, losneembare arm 23 vrij verzwenkbaar. De 5 armen 23 omvatten elk een recht naar achteren gericht deel waarop een haaks naar beneden gericht deel is bevestigd, welk deel is voorzien van een aankoppelpunt. Nabij de bovenzijde van de bok 18 bevindt zich een langwerpige dwarssteun 24, tegen de einden waarvan lippen 25 rusten, die door mid-10 del van een zich dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekkende uitheembare, althans nagenoeg horizontale pen 26 verzwenkbaar met de steun 24 en aldus met de bok 18 zijn verbonden (fig. 3). De lippen 25 zijn bevestigd aan de voorzijde van een zich dwars op de voortbewegingsrichting A 15 van de machine uitstrekkende, althans nagenoeg horizontale drager 26, die zich althans nagenoeg over de gehele lengte van het gesteldeel 1- uitstrekt. De einden van de drager 26, die een breedte van 3 meter kan hebben, zijn elk voorzien van een zich naar voren uitstrekkende arm 27, waarvan -20 de bevestiging door middel van een schegplaat 28 is verstevigd. De armen 27 hebben een lengte die zodanig is dat het vooreinde van elk van de armen, indien de machine door middel van de. bok Ί8 met de driepuntshefinrichting 19 van een trekker 20 is gekoppeld nabij het midden van de trekker 25* is gelegen (fig. 1). Elk van de armen 27 omvat een in zijaanzicht praktisch rechthoekig, zich naar boven uitstrekkend gewicht 29 van bij voorkeur '600 kg.A rearwardly extending, detachable arm 23 is freely pivotable about each of the axes 22. The arms 23 each comprise a straight rear-facing part on which a right-angled downward part is attached, which part is provided with a coupling point. Near the top of the trestle 18 there is an elongated transverse support 24, against the ends of which lips 25 rest, which are pivotable with the support 24 by means of an extendable, at least substantially horizontal pin 26 extending transversely of the direction of movement A. thus be connected to the trestle 18 (fig. 3). The lips 25 are attached to the front side of an at least substantially horizontal support 26 extending transversely to the direction of travel A 15, which extends at least substantially over the entire length of the frame part 1. The ends of the support 26, which may have a width of 3 meters, each have a forwardly extending arm 27, the mounting of which is reinforced by means of a wedge plate 28. The arms 27 have a length such that the front end of each of the arms when the machine is pushed through the. trestle Ί8 coupled to the three-point hitch 19 of a tractor 20 is located near the center of the tractor 25 * (fig. 1). Each of the arms 27 comprises a practically rectangular, upwardly extending weight 29 of preferably 600 kg in side view.

- Aan de achterzijde van de drager 26 is nabij het midden een zich recht naar achteren uitstrekkende arm 30 30 aangebracht. Het achtereinde van de arm 30 .is door middel van steunen 31, die nabij de einden van de drager 26 zijn bevestigd, ondersteund (fig. 3). Het achtereinde van de arm 30 is voorzien van een zich naar achteren uitstrekkende lip 32. De haakvormige einden van de armen 23 en de lip 35 32 op de arm 30 vormen de aankoppelpunten voop een drie- ξ\ puntsbevestiging van een landbouwwerktuig dat in dit uitvoe- ringsvoorbeeld is uitgevoerd als een zaaimachine 33, die I tijdens het bedrijf door eigen loopwielen-is ondersteund.At the rear of the carrier 26, an arm 30 extending straight backwards is arranged near the center. The rear end of the arm 30 is supported by supports 31 secured near the ends of the carrier 26 (FIG. 3). The rear end of the arm 30 is provided with a rearwardly extending lip 32. The hook-shaped ends of the arms 23 and the lip 35 on the arm 30 form the coupling points for a three-point attachment of an agricultural implement used in this embodiment. The ring example is designed as a seed drill 33 which is supported during operation by its own impellers.

1 De armen 23 en de arm 30 vormen een op. een als grond- 1 8400184 ' ar - 5 - t bewerkingsmachine uitgevoerd landbouwwerktuig aangebrachte bevestiging voor een combinatie van dit werktuig met bv. een zaai- of pootmachine, waarbij de beide landbouwwerktuigen tijdens het bedrijf onafhankelijk van elkaar in hoogterich-5 ting kunnen bewegen. De armen 23 en 30 vormen tevens een hefinrlchting 3QA waarbij voor de arm 30 aan lippen 34 aan de achterzijde van de drager 26 een hydraulische verstelcylinder 35 door middel van een pen 36 verzwenkbaar is aangebracht. Aan de onderzijde is elke verstelcylinder 35 verzwenkbaar aangebracht 10 om een tap 22.1 The arms 23 and the arm 30 form an op. an agricultural implement arranged as a soil working implement, which is designed as a soil working machine, for a combination of this implement with, for instance, a seeding or planting machine, wherein the two agricultural implements can move independently in height during operation. The arms 23 and 30 also form a lifting link 3QA, for which a hydraulic adjustment cylinder 35 is pivotally mounted for a pin 30 on the lips 30 at the rear of the carrier 26 by means of a pin 36. At the bottom, each adjusting cylinder 35 is pivotally mounted about a pin 22.

De hefinrichting 30A met de door de armen 23 en 30 gevormde driepuntsbevestiging omvat een bovenste verzwenk-bare arm 30, die vóór zijn zwenkpunt gevormd door de pen 26, is voorzien van een gewicht 19 dat zich nabij de voor-15 zijde van elk van de armen 27 ter hoogte van het midden van de trekker 20 bevindt.The lifting device 30A with the three-point mounting formed by the arms 23 and 30 comprises an upper pivotable arm 30, which, before its pivot point formed by the pin 26, is provided with a weight 19 which is located near the front of each of the arms 27 at the center of the tractor 20.

Tijdens het bedrijf kan de combinatie bestaande uit de trekker 20, de in het bijzonder voor de zaaibed-bereiding bestemde grondbewefkingsmachine en de daarachter 20 aangebrachte zaairaachine 33 worden voortbewogen in de richting volgens pijl A waarbij vanaf de aftakas van de trekker vja de tussenas 17 en de in het voorgaande beschreven overbrenging elk van de bewerkingsorganen 3 in draaiing kan worden gebracht, een en ander zodanig, dat naast elkaar 25 gelegen bewerkingsorganen in tegengestelde zin roteren, waarbij hun bewerkingselementen 5 ten minste aan elkaar grenzende stroken grond bewerken.During operation, the combination consisting of the tractor 20, the soil tillage implement intended in particular for the seedbed preparation and the sowing machine 33 disposed behind it 20 can be moved in the direction according to arrow A, with the PTO shaft 17 and the transmission described above can be made to rotate each of the working members 3, all this in such a way that adjacent working members rotate in opposite directions, their working members 5 working at least adjacent strips of soil.

Zoals reeds vermeld, kan met behulp van de als pakkerrol uitgevoerde rol 9 de werkdiepte van de bewerklngs-30 organen 3 worden ingesteld. Door middel van de pakkerrol kan tevens een doelmatige verdichting van de bewerkte grond worden verkregen, zodat het met behulp van de zaaimachine ' in de grond te brengen zaaigoed onder de meest gunstige omstandigheden kan kiemen.As already mentioned, the working depth of the machining members 3 can be adjusted by means of the roller 9 configured as a packer roller. An efficient compaction of the cultivated soil can also be obtained by means of the packer roller, so that the seeds to be introduced into the soil by means of the seeder can germinate under the most favorable conditions.

O 35 Tijdens het bedrijf (fig. 1) kan met behulp 1 van de gewichten 29 een deel van het gewicht van het aange- 1 koppelde werktuig in dit geval de zaaimachine 33, op de | rol 9 worden overgebracht, waardoor de rol een aanvullende belasting kan worden gegeven. Indien men de gewichten 29 8400184 1..O 35 During operation (fig. 1), with the aid of the weights 29, part of the weight of the coupled implement 1, in this case the seed drill 33, can be moved to the | Roller 9 can be transferred, which can give the roller an additional load. If weights 29 8400184 1 ..

- 6 - A * ‘δ verschuifbaar of de armen 27 in- resp. uitschuifbaar maakt kan men deze belasting naar believen wijzigen. Ook kan men grotere of kleinere gewichten gebruiken. Verder kan men in plaats van de afgeheelde uitvoering, waarbij de gewichten 5 29 aan weerszijden van de trekker zijn gelegen en aldus ge- . makkelijk aanbrengbaar zijn, een uitvoering kiezen waarbij de gewichten op een andere arm, bijvoorbeeld een onderste arm 23 of op twee- of zelfs drie armen zijn aangebracht.- 6 - A * "δ slidable if the arms 27 in or out extendable one can change this load at will. Larger or smaller weights can also be used. Furthermore, instead of the tilted version, the weights 52 are located on either side of the tractor and thus can be used. easy to apply, choose an embodiment in which the weights are arranged on another arm, for example a lower arm 23 or on two or even three arms.

Indien het geheel van grondbewerkingsmachine en 10 zaaimachine 33 in eën transportstand moet worden gebracht, worden de hydraulische cylinders 35 die op niet nader weergegeven wijze op het hydraulische systeem van de trekker zijn aangesloten, vanuit de trekkercabine bekrachtigd, waardoor de bovenste arm 30 van de driepuntshefinrichting 30A naar 15 boven beweegt en daarbij de zaaimachine ten opzichte van'de grondbewerkingsmachine van de grond heft. Hierbij wordt door de aanwezigheid van de gewichten 29 aan het vooreinde van elke arm 27 bereikt dat voor het heffen van de zaaimachine aanzienlijk minder kracht benodigd is. Vervolgens worden de 20 onderste armen van de driepuntshef inrichting 19 van de trekker 20 bekrachtigd, waarbij het geheel naar boven wordt bewogen tot in een stand die in de figuur 4 is weergegeven en welke stand de transportstand vormt. Ook hierbij vormen de gewichten 29 aan de voorzijde van- de armen 27 een doelmatig 25 ontlastingsmiddel waardoor voor het heffen van het geheel minder kracht nodig is en in de bereikte transportstand het ' gewicht van de achter de trekker hangende combinatie aan- v . zienlijk wordt verminder! zodat tijdens het transport de hefinrichting 19 van de trekker 20 beduidend minder is belast.If the whole of the soil tillage implement and the seed drill 33 are to be brought into a transport position, the hydraulic cylinders 35 which are connected to the tractor hydraulic system in a manner not shown in detail are actuated from the tractor cabin, whereby the upper arm 30 of the three-point lifting device is 30A moves upwards, thereby raising the seed drill off the ground relative to the soil tillage implement. The presence of the weights 29 at the front end of each arm 27 achieves that considerably less force is required for lifting the seed drill. Subsequently, the lower arms of the three-point lifting device 19 of the tractor 20 are actuated, the whole being moved upwards into a position shown in figure 4, which position forms the transport position. Here, too, the weights 29 at the front of the arms 27 form an effective relief means, so that less effort is required for lifting the whole and, in the transport position reached, the weight of the combination hanging behind the tractor. is visibly reduced! so that the lifting device 19 of the tractor 20 is considerably less loaded during transport.

30 Een hefinrichting voorzien van. -ten minste één ge- . wicht als de hefinrichting 30A, kan vanzelfsprekend ook worden toegepast in plaats van de hefinrichting 19 bij de trekker 20 waarbij dan een of meerdere armen van de hefinrich-ting eveneens kunnen zijn voorzien van een contragewicht \_/ 35 dat zich vóór de zwenkas van de betreffende arm en zelfs 1 zoals bij de hefinrichting 30A vóór de as van een trekker- wiel kan bevinden. Door toepassing van de in het voorgaande beschreven constructie kan men een hefinrichting verkrijgen waarbij men voor het heffen minder kracht benodigd heeft, 8400184 ·* - 7 - * terwijl bovendien tijdens het transport de hefinrichting aanzienlijk minder wordt belast.30 Providing a lifting device with. -at least one ge. weight as the lifting device 30A can of course also be used instead of the lifting device 19 on the tractor 20, in which case one or more arms of the lifting device can also be provided with a counterweight \ / 35 which is located in front of the pivot axis of the relevant arm and even 1 as with the lifting device 30A can be located in front of the axle of a tractor wheel. By using the construction described above, a lifting device can be obtained in which less force is required for lifting, 8400184 * - 7 - *, while, moreover, the lifting device is loaded considerably less during transport.

De uitvinding is niet beperkt tot het vorenstaande, doch betreft tevens alle details van de figuren 5 al of niet beschreven.The invention is not limited to the above, but also concerns all details of Figures 5, whether or not described.

-Conclusies- ΐ 8400184-Conclusions- ΐ 8400184

Claims

Lifting device according to claim 1, characterized in that it forms part of the tractor and the weight is located in front of a running wheel axle. 10 3. Lifting device provided with coupling points for coupling an agricultural implement, characterized in that the lifting device is attachable to a tractor and comprises at least one weight which is located in front of the tractor's running wheel shaft. J5 4. Lifting device according to one of the preceding claims, characterized in that the lifting device comprises two spaced-apart weights.

Lifting device provided with coupling points for coupling an agricultural implement, characterized in that the lifting device is attachable to a tractor and comprises two weights which can be mounted on either side of the tractor.

6. Lifting device according to any one of the preceding claims, characterized in that it comprises a three-point mounting and weight is arranged on an upper arm.

Lifting device according to claim 6 and claim. 1, characterized in that it is mounted on a trestle on an agricultural implement, which trestle is intended to be connected to the lifting device of a tractor.

Lifting device according to claim 7, characterized in that the upper arm of the lifting device is arranged pivotally and detachably near the top of the trestle.

Lifting device according to claim 7 or 8, characterized in that the upper arm of the lifting device is provided with an arm for a weight.

10. Lifting device according to claim 9, characterized in that two spaced-apart arms for weight I are present. 1 8400184

Lifting device according to claim 10, characterized in that the upper arm of the lifting device is arranged on a cross beam which is provided with arms extending in opposite directions near the ends.

Lifting device according to one of the preceding claims, characterized in that it forms part of coupling means between a soil cultivating machine comprising a pressure roller and a sowing or planting machine, such that the weight of the sowing machine is at least partly on the 10 'pressure roller of the tillage machine is transferable.

Lifting device according to one of the preceding claims, characterized in that a weight is preferably + 600 kg.

14. Lifting device as described above and shown in the figures. 15 15 · Combination of a soil tillage implement and a seed drill that are movably coupled to each other, characterized in that the soil tillage implement comprises a pressure roller and means are present by means of which the weight of the sowing or planting machine is at least partly transferable to the pressure roller .

16. Combination according to claim 15, characterized in that the means comprise a lifting device arranged between the soil tillage implement and the sowing or planting machine, which lifting device has one or more weights which are located in front of the pivot points of the arms of the lifting device.

17. Combination of a tillage machine and a sowing or planting machine which are coupled together by a lifting device, characterized in that, in the direction of movement, first one or more weights and then a tillage machine and a sowing or planting machine Ï applied. 8400184