NL8304222A - TAPE CASSETTE WITH A TAPE PROTECTION BODY. - Google Patents

TAPE CASSETTE WITH A TAPE PROTECTION BODY. Download PDF

Info

Publication number
NL8304222A
NL8304222A NL8304222A NL8304222A NL8304222A NL 8304222 A NL8304222 A NL 8304222A NL 8304222 A NL8304222 A NL 8304222A NL 8304222 A NL8304222 A NL 8304222A NL 8304222 A NL8304222 A NL 8304222A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
tape
cassette
cassette housing
guide grooves
curved guide
Prior art date
Application number
NL8304222A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Victor Company Of Japan
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from JP57216536A external-priority patent/JPS59107471A/en
Priority claimed from JP1982188350U external-priority patent/JPS5992483U/en
Application filed by Victor Company Of Japan filed Critical Victor Company Of Japan
Publication of NL8304222A publication Critical patent/NL8304222A/en

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B23/00Record carriers not specific to the method of recording or reproducing; Accessories, e.g. containers, specially adapted for co-operation with the recording or reproducing apparatus ; Intermediate mediums; Apparatus or processes specially adapted for their manufacture
    • G11B23/02Containers; Storing means both adapted to cooperate with the recording or reproducing means
    • G11B23/04Magazines; Cassettes for webs or filaments
    • G11B23/08Magazines; Cassettes for webs or filaments for housing webs or filaments having two distinct ends
    • G11B23/087Magazines; Cassettes for webs or filaments for housing webs or filaments having two distinct ends using two different reels or cores
    • G11B23/08707Details
    • G11B23/08735Covers

Landscapes

  • Packaging Of Annular Or Rod-Shaped Articles, Wearing Apparel, Cassettes, Or The Like (AREA)

Description

* \ : - >* \: ->

Bandcassette met een bandbeschermingsorgaan.Tape cassette with a tape protector.

De uitvinding heeft in het algemeen betrekking op bandcassettes met een bandbeschermingsorgaan en meer in het bijzonder op een bandcassette welke een cassettehuis bevat voor het opnemen van een magnetische band en een bandbe-£ schermingsorgaan dat bestaat uit een buitenelement en een binnen element. Wanneer de bandcassette niet in gebruik is sluit het buitenelement om het vooroppervlak van de band te bedekken die blootgesteld is langs de voorzijde van het cassettehuis waarbij het binnenelement het achteroppervlak van de band bedekt.The invention generally relates to tape cassettes with a tape protector and more particularly to a tape cassette containing a cassette housing for receiving a magnetic tape and a tape protector consisting of an outer element and an inner element. When the tape cassette is not in use, the outer element closes to cover the front surface of the tape exposed along the front of the cassette housing with the inner element covering the rear surface of the tape.

10 In het algemeen bestaat een bandcassette die gebruikt wordt bij een videobandrecorder uit een cassettehuis voor het opnemen van een band en een bandbeschermingsorgaan.Generally, a tape cassette used with a video tape recorder consists of a tape housing for recording a tape and a tape protector.

Het bandbeschermingsorgaan is ontworpen om te sluiten wanneer de bandcassette niet in gebruik is om de band te bedekken en te 15 beschermen welke blootgelegd is langs de voorzijde van het cas settehuis. Het bandbeschermingsorgaan opent wanneer de bandcassette in gebruik is om niet tussenbeide te komen bij het uittrekken van een band waarbij de band buiten het cassettehuis getrokken wordt om volgens een vooruit bepaalde handweg in de 20 videobandrecorder geladen te worden. Conventioneel werd het bandbeschermingsorgaan gewoonlijk ontworpen als een enkel element dat slechts het vooroppervlak (magnetisch oppervlak) van de magnetische band bedekt. Er zijn echter tegenwoordig verschillende cassettes voorgesteld waarbij het bandbeschermingsorgaan ont-25 worpen is om een vollediger bescherming van de band te verschaf fen. Volgens deze voorgestelde bandcassettes bestaat het bandbeschermingsorgaan uit een buitenelement dat het vooroppervlak van de band bedekt en een binnenelement dat het achteroppervlak van de band bedekt. Dat wil zeggen dat het bandbeschermingsorgaan 30 een tweedelige constructie heeft. Bij deze voorgestelde bandcas settes kan het buitenelement draaibaar ondersteund worden ten opzichte van het cassettehuis. Het binnenelement kan echter niet draaibaar ondersteund worden op de gebruikelijke wijze door ge- 8304222The tape protector is designed to close when the tape cassette is not in use to cover and protect the tape exposed along the front of the cassette house. The tape guard opens when the tape cassette is in use so as not to interfere with a tape pull-out pulling the tape outside the cassette housing to be loaded into the video tape recorder in a predetermined manual path. Conventionally, the tape protector is usually designed as a single element covering only the front surface (magnetic surface) of the magnetic tape. However, several cassettes have now been proposed in which the tape protector is designed to provide more complete tape protection. According to these proposed tape cassettes, the tape protection member consists of an outer element covering the front surface of the tape and an inner element covering the rear surface of the tape. That is, the tire protection member 30 has a two-piece construction. With these proposed tape cassettes, the outer element can be rotatably supported relative to the cassette housing. However, the inner element cannot be rotatably supported in the usual manner by 8304222

STST

- 2 - / t * bruik te maken van pennen vanwege de beperkte ruimte die beschikbaar is binnen het cassettehuis. Het binnenelement werd dus ontworpen om te openen en te sluiten door te glijden langs gelei-dingsgroeven die gevormd zijn in het cassettehuis.- 2 - / t * to use pins because of the limited space available within the cassette housing. Thus, the inner member was designed to open and close by sliding along guide grooves formed in the cassette housing.

5 Het cassettehuis is gemaakt uit een bovenhelft en een benedenhelft. De bovenhelft heeft zijwanden die in verbinding staan met de zijwanden van de benedenhelft. De hoogte van deze zijwanden is de helft van de hoogte van het cassettehuis.5 The cassette housing is made up of an upper half and a lower half. The top half has side walls that communicate with the side walls of the bottom half. The height of these side walls is half the height of the cassette housing.

De bovengenoemde geleidingsgroeven die het binnenelement geleiden 10 zijn continu gevormd in de zijwanden van de boven- en beneden helften. Het kan echter zijn da.t de geleidingsgroeven niet vloeiend continu zijn bij de verbindingsdelen waar de zijwanden van de boven en benedenhelften met elkaar in verbinding zijn afhangend van de nauwkeurigheid waarmee de boven- en benedenhelf-15 ten vervaardigd zijn. Wanneer er dus een getrapt deel bestaat bij de bovengenoemde verbindingsdelen en de geleidingsgroeven niet vloeiend continu zijn kan het binnenelement niet vloeiend geopend en gesloten worden.The above guide grooves guiding the inner element 10 are continuously formed in the side walls of the top and bottom halves. However, it may be that the guide grooves are not smoothly continuous at the connecting parts where the side walls of the top and bottom halves are interconnected depending on the precision with which the top and bottom halves are made. Thus, if there is a stepped portion at the above connecting parts and the guide grooves are not smoothly continuous, the inner element cannot be opened and closed smoothly.

In sommige gevallen worden delen van de zijwan-20 den van het cassettehuis gebruikt als geleidingsdelen voor het geleiden van de band die opgenomen is in het cassettehuis. De verbindingsdelen kunnen echter samenvallen met de geleidingsdelen en er kan een getrapt deel gevormd zijn op de geleidingsdelen.In some cases, portions of the sidewalls of the cassette housing are used as guide parts for guiding the tape contained in the cassette housing. However, the connecting parts may coincide with the guide parts and a stepped part may be formed on the guide parts.

In dat geval worden de geleidingsdelen ongeschikt om de band te 25 geleiden en kan de band beschadigd worden wanneer hij geleid wordt door dergelijke geleidingsdelen die het trapgedeelte bevatten.In that case, the guide parts become unsuitable for guiding the belt and the belt can be damaged if it is guided by such guide parts which contain the step section.

Zoals hierboven beschreven is het cassettehuis gemaakt uit boven- en benedenhelften. Wanneer echter de 30 boven- en benedenhelften tezamen gesteld worden kan de band langs de voorzijde van de cassette samengeknepen worden tussen de zijwanden van de boven- en benedenhelften wanneer de bovenen benedenhelften verbonden worden. Er was dus een probleem doordat de band beschadigd zou kunnen worden gedurende het samen-35 stellen van de bandcassette.As described above, the cassette housing is made of top and bottom halves. However, when the top and bottom halves are put together, the tape along the front of the cassette can be pinched between the side walls of the top and bottom halves when the top and bottom halves are joined. Thus, there was a problem in that the tape could be damaged during assembly of the tape cassette.

83042228304222

VV

' - 3 -'- 3 -

Het is daarom een algemeen doel van de uitvinding om een nieuwe en bruikbare bandcassette te leveren met een bandbeschermingsorgaan waarbij de bovengenoemde problemen geëlimineerd zijn.It is therefore a general object of the invention to provide a new and useful tape cassette with a tape protector in which the above-mentioned problems are eliminated.

5 Een ander en specifieker doel van de uitvinding is het leveren van een bandcassette met cassettehuis en een bandbeschermingsorgaan dat bestaat uit een buitenelement en een binnenelement en waarin zijwanden van een benedenhelft van het cassettehuis een hoogte hebben die praktisch overeenkomt met de 10 hoogte van het cassettehuis in de nabijheid van de voorzijde van het cassettehuis. Nokgroeven voor het geleiden van het binnenelement en bandgeleidingsdelen voor het geleiden van de band wanneer de bandcassette niet in gebruik is worden respectievelijk gevormd op de zijwanden van de benedenhelft in de nabijheid van 15 de voorzijde van het cassettehuis. Volgens de bandcassette van de uitvinding wordt het binnenelement vloeiend langs de nokgroeven geleid omdat de nokgroeven geen verbindingsdelen hebben en waarbij dit een stabiel openen en sluiten verzekert van het bandbeschermingsorgaan. Aanvullend kan, bij het tezamen stellen van 20 de bandcassette volgens de uitvinding de band ingelegd worden voor een vooruit bepaalde bandweg in het cassettehuis onder geleiding van de bandgeleidingsdelen in een tezamenstellingstrap waarbij haspels geplaatst worden op de benedenhelft, dat wil zeggen in een tezamenstellingstrap voor dat een bovenhelft van 25 het cassettehuis verbonden wordt met de benedenhelft. Als gevolg kan de bewerking waarbij de bovenhelft verbonden wordt met de benedenhelft met gemak uitgevoerd worden zonder de mogelijkheid dan de band tezamen geknepen wordt tussen de zijwanden van de boven- en benedenhelften en bijgevolg beschadigd worden. Bovendien, 30 daar er geen verbindingsstukken zijn bij de bandgeleidingsdelen kan de band geleid worden door de bandgeleidingsdelen zonder de mogelijkheid dat de band beschadigd wordt.Another and more specific object of the invention is to provide a tape cassette with a cassette housing and a tape protection element consisting of an outer element and an inner element, in which side walls of a lower half of the cassette housing have a height which corresponds practically to the height of the cassette housing. near the front of the cassette body. Cam grooves for guiding the inner element and tape guiding parts for guiding the tape when the tape cassette is not in use are respectively formed on the side walls of the lower half in the vicinity of the front of the cassette housing. According to the tape cassette of the invention, the inner element is guided smoothly along the cam grooves because the cam grooves have no connecting parts and this ensures stable opening and closing of the tape protector. Additionally, when assembling the tape cassette according to the invention, the tape can be inserted for a predetermined tape path into the cassette housing while guiding the tape guide members in an assembling stage where reels are placed on the lower half, that is, in an assembling stage for that an upper half of the cassette housing is connected to the lower half. As a result, the operation of connecting the top half to the bottom half can be easily performed without the possibility of the band being squeezed together between the side walls of the top and bottom halves and consequently damaged. In addition, since there are no connecting pieces at the tape guide parts, the tape can be guided through the tape guide parts without the possibility of damage to the tape.

Nog een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een bandcassette waarin de nokgroeven, die gevormd 35 zijn in de zijwanden van de benedenhelft in de nabijheid van de 3304222 I * - 4 - voorzijde van het cassettehuis, zo gevormd dat de breedte aan de bovenopeningen van de nokgroeven breed is. Bij de bandcassette volgens de uitvinding kunnen nokvolguitsteeksels van het binnen-element gemakkelijk in de nokgroeven van de bovenopeningen daar-5 van binnentreden wanneer de bandcassette tezamengesteld wordt en de samenstellingsbewerking van de bandcassette kan vergemakkelijkt worden. De breedte van de bovenopeningen van de nokgroeven kan effectief groot gemaakt worden wanneer de bovenopeningen ontworpen zijn met een recht horizontaal deel wat de sa-10 menstellingsbewerking van de bandcassette eenvoudiger zou maken.Yet another object of the invention is to provide a tape cassette in which the cam grooves formed in the side walls of the lower half in the vicinity of the 3304222 * 4 front of the cassette housing are formed so that the width is at the top openings of the ridge grooves are wide. In the tape cassette according to the invention, cam follower protrusions of the inner member can easily enter the cam grooves of its top openings when the tape cassette is assembled and the assembly operation of the tape cassette can be facilitated. The width of the top openings of the cam grooves can be effectively enlarged when the top openings are designed with a straight horizontal part which would facilitate the assembly operation of the tape cassette.

Verder kan een metalen matrijs die ontworpen is om geen scherpe randen te vormen, dat wil zeggen een metalen matrijs die niet beschadigd zal worden zelfs na herhaald gebruik, toegepast worden om de bandcassette te vormen. De bandcassette volgens de uitvin-15 ding is dus ook voordelig vanuit het gezichtspunt van het vormen van de bandcassette.Furthermore, a metal die designed not to form sharp edges, i.e. a metal die that will not be damaged even after repeated use, can be used to form the tape cassette. Thus, the tape cassette according to the invention is also advantageous from the viewpoint of forming the tape cassette.

De uitvinding zal aan de hand van de tekening worden toegelicht.The invention will be elucidated with reference to the drawing.

Figuur IA, 1B en 1C geven een bovenaanzicht 20 (met een rechter helft van een benedenhelft en een deel van een bandbeschermingsorgaan weggesneden), een vooraanzicht en een zijaanzicht die respectievelijk een uitvoering van een bandcassette tonen volgens de uitvinding.Figures 1A, 1B and 1C show a top view 20 (with a right half of a bottom half and part of a tape guard cut away), a front view and a side view showing an embodiment of a tape cassette according to the invention, respectively.

Figuur 2 is een zijaanzicht in vertikale door-25 snede die de bandcassette tonen volgens een lijn IX - II uit figuur IA.Figure 2 is a vertical sectional side view showing the tape cassette taken along a line IX-II of Figure 1A.

Figuur 3 is een zijaanzicht in vertikale doorsnede die boven en benedenhelften tonen van een cassettehuis in een gescheiden toestand.Figure 3 is a vertical sectional side view showing top and bottom halves of a cassette housing in a separated condition.

30 Figuur 4 is een zijaanzicht in vertikale door snede die een voordeel toont van de bandcassette in een toestand waarbij een bandbeschermingsorgaan open is.Figure 4 is a vertical sectional side view showing an advantage of the tape cassette in a condition where a tape protector is open.

Figuur 5 en 6 zijn zijaanzichten die respectievelijk een bandbeschermingsorgaan tonen tezamen met een vergren-35 delingsmechanisme in een toestand waarbij een buitenelement ge- $ ? Π * 9 9 9 i » - 5 - sloten is en in een toestand waarbij een buitenelement open is.Figures 5 and 6 are side views showing a tire guard member, respectively, together with a locking mechanism in a state where an outer member is engaged. Π * 9 9 9 i »- 5 - locks and in a condition where an outer element is open.

Figuur 7 is een schema voor het toelichten van de contactmakende uitsteeksels van het bandbeschermingsorgaan met nokgroeven bij het samenstellen van de bandcassette.Figure 7 is a diagram for explaining the contacting protrusions of the belt protector with cam grooves when assembling the tape cassette.

5 Figuur 8 toont zijwanden van de benedenhelft links van een uitgesneden opening in de benedenhelft op een vergrote schaal tezamen met twee metalen stempels die deze zijwanden vormen.Figure 8 shows side walls of the lower half to the left of a cut-out opening in the lower half on an enlarged scale along with two metal punches forming these side walls.

Figuur 9 toont een linker eindgedeelte van één 10 van de twee metalen stempels getoond in figuur 8.Figure 9 shows a left end portion of one of the two metal stamps shown in Figure 8.

Figuur 10 toont een andere uitvoering van een bandcassette volgens de uitvinding waarbij de boven- en benedenhelften gescheiden zijn.Figure 10 shows another embodiment of a tape cassette according to the invention in which the top and bottom halves are separated.

Zoals aangegeven in figuur IA, IB, 1C en 2 15 bevat een bandcassette 10 een cassettehuis 11 en een bandbescher mingsorgaan 12 dat aangébracht is aan een voorzijde 11A van het cassettehuis 11.As shown in Figures 1A, 1B, 1C and 2, a tape cassette 10 includes a cassette housing 11 and a tape protector 12 mounted on a front 11A of the cassette housing 11.

Het cassettehuis 11 bestaat uit een bovenhelft 13 en een benedenhelft 14 zoals getoond in figuur 3. Deze boven-20 en benedenhelften 13 en 14 zijn beiden gemaakt uit een acryloni- trilbutadieenstyreen (ABS) hars. Een voorraadhaspel 15 en een opneemhaspel 16 zijn opgenomen in het cassettehuis 11 in een toestand waarbij de haspels 15 en 16 tegen de benedenhelft 14 gedrukt worden door een praktisch V-vormige bladveer 17 die beves-25 tigd is aan de bovenhelft 13. Een remmechanisme 18 is aangebracht binnen het cassettehuis 11 op een plaats welke in de nabijheid ligt van een achterzijde 11B daarvan. Een uitsnijopening 14a is gevormd aan het centrale voorgedeelte van de benedenhelft 14 en laadpennen (niet getoond) van een videobandrecorder (niet ge-30 toond) treden in deze uitsnijopening 14a wanneer een magnetische band 22 uit het cassettehuis 11 getrokken wordt. Uitstekende zijdelen 14b en 14c welke relatief naar voren van het cassettehuis 11 uitsteken zijn respectievelijk aan de rechter en linker zijden van de benedenhelft 14 gevormd. Een zijwand 14d welke in hoogte 35 de helft is van het cassettehuis 11 steekt uit langs de buiten- 3 3 0 '· 2 2 2 I < - 6 - randen van de zijdelen 14b en 14c. De zijwanddelen 20 en 21 van de zijwand 14d, die aan de rechter en linker zijde gelegen zijn van de uitsnijopening 14a hebben respectievelijk een hoogte welke bij benadering gelijk is aan de hoogte van het cassette-5 huis 11. Deze zijwanddelen 20 en 21 maken dus contact met het benedenoppervlak van een bovenplaat 13a van de benedenhelft 13. Praktisch S-vormige nokgroeven 20a en 21a zijn respectievelijk in de zijwanddelen 20 en 21 gevormd zodat de nokgroeven tegenover elkaar liggen over de uitsnijopening 14a. Verder zijn half kolom-10 vormige bandgeleidingsdelen 20b en 21b respectievelijk gevormd op de zijwanddelen 20 en 21 tegenover de uitsnijopening 14a.The cassette housing 11 consists of an upper half 13 and a lower half 14 as shown in Figure 3. These upper 20 and lower halves 13 and 14 are both made of an acrylic nitrile butadiene styrene (ABS) resin. A supply reel 15 and a take-up reel 16 are received in the cassette housing 11 in a state where the reels 15 and 16 are pressed against the lower half 14 by a practically V-shaped leaf spring 17 attached to the upper half 13. A brake mechanism 18 is disposed within the cassette housing 11 in a location proximate to a rear 11B thereof. A cutout opening 14a is formed on the central front portion of the lower half 14 and loading pins (not shown) of a video tape recorder (not shown) enter this cutout opening 14a when a magnetic tape 22 is pulled out of the cassette housing 11. Protruding side parts 14b and 14c which project relatively from the cassette housing 11 are formed on the right and left sides of the lower half 14, respectively. A side wall 14d which is half the height of the cassette housing 11 protrudes along the outer edges of the side parts 14b and 14c. The side wall parts 20 and 21 of the side wall 14d, which are located on the right and left side of the cutting opening 14a, have respectively a height which is approximately equal to the height of the cassette-5 housing 11. These side wall parts 20 and 21 thus make contact with the bottom surface of a top plate 13a of the bottom half 13. Practically S-shaped ridge grooves 20a and 21a are formed in the side wall sections 20 and 21, respectively, so that the ridge grooves face each other over the cutout opening 14a. Furthermore, half column-10 shaped tape guide parts 20b and 21b are respectively formed on the side wall parts 20 and 21 opposite the cutout opening 14a.

De magnetische band 22 is in een vooruit bepaalde handweg 22A wanneer de bandcassette 10 niet in gebruik is.The magnetic tape 22 is in a predetermined manual path 22A when the tape cassette 10 is not in use.

De band 22 wordt uit de voorraadspoel 15 getrokken heengevoerd 15 door het zijgedeelte 14b, geleid door de bandgeleidingsdelen 20b en 21b om de voorzijde van de uitsnijopening 14a te kruisen wordt heengevoerd door het zijdeel 14c en wordt dan opgenomen door de opneemhaspel 16 om deze vooruit bepaalde bandweg 22A te vormen. De bandgeleidingsdelen 20b en 21b geleiden de band 22 20 slechts wanneer de bandcassette 10 niet in gebruik is en de band 22 opgenomen is in het cassettehuis 11. Deze bandgeleidingsdelen 20b en 21b zijn respectievelijk gevormd op de zijwanddelen 20 en 21 en zijn niet gemaakt uit de zijwanden van de boven- en benedenhelften 13 en 14 die verbonden zijn. Verbindingsstukken 25 die dus anders zouden bestaan in de bandgeleidingsdelen wanneer de bandgeleidingsdelen gevormd zijn door het verbinden van de zijwanden van de boven- en benedenhelften bestaan niet in de bandgeleidingsdelen 20b en 21b die gevormd zijn op de zijwanddelen 20 en 21. Dat wil zeggen dat geen getrapte delen of onregelmatig-30 heden bestaan op de bandgeleidingsdelen 20b en 21b waar er con tact is met de band 22. Daarom wordt de band 22 vloeiend geleid door de bandgeleidingsdelen 20b en 21b zonder de mogelijkheid dat de band 22 gekrast en beschadigd wordt.The tape 22 is pulled out of the supply reel 15 and passed through the side portion 14b, guided by the tape guide portions 20b and 21b to cross the front of the cutout opening 14a, is passed through the side portion 14c, and is then received by the take-up reel 16 to define these predetermined band road 22A. The tape guide parts 20b and 21b guide the tape 22 only when the tape cassette 10 is not in use and the tape 22 is contained in the cassette housing 11. These tape guide parts 20b and 21b are respectively formed on the side wall parts 20 and 21 and are not made from the side walls of the top and bottom halves 13 and 14 connected. Connecting pieces 25 which would thus otherwise exist in the tape guide parts when the tape guide parts are formed by connecting the side walls of the top and bottom halves do not exist in the tape guide parts 20b and 21b formed on the side wall parts 20 and 21. That is, none stepped or irregularities exist on the tape guide parts 20b and 21b where there is contact with the tape 22. Therefore, the tape 22 is smoothly guided by the tape guide parts 20b and 21b without the possibility of the tape 22 being scratched and damaged.

Het bandbeschermingsorgaan 12 heeft eei twee-35 delige constructie en bevat een buitenelement 23 en een binnen- a "! λ Λ O O 0 t * V* - 7 - element 24. Het bandbeschermingsorgaan 12 is bevestigd aan de voorzijde 11A van de cassette 11 en neemt een toestand aan getoond in figuur 2 wanneer hij gesloten is en een toestand getoond in figuur 4 wanneer hij geopend is. Zoals later beschreven 5 zal worden werken de buiten- en binnenelementen 23 en 24 samen om gelijktijdig het vooroppervlak (magnetische oppervlak) en het achteroppervlak van de band 22 te beschermen.The tape protector 12 has a two-piece construction and includes an outer element 23 and an inner element 24, element 24. The tape protector 12 is attached to the front 11A of the cassette 11 and assumes a state shown in Figure 2 when closed and a state shown in Figure 4 when open. As will be described later 5, the outer and inner elements 23 and 24 cooperate to simultaneously control the front surface (magnetic surface) and the rear surface of the tire 22.

Het buitenelement 23 bevat een voorwand 23a welke zich uitstrekt tot aan het bovenoppervlak van het cassette-10 huis 11 om een deel te vormen van het bovenoppervlak van het cassettehuis 11, de zijwanden 23b en 23c en armen 23d en 23e welke het binnenelement 24 ondersteunen. Deze armen 23d en 23e hangen af van het deel van de voorwand 23a dat een deel vormt van het bovenoppervlak van het cassettehuis 11 en zijn respectie-15 velijk gelegen op plaatsen om tegenover de zijwanddelen 20 en 21 te liggen binnen de uitsnijopening 14a wanneer het bandbeschermingsorgaan 12 gesloten wordt. De armen 23d en 23e ontsnappen uit de uitsnijopening 14a wanneer het bandbeschermingsorgaan 12 opent zoals getoond in figuur 4 en treden terug in de uitsnij-20 opening 14a wanneer het bandbeschermingsorgaan 12 sluit zoals ge toond in figuur 2. Zoals aangegeven op vergrote schaal in figuur 5 en 6 zijn de pennen 23b1 en 23c1 respectievelijk gelegen in praktisch de middens van de zijwanden 23b en 23c. Een zijwand 13b van de bovenhelft 13 werkt samen met de zijwand I4d van de 25 benedenhelft 14 om legers te vormen voor de pennen 23b-l en 23c-1.The outer element 23 includes a front wall 23a which extends to the top surface of the cassette housing 11 to form part of the upper surface of the cassette housing 11, the side walls 23b and 23c and arms 23d and 23e supporting the inner element 24. These arms 23d and 23e depend on the portion of the front wall 23a that forms part of the top surface of the cassette housing 11 and are respectively located in positions to face the side wall portions 20 and 21 within the cutout opening 14a when the tape protector 12 is closed. The arms 23d and 23e escape from the cutout opening 14a when the tape protector 12 opens as shown in Figure 4 and retract into the cutout opening 14a when the tape protector 12 closes as shown in Figure 2. As shown on an enlarged scale in Figure 5 and 6, the pins 23b1 and 23c1 are located in substantially the centers of the side walls 23b and 23c, respectively. A side wall 13b of the top half 13 cooperates with the side wall 14d of the bottom half 14 to form bearings for the pins 23b-1 and 23c-1.

Het buitenelement 23 is dus draaibaar ondersteund in een toestand waarbij de pennen 23b-l en 23c-1 ondersteund worden door de bovengenoemde legers die op praktisch de helft van de hoogte van het cassettehuis 11 gelegen zijn.Thus, the outer member 23 is rotatably supported in a state where the pins 23b-1 and 23c-1 are supported by the aforementioned bearings located at substantially half the height of the cassette housing 11.

30 Het binnenelement 24 bevat een langwerpige bovenplaat 24a en een hellende wand 24b welke naar beneden helt naar de voorzijde van het cassettehuis 11 vanaf de bovenplaat 24a. De breedte van de hellende wand 24b is iets kleiner dan een afstand die de armen 23d en 23e scheidt. De hellende wand 24b 35 bevat uitsteeksels 24c (waarbij slechts één getoond is) in het « 3 f i ? 2 2 • * - 8 - centrale deel daarvan en armgedeelten 24d (slechts één getoond) aan een benedendeel daarvan. De uitsteeksels 24c op de hellende wand 24b passen respectievelijk in gaten die gevormd zijn in de armen 23d en 23e. De armdelen 24d respectievelijk hebben een 5 nokvolguitsteeksel 24e (slechts één getoond). De nokvolguit- steeksels 24e passen in de nokgroeven 20a en 21a zodat de nok-volguitsteeksels 24e beweegbaar zijn langs de nokgroeven 20a en 21a. Zodoende is het binnenelement 24 gekoppeld met het cassette-huis 11 in een toestand waarbij de nokvolguitsteeksels 24e pas-10 sen in de nokgroeven 20a en 21a. Anderzijds is het binnenelement 24 gekoppeld met het buitenelement 23 in een toestand waarbij de uitsteeksels 24c van de hellende wand 24b draaibaar ondersteund worden door de gaten in de armen 23d en 23e. De draaibare positie van het binnenelement 24 ten opzichte van het buitenelement 15 23 wordt dus geregeld door de nokgroeven 20a en 21a.The inner member 24 includes an elongated top plate 24a and an inclined wall 24b which slopes down towards the front of the cassette housing 11 from the top plate 24a. The width of the inclined wall 24b is slightly less than a distance separating the arms 23d and 23e. The inclined wall 24b 35 includes protrusions 24c (only one shown) in the "3". 2 2 • * - 8 - central portion thereof and arm portions 24d (only one shown) to a lower portion thereof. The protrusions 24c on the inclined wall 24b fit into holes formed in the arms 23d and 23e, respectively. The arm parts 24d, respectively, have a cam follower projection 24e (only one shown). The cam follower protrusions 24e fit into the cam grooves 20a and 21a so that the cam follower protrusions 24e are movable along the cam grooves 20a and 21a. Thus, the inner member 24 is coupled to the cassette housing 11 in a state where the cam follower protrusions 24e fit into the cam grooves 20a and 21a. On the other hand, the inner element 24 is coupled to the outer element 23 in a state where the protrusions 24c of the inclined wall 24b are rotatably supported by the holes in the arms 23d and 23e. Thus, the rotatable position of the inner element 24 relative to the outer element 23 is controlled by the cam grooves 20a and 21a.

Wanneer het bandbeschermingsorgaan 12 gesloten is neemt het buitenelement 23 een stand in die tegen de klok-richting in rondgedraaid is zoals getoond in figuur 2. In deze toestand zijn de nokvolguitsteeksels 24e respectievelijk gelegen 20 in benedenposities Pl in de nokgroeven 20a en 21a en is het binnenelement 24 beperkt tot een positie die rondgedraaid is in de klokrichting. De benedenrand van de hellende wand 24b is £n contact met de benedenrand van de voorwand 23a van het buitenelement 23. Zodoende worden het vooroppervlak (magnetisch 25 oppervlak) en de bovenrand van de band 22 bedekt door de voor wand 23a van het buitenelement 23 en het achteroppervlak (basisoppervlak of niet magnetisch oppervlak) en de benedenrand van de band 22 worden bedekt door de hellende wand 24b van het binnenelement 24 en de band 22 is volledig beschermd in deze toestand.When the tape guard 12 is closed, the outer member 23 assumes a position rotated counterclockwise as shown in Figure 2. In this state, the cam follower protrusions 24e are respectively located in lower positions P1 in the cam grooves 20a and 21a and inner element 24 limited to a position rotated clockwise. The lower edge of the inclined wall 24b is in contact with the lower edge of the front wall 23a of the outer element 23. Thus, the front surface (magnetic surface) and the top edge of the tire 22 are covered by the front wall 23a of the outer element 23 and the back surface (base surface or non-magnetic surface) and the bottom edge of the belt 22 are covered by the inclined wall 24b of the inner member 24 and the belt 22 is fully protected in this condition.

30 Aanvullend neemt de langwerpige plaat 24a van het binnenelement 24 een hoogte in welke dezelfde is als de hoogtepositie van de bovenplaat 13a van de bovenhelft 13 om de bovenopening aan de voorzijde van het cassettehuis 11 te bedekken. Zoals getoond in figuur 5 wordt het bandbeschermingsorgaan 12 normaal naar zijn 35 gesloten richting geduwd door een torsieveer 25 waarbij een haak ____ 8304222 ï s*' - 9 - 26a van een vergrendelingshefboom 26 een uitsteeksel 23b-2 vergrendelt welke gevormd is op de binnenzijde van de zijwand 23b om het bandbeschermingsorgaan 12 in zijn vergrendelde stand te vergrendelen. De torsieveer 25 past over de pen 23b-l waar-5 bij één arm ervan bevestigd is op een uitsteeksel 27 dat gevormd is op de zijwand van de bovenhelft 13 en waarbij het andere einde daarvan bevestigd is op een uitsteeksel 23b-3 welke gevormd is op de binnenzijde van de zijwand 23b.Additionally, the elongated plate 24a of the inner member 24 occupies a height which is the same as the height position of the top plate 13a of the top half 13 to cover the top opening at the front of the cassette housing 11. As shown in Figure 5, the tape protector 12 is normally pushed to its closed direction by a torsion spring 25 with a hook of a locking lever 26 locking a projection 23b-2 formed on the inside of the side wall 23b to lock the tire guard 12 in its locked position. The torsion spring 25 fits over the pin 23b-1 where one arm thereof is attached to a projection 27 formed on the side wall of the top half 13 and the other end thereof is secured to a projection 23b-3 formed on the inside of the side wall 23b.

Wanneer de tapecassette 10 ingestoken wordt in 10 een cassettehuis (niet getoond) in de videobandrecorder (niet ge toond) grijpt een grendelvrijmaakhefboom 28 van de videobandrecorder in met de grendelhefboom 26 zoals getoond in figuur 6 om de grendelhefboom 26 tegen de klok in rond te draaien. De haak 26a van de grendelhefboom 26 scheidt dus van het uitsteeksel 23b-2 15 en de vergrendeling met betrekking tot het bandbeschermingsorgaan 12 wordt vrijgemaakt. Gedurende een werkwijze waarin de band-cassette 10 in het cassette huis geladen wordt in een vooruit bepaalde stand in de videobandrecorder door het verlagen van het cassettehuis wordt het buitenelement 23 rondgedraaid in de rich-20 ting van de klok over bij benadering 90° tegen de kracht uitge oefend door de torsieveer 25 door een pen 29 van de videobandrecorder. Als gevolg worden de nokvolguitsteeksels 24e van het binnenelement 24 respectievelijk geleid langs de nokgroeven 20a en 21a en draait het binnenelement 24 in de richting van de klok 25 rond om de pennen 23b-1 en 23c-l zodat de benedenrand van de hellende wand 24b niet contact maakt met de band 22. De nokgroeven 20a en 21a zijn praktisch S-vormig zodat de benedenrand van de hellende wand 24b de band 22 niet zal treffen en beschadigen wanneer het bandbeschermingsorgaan 12 opent.When the tape cassette 10 is inserted into a cassette housing (not shown) in the videotape recorder (not shown), a latch release lever 28 of the videotape recorder engages the latch lever 26 as shown in Figure 6 to rotate the latch lever 26 counterclockwise . Thus, the hook 26a of the locking lever 26 separates from the protrusion 23b-2 and the latch relative to the belt protector 12 is released. During a method in which the tape cassette 10 is loaded into the cassette housing in a predetermined position in the video tape recorder by lowering the cassette housing, the outer element 23 is rotated in a clockwise direction about 90 ° counterclockwise. force is exerted by the torsion spring 25 by a pin 29 of the video tape recorder. As a result, the cam follower protrusions 24e of the inner element 24 are guided along the cam grooves 20a and 21a, respectively, and the inner element 24 rotates clockwise about the pins 23b-1 and 23c-1 so that the lower edge of the inclined wall 24b does not makes contact with the belt 22. The cam grooves 20a and 21a are practically S-shaped so that the lower edge of the inclined wall 24b will not hit and damage the belt 22 when the belt protector 12 opens.

30 De nokgroeven 20a en 21a worden niet gevormd door verbindingsstukken van nokgroeven die gevormd zijn in de zijwanden van zowel de boven- als benedenhelften maar worden respectievelijk gevormd in de zijwanddelen 20 en 21. Zodoende zijn er geen verbindingsstukken of onregelmatigheden zoals trappen in de 35 nokgroeven 20a en 21a en de nokgroeven 20a en 21a kunnen gevormd 3 % Λ ? ? ? y V ? ·** - * Ϋ - 10 - worden met een grote nauwkeurigheid. De nokvolguitsteeksels 24e bewegen dus vloeiend langs de nokgroeven 20a en 21a wanneer het bandbeschermingsorgaan 12 geopend wordt en gesloten zonder onderbroken te worden aan de verbindingsstukken die anders zouden 5 bestaan wanneer de nokgroeven gevormd zijn in de zijwanden van zowel de boven- als de benedenhelften en waarbij daarom het binnenelement 24 stabiel kan ronddraaien. Verder zal er geen ongewenste speling zijn tussen de nokvolguitsteeksels 24e en de nokgroeven 20a en 21a zelfs nadat het bandbeschermingsorgaan 12 10 een buitengewoon groot aantal openings- en sluitingsbewerkingen ondergaat waarbij de betrouwbaarheid van het bandbeschermingsorgaan 12 en zijn ermee verbonden delen aanzienlijk groot is.The ridge grooves 20a and 21a are not formed by ridge groove connectors formed in the side walls of both the top and bottom halves but are formed in the side wall portions 20 and 21 respectively. Thus, there are no joints or irregularities such as steps in the ridge grooves 20a and 21a and the cam grooves 20a and 21a can be formed 3% Λ? ? ? y V? ** - * Ϋ - 10 - are made with great accuracy. Thus, the cam follower protrusions 24e move smoothly along the cam grooves 20a and 21a when the tire guard 12 is opened and closed without being interrupted on the connectors that would otherwise exist when the cam grooves are formed in the side walls of both the top and bottom halves and therefore, the inner element 24 can rotate stably. Furthermore, there will be no undesired clearance between the cam follower protrusions 24e and the cam grooves 20a and 21a even after the belt protector 12 undergoes an unusually large number of opening and closing operations with the reliability of the belt protector 12 and its associated parts being considerably high.

Wanneer het bandbeschermingsorgaan 12 open is is het binnenelement 24 beperkt tot een stand getoond in figuur 15 4 door de uitsteeksels 24c en de nokvolguitsteeksels 24e die gelegen zijn in bovenstanden P2 in de nokgroeven 20a en 21a.When the belt guard 12 is open, the inner member 24 is limited to a position shown in Figure 4 by the protrusions 24c and the cam follower protrusions 24e located in upper positions P2 in the cam grooves 20a and 21a.

In deze toestand maakt de langwerpige plaat 24a geen contact met de bovenplaat 13a van de bovenhelft 13. Dat wil zeggen dat de langwerpige plaat 24a enigszins boven de bovenplaat 13a rust en 20 er een kleine speling is voor het binnenelement 24 om een verdere rotatie-inrichting van de klok te ondergaan. Als gevolg zullen geen krachten gelijktijdig werken aan beide einden van het binnenelement 24, dat wil zeggen dat geen krachten gelijktijdig zullen werken aan de rand van de langwerpige plaat 24a en da nokvolg-25 pennen 24e.In this state, the elongated plate 24a does not contact the top plate 13a of the top half 13. That is, the elongated plate 24a rests slightly above the top plate 13a and there is a small clearance for the inner member 24 to further rotate. of the clock. As a result, no forces will act simultaneously on both ends of the inner member 24, that is, no forces will act simultaneously on the edge of the elongated plate 24a and cam follower pins 24e.

Wanneer de kracht die aangelegd wordt aan het bandbeschermingsorgaan 12 door de pen 29 om het bandbeschermingsorgaan 12 open te houden opgeheven wordt dan wordt het bandbeschermingsorgaan 12 automatisch tegen de richting van de klok in 30 rondgedraaid door de kracht uitgeoefend door de veer 25 en neemt de gesloten stand aan getoond in figuur 2 en 5.When the force applied to the tape protector 12 is released by the pin 29 to hold the tape protector 12 open, the tape protector 12 is automatically rotated counterclockwise by the force applied by the spring 25 and the closed position shown in Figures 2 and 5.

Vervolgens zal een beschrijving gegeven worden met betrekking tot de samenstellingsbewerking waarin de bandcas-sette 10 tezamen gesteld wordt door het verbinden van de boven-35 en benedenhelften 13 en 14 en de constructie van de bandcassette 8304222 - 11 - volgens de uitvinding welke de samenstellingsbewerking vergemakkelijkt. Omdat de delen in verband met de nokgroeven 20a en 21a gelijktijdig gevormd worden op beide zijden van het cassette-huis 11 zal hierna een beschrijving gegeven worden met betrekking 5 tot de rechter nokgroef 21a en zijn ermee verbonden delen en de beschrijving met betrekking tot de linker nokgroef 20a en zijn ermee verbonden delen zal weggelaten worden.Next, description will be given regarding the assembling operation in which the tape cassette 10 is assembled together by joining the top 35 and lower halves 13 and 14 and the construction of the tape cassette 8304222-11 according to the invention which facilitates the assembling operation . Since the parts associated with the cam grooves 20a and 21a are simultaneously formed on both sides of the cassette housing 11, a description will be given below with respect to the right cam groove 21a and its associated parts and the description with respect to the left cam groove 20a and its associated parts will be omitted.

De bandcassette 10 wordt tezamen gesteld door de boven en benedenhelften 13 en 14 te verbinden zoals hierna be-10 schreven zal worden in een toestand waarbij het bandbeschermings- orgaan 12 volledig geopend is en tijdelijk bevestigd op de bovenhelft 13 zoals getoond in figuur 7.The tape cassette 10 is assembled by joining the top and bottom halves 13 and 14 as will be described below in a state where the tape protector 12 is fully opened and temporarily secured to the top half 13 as shown in Figure 7.

Eerst wordt de voorraadhaspel 15 en de opneem-haspel 16 binnen de benedenhelft 14 geplaatst. In deze fase van 15 de samenstelling wordt de band 22 van de haspels afgetrokken om geleid te worden door de bandgeleidingsdelen 20b en 21b. De band 22 vormt dus de vooruit bepaalde bandweg 22A binnen de benedenhelft 14 waarbij de band 22 de voorzijde van de uitsnijopening 14a kruist. Nadat de vooruit bepaalde bandweg 22A gevormd is 20 wordt de bovenhelft 13 geplaatst bovenop de benedenhelft 14 om de benedenhelft 14 te bedekken waarbij de bovenhelft 13 verbonden wordt met de benedenhelft 14.First, the supply reel 15 and the take-up reel 16 are placed within the lower half 14. At this stage of the assembly, the tape 22 is pulled off the reels to be passed through the tape guide members 20b and 21b. Thus, the band 22 forms the predetermined band path 22A within the lower half 14 with the band 22 crossing the front of the cutout opening 14a. After the predetermined belt path 22A is formed, the top half 13 is placed on top of the bottom half 14 to cover the bottom half 14, the top half 13 being connected to the bottom half 14.

In de vooruit bepaalde bandweg 22A wordt de volle breedte van de band 22 door de bandgeleidingsdelen 20b en 25 21b geleid. Er is dus geen mogelijkheid dat de band 22 samenge knepen wordt tussen de zijwanden 13b en 14d van de boven en benedenhelften 13 en 14 en beschadigd worden wanneer de bovenhelft 13 verbonden wordt met de benedenhelft 14. De werkwijze voor het verbinden van de beneden- en bovenhelften 13 en 14 kan dus geraakke-30 lijk uitgevoerd worden in een toestand waarbij de band 22 voldoen de beschermd is.In the predetermined belt path 22A, the full width of the belt 22 is passed through the belt guide parts 20b and 21b. Thus, there is no possibility of the band 22 being squeezed between the side walls 13b and 14d of the top and bottom halves 13 and 14 and being damaged when the top half 13 is joined to the bottom half 14. The method of joining the bottom and thus, upper halves 13 and 14 can be conveniently constructed in a state where the belt 22 is sufficiently protected.

Wanneer de boven- en benedenhelften 13 en 14 verbonden worden treden verder de rechter nokvolguitsteeksel 24e van het bovenbeschermingsorgaan 12 binnen in een bovenopening 21a-l 35 van de nokgroef 21a van bovenaf de bovenopening 21a-l. Het nok volguitsteeksel 24e treedt in de nokgroef 21a in nadat de boven- 3 3 C 4 2 2 2 ^jl * ♦ - 12 - en benedenhelften 13 en 14 verbonden zijn en het bandbeschermings-orgaan 12 gesloten is.Further, when the top and bottom halves 13 and 14 are joined, the right cam follower protrusion 24e of the top guard 12 enters an upper opening 21a-1 of the cam groove 21a from the top opening 21a-1. The cam follower protrusion 24e enters the cam groove 21a after the top and bottom halves 13 and 14 are joined and the tape guard 12 is closed.

Wanneer het bandbeschermingsorgaan 12 opent en sluit beweegt het rechter nokvolguitsteeksel 24e tussen de standen 5 PI en P2 in de nokgroef 21a. De positie P2 ligt enigszins bene den de bovenopening 21a-l en het groefgedeelte tussen de positie P2 en de opening van de nokgroef 21a wordt niet gebruikt als de nokgroef. Zoals hierna beschreven zal worden wordt zodoende de breedte van de bovenopening 21a-l tussen de opening en de positie 10 P2 van de nokgroef 21a groter gemaakt dan de breedte van de nok groef 21a tussen de posities PI en P2 zodat het nokvolguitsteeksel 24e gemakkelijker in de nokgroef 21a kan binnentreden wanneer de boven en benedenhelften 13 en 14 verbonden worden. Verder maakt het brede ontwerp van de bovenopening 21a-l een gemakkelijker 15 vormen mogelijk van de benedenhelft 14 door het gebruik van meta len stempels.When the tape guard 12 opens and closes, the right cam follower protrusion 24e moves between the positions 5P1 and P2 in the cam groove 21a. The position P2 is slightly below the top opening 21a-1 and the groove portion between the position P2 and the opening of the cam groove 21a is not used as the cam groove. Thus, as will be described hereinafter, the width of the top opening 21a-1 between the opening and the position P2 of the cam groove 21a is made larger than the width of the cam groove 21a between the positions P1 and P2 so that the cam follower protrusion 24e more easily into the cam groove 21a can enter when the top and bottom halves 13 and 14 are joined. Furthermore, the wide design of the top opening 21a-1 allows easier shaping of the bottom half 14 through the use of metal stamps.

De bovenopening 21a-l wordt met andere woorden bepaald door een vertikaal gedeelte 21a-2 en een horizontaal gedeelte 21a-3 zoals getoond in figuur 3 en 7. De bovenopening 21a-l 20 is breed in het bijzonder naar het horizontale deel 21a-3 toe.In other words, the top opening 21a-1 is defined by a vertical portion 21a-2 and a horizontal portion 21a-3 as shown in Figures 3 and 7. The top opening 21a-1 20 is wide, in particular towards the horizontal portion 21a-3 to.

Hierdoor zal het rechter nokvolguitsteeksel 24e gemakkelijk de brede bovenopening 21a-l binnentreden wanneer de boven en benedenhelften 13 en 14 verbonden worden zoals aangegeven met een pijl A in figuur 7 en zal daarna in de nokgroef 21a binnentreden wanneer 25 het bandbeschermingsorgaan 12 gesloten wordt nadat de boven en benedenhelften 13 en 14 verbonden zijn. De werkwijze voor het passen van de nokvolguitsteeksels 24e in de nokgroeven 20a en 21a kunnen dus met gemak uitgevoerd worden. Aanvullend kan de bovenopening 21a-l ook breed gemaakt worden door een recht gedeelte 30 21a-4 te vormen dat aangegeven is met een kettinglijn met twee punten in figuur 7 in plaats van het horizontale deel 21a-3. In dat geval zal de werkwijze van het verbinden van de boven- en benedenhelften 13 en 14 dezelfde zijn als de tot nog toe beschreven werkwijze en kunnen de nokvolguitsteeksels 24e gemakkelijk 35 passen in de nokgroeven 20a en 21a. Het boveneinddeel van de nok- 8304222 «L -Λ· - 13 - groef 21a helt en het vertikale deel 21a-2 wordt continu gevormd met een bovenwand van de twee wanden die de nokgroef 21a bepalen, terwijl het horizontale deel 21a-3 continu gevormd wordt met een benedenwand van de twee wanden die de nokgroef 21a bepalen.As a result, the right cam follower protrusion 24e will easily enter the wide top opening 21a-1 when the top and bottom halves 13 and 14 are joined as indicated by an arrow A in Figure 7 and will then enter the cam groove 21a when the tire guard 12 is closed after the upper and lower halves 13 and 14 are connected. Thus, the method of fitting the cam follower protrusions 24e into the cam grooves 20a and 21a can be easily performed. Additionally, the top opening 21a-1 can also be made wide by forming a straight portion 21a-4 indicated by a two-point chainline in Figure 7 instead of the horizontal portion 21a-3. In that case, the method of joining the top and bottom halves 13 and 14 will be the same as the method described so far and the cam follower protrusions 24e can easily fit into the cam grooves 20a and 21a. The top end portion of the cam 8304222 «L-Λ · - 13 groove 21a is inclined and the vertical portion 21a-2 is continuously formed with an upper wall of the two walls defining the cam groove 21a, while the horizontal portion 21a-3 is continuously formed with a bottom wall of the two walls defining the cam groove 21a.

5 Nadat de boven- en benedenhelften 13 en 14 ver bonden zijn zoals hiervoor beschreven worden de boven- en benedenhelften 13 en 14 tezamen bevestigd door schroeven (niet getoond) om de bandcassette 10 te vormen.After the top and bottom halves 13 and 14 are joined as described above, the top and bottom halves 13 and 14 are attached together by screws (not shown) to form the tape cassette 10.

De boven- en benedenhelften 13 en 14 kunnen 10 bovendien verbonden worden door de bovenhelft 13 stilstaand te houden in plaats van de benedenhelft 14 en de benedenhelft 14 omhoog te heffen om de bandcassette 10 te vormen.In addition, the top and bottom halves 13 and 14 can be joined by keeping the top half 13 stationary instead of the bottom half 14 and raising the bottom half 14 to form the tape cassette 10.

Vervolgens zal een beschrijving gegeven worden met betrekking tot de metalen stempels die de nokgroef 21a (20a) 15 vormen en de uitsnijopening 14a in de benedenhelft 14 met ver wijzing naar figuur .8 en 9.Next, description will be given with respect to the metal dies that form the cam groove 21a (20a) 15 and the cutout opening 14a in the lower half 14 with reference to Figures 8 and 9.

Omdat de nokgroef 21a gekromd is, dat wil zeggen praktisch S-vormig kan één van de metalen stempels die gebruikt worden om de nokgroef 21a te vormen niet gescheiden worden in een 20 richting evenwijdig aan het zijwandgedeelte 21 en moet deze ene stempel gescheiden worden in een richting loodrecht op het zij-wanddeel 21 nadat de werkwijze voor het vormen van de nokgroef 21a voltooid is. Aanvullend is, tengevolge van de constructie van de zijwand 14d in de nabijheid van de nokgroef 21a, een andere 25 metalen stempel welke gebruikt wordt om een wand 30 te vormen en welke gelegen is aan het binnengedeelte van de uitsnijopening 14a onafhankelijk van de bovengenoemde ene metalen stempel welke gebruikt wordt om de nokgroef 21a te vormen.Since the cam groove 21a is curved, ie, practically S-shaped, one of the metal punches used to form the cam groove 21a cannot be separated in a direction parallel to the side wall portion 21 and this one punch must be separated into a direction perpendicular to the side wall portion 21 after the method of forming the cam groove 21a is completed. Additionally, due to the construction of the side wall 14d in the vicinity of the cam groove 21a, another metal punch used to form a wall 30 is located on the inner portion of the cutout opening 14a independently of the above one metals. punch which is used to form the cam groove 21a.

Figuur 8 toont de benedenhelft 14 in de nabijheid 30 van de nokgroef 21a tezamen met metalen stempels die gebruikt worden om dit deel van de benedenhelft 14 te vormen. In figuur 8 is een metalen stempel 40 van het schuivende soort stempel dat gebruikt wordt om de nokgroef 21a te vormen en het zijwanddeel 21 van de benedenhelft 14. Een metalen stempel 41 wordt gewoonlijk 35 gebruikt om de wand 30 te vormen. Na de werkwijze voor het vormen 8304222 • * - 14 - van de nokgroef 21a en dergelijke wordt de metalen stempel 40 schuivend gescheiden in een richting aangegeven door een pijl B en de metalen stempel 41 wordt in een richting gescheiden loodrecht op de tekening in figuur 8.Figure 8 shows the lower half 14 in the vicinity 30 of the cam groove 21a together with metal punches used to form this part of the lower half 14. In Figure 8, a metal stamp 40 is of the sliding type stamp used to form the cam groove 21a and the side wall portion 21 of the lower half 14. A metal stamp 41 is commonly used to form the wall 30. After the method of forming the cam groove 21a and the like 8304222, the metal stamp 40 is slidably separated in a direction indicated by an arrow B and the metal stamp 41 is separated in a direction perpendicular to the drawing in Figure 8 .

5 Een vraagstuk van veel belang is het bepalen van het scheidingsvlak waar de metalen stempel 40 en 41 gescheiden moeten worden. In de aangegeven uitvoering wordt het scheidingsvlak gekozen tot een vertikaal vlak SL dat een lijn L bevat die heen gaat door een begineinde van het horizontale deel 21a-3 10 getoond in figuur 3 door het feit in beschouwing te nemen dat het boveneinde van de nokgroef 21a gevormd is als een brede bo-venopening 21a-l. Figuur 9 toont een deel van de metalen stempel 41.An issue of great importance is determining the interface where the metal stamp 40 and 41 are to be separated. In the illustrated embodiment, the interface is selected to be a vertical plane SL that includes a line L passing through a beginning end of the horizontal portion 21a-3 shown in Figure 3 by taking into account the fact that the top end of the cam groove 21a is shaped as a wide top opening 21a-1. Figure 9 shows part of the metal stamp 41.

Volgens de metalen stempels 40 en 41 zoals hier-15 boven beschreven zijn er de volgende opmerkelijke effecten: (i) het deel van de metalen stempel 41 dat het horizontale deel 21a-3 vormt behoeft niet buitengewoon nauwkeurig gemaakt te worden en daarom kan de metalen stempel 41 gemakkelijk worden vervaardigd.According to the metal stamps 40 and 41 as described above-15, there are the following notable effects: (i) the part of the metal stamp 41 that forms the horizontal part 21a-3 need not be made extremely accurate and therefore the metals punch 41 can be easily manufactured.

20 (ii) vergeleken met het geval waarbij het schei dingsvlak van de stempels buitengewoon dicht gelegen is bij de wand 30 heeft de metalen stempel 41 een dikte t getoond in figuur 9 aan een punt ervan. Deze dikte t is voldoende groot zodat de metalen stempel 41 voldoende sterk is aan de punt daarvan. Dus 25 zelfs na een herhaald gebruik van de metalen stempel 41 om de bedoelde delen te vormen zal de punt van de metalen stempel 41 niet breken.(Ii) compared to the case where the interface of the stamps is extremely close to the wall 30, the metal stamp 41 has a thickness t shown in Figure 9 at one point thereof. This thickness t is sufficiently large that the metal punch 41 is sufficiently strong at the tip thereof. Thus, even after repeated use of the metal stamp 41 to form the intended parts, the tip of the metal stamp 41 will not break.

Figuur 10 toont een andere uitvoering van een bandcassette volgens de uitvinding. In figuur 10 wordt het voordeel 30 van de bandcassette getoond met de boven- en benedenhelft 50 en 52 gescheiden.Figure 10 shows another embodiment of a tape cassette according to the invention. In Figure 10, the advantage of the tape cassette is shown with the top and bottom halves 50 and 52 separated.

De bovenhelft 50 bevat een zijwand 51 aan de voorzijde daarvan. De hoogte van dit zijwanddeel 51 is dezelfde als de hoogte van het cassettehuis. Een platte indrukking 51b 35 met een S-vormige zijwand 51a is gevormd in het zijwanddeel 51.The top half 50 includes a side wall 51 at the front thereof. The height of this side wall part 51 is the same as the height of the cassette housing. A flat depression 51b 35 with an S-shaped side wall 51a is formed in the side wall portion 51.

n hO9 2 * t Ai* . m tm t ft· - 15 -n hO9 2 * t Ai *. m tm t ft · - 15 -

Anderzijds bevatten de benedenhelft 52 een vertikaal wanddeel 53. Dit vertikale wanddeel 53 heeft een S-vormige zijwand 53a aan de voorzijde daarvan en een horizontaal oppervlaktedeel 53b.On the other hand, the lower half 52 contains a vertical wall part 53. This vertical wall part 53 has an S-shaped side wall 53a at the front thereof and a horizontal surface part 53b.

De boven en benedenhelften 50 en 52 worden ver-5 bonden door het vertikale wanddeel 53 te passen in de platte in- drukking 51b van het zijwanddeel 51 zoals aangegeven met een kettinglijn met twee punten in figuur 10. In deze verbonden toestand liggen de S-vormige zijwanden 51a en 53a tegenover elkaar en vormen een nokgroef 54 welke overeenkomt met de nokgroef 21a 10 zoals hiervoor beschreven. Deze nokgroef 54 is zonder verbindings stuk met betrekking tot de hoogte van het cassettehuis en is vloeiend en continu. Aanvullend bepalen het boveneinde van de S-vormige zijwand 51a en het horizontale oppervlaktedeel 53b van het vertikale wanddeel 53 een opening 55 die overeenkomt met de 15 bovenopening 21a-l zoals hiervoor beschreven.The top and bottom halves 50 and 52 are joined by fitting the vertical wall portion 53 into the flat depression 51b of the side wall portion 51 as indicated by a two-point chainline in Figure 10. In this connected state, the S- shaped sidewalls 51a and 53a opposite each other and form a cam groove 54 corresponding to the cam groove 21a 10 as described above. This cam groove 54 is without connecting piece with respect to the height of the cassette housing and is smooth and continuous. Additionally, the top end of the S-shaped side wall 51a and the horizontal surface portion 53b of the vertical wall portion 53 define an opening 55 corresponding to the top opening 21a-1 as previously described.

Het nokvolguitsteeksel 24e wordt eerst passend aangebracht in de opening 55 die gevormd is als de boven en benedenhelften 50 en 52 verbonden zijn en wordt verder passend aangebracht in de nokgroef 55 die ook gevormd is vanneer de boven 20 en benedenhelften 50 en 52 verbonden zijn.The cam follower protrusion 24e is first fitted into the opening 55 which is formed when the top and bottom halves 50 and 52 are joined and is further fitted into the cam groove 55 which is also formed when the top 20 and bottom halves 50 and 52 are joined.

Volgens deze tweede uitvoering van de bandcas-sette volgens de uitvinding is de beweging van het nokvolguitsteeksel 24e langs de nokgroef 55 vloeiend. Bovendien kan, zoals in de eerste hiervoor beschreven uitvoering de openings- en 25 siuitingsbewerkingen van het bandbeschermingsorgaan stabiel uit gevoerd worden. Verder wordt de volle breedte van de band 22 geleid door een bandgeleidingsdeel 51c dat gevormd is aan de voorzijde van het zijwanddeel 51 zonder gekrast en beschadigd te worden zoals in het geval van de hiervoor beschreven eerste uit-30 voering.According to this second embodiment of the tape cassette according to the invention, the movement of the cam follower protrusion 24e along the cam groove 55 is smooth. Moreover, as in the first embodiment described above, the opening and closing operations of the tape protector can be performed stably. Furthermore, the full width of the belt 22 is guided by a belt guide part 51c formed on the front of the side wall part 51 without being scratched and damaged as in the case of the first embodiment described above.

Aanvullend zijn, omdat het zijwanddeel 51 en het vertikale wanddeel 53 geen gebogen groeven daarin gevormd hebben speciale schuivende metalen stempels niet nodig om deze delen te vormen. Gewone metalen stempels kunnen gebruikt worden 35 om het zijwanddeel 51 te vormen en het vertikale wanddeel 53 wat 830:222 % · - 16 - deze tweede uitvoering voordelig maakt vanuit hét gezichtspunt voor het vormen van deze delen.Additionally, because the side wall portion 51 and the vertical wall portion 53 have no curved grooves formed therein, special sliding metal punches are not required to form these parts. Ordinary metal stamps can be used to form the side wall portion 51 and the vertical wall portion 53 which makes this second embodiment advantageous from the viewpoint of forming these parts.

Verder is de uitvinding niet beperkt tot deze uitvoeringen maar verschillende variaties en modificaties kun-5 nen aangebracht worden zonder dat de uitvindingsgedachte prijs gegeven wordt.Furthermore, the invention is not limited to these embodiments, but various variations and modifications can be made without abandoning the inventive idea.

83042228304222

Claims (9)

1. Bandcassette die bestaat uit een cassettehuis met een bovenhelft en een benedenhelft welke tezamen verbonden zijn, een band die in het cassettehuis past, een openings-5 en sluitingselement gelegen aan de voorzijde van het cassette huis waarbij het element de band bedekt in een vooruit bepaalde handweg langs de voorzijde van het cassettehuis wanneer het element gesloten is, waarbij het element een buitenelement heeft voor het bedekken van een vooroppervlak van de band in de vooruit 10 bepaalde handweg en een binnenelement voor het bedekken van een achteroppervlak van de band in de vooruit bepaalde handweg, een paar gekromde geleidingsgroeven die gevormd zijn in zijwanden van het cassettehuis voor het geleiden van een paar uitsteeksels van het binnenelement, waarbij de gekromde geleidingsgroeven de 15 beweging geleiden van het binnenelement wanneer het openings- en sluitingselement.opent en sluit en een paar bandgeleidingsdelen die gevormd zijn op einddelen van de zijwanden van het cassettehuis aan de voorzijde van het cassettehuis, voor het geleiden van de band in de vooruit bepaalde handweg wanneer de band-20 cassette niet in gebruik is, met het kenmerk, dat de gekromde geleidingsgroeven (20a, 21a, 54) en de bandgeleidingsdelen (20b, 21b, 51c) respectievelijk een constructie zonder verbindingsstuk hebben met betrekking tot de hoogte van het cassettehuis (11).1. Tape cassette consisting of a cassette housing with an upper half and a lower half connected together, a tape that fits into the cassette housing, an opening 5 and closure element located on the front of the cassette housing with the element covering the tape in a forward certain hand path along the front of the cassette housing when the element is closed, the element having an outer element for covering a front surface of the tape in the forward hand path and an inner element for covering a rear surface of the tape in the forward certain hand path, a pair of curved guide grooves formed in sidewalls of the cassette housing for guiding a pair of protrusions of the inner member, the curved guide grooves guiding the movement of the inner member when the opening and closing member opens and closes, and a pair of tape guide parts formed on end parts of the side walls of the cassette housing at the front of the cassette housing, for guiding the tape in the predetermined hand path when the tape-20 cassette is not in use, characterized in that the curved guide grooves (20a, 21a, 54) and the tape guide parts (20b , 21b, 51c), respectively, have a connectionless construction with respect to the height of the cassette housing (11). 2. Bandcassette volgens conclusie 1, 25 met het kenmerk, dat de benedenhelft (14) van het cassettehuis een paar wederzijds tegenover elkaar gelegen zijwanddelen (20, 21. heeft aan de rechter en linker zijden daarvan aan de voorzijde van het cassettehuis, waarbij de zijwanddelen respectievelijk een hoogte hebben die bij benadering gelijk is aan de hoogte 30 van het cassettehuis en waarbij de gekromde geleidingsgroeven (20a, 21a) gevormd zijn in wederzijds tegenover elkaar gelegen oppervlakken van de zijwanddelen en zich uitstrekken voor praktisch de gehele hoogte van de zijwanddelen.Tape cassette according to claim 1, 25, characterized in that the lower half (14) of the cassette housing has a pair of mutually opposite side wall parts (20, 21) on the right and left sides thereof at the front of the cassette housing. sidewall members have respectively a height approximately equal to the height of the cassette housing and wherein the curved guide grooves (20a, 21a) are formed in mutually opposite surfaces of the sidewall members and extend for substantially the entire height of the sidewall members. 3. Bandcassette volgens conclusie 2, 35 met het kenmerk, dat het paar zijwanddelen respectievelijk de 8 3 0 : 2 2 2 - 18 -«ü bandgeleidingsdelen (20b, 21b) gevormd hebben aan einddelen daarvan aan de voorzijde van het cassettehuis om de band te geleiden in de vooruit bepaalde handweg wanneer de bandcassette niet in gebruik is.Tape cassette according to claim 2, 35, characterized in that the pair of side wall parts have the tape guiding parts (20b, 21b) respectively formed on end parts thereof at the front of the cassette housing around the tape. guide in the predetermined hand path when the tape cassette is not in use. 4. Bandcassette volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de bovenhelft (50) van het cassettehuis een paar zijwanddelen (51) heeft aan de rechter en linker zijden daarvan aan de voorzijde van de cassette, waarbij het paar zijwanddelen respectievelijk een hoogte hebben welke bij benadering 10 gelijk is aan de hoogte van het cassettehuis, ieder van de zij wanddelen een eerste gebogen zijwand (51a) hebben welke één wand bepaalt van de gekromde geleidingsgroeven (54), de benedenhelft (52) van het cassettehuis een paar vertikale wanddelen (53) heeft aan de rechter en linker zijden daarvan aan de voor-15 zijde van het cassettehuis, ieder van de vertikale wanddelen een tweede gebogen zijwand (53a) heeft welke de andere wand bepaalt van de kromme geleidingsgroeven en de gekromde geleidingsgroeven samenwerkend gevormd worden door de eerste en tweede gebogen zijwanden wanneer de boven en benedenhelften verbonden worden om 20 tegenover elkaar te liggen.Tape cassette according to claim 1, characterized in that the top half (50) of the cassette housing has a pair of side wall sections (51) on the right and left sides thereof at the front of the cassette, the pair of side wall sections having a height respectively approximately 10 is equal to the height of the cassette housing, each of the side wall parts has a first curved side wall (51a) defining one wall of the curved guide grooves (54), the lower half (52) of the cassette housing a pair of vertical wall parts ( 53) has on the right and left sides thereof on the front side of the cassette housing, each of the vertical wall parts has a second curved side wall (53a) defining the other wall of the curved guide grooves and the curved guide grooves being co-formed by the first and second curved sidewalls when the top and bottom halves are joined to face each other. 5. Bandcassette volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het paar zijwanddelen respectievelijk bandgeleidingsdelen (51c) hébben gevormd aan de einddelen daarvan aan de voorzijde van het cassettehuis om de band in de vooruit 25 bepaalde bandweg te geleiden wanneer de bandcassette niet in gebruik is.Tape cassette according to claim 4, characterized in that the pair of side wall parts and tape guide parts (51c) have formed on the end parts thereof on the front of the cassette housing to guide the tape in the predetermined tape path when the tape cassette is not in use . 6. Bandcassette volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat ieder van de gekromde geleidingsgroeven (20a, 21a, 52) een brede bovenopening (21a - 1, 55) heeft aan boven-30 eindaidaarvan en de uitsteeksels (24e) van het binnenelement in de gekromde geleidingsgroeven treedt door de brede bovenopeningen wanneer de boven en benedenhelften van het cassettehuis verbonden worden.Tape cassette according to claim 1, characterized in that each of the curved guide grooves (20a, 21a, 52) has a wide top opening (21a - 1, 55) at its top end and the projections (24e) of the inner element in the curved guide grooves pass through the wide top openings when the top and bottom halves of the cassette housing are joined. 7. Bandcassette volgens conclusie 6, 35 met het kenmerk, dat de brede bovenopeningen (21a-l) bepaald §304222 t Η - 19 - worden door boven en benedenwanden van de gekromde geleidings-groeven (20a, 21a) en de bovenwanden van de gekromde geleidings-groeven respectievelijk een recht vertikaal deel (21a-2) hebben aan boveneinden daarvan ..Tape cassette according to claim 6, 35, characterized in that the wide top openings (21a-1) are defined by §304222 t Η - 19 - through the top and bottom walls of the curved guide grooves (20a, 21a) and the top walls of the have curved guide grooves or a straight vertical part (21a-2) at their top ends. 8. Bandcassette volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat brede bovenopeningen (21a-l, 55) bepaald worden door boven en benedenwanden (51a, 53a) van de gekromde geleidingsgroeven (20a, 21a, 54) en de benedenwanden (53a) van de gekromde geleidingsgroeven (20a, 21a, 54) respectievelijk een 10 horizontaal deel (21a-3, 53b) hébben aan boveneinden daarvan.Tape cassette according to claim 6, characterized in that wide top openings (21a-1, 55) are defined by top and bottom walls (51a, 53a) of the curved guide grooves (20a, 21a, 54) and the bottom walls (53a) of the curved guide grooves (20a, 21a, 54) respectively have a horizontal portion (21a-3, 53b) at their upper ends. 9. Bandcassette volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de brede bovenopeningen (21a-l) bepaald worden door boven en benedenwanden van de gekromde geleidingsgroeven (20a, 21a), waarbij de bovenwanden van de gekromde ge-15 leidingsgroeven respectievelijk een recht vertikaal deel (21a-2) hebben aan boveneinden daarvan en de benedenwanden van de gekromde geleidingsgroeven respectievelijk een horizontaal deel (21a-3) hebben aan boveneinden daarvan. :¾ 7 Λ ' 0 0 0 «' *> V ,J? £ ~ iTape cassette according to claim 6, characterized in that the wide top openings (21a-1) are defined by the top and bottom walls of the curved guide grooves (20a, 21a), the top walls of the curved guide grooves respectively a straight vertical part (21a-2) at their top ends and the bottom walls of the curved guide grooves have a horizontal part (21a-3) at their top ends, respectively. : ¾ 7 Λ '0 0 0 «' *> V, J? £ ~ i
NL8304222A 1982-12-10 1983-12-07 TAPE CASSETTE WITH A TAPE PROTECTION BODY. NL8304222A (en)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP21653682 1982-12-10
JP57216536A JPS59107471A (en) 1982-12-10 1982-12-10 Tape cassette
JP1982188350U JPS5992483U (en) 1982-12-13 1982-12-13 tape cassette
JP18835082 1982-12-13

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8304222A true NL8304222A (en) 1984-07-02

Family

ID=26504868

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8304222A NL8304222A (en) 1982-12-10 1983-12-07 TAPE CASSETTE WITH A TAPE PROTECTION BODY.

Country Status (7)

Country Link
AU (1) AU557976B2 (en)
BR (1) BR8306778A (en)
DE (1) DE3344414A1 (en)
FR (1) FR2537763B1 (en)
GB (1) GB2133773B (en)
HK (1) HK6592A (en)
NL (1) NL8304222A (en)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1285738A3 (en) * 1998-06-12 2003-10-08 Fuji Photo Film Co., Ltd. Injection mold

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS528409Y2 (en) * 1972-07-25 1977-02-22
JPS6319973Y2 (en) * 1978-11-24 1988-06-03
JPS593422Y2 (en) * 1979-09-09 1984-01-30 ティーディーケイ株式会社 magnetic tape cassette
NL8006390A (en) * 1979-12-04 1981-07-01 Tdk Electronics Co Ltd CASSETTE FOR MAGNETIC TAPE.
EP0052479A3 (en) * 1980-11-17 1983-01-19 Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. Tape cassette
JPS57210489A (en) * 1981-06-22 1982-12-24 Sony Corp Tape cassette
JPS5862877A (en) * 1981-10-07 1983-04-14 Sony Corp Tape cassette
JPS58128069A (en) * 1982-01-25 1983-07-30 Sony Corp Tape cassette
DE3360970D1 (en) * 1982-05-12 1985-11-14 Hitachi Maxell Recording tape cartridge
US4608616A (en) * 1982-12-08 1986-08-26 Victor Company Of Japan, Ltd. Tape cassette having a lock mechanism for locking a tape protecting lid

Also Published As

Publication number Publication date
HK6592A (en) 1992-01-31
BR8306778A (en) 1984-07-17
DE3344414C2 (en) 1988-06-23
AU2184983A (en) 1984-06-14
DE3344414A1 (en) 1984-06-14
FR2537763B1 (en) 1994-03-18
GB2133773B (en) 1986-12-03
GB2133773A (en) 1984-08-01
FR2537763A1 (en) 1984-06-15
GB8332109D0 (en) 1984-01-11
AU557976B2 (en) 1987-01-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL194177C (en) Tape cassette, equipped with a front, a back and a top cover.
FI73332B (en) BANDKASSETT.
US4323207A (en) Latch assembly for a video tape cassette
US6009602A (en) Separable bottom end stop and a slider having a locking mechanism of a slide fastener
NL8500604A (en) MAGNETIC TAPE CASSETTE WITH TAPE PROTECTION COVER AND LOCKING MECHANISM.
US5596464A (en) Locking assembly for a lid member of a tape cassette
NL8304222A (en) TAPE CASSETTE WITH A TAPE PROTECTION BODY.
US4607308A (en) Magnetic tape cassette with dual guard panel structure
US5168411A (en) Tape cassette and recording and/or reproducing apparatus therefor having cooperative elements for opening cassette lid
NL8102877A (en) MAGNETIC TAPE CASSETTE.
EP0807932B1 (en) Tape cartridge
JP3710405B2 (en) Recording tape cartridge
EP0450976B1 (en) Tape cassette
NL8800399A (en) Miniature magnetic tape cassette - has toothed lower face of take up reel permitting use as standard cassette using adaptor
US5666343A (en) Disk player having a shutter opening structure in which a shutter of the disk cartridge is opened without a cartridge holder
EP0657886B1 (en) Magnetic tape cartridge having triple lid assembly
US5689393A (en) Magnetic disk cartridge having an opening for a magnetic head on a side thereof
EP0558323B1 (en) Tape cassettes
US5451007A (en) Tape cartridge reel lock mechanism
JPH064476Y2 (en) Tape cassette
JPH0447818Y2 (en)
EP0920009B1 (en) Magnetic disk cartridge
JPH0413799Y2 (en)
NL194313C (en) Loading device for loading a magnetic tape cassette in a recording and reproducing device.
JP2000311466A (en) Tape cassette and metal mold for molding tape cassette

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BN A decision not to publish the application has become irrevocable