NL8303766A - Sorteerinrichting. - Google Patents

Description

Λ 4 ~4 ’ % -1 -1-

Sorteer inrichting

De uitvinding betreft een inrichting voor het sorteren van korrelige hoeveelheden vermengd met klei, leem en andere bestanddelen zoals hout, eventueel kolen of mengvormen hiervan zoals bruinr-kolen, dit door middel van handelingen ’waarbij deze naar boven stro-5 men en ctnlaag zakken. De uitvinding cmvat voorts mengsels van bestanddelen zoals gips en puimsteen, voorts tufstenen en mengvormen van voorgenoemde bestanddelen in de overgangsstadia. Ook de tot nu toe niet mogelijke selectie van puin van oude huizen voor een selectief terugwinnen van hoogwaardige mineralen op het gebied van 10 gekleurde stenen en edelstenen is mogelijk.

Het is reeds bekend mineralen van een verschillend soortelijk gewicht en grootte, de konglaneraten hiervan alsook lichtere of zwaardere vreemde bestanddelen zoals hout en kolen, terug te winnen door sortering tijdens het naar boven stromen en zakken hier-15 van. Deze toestellen zijn in de vakkringen bekend onder de begrippen zwaardwasinrichtingen en qpstrocm- klasseerinrichtingen. Met deze toestellen kunnen zeer nauwkeurig groepen van grootte gewonnen worden, waarbij het instellen van de aanvoer- en afvoerstrcmen eerder een kunst dan een wetenschap is. Bij de stand van de techniek 20 ontbreekt een universeel toes tel, dat het mogelijk maakt stoffen van verschillende aard te scheiden, waarbij zo mogelijk ook stoffen zoals leen en klei, die verregaand met de vloeibare fase in oplossing gaan, afgescheiden moeten worden, cmdat deze stoffen, bijvoorbeeld bij de belangrijke bereiding van toeslagstoffen voor het maken 25 van beton, in overeenstemming met de overheidsvoorschriften prac-tisch vrij moeten zijn van deze schadelijke bestanddelen.

Onder het sorteren wordt bij deze aanvrage verstaan de combinatie van de classificeerhandelingen naar grootte, het sorteren volgens het gewicht en tenslotte het afscheiden van de in de vloei-30 bare fase cpgeloste bestanddelen.

Cmdat in de regel bij deze ingewikkelde bereiding de stoffen 8303766 , * i -2- in grote hoeveelheden aanwezig zijn, moet behalve voor een kwalitatieve scheiding ook een oplossing gevonden worden voer de kwanti-tative opbrengst. Dit betékent de noodzaak van een grote opbrengst in een zo klein mogelijke ruimte. Voor de oplossing van dit doel 5 gaat de uitvinding uit van een inrichting voor het sorteren van korrelige hoeveelheden, die gemengd zijn met vreemde bestandelen van voorgenoemde aard, waarbij gébruik gemaakt wordt van het naar boven stromen en zakken hiervan. Hieruit ontstaat de noodzaak in zo kort irogelijke tijd en zo zuiver mogelijk een afscheiding te 10 verkrijgen van het zodanig gemengd materiaal.

Om aan dit doel te beantwoorden gaat de onderhavige uitvinding uit van een in doorsnede langwerpige cilindrische houder, die in de zone, welke vrij is van een roer inrichting, een platte af-gifteschotel met een vloeistofaanvoer bezit en een afvoer goot voor 15 de vreemde bestanddelen zoals meegevoerd zand, hout, kolen, dicht onder de waterspiegel, toevoerleidingen voor de toestromende vloeistof in het middelste houdergedeelte, en in de onderste ruimte vrij van een roerinrichting een bezinkhouder met een afvoerventiel heeft.

De verdelerschotel zorgt voor een gelijkmatige toevoer aan 20 de binnenamtrék van de houderruimte. De waterspiegel heeft een bijzondere taak, omdat reeds kort onder de waterspiegel de eerste afvoer voor de drijvende, naar boven drijvende en gescheiden bestanddelen is aangebracht. De hoogte van deze waterspiegel wordt gecontroleerd door sensoren, die op hun beurt door het aftasten van de 25 spiegel van de vaste stoffen de uitgang aan het onderste gedeelte van de houder sturen.

In het onderste derde gedeelte van de houder is een tweede waterafvoer aangébracht, waarvan het naar boven stromen tesamen met de roerinrichting ervoor zorgt dat de in een bewust voorafgekozen 30 mengverhouding als licht bevonden stoffen zodanig naar boven drijven, dat zij konen ter plaatse van de waterspiegel en via een af-voergoot worden afgevoerd.

Een belangrijk kenmerk van de uitvinding is hierin gelegen dat de rotatiesnelheid van het vloeibaar medium groter is dan de 8303786 % -3- # * qpdrijfsnelheid hiervan. Dit kenmerk zorgt voor het wezen van het kwalitatieve en kwantitatieve produktievermogen in de houderruimte.

Een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de hand van de beschrijving en bijgevoegde 5 tekeningen, waarbij:

Figuur 1 een doorsnede is over de inrichting voorzien van een aan-en af voer;

Figuur 2 de doorsnede I-I in figuur 1 weergeeft;

Figuur 3 een vertikale doorsnede is over het bovenste gedeelte van 10 de houder en

Figuur 4 een bovenaanzicht is van de houder.

De houder 10 krijgt het te bewerken materiaal toegevoerd via de sorteeraanvoer 13, die qp zijn beurt een vloeistof aanvoer aan de onderzijde van de aanvoer 13 bezit. Van de aanvoer komt het aange-15 voerd materiaal terecht op de verdelerschotel 40 cm vandaar door middel van het afstrijkorgaan 41 terecht te kernen op de vloeistof-spiegel. In de bovenste zone van het mengsel bestaande uit vaste stoffen en vloeistof vindt reeds een zeer belangrijke bewerkings-handeling op. In de middelste zone van de houder 10, dus ter plaat-20 se van de roer inrichting, warden klei en leenachtige bestanddelen gescheiden en worden door de werkwijze in deze zone, die gecontroleerd wordt door de sensoren 30, naar boven stranend gébracht in de zone van de vloeistof spiegel. Vandaar worden deze via de afvoer-goot 15 naar buiten gevoerd. Van belang is hierbij dat bestandde-25 len, die tot nu toe als bezinkmateriaal gelden, zoals bruinkolen en steenkolen, door de opstijgende roterende stroon van de vaste stoffen en de vloeistof worden meegenomen en gevoerd naar de goot 15.

Van belang voor dit onderhavige effect is de ten opzichte van 30 de qpdrijfsnelheid hoger rotatiesnelheid van het mengsel. In de overgang naar de onderste ruimte 18 vrij van de roerinrichting bezit de daar boven aangébrachte roerinrichting roterende schoepen.

Deze zorgen voor een wrijvingsloze overgang van het roterend gedeelte van het mengsel van de vaste stoffen en de vloeistof naar de 35 onderste holle ruimte. Onder dit begrip wordt nu in deze aanvrage 8303766 \ -4- het mengsel van de vaste stoffen en de vloeistof verstaan, dat zich als een zware vloeistof voordoet, echter nog voor het toebereiden aanzienlijk beïnvloed kan worden. Deze beïnvloeding begint in het onderste gedeelte van de houder door het toestromen van een 5 andere vloeistof in de bezinkhouder met zijn ruimte 18, vrij van de roerinrichting. Deze zware vloeistof heeft tot doel een soort hydraulische blokkering voor de daarboven gelegen houderruimte te vormen. Omdat reeds zeer kleine bestanddelen van leem en klei zeer grote kwaliteitsverliezen met zich mee brengen, moet met grote zorg-10 vuldigheid erop gelet geworden dat deze bestanddelen in de afvoer van het toebereid eindprodukt, ook niet meer in kleine hoeveelheden optreden. Hiertoe wordt de aanvoer van het water in het onderste gedeelte van de houder zodanig ingesteld, dat het naar boven stromend water een blokkering vormt voor de vloeistofhoeveelheid, 15 die zich in het roterend gedeelte van de houder verzamelt.

Overigens wordt door een andere maatregel overeenkomstig de uitvinding, namelijk door de trillende beïnvloeding van de afgevoerde hoeveelheden, bijvoorbeeld met behulp van een trilinrichting 21 voorzien van een onbalans, die via een koepelvormige geleiding 20 20 direkt inwerkt op de naar buiten te brengen hoeveelheden, een grotere verpakkingsdichtheid verkregen, die overeenkomstig de uitvinding zodanig kan worden gestuurd, dat slechts nog het ideale minimum aan vloeistof, bijna de theoretisch verkrijgbare hoeveelheid, aanwezig is. Dit betekent voor het toebereid eindprodukt in 25 economisch opzicht ideale transportomstandigheden.

In de praktijk is practisch gebleken dat de in het inwendige van de houder naar boven drijven delen bij voorkeur bij het afvoeren in de goot onderworpen worden aan een bijzondere behandeling on het af te voeren naar boven drijvend materiaal, dat zeer verschillende 30 korrelgrootten kan bezitten, met zekerheid over de afloopkant te kunnen transporteren.

Hiertoe worden in de binnenste twee derde gedeelten van de vaste stof- vloeistofspiegel nabij het bovenvlak verzamelmondstukken 51 opgesteld en is in het buitenste derde gedeèlte een ten op-

8 3 <5 3 7 6 S

-5- * zichte van de binnenste vaste stof- vloeistofspiegel afgegrensd kanaal 53 met daarbuiten schuin oplopende oploopvlakken 55 aangebracht, waarbij in de uitmonding hiervan één of meer versnellings-mondstükken 52 zich bevinden.

5 Volgens een bijzonder kermerk van de uitvinding zijn de helling en de hoogte van de oploopvlakken verstelbaar en is op de plaats van de kanalen een overloop keerring 58 opgesteld, die in doorsnede door middel van een scherm regelbaar is.

Het qp de vloeistofspiegel 60 gevoerd te sorteren materiaal 10 kant terecht in het straalbereik van vier verzaïrelmandstukken 51, die het sorteermateriaal drijven in het buitenste derde gedeelte van de vaste stof- vloeistofspiegel. In dit buitenste derde gedeelte staan de vier cplocpkanalen 53 opgesteld, in welke uitmonding, versnellingsmondstukken 52 zich ongeveer centrisch met een richting 15 van de straal raar het inwendige van de oploopvlakken bevinden. Cp deze manier wordt het drijvend materiaal ongeacht de korrelgrootte en de massa hiervan gedrukt in het als een platte goot uitgevoerd oploopvlak. De straalwerking van de versnellingsmondstukken 52 is zodanig gedimensioneerd, dat het zich op deze plaats verzamelend 20 drijvend sorteermateriaal gedreven wordt in de nauwte van het kanaal, waarin zich de overloop keerring 58 bevindt, die in doorsnede geregeld kan worden door een schuif orgaan 57. De stralingsenergie door de versnellingsmondstukken 52 moet zo gekozen worden dat zowel fijn alsook grof drijvend materiaal via de overloop ge-25 transporteerd wordt naar de buitenste afvoergoot 70.

In de praktijk is gebleken dat met zekerheid alle delen van het sorteermateriaal aangegrepen worden, die niet thuis horen in het bezirikmateriaal. Ook de delen, die in bezinkvermogen labiel zijn, worden door de oppervlakte stralingsenergie 52 gedreven in 30 het kanaal 53. Aldus ontstaan scherp van elkaar gescheiden sorteer-klassen in de overloopgoot 70 en in de af voer van de hele inrichting.

8303768

Claims (10)

1. Sorteerinrichting voor korrelige hoeveelheden gemengd met klei, leem en vreemde bestanddelen zoals hout en kolen van verschillende samenstelling door middel van het naar boven stromen en zakken in een houder voorzien van meerdere op verschillende hoogten 5 aangebrachte roer inrichtingen, met het kenmerk, dat de in doorsnede langwerpige cilindrische houder (10) een platte afgifteschotel (12) met een vloeistofaanvoer (13) in de zone (14), vrij van de roerinrichting, bezit, voorts een afvoergoot (15) voor de vreemde bestanddelen zoals meegenomen zand, hout, kolen, dicht onder de 10 waterspiegel, verder toevoerleidlngen (16) voor de vloeistof toevoer in het middelste houdergedeelte, en een bezinkhouder (17) in de onderste ruimte (18) vrij van de roerinrichting voorzien van een afvoerkraan (19).

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 15 bezinkhouder (17) een cilindrisch centrisch in de houder aangebracht ingebouwd gedeelte (20) bezit, dat aan de bovenzijde onder een hoek zodanig is af gevlakt, dat de helling van de hoek wijst in de richting van de afvoerkraan (19).

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, 20 dat in of op het onderste gedeelte van de bezinkhouder (17) een trillingsopwekinrichting (21) staat opgesteld.

4. Inrichting volgens conclusie 1 tot 3, met het kenmerk, dat dicht boven de verdeelschotel (40) geleidingsribben (41) staan opgesteld.

5. Werkwijze voor het sorteren onder toepassing van de in richting volgens de conclusies 1 tot 4, met het kenmerk, dat door middel van een in een cilindrische recht opstaande houder cirkelvormig bewogen vloeistof het niet volstrekt drijvend sorteermate-riaal onder de invloed van de aahkcmende en naar boven stromende 30 vloeistof gevoerd wordt naar een bovenste afvoer en dat het bezirik-materiaal in de bezinkhouder (17) zich verzamelt, waarbij de rota-tiesnelheid van de vloeistof groter is dan de opdrijf snelheid hier- _______________ 8 3 0 3 7 S 6 -7- van.

6. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat tastersensoren (30) opgesteld met een hoogteverschil in de bovenste zone van de waterspiegel het peil van de vaste stoffen registreren 5 en naar mate het dalen en opstijgen een schuiforgaan (22) van de afvoerkraan (19) zodanig openen of sluiten, dat de bepaalde stand van het peil wordt aangehouden.

7. Sctrteerinrichting voor korrelige hoeveelheden volgens de conclusies 1 tot 6, met het kenmerk, dat in de binnenste twee derde 10 gedeelten van de vaste stof- vloeistofspiegel (60) nabij het bovenvlak verzamelmondstukken (51) staan opgesteld, en dat in het buitenste derde gedeelte ten opzichte van de binnenste vaste stof-vloeistofspiegel gescheiden kanalen (53) met naar buiten schuin oplopende oploopvlakken (55) zijn aangebracht, in welke uitmonding 15 (56) zich één of meer versnellingsmondstukken (52) bevinden.

8. Inrichting volgens conclusie 1 tot 7, met het kenmerk, dat de helling en de hoogte van de oploopvlakken (55) verstelbaar zijn.

9. Inrichting volgens de conclusies 1 tot 8, met het kenmerk, 20 dat op de plaats van de kanalen een overloopkeerring (58) staat opgesteld.

10. Inrichting volgens één der conclusies 1 tot 9 met het kenmerk, dat de doorsnede van de overloop (58) door middel van een scherm (57) regelbaar is. 8303755