NL8303633A - Inrichting voor het reinigen van de halshuid van geslachtgevogelte. - Google Patents

Description

- i * v

Inrichting voor het reinigen van de halshuid van geslachtgevogelte.

Het is reeds lang bekend op gevogelte-schoonmaak-plaatsen de inwendige organen (ingewanden), het zogenaamd darmenstel-sel ongeschikt voor irenselijk gébruik te verwijderen door deze naar buiten te trekken via een opening aangebracht door een snede in de 5 buik van het gevogelte na het doden hiervan.

In bepaalde gevallen is het voorgeschreven dat het slachten een doorsnijden van de luchtpijp en de slokdarm van het gevogelte moet veroorzaken en in de praktijk wordt dan gewoonlijk de kop volledig van het lichaam afgesneden. In andere gevallen is het 10 voldoende de halsader door te snijden en de kop kan dan verbonden blijven met het lichaam en de ingewanden van het gevogelte.

Ongeacht of het slachten op de ene of de andere wijze plaats vindt, blijven bij het verwijderen van het darmenstelsel delen van de luchtpijp en de slokdarm achter, die plaatselijk ver-15 bonden zijn met de halshuid van het gevogelte. Ofschoon het kan gebeuren dat deze delen van de inwendige organen worden meegenomen hetzij door het verwijderen van het darmenstelsel (in het eerste geval) of door het aftrekken van de kop (in het andere geval), is een extra handeling in de praktijk vereist hetzij voor het verwijderen van de 20 geneerde inwendige organen hetzij cm zich te vergewissen dat een dergelijk verwijderen heeft plaats gevonden.

De uitvinding betreft een inrichting voor het uitvoeren van de genoemde werkwijze en meer in het bijzonder een inrichting voor het schoonmaken van de halshuid van geslachtgevogelte nadat 25 de inwendige organen zijn verwijderd via een opening in de buik, waarbij de inrichting op bekende wijze een verplaatsbare en roteerbare doom anvat geschikt cm van achteren ingébracht te worden in de opening van het achterlijf en cm naar voren geduwd te worden en gedeeltelijk door de hals van het gevogelte cm de rest van de met de halshuid 30 verbonden inwendige organen vast te grijpen en te verwijderen, in het bijzonder de luchtpijp en de slokdarm met de krop.

£e Een inrichting van dit type is bijvoorbeeld békend uittesnseoctrooiaanvrage 144.293 volgens welke de doom diametraal ten 8303833 w - 2 - ; · f opzichte van de opening gevormd door het sleutelbeen van het beest staat opgesteld en aan zijn buitenzijde is voorzien van uitsteeksels en naar buiten open uitsparingen geschikt cm verbonden te worden met een vacuumbrcn. Het is de bedoeling dat de inwendige organen (de lucht-5 pijp, de slokdarm en de krop) vast gegrepen zullen worden door de uitsteeksels aan de buitenzijde van de doom tijdens de gecombineerde rotatie en axiale verplaatsing hiervan en dat deze gewikkeld worden op de doom, waardoor deze vrij kanen van de halshuid, en dat het opgewekt vacuum qp hetzelfde manent ervoor zorgt dat de inwendige orga-10 nen vasthechten aan deze uitsteeksels. De Deense octrooiaanvrage toont voorts een schoonmaakgereedschap waarin het voorste eind van de doom binnenkomt nadat het naar buiten is gekomen via de halsopening, waarbij het schoonmaakgereedschap klauwen omvat, die gedraaid kunnen worden naar de doom en samenwerken met tenminste enkele van de uitsparingen, 15 die als axiale groeven of kanalen zijn uitgevoerd, waardoor de inwendige organen bij een daarop volgende teruggaande verplaatsing van de doom naar zijn uitgangsstand worden vastgehouden.

Dit in gedachte beoogt de onderhavige uitvinding het verschaffen van een inrichting van hetzelfde basistype (zoals hier-20 boven in details beschreven), welke inrichting echter aanzienlijk vereenvoudigd is in vergelijking tot de eerder genoemde inrichting.

De inrichting overeenkomstig de uitvinding verschilt van de eerder beschreven inrichting hierin dat de doom aan het voorste eind hiervan is voorzien van op afstand van elkaar gelegen, in hoofd-25 zaak naar voren gerichte uitsteeksels cm de overblijvende inwendige organen vast te grijpen en deze via de halsopening te verwijderen.

Praktijkproeven hebben vastgesteld dat door het gébruik van de inrichting de overblijvende inwendige organen worden vastgegrepen en met zekerheid worden vastgehouden door de naar voren 30 gerichte uitsteeksels op het voorste eind van de doom zonder dat een vacuum in de doom vereist is cm de inwendige organen hieraan vast te hechten. Hierdoor wordt een aanzienlijke vereenvoudiging van de constructie van de inrichting verkregen alsook van de werking dit in vergelijking met de hierboven verduidelijkte bekende constructie, echter 35 een extra voordeel is hierin gelegen dat de doom gemakkelijk vrijkomt 8303633 . ί6 - tl - 3 - van de overblijvende inwendige organen nadat deze. via de halsopening meegenomen en verwijderd zijn van de halshuid. In bepaalde gevallen in het bijzonder wanneer de doom nagenoeg vertikaal naar beneden wijst, kunnen de inwendige organen direct van de doom afvallen wanneer 5 de teruggaande beweging begint, mogelijk door een achterwaartse rotatie, echter het vrijkomen kan onder bepaalde omstandigheden verzekerd worden door eenvoudige hulpmiddelen zoals bijvoorbeeld een straalwater of eenvasfcopgestelde of beweegbare borstel.

Verdere details van de inrichting overeenkomstig 10 de uitvinding blijken uit de hierna volgende beschrijving aan de hand van de tekening, waarbij: fig. 1 de doom van de inrichting in zijn geheel weergeeft; fig. 2 het voorste eind van de doom in de vorm van 15 een buis weergeeft en fig. 3 het gebruik van de doom toont wanneer de halshuid van een gedeelte van het geslachtgevogelte is schoongemaakt nadat deze is vrijgekomen van een qphangtransporteur.

Bij de weergegeven uitvoeringsvorm wordt de doom 20 1 gevormd door een buisgedeelte met een glad buitenoppervlak en een voorste eindrand, die door op gelijke afstand van elkaar gelegen groeven 2, fig. 2, is voorzien van axiaal uitstekende getande nekken 3, die de bovengenoemde uitsteeksels vormen. Bij de weergegeven uitvoering wordt verondersteld dat de doom met de hand wordt gebruikt 25 en voor dit doel is deze voorzien van een in dwarsrichting lopende handgreep 4 aan het achtereind hiervan, echter het zal duidelijk zijn dat de doom evenzo deel uit kan maken van een automatisch werkende inrichting, die aan de doom een verplaatsing in langsrichting kan geven, terwijl tegelijkertijd deze wordt rondgedraaid cm zijn langsas 30 zoals aangegeven is door de pijl in fig. 2.

Fig. 3 toont een gedeelte van het gevogelte 5, bijvoorbeeld een kip, die wordt vastgehouden tegen een stel ondersteunings-platen 6 en 7. De kop is verwijderd en de inwendige organen zijn op de gebruikelijke wijze uitgenomen via een naar bovengerichte opening in 8303633 - 4 - .1 de buik. De doom 1 wordt draaiend ingébracht via de genoemde opening in het gevogelte en naar voren verplaatst door het overblijvend gedeelte van de hals totdat het voorste eind van de doom met de nokken 3 de halsopening heeft verlaten op de plaats weergegeven in fig. 3.

5 De overblijvende inwendige organen (de luchtpijp, de slokdarm en de krop, etc.), die verbonden zijn met de halshuid van de kip worden vastgegrepen door de nokken 3, gevoerd door de halsopening en worden vrijgetrokken van de halshuid, terwijl in de weergegeven situatie, waarbij de doom gereed is voor of zijn teruggaande beweging heeft 10 aangevangen, eventueel roterend in een richting tegengesteld aan de kamen richting van de pijl in fig. 2, .de inwendige organen vrij v van het voorste eind van de doom 1, bijvoorbeeld meegéholpen door een vast opgestelde of roterende borstel, een straalwater of een ander hulpmiddel.

15 Om de samenwerking tussen de overblijvende in wendige organen en de nokken 3 te vergroten kunnen de voorranden 8 hiervan naar voren schuinlopen gerekend vanaf de voet van de nokken naar de top hiervan. Met hetzelfde doel kunnen de nokken 3 een weinig naar buiten schuinlopen ten opzichte van de axiale richting, zodat 20 de doorsnede van het eindgedeelte van de doom 1 in feite toeneemt in de richting van de eindwand.

8303633

Claims (4)

9* ------- - __ - 5 -

1. Inrichting voor het schoonmaken van de halshuid van geslachtgevogelte (5) nadat de darmen zijn verwijderd via een opening in de buik, omvattende een verplaatsbare en roteerbare doom (1) geschikt cm van achter ingébracht te worden in de opening van het 5 onderlichaam en geschikt cm naar voren gedrukt te worden door de hals van het gevogelte cm de overblijvende inwendige organen verbonden met de halshuid, in het bijzonder van de luchtpijp en de slokdarm, vast te grijpen en te verwijderen, met het kenmerk, dat de doom (1) aan het voorste eind hiervan is voorzien van op afstand van elkaar opge- 10 stelde, in hoofdzaak naar voren gerichte uitsteeksels (3) cm de over-blijvende inwendige organen vast te grijpen en deze via de halsopening te verwijderen.

2. Inrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de doom (1) een aan de buitenzijde gladde buis is waarvan het 15 voorste eindrandgedeelte is voorzien van in hoofdzaak axiaal uitstékende getande nekken (3) gescheiden door op afstand van elkaar gelegen groeven (2). .

3. Inrichting volgens conclusie 2 met het kenmerk, dat de voorranden (8) van de nekken (3) naar voren schuinlopen 20 gerékend vanaf de voet van de nokken naar de top hiervan.

4. Inrichting volgens conclusie 1, 2 of 3 met het kenmerk, dat het eindgedeelte van de doom (1) met de uitsteeksels (3) een doorsnede heeft, die in de richting van de eindrand toeneemt. 8303633