NL8303495A - Peristaltische pomp. - Google Patents

Description

ί «W---T

Peristaltische Pomp

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een peristaltische pomp en in het bijzonder op een peristaltische rollenpomp met een boogvormige steunbaan? welke bestaat uit een de steunbaan bepalend statordeel/ 5 een aandrijfbaar rotordeel voorzien van rollen welke verend in de armen van het rotordeel zijn opgenomen en tijdens de rotatiebeweging met het statordeel samenwerken bij het dichtdrukken van een langs de steunbaan liggende peristaltische slang.

10

Peristaltische rollenpompen zijn algemeen bekend en vinden grote toepassing in de medische en chemische industrie, als ook bij industriële en semi-industriële wasserijen, waar vloeibare produkten verpompt en/of 15 gedoseerd moeten worden.

t

Het is eveneens bekend om de rollen radiaal verend in de rotorarmen op te nemen, waardoor een betere aanpassing mogelijk is aan de dikte van de slang als ook 20 plaatselijke verschillen in deze dikte enigszins worden opgevangen.

Een nadeel van de conventionele rollenpompen wordt gevormd door de beperkte levensduur van de daarin 25 gebruikte peristaltische slang. In belangrijke mate wordt dit euvel veroorzaakt door een te grote slang-belasting bij het aanlooppunt in de steunbaan. In het aanlooppunt is het krachtenspel tussen de radiaal gerichte veerkracht van de rol en de tangentiaal 30 gerichte drukkracht op de slang erg ongunstig, zodat juist in dit punt vaak een zeer snelle slijtage plaatsvindt, De onderhavige uitvinding stelt zich nu ten doel een oplossing voor dit probleem te verschaffen welke toch een eenvoudige en goedkope constructie van de 35 rollenpomp mogelijk maakt.

© y 9303495 > C 7006 (R) - 2 - Λ,

De peristaltische rollenpomp volgens de onderhavige uitvinding wordt in het bijzonder gekenmerkt doordat in het drukpunt de veerrichting van de rollen een scherpe hoek maakt met de normaal aan de rotor omloop-5 baan, waarbij de richting van de hoek, gerekend vanaf de normaal, gelijk is aan de omlooprichting van de rotor.

De uitvinding kan op eenvoudige wijze worden uitgevoerd en is niet afhankelijk van een speciale vorm van de 10 steunbaan. Dit biedt het verdere voordeel dat het vrij lopende gedeelte van de rotorbaan zeer gering gehouden kan worden hetgeen de efficiëntie van de rollenpomp ten goede komt.

15 In het algemeen zal de hoek tussen de veerrichting van de rollen en de normaal van de omloopbaan in het drukpunt tussen de 10 en 50 graden liggen. Bij voorkeur ligt deze hoek tussen de 20 en 40 graden, terwijl een optimale werking verkregen wordt tussen de 20 en 25 20 graden. Het rollensysteem volgens de uitvinding kan zowel worden toegepast bij rotors met twee rollen, als ook bij rotors met een groter aantal rollen, zoals bijvoorbeeld drie of vier. De booglengte van de steunbaan bedraagt in het algemeen meer dan 180 graden, maar 25 is bij voorkeur meer dan 235 graden of zelfs 270 graden.

De uitvinding zal verder aan de hand van de tekening nader worden beschreven, waarin een voorkeursuitvoering 30 van een pomp volgens de onderhavige uitvinding wordt weergegeven.

Figuur 1 is een vooraanzicht onder weglating van de voorplaat en met de slang gedeeltelijk in \35 dwarsdoorsnede.

83 0 3 4 9 5 - 3 - G 7006 (R)

Figuur 2 is een bovenaanzicht van het rotor-rollen-systeem.

De weergegeven pomp omvat een rotordeel 1 met aandrijf-5 as 2, in de armen 3,4 voorzien van rollen 5,6. Het rotordeel is verzonken opgenomen in het pomphuis 7, dat functioneert als stator met steunbaan 8. De peristaltische slang 9 is geplaatst langs de steunbaan 8 en verlaat het pomphuis door openingen 10,11, waarin of 10 waarbij gewoonlijk middelen zullen zijn opgenomen waarmee de slang ten opzichte van het pomphuis vastgezet kan worden. De rotorarmen worden gevormd door een rotorlichaam 12 aan weerszijden uit lopend in evenwijdige platen 13-16.

15

In de platen zijn gleuven 17,18 opgenomen, waarvan de richting I-I, II-II een gehoekte stand heeft ten opzichte van de normaal III-III van de omloopbaan van de rotor in het drukpunt. Om redenen van duidelijkheid 20 is in dit voorbeeld de hoek tussen de richtingen I-I (II-II) en III-III ongeveer 40 graden. Bij voorkeur ligt deze hoek tussen 20 en 40 graden of zelfs 20 en 25 graden. Door de rollen zijn de assen 19,20 opgenomen welke door de gleuven 17,18 steken. In de uiteinden 25 hiervan zijn onder spanning staande veerstaven 21,22 opgenomen, welke de rollen langs de lijnen I-I en II-II onder veerspanning uitgedrukt houden. Pijl A geeft de rotatierichting aan bij deze uitvoeringsvorm. In plaats van het veermechanisme van deze voorkeurs-uitvoering 30 zijn een groot aantal variaties mogelijk zonder van het wezen van de uitvinding af te wijken.

Met de beschreven pomp is het mogelijk de pompwerking uit te oefenen over een booglengte van tenminste 180 35 graden, maar bij voorkeur worden grotere booglengten 83 0 3 4 9 5 C 7006 (R) - 4 - gebruikt zoals tenminste 235 graden of zelfs 270 graden. Bij de grotere booglengten wordt de slang gedurende een aanzienlijk gedeelte van de rotatie op twee plaatsen tegelijk samengedrukt waardoor een pomp 5 verschaft wordt waarbij de mogelijkheid van vermogens verlies door onvolkomen slangafsluiting tot een minimum beperkt wordt.

Ten gevolge van de veerrichting van de rollen wordt een 10 verbeterde krachtenwerking bij het aanlooppunt bewerkstelligd en de levensduur van de peristaltische slang in belangrijke mate verlengd.

<9 83 0 3 4 9 5

Claims (7)

1. Peristaltische rollenpomp met een boogvormige steunbaan, welke bestaat uit een de steunbaan bepalend statordeel, een aandrijfbaar rotordeel voorzien van rollen welke verend in de armen van het rotordeel zijn 5 opgenomen en tijdens de rotatiebeweging met het statordeel samenwerken bij het dichtdrukken van een langs de steunbaan liggende peristaltische slang met het kenmerk dat in het drukpunt de veerrichting van de rollen een scherpe hoek maakt met de normaal aan de rotor omloop-10 baan, waarbij de richting van de hoek, gerekend vanaf de normaal, gelijk is aan de omlooprichting van de rotor.

2. Pomp volgens conclusie 1 met het kenmerk dat de 15 hoek tussen de veerrichting van de rollen en de normaal tussen 10 en 50 graden ligt.

3. Pomp volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk dat de hoek tussen de veerrichting van de rollen en de nor- 20 maal tussen 20 en 40 graden ligt.

4. Pomp volgens een der voorgaande conclusies met het kenmerk dat de hoek tussen de veerrichting van de rollen en de normaal tussen 20 en 25 graden ligt. 25

5. Pomp volgens een der voorgaande conclusies met het kenmerk dat de booglengte waarover de pompwerking wordt uitgeoefend tenminste 180 graden is.

6. Pomp volgens een der voorgaande conclusies met het kenmerk dat de booglengte waarover de pompwerking wordt uitgeoefend tenminste 235 graden is.

7. Pomp volgens een der voorgaande conclusies met het 35 kenmerk dat de booglengte waarover de pompwerking wordt ΓΥ. uitgeoefend tenminste 270 graden is. 83 0 3 49 5