NL8303338A - Werkwijze en inrichting voor het verwerken van mest; voertuig voorzien van een mesttank; en een werkwijze voor het transporteren van mest. - Google Patents

Description

V * P HP/EA/Kromd i jk-1 4 *

WERKWIJZE EN INRICHTING VOOR HET VERWERKEN VAN

MEST; VOERTUIG VOORZIEN VAN EEN MESTTANK; EN EEN

WERKWIJZE VOOR HET TRANSPORTEREN VAN MEST.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het verwerken van mest, waarbij de mest wordt verzameld en vervolgens wordt afgevoerd.

Een dergelijke werkwijze is bekend. Bij het houden 5 van vee, bijvoorbeeld koeien en varkens, wordt mest geproduceerd, die wordt verzameld in mestkelders. Periodiek worden deze mestkelders afhankelijk van de weersomstandigheden geledigd en wordt de afgevoerde mest al dan niet door tussenkomst van de mestbank als meststof op het land gebracht. In tijde 10 van droogte, bijvoorbeeld tijdens de zomer, is het veelal onmogelijk om de mest op het land te brengen, omdat door de afwezigheid van water (regen) de mest niet tot in de grond wordt gebracht en door uitdroging een korst vormt en de door deze korst bedekte beplanting, bijvoorbeeld gras, verloren 15 gaat.

De uitvinding beoogt de werkwijze van de in de aanhef genoemde soort in die zin te verbeteren, dat ook bijvoorbeeld in tijde van droogte, ten minste een deel van de geproduceerde mest uit de mestkelders kan worden afgevoerd. Dit 20 wordt overeenkomstig de uitvinding bereikt, doordat vaste en vloeibare delen van de verzamelde mest van elkaar worden gescheiden.

Bij voorkeur wordt de scheiding in vaste en vloeibare delen met behulp van zeefmiddelen bewerkstelligt, waar-25 bij bij voorkeur na de scheiding slechts de vloeibare delen van de verzamelde mest op het land worden gebracht, zodat door het ontbreken van de vaste delen van de mest geen korst-vorming zal optreden. Bij het op het land brengen van deze afgescheiden vloeibare delen van de verzamelde mest is het 30 eveneens mogelijk om deze vloeibare delen gemengd met extra water over het land te spuiten.

Indien bij voorkeur de afgescheiden vaste delen van 8303333 * i· - 2 - de verzamelde mest worden gedroogd en eventueel verpakt kunnen de afgescheiden vaste delen van de verzamelde mest in een handzame vorm afgezonderd van de mestkelder worden opgeslagen, dan wel verkocht voor verdere bewerking.

5 De uitvinding heeft tevens betrekking op een in richting voor het verwerken van mest, welke inrichting overeenkomstig de uitvinding wordt gekenmerkt door scheidingsmid-delen voor het scheiden in vaste en vloeibare delen van de verzamelde mest. Indien bij voorkeur de inrichting verrijd-10 baar is, is het mogelijk om met één enkele inrichting een aantal afzonderlijke, tot eenzelfde stal voor het huisvesten van vee behorende mestkelders te bedienen.

Indien de inrichting is voorzien van een afvoer voor de afgescheiden vloeibare delen, welke afvoer is voor-15 zien van aansluitmiddelen voor het aansluiten van deze afvoer op een compressietank, kunnen de afgescheiden vloeibare delen van de mest direkt wordt opgenomen in de compressietank en vervolgens op het land gebracht. Dit biedt bovendien het voordeel, dat voor het werken van de inrichting tevens ge-20 bruik kan worden gemaakt van de op de compressietank aangesloten pompinrichting. Voorts is het met de verrijdbare inrichting overeenkomstig de uitvinding mogelijk om de mestkelders van een aantal verschillende, bijvoorbeeld tot een coöperatie behorende stallen te bedienen.

25 Indien bij voorkeur de inrichting is aangebracht op een van een mesttank voorzien voertuig, en dat een voor de vaste delen bestemde afvoer van de inrichting is aangesloten op de mesttank, kunnen de vaste delen direkt worden verzameld in de mesttank van het voertuig en bijvoorbeeld worden afge-30 voerd naar een mestbank, van waaruit de vaste delen, eventueel na droging, kunnen worden getransporteerd naar bijvoorbeeld zand- en veenkoloniale gronden.

De uitvinding heeft verder betrekking op een voertuig dat is voorzien van een mesttank en een op de mesttank 35 aangesloten inrichting.

Tenslotte heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het transporteren van mest, welke werkwijze wordt gekenmerkt doordat tijdens of voorafgaande aan het »ni - -T —t «7 Λ fj £ 0 . ó 0 o _______ 4. 4 - 3 - transport vaste en vloeibare delen van de mest van elkaar worden gescheiden en dat de vaste delen en de vloeibare delen van de mest afzonderlijk worden getransporteerd. Deze werkwijze volgens de uitvinding heeft het voordeel, dat in tegen-5 stelling tot het transporteren van de verzamelde mest opzich, bij het transporteren van slechts de vaste delen daarvan, geen additionele vloeistof, in het bijzonder water, wordt getransporteerd, hetgeen de transportkosten en ook de transportcapaciteit aanmerkelijk verminderd.

10 Genoemde en andere kenmerken van de uitvinding zul len hierna aan de hand van bij wijze van voorbeeld gegeven, niet-limitatieve voorbeelden worden verduidelijkt, onder verwijzing naar de bijgevoegde tekening, waarin:

Fig. 1 een van twee mestkelders voorziene stal voor 15 het houden van vee is;

Fig. 2 een inrichting overeenkomstig de uitvinding voor het verwerken van mest is, welke inrichting is aan te sluiten op de mestkelders uit fig. 1;

Fig. 3 een doorsnede over de lijn III-III uit fig.

20 2 is?

Fig. 4 een andere inrichting, overeenkomstig de uitvinding voor het verwerken van mest is;

Fig. 5 op grotere schaal detail V uit fig. 4 is;

Fig. 6 weer een andere inrichting overeenkomstig de 25 uitvinding voor het verwerken van mest is?

Fig. 7 een regionaal opgestelde intallatie voor het verwerken van mest overeenkomstig de uitvinding toont;en

Fig. 8 toont een op een van een mesttank voorzien voertuig aangebrachte inrichting, zoals getoond in fig. 4.

30 Fig. 1 toont een stal 1, waarvan de loopvloer 2 is voorzien van twee onder roosters 3 aangebrachte mestkelders 4. De mestkelders 4 zijn elk voorzien van een afvoerput 5. Op een afvoerput 5 kan een van een mesttank 6 voorzien voertuig 7 worden aangesloten, waarmee in de mestkelders 5 verzamelde 35 mest 8 kan worden afgevoerd naar bijvoorbeeld de in fig. 7 getoonde installatie 9.

Op de afvoerput 5 van de mestkelder 4 kan ook een in fig. 2 weergegeven inrichting 10 volgens de uitvinding worden aangesloten via een in hoogterichting verstelbare 40 standpijp 11. Via de standpijp 11 kan de mest 8 worden aange- 0 C l. - » V Ó Ö - 4 -

• A

zogen met een centrifugaalpomp 12 en worden gebracht in een door zeefmiddelen 13 omvatte, cilindervormige zeef 21, waarmee vaste delen 14 en vloeibare delen 15 van de mest 8 van elkaar worden gescheiden. De vaste delen 14 van de mest 8 5 worden verzameld in houders 16 en de vloeibare delen 15 worden via de uitlaat 17 gebracht tot in een niet-getoonde cora-pressietank, waarmee deze vloeibare delen 15 over het land kunnen worden uitgesproeid. Doordat de inrichting 10 voorzien is van wielen 18 is de inrichting bijvoorbeeld verrijdbaar 10 tussen de twee in fig. 1 getoonde afvoerputten 5.

Pig. 3 toont in meer detail de werking van de in fig. 2 getoonde inrichting 10 volgens de uitvinding. De verzamelde mest 8 komt via de invoer 19 in de cilindrische zeef 21 die is aangebracht tussen de buisdelen 22 en 25 die de-15 zelfde diameter hebben als de zeef 21. Afdichtend in de buisdelen 22 en 25 en de zeef 21 is een zuigerstel 23 heen en weer beweegbaar volgens de dubbelpijl 24. Tijdens het in bedrijf zijn van de inrichting 10 verzamelen zich vaste delen 14 van de mest 8 zich binnen de zeef 21 tussen de zuigers 26 20 en 27. Door het op en neer bewegen van het zuigerstel 23 kunnen de verzamelde delen 14 verwijderd worden, door zoals getoond in fig. 3 het buisdeel los te koppelen van de zeef 21, zodat de vaste delen 14 via de opening 28 verwijderd kunnen worden en opgenomen worden in de houder 16. Het zal duidelijk 25 zijn dat bij het lossen de zeefwerking van de inrichting 10 tijdelijk is onderbroken.

Pig. 4 toont een andere inrichting voor het verwerken van mest 8, waarbij de mest 8 wordt gescheiden in vaste delen 14 en vloeibare delen 15. De verrijdbare inrichting 20 30 omvat een voorraadvat 31, waarin vacuum wordt gecrëeerd via de op een niet-getoonde compressietank aangesloten vacuumlei-ding 29. Via een afsluiter 32 is het voorraadvat 31 aangesloten op een in een afvoerput 5 aangebrachte standpijp 33. De mest 8 wordt vanuit de mestkelder 4 via de standpijp 33 opge-35 zogen onder invloed van vacuum tot in het voorraadvat 31, dat vervolgens aansluit op zeefmiddelen 13. Na de scheiding in de zeefmiddelen 13 komen de vloeibare delen 15 in een goot 34 en de vaste delen 14 op een transporteenheid 35. De zeefmiddelen _ •y ·> “f7

Ij Ó V "J 'J V ö - 5 - 13 van de inrichting 20 overeenkomstig de uitvinding worden meer in detail in fig. 5 getoond. De zeefmiddelen 13 omvatten een cilindervormige zeef 36 en een afdichtend binnen deze zeef 36 opgenomen transportworm 37, waarvan de spoed in de 5 richting naar een afvoerend einde van de vaste delen 14 toe toeneemt. Zodoende worden de vloeibare delen 15 onder invloed van de toenemende druk door de zeef 36 heen geperst en worden de van de vloeibare delen 15 afgescheiden vaste delen 14 getransporteerd naar het afvoereinde 38 en gelost in de trans-10 porteenheid 35. Het zal duidelijk zijn dat de met de inrichting 20 overeenkomstig de uitvinding de werkwijze voor het verwerken van mest 8, waarbij de mest 8 in vaste delen 14 en vloeibare delen 15 wordt gescheiden continu wordt uitgevoerd.

Fig. 6 toont een andere inrichting 30 overeenkoro-15 stig de uitvinding. Hierbij omvatten de zeefmiddelen 13 een stationaire binnenzeef 39 en een coaxiaal daarrond aangebrachte en axiaal ten opzichte van de zeef 39 beweegbare zeef 40, waarbij de zeef 40 een grotere fijnheid heeft dan die van de zeef 39. In dit geval wordt de scheiding in 2 trappen uit-20 gevoerd, waarbij zich binnen de zeef 39 de grovere vaste delen 14a en binnen de zeef 40 de fijnere vaste delen 14b worden verzameld. De mest 8 wordt via een pomp 41 afwisselend toegevoegd aan het inwendige van de zeef 39 en in de getekende situatie aan de inlaat 42. De grovere vaste delen 14a kun-25 nen worden verwijderd uit het inwendige van de zeef 39 door een zuigersamenstel 43 te bewegen rond een stang 44, waarbij een afvoeropening 47 wordt vrijgegeven, doordat het zuigersamenstel 43 een klep 46 die een afdichtend kontakt maakt met de zeef 39 tegen veermiddelen 48 in uit kontakt met de zeef 30 39 drukt en de grovere vaste delen 14a door de afvoeropening 47 heen worden gelost in de houder 49. De in de zeef 40 verzamelde fijnere vaste delen 14b worden daaruit verwijderd door de axiale beweging van de zeef 40 rond de zeef 39 volgens de dubbelpijl 50 waarbij met de schijfvormige schraapin-35 richting 51 de fijnere vaste delen 14b uit de zeef 40 worden verwijderd en opgenomen in de houder 52. De vloeibare delen 15 verlaten de inrichting 30 via de uitlaat 53.

Fig. 7 toont de installatie 9 voor het regionaal 83 0 Γ '38 « * - 6 - verwerken van mest 8 die wordt aangevoerd met behulp van een van een mesttank 6 voorzien voertuig 7. In de installatie 9 wordt de mest 8 gescheiden in de vaste delen 14 die worden verzameld in de houder 54, en de vloeibare delen 15 die wor-5 den verzameld in de opslagtanks 55. De in de houder 54 verzamelde vaste delen 14 kunnen bijvoorbeeld naar veenkoloniale gronden worden vervoerd. Hierbij doet zich dan het voordeel voor, dat in hoofdzaak geen vloeibare delen 15 van de mest 8 worden vervoerd, die relatief weinig bemestigingscomponenten 10 bevatten, zodat de transportkosten en/of de transportcapaciteit verminderd kan worden.

Tenslotte toont fig. 8 de inrichting 20 die is aangebracht op een van een mesttank 6 voorzien voertuig 7, waarbij een voor de vaste delen 14 bestemde afvoer 56 van de in-15 richting 20 is aangesloten via de pomp 57 op de mesttank 6. Bovendien is een afvoer 58 van de inrichting 20 voor de vloeibare delen 15 voorzien van aansluitmiddelen 59 voor het aansluiten van de afvoer 59 op een compressietank 60 die gekoppeld is met een trekker 61. Zodoende is het mogelijk, dat 20 niet behulp van het voertuig 7 slechts de vaste delen 14 van de mest 8 worden vervoerd naar de installatie 9f hetgeen e-nerzijds lagere transportkosten met zich meebrengt en anderzijds lagere kosten voor het bouwen van een installatie 9 omdat in dit geval kon worden afgezien van opslagtanks 55 25 voor het opnemen van de vloeibare delen 15, die in dit geval namelijk worden opgenomen in de compressietank 60. Van hieruit kunnen de vloeibare delen 15 worden versproeid op het land dan wel opnieuw gepompd tot in de mestkelders 4, indien bijvoorbeeld de weersomstandigheden het niet toestaan dat de 30 vloeibare delen op dat moment op het land worden gebracht. In dit laatste geval is de capaciteit van de mestkelders 4 vergroot omdat van de mest 8 de vloeibare delen 14 zijn afgevoerd.

De kosten van de verschillende inrichtingen 10, 20, 35 30 voor het overeenkomstig de uitvinding verwerken van mest 8 zijn afhankelijk van de mate waarin de scheiding tussen vaste en vloeibare delen 14, 15 moet worden uitgevoerd. De inrichting 10 kan zodanig zijn ontworpen dat hij vooral bestemd is 83 0 3 '33 - 7 - ; voor kleinschalig gebruik, hetgeen betekent dat elke stal 1 voorzien is van een dergelijke inrichting 10, terwijl de inrichtingen 20, 30 die bijvoorbeeld bestemd zijn voor een grootschalig gebruik, waarbij het bijvoorbeeld uit het oog-5 punt van kosten wenselijk is om een dergelijke inrichting 20, 30 zoals getoond in fig. 8, aan te brengen op een voertuig 7, zodat een groot aantal verschillende stallen 1 met behulp van één enkele inrichting 20, 30 kunnen worden bediend.

* 8303 3 3 8

Claims (13)

1. Werkwijze voor het verwerken van mest (8), waarbij de mest (8) wordt verzameld en vervolgens wordt afgevoerd, met het kenmerk, dat vaste en vloeibare delen (14 en 15) van de verzamelde mest (8) van elkaar worden ge- 5 scheiden.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de scheiding in vaste en vloeibare delen (14 en 15) met behulp van zeefmiddelen (13) wordt bewerkstelligd.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het k e n - 10 merk, dat de scheiding onder een onderdruk wordt uitgevoerd.

4. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de scheiding onder een overdruk wordt uitgevoerd.

5. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclu sies, met het kenmerk, dat na de scheiding slechts de vloeibare delen (15) van de verzamelde mest (8) op het land worden gebracht.

6. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclu- 20 sies, met het kenmerk, dat de afgescheiden vaste delen (14) van de verzamelde mest (8) worden gedroogd en eventueel verpakt.

7. Inrichting (9, 10, 20, 30) voor het volgens één van de conclusies 1-6 verwerken van mest (8), g e k e n - 25 merkt door scheidingsmiddelen (13) voor het scheiden in vaste en vloeibare delen (14 en 15) van de verzamelde mest (8) .

8. G 7 3 3 S *5 - 9 - afvoer (58) is voorzien van aansluitmiddelen (59) voor het aansluiten van deze afvoer (58) op een compressietank (60).

8. Inrichting (9, 10, 20, 30) volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de scheidingsmiddelen zeefmiddelen 30 (13) omvatten.

9. Inrichting (10, 20) volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat de inrichting (10, 20) verrijdbaar is,

10. Inrichting (20) volgens conclusie 7-9, met het .35 k e n m e r k, dat de inrichting (20) is voorzien van een afvoer (58) voor de afgescheiden vloeibare delen (15), welke

11. Inrichting (20) volgens conclusie 7-10, met het kenmerk, dat de inrichting (20) is aangebracht op een 5 van een mesttank (6) voorzien voertuig (7), en dat een voor de vaste delen (14) bestemde afvoer (56) van de inrichting (20) is aangesloten op de mesttank (6).

12. Voertuig (7) voorzien van een mesttank (6) en een op de mesttank (6) aangesloten inrichting (20) volgens 10 conclusie 11.

13. Werkwijze voor het transporteren van mest (8), met het kenmerk, dat tijdens of voorafgaande aan het transport vaste en vloeibare delen (14 en 15) van de mest (8) van elkaar worden gescheiden, en dat de vaste delen (14) en 15 de vloeibare delen (15) van de mest (8) afzonderlijk worden getransporteerd. 8303338