NL8303279A - Afmeerinrichting. - Google Patents

Description

' £

Afmeerinrichting.

De uitvinding heeft betrekking op een afmeerinrichting, bestaande uit een schip, dat aan een einde, zoals de boeg, is voorzien van op af· 5 stand boven elkaar in dezelfde richting uitstekende armen, waarvan er een zich onder water bevindt en de ander boven water, welke armen een vertikale koker dragen, die draaibaar is om een vertikale as en door middel van een radiaal lager is ondersteund in de onderste arm, welke koker onder de onderste arm uitsteekt en aldaar is voorzien van middelen 10 voor het bevestigen van ankerlijnen en op het boveneinde het stationaire deel van een leidingkoppeling draagt van waaruit leidingen via de koker naar beneden lopen.

Een dergelijke inrichting is bekend uit het Amerikaanse octrooi-schrift 4.254.523. Bij deze bekende inrichting is de lagering van de 15 koker met behulp van bijvoorbeeld een rollenlager geheel ondergebracht in de onderste arm, welk lager axiale en radiale krachten kan opnemen en bestaat uit twee lagers op afstand van elkaar, een nabij het ondervlak van de onderste arm en een nabij het bovenvlak van de onderste arm. De bovenarm wordt gevormd door een buis, die met het draaibare deel van een 20 leidingkoppeling is verbonden.

De lagerkonstruktie in de onderste arm is zodanig ontworpen, dat deze alle axiale en radiale belastingen kan opnemen die onder alle zich voordoende weersomstandigheden kunnen optreden doordat de op het schip werkende krachten via deze lagers op de ankerlijnen worden overgebracht.

25 De lagering op elkaar van de delen van de draaibare leidingkoppeling aan het boveneinde van de koker speelt daarbij geen rol en mag daarbij ook geen rol spelen.

Dit betekent dat bij de bekende afmeerinrichting de lagers zich bevinden onder water op een slecht toegankelijke plaats en zo dicht bij 30 elkaar dat een zware lagerkonstruktie nodig is om de optredende krachten te kunnen verwerken.

Deze lagering wordt in de eerste plaats constant belast door de verticale krachten voortvloeiende uit de verankering, bijvoorbeeld door het gewicht van de ankerkettingen. Radiale belastingen treden pas op 35 wanneer de tanker een verplaatsing ondergaat vanuit de nulpositie. De radiale lagers worden dan ook minder vaak belast en hebben dus een langere levensduur.

Doel van de uitvinding is hierin verbetering te brengen.

Dit doel wordt overeenkomstig de uitvinding bereikt doordat de 40 koker in de bovenste arm is ondersteund door een axiaal-radiaal 8303279 - ' - 2 lager. Volgens de uitvinding is de lagering dus verdeeld over beide armen die zich op afstand van elkaar bevinden en bevindt het de axiale krachten opnemende lager zich boven water en dus op een toegankelijke plaats.

Door de verdeling over twee armen en door de plaatsing van het de axiale krachten opnemende lager boven water is een lichtere konstruktie mogelijk die beter onderhoud en reparatie toelaat.

Een zeer doeltreffende uitvoering krijgt men wanneer het axiaal-radiaal lager bestaat uit een rollenlager met een buitenring, die op het 10 bovenvlak van de bovenarm is bevestigd en een binnenring, die aan het boveneinde van de koker is bevestigd. Onderhoud of vervanging van het lager kan dan op eenvoudige wijze worden gerealiseerd omdat men er direkt bij kan vanaf het bovenvlak van de bovenste arm. Door de plaatsing van de lagers volgens de uitvinding is een sterke 15 bovenarmkonstruktie mogelijk, waardoor op de bovenarm het draaibare deel van de leidingkoppeling kan worden geplaatst door plaatsing op een bordes dat op afstand van de bovenarm daarop is ondersteund. Daardoor ontstaat ruimte tussen bordes en bovenarm voor het aanbrengen van leidingen met afsluiters. Bovendien kan men nu op deze bovenarm 20 hijsmiddelen plaatsen voor het via de koker hanteren van leidingen of slangen.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, die de inrichting volgens de uitvinding toont, gedeeltelijk in aanzicht, gedeeltelijk in doorsnede.

25 De tekening toont de boeg van een tanker 1, die onder de waterspie gel 2 is voorzien van een arm 3 en boven de waterspiegel van een arm 4.

Beide armen 3, 4 hebben in lijn liggende openingen waarin draaibaar is gelegerd een koker 5 waardoorheen leidingen 6 lopen en die is voorzien van een rondgaande tafel 7 met kettingstoppers 8 voor ankerkettin-30 gen 9. De koker 5 is in de onderste arm 3 gelegerd met behulp van een radiaal rollenlager 10.

Het boveneinde van de koker 5 is bevestigd aan de binnenring 11 van een axiaal radiaal-lager met rollen of kogels, van welk lager de buitenring 12 is bevestigd op het bovenvlak 13 van de arm 4.

35 Op het bovenvlak van de arm 4 staat verder een bordes 14 bijvoor beeld met behulp van kolommen 15, 16. Op dit bordes is het draaibare deel 17 geplaatst van een leidingkoppeling, waarvan het stationaire deel 18 via een juk 19 en niet getoonde verbindingen met het bovengedeelte 20 van de koker 5 op de koker steunt.

40 Tussen bordes 14 en arm 4 is op deze wijze een -ruimte 21 gecreëerd o t π * 9 7 ö

^ U b' v ί. / W

3 voor het aanbrengen van leidingen met afsluiters 22, zoals gebruikelijk in een zogenaamde manifoldkamer.

Het axiaal-'radiaal lager 11, 12 is goed toegankelijk en neemt de axiale dat wil zeggen vertikale krachten voortvloeiende uit de veranke-5 ring op. Deze krachten worden overgebracht via de koker 5.

In plaats van het tweevoudige radiale rollenlager 10 is het ook mogelijk een glijlager toe te passen. Daarbij is een constructie denkbaar die vanuit de koker 3 toegankelijk is. De koker 5 kan door het er in persen van lucht watervrij worden gemaakt.

10 Verder is het ook mogelijk dat één van de radiale lagers boven de waterspiegel wordt geplaatst bijvoorbeeld wanneer de onderste arm 3 vrij dicht bij de waterspiegel ligt danwel doordat een derde arm is aangebracht ter hoogte van de waterspiegel zoals aangeduid met onderbroken lijnen bij 23.

V v V . V

Claims (4)

1. Afmeerinrichting bestaande uit een schip, dat aan een einde, zoals de boeg, is voorzien van op afstand boven elkaar in dezelfde richting uitstekende armen, waarvan er een zich onder water bevindt en de ander boven water, welke armen een vertikale koker drager, die draaibaar 5 is om een vertikale as en door middel van een radiaal-lager is ondersteund in de onderste arm, welke koker onder de onderste arm uitsteekt en aldaar is voorzien van middelen voor het bevestigen van ankerlijnen en op het boveneinde het stationaire deel van een leidingkoppeling draagt van waaruit leidingen via de koker naar beneden 10 lopen, methet kenmerk, dat de koker in de bovenste arm is ondersteund door een axiaal-radiaal lager.

2. Inrichting volgens conclusie l,met het kenmerk,-dat het axiaal-radiaal lager bestaat uit een rollenlager met een buitenring, die op het bovenvlak van de bovenarm is bevestigd en met een 15 binnenring, die aan het boveneinde van de koker is bevestigd.

3. Afmeerinrichting volgens conclusie 1 of 2,met het ken merk, dat tussen de bovenarm en de onderarm een derde arm (23) is aangebracht voorzien van een radiaal lager voor de koker (5).

4. Afmeerinrichting volgens conclusie. 1,2 of 3, met het 20 kenmerk, dat het draaibare deel van „de leidingkoppeling is geplaatst op een bordes dat op afstand boven de bovenste arm daarop is bevestigd en zich in de ruimte tussen het bordes en de bovenste arm een leiding- en afsluiterruimte bevindt. ***** 83 0 " 2 7 9. k ________