NL8302894A - Luchtbevochtiger voor de kindergeneeskunde in de vorm van een patroon. - Google Patents

Description

I it ς -4 t VO 5042

Luchtbevochtiger voor de kindergeneeskunde in de vorm van een patroon.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor een inademgeneeswijze voor gebruik bij een ventilator voor de patiënt.

Het Amerikaanse octrooischrift 3.771.721 heeft betrekking op een inademgeneeswijze voor het behandelen met zuurstof of een 5 mengsel van zuurstof en lucht, voorzien van een groot vochtigheidsgehalte. Verschillende soorten inrichtingen, zoals verstuivers en luchtbevochtigers zijn voor dergelijke behandelingen geschikt. Met betrekking tot verstuivers en stuifsproeiers, zoals zij dikwijls worden genoemd, bestaat een tot nu toe bekend stelsel voor de inademgeneeswijze uit een houder 10 voor zuiver water, dat middelen heeft, die het bedrijf van de houder op een aantal manieren mogelijk maken.

De Amerikaanse octrooischriften 4.110.419 en 4.172.105 hebben betrekking op een luchtbevochtigerinrichting in de vorm van een patroon, welke inrichting een afzonderlijk verwarmermoduul bevat met een 15 cilindrische opening voor het verwisselbaar daarin opnemen van cilindrische luchtbevochtigerpatroonmodulen voor eenmalig gebruik. De patroon-modulen hebben elk een buisvormig metalen hoofdlichaam, ingericht voor een schuifpassing in een complementair buiswandige verwarmer. Het metalen buisvormige lichaam heeft een bovenste dop van stijve kunststof en onder-20 ste eindgedeelten met een afzonderlijke dwarspijp voor het afgeven van gas, waarbij de dop een gesloten luchtruimte vormt boven een bad van een bevochtigingsvloeistof. Het te bevochtigen gas wordt gedispergeerd in een holle kamer, gevormd tussen de gasinlaatpijp, die concentrisch uitsteekt in de patroon, en de radiaal op afstand liggende wand van het 25 hoofdpatroonlichaam en absorptiekolom. De inlaatbuis eindigt boven het water. De uitvinding verschaft een verbetering van deze luchtbevochtiger in de voem van een patroon.

Een kringloop voor het leveren van water uit een voor-raadhouder aan een bevochtigingsinrichting, aangebracht in een ventila-30 tiestelsel, dat een schommelende druk produceert in de luchtbevochtiger en de kringloop, handhaaft een gelijk watervolume in de luchtbevochtiger onder het van het stelsel scheiden van de aanpassing van de voorraad-houder. De inrichting bevat een niveau-waameembuis, opgesteld in de

"T ^ -·» J

- O

A

2 luchtbevochtiger. De bovenzijde van de niveauwaaraeembuis is verbonden door middel van een luchtstroomleiding met een terugslagklep daarin, die is verbonden met een luchtruimte in de bovenzijde van de voorraad-houder met een steriele vloeistof. Water wordt aan de luchtbevochtiger 5 toegevoerd door middel van een leiding, die de voorraadhouder verbindt met de cilindrische patroon van de inrichting. In deze leiding is een terugslagklep aangebracht.

Hoewel dit stelsel kan worden gebruikt voor het bevochtigen van lucht in de gewone geneeskunde alsmede in de kindergeneeskunde, 10 wordt de inrichting ter vereenvoudiging van de bespreking, beschreven als een verbetering van de inrichting volgens het Amerikaanse octrooi-schrift 4.110.419 en meer in het bijzonder volgens het Amerikaanse oc-trooischrift 4.172.105, welke inrichting in te ademen gassen verschaft, die zijn beladen met een grote hoeveelheid water voor gebruik in de 15 kindergeneeskunde.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin:

Fig. 1 een ruimtelijk aanzicht is van een uitvoeringsvorm van de luchtbevochtiger, 20 fig. 2 een aanzicht is van de bevochtiger volgens fig.

1, waarbij een gedeelte in doorsnede is weergegeven, fig. 3 een doorsnede toont van de klep- en dopelementen.

In de fig. 1 en 2 is het samenstel van de luchtbevochtiger en stuifsproeier in zijn algemeenheid aangeduid door het verwijzings-25 cijfer 11. Het samenstel omvat verder een middel 12 voor het dragen van een verwarmerpatroon met een patroonmoduul 30 voor eenmalig of voor enkele malen gebruik, zoals weergegeven in fig. 2, bij voorkeur met een niet-metalen bovenste lichaamstop 13.

Verder is het draagmiddel 12 voorzien van een steunmid-30 del 14 voor het zodoende dragen van een thermoplastische fles 15 met een op geschikte wijze bereide watervoorraad, waarbij het stelsel moet werken, bijvoorbeeld flessen, die vooraf zijn gevuld met steriel water.

De fles is voorzien van te doorbreken afsluitingen 24 en 25 voor het op de in fig. 2 weergegeven wijze opnemen van doorsteekdelen 32 en 53. De 35 dop 13 is voorzien van een gasleveropening. 21. Een buigzame buis 22 is in verbinding met de gasleveropening 21 en kan het behandelde gas leveren aan een patiënt. Een met water gevulde voorraadhouder in de vorm Van p. O ; ; j g 4 - -------------- -......

3 de hiervoor besproken fles, is rechtopstaand geplaatst naast het draag-middel 12. In de fles bevindt zich steriel water. De fles bestaat uit een hoofdkamer 23, die is voorzien van de doorbreekbare afsluitingen 24 en 25, en van verbindingsbüizen 26 en 27. De essentiële maatregel van 5 de uitvinding ligt in de manier van verbinden van de fles 15 met de patroon 30 van de luchtbevochtiger, en in de elementen, ontworpen voor het sturen van de waterspiegel in de patroon 30 van de luchtbevochtiger.

De buis 26 is verbonden met de onderzijde van de fles 15 door het verbindingsstuk 25, voorzien van het doorsteekdeel 32. Het 10 andere einde van de buis 25 is door een verbindingsstuk 34 verbonden met de bodem van de patroon 30. De buis 27 is verbonden met de bovenzijde van de fles door het verbindingsstuk 24, voorzien van het daaraan bevestigde doorsteekdeel 53. Het andere einde van de buis 27 is door een verbindingsstuk 38 verbonden met een niveau-waarneembuis 31, aangebracht 15 in de patroon 30.

Fig. 3 is een doorsnede van de terugslagkleppen 28 en 29 in de fig. 1 en 2. De kleppen bestaan uit een elastomeerschijf 39, die beweegt tussen de standen 54 en 60. Wanneer de schijf in de stand 54 is, kan water door de leiding 26 stromen en kan lucht door de lei-20 ding 27 stromen. Wanneer de schijf in de stand 60 is, is de klep gesloten en kan water niet door de leiding 26 stromen en kan lucht niet door de leiding 27 stromen.

Tijdens bedrijf van het stelsel, sturen de terugslagkleppen 28 en 29 de stroming van het water uit de voorraadhouder 15 25 door de patroon 30, en van de lucht uit de luchtruimte 40 naar de niveau-waarneembuis 31. Weer verwijzende naar fig. 1, zijn klemmiddelen 50 aangebracht op de leidingen 26 en 27. De inrichting bevat een aan-uit-schakelaar 51 en een stuurbaar deel 52.

Wanneer de patroon van de luchtbevochtiger tijdens be-30 drijf van het stelsel in eerste instantie wordt verbonden, stroomt water door zwaartekracht uit de flens 15 naar de patroon 30 door de verbindingsstukken 25 en 34. Het water in de patroon 30 stijgt en sluit uiteindelijk de luchttoevoer naar de niveau-waarneembuis 31 af.

Het water stijgt verder in de niveau-waarneembuis 31 en 35 veroorzaakt een negatieve druk in de luchtruimte 40 in de fles. Bij evenwicht is het nibeau in de waeimeembuis 31 gelijk met het niveau in de -j i Jj £1 *> ** - iw -- -J * 4 fles 15. De negatieve druk in de fles is gelijk aan de hydrostatische druk, die overeenkomt met het niveauverschil tussen het water in de fles en het water in de patroon 30.

Indien gebruikt bij toepassingen met een niet-schommelen-5 de doorlopende stroming, veroorzaakt verdamping een daling van het niveau van het water in de patroon 30, en stelt dit de onderzijde van de niveau-waameembuis 31 bloot aan lucht. Een deel van het water in de waameembuis stroomt weg en wordt vervangen door lucht uit de patroon 30. Dit veroorzaakt éen gebrek aan evenwicht, zodat water uit de fles stroomt 10 door het verbindingsstuk 25 en de buis 26 en het verbindingsstuk 24 in de patroon 30. De kringloop wordt herhaald wanneer het water in de patroon is verbruikt, en een gelijk watemiveau wordt gehandhaafd.

Tijdens het uitademen van een ventilatorkringloop, neemt de druk in de patroon 30 toe ten opzichte van de voorraadhouder 15 15, waarbij indien het waterniveau in de patroon 30 zich boven het stuur- niveau bevindt, het water in de leiding 27 wordt gedrukt en de terugslagklep 28 opent. Indien het watemiveau in de patroon 30 onder het stuumiveau is, beweegt lucht door de leiding 27 en in de voorraadhouder 15. In de leiding 26 gedrukt water doet de terugslagklep 29 sluiten tij-20 dens het uitademgedeelte van de kringloop, waarbij de druk in de patroon 30 ten opzichte van de voorraadhouder 15 aanzienlijk afneemt. Dit doet de terugslagklep 28 sluiten en de terugslagklep 29 openen, en water bewegen vanuit de voorraadhouder 15 door de leiding 26 in de patroon 30.

Het stelsel tracht voortdurend evenwicht te bereiken. De druk in de voor-25 raadhouder 15 neemt toe totdat de luchttöevoer wordt afgesneden en neemt dan af totdat de luchttoevoer weer wordt geopend. De terugslagklep 29 in de leiding 26 voorkomt dat water wordt teruggedrukt in de fles tijdens het inademen, en laat het water stromen tijdens het uitademen.

• De terugslagklep 28 in de leiding 27 voorkomt dat de druk in de voorraad-30 houder 15 tijdens het uitademen wordt ontlast, maar laat tijdens het inademen tevens de lucht of een overmaat water door de leiding 27 drukken. Een ander feit is, dat een nagenoeg gelijk waterniveau wordt gehandhaafd, en de aanpassing (uitzetting en krimping) van de voorraadhouder in aanzienlijke mate is verminderd.

T? .λ f\ a t Ü ^ *v J, C y *}

Claims (4)

1. Stelsel voor het leveren van water uit een voorraad- houder aan een luchtbevochtiger, waarbij het ventilatiestelsel een schommelende druk produceert in de luchtbevochtiger, en de kringloop een gelijk watervolume handhaaft in de luchtbevochtiger onder het van het 5 stelsel scheiden van het aanpassen van de voorraadhouder, gekenmerkt door een patroonmoduul, bestaande uit een buisvormig hoofdlichaamsgedeel-te met een binnenomtrekswand, welk moduul is voorzien van een bovenste eindgedeelte met een aan het hoofdlichaam bevestigde top, van een onderste eindgedeelte, dat eindigt in een dwarswand en is ingericht en ge-10 construeerd voor het opnemen van een bevochtigingsvloeistof, welke dwarswand een vloeistofinlaat heeft, die via een leiding kan worden verbonden met een vloeistofuitlaat van een uitwendige vloeistofbron, en van een middel voor het absorberen van vloeistof, dat een in het midden open, in het algemeen buisvormig, kolamdeel voor het absorberen van vloei-15 stof bevat met een binnenomtreksvlak, dat een verdampoppervlak vormt voor de bevochtigingsvloeistof, en in het algemeen aanliggend en van gelijke omvang is aangebracht aan een aanzienlijk deel van het hoofdlichaam en het onderste eindgedeelte, ingericht en geconstrueerd om direct te worden bevochtigd door de bevochtigingsvloeistof wanneer deze zich 20 in het onderste eindgedeelte bevindt, en voor het door capillaire werking naar boven ten opzichte van het absorptiemiddel transporteren van de vloeistof tot op het verdampoppervlak, door een vloeistofniveau-"waameembuis, die in het patroonmoduul evenwijdig is geplaatst met de buisvormige vloeistofabsorptiekolom en zich uitstrekt van nabij de bo-25 dem van het moduul naar de top van het bovenste eindgedeelte, welke top samen met het gedeelte van het hoofdlichaam een luchtruimte verschaft boven het niveau van de bevochtigingsvloeistof in het onderste eindgedeelte van het moduul wanneer zich daarin vloeistof bevindt, waarbij de top een inlaattoevoerpijp bevat voor het leiden van in te ademen - 30 in te bevochtigen gas in het moduul, en eindigende in het hoofdlichaam, en een naar buiten uitstekende uitlaatleverpijp voor het te ademen gas in verbinding met de luchtruimte, en door een voorraadhouder met daarin afgesloten steriele vloeistof voor eenmalig gebruik, welke voorraadhouder '.} 4 * is voorzien van een vloeistofuitlaatpijp, van een middel voor het losmaakbaar monteren van de voorraadhouder aan de buitenzijde van het moduul, en van een vloeistofinlaatmiddel, dat via een leiding met het vloeistofuitlaatmiddel van de uitwendige voorraadhouder kan worden ver-5 bonden met het moduul, waarbij de leiding een eerste buisvormig deel omvat, voorzien van een daarin aangebrachte terugslagklep, van welk buisvormige deel één einde is verbonden met de vloeistofuitlaat van de voorraadhouder, en het andere einde met de inlaat van het moduul, en een tweede buisvormige leiding, voorzien van een terugslagklep daarin, van 10 welke tweede buisvormige leiding één einde is verbonden met de niveau-waameembuis in de top van het bovenste eindgedeelte van het moduul, en het andere einde via de terugslagklep is verbonden met het bovenste gedeelte van de voorraadhouder met steriele vloeistof.

2. Luchtbevochtiger in de vorm van een patroon voor het 15 bevochtigen en verwarmen van een te ademen gas, zoals met zuurstof aangevulde lucht, die door een patiënt moet worden ingeademd, gekenmerkt door een patroonmoduul, bestaande uit een buisvormig hoofdlichaamsge-deelte met een binnenomtrekswand, welk moduul is voorzien van een bovenste eindgedeelte met een aan het hoofdlichaam bevestigde top, van een 20 onderste eindgedeelte, dat eindigt in een dwarswand en is ingericht en geconstrueerd voor het opnemen van een bevochtigingsvloeistof, welke dwarswand een vloeistof inlaat heeft, die via een leiding kan worden verbonden met een vloeistofuitlaat van een uitwendige vloeistofbron, en van een middel voor het absorberen van de vloeistof, welk middel een 25 open, in het algemeen buisvormig, vloeistofabsorptiekolomdeel in het midden bevat met een binnenomtreksvlak, dat een verdampoppervlak vormt voor de bevochtigingsvloeistof, in het algemeen aanliggend en van gelijke omvang aangebracht bij een aanzienlijk deel van het hoofdlichaam en het onderste eindgedeelte, ingericht en geconstrueerd om direct te wor-30 den bevochtigd door de bevochtigingsvloeistof wanneer deze zich in het onderste eindgedeelte bevindt, en om de vloeistof door capillaire werking naar boven ten opzichte van het absorptiemiddel te transporteren tot op het verdampoppervlak, door een vloeistofniveau-waarneembuis, aangebracht in het moduul nabij de buisvormige vloeistof-absorptiekolom in het mid-35 den, en zich uitstrekkende van nabij de bodem van het moduul tot de top van het bovenste eindgedeelte, welke top samen met een gedeelte van het p ? * * r 9 i £. hoofdlichaam een luchtruimte verschaft hoven het niveau van de bevochti-gingsvloeistof in het onderste eindgedeelte van het moduul, en verder is voorzien van een inlaattoevoerpijp voor het leiden van te ademen en te bevochtigen gas in het moduul, en eindigende in het hoofdlichaam, 5 en van een naar buiten uitstekende uitlaatleverpijp voor het bevochtigde te ademen gas in verbinding met de luchtruimte, welke leverpijp kan worden verbonden met een uitlaatleverbuis, en door een voorraadhouder met een daarin afgesloten steriele vloeistof voor eenmalig gebruik, welke voorraadhouder is voorzien van een vloeistofuitlaatpijp, van een middel 10 voor het losmaakbaar monteren daarvan aan de buitenzijde van het moduul, en van een vloeistofinlaat, voor het via een leiding met de vloeistof-uitlaat van de voorraadhouder verbinden met het moduul, welke leiding een eerste buisvormig deel bevat, voorzien van een daarin aangebrachte terugslagklep, van welk buisvormige deel één einde is verbonden met de 15 vloeistofuitlaat van de voorraadhouder en het andere einde met de inlaat van het moduul, en een tweede buisvormige leiding met een terugslagklep daarin, van welke tweede buisvormige leiding één einde is verbonden met de niveau-waameembuis in de dop van het bovenste eindgedeelte van het moduul, en het andere einde via de terugslagklep is 20 verbonden met het bovenste gedeelte van de voorraadhouder.

3. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de terugslagklep in de eerste leiding van voldoende grootte is voor het sluiten van de leiding en het voorkomen van terugstroming van water uit het moduul naar de voorraadhouder.

4. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de terugslagklep in de tweede leiding van voldoende grootte is voor het sluiten van de leiding en het voorkomen van een terugstroming van lucht uit de voorraadhouder naar de top aan het bovenste eindgedeelte van het moduul. 'S'» jT "t Γ1 λ ? $ '3 v „öH