NL8302801A - Bindgarnituur. - Google Patents

Bindgarnituur. Download PDF

Info

Publication number
NL8302801A
NL8302801A NL8302801A NL8302801A NL8302801A NL 8302801 A NL8302801 A NL 8302801A NL 8302801 A NL8302801 A NL 8302801A NL 8302801 A NL8302801 A NL 8302801A NL 8302801 A NL8302801 A NL 8302801A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
thread
binding
set according
thread spool
holder
Prior art date
Application number
NL8302801A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Henricus Johannes Lambertus Ma
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Henricus Johannes Lambertus Ma filed Critical Henricus Johannes Lambertus Ma
Priority to NL8302801A priority Critical patent/NL8302801A/nl
Publication of NL8302801A publication Critical patent/NL8302801A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G17/00Cultivation of hops, vines, fruit trees, or like trees
    • A01G17/04Supports for hops, vines, or trees
    • A01G17/06Trellis-work
    • A01G17/08Tools e.g. clips for attaching hops, vines, or boughs to trellis-work; Tying devices
    • A01G17/085Espalier machines; Tying machines
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/12Supports for plants; Trellis for strawberries or the like
    • A01G9/128Fixing of plants to supports, e.g. by means of clips
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H49/00Unwinding or paying-out filamentary material; Supporting, storing or transporting packages from which filamentary material is to be withdrawn or paid-out
    • B65H49/18Methods or apparatus in which packages rotate
    • B65H49/20Package-supporting devices
    • B65H49/205Hand-held or portable dispensers
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H2701/00Handled material; Storage means
    • B65H2701/30Handled filamentary material
    • B65H2701/31Textiles threads or artificial strands of filaments

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Botany (AREA)
  • Supports For Plants (AREA)

Description

1 * * N.0. 31.898
Bindgarnituur.
De uitvinding heeft betrekking op een bindgarnituur, waaruit voor het verrichten van bindwerkzaamheden een gewenste draadlengte kan worden 5 afgenomen.
In de fruitteelt wordt getracht de groei van een boom op een zodanige wijze te beïnvloeden, dat de top een plattere vorm krijgt, terwijl de boom tevens laag wordt gehouden. De jonge boom wordt zodanig gesnoeid, dat per takkenaanzet slechts die takken overblijven, welke teza-10 men met de niet gesnoeide takken van de andere takkenaanzet ten een maximum aan zonlicht vangen. Vervolgens worden de beoogde takken die de vruchten leveren, door middel van spantouwen als het ware horizontaal uitgebogen. Nadat deze takken enige tijd in deze toestand worden gehouden, groeit de boom in de gewenste vorm verder. Het in de gebogen vorm 13 spannen van de takken geschiedt door een stel touwen, dat door middel van een spijker of dergelijke aan de gebruikelijke boomstut wordt bevestigd. De boom krijgt als het ware de vorm van een paraplu.
Voor het spannen van de takken zijn twee methoden bekend. Volgens de eerste methode worden uit een touwvoorraad touwen naar schatting op 20 maat geknipt en vervolgens naar de te behandelen boomgaard medegenomen. Achtereenvolgens worden de takken door middel van de touwen omlaag gebogen en ieder gespannen touw wordt aan de spijker van de boomstut bevestigd of vastgeknoopt. Deze eerste methode is niet efficient omdat ieder touwtje apart moet worden vastgeknoopt aan de eerder genoemde spijker, 25 hetgeen bovendien een ergonomisch gezien belastende arbeid is, terwijl voorts die werkmethode gekenmerkt wordt door de vele stagnaties welke optreden doordat de geprepareerde strengen touw zeer snel in elkaar verward en/of verstrikt raken aangezien de werkzaamheden worden verricht terwijl men zich voortdurend cm de boom heen begeeft, waardoor juist die 30 bindwerkzaamheden als onaangenaam en werkverstorend worden ervaren. Daarnaast is de methode inefficient omdat het veel touw verslindende bindwerk op zich met extra touwverlies gepaard gaat omdat de vooraf geknipte strengen te kort of te lang zijn. Het aan elkaar knopen van te korte touwtjes brengt voorts extra arbeid met zich mede.
35 Volgens een tweede methode van spannen wordt uitgegaan van een klos touw om de hierboven genoemde preparatiewerkzaamheden te omzeilen en anderzijds touwverlies tegen te gaan. Ook deze methode is zeer arbeidsintensief, omdat namelijk na iedere tak of na twee takken het touw moet worden doorgeknipt, nadat het met een knoop aan de spijker is bevestigd.
40 Immers moet het totaal aan spanwerkzaamheden worden uitgevoerd door al - 8302801 2 bindende om de boom heen te lopen, terwijl de klos touw zich op een vast punt, bijvoorbeeld'in een emmer, bevindt. Ook hier ontstaan snel en vaak zeer hinderlijke en tijdrovende verwarringen in het kluwen touw, zodat telkens weer opnieuw moet worden begonnen.
5 Kort samengevat hebben de hierboven genoemde twee bekende methoden de nadelen van zeer hinderlijke stagnaties, veel knoopwerk en veel tus-senwerkzaamheden, met als gevolg dat het in de gewenste vorm brengen van een boom zeer arbeidsintensief is, hetgeen vooral van belang is, omdat dergelijke werkzaamheden door zeer geoefende (vak)mensen moeten worden 10 uitgevoerd.
De uitvinding heeft ten doel te voorzien in een bindgarnituur van de in de aanhef genoemde soort, waarbij de hierboven genoemde problemen worden vermeden en waarmee bindwerkzaamheden op ergonomisch verantwoorde wijze kunnen worden verricht.
15 Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt door een draadkloshour der die van een bevestigingsorgaan is voorzien om deze houder aan het lichaam van een gebruiker te bevestigen.
Hierdoor is tijdens de bindwerkzaamheden verwarring van een draad uitgesloten en wordt het voordeel bereikt dat direkt kan worden uitge^ 20 gaan van een gewone in de handel verkrijgbare draad- of touwklos.
Met dit bindgarnituur kunnen de bindwerkzaamheden met name uitermate snel worden verricht, enerzijds omdat de vakman zich in één arbeidsgang ongehinderd om de boom heen kan verplaatsen. Anderzijds is het niet meer nodig om bij iedere of nagenoeg iedere tak het vrije uit-25 einde van het daaraan bevestigde touw door middel van een knoop aan de spijker van de boomstut te bevestigen. Het is gebleken dat met een uiteindelijke knoop kan worden volstaan, terwijl alle overige takken voldoende verankerd blijken. Behalve de eindknoop wordt elke voorafgaande knoop vermeden, doordat met slechts enkele vlugge windingen om de spij-30 ker het touw door wrijving wordt vastgehouden, waarna het touw naar de volgende af te binden tak wordt geleid.
De bindwerkzaamheden kunnen ook qua materiaalverbruik, in het bijzonder het touwgebruik, goedkoper worden uitgevoerd, omdat slechts eenmaal per boom het touw op maat moet worden af gesneden, hetgeen verlies 35 tegengaat en, zoals reeds gezegd, de inefficiënte werkvoorbereiding achterwege kan blijven.
Het bindgarnituur volgens de uitvinding bevordert dus het economische rendement in gevallen waar betrekkelijk ingewikkelde werkzaamheden met touw, draad of koord met de hand moeten worden verricht, zoals 40 bijvoorbeeld bij de fruitteelt. Bovendien worden de werkomstandigheden 8302801 3 - verbeterd» zowel in ergonomische zin als met betrekking tot het voorkomen van hinderlijke onderbrekingen en stagnaties in de cyclische afloop van het werk. Voorts kunnen aanzienlijke hoeveelheden bindwerkzaamheden met behulp van het bindgarnituur volgens de uitvinding gemakkelijk in 5 verloren uren worden verricht.
De uitvinding zal hierna nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. In de tekening toont: fig. 1 een bij voorkeur toe te passen uitvoeringsvorm van de uitvinding; 10 fig. 2 een andere uitvoeringsvorm van de draadkloshouder volgens de uitvinding; en fig. 3 de draadkloshouder volgens de uitvinding voor een in de handel verkrijgbare bol touw.
Hoewel de uitvinding hierna zal worden toegelicht aan de hand van 15 de toepassing in de fruitteelt, kan de uitvinding met dezelfde voordelen worden toegepast in branche-gebieden buiten de fruitteelt, waarin met grote hoeveelheden touw moet worden gewerkt en rendementsverbeteringen worden nagestreefd. Immers brengt het bindgarnituur, dat op het lichaam wordt gedragen, met zich mede, dat vele werkzaamheden op goedkopere 20 wijze kunnen worden tiitgevoerd* Te denken ware bijvoorbeeld aan het boeten van netten, het spannen van geleidingen in de kas-teelt van vrucht-of sierplanten en in vele andere bindwerkzaamheden, waarbij men niet op éên plaats kan blijven.
In de fruitteelt worden jonge fruitbomen, zoals bij appels, peren, 25 pruimen, enz. zodanig behandeld, dat de doorgroeiende bomen enerzijds een maximum aan goede vruchten per hectare opleveren en anderzijds het onderhoud respektievelijk de verzorging van de boomgaard op zich en de werkzaamheden voor het oogsten tot een minimum worden teruggebracht. Daartoe dient een optimum te worden bereikt tussen met name de volgende 30 aspekten: - optimale vangst van zonlicht per boom en vrucht; - optimaal vruchtdragend "oppervlak" van de boom; - zodanig plantpatroon van het bomenstelsel, dat een optimale afstemming ontstaat tussen de projektie van voomoemd oppervlak van de bomen ten 35 opzichte van een regelmatig verlopend "stratenplan" van voldoende breedte, opdat de boomgaard toegankelijk blijft voor o.a. mechanische voertuigen ten behoeve van het onderhoud van de bomen op zichzelf en boomgaard in zijn totaliteit; - zodanige snoei- en plukhoogte, dat eenvoudig en snel kan worden ge-40 werkt; en 8302801 • s 4 - het aantal bomen waarmede een boomgaard dient en kan worden voorzien met betrekking tot de opbrengst van vruchten per hectare.
De optimale beplantingsdichtheid wordt bereikt door: - het snoeien van de jonge aanplant, waarbij slechts een zodanig aantal 5 takken resteert, dat rekening houdend met de onderlinge slagschaduw, per tak en per boom een maximum aan zonlicht wordt gevangen; - de in origine min of meer vertikaal staande, resterende takken volgens een paraplu uit te buigen, zodanig, dat het zonlicht vangende oppervlak zo groot mogelijk wordt en iedere tak zijn deel daarvan krijgt, 10 dat wil zeggen dat na de snoei van de takken per takkenkrans en het uitbuigen van de beoogde vruchtdragende takken, het optreden van slagschaduwen wordt geminimaliseerd; en - vanuit een voorzien geprojekteerd eindoppervlak van de volwassen boom een zo dicht mogelijk, werkbaar plantpatroon te bewerkstelligen.
15 Een natuurlijk groeiende jonge boom zal met min of meer steile tak ken in de hoogte doorgroeien. Enerzijds wordt daardoor de boom moeilijk toegankelijk voor onderhoud en plukwerkzaamheden. De werkzaamheden worden dus zeer arbeidsintensief. Anderzijds wordt de opvang van zonlicht in het van de zon afgekeerde deel van de boom door interne slagschaduwen 20 gereduceerd, waardoor een goede vruchtdracht dienovereenkomstig wordt beperkt.
Om de hierboven beschreven problemen te voorkomen wordt de top van een jonge boom afgeplat en laag gehouden. De jonge boom wordt zodanig gesnoeid, dat per takkenaanzet slechts takken overblijven die zo weinig 25 mogelijk schaduw van andere takken ondervinden. Vervolgens worden de takken waarvan beoogd wordt dat zij vruchten dragen, door middel van spantouwen horizontaal uitgebogen. Nadat de takken enige tijd in deze toestand worden gehouden, groeit de boom in de gewenste vorm door. De boom krijgt als het ware de vorm van een paraplu. Het hoofdzakelijk 30 horizontaal spannen van de takken geschiedt door een stel touwen, waarvan de van de takken afgekeerde uiteinden worden bevestigd aan een spijker of dergelijke, die aan de gebruikelijke, meestal aanwezige boomstut is geslagen.
Bij deze bindwerkzaamheden kan onder verwijzing naar de fig. 1, 2 35 en 3 met voordeel gebruik worden gemaakt van het bindgarnituur volgens de uitvinding. Hierbij wordt uitgegaan van een klos touw, draad, koord of dergelijke, welke zich in een houder bevindt. Deze houder wordt aan het lichaam bevestigd en afhankelijk van het soort uit te voeren werkzaamheden en de bijbehorende arbeidsomstandigheden op de rug of aan de 40 buikzijde van de gebruiker gedragen. Bij voorkeur wordt de houder op de 8302801 5 rug gedragen om bij de bindwerkzaamheden zo min mogelijk hinder van de houder te ondervinden. In dit geval wordt het uit de houder afkomstige vrije touweinde bij voorkeur via een geleiding over de schouder van de gebruiker naar de voorzijde van het lichaam gebracht. Daarna kunnen de 5 beoogde bindwerkzaamheden worden verricht zonder dat de verplaatsing van de gebruiker of de verplaatsing van. het te binden objekt op enigerlei wijze de afloop van de bindwerkzaamheden verstoort. Zijn de hoofdwerk-* zaamheden verricht, dan wordt het gebruikte touw afgesneden door middel van een mesje dat bij voorkeur ook via het draagstel aan het lichaam van 10 de gebruiker is bevestigd, waarna het bindwerk door middel van bijvoorbeeld een knoop kan worden afgewerkt.
De in fig. 1 getoonde uitvoeringsvorm omvat een draagtuig bestaande uit een buikriem 1 en een schouderriem 2, welke schouderriem bijvoorbeeld door middel van klinknagels 3 aan de buikriem is bevestigd. Zowel 15 de buikriem 1 als de schouderriem 2 zijn voorzien van gespen 4 respek-tievelijk 5 voor de aanpassing aan het lichaam van de gebruiker. Aan de buikriem 1 is een draad- of touwkloshouder 6 bevestigd. Deze houder 6 bestaat uit een beugel 7 welke bijvoorbeeld door middel van klinknagels 9 aan de buikriem 1 kan «orden bevestigd. Ter opname van de, hier cilin-20 drisch getekende, draadklos kan voorzien worden door tussen de beugelui-teinden een lange as 8 aan te brengen, gelegerd in gaten in die beugel-uiteinden. De fixering van as 8 kan bij starre uitvoering van de beugel bijvoorbeeld geschieden door eindmoeren aan een of beide uiteinden van de as 8. Dit kunnen bijvoorbeeld vleugelmoeren zijn.
25 Ook kan de beugel 7 uit veerkrachtig materiaal worden vervaardigd waartussen een as 8, voorzien van getrapt uitgevoerde as-einden, kan worden geklemd. Door die verende beugelarmen ietwat uit te buigen kan een draadklos in de houder «orden opgenomen, nadat deze over as 8 is geschoven.
30 Op voornoemde wijzen kunnen tevens konische of bolvormige draad- klossen in de houder worden geplaatst.
Een verende beugel kan bijvoorbeeld ook worden voorzien van korte binnenwaarts gerichte nokken zodat bij even uitbuigen van de beugelarmen een standaard draadklos in de houder kan worden ingebracht.
35 Ter aanpassing aan de verschillende standaardlengten van cilindri sche of konische draadklossen kan de afstand tussen de beugelarmen verstelbaar worden uitgevoerd door deze uit twee delen te doen bestaan welke ten opzichte van elkaar verschuifbaar zijn en na aanpassen met bijvoorbeeld (vleugel-)moeren op die maat worden gefixeerd.
40 Teneinde, afhankelijk van de soort draad en het type van de gelei- 8302801 6 ding 12, een ongewenst rondtollen van de draadklos in de houder te voorkomen, indien rukmatig aan het draadeinde 11 zou worden getrokken, kan een en ander zo worden uitgevoerd, dat langwerpige draadklossen door klemming ietwat worden afgeremd, hetzij door axiale klemming van de 5 verende beugelarmen, hetzij door aan het beugelmiddenstuk een extra verende lip aan te brengen welke tangentiaal tegen de omtrek van de draadklos drukt.
Hoewel de getekende klos van flenzen is voorzien, is ook een klos zonder flenzen zeer goed bruikbaar in de kloshouder 6 van deze uitvoe-10 ringsvorm, waarbij dan de houder bij voorkeur van een draadrichtelement ware te voorzien, teneinde de draad op de gewenste wijze te doen afwikkelen.
Aan de schouderriem 2 is een geleidingsinrichting bevestigd, die de uit de draadkloshouder afkomstige draad 11 geleidt, zodat het vrije uit-15 einde van de draad 11 aan de voorzijde van het lichaam gemakkelijk bereikbaar is. In zijn eenvoudigste uitvoeringsvorm die in de tekening niet is weergegeven bestaat de geleidingsinrichting uit een aantal aan de schouderriem 2 bevestigde ringen, die gesloten kunnen zijn. Voor het gemakkelijk doorvoeren van de draad kunnen deze ringen ook open zijn in 20 de vorm van zogenaamde varkensstaarten. Bij voorkeur bestaat de geleidingsinrichting uit een buis 12, die wel dan niet flexibel kan zijn en is vervaardigd uit bijvoorbeeld rubber of kunststof. De buis 12 kan eventueel aan zijn invoer- en uitvoeruiteinden mondstukken bezitten. Behalve het voordeel van de kontinue geleiding, zodat de draad niet achter 25 bijvoorbeeld takken kan haken, heeft deze geleidingsbuis 12 nog het voordeel dat de draad daarin enige wrijving ondervindt wanneer deze door de buis wordt getrokken. Door deze wrijving wordt ertoe bijgedragen dat een lusvorming tussen het begin van de geleidingsbuis en de draadkloshouder wordt vermeden. De buis 12 is door middel van beugels 13 aan de 30 schouderriem 2 bevestigd.
De draadkloshouder 6 is bovendien voorzien van een richtelement om de draad 11 naar het invoereinde van de buis 12 te richten. Het richtelement kan bestaan uit een ring, die zich op afstand van en nagenoeg in het midden van de as 8 of deze as vervangende nokken bevindt en via een 35 verbindingsstuk met de asondersteuningsbeugel 7 is verbonden. Bij relatief smalle touwklossen voorzien van zijflenzen is zulk een richtelement veelal niet nodig, evenwel bij het gebruiken van betrekkelijk brede touwklossen met flenzen, alsmede met name touwklossen zonder flenzen is zulk een richtelement aan te bevelen. In de bij voorkeur toe te passen 40 uitvoeringsvorm van fig. 1 bestaat het richtelement uit een L-vormig ge- 8302801 7 ·’ · bogen strip 14, die een geheel vormt met de beugel 7 of daarmee bijvoorbeeld door lassen is verbonden. Deze strip 14 is voorzien van een gat of varkensstaart 15 waardoorheen de draad 11 is gestoken.
Om het draagtuig 1, 2 met de draadkloshouder 6 aan het lichaam te 5 bevestigen, wordt wanneer de gesp 4 gesloten is, deze eerst losgemaakt.
De schouderriem 2 wordt zodanig over de rechterschouder aangebracht, dat de draadkloshouder 6 zich uiteindelijk op de rug bevindt. Hierna wordt de buikriem 1 om het middel vastgegespt. Indien nodig kan de lengte van de schouderriem 2 aan het lichaam worden aangepast door middel van de 10 gesp 5. Het draagtuig kan ook zodanig worden ontworpen, dat de schouderriem op de linkerschouder en de geleidingsbuls onder de arm door worden geplaatst.
Als verdere uitwerking van de uitvinding kan de draadkloshouder zijn voorzien van een rem, die de rotatie van de draadklos enigszins 15 tegenwerkt. Wanneer de as 8 niet draaibaar in de beugel 7 is opgenomen kan de rem bijvoorbeeld worden gevormd door niet getoonde moeren voor het op zijn plaats houden van de as 8 in de beugel 7. De remwerking kan worden ingesteld door het vaster of minder vast aandraaien van de moeren.
20 Wanneer de klos. 10 vrij draaibaar door de as 8 wordt ondersteund, kan als rem een of meer op de as bevestigde wrljvingsflenzen worden toegepast. Uiteraard zijn andere uitvoeringsvormen mogelijk. Door deze rem wordt de reeds eerder genoemde lusvorming tussen de draadkloshouder 6 en het invoeruiteinde van de draadgeleidingsbuis 12 voorkomen.
25 Bij de in fig. 1 getoonde uitvoeringsvorm van het bindgarnituur is een afsnij-inrichting 16 aan de buikriem 1 bevestigd, bijvoorbeeld door middel van klinknagels 17. Het aan de onderzijde enigszins naar voren uitgebogen deel van de snij-inrichting is in deze uitvoeringsvorm voorzien van wigvormig uitgevoerde snijkanten 18. Deze snijkanten of snij-30 randen kunnen uiteraard ook een andere vorm hebben, zoals bijvoorbeeld sikkelvormig, waarbij om redenen van veiligheid en/of voorkomen van ongewenst in werking treden van de afsnijvoorziening, naar gelang links-of rechtshandig wordt gewerkt, de snijkanten daaraan tegengesteld worden gemonteerd. Binnen het kader van de uitvinding is het ook mogelijk om 35 uitwisselbare mesjes toe te passen, die kunnen worden vervangen indien deze zijn versleten of in ongerede zijn geraakt. Ook kan de hele snij-inrichting uitwisselbaar zijn.
Doordat de snij-inrichting in het bindgarnituur is opgenomen, hoeft niet te worden gewerkt met los gereedschap, zodat het afsnijden van de 40 draad 11 zonder enige vertraging gemakkelijk en soepel kan worden ver- 8302801 8 richt, in het bijzonder wanneer het afsnijdende deel van de snij-inrichting door zijn wigvormige uitvoering dit afsnijden vergemakkelijkt en voorts nog veiliger werkt dan de bekende, tot nu toe vaak toegepaste ringvingermesjes bij werkmethoden zoals op blz. 1 is beschreven.
5 In fig. 2 is een draadkloshouder 6 getoond, die geschikt is voor een konische draadklos, die bij deze uitvoeringsvorm draaibaar om de in de houder 6 vast aangebrachte as 20 is aangebracht, die hoofdzakelijk loodrecht op de buikriem 1 is opgesteld. De draadklos 19 kan in de draadkloshouder 6 worden geladen via een openklapbare deksel 22. De 10 konische draadklos 19 rust dan draaibaar op bodemschijf 21 en is tot aan de bovenzijde geleid door as 20 respektievelijk tot nok 20 naargelang de gekozen lengte van voomoemde as. Desgewenst kan worden voorzien in de eerder bedoelde remmende werking, uit te oefenen op de draadklos, bijvoorbeeld door om as c.q. nok 20 aan de dekselzijde een lichte spiraal-15 veer aan te brengen, zodanig dat ingevolge de bij het sluiten van de deksel opgewekte druk, de draadklos met voldoende wrijving op schijf 21 ronddraait.
Teneinde een universele draadkloshouder geschikt te maken voor de diverse standaardmaten in de lengte/hoogte van de draadklossen kan bij-20 voorbeeld de schijf 21 middels een naar de onderzijde van de draadkloshouder 6 doorlopende en uitstekende as 20 op de vereiste hoogte worden gefixeerd opdat de gewenste remmende wrijvende werking wordt verkregen. Aangezien uit meerdere uitvoeringsvormen kan worden gekozen, zijn ook deze niet in fig. 2 weergegeven.
25 Deksel 22 is voorzien van een gat 23, dat behalve als draaddoorvoer tevens als richtelement dienst doet voor het richten van de draad naar het draadinvoereinde van de geleidingsbuis 12.
Hoewel in fig. 2 een draadkloshouder 6 met draaibaar opgenomen draadklos is getoond, is ook een uitvoering met een stilstaande draad-30 klos 19 mogelijk. As 20 kan vervallen indien deze draadklos op alternatieve wijze in de houder 6 wordt vastgehouden terwijl gat 23 naar een zodanige plaats wordt gebracht dat geprofiteerd kan worden van de afwik-kelingseigenschappen welke inherent zijn aan konische draadklossen.
Een gewenste remmende werking bij het afwikkelen van zulk een stil-35 staande draadklos wordt als regel automatisch verkregen.
Teneinde te voorkomen dat de draadklos 19 uit de draadkloshouder 6 kan schieten, kan het deksel 22 worden voorzien van een vergrendeling. Het laden van de draadklos 19 kan uiteraard ook middels een toegang van opzij geschieden.
40 In fig. 3 is een draadhouder 6 voor een bol touw 24 als touwvoor- 8302801 V .* t 9 raad getoond. De bodem van de touwhouder 6 is bij voorkeur min of meer kegelvormig of dito bolvormig. Hierdoor wordt automatisch door de wrijving tussen de houderbodem en de bol touw de benodigde remwerking verkregen. Ook bij deze touwhouder 6 is een scharnierbaar deksel 22 met een 5 daarin aangebracht gat 23 aanwezig. Ook hier kan het laden middels een toegang van opzij geschieden.
Hoewel de draadhouders 6 volgens de fig. 2 en 3 een dichte uitvoering hebben, is het mogelijk om voor een of meer van de wanden van deze houders gaasmateriaal toe te passen, waarbij eventueel het richtelement 10 kan worden gevormd door een van de mazen van het gaas.
In de hierboven toegelichte uitvoeringsvormen zijn de draadhouders 6 met klinknagels 9 aan het draagtuig 1, 2 bevestigd, echter zijn diverse bevestigingsmethoden mogelijk. Het is bijvoorbeeld denkbaar de houders 6 uitwisselbaar aan het draagtuig 1, 2 te bevestigen door middel 15 van bouten en moeren, respektievelijk vleugelmoeren, of andere losmaakbare bevestigingsmiddelen.
Binnen het kader van de uitvinding zijn naar wens diverse varianten van draadkloshouders mogelijk afhankelijk van in de handel verkrijgbare vormen van draadvoorraden.
8302801

Claims (23)

1. Bindgarnituur, waaruit voor het verrichten van bindwerkzaamheden een gewenste draadlengte kan worden af genomen, gekenmerkt ^ d o o r een draadkloshouder, die van een bevestiglngsorgaan Is voorzien om deze houder aan het lichaam van een gebruiker te bevestigen.
2. Bindgarnituur volgens conclusie 1, gekenmerkt door een door middel van een tweede bevestiglngsorgaan over de schouder van de gebruiker te plaatsen draadgeleidingsinrichting, die de draad, die van de op de rug van de gebruiker bevestigde draadkloshouder afkomstig is, om de schouder heen geleidt tot aan de voorzijde van het lichaam van de gebruiker.
3. Bindgarnituur volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de bevestigingsorganen van draadkloshouder en/of draadge- ^ leidingsinrichting worden gevormd door een draagtuig.
4. Bindgarnituur volgens conclusie 3,met het ken merk, dat het draagtuig bestaat uit een buikriem en een daaraan bevestigde schouderriem, die de draadkloshouder respektievelijk draadgeleidingsinrichting ondersteuen. 20
5. Bindgarnituur volgens conclusie 4,met het ken merk, dat in de buikriem en eventueel in de schouderriem een gesp is opgenomen.
6. Bindgarnituur volgens conclusie 1 tot 3,met het kenmerk, dat de draadkloshouder bestaat uit een in een beugel gelegerde 25 stilstaande danwel roterende as ter opname en uitrichting van een af te wikkelen draadklos.
7. Bindgarnituur volgens conclusie 1 tot 5,met het kenmerk, dat de draadkloshouder bestaat uit een beugel, aan de armen waarvan korte nokken zijn bevestigd. 30
8. Bindgarnituur volgens conclusie 6 en 7, met het kenmerk, dat de beugel gedeeld is uitgevoerd ter opname van draadklossen van verschillende lengte-afmetingen.
9. Bindgarnituur volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat aan de draadkloshouder en tussen deze 35 en de geleidingsinrichting een richtelement is aangebracht.
10. Bindgarnituur volgens conclusie 9,met het. kenmerk, dat het richtelement bestaat uit een gesloten ring of een open ring in de vorm van zogenaamde varkensstaart.
11. Bindgarnituur volgens een of meer van de voorgaande conclusies, 40 met het kenmerk, dat de draadkloshouder geheel of gedeel- 8302801 telijk wordt gevormd door een. doos- of kooikonstruktie van min of meer rechthoekige vorm.
12. Bindgarnituur volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat voornoemde doos of kooi is voorzien van openklapbare of 5 vegneembare deksel respektievelijk zijwand(en) welke in bedrijfstoestand vergrendeld kunnen worden.
13. Bindgarnituur volgens conclusie 11 respektievelijk 12, m e t het kenmerk, dat de draadklos in de draadkloshouder kan worden opgenomen door een doorgaande as tussen twee tegenover elkaar gelegen 10 zijwanden van de doos of kooi, respektievelijk door een stel nokken aangebracht aan deksel en bodem daarvan c.q. tussen twee tegenover elkaar gelegen zijwanden.
14. Bindgarnituur volgens conclusie 11 tot 13, met het kenmerk, dat de draadkloshouder in doos of kooikonstruktie, of delen 15 daarvan zodanig instelbaar zijn uitgevoerd, dat de as- of nokkenvoorzie-ning een goede opname van draadklossen van verschillende lengte-afmetin-gen waarborgt.
15. Bindgarnituur volgens conclusie 11 tot 14,met het kenmerk, dat het richtelement wordt gevormd door een gaatje in de doos- 20 konstruktie, respektievelijk een der geschikte mazen in de kooikonstruktie.
16. Bindgarnituur volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de draadkloshouder is voorzien van een soepele reminrichting teneinde een storingsvrije afwikkeling van de 25 draadklos te bevorderen.
17. Bindgarnituur, met het kenmerk, dat de draadkloshouder is uitgevoerd in een geheel of deels dichte of kooikonstruktie, min of meer kegelvormig of dito bolvormig van model, ter ongerichte en vrije opname van de draadklos.
18. Bindgarnituur volgens conclusie 17, met het ken merk, dat het richtelement bestaat uit een gaatje in de wand van een ter plaatse dichte konstruktie respektievelijk wordt gevormd door een der geschikte mazen van een kooikonstruktie.
19. Bindgarnituur volgens een of meer der voorgaande conclusies, 35 met het kenmerk, dat de draadkloshouder is voorzien van een extra, al dan niet afsluitbare opening voor het inbrengen en/of vervangen van draadklossen.
20. Bindgarnituur volgens een van de conclusies 2-19, met het kenmerk, dat de geleidingsinrichting bestaat uit een stel van wel 40 dan niet gesloten ringen. 8302801 v . 12
21. Bindgarnituur volgens een van de conclusies 2-19, met het kenmerk, dat de geleidingsinrichting bestaat uit een gebogen buis, in de bocht waarvan de schouder van de gebruiker kan worden opgenomen.
22. Bindgarnituur volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat aan het tuig een draadafsnijdinrichting is bevestigd.
23. Bindgarnituur volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat de snij rand van de draadafsnijdinrichting wig- of sikkelvormig is uitgevoerd. ***** 8302 8 0 f
NL8302801A 1983-08-09 1983-08-09 Bindgarnituur. NL8302801A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8302801A NL8302801A (nl) 1983-08-09 1983-08-09 Bindgarnituur.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8302801 1983-08-09
NL8302801A NL8302801A (nl) 1983-08-09 1983-08-09 Bindgarnituur.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8302801A true NL8302801A (nl) 1985-03-01

Family

ID=19842249

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8302801A NL8302801A (nl) 1983-08-09 1983-08-09 Bindgarnituur.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL8302801A (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2738456A1 (fr) * 1995-09-12 1997-03-14 Pellenc Sa Appareil pour la pose d'attaches, par exemple pour l'attachage de la vigne
WO2016001472A1 (es) 2014-07-04 2016-01-07 GARCÍA CORTÉS, Óscar Aparato para ligaduras de plantas, en especial vides

Cited By (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2738456A1 (fr) * 1995-09-12 1997-03-14 Pellenc Sa Appareil pour la pose d'attaches, par exemple pour l'attachage de la vigne
EP0763323A1 (fr) * 1995-09-12 1997-03-19 PELLENC (Société Anonyme) Appareil pour la pose d'attaches, par exemple pour l'attachage de la vigne
WO1997009872A1 (fr) * 1995-09-12 1997-03-20 Pellenc Appareil pour la pose d'attaches, par exemple pour l'attachage de la vigne
US5778946A (en) * 1995-09-12 1998-07-14 Pellenc (Societe Anonyme) Apparatus for placing ties, for example, for tying vines
WO2016001472A1 (es) 2014-07-04 2016-01-07 GARCÍA CORTÉS, Óscar Aparato para ligaduras de plantas, en especial vides

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN207543655U (zh) 一种新型水果采摘装置
TWI662884B (zh) Gardening strapping machine
US20050115147A1 (en) Method of guiding plant stem and branch growth
JP2007282558A (ja) 蔓植物栽培装置及びこれを用いた蔓植物栽培方法
CN205455006U (zh) 一种藤蔓绑枝机
BE1012525A3 (nl) Inrichting voor het geleiden van planten.
NL8302801A (nl) Bindgarnituur.
US20070113470A1 (en) Plant support apparatus
US9237688B2 (en) Root rope for planting plant root material, and method of use
EP2404498B1 (en) Improved tomato hook and method and device for the manufacture thereof
US4779375A (en) Apparatus and method for training a plant to grow upright using a plant training stake
JPS58501206A (ja) 鉤素頭部への釣針掛けおよび餌づけ装置
NL1013023C2 (nl) Inrichting voor het omhoog geleiden van een plant.
DE102004056864B3 (de) Verfahren und Vorrichtung zum Umschnüren einer Ware mit einer Schnur
JPH0529012Y2 (nl)
JP2000324955A (ja) つる巻付け紐支持具
NL1027825C1 (nl) Alternatief voor het wikkelen van haken voor geleiding planten in plantenkassen.
EP0570035B1 (en) A combination of a wire reel and an attachment to be provided on the wire reel
KR102334572B1 (ko) 휴대형 과실 수확 장치
KR101098388B1 (ko) 원예용 결속기의 테이프가이드
JP3676747B2 (ja) シート押えバンド張り渡し具、およびそれによるシート押えバンド張り渡し工法
US20080250708A1 (en) Support for Supporting/Binding a Plant
EP4408161A1 (en) Improved crop hook or tomato hook, use thereof and warehouse comprising the crop hook
JP3531137B2 (ja) かぶせ茶園用茶園管理機
SU14297A1 (ru) Узлов затель

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed