NL8302449A - Electronic ballast for gas discharge lamp circuit - has tuned electronic inverter circuit resonating between 20khz and 300khz - Google Patents

Electronic ballast for gas discharge lamp circuit - has tuned electronic inverter circuit resonating between 20khz and 300khz Download PDF

Info

Publication number
NL8302449A
NL8302449A NL8302449A NL8302449A NL8302449A NL 8302449 A NL8302449 A NL 8302449A NL 8302449 A NL8302449 A NL 8302449A NL 8302449 A NL8302449 A NL 8302449A NL 8302449 A NL8302449 A NL 8302449A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
circuit
voltage
winding
current
transformer
Prior art date
Application number
NL8302449A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Univ Brigham Young
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Univ Brigham Young filed Critical Univ Brigham Young
Priority to NL8302449A priority Critical patent/NL8302449A/en
Publication of NL8302449A publication Critical patent/NL8302449A/en

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H05ELECTRIC TECHNIQUES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • H05BELECTRIC HEATING; ELECTRIC LIGHT SOURCES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; CIRCUIT ARRANGEMENTS FOR ELECTRIC LIGHT SOURCES, IN GENERAL
    • H05B41/00Circuit arrangements or apparatus for igniting or operating discharge lamps
    • H05B41/14Circuit arrangements
    • H05B41/26Circuit arrangements in which the lamp is fed by power derived from dc by means of a converter, e.g. by high-voltage dc
    • H05B41/28Circuit arrangements in which the lamp is fed by power derived from dc by means of a converter, e.g. by high-voltage dc using static converters
    • H05B41/282Circuit arrangements in which the lamp is fed by power derived from dc by means of a converter, e.g. by high-voltage dc using static converters with semiconductor devices
    • H05B41/2821Circuit arrangements in which the lamp is fed by power derived from dc by means of a converter, e.g. by high-voltage dc using static converters with semiconductor devices by means of a single-switch converter or a parallel push-pull converter in the final stage
    • HELECTRICITY
    • H05ELECTRIC TECHNIQUES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • H05BELECTRIC HEATING; ELECTRIC LIGHT SOURCES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; CIRCUIT ARRANGEMENTS FOR ELECTRIC LIGHT SOURCES, IN GENERAL
    • H05B41/00Circuit arrangements or apparatus for igniting or operating discharge lamps
    • H05B41/14Circuit arrangements
    • H05B41/36Controlling
    • H05B41/38Controlling the intensity of light
    • H05B41/39Controlling the intensity of light continuously
    • H05B41/392Controlling the intensity of light continuously using semiconductor devices, e.g. thyristor
    • H05B41/3921Controlling the intensity of light continuously using semiconductor devices, e.g. thyristor with possibility of light intensity variations
    • H05B41/3925Controlling the intensity of light continuously using semiconductor devices, e.g. thyristor with possibility of light intensity variations by frequency variation

Abstract

The electronic ballast supplies high frequency alternating current to gas discharge lamps and is connected to a three phase supply rectified to direct current before electronic inversion to between 20 and 30 kHz. The inverter circuit, suitable for use as an electronic ballast, takes DC power from a rectifier circuit and comprises two transistors (44,45) forming the active elements of a high-power, push-pull, class-B, tuned-collector, current-driven oscillator. The tuned circuit comprises inductors or windings (52,53) of an inverter transformer (54), and is tuned to resonate at a frequency of at least 20kHz in order to enhance lamp efficiency, be inaudible, and to make possible the use of small and practically loss-free circuit components. The same high frequency transformer (54) may have additional windings to produce heating supplies for the lamp filament heaters.

Description

* - mm vo 2*989 r t* - mm vo 2 * 989 r t

Betr.: Elektronisch systeem.Betr .: Electronic system.

De uitvinding heeft in haar meest uitgebreide vorm betrekking op een elektrisch stelsel voor het leveren van hoogfrequente wisselstroom aan gasontladingslampen. Het stelsel is ingericht om te worden verbonden met commercieel beschikbare wisselstroomtoevoerleidingen, bij voorkeur 5 een draaistroom.bron. Het stelsel omvat middelen voor het gelijkrichten *· van de wisselstroom tot een betrekkelijk gladde gelijkstroom op een vei lige spanning voor overdracht over een gewone gebouwbedrading, en elektronische middelen voor het inverteren van de gelijkstroom in een hoogfrequente wisselstroom, bijvoorbeeld 20 - 30 kHz, en een geschikte span-10 ning voor het voeden van gasontladingslampen, zonder of met middelen voor het verwarmen van de draden, en voor het door de lampen sturen van de stroom. De uitvinding heeft in haar minst uitgebreide vorm betrekking op de vermelde elektronische middelen in de vorm van een elektronische of vaste-stof-ballastschakeling.The present invention in its most extensive form relates to an electrical system for supplying high-frequency alternating current to gas discharge lamps. The system is adapted to be connected to commercially available AC power supply lines, preferably a three-phase power source. The system includes means for rectifying the alternating current to a relatively smooth direct current on a safe voltage for transmission over ordinary building wiring, and electronic means for inverting the direct current into a high frequency alternating current, for example 20-30 kHz, and a suitable voltage for supplying gas discharge lamps, with or without means for heating the wires, and for directing the current through the lamps. The invention in its least extensive form relates to the said electronic means in the form of an electronic or solid-ballast circuit.

15 Voorstellen voor het drijven van gasontladingslampen op frequen ties, die hoger liggen dan de commercieel beschikbare wisselstroom met 50 - 60 Hz, zijn tot nu toe gedaan met beweringen van een betere ener-giedoelmatigheid dan indien op de gebruikelijke wijze bedreven op de commercieel beschikbare frequentie. Bij de voor hogere frequenties voor-20 ziene voordelen was de mogelijkheid van het gebruiken van kleinere, lichtere en goedkopere toebehoren voor de gasontlading, omdat, hoewel een groot aantal verbeteringen is aangebracht in ballastschakelingen en andere toebehoren, ontworpen voor het 60-perioden bedrijf sinds gasontladingslampen voor het eerst op de markt werden gebracht, de onderdelen van 25 de stuur schakeling, zoals transformatoren, smoorspoelen en condensatoren, bij een bepaalde frequentie een grens bereiken voor wat betreft de grootte en het.gewicht, en deze grens in het algemeen lager wordt naarmate de frequentie hoger is. Het gebruik van hogere frequenties omvatte echter aanvankelijk een aantal moeilijkheden, waarbij de hoge kosten waren en 30 de betrekkelijk lage doelmatigheid van de commercieel beschikbare omzet-uitrusting. Enkele daaropvolgende ontwikkelingen gaven aan, dat voldoende verbetering in frequentie-omzetting was aangebracht om een algemener gebruik mogelijk te maken. Stuurorganen en -schakelingen voor gebruik bij hogere frequenties werden voorgesteld voor gebruik in bijzondere toepas-35 singen en voor mogelijk algemeen gebruik .Proposals for driving gas discharge lamps at frequencies higher than the commercially available alternating current at 50 - 60 Hz have hitherto been made with claims of better energy efficiency than if conventionally operated at the commercially available frequency . Among the foreseen benefits for higher frequencies was the possibility of using smaller, lighter and cheaper accessories for the gas discharge because, although a great many improvements have been made to ballast circuits and other accessories, designed for 60-period operation since gas discharge lamps were first marketed, the components of the control circuitry, such as transformers, inductors and capacitors, at a certain frequency reach a size and weight limit, and this limit generally decreases the higher the frequency. However, the use of higher frequencies initially included a number of difficulties, the high being cost and the relatively low efficiency of the commercially available sales equipment. Some subsequent developments indicated that sufficient improvement in frequency conversion had been made to allow more general use. Controllers and circuits for use at higher frequencies have been proposed for use in particular applications and for possible general use.

83024498302449

I WI W

-2 --2 -

De mogelijke voordelen van het "bedrijven van gasontladingslampen op frequenties "boven 60 perioden per seconde, werden dus "bij deskundigen op dit gebied algemeen onderkend, in hoofdzaak stoelende op proefondervindelijk werk en op enkele installaties in bijzondere situaties aan het 5 einde van de jaren "i960. De verwezenlijking van de voorziene voordelen van het op hogere frequentie bedrijven van gasontladingslampen wachtte op de ontwikkeling van schakelingen, stelsels en omzetuitrusting, die zowel vanuit het gezichtspunt van doelmatigheid en betrouwbaarheid enerzijds, als van kosten anderzijds, bevredigend zouden zijn.Thus, the potential benefits of "operating gas discharge lamps on frequencies" above 60 periods per second were "widely recognized by those skilled in the art, primarily based on experimental work and on some installations in particular end-of-year situations" i960. The realization of the foreseen benefits of operating gas discharge lamps at a higher frequency waited for the development of circuitry, systems and turnover equipment which would be satisfactory both from the point of view of efficiency and reliability on the one hand, and costs on the other.

10 De behoefte aan wisselstroom op frequenties boven 3000 perioden, die werd gevoeld op andere gebieden dan verlichting met gasontladingslampen, zette onderzoekers aan de transistor te onderzoeken als een mogelijk gereedschap voor het voldoen aan de behoefte. Het succes in de ontwikkeling van schakelingen, stoelende op transistoren voor het inver-15 teren van DC naar AC op hoge. frequenties voor het gebruik op deze andere gebieden, zette de ontwikkeling aan van schakelingen, stoelende op tran-sistorenvonr gebruik met gasontladingslampen. De transistor maakte vastest of-ballast schakelingen voor gasontladingslampen mogelijk, en tegen 1976 werd een vaste-stof-ballastschakeling beschreven, bestaande uit een 20 oscillator met een sinusvormige golf op 20 kHz, bedreven met êénfaze-wisselstroom van 120 V met een diodebruggelijkrichter en een frequentie-zeef voor het opwekken van een gelijkstroomschakelingvoeding van 170 V.10 The need for alternating current at frequencies above 3000 periods, which was felt in areas other than gas discharge lamp illumination, prompted researchers to examine the transistor as a possible tool for meeting the need. The success in the development of circuits was based on transistors for converting DC to AC at high. frequencies for use in these other areas prompted the development of circuits based on transistors prior to use with gas discharge lamps. The transistor enabled solid-state or ballast circuits for gas discharge lamps, and by 1976 a solid-state ballast circuit consisting of a 20 sine wave oscillator at 20 kHz operated with 120V single phase AC with a diode bridge rectifier and a frequency sieve to generate a 170 V DC switching power supply

De grondschakeling was in beginsel een klasse-C-oscillator met sinusvormige golf met een frequentiezeefsmoorspoel voor het verzekeren van een 25 doelmatiger transistorschakelen. Twee bepaalde toepassingen voor de grondschakeling werden voorgesteld, t.w. een in het bijzonder voor fluorescen-tiebuizen van Uo W met een snelle ontsteking, en de andere voor hogere ontsteekspanningen, vereist door de meeste gasontladingslampen van 2^,38 cm met ogenblikkelijke ontsteking. De schakeling was klein en ongeveer 30 90% doelmatig, en voorspeld werd, dat zij "in de toekomst waarschijnlijk de "norm" al zal worden voor al het werk op het gebied van booglampbal-lastschakelingen". De voorspelling is in het tussenliggende tijdvak van bijna zes jaar niet .uitgekomen.The base circuit was basically a sine wave class C oscillator with a frequency screen choke to ensure more efficient transistor switching. Two particular applications for the ground circuit have been proposed, i.e. one in particular for Uo W fluorescent tubes with rapid ignition, and the other for higher ignition voltages required by most 2 1/2 inch gas discharge lamps with instantaneous ignition. The circuit was small and about 90% efficient, and was predicted to "probably become the" standard "for all arc lamp ball load circuit work in the future". The forecast did not materialize in the intervening period of nearly six years.

De schakelingen voor het leveren van AC aan de genoemde vaste-35 stof-gelijkrichters bevatten eenfazestroom- en draaistroomtoevoerleidingen. Een draaistroomtoevoer heeft voordelen boven een éenfazestroom-toevoer, in het bijzonder door het produceren van een betrekkelijk glad- 8302449The circuits for supplying AC to said solid-state rectifiers include single-phase and three-phase supply lines. A three-phase supply has advantages over a single-phase supply, in particular by producing a relatively smooth 8302449

V 'LV 'L

- 3 - dere DC na het gelijkrichten.- 3 - third DC after rectification.

Een element in een de voorkeur verdienende onderhavige gelijk-richtschakeling omvat een bekende gelijkrichter, zoals eerder beschreven, in de vorm van den kwikbooggelijkrichter met zes anoden, gevoed 5 door een driehoeks stergeschakelde transformator, waarbij de neutrele van de zes secundaire wikkelingen door een belasting- en afvlaksmoor-spoel is geschakeld aan de kathode.An element in a preferred present rectifying circuit comprises a known rectifier, as described previously, in the form of the six-anode mercury arc rectifier, fed by a triangular star-switched transformer, the neutral of the six secondary windings being fed by a load. and smoothing choke is connected to the cathode.

' 3epaalde voorgestelde stelsels hebben een centraal opgestelde inverteerschakeling gesuggereerd voor het via een verdeelstelsel leve-10 ren van hoogfrequente energie aan een groot aantal lampen, bijvoorbeeld aan alle lampen in een groot gebouw. Deze stelsels hebben om een aantal redenen op de markt geen succes gehad. Een is, dat het falen van de centrale inverteerschakeling, die noodzakelijkerwijze groot en ingewikkeld is, ernstig ongemak tot gevolg heeft in het verlichte gebied voordat 15 herstel van de bijzondere uitrusting tot stand kan worden gebracht. Verdeling van hoogfrequente energie over een aanzienlijke afstand voert aanvullende energieverliezen in. Geluidsruis op gehoorfrequenties en hoogfrequente ruis, op hogere frequenties uitgestraald van lange leidingen, zijn andere moeilijkheden. Bovendien is de bedrading voor een 20 dergelijk stelsel ingewikkeld en moeilijk aan te brengen, wanneer lampen met een ,rsnelle ontsteking” worden gebruikt, omdat de draden van deze lampen moeten worden gevoed met stroom voor het verwarmen daarvan, waarbij , indien de stroom voor de draden eveneens vanaf een centraal punt wordt verdeeld alsmede de hoogfrequente stroom, worden de bedradingskos-25 ten vele malen vergroot.Certain proposed systems have suggested a centrally disposed inverter circuit for supplying high frequency energy to a large number of lamps via a distribution system, for example to all lamps in a large building. These systems have been unsuccessful on the market for a number of reasons. One is that the failure of the central inverting circuit, which is necessarily large and complex, results in severe discomfort in the illuminated area before recovery of the special equipment can be accomplished. Distribution of high-frequency energy over a considerable distance introduces additional energy losses. Sound noise at hearing frequencies and high-frequency noise radiated from higher pipes at higher frequencies are other difficulties. In addition, the wiring for such a system is complicated and difficult to install when using "rapid ignition" lamps, because the wires of these lamps must be supplied with power to heat them, where if the power for the wires are also distributed from a central point as well as the high frequency current, the wiring costs are increased many times.

In de algemeenste bekende praktijk, werd éenfaze-energie van 60 Hz verdeeld om bij elke armatuur te worden gelijkgericht. In een groot gebouw maakt dit vele gelijkrichters nodig, en grote, gewoonlijk elek-trolytische condensatoren en wellicht grote smoorspoelen. Voor deze doel-30 einden gebruikte smoorspoelen zijn ondoelmatig, kostbaar en luidruchtig, terwijl elektrolytische condensatoren onbetrouwbaar zijn, temperatuurge-voelig en beperkte levensduren hebben. Alleen gebruikte condensatorfre-quentiezeven leiden.tot een zeer lage energiefactor voor het stelsel, en dientengevolge tot grote energie-overdrachtverliezen.In the most common known practice, single phase energy of 60 Hz was distributed to be rectified with each luminaire. In a large building, this requires many rectifiers, and large, usually electrolytic capacitors and perhaps large inductors. Chokes used for these purposes are ineffective, expensive and noisy, while electrolytic capacitors are unreliable, temperature sensitive and have limited life. Only capacitor frequency sieves used lead to a very low energy factor for the system, and consequently to large energy transfer losses.

35 Eerder voorgestelde stelsels voor het verkrijgen van het voordeel van het hoogfrequente bedrijf van de lampen door het gelijkrichten van AC voor het verschaffen van DC aan hoogfrequente inverteerschakelingen, 830244935 Previously proposed systems for obtaining the advantage of high frequency operation of the lamps by rectifying AC to provide DC to high frequency inverters, 8302449

V VV V

- k - en voor het "bedrijven met de noodzakelijke hoge energiefactor, grote doelmatigheid en winig ruis, varen veel te kostbaar of hadden onaanvaardbare schikkingen getroffen in werking en betrouwbaarheid, niemand is geslaagd in het verschaffen van een stelsel, dat aanvaardbaar is gebleken 5 op de markt, en dat een veroorloofbare, veilige, economische, betrouwbare, doelmatige en soepele ballastschakeling, en een stelsel voor bedrijf op frequenties in het bereik van 20 - 30 kHz of hoger.- k - and for "operating with the necessary high energy factor, high efficiency and low noise, sailing far too costly or having made unacceptable arrangements in operation and reliability, no one has succeeded in providing a system that has proved acceptable the market, and that affordable, safe, economical, reliable, efficient and smooth ballast circuit, and a system for operating at frequencies in the range of 20 - 30 kHz or higher.

De uitvinding voldoet aan deze lang gevoelde behoefte.The invention meets this long-felt need.

De uitvinding bestaat in haar meest uitgebreide vorm uit een stel-10 sel voor het leveren van hoogfrequente AC, bij voorkeur van een laagfre-quente AC bron, die gelijkrichtmiddelen bevat voor het omzetten van de AC in DG, en inverteermiddelen voor het omzetten van DC in hoogfrequente AC. De inverteermiddelen kunnen een, enkele of een groot aantal gas-ontladingslampen voeden, gewoonlijk fluorescentiebuizen, bijvoorbeeld al-15 le fluorescentiebuizen in een groot gebouw, naar keuze met middelen voor het dempen van de buizen.The invention in its most extensive form consists of a system for supplying high-frequency AC, preferably from a low-frequency AC source, containing rectifying means for converting the AC to DG, and inverters for converting DC in high-frequency AC. The inverters can power one, a few, or a large number of gas discharge lamps, usually fluorescent tubes, for example, all fluorescent tubes in a large building, optionally with tube damping means.

In naar minder uitgebreide vorm bestaat de uitvinding uit elektronische middelen, hier dikwijls aangeduid als elektronische of vaste-stof-ballastschakeling voor gebruik in het stelsel voor (a) het verschaffen 20 van de noodzakelijke ontsteekspanning voor de buizen wanneer de weerstand tegen stroomlevering betrekkelijk hoog is, (b) het beperken van de stroomlevering in de buisschakeling tijdens bedrijf van de buis wanneer de weerstand tegen stroomlevering betrekkelijk laag is, en (c) het naar keuze leveren van stroom voor het verwarmen van de draden of elektroden 25 in de buizen, bij voorkeur op een betrekkelijk hoog niveau voor het ontsteken van het bedrijf van de buis, en op een veel lager niveau tijdens bedrijf.In a less extensive form, the invention consists of electronic means, often referred to herein as electronic or solid ballast circuit for use in the system for (a) providing the necessary ignition voltage to the tubes when the resistance to current supply is relatively high , (b) limiting the current supply in the tube circuit during operation of the tube when the resistance to current supply is relatively low, and (c) optionally supplying current for heating the wires or electrodes in the tubes, at Preferably at a relatively high level for igniting tube operation, and at a much lower level during operation.

Het stelsel omvat bij voorkeur een verdeelcentrum, waarin gewoonlijk een enkele centrale transformator aanwezig is, die kan worden 30 geschakeld aan de commercieel beschikbare AC stroombron, bij voorkeur draaistroom, waarbij de primaire wikkeling is ontworpen voor het ontvangen van de energie van de bron op de lijnspanning, die gewoonlijk te hoog is voor veilige verdeling in het gebouw, en waarvan de secundaire is ontworpen voor het met stroom op een geschikte gebouwspanning voeden 35 van het verdeelcentrum van het gebouw. Indien de beschikbare stroombron op een geschikte spanning is voor verdeling door het gebouw, is een centrale transformator niet nodig. Het verdeelstelsel van het gebouw omvat 8302449 - 5 - een aantal tussencentra, bijvoorbeeld één voor elke verdieping, indien het een niet te uitgebreid gebied is, of een aantal indien het gebied van de verdieping te uitgebreid is voor het voldoende zijn van een enkel tussencentrum voor een doeltreffende verdeling. Vanaf het tussencentrum 5 kunnen de gebruikelijke gebouwbehoeften worden geleverd door middel van een transformator, waarvan de primaire is ontwikkeld voor de verdeel-spanning vanaf het centrum, en de secundaire is ontwikkeld voor schakeling aan gebruiksuitgangen e.d., die gewoonlijk worden gevoed door leidingen met 110 - 2é0 V. Bij een strategisch geplaatst tussencentrum is 10 een gelijkrichter verschaft voor het omzetten van de AC in DC voor het voeden van een aantal invert eer s chakelingen nabij de lampen. De transformator in het tussencentrum is met de primaire wikkelingen bij voorkeur geschakeld in driehoeksopstelling, en de secundaire in steropstelling, waarbij de gemeenschappelijke centrumverbinding van de wikkelingen dient 15 als een aansluiting voor een neutrale of aardleiding. Bij voorkeur bevatten de secundaire wikkelingen niet alleen de gebruikelijke drie wikkelingen, maar drie aanvullende wikkelingen, die op de hierna beschreven wijze zijn gewikkeld voor het zodoende voeden van een zes-fazenstroom aan de gelijkrichters. Een zes-fazenstroom heeft na gelijkrichting een 20 betrekkelijk kleine rimpelsparming, die het gelijkrichten tot een vrijwel gladde gelijkstroom betrekkelijk eenvoudig en goedkoop maakt. De gelijkrichter omvat bij voorkeur twee zes-fazen diodegroepen, die gelijkstroom verschaffen aan een positieve en aan een negatieve aansluiting voor schakeling aan positieve en negatieve leidingen, die met de boven-25 vermelde neutrale of aardleiding een DC verdeelstelsel vormen voor het voeden van de inverteer schakelingen. Er is één invert eer schakeling aanwezig als een element in de elektronische ballastschakeling voor elke armatuur of groep naburige armaturen, afhankelijk van het aantal buizen per armatuur. De onderhavige inverteerschakelingen kunnen één tot vier 30 of zelfs enkele buizen meer voeden zonder overbelasting. Een deskundige kan aan de band, van de toelaatbare belastingen van de buizen en inverteerschakelingen gemakkelijk het aantal door elke ballastschakeling te voeden buizen en armaturen bepalen.The system preferably includes a distribution center, usually containing a single central transformer, which can be connected to the commercially available AC power source, preferably three-phase current, the primary winding being designed to receive the energy from the source on the line voltage, which is usually too high for safe distribution in the building, and the secondary of which is designed to power the building distribution center with current at an appropriate building voltage. If the available power source is at a suitable voltage for distribution throughout the building, a central transformer is not required. The distribution system of the building includes 8302449 - 5 - a number of intermediate centers, for example one for each floor, if it is not an extensive area, or a number if the area of the floor is too extensive to suffice from a single intermediate center for an effective distribution. From the intermediate center 5, the usual building needs can be provided by means of a transformer, the primary of which is developed for the distribution voltage from the center, and the secondary is designed for switching to outputs of use, etc., which are usually fed by lines with 110 - 2 ° 0. At a strategically placed intermediate center, a rectifier is provided for converting the AC to DC to power a number of inverters near the lamps. The transformer in the intermediate center is preferably connected in a triangular arrangement with the primary windings, and in the star arrangement in the secondary, the common center connection of the windings serving as a connection for a neutral or earth conductor. Preferably, the secondary windings contain not only the usual three windings, but three additional windings, which are wound in the manner described below to thereby feed a six phase current to the rectifiers. A six-phase current, after rectification, has a relatively small ripple voltage, which makes rectification to an almost smooth direct current relatively simple and inexpensive. The rectifier preferably includes two six-phase diode groups, which provide direct current to a positive and to a negative terminal for connection to positive and negative leads, which with the above neutral or ground lead form a DC distribution system for supplying the inverter circuits. There is one inverter circuit as an element in the electronic ballast circuit for each luminaire or group of neighboring luminaires, depending on the number of tubes per luminaire. The present inverters can supply one to four or more single tubes more without overload. A person skilled in the art can easily determine the number of pipes and fittings to be fed by each ballast circuit, from the permissible loads on the pipes and inverters.

De ballastschakeling bevat inverteermiddelen voor het omzetten 35 van de DC, ontvangen van het bovenbeschreven stelsel, in een hoogfrequente AC, bijvoorbeeld 20 - 30 kHz, een transformator voor deze hoogfrequente AC voor het omzetten van de in de inverteermiddelen opgewekte span- m 8302449 * w - 6 - mwg in cLe juiste spanning voor het bedrijven van de huizen, en, indien gewenst, het verwarmen van de draden daarvan. Middelen voor het afvlakken van de DC, voordat deze wordt omgezet in AC, kunnen zijn opgenomen, indien nodig of wenselijk geacht. Verder kunnen middelen zijn voorzien 5 voor het vergemakkelijken van het ontsteken van de huizen, alsmede middelen voor het begrenzen van de stroomlevering door de huizen, nadat deze stroom beginnen te geleiden. De inverteer- en bijbehorende middelen vormen de elektronische of vaste-stof-ballastschakeling.The ballast circuit includes inverters for converting the DC, received from the above-described system, into a high-frequency AC, for example 20 - 30 kHz, a transformer for this high-frequency AC for converting the voltages generated in the inverters 8302449 * w - 6 - mwg in the correct voltage for operating the houses and, if desired, heating the wires thereof. Means for smoothing the DC before it is converted to AC may be included if deemed necessary or desirable. Furthermore, means may be provided for facilitating ignition of the housings, as well as means for limiting the flow of current through the housings after this current has started to conduct. The inverters and associated means form the electronic or solid ballast circuit.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, 10 waarin: fig. 1 een blokschema is van een voorkeursuitvoeringsvorm van het stelsel, waarbij de commerciële draaistroomkrachtbron is weergegeven, een centrale transformator voor het gebouw, die zich in een centrale krachtruimte kan bevinden voor het verlagen van de hoge voedingsspan-15 ning tot een spanning, die geschikt is voor verdeling vanaf de centrale transformator naar tussencentra, waar de AC gelijk wordt gericht tot DC, bij voorkeur een drieleiding DC overdrachtsstelsel voor het voeden van een aantal inverteerschakelingen, dat de gewenste hoogfrequente kracht levert voor het bedrijven van de buizen; 20 fig. 2 schematisch de secundaire wikkelingen toont van de trans formator, bijvoorbeeld in de gelijkrichter, met bijbehorende onderdelen voor het verschaffen van drieleidergelijkstroom voor de inverteerschake-lingen; fig. 3 een uitvoeringsvorm afbeeldt van een geschikte primaire 25 wikkeling van de transformator volgens fig. 2; fig. k schematisch een aanvullende secundaire wikkeling toont in de transformator in de centrale krachtruimte of in de transformator in de inverteersehakeling voor het verkrijgen van êénfaze of draai AC voor gebruik in gebruiksuitgangen, voor het drijven van motoren van een lucht-30 behandelingsuitrusting, een schoonmaakuitrusting, toestellen e.d.; fig. 5 een aan fig. U gelijke schets is, die middelen weergeeft voor het verkrijgen van ëênfazestroom op 120/2^0 V ; fig, 6 een schakelschema is van een inverteersehakeling, die als een elektronische ballastschakeling kan worden gebruikt in het stelsel 35 volgens fig. 1; fig, 7 een schakelschema toont van een gedeelte van een bekende, van transistoren voorziene inverteersehakeling; 8302449 - 7 - fig. 8 een wijziging toont van een gedeelte van de schakeling volgens fig. 6, waarbij de wijze is weergegeven voor het in serie bedrijven van het aantal fluorescentiebuizen met snelle ontsteking; fig. 9 een schakelschema is van een gedeelte van de schakeling 5 volgens fig. 6, gewijzigd voor het verschaffen van het uitgloeien van de kathode van fluorescentiebuizen; fig. 10 een andere wijziging verduidelijkt van een gedeelte van de schakeling volgens fig. 6 voor het verschaffen van middelen voor het verminderen van de energie, die na het ontsteken wordt geleverd aan de 10 elektroden van de buizen; fig. 11A een schema is van een schakeling, die een draadverwar-• mingsstroom levert aan de twee draden of elektroden van een fluorescen-tiebuis op twee niveaus, t.w. een volledige verwarmingsstroom bij het ontsteken van het bedrijf van de buis en een sterk verminderde gloei-15 stroom, bijvoorbeeld ongeveer een-derde van de normale gloeikracht tijdens bedrijf van de buizen; fig. 11B een schema is van het rechtergedeelte van de schakeling volgens fig. 11A, gewijzigd voor het leveren van constante verwarmings-kracht aan de draden van de buis; 20 fig. 11C een andere wijziging is van het rechtergedeelte van de schakeling volgens fig. 11A voor het bereiken van hetzelfde resultaat maar met enigszins andere schakelingen aan de transformator; fig. 12 manieren toont voor het schakelen van een aantal buizen over de hoogfrequentleidingen met een hoge spanning van een inverteer-25 schakeling onder gebruikmaking van zowel condensator- als smoorspoelbal-lastschakelingen voor het verkrijgen van een gunstige krachtfactor in de hoogfrequente toevoerleidingen; fig. 13 een schakelschema is van een inverteerschakeling, gelijk aan de in fig. 6 af geheelde uitvoeringsvorm, maar met gewijzigde middelen 30 voor het leveren van stroom aan de bases van twee transistoren, en een andere schakeling van de Zener diode in de schakeling; fig. 14 een schema is van de schakeling, die de inverteerschakeling schakelt aan twee paren in serie geschakelde fluorescentiebuizen met middelen voor het verwarmen van de draden van alle buizen en onder 35 gebruikmaking van zowel condensator- als smoorspoelballastschakelingen voor een hoge krachtfactor aan de uitgang van de inverteerschakeling; en fig. 15 oen schema is van de schakeling van de inverteerschakeling 8302449 - 8 - aan een aantal tuisen, waarbij twee van de buisen. in serie zijn en dit paar parallel is geschakeld met een enkele buis ever de leidingen van de hoogfrequente secundaire wikkeling met hoge spanning van de transformator, waarbij een te verzadigen smoorspoel aanwezig is voor het dempen van 5 de buizen.The invention will be explained in more detail with reference to the drawing, in which: Fig. 1 is a block diagram of a preferred embodiment of the system, showing the commercial three-phase power source, a central transformer for the building, which can be located in a central power space for decreasing the high supply voltage to a voltage suitable for distribution from the central transformer to intermediate centers, where the AC is rectified directly to DC, preferably a three-conductor DC transfer system for supplying a number of inverters, which provides the desired high-frequency power for operating the tubes; Fig. 2 schematically shows the secondary windings of the transformer, for example in the rectifier, with associated parts for providing three-conductor direct current for the inverter circuits; FIG. 3 depicts an embodiment of a suitable primary winding of the transformer of FIG. 2; Fig. k schematically shows an additional secondary winding in the transformer in the central power space or in the transformer in the inverting circuit for obtaining single phase or turn AC for use in utility outlets, for driving motors of an air-handling equipment, a cleaning equipment , appliances etc.; FIG. 5 is a sketch similar to FIG. U showing means for obtaining single phase current at 120/2 / 0V; FIG. 6 is a circuit diagram of an inverter circuit which can be used as an electronic ballast circuit in the system 35 of FIG. 1; FIG. 7 is a circuit diagram of a portion of a known transistor-equipped inverter circuit; 8302449 - 7 - FIG. 8 shows a modification of a portion of the circuit of FIG. 6, showing the mode of series-firing the plurality of rapid ignition fluorescent tubes; FIG. 9 is a circuit diagram of a portion of the circuit 5 of FIG. 6 modified to provide annealing of the cathode from fluorescent tubes; FIG. 10 illustrates another modification of a portion of the circuit of FIG. 6 to provide means for reducing the energy supplied after ignition to the electrodes of the tubes; Fig. 11A is a schematic of a circuit supplying a wire heating current to the two wires or electrodes of a two level fluorescent tube, viz. a full heating current upon ignition of the tube operation and a greatly reduced glow current, for example about one-third of the normal annealing force during tube operation; Figure 11B is a schematic diagram of the right portion of the circuit of Figure 11A modified to provide constant heating power to the wires of the tube; Fig. 11C is another modification of the right portion of the circuit of Fig. 11A to achieve the same result but with slightly different circuitry on the transformer; Fig. 12 shows ways of switching a plurality of tubes across the high voltage high frequency lines of an inverter circuit using both capacitor and choke ball load circuits to obtain a favorable power factor in the high frequency supply lines; FIG. 13 is a circuit diagram of an inverter circuit, similar to the embodiment shown in FIG. 6, but with modified means 30 for supplying power to the bases of two transistors, and another circuit of the Zener diode in the circuit; FIG. 14 is a schematic diagram of the circuit which switches the inverting circuit to two pairs of series-connected fluorescent tubes having means for heating the wires of all tubes and using both capacitor and choke ballast circuits for high power at the output of the inverting circuit; and FIG. 15 is a schematic diagram of the circuitry of the inverter circuit 8302449-8 to a plurality of tubes, two of the tubes. are in series and this pair is connected in parallel with a single tube ever the leads of the high-frequency high-voltage secondary winding of the transformer, with a saturable choke for damping the tubes.

Zoals hiervoor in de samenvatting van de uitvinding gesteld, bestaat de uitvinding in haar meest uitgebreide vorm uit een stelsel voor het leveren van een hoogfrequente AC aan een aantal armaturen voor gas-ontladingslampen, gewoonlijk fluorescentiebuizen. Het voorkeursstelsel 10 wordt thans beschreven en is ingericht voor het ontvangen van laagfre-quente (50 - 60 Hz) AC van een commercieel beschikbare bron op de toevallige spanning die de bron verschaft, deze, indien nodig, te transformeren in een spanning, die geschikt is voor verdeling, en het overdragen daarvan aan gelijkrichtmiddelen, die een drieleider DC schakeling produ-15 eeren, die kracht levert aan de inverteermiddelen voor het omzetten van de DC in een hoogfrequente AC met hoge spanning. Elke inverteerschakeling levert de hoogfrequente(20 - 30 kHz of hoger) stroom aan althans een armatuur, ingericht voor het opnemen van althans een fluorescentiebuis.As stated above in the summary of the invention, the invention in its most extensive form consists of a system for supplying a high frequency AC to a number of luminaires for gas discharge lamps, usually fluorescent tubes. The preferred system 10 is now described and is configured to receive low frequency (50 - 60 Hz) AC from a commercially available source at the random voltage provided by the source, transform it, if necessary, into a voltage suitably is for distribution, and transfer thereof to rectifying means, which produce a three-conductor DC circuit which supplies power to the inverting means for converting the DC into a high-frequency, high-frequency AC. Each inverter circuit supplies the high-frequency (20 - 30 kHz or higher) current to at least one fixture, adapted to receive at least one fluorescent tube.

De armatuurbedrading schakelt de draden of elektroden van de buizen aan 20 de hoogfrequente leidingen met hoge spanning van de inverteerschakeling. De uitvinding is echter niet beperkt tot deze voorkeursuitvoeringsvorm, maar voorziet een stelsel, dat de stroom voor het drijven van buizen in de armaturen van de onderhavige schakeling verkrijgt van een DC bron in plaats van, van of als een noodtoevoeging bij de bovenvermelde AC bron, 25 zoals onderstaand gedetailleerder wordt beschreven.The armature wiring switches the wires or electrodes of the tubes to the high-voltage high-frequency leads of the inverter circuit. However, the invention is not limited to this preferred embodiment, but provides a system which obtains the current for driving tubes in the luminaires of the present circuit from a DC source instead of, or as an emergency add-on to the above AC source, 25 as described in more detail below.

Het stelsel, eerst verwijzende naar fig. 1, krijgt energie van een commercieel beschikbare bron (niet weergegeven), waarmede het is geschakeld door de aansluitingen 1a, 1b en 1c van de primaire wikkeling van een transformator 2. In de meeste landen op aarde wordt commercieel 30 verkochte kracht opgewekt en overgedragen als een laagfrequente (50 - 60 Hz) wisselstroom, en voor het tot een minimum beperken van IE verliezen bij overdracht, wordt de spanning in de generator door transformatoren omhoog getransformeerd naar een veel hogere spanning dan de uitgang van de generator, en dan omlaag getransformeerd, gewoonlijk in een reeks span-35 ningsverlagingen tot spanningen, die veilig worden geacht voor de verschillende onderdelen van het overdrachtstelsel vanaf de hoogspannings-leiding naar de ingang van de woningen van verbruikers. Soms is deze 8302449 9 * - 9 - voedingsspanning in het herein ran 110 - 2^0 V, hetgeen een veilige spanning wordt geacht voor verdeling in een door mensen bewoond gebouw, zoals een woning, een stal, een winkel, een warenhuis, een kerk, een ver-makelijkheidsgelegenheid, enz. In vele gevallen wordt, in het bijzonder 5 in de laatste jaren, de kracht op een veel hogere spanning naar de woningen van de verbruiker gebracht, in het bijzonder wanneer het te voeden gebouw een kerk is, een school, een kantoorconstructie e.d. Het is in dergelijke gevallen de gebruikelijke praktijk om in het gebouw een centrale transformatorruimte te verschaffen voor het opnemen van de transforma-10 tor, die nodig is voor het verlagen van de geleverde spanning tot een spanning, die geschikt is voor het gebouw, waarin deze wordt verdeeld.Referring first to FIG. 1, the system is powered by a commercially available source (not shown), which is connected through terminals 1a, 1b and 1c of the primary winding of a transformer 2. In most countries on Earth, commercially sold power generated and transferred as a low-frequency (50-60 Hz) alternating current, and to minimize IE losses on transfer, the voltage in the generator is transformed up by transformers to a much higher voltage than the output of the generator, and then transformed downward, usually in a series of voltage drops to voltages, which are considered safe for the various components of the transfer system from the high voltage line to the entrance of consumer homes. Sometimes this 8302449 9 * - 9 - supply voltage in the hereafter is 110 - 2 ^ 0 V, which is considered a safe voltage for distribution in a human inhabited building, such as a house, a stable, a shop, a department store, a church, an opportunity for convenience, etc. In many cases, especially in recent years, the force at a much higher voltage is brought to the consumer's dwellings, especially when the building to be fed is a church, a school, an office construction, etc. It is common practice in such cases to provide a central transformer space in the building for accommodating the transformer needed to reduce the voltage supplied to a voltage that is suitable for the building in which it will be divided.

De transformator 2 stelt een dergelijke centrale transformator voor, en de primaire wikkeling is geïsoleerd voor een veilig bedrijf op de hoge' voedingsspanning. De secundaire wikkeling heeft het juiste aantal win-15 dingen met betrekking tot het aantal windingen in de primaire wikkeling voor het omlaag transformeren van de spanning naar de spanning voor verdeling in het gebouw, en voor het beschikbaar maken daarvan voor schakeling aan het gebouwverdeelstelsel door uitgangsleidingen of aansluitingen 3a, 3b en 3c. De primaire wikkelingen voor een draaistroomschakeling 20 kunnen een driehoeks- of Y-schakeling hebben, op dezelfde wijze als de secundaire wikkelingen kunnen zijn geschakeld.The transformer 2 represents such a central transformer, and the primary winding is insulated for safe operation on the high supply voltage. The secondary winding has the correct number of gains regarding the number of turns in the primary winding to transform the voltage down to the voltage for distribution in the building, and to make it available for switching to the building distribution system by output lines or terminals 3a, 3b and 3c. The primary windings for a three-phase circuit 20 may have a triangular or Y circuit in the same manner as the secondary windings may be switched.

Het weergegeven gebouwverdeelstelsel is een drieleiderschakeling vanaf de transformator 2, en weergegeven door de leidingen k, 5 en 6, die zijn verbonden met de secundaire aansluitingen 3a, 3b en 3c.The building distribution system shown is a three-conductor circuit from transformer 2, and shown through lines k, 5 and 6, which are connected to secondary terminals 3a, 3b and 3c.

25 De leidingen U, 5 en 6 zijn geschakeld aan een aantal gelijkricht- middelen 7 in tussencentra in het verdeelstelsel. Vier van dergelijke gelijkrichtmiddelen zijn bij wijze van voorbeeld afgebeeld in fig. 1 en daarin gemakshalve aangeduid met 7a, 7b, Je en 7d, hoewel de algemene aanduiding 7 in de volgende beschrijving daarvan wordt gebruikt. In het 30 algemeen heeft elke etage van een groot gebouw althans een tussencentrum, waarbij, indien de etageruimte groter is dan door een enkel tussencentrum doeltreffend kan worden gevoed, een etage twee' of meer tussencentra hebben op strategische plaatsen.The lines U, 5 and 6 are connected to a number of rectifying means 7 in intermediate centers in the distribution system. Four such rectifying means are shown by way of example in Fig. 1 and are designated 7a, 7b, Je and 7d for convenience, although the general designation 7 is used in the following description thereof. Generally, each floor of a large building has at least an intermediate center, where, if the floor space is larger than can be efficiently fed by a single intermediate center, a floor has two or more intermediate centers at strategic locations.

Indien commerciële energie op een geschikte gebouwspanning op het 35 erf van een gebouw aanwezig is, is de transformator 2 niet nodig, en begint het gebouwverdeelstelsel met de leidingen ^,5 en 6, die direkt zijn geschakeld aan de krachtbron, waarbij echter toch behoefte is aan een 8302449 - 10 - centrum in het gebouv voor het ontvangen van de kracht en het verdelen daarvan naar de leidingen, die naar de tosseneentra gaan.If commercial energy is present at a suitable building voltage in the yard of a building, the transformer 2 is not needed, and the building distribution system starts with the lines ^, 5 and 6, which are directly connected to the power source, but still need at an 8302449-10 center in the building to receive the power and distribute it to the pipes going to the tosseneentra.

Elk gelijkrichtmiddel 7 ontvangt de laagfrequente wisselstroom om de gebouwspanning aan de ingang of primaire zijde daarvan, en levert 5 de kracht van de uitgang of secundaire zijde, bijvoorbeeld als drielei-der gelijkstroom aan de leidingen 8, 9 en 10.Each rectifying means 7 receives the low-frequency alternating current around the building voltage at the input or primary side thereof, and supplies the power from the output or secondary side, for example as three-conductor direct current, to lines 8, 9 and 10.

Thans wordt verwezen naar de fig. 2 en 3, die samen gelijkricht-middelen omvatten, 'samenhangende met een draaistroomtrans format or, voorzien van een ijzerkern (niet weergegeven), een primaire wikkeling 11 IQ en een secundaire wikkeling 18. In plaats van een draaistroomtransforma-tor kunnen drie eênfazetransformatoren worden gebruikt. Voor een draai-stroomvoeding, heeft de primaire wikkeling 11 drie wikkelingen 12, 13 en 11+, die in driehoeksschakeling zijn afgeheeld voor het verschaffen van drie ingangsaansluitingen 15, 16 en 17 in fig. 3, waaraan, zoals weerge-^ geven, de leidingen 5 en 6 zijn geschakeld.Reference is now made to Figures 2 and 3, which together comprise rectifying means associated with a three-phase transformer, comprising an iron core (not shown), a primary winding 11 IQ and a secondary winding 18. Instead of a three-phase transformer, three single-phase transformers can be used. For a rotary current supply, the primary winding 11 has three windings 12, 13 and 11+, which are triangular-shifted to provide three input terminals 15, 16 and 17 in FIG. 3, to which, as shown, the lines 5 and 6 are switched.

De secundaire wikkeling 18 van de gelijkrichtertransformator omvat zes wikkelingen 19, 20, 21, 22, 23 en 2k met een gemeenschappelijke centrale schakeling 25, die een aansluiting 26 vormt aan de uitgangs-zijde van de gelijkrichtmiddelen 7· De aansluiting 26 kan zijn geaard, 20 zoals af geheeld bij 27, en wordt hier soms aangeduid als de gemeenschappelijke, neutrale of geaarde aansluiting. De leiding 9, die volgens fig.The secondary winding 18 of the rectifier transformer comprises six windings 19, 20, 21, 22, 23 and 2k with a common central circuit 25, which forms a connection 26 on the output side of the rectifying means 7 · The connection 26 may be grounded, 20 as healed at 27, and is sometimes referred to herein as the common, neutral, or ground terminal. The conduit 9, which according to fig.

1 is geschakeld aan de aansluiting 26 van het gelijkrichtmiddel 7a, wordt hier soms ook aangeduid als de neutrale, gemeenschappelijke of geaarde leiding.1 is connected to the terminal 26 of the rectifying means 7a, is sometimes also referred to herein as the neutral, common or grounded lead.

25 De gelijkrichtertransformator is geconstrueerd, gewikkeld en ge schakeld zoals beschreven op blz. 573 en af geheeld in fig. *+86, blz. 57^ van het leerboek, getiteld "A Course in Electronical Engineering”, Vol.The rectifier transformer is constructed, wound and switched as described on page 573 and completed in fig. * + 86, p. 57 ^ of the textbook entitled "A Course in Electronical Engineering", Vol.

II, "Alternating Currents", vierde uitgave door Chester L. Dawes, McGraw-Hill Book Co., 19^7. De door het gelijkrichtmiddel Ja. aan de leidingen 8, 30 9 en 10 geleverde stroom en de spanningen over deze leidingen zijn betrekkelijk glad. Wanneer de EMK van elke wikkeling wordt uitgezet tegen de tijd, heeft de omhullende van de opeenvolgende positieve pieken een maximale variatie van 13,3$, d.w.z. dat de minimale EMK gelijk is aan 0,867 wanneer de piek of maximale EMK over de centrumschakeling 25 en de eind-35· aansluitingen 28, 29, 30, 31, 32 en 33 van de zes secundaire wikkelingen als eenheid wordt genomen, zoals af geheeld in fig. U87 (a), blz. 57^ van Dawes voor de omhullende van de sinus vormige golven E1, E2, E3, EU, Ξ5 en m 8302449 > . * - 11 - 26. Door het naar keuze gebruiken van een afvlakkende inductantie en/of capaciteit in de belastingsleiding, zoals hiervoor vermeld voor de onderhavige schakelingen, worden de rimpelspanningen in de belastings-stroom nog kleiner, zodat zij zonder een ernstige fout kunnen worden ver-5 waarloosd, zoals dit ook het geval was in de geheel andere belastings-schakeling van de door Dawes op de blz. 533 - 576 beschreven kwikboog-gelijkrichter.II, "Alternating Currents," Fourth Edition by Chester L. Dawes, McGraw-Hill Book Co., 19 ^ 7. The by the rectifier Yes. Current supplied to lines 8, 9 and 10 and the voltages across these lines are relatively smooth. When the EMF of each winding is plotted against time, the envelope of the successive positive peaks has a maximum variation of $ 13.3, that is, the minimum EMF equals 0.867 when the peak or maximum EMF across the center circuit 25 and the terminals 28, 29, 30, 31, 32 and 33 of the six secondary windings is taken as a unit, as shown in Fig. U87 (a), page 57 ^ of Dawes for the envelope of the sine wave waves E1, E2, E3, EU, Ξ5 and m 8302449>. * - 11 - 26. By optionally using a smoothing inductance and / or capacitance in the load line, as mentioned above for the present circuits, the ripple voltages in the load current become even smaller so that they can be made without a serious error neglected, as was the case in the entirely different load circuit of the mercury arc rectifier described by Dawes on pages 533 - 576.

der aansluitingen 28 - 33 van elk der secundaire wikkelingen 19 - 2b is geschakeld aan het middenpunt van een vorkvormige lèiding, 10 die in êén been is voorzien van een naar buiten gerichte diode 3^, en in het andere been van een naar binnen gerichte diode 35· De kathode van elke diode 3b is geschakeld aan een gemeenschappelijke leiding 36, en de anode van elke diode 35 is door het bijbehorende been van de gevorkte leiding geschakeld aan een ander buiteneinde van een secundaire 15 wikkeling 19 - 2b. Op soortgelijke wijze zijn de anoden van elk der zes dioden 35 geschakeld aan een gemeenschappelijke leiding 37, en zijn de kathoden elk door het bijbehorende been van het gevorkte einde geschakeld aan een ander buiteneinde van een secundaire wikkeling 19 - 2b. De gemeenschappelijke leiding 36 is geschakeld aan de aansluiting 38, en de 20 gemeenschappelijke leiding 37 aan de aansluiting 39 aan de uitgangszijde van de gelijkrichter 7. Aan de aansluiting 38 is de leiding 8 geschakeld, en aan de aansluiting 39 de leiding 10, zoals weergegeven in de fig. 1 en 2. De spanning tussen de aansluitingen 26 en 38 is, behalve voor wat betreft de polariteit, gelijk aan de spanning tussen de aansluitingen 26 25 en 39, en de spanning tussen de aansluitingen 39 en 38 is het dubbele daarvan, zoals weergegeven in fig. 2. Wat deze spanningen zijn is een kwestie van ontwerp van de secundaire wikkelingen met betrekking tot de primaire wikkelingen. In de praktijk is het bevredigend indien de piek-spanning over een secundaire wikkeling 170 V is, zodat dus de DC span-30 ning over de aansluitingen 26 en 38 en over de aansluitingen 26 en 39 ook ongeveer 170 V is, waarbij de spanning over de aansluitingen 38 en 39 het dubbele daarvan is of 3^0 7.of the terminals 28 - 33 of each of the secondary windings 19 - 2b is connected at the midpoint of a fork-shaped conductor, 10 which is provided in one leg with an outwardly directed diode 3, and in the other leg with an inwardly directed diode The cathode of each diode 3b is connected to a common lead 36, and the anode of each diode 35 is connected through the corresponding leg of the forked lead to another outer end of a secondary winding 19-2b. Similarly, the anodes of each of the six diodes 35 are connected to a common lead 37, and the cathodes are each connected through the associated fork end leg to a different outer end of a secondary winding 19-2b. The common line 36 is connected to the terminal 38, and the common line 37 to the terminal 39 on the output side of the rectifier 7. The terminal 8 is connected to the terminal 38, and the terminal 39 to the lead 10, as shown. in Figures 1 and 2. The voltage between terminals 26 and 38 is, except for polarity, equal to the voltage between terminals 26 and 39, and the voltage between terminals 39 and 38 is twice that as shown in Fig. 2. What these voltages are is a matter of design of the secondary windings with respect to the primary windings. In practice it is satisfactory if the peak voltage across a secondary winding is 170 V, so that the DC voltage across terminals 26 and 38 and across terminals 26 and 39 is also about 170 V, the voltage across terminals 38 and 39 are double that or 3 ^ 0 7.

De gelijkrichtertransformator kan ook worden gebruikt voor het leveren van AC kracht voor het bekrachtigen van AC belastingen, zoals 35 gebruiksuitgangen en AC motoren. Het is tegenwoordig bijvoorbeeld in de Verenigde Staten de algemene praktijk om kracht naar grote gebouwen te verdelen als draai AC op 277A80 V, en de verlichtingsstelsels direkt van- 8302449 -12-.The rectifier transformer can also be used to provide AC power to energize AC loads, such as 35 use outlets and AC motors. For example, in the United States today it is common practice to distribute power to large buildings as turn AC at 277A80 V, and lighting systems directly from -8302449 -12-.

af deze "bron te "bekrachtigen, De gebruiksuitgangen en andere "belastingen vereisen 120 (110 - 130) V, en het is thans de praktijk verschillende droge transformatoren door het gehele gebouw heen te gebruiken voor het omzetten van draaistroom van U80 V in 120/208 V. De spanningsnormen in 5 andere landen kunnen afwijken hiervan, maar de in de in fig. 2 weergegeven gelijkrichter gebruikte transformator levert in ieder geval stroom met de gewenste faze en spanning, bijvoorbeeld elnfazestroom van 120 V, aan een belasting, indien de belasting is geschakeld aan de aansluiting 28, 30 of 32, en aan het neutrale punt 25, of een draaistroom aan een 10 belasting, indien de belasting is geschakeld aan de aansluitingen 28, 30 en 32, of een êênfazestroom van 208 V aan een belasting, indien de belasting is geschakeld aan de aansluitingen 28 en 30 of 28 en 32 of 30 en 32. Verder kunnen éênfaze-uitgangen van 120/2^0 V worden verkregen van de aansluitingen 28 en 31 en het neutrale punt 25 in een drielei-15 derstelsel, zoals schematisch is weergegeven in fig. 5, of evengoed van de aansluitingen 29 en 32 of 30 en 33 en het neutrale punt 25. De uit-gangsaansluitingen voor de schakelingen volgens de fig. h en 5 bevinden zich aan de uitgangszijde van de gelijkrichter 7 (hoewel zij niet worden gelijkgericht en in fig. 1 niet zijn weergegeven), en zijn gemaks-20 halve voorzien van de respectievelijke aanduidingen 28, 30 en 32, en 28, 25 en 31. De gelijkrichter volgens fig. 2 omvat een draaistroom-transformator, zoals wordt gebruikt in krachtverdeelstelsels in moderne gebouwen voor het leveren van kracht voor AC belastingen van 120, 208 of 2^0 V. Door het gezamenlijk gebruikmaken van dezelfde transformator in 25 het onderhavige DC krachtvoedingsstelsel, worden lagere kosten van het totale stelsel bereikt dan in bekende hoogfrequente verlichtingsstelsels.to energize this "source, The outlets and other" loads require 120 (110 - 130) V, and it is now common practice to use several dry transformers throughout the building to convert three phase U80 V to 120 / 208 V. The voltage standards in 5 other countries may deviate from this, but the transformer used in the rectifier shown in Fig. 2 will in any case supply current with the desired phase and voltage, for example phase current of 120 V, to a load, if the load connected to terminal 28, 30 or 32, and to neutral point 25, or a three-phase current to a load, if the load is connected to terminals 28, 30 and 32, or a single phase current of 208 V to a load, if the load is connected to terminals 28 and 30 or 28 and 32 or 30 and 32. Furthermore, single phase outputs of 120/2 ^ 0 V can be obtained from terminals 28 and 31 and neutral point 25 in a triplicate 15, as schematically shown in FIG. 5, or equally from terminals 29 and 32 or 30 and 33 and the neutral point 25. The output terminals for the circuits of FIGS. H and 5 are on the output side of the rectifier 7 (although they are not rectified and are not shown in FIG. 1), and are conveniently labeled with the respective designations 28, 30 and 32, and 28, 25 and 31. The rectifier of FIG. 2 includes a three-phase transformer, as used in power distribution systems in modern buildings, to provide power for AC loads of 120, 208 or 2 ^ 0 V. By jointly using the same transformer in the present DC power supply system, lower costs of the total system then achieves in known high-frequency lighting systems.

Indien gewenst kunnen andere DC uitgangsspanningen dan plus en min 170 V worden verkregen van de gelijkrichter volgens fig. 2. Lagere spanningen kunnen dus worden verkregen door het eenvoudig schakelen van 30 de twaalf dioden 3¼ en 35 aan aftakkingen (niet weergegeven) aan de secundaire wikkelingen 19 - 2^, en hogere spanningen kunnen worden verkregen door het verschaffen van uitbreidingen (niet weergegeven) aan deze wikkelingen. De DC uitgangen van plus en min 120 V zijn in het bijzonder gewenst op grond van eerder vastgestelde normen voor mogelijk gebruik 35 in andere toepassingen dan het onderhavige verlichtingsstelsel.If desired, DC output voltages other than plus and minus 170 V can be obtained from the rectifier of FIG. 2. Thus, lower voltages can be obtained by simply switching the twelve diodes 3¼ and 35 on branches (not shown) to the secondary windings. 19-2, and higher voltages can be obtained by providing extensions (not shown) to these windings. The DC outputs of plus and minus 120 V are particularly desirable based on previously established standards for possible use in applications other than the present lighting system.

Het drieleider DC verdeelstelsel heeft boven een tweeleider DC stelsel het voordeel, dat smallere draden kunnen worden gebruikt, de 8302449 Λ « - 13 - secundaire wikkelingen 19-2¼ vollediger worden benut, waarbij elke wikkeling tweemaal tijdens elke periode geleidend is, geen gelijkstroom wordt geleverd in een van deze wikkelingen, noch in de neutrale leiding 25 indien de DC belastingen gelijk zijn op de positieve en negatieve 5 leidingen 36 en 37, en de positieve DC krachtbron in het geval van het falen van de negatieve voeding in bedrijf kan blijven, en omgekeerd.The three-conductor DC distribution system has the advantage over a two-conductor DC system that narrower wires can be used, the 8302449 secondary windings 19-2¼ being used more fully, each winding being conductive twice during each period, no DC being supplied in either of these windings, nor in the neutral line 25 if the DC loads are equal on the positive and negative lines 36 and 37, and the positive DC power source can remain in operation in the event of the negative power supply failure, and other way around.

Tijdens bedrijf van de afgebeelde gelijkrichter, produceert elk der zes secundaire wikkelingen 19-2¼ een sinusoxdale wisselspanning, die tijdens een periode varieert van min 170 tot plus 170 V. Op grond 10 van de draai stroombekrachtiging van de primaire wikkeling 11 van de transformator, bereiken de spanningen van de buitenaansluitingen 28 - 33 van de zes secundaire wikkelingen hun positieve pieken op verschillende opeenvolgende momenten met onderling gelijke afstand binnen een periode van de laagfrequentstroom. Op elk moment is een van de aansluitingen 28, 15 29m 30, 31, 32 of 33 positiever dan alle andere aansluitingen in deze groep, en ongeveer 170 V positiever dan het neutrale punt 25. De diode 3^ geschakeld aan de positievere aansluiting, schakelt die aansluiting aan de geleider 36. De overige vijf dioden zijn op dat moment in niet-geleidende toestanden. Met het verstrijken van de tijd, is elk der ande-20 re vijf dioden 3¼ één-voor-éen op zijn beurt geleidend voor het schakelen van de positiefste wikkeling aan de geleider 36. De geleider 36 blijft dus te allen tijde ongeveer 170 V positiever dan het neutrale punt 25, en de AC transformator spanningen zijn gelijkgericht tot een DC spanning.During operation of the illustrated rectifier, each of the six secondary windings 19-2¼ produces a sine oxalic AC voltage, which ranges from minus 170 to plus 170 V over a period of time, based on the 10 turn current excitation of the primary winding 11 of the transformer. the voltages of the outer terminals 28-33 of the six secondary windings have their positive peaks at several consecutive times equidistant within a period of the low-frequency current. At any time, one of terminals 28, 15 29m 30, 31, 32 or 33 is more positive than any other terminals in this group, and approximately 170 V more positive than neutral point 25. The diode 3 ^ connected to the more positive terminal switches that connection to the conductor 36. The remaining five diodes are in non-conductive states at that time. With the passage of time, each of the other five diodes 3¼ one-by-one, in turn, conducts switching of the most positive winding on conductor 36. Thus, conductor 36 remains approximately 170 V more positive at all times then the neutral point 25, and the AC transformer voltages are rectified to a DC voltage.

De zes dioden 35 zijn. op eenzelfde manier één-voor-één werkzaam voor het 25 schakelen van de negatiefste aansluiting van de groep 28 - 33 aan de geleider 37» die ongeveer 170 V negatiever blijft dan het neutrale punt 25. De gelijkrichter volgens fig. 2 produceert een goede DC uitgang met weinig rimgelspannicg van ongeveer b-,5% onder het behouden van een hoge krachtsfactor van ongeveer 95,55» in de draaistroomvoedingsschakeling h3 30 5, 6.The six diodes are 35. similarly operating one-by-one to switch the negative terminal of group 28 - 33 to conductor 37, which remains approximately 170 V more negative than neutral point 25. The rectifier of FIG. 2 produces good DC output with little ripple voltage of about b-, 5% while maintaining a high power factor of about 95.55 'in the three-phase power supply circuit h3 30 5, 6.

De drieleider DC leidingen 8, 9 en 10, gevoed van respectievelijk de aansluitingen 38, 26 en 39 van het gelijkrichtermiddel 7a zijn geschakeld aan een aantal belastingen over de leidingen 8 en 9 voor één belastingsschakeling, en over de leidingen 9 en 10 voor een andere be-35 lastingsschakeling, welke belastingen voor de grootst mogelijke doelmatigheid in evenwicht kunnen zijn gebracht. Elke belasting is een in-verteermiddel geschakeld aan fluorescentiebuizen 67 in verschillen- 8302449 ψ *.The three-conductor DC lines 8, 9 and 10, fed from the terminals 38, 26 and 39 of the rectifying means 7a, respectively, are connected to a number of loads across lines 8 and 9 for one load circuit, and across lines 9 and 10 for another load circuit, which loads can be balanced for the greatest possible efficiency. Each load is an inverter connected to fluorescent tubes 67 in various 30302449 ψ *.

— ι u — de aantallen en opstellingen. Zes van dergelijke inverteermiddelen zijn tij wijze van voorbeeld in fig. 1 weergegeven. Zij hebben gemakshalve de letteraanduidingen a - f gekregen, waarbij echter in de volgende beschrijving van de inverteermiddelen, afgebeeld in fig. 6, de algemene 5 aanduiding Uo wordt gebruikt, en de beschrijving van de schakeling volgens fig. 6 geldt voor elk inverteermiddel l;0a - ^Of. De inverteermiddelen ^Oa, UOc en ^Oe zijn parallel geschakeld over de leidingen 8 en 9, terwijl de inverteermiddelen 1+Ob, HOd en UOf parallel zijn geschakeld over de leidingen 9 en 10. Hoewel bij wijze van voorbeeld een totaal van 10 zes inverteermiddelen is gegeven, omvat de uitvinding elk gewenst aantal daarvan in de uitgangs schakeling van één enkel gelijkrichtmiddel 7 van één dat zoveel als de toelaatbare belasting van het gelijkrichtmiddel toelaat. Elke deskundige op dit gebied kan gemakkelijk het maximale aantal inverteermiddelen met een bepaalde toelaatbare belasting vast-15 stellen, dat de toelaatbare belasting van het gelijkrichtmiddel toelaat. Elk der gelijkrichtmiddelen Tb, 7c en 7d heeft ook een belastingsschake-ling, beschreven en afgebeeld voor het gelijkrichtmiddel 7a.- ι u - the numbers and setups. Six such inverters are shown in FIG. 1 as an example. They have been given the letter designations a - f for the sake of convenience, however, in the following description of the inverters shown in Fig. 6, the general designation Uo is used, and the description of the circuit according to Fig. 6 applies to each inverter 1; 0a - ^ Or. The inverters ^ Oa, UOc and ^ Oe are connected in parallel over lines 8 and 9, while inverters 1 + Ob, HOd and UOf are connected in parallel over lines 9 and 10. Although, for example, a total of 10 six inverters given, the invention includes any desired number thereof in the output circuit of a single rectifier 7 of one which allows as much as the allowable load of the rectifier. Any person skilled in the art can easily determine the maximum number of inverters with a certain allowable load, which allows the allowable load of the rectifier. Each of the rectifying means Tb, 7c and 7d also has a load circuit described and illustrated for the rectifying means 7a.

De fluorescentiebuizen 67 in fig. 1, zijn voorzien van naschriften voor het vereenzelvigen daarvan met het bepaalde inverteermiddel 20 ^Oa, UOb, Ij-Oc, ^0d, UOe en UOf, dat ze voedt met hoogfrequente wisselstroom. De door de invert eer schakeling J+Qa gevoede buizen zijn dus aangeduid met 6j&i 1 en 67a2, die in serie zijn geschakeld, 67a3 en 67a^, die parallel zijn geschakeld, èja.5 en 67a6, die elk afzonderlijk worden gevoed. Op soortgelijke wijze zijn de door de inverteerschakeling UOb ge-25 voede buizen aangeduid met 67b 1 en 67b2, elk afzonderlijk gevoed, en 67b3 en S'J'bk, parallel geschakeld. Op dezelfde wijze zijn de door de inverteerschakeling ^0c gevoede buizen aangeduid met 67c1, 67c2 en 67c3, alle afzonderlijk gevoed, zijn de door de inverteerschakeling ^0d gevoede buizen aangeduid met 67d1 en 67d2, elk afzonderlijk gevoed, zijn de door 30 de inverteerschakeling ^0e gevoede buizen aangeduid met 67e-1 en 67e2 en parallel geschakeld, en is de door de inverteerschakeling UOf gevoede buis aangeduid met Ö7f.The fluorescent tubes 67 in FIG. 1 are provided with captions for identifying them with the particular inverter 20 Oa, UOb, Ij-Oc, ^ 0d, UOe, and UOf, which feeds them with high frequency alternating current. Thus, the tubes supplied by the inverter circuit J + Qa are designated 6J & I and 67a2, which are connected in series, 67a3 and 67a, which are connected in parallel, èja 5 and 67a6, each of which is powered separately. Similarly, the tubes supplied by the inverting circuit UOb are denoted 67b 1 and 67b2, each fed separately, and 67b3 and S'J'bk connected in parallel. Likewise, the tubes fed by the inverting circuit ^ 0c are denoted 67c1, 67c2 and 67c3, all fed separately, the tubes fed by the inverting circuit ^ 0d are each denoted 67d1 and 67d2, each are fed separately, the inverted circuit ^ 0e fed tubes designated 67e-1 and 67e2 and connected in parallel, and the tube fed by inverting circuit UOf is designated Ö7f.

Fluorescentiebuizen moeten elektrisch worden geschakeld aan de hoogfrequente AC en tijdens gebruik op hun plaats worden gehouden. In het 35' algemeen is het op dit gebied gebruikelijk armaturen te gebruiken als de opneem- of vasthoudmiddelen, waarbij een of meer paren, op juiste afstanden aangebrachte buscontactdozen in de armaturen zijn bevestigd als de 8302449 Λ «·' - 15 - middelen voor het elektrisch schakelen van de buizen aan de hoogfrequente AC van de inverteerschakeling. De genormaliseerde buscontactdozen voor gloeidraadlampen laten het verwijderen en vervangen van een lamp toe. Elke buscontactdoos heeft een of twee contacten voor het elektrisch 5 aangrijpen van de contaetpennen of aansluitingen aan de einden van de fluorescentiebuis. In gloeidraadlampen, heeft elk einde twee contaetpennen, waaraan de draad is geschakeld, waarbij wanneer de lamp op juiste wijze is geïnstalleerd in de buscontactdoos, de draad aan elk einde is geschakeld aan de verwarmingsstroombron.Fluorescent tubes must be electrically connected to the high-frequency AC and kept in place during use. In general, it is common in this field to use luminaires as the receiving or holding means, with one or more pairs of spaced-apart socket outlets mounted in the luminaires as the 8302449 means for electrical switching of the tubes to the high-frequency AC of the inverter circuit. The standardized socket outlets for filament lamps allow the removal and replacement of a lamp. Each socket outlet has one or two contacts for electrically engaging the contact pins or terminals at the ends of the fluorescent tube. In filament lamps, each end has two contact pins, to which the wire is connected, where when the lamp is properly installed in the socket outlet, the wire is connected to the heating power source at each end.

10 Zoals weergegeven in fig. 6 omvat het inverteermiddel 40 een po sitieve ingangsaansluiting 4l en een negatieve ingangsaansluiting 42.As shown in Fig. 6, the inverter 40 includes a positive input terminal 41 and a negative input terminal 42.

Deze aansluitingen 41 en 42 kunnen worden geschakeld aan de gelijkstroom-leidingen van de gelijkrichtmiddelen 7, bijvoorbeeld over de leidingen 8 en 9 of over de leidingen 9 en 10. In het geval dat een andere gelijk-15 stroombron wordt gebruikt dan de gelijkrichtmiddelen 7, hetgeen, zoals eerder vermeld, volgens de uitvinding is voorzien, zijn de aansluitingen 41 en 42 geschakeld aan de te gebruiken bron, bijvoorbeeld een batterij-schakeling voor noodgebruik of voor gebruik op afstand van een commerciële krachtbron, een zonnecel, een brandstofcel e.d. Aan de uitgangs-20 zijde van de inverteermiddelen 4o bevinden zich twee uitgangsaansluitingen 43 en 43a voor de hoogfrequentstroom, opgewekt in de inverteermiddelen 40 door thans gedetailleerd te beschrijven middelen. De gehele schakeling vanaf de ingangsaansluitingen 4l en 42 naar de uitgangsaansluitingen 43 en 43a omvat elk inverteermiddel 40a, 40b, 40c, 40d, 40e en 40f.These connections 41 and 42 can be connected to the direct current lines of the rectifying means 7, for example over the lines 8 and 9 or over the lines 9 and 10. In case a different DC power source is used than the rectifying means 7, As provided for, according to the invention, the connections 41 and 42 are connected to the source to be used, for example a battery circuit for emergency use or for remote use of a commercial power source, a solar cell, a fuel cell, etc. output side of the inverter means 40 there are two output terminals 43 and 43a for the high frequency current generated in the inverter means 40 by means now described in detail. The entire circuit from input terminals 41 and 42 to output terminals 43 and 43a each includes inverter 40a, 40b, 40c, 40d, 40e and 40f.

25 De inverteermiddelen 40 omvatten verder twee transistoren 44 en 45, die de werkzame elementen zijn van een door stroom gedreven, klasse- 3-balansoscillator met afgestemde opvangende elektrode en een groot vermogen. Een oscillator van de soort, bestemd voor het produceren van een grote hoeveelheid AC kracht van een DC bron, wordt op dit gebied gewoon-30 lijk aangeduid als een inverteerschakeling, welke naam. hier algemeen wordt gebruikt voor het behelsen van dergelijke elementen van de onderhavige schakeling, zoals hier beschreven.The inverters 40 further comprise two transistors 44 and 45, which are the active elements of a current driven, class 3 balance oscillator with tuned receiving electrode and high power. An oscillator of the kind intended to produce a large amount of AC power from a DC source is commonly referred to in this field as an inverter circuit, which name. is generally used herein to encompass such elements of the present circuit as described herein.

De transistor 44 heeft een basis 46, een collector 47 en een emitter 48. De transistor 45 heeft een basis 49, een collector 50 en een 35 emitter 51. De afgestemde schakeling omvat smoorspoelen of wikkelingen 52 en 53 van een inverteertransformator 54, die een magneetkera 55 heeft, bijvoorbeeld een ferrietkern. De wikkelingen 52 en 53 hebben een gemeen- 8302449 « « - 16 - schappelijk centrum 57 en eindaansluitingen 58 en 59, die weer zijn geschakeld aan de collectoren bj en 50 door respectievelijk de leidingen 65 en 70. Deze schakeling is afgestemd om te oscilleren of resoneren op een frequentie van althans 20 kHz voor (1) het verbeteren van de doel-5 matigheid van de fluor escent iebuiz en, (2) het onhoorbaar zijn en (3) het mogelijk maken van het gebruik van kleine en praktisch ver liesvrije scha-kelingonderdelen. De collect or smoorspoelen 52 en 53 zijn gevonden op de magneetkern 55 van de transformator 5b samen met andere wikkelingen , die hierna vorden beschreven» Tijdens bedrijf verschijnt een hoge AC span-10 ning met een sinusoidale golfvorm over de eindaansluitingen 58 en 59 van de smoorspoelen 52 en 53. Een terugkoppelwikkeling 61 is aangebracht op een kern 55, en door een transformatorverking wordt een veel kleinere spanning daarin geïnduceerd dan in de wikkelingen 52 en 53 als gevolg van het kleine aantal windingen. De eindaansluitingen van de terugkoppel-15 wikkeling 61 zijn respectievelijk geschakeld aan de bases k6 en b9 van de transistoren Uk en U5. De polariteit van de terugkoppelspanning wordt gekozen voor Het verschaffen van een positieve terugkoppeling van de collectoren naar de bases, zoals nodig voor het handhaven of in stand houden van oscillatie. De transistoren zijn op een doelmatige afwisselend 20 schakelende wijze werkzaam, waarbij de ene op een moment volledig wordt uitgeschakeld, terwijl de andere wordt verzadigd, op welk moment deze volledig wordt ingeschakeld en gelijk is aan een gesloten schakelaar.Transistor 44 has a base 46, a collector 47 and an emitter 48. Transistor 45 has a base 49, a collector 50 and an emitter 51. The tuned circuit includes inductors or windings 52 and 53 of an inverter transformer 54, which magnet kera 55, for example, a ferrite core. Windings 52 and 53 have a common center 57 and end terminals 58 and 59 which are again connected to collectors bj and 50 through lines 65 and 70 respectively. This circuit is tuned to oscillate or resonate at a frequency of at least 20 kHz for (1) improving the efficiency of the fluorescent tube and (2) being inaudible and (3) enabling the use of small and practically loss-free noise. -keling components. The collector inductors 52 and 53 are found on the magnetic core 55 of the transformer 5b along with other windings, which are described below »During operation, a high AC voltage with a sinusoidal waveform appears across the terminals 58 and 59 of the inductors 52 and 53. A feedback winding 61 is applied to a core 55, and a transformer junction induces a much smaller voltage therein than in the windings 52 and 53 due to the small number of turns. The end terminals of the feedback winding 61 are connected to the bases k6 and b9 of the transistors Uk and U5, respectively. The polarity of the feedback voltage is chosen to provide positive feedback from the collectors to the bases as needed to maintain or maintain oscillation. The transistors operate in an efficient alternating switching manner, one at a time being completely turned off, while the other being saturated, at which time it is fully turned on and equals a closed switch.

Het terugkoppelsignaal aan de bases veroorzaakt het schakelen van de ene toestand naar de andere. De transistor met de positievere basisspanning 25 is verzadigd of in de "in’’-toestand. De transistor met de negatievere basisspanning is in de "uit"-toestand. Een kort overgangsinterval is nodig voor het voltooien van het schakelen van de ene toestand naar de andere.The feedback signal at the bases causes switching from one state to another. The transistor with the more positive base voltage 25 is saturated or in the "in" state. The transistor with the more negative base voltage is in the "off" state. A short transition interval is required to complete switching from one state to the other.

Gelijkstroom, geleverd in de inverteermiddelen kO van de gelijk-30 richtmiddelen 7 of een andere krachtbron, zoals hiervoor beschreven, komt binnen bij de positieve aansluiting Ui, die door een geleider 62 is geschakeld aan de centrumaansluiting 57 van de wikkelingen 52 en 53 via een smeltveiligheid 63, .een diode 6b en een smoorspoel of wikkeling j6 op een magneetkern 66. De smoorspoel j6 dient., zoals hierna vollediger beschre-35 ven, voor het handhaven van een constante stroom in de leiding 62. In plaats van zich te bevinden in de leiding 62, kan deze smoorspoel zich bevinden in de leiding 69, indien gewenst.. 3ij het centrale aansluitings- 8302449 - η - verbindingspunt 57» moet de stroom een van twee verschillende hanen nemen. Sen haan omvat de smoorspoel of wikkeling 52, de aansluiting 58, de leiding 65, de collector 1*7, de emitter 1*8 van de transistor 1*1*, de leiding 68 en de leiding 69, die de stroom terugvoeren naar de gelijk-5 riehtniddelen T of een andere bron via de aansluiting 1*2. De stroom neemt deze haan vanneer de transistor bh in de geleidende toestand is.Direct current, supplied in the inverter means kO of the rectifying means 7 or other power source, as described above, enters the positive terminal Ui, which is connected by a conductor 62 to the center terminal 57 of the windings 52 and 53 via a fuse 63, a diode 6b and a choke or winding j6 on a magnetic core 66. The choke j6, as described more fully below, serves to maintain a constant current in line 62. Instead of being located in line 62, this choke may be located in line 69, if desired. At the central connection point 8302449 - η - junction 57 », the current must take one of two different cocks. This cock comprises the choke or winding 52, the terminal 58, the line 65, the collector 1 * 7, the emitter 1 * 8 of the transistor 1 * 1 *, the line 68 and the line 69, which feed the current back to the equal-5 direct means T or another source via connection 1 * 2. The current takes this cock when the transistor bh is in the conducting state.

De andere haan die de stroom neemt vanneer de transistor bh uitschakelt en de transistor b5 inschakelt, omvat de wikkeling 53, de aansluiting 59, de leiding TO, de collector 50, de emitter 51 van de transistor 1+5, de 10 leiding 69 en de aansluiting 1*2, vaardoor de stroom dus langs deze tweede haan wordt teruggevoerd naar de gelijkriehtmiddelen 7 of een andere bron. De stroom, die afwisselend wordt geleverd door de wikkelingen 52 en 53 van de transformator 5b produceert een wisselspanning in elke wikkeling op de kern 55, hetgeen het gewenste resultaat is van de ver-15 king van de inverteermiddelen 1*0.The other cock taking the current when the transistor bh turns off and the transistor b5 turns on includes the winding 53, the terminal 59, the line TO, the collector 50, the emitter 51 of the transistor 1 + 5, the line 69 and the connection 1 * 2, so that the current through this second cock is fed back to the equalizing means 7 or another source. The current which is alternately supplied by the windings 52 and 53 of the transformer 5b produces an alternating voltage in each winding on the core 55, which is the desired result of the comparison of the inverter means 1 * 0.

Transistoren kunnen in het algemeen sneller inschakelen dan zij kunnen uitschakelen* Dientengevolge schakelt een transistor in voordat de andere transistor volledig is uitgeschakeld. Dit heeft een feitelijke kortsluiting tot gevolg over de aansluitingen 58 en 59 van de wikke-20 lingen 52 en 53 gedurende een kort interval hij elk schakelmoment. Deze kortsluiting wordt onschadelijk gemaakt, omdat de smoorspoel j6 een in beginsel constante stroom handhaaft door zichzelf en bijbehorende onderdelen van de schakeling, en dus voorkomt, dat transistorcollectorstromen aanzienlijk stijgen tijdens de duur van de kortsluiting of geleidings-25 overlapping. De transistoren starten en voltooien hun schakelwerkingen dus in ideale omstandigheden van praktisch geen collectorspanning en een uitwendig beperkte collectorstroem.In general, transistors can turn on faster than they can turn off * As a result, one transistor turns on before the other transistor turns off completely. This results in an actual short circuit across the terminals 58 and 59 of the windings 52 and 53 for a short interval at each switching moment. This short circuit is rendered harmless because the choke j6 maintains a basically constant current through itself and associated circuit components, thus preventing transistor collector currents from increasing significantly during the short circuit or conductor overlap period. The transistors thus start and complete their switching operations in ideal conditions of practically no collector voltage and an externally limited collector current.

Een weerstand 71 in een leiding 72, die de geleider 62 schakelt fl-an bijvoorbeeld het verbindingspunt van naburige aansluitingen van de 30 diode 6k en een smoorspoel j6 met het middenpunt van de terugkoppelwik-keling 61, geleidt een kleine stroom van de positieve DC ingangsaanslui-ting 1*1 en de smoorspoel 62 naar respectievelijk de poorten 1*6 en 1*9 van de twee transistoren kh en 1*5 via de terugkoppelwikkeling 61. Dit is de enige bron voor de basisstroam wanneer de invert eer schakeling voor het 35 eerst wordt ingeschakeld, en is essentieel voor het betrouwbaar ontsteken. Wanneer oscillaties opbouwen, komt het meeste van de basisstroom van de spanning, geïnduceerd in de terugkoppelwikkeling 61, zoals hierna gede- 8302449 - 18 - tailleerder wordt beschreven.A resistor 71 in a lead 72, which switches the conductor 62 at, for example, the junction of adjacent terminals of the diode 6k and a choke j6 with the center point of the feedback winding 61, conducts a small current from the positive DC input terminals supply 1 * 1 and the choke 62 to the ports 1 * 6 and 1 * 9 of the two transistors kh and 1 * 5 via the feedback winding 61, respectively. This is the only source for the base current when the inverter circuit for the is first switched on and is essential for reliable ignition. When oscillations build up, most of the base current of the voltage induced in the feedback winding 61, as described in more detail below.

De diode 64 is naar keuze, en voorkomt, indien gebruikt, het doorsmelten van de smeltveiligheid 63 indien de ingangsaansluitingen Ui, 42 worden geschakeld aan de DC voedingsleidingea 8, 9 of 9, 10 met 5 de verkeerde polariteit. .The diode 64 is optional, and, if used, prevents melting of the fuse 63 if the input terminals Ui, 42 are connected to the DC supply lines 8, 9 or 9, 10 with the wrong polarity. .

Een diode 73 schakelt de basis 46 van de transistor 74, en een diode 74 schakelt de basis 49 van de transistor 45 aan de leiding 69 via een weerstand 75 en een wikkeling 80 op de kern 66, indien gebruikt op de hierna beschreven wijze.A diode 73 switches the base 46 of the transistor 74, and a diode 74 switches the base 49 of the transistor 45 to the line 69 via a resistor 75 and a winding 80 on the core 66, when used in the manner described below.

10. Het verschil in bedrijf van de onderhavige schakeling en de ge bruikelijke, bekende basisschakelinrichting kan duidelijk worden begrepen door een vergelijking van fig. 7 met fig. 6. In fig. 7 zijn overeenkomstige onderdelen voorzien van dezelfde verwijzingscijfers als gebruikt in fig. 6.met een naschrift a.10. The difference in operation of the present circuit and the conventional prior art basic switching device can be clearly understood by comparing FIG. 7 with FIG. 6. In FIG. 7, like parts are labeled with the same reference numerals as used in FIG. 6. with a caption a.

15 De gebruikelijke, bekende basisschakelinrichting omvat twee tran- sistoren 44a en 45a, een enkele diode 73a, in serie geschakeld met een smoorspoel 80a en een weerstand 75a, welk samenstel de middenaftakking van de terugkoppelwikkeling 61a. schakelt aan de emitters 48a en 51a van de twee transistor en 44a en 45a. Het doel van deze schakeling is het 20 doeltreffend verschaffen van een grote DC component van een basisstroom door het gelijkrichten van de lage spanning van de terugkoppelwikkeling 61a. De basis-emitterverbindingspunten van de transistoren verschaffen de gelijkrichtende werking, en de smoorspoel 80a handhaaft de basisstroom in althans éên transistor tijdens de schakelmomenten, wanneer de terug-25 koppelwisselspanning door nul gaat. De diode 73a voorkomt slechts het afvoeren van de kleine ontstekingscomponent van de basisstroom van de weerstand 71a. Geen der bases kan met meer dan ongeveer 0,8 V uitstijgen boven de emitters als gevolg van de transistorkenmerken. Dit vereist, dat het merendeel van de terugkoppelspanning over de wikkeling 61a. als 30 negatieve spanning verschijnt aan de basis van de "uit"-transistor, welke dat op een willekeurig bepaald moment ook is. Ook wordt de middenaftakking van de wikkeling 61a in elke periode tweemaal negatief gedreven op het ene moment in elke periode, dat elke basis negatief gaat. Wanneer de middenaftakking negatief gaat, wordt stroom naar boven geleverd door 35 de diode 73a, de smoorspoel 80a en de weerstand 75a om verder te gaan in de basis van de transistor die is ingeschakeld. Deze stroom is in hoofdzaak verantwoordelijk voor het inschakelen van de transistoren. Zoals 8302449 - 19 - eerder gesteld, houdt de smoorspoel 80a de stroom door zichzelf in hoofdzaak constant voor het verschaffen van een constante stroombron voor de ene of de andere van de bases.The conventional prior art basic switching device comprises two transistors 44a and 45a, a single diode 73a connected in series with a choke 80a and a resistor 75a, which assembly is the center tap of the feedback winding 61a. switches on the emitters 48a and 51a of the two transistors and 44a and 45a. The purpose of this circuit is to efficiently provide a large DC component of a base current by rectifying the low voltage of the feedback winding 61a. The base-emitter junctions of the transistors provide the rectifying effect, and the choke 80a maintains the base current in at least one transistor during the switching moments when the feedback AC voltage passes through zero. The diode 73a only prevents the discharge of the small ignition component of the base current from the resistor 71a. None of the bases can exceed the emitters by more than about 0.8 V due to the transistor characteristics. This requires that the majority of the feedback voltage across the winding 61a. if negative voltage appears at the base of the "off" transistor, whatever it is at any given time. Also, the center tap of the winding 61a is driven negative twice in each period at one time in each period that each base goes negative. When the center tap goes negative, current is supplied upward from the diode 73a, the choke 80a and the resistor 75a to continue in the base of the transistor turned on. This current is mainly responsible for turning on the transistors. As previously stated, the choke 80a keeps the current by itself substantially constant to provide a constant current source for one or the other of the bases.

Met deze bekende schakeling is de maximale spanning over de te-5 rugkoppelwikkeling 31a noodzakelijkerwijze slechts enkele V door beperking door de toelaatbare belasting voor wat betreft de piekkeerspanning van de emitter-basisrerbindingspunten van de transistoren. Een belangrijk gedeelte van deze spanning gaat verloren in de diode 73a en in de emit-ter-basisverbindingspunten van de transistoren. Wanneer dus de terug-10 koppelspanning wordt verlaagd als gevolg van lage lijnspanning, zoals kan worden ondervonden tijdens een "gedeeltelijke verduistering11 en op andere momenten, wordt de basis stuur spanning onbetrouwbaar laag, en kan een toestand optreden van het met tussenpozen oscilleren. In het bijzonder kunnen de transistoren niet verzadigd raken maar stroom geleiden, terwijl 15 een hoge spanning aanwezig is vanaf de collector naar de emitter, waardoor krachtverstrooiing wordt vergroot, hetgeen de transistoren snel kan beschadigen.With this known circuit, the maximum voltage across the feedback winding winding 31a is necessarily only a few V by limitation by the allowable load in terms of the peak voltage of the emitter base connection points of the transistors. A significant portion of this voltage is lost in diode 73a and in the emitter base junction points of the transistors. Thus, when the feedback voltage is lowered due to low line voltage, as may be experienced during a "partial eclipse" and at other times, the base control voltage becomes unreliably low, and an intermittent oscillation condition may occur. in particular, the transistors cannot become saturated but can conduct current, while a high voltage is present from the collector to the emitter, thereby increasing power scattering, which can quickly damage the transistors.

Met de onderhavige schakeling, zoals weergegeven in fig. 6, zijn twee dioden 73 en 7^ elk geschakeld aan éên einde van de terugkoppelwik-20 keiing 61 in plaats van het aanwezig zijn van éên enkele diode bij de centrumaftakking, zoals weergegeven in de bekende schakeling volgens fig.With the present circuit, as shown in FIG. 6, two diodes 73 and 72 are each connected at one end of the feedback winding 61 instead of having a single diode at the center tap, as shown in the prior art circuit according to fig.

7. Dit verdubbelt de spanning, beschikbaar voor het gelijkrichten, en maakt een stabiel bedrijf mogelijk totaan dergelijk lage ingangsspanningen, zodat de transistoren voldoende zijn beschermd tegen alle toestanden van 25 lage spanning.7. This doubles the voltage available for rectification, and allows stable operation up to such low input voltages, so that the transistors are sufficiently protected from all low voltage states.

De smoorspoel 80 is in de fig. 6 en 7 niet altijd nodig. Indien echter gebruikt, kan de smoorspoel de piekbasisstroom verlagen en de in de weerstand 75a (fig. 7) of de weerstand 75 (fig. 6} verstrooide kracht verminderen. Een economischer manier voor het gebruiken van de gelijke 30 smoorspoel 80a in fig. T, indien dit gewenst is, is het voor de smoorspoel 3Ca in de plaats stellen van enkele draadwindingen 80 om de kern 66 van de smoorspoel 76, zoals weergegeven in fig. 6, in serie geschakeld met de weerstand 75. De transformatorwerking van de hoofdsmoorspoelvik-keling Jo induceert dan dezelfde spanning in deze enkele windingen 80, 35 die de smoorspoel 80a in het ideale geval heeft, maar zonder de kosten van een aanvullende magneetkern en klos. De wikkeling 80a voegt een AC spanning toe aan de onderkant van de weerstand 75, gelijk aan de AC com- m 8302449 - 20 - ponent van de spanning van de terugkoppelwikkeling 61 aan de bovenkant van de veerstand 75 , waardoor slechts een DC spanning overblijft over de veerstand 75 met als gevolg dezelfde constante basisstroom, zoals in de stand van de techniek verschaft door de aanvullende smoorspoel 80a.The choke 80 is not always necessary in Figures 6 and 7. However, if used, the choke can decrease peak base current and reduce the force scattered in resistor 75a (Fig. 7) or resistor 75 (Fig. 6}. A more economical way to use the equal choke 80a in Fig. T if desired, for the choke 3Ca to replace some wire windings 80 about the core 66 of the choke 76, as shown in FIG. 6, is connected in series with the resistor 75. The transformer operation of the main choke coil. circuit Jo then induces the same voltage in these single windings 80, 35 that choke 80a ideally has, but without the cost of an additional magnet core and bobbin. Winding 80a adds an AC voltage to the bottom of resistor 75, equal to the AC component 8302449 - 20 - component of the voltage of the feedback winding 61 at the top of the spring position 75, leaving only a DC voltage across the spring position 75, resulting in the same c constant base current, such as provided in the prior art by the additional choke 80a.

5 Bij voorkeur is een kleine condensator 83 geschakeld tussen het verbindingspunt 57 van de collectorwikkelingen 52 en 53 en de terugkop-pelwikkeling 61. Deze condensator helpt de schakelverking te versnellen door het op het juiste moment wegtrekken van basis stroom van de basis van de transistor die uitschakelt, en door het een ogenblik later toe-10 voegen van basisstroom aan de inschakelende transistor.Preferably, a small capacitor 83 is connected between the junction 57 of the collector windings 52 and 53 and the feedback winding 61. This capacitor helps accelerate the switching by subtracting base current from the base of the transistor at the appropriate time. turns off, and by adding base current to the turning on transistor a moment later.

Een diode 84 en een Zener diode 85 zijn, indien gebruikt, in serie geschakeld met elkaar en over de smoorspoel 76, zoals weergegeven, voor het begrenzen van de maximale, positieve spanning, die aan de tran-sistorschakeling kan worden gelegd. Een gevaarlijke spanning, die de 15 transistor en kan vernietigen, kan anders optreden tijdens de overgangstoestand wanneer de inverteersehakeling voor het eerst wordt ingeschakeld naar de spanningsbron met lage impedantie van de centrale gelijk-richter 7.A diode 84 and a Zener diode 85, when used, are connected in series with each other and across the choke 76, as shown, to limit the maximum, positive voltage that can be applied to the transistor circuit. A dangerous voltage, which may destroy the transistor, may otherwise occur during the transition state when the inverting circuit is first turned on to the low impedance voltage source of the central rectifier 7.

Een diode 86 kan zijn geplaatst over de DC ingangsleidingen. De-20 ze diode geleidt slechts een ogenblik wanneer de DC ingangskracht wordt uitgeschakeld. De diode verschaft een gestuurde baan voor het geval van de in de smoorspoel 76 opgeslagen stroom, wanneer die stroom niet langer dpor de ingangsleiding 62 kan gaan. De diode 86 vermindert ook vlamboog-werking bij de schakelaar (niet weergegeven), die de DC ingangsspanning 25 uitschakelt. De dioden 84 en 86, de Zener diode 85 en de condensator 83 vormen een overgang-onderdrukkende schakeling.A diode 86 may be placed across the DC input leads. This 20 diode conducts only for a moment when the DC input power is turned off. The diode provides a controlled path in case of the current stored in the choke 76 when that current can no longer pass through the input line 62. Diode 86 also reduces arc operation at the switch (not shown) which turns off the DC input voltage 25. Diodes 84 and 86, Zener diode 85 and capacitor 83 form a transient suppression circuit.

In de weergegeven voorkeursuitvoeringsvorm zijn de verschillende wikkelingen geplaatst op de transformatorkern 55- Dit voorkomt het gebruik van twee duurdere, afzonderlijke transformatoren, zoals gewoonlijk 30 in de stand van de techniek worden gebruikt.In the preferred embodiment shown, the different windings are placed on the transformer core 55- This prevents the use of two more expensive separate transformers, as are commonly used in the prior art.

De AC uitgang van de inverteersehakeling kan op .vele manieren worden gebruikt, Fig. 6 verduidelijkt de wijze waarop drie of meer fluores-centiebuizen 67a5, 6ja6 en 67a7 met "snelle ontsteking" kunnen worden gedreven. Deze buizen hebben elektroden in de vorm van gloeidraden aan elk 35 einde daarvan, welke draden moeten worden verwarmd door het leveren van stroom, geproduceerd door middel van een lage spanning. Ten behoeve van de beschrijving zijn de draden in de buis 67a5 aangeduid met 90a5 en 91a5, 8302449 - 21 - die ia de buis 6ja6 met $0a.6 ea 91a6 en die in de "buis 6TaT met respectievelijk 9QaT en 91a7. De verwarmingsspanning voor de draden 90a5, 90a6 en 90a7 wordt verkregen van de verwarmingsvikkeling 92 met lage spanning op de magneetkern 55· De draden 91a5, 91a6 en 91a7 aan het tegen-5 overliggende einde van elke buis vereisten afzonderlijke vervarmingswik-kelingen 93» 9h en 95 op dezelfde kern, zoals weergegeven. Fluorescentie-en andere gasontladingsbuizen hebben het kenmerk van een negatieve impedantie, hetgeen een direkt parallelbedrijf onpraktisch maakt. Elke buis vereist een bal last impedantie in serie daarmede voor het begrenzen van 10 de stroom. Smoorspoelen of condensatoren kunnen de ballastwerking uitvoeren zonder energie te verspillen. De condensatoren 96, 97 en 98 zijn in fig. 6 weergegeven als ballast schakelingen. De wikkelingen 52 en 53 vormen een hoogfrequente krachtbron met een sinusoldale hoge spanning voor de buizen. De spanning van deze wikkelingen wordt vrijwel volledig 15 bepaald door de DC spanning naar de invert eer schakeling, waarbij echter de aan de buizen gelegde spanning onafhankelijk kan worden gekozen door het aftakken van een van de of elk der wikkelingen 52 en 53, zoals weergegeven bij de aftakking 99 voor een lagere spanning. Een hogere spanning kan worden verkregen door het uitbreiden van elk der of beide wik-20 kelingen met aanvullende windingen (niet weergegeven, maar overeenkomstig fig. 8) tot voorbij de punten, waar de transistorcollectoren zijn geschakeld.The AC output of the inverter can be used in many ways, FIG. 6 illustrates the manner in which three or more fluorescent tubes 67a5, 6ja6 and 67a7 can be driven with "rapid ignition". These tubes have filament electrodes at each end thereof, which wires must be heated by supplying current produced by a low voltage. For the purpose of description, the wires in the tube 67a5 are designated 90a5 and 91a5, 8302449-21 - those in the tube 6ja6 with $ 0a.6 and 91a6 and those in the "tube 6TaT with 9QaT and 91a7, respectively. wires 90a5, 90a6 and 90a7 are obtained from the low voltage heating coil 92 on the magnetic core 55 · The wires 91a5, 91a6 and 91a7 at the opposite end of each tube required separate heating coils 93, 9h and 95 on the same core, as shown Fluorescence and other gas discharge tubes are characterized by negative impedance, making direct parallel operation impractical Each tube requires a ball load impedance in series with it to limit the current Chokes or capacitors can perform the ballast operation without wasting energy The capacitors 96, 97 and 98 are shown as ballast circuits in Fig. 6. The windings 52 and 53 form a high-frequency power b ron with a sinusoidal high voltage for the tubes. The voltage of these windings is almost entirely determined by the DC voltage to the inverter circuit, however, the voltage applied to the tubes can be independently selected by tapping one or each of the windings 52 and 53, as shown at the branch 99 for a lower voltage. A higher voltage can be obtained by extending each or both of the windings with additional turns (not shown, but according to FIG. 8) beyond the points where the transistor collectors are connected.

Een volledig afzonderlijke, secundaire wikkeling (niet weergegeven, maar overeenkomstig de fig. 11 - 1*0 op de kern 55 met een willekeu-25 rige gewenste spanning kan worden gebruikt voor de buizen, en met een volledige transformatorisolatie, indien nodig of wenselijk.A completely separate, secondary winding (not shown, but according to FIGS. 11-1 * 0 on core 55 with any desired voltage can be used for the tubes, and with full transformer insulation, if necessary or desirable.

Andere belastingsinrichtingen zijn mogelijk, en meer (of minder) dan drie buizen kunnen worden voorzien door het stelsel volgens fig. 6, zoals weergegeven in fig. 1 en hiervoor beschreven, en in de fig. 11 - 1 h-, 30 zoals hierna beschreven. Dit parallelle bedrijfsstelsel maakt het verwijderen mogelijk van een deel van de buizen uit de armatuur voor het verminderen van de lichtsterkte zonder waarneembare invloed op de overige buizen. De buizen kunnen ook in serie of in serie-parallel worden bedreven, in het bijzonder indien er een even aantal buizen is. Een der-35 gelijke uitvoering vermindert het aantal ballastcondensatoren, dat nodig is, en maakt het dempen door instellende ballastcapaciteit volledig mogelijk, zoals hierna vollediger beschreven.Other load devices are possible, and more (or less) than three tubes can be provided by the system of Fig. 6, as shown in Fig. 1 and previously described, and in Figs. 11-1 h, 30 as described below. . This parallel operating system allows the removal of part of the tubes from the fixture to reduce the light intensity without any noticeable influence on the other tubes. The tubes can also be operated in series or in series-parallel, especially if there are an even number of tubes. Such an embodiment reduces the number of ballast capacitors required and fully enables damping by adjusting ballast capacity, as described more fully below.

8302449 - 22 -8302449 - 22 -

Vele fluorescentie- en andere gasontladingsbuizen vereisen geen afzonderlijk verwarmde draden, waarbij, indien dergelijke buizen worden gebruikt, de verwarmingswikkelingen 92, 93, 9½ en 95 niet nodig zijn.Many fluorescent and other gas discharge tubes do not require separately heated wires, and if such tubes are used, heating coils 92, 93, 9½ and 95 are not required.

Fig. 8 toont bet gedeelte van de schakeling volgens fig. 6, dat 5 kan worden gewijzigd voor een seriebedrijf van twee buizen 101 en 102 met snelle ontsteking. Onderdelen in de schakeling volgens fig. 8, die overeenkomen met onderdelen in de schakeling volgens fig. 6, hebben hetzelfde verwijzingscijfer gekregen met het naschrift b, en behoeven hier niet verder te worden besproken. Een grotere spanning dan die tussen de 10 transistorcollectoren wordt verkregen door· het toevoegen van een of meer uitbreidingswikkelingen 103 en 104 op de kern 55b. De wikkelingen 92b, 106 en 110 verschaffen dan een verwarmingsvermogen voor de buisdraden 105, 107, 108 en 109. Een enkele condensator 111 verschaft het beperken of ballasten van de stroom voor de twee buizen.Fig. 8 shows the portion of the circuit of FIG. 6 that can be modified for series operation of two 101 and 102 rapid ignition tubes. Components in the circuit of FIG. 8, which correspond to components in the circuit of FIG. 6, have been given the same reference numeral with the postscript b, and need not be discussed further here. A greater voltage than that between the 10 transistor collectors is obtained by adding one or more extension windings 103 and 104 to core 55b. The windings 92b, 106 and 110 then provide heating power for the tube wires 105, 107, 108 and 109. A single capacitor 111 provides for limiting or ballasting the current for the two tubes.

15 Fluorescentiebuizen met snelle ontsteking worden gemakkelijk ge dempt door het verlagen van de capaciteit van de ballastcondensator 111 volgens fig. 8. Een eenvoudig middel is het maken van de condensator 111 van een aantal afzonderlijke condensatoren, welke condensatoren met de hand of op afstand in verschillende combinaties door gebruikelijke scha-20 helmiddelen (niet weergegeven) in de schakeling kunnen worden geschakeld.Rapid ignition fluorescent tubes are easily attenuated by decreasing the capacitance of the ballast capacitor 111 of FIG. 8. A simple means is to make the capacitor 111 from a number of individual capacitors, which capacitors are manually or remotely controlled in different capacitors. combinations can be switched into the circuit by conventional switching means (not shown).

Een ander middel, dat kan worden aangepast voor het verstelbaar verlichten van een zone is het inschakelen van verschillende waarden van de condensator 111 overeenkomstig een gewenst verlichtingsniveau. Het dempen door het verstellen van de ballastcondensator maakt een volledige 25 ontsteekspanning mogelijk bij alle lichtniveaus, en is derhalve beter dan werkwijzen voor het verlagen van de spanning. De beschreven voor-keurswerkwijze voor het dempen houdt de draadspanningen constant, zoals gewoonlijk gewenst is bij het dempen.Another means that can be adjusted for adjustable zone illumination is to turn on different values of capacitor 111 according to a desired illumination level. Damping by adjusting the ballast capacitor allows a full ignition voltage at all light levels, and is therefore better than voltage reduction methods. The preferred damping method described keeps the thread tensions constant as is usually desired in damping.

Het dempen kan ook gemakkelijk worden bereikt door de in fig. 1U 30 afgebeelde schakeling, zoals hierna volledig wordt beschreven.Damping can also be easily achieved by the circuit shown in Figure 1U 30, as fully described below.

De inverteerschakeling ^0 kan gemakkelijk worden aangepast voor het gebruiken van elektronische besturing van het uitgloeien van de kathode . Dit vereist slechts een wij ziging van een gedeelte van de schakeling volgens fig. 6. Een dergelijk gewijzigd gedeelte van de schakeling 35 is weergegeven in fig. 9, waarbij met onderdelen in fig. 6 vergelijkbare onderdelen zijn voorzien van dezelfde verwijzingscijfers met een naschrift c, en hier geen verdere beschrijving behoeven. Een afzonderlijke «* 8302449 - 23 - transformator 112, voorzien van een magneetkern 113, een primaire wikkeling 114 met aansluitingen 115 en 116, die de primaire wikkeling kunnen schakelen aan een AC "bron met een willekeurige frequentie, en een reeks secundaire wikkelingen 92c, 93c, 9^c en 95c voor het verwarmen 5 van de gloeidraden van de ouizen o7a5c, 6ja6c en 6?aTc, die onafhankelijk werken van de inverteerschakeling, houden de draden altijd verwarmd, zodat draadwikkelingen van de inverteerschakeling zelf niet nodig zijn.The inverting circuit ^ 0 can be easily adapted to use electronic control of the cathode annealing. This only requires a modification of a part of the circuit according to Fig. 6. Such a modified part of the circuit 35 is shown in Fig. 9, with parts comparable to parts in Fig. 6 having the same reference numerals with a postscript c , and need no further description here. A separate transformer 112, comprising a magnetic core 113, a primary winding 114 with terminals 115 and 116, which can switch the primary winding to an AC source of any frequency, and a series of secondary windings 92c, 93c, 9c and 95c for heating the filaments of the tubes o7a5c, 6ja6c and 6? ATc, which operate independently of the inverting circuit, always keep the wires heated, so that wire windings of the inverting circuit itself are not required.

DC kracht in de inverteerschakeling wordt gestuurd door de transistor 11U, die kan worden in- en uitgeschakeld door een signaal met een laag 10 niveau (minder dan 1 V) tussen de basis 115 en aarde 1l6. Deze manier van schakelen is beter en gemakkelijker uit te voeren dan het schakelen in een AC schakeling. Een mechanische schakelaar kan, indien gewenst, de transistor 11^· vervangen.DC power in the inverter circuit is controlled by the transistor 11U, which can be turned on and off by a low 10 level signal (less than 1 V) between the base 115 and ground 1l6. This method of switching is better and easier to implement than switching in an AC circuit. A mechanical switch can, if desired, replace the transistor 11 ^.

Pig. 10 toont een gewijzigde vorm van de schakeling volgens fig. 15 8, waarin vergelijkbare onderdelen dezelfde verwij zingscijfers hebben gekregen met een naschrift d. De gloeidraden van de buizen 101d en 102d worden gevoed vanaf een transformator 5^d in plaats van direkt vanaf de inverteerschakelingtransformator 5¼ met constante spanning volgens de fig. 6 en 8. De primaire wikkeling 52d van de transformator 5^d ontvangt 20 de spanningsingang van de spanning over de buizen. Voordat de lichtboog aanslaat in de buizen, is er weinig spanningsval in de ballastcondensa-tor 111d, en wordt praktisch de gehele inverteerschakelingsspanning gelegd aan de primaire wikkeling van de transformator 5^d. Dit heeft een betrekkelijk hoge uitgang tot gevolg in de secundaire wikkelingen 92d, 25 106d en I10d van de transformator 5½ voor het snel verwarmen van de draden. Zodra de lichtboog aanslaat, daalt de buislichtboogspanning aanzienlijk, waardoor de spanning op alle wikkelingen van de transformator 5^d wordt verlaagd en in het bijzonder de verwarmingsspanningen op de wikkelingen 92d, 106d en 110d worden verminderd. Een verminderde verwar-30 τη jugs spanning betekent, dat minder kracht wordt verbruikt, en de schakeling doeltreffender werkt dan anders. Schakelaars zijn niet nodig voor het tot stand brengen van een vermindering van verwarmingskracht in tegenstelling tot de praktijk in sommige bekende stelsels. Het op de transformator 5½ plaatsen van de verwarmingswikkelingen vereenvoudigt het 35 ontwerp van de reeds ingewikkelde transformator 5^· Als gevolg van de gebruikte hoge frequentie, kan de transformator 5^d zeer klein zijn, goedkoop en vrij van krachtverlies. Op te merken is, dat de verwarmers niet 8302449 -2^- volledig worden uit geschakeld, aangezien dit schadelijk is voor de levensduur van somm-igg draden. De grootste beschadiging van draden vindt ge-woonlijk plaats tijdens het ontsteken, wanneer zij worden gebombardeerd door zware ionen, voordat zij de juiste bedrijfstemperatuur bereiken.Pig. 10 shows a modified form of the circuit of FIG. 8, in which similar parts have been given the same reference numerals with a postscript d. The filaments of the tubes 101d and 102d are fed from a transformer 5 ^ d instead of directly from the constant voltage inverting transformer 5¼ of Figures 6 and 8. The primary winding 52d of the transformer 5 ^ d receives the voltage input from the voltage across the tubes. Before the arc strikes in the tubes, there is little voltage drop in the ballast capacitor 111d, and practically the entire inverter switching voltage is applied to the primary winding of the transformer 5d. This results in a relatively high output in the secondary windings 92d, 106d and 10dd of the transformer 5½ for fast heating of the wires. As soon as the arc starts, the tube arc voltage drops significantly, reducing the voltage on all windings of the transformer 5 ^ d and, in particular, reducing the heating voltages on the windings 92d, 106d and 110d. A reduced heating-30 τη jugs voltage means that less power is consumed, and the circuit operates more efficiently than usual. Switches are not required to effect a reduction in heating power unlike in practice in some prior art systems. Placing the heating windings on the transformer 5½ simplifies the design of the already complicated transformer 5 ^ Due to the high frequency used, the transformer 5 ^ d can be very small, inexpensive and free of power loss. It should be noted that the heaters are not turned off completely, as this is detrimental to the life of some wires. The greatest damage to wires usually occurs during ignition when they are bombarded by heavy ions before they reach the correct operating temperature.

5 De besturing, verschaft door de transformator 5^d, bekort deze tijd van bombarderen en verzekert een verlengde levensduur van de buizen, alsmede een verbeterde bedrij fsenergiedoelmatigheid.The control, provided by the transformer 5d, shortens this time of bombardment and ensures extended tube life, as well as improved operating energy efficiency.

Fig. 11A toont een schakeling, die een hoge stroom kan leveren aan de draden van een fluorescentiebuis met verwarmde draden, indien de 10 "buis eerst wordt ingeschakeld bij het begin van een verlichtingsperiode, en automatisch de stroomlevering door de draden kan verminderen zodra een stabiel bedrijf is bereikt. Deze schakeling omvat een inverteer schakeling, weergegeven door het blok 120 (die dezelfde schakeling als hierboven beschreven kan hebben of een andere schakeling, die dezelfde wer-15 king tot stand brengt), een ballastschakeling, weergegeven door het blok 122 (die een willekeurig elektronisch onderdeel kan zijn, dat deze werking vervult, zoals een smoorspoel of condensator), een elektrische schakeling 12h tussen de inverteerschakeling en de ballastschakeling, een leiding 125 vanaf de ballastschakeling 122 naar een onderstaand vol-20 lediger te beschrijven belasting 126, en een terugvoerschakeling 128 naar de inverteerschakeling 120. De afgebeelde belasting omvat een spaartransformator 130, waarvan een aansluiting is geschakeld aan de leiding 125, en de andere aan de leiding 128, en een fluorescentiebuis 132, voorzien van een gloeidraad 13^ aan éên einde en een gloeidraad 136 aan het 25 andere einde. De stroom voor de draad 13^ wordt geleverd van een einde van de spaartransformator 130 door een aftakking 138 op slechts een winding of enkele windingen vanaf dat einde, terwijl de stroom voor de draad 136 wordt geleverd van het andere einde van de spaartransformator door een aftakking 1^0 op slechts een winding of enkele windingen vanaf het 30 andere einde.Fig. 11A shows a circuit which can supply a high current to the wires of a heated wire fluorescent tube if the 10 "tube is first turned on at the beginning of a lighting period, and can automatically reduce the current supply through the wires once stable operation This circuit includes an inverter circuit, represented by block 120 (which may have the same circuit as described above or another circuit, which accomplishes the same operation), a ballast circuit, represented by block 122 (which may be any electronic part fulfilling this operation, such as a choke or capacitor, an electrical circuit 12h between the inverting circuit and the ballast circuit, a lead 125 from the ballast circuit 122 to a load 126 to be described more fully below, and a return circuit 128 to inverter circuit 120. The depicted load includes a power transform ator 130, one terminal of which is connected to lead 125, and the other to lead 128, and a fluorescent tube 132, having a filament 13 at one end and a filament 136 at the other. The current for the wire 13 is supplied from one end of the autotransformer 130 through a tap 138 only one turn or a few turns from that end, while the current for the wire 136 is supplied from the other end of the autotransformer through a tap 1 ^ 0 just one turn or a few turns from the other 30 end.

Nadat de inverteerschakeling 120 is ingeschakeld en voordat de lichtboog is aangeslagen tussen de kathoden of draden 13^ en 136 van de lamp of buis 132, wordt zeer weinig elektrische stroom geleverd door de lamp en ballastschakeling. Dienovereenkomstig is er zeer weinig span-35 ningsval in de ballastimpedantie 122 en verschijnt in beginsel alle spanning van de inverteerschakeling 120 over de gehele wikkeling van de spaartransformator 130, Spanningen geschikt voor het snel verwarmen van de 8302449 - 25 - draden of kathoden 13¼ en 136 worden geïnduceerd in de eindvindingen van de spaartransformator buiten respectievelijk de aftakkingen 138 en 1^0.After the inverter circuit 120 is turned on and before the arc is struck between the cathodes or wires 131 and 136 of the lamp or tube 132, very little electrical current is supplied by the lamp and ballast circuit. Accordingly, there is very little voltage drop in the ballast impedance 122, and in principle all voltage from the inverting circuit 120 appears across the entire winding of the transformer 130, Voltages suitable for rapidly heating the 8302449 - 25 wires or cathodes 13¼ and 136 are induced in the final inventions of the autotransformer outside the branches 138 and 100 respectively.

Na een korte verwarmingstijd, worden voldoende elektronen uitgezonden door de kathoden of draden 13¼ en 136 om het mogelijk te maken een licht-5 boog tot stand te brengen tussen de kathoden. Dan wordt een grote elektrische stroom geleverd door de lamp en de ballastschakeling, en vindt een grote spanningsval plaats in de ballastschakeling. De over de lamp-aansluitingen overblijvende spanning (tussen de draden of kathoden) daalt tot een veel lagere waarde, bijvoorbeeld tot min of meer ongeveer 10 de helft van de vorige waarde. Deze lampspanning wordt gelegd aan de spaartransformator, zodat de spanning in elk onderdeel van de spaartrans-formatorwikkeling daalt tot de lagere vaarde. In het bijzonder daalt de spanning in de vervarmingswindingen buiten de aftakkingen 138 en 1U0, en neemt de kathodeverwarmingsspanning af tot de lagere waarde. De direkte 15 verwarmingskracht voor de kathoden is afhankelijk van het kwadraat van de spanning, zodat de verwarmingskracht daalt tot aanzienlijk minder dan de helft van de vorige waarde. Gewoonlijk kan 2/3 van de energie, gebruikt voor de direkte kathodeverwarming door dit middel worden bespaard. Op te merken is, dat geen schakelaars, elektronisch of anderszins nodig 20 zijn, en dat de lamp-ballastdraadtransformatorschakelingen door slechts twee geleiders zijn geschakeld aan de inverteerschakeling. De schakeling is dus goedkoop en geschikt voor gebruik in een lamparmatuur los van degene, die de invert eerschakeling bevat. Als zodanig kan een stelsel, dat een aantal armaturen met een lamp of twee lampen bevat, worden gedreven 25 vanaf een gemeenschappelijke inverteerschakeling, die ter besparing tot de volledige capaciteit moet worden belast.After a short heating time, sufficient electrons are emitted from the cathodes or wires 13¼ and 136 to allow a light arc to be established between the cathodes. Then a large electric current is supplied by the lamp and the ballast circuit, and a large voltage drop occurs in the ballast circuit. The voltage remaining across the lamp terminals (between the wires or cathodes) drops to a much lower value, for example to more or less about 10 half of the previous value. This lamp voltage is applied to the autotransformer, so that the voltage in each part of the autotransformer winding drops to the lower value. Specifically, the voltage in the heating coils outside the taps 138 and 10U0 drops, and the cathode heating voltage decreases to the lower value. The direct heating power for the cathodes is dependent on the square of the voltage, so that the heating power drops to significantly less than half the previous value. Usually 2/3 of the energy used for the direct cathode heating can be saved by this means. It should be noted that no switches, electronic or otherwise, are required, and that the lamp-ballast wire transformer circuits are connected to the inverter circuit by only two conductors. Thus, the circuit is inexpensive and suitable for use in a lamp fixture separate from the one containing the inverter circuit. As such, a system comprising a plurality of one or two lamp fixtures may be driven from a common inverter circuit which must be loaded to full capacity to save.

Niet alleen maakt de spaartransf ormator 130 een energiebesparing mogelijk, maar dit wordt gedaan zonder het nadeel van bepaalde bekende ballastschakelingen, die de verwarmers volledig uitschakelen. Een bepaal-30 de over de lengte van elke kathode gehandhaafde spanning, zet de lieht-boog tussen de kathoden aan zich eerst te vormen tussen de einden van de kathoden, waar het spanningsverschil het grootst is. Een kritieke plek vormt zich waar het,merendeel van de elektronenuitzending plaats vindt. Wanneer het elektronen uitzendende oxyde wordt weggebrand vanaf len ein-35 de van elke kathode, beweegt de kritieke plaats naar een naburige plaats, die de op een na hoogste spanning heeft, en gaat op deze wijze op een geordende manier verder langs de gehele draad gedurende de gehele bruikbare 8302449 - 26 - levensduur van de lamp. Indien een bepaalde spanning niet over de draad is voorzien, kan de kritieke plek buiten besturing raken en bepaalde gedeelten van de kathode, die nog goede oxydebekledingen hebben, nimmer bereiken. Een voortijdig falen van de kathode is het gevolg.Not only does the autotransformer 130 enable energy savings, but this is done without the disadvantage of certain known ballast circuits, which completely shut off the heaters. A certain voltage maintained along the length of each cathode causes the arc between the cathodes to first form between the ends of the cathodes where the voltage difference is greatest. A critical place is formed where most of the electron emission takes place. When the electron-emitting oxide is burned away from one end of each cathode, the critical site moves to an adjacent site, which has the second highest voltage, and continues in an orderly manner along the entire wire for an extended period of time. the entire usable 8302449 - 26 - lamp life. If a certain voltage is not provided across the wire, the critical spot can become out of control and never reach certain areas of the cathode that still have good oxide coatings. A premature failure of the cathode is the result.

5 Samenvattend verschaft één kenmerk van de uitvinding middelen voor het handhaven van voldoende spanning over elke kathode voor het bevorderen van een geordende verplaatsing van de kritieke plek onder het besparen van 2/3 van de kathodeverwarmingskracht.In summary, one feature of the invention provides means for maintaining sufficient voltage across each cathode to promote orderly displacement of the critical spot while saving 2/3 of the cathode heating power.

Een draadtransformator, soortgelijk aan 130, maar met aanvullen-10 de draadwikkelingen, waarvan sommige niet-geleidend aan elkaar zijn geschakeld, zoals in een spaartransformator, maar zijn geïsoleerd., zoals in een gebruikelijke transformator, kan nog twee lampen voorzien, die in serie zijn geschakeld in een gewone uitbreiding van de hierboven beschreven schakeling.A wire transformer, similar to 130, but with additional wire windings, some of which are nonconductively connected together, such as in an autotransformer, but insulated, such as in a conventional transformer, can provide two more lamps, which are connected in series are switched in a common extension of the circuit described above.

15 In toepassingen, waarbij het niet nodig is verwarmingskracht te sparen, kunnen de verwarmers in dit stelsel, zoals in. de stand van de techniek, direkt worden bekrachtigd van aanvullende wikkelingen (niet weergegeven) op de hoofdinverteertransformator of van een of meer tussen-transformatoren, waarbij de primaire wikkelingen zijn geschakeld aan de 20 uitgang van de inverteerschakeling voor de ballastimpedanties.In applications where it is not necessary to save heating power, the heaters in this system, as in. The prior art is energized directly from additional windings (not shown) on the main invert transformer or one or more intermediate transformers, the primary windings being connected at the output of the inverter for the ballast impedances.

Fig. 11B stelt een wijziging voor van de schakeling volgens fig. 11A., die een constante verwarmingskracht verschaft. In deze figuur zijn onderdelen, die dezelfde zijn als vergelijkbare onderdelen in fig. 11A, voorzien van dezelfde verwijzingscijfers met een naschrift a, en behoeven 25 dus voor de schakeling volgens fig. 11B niet weer te worden beschreven. Het belangrijke verschil van de schakeling volgens fig. 11B ten opzichte van de.schakeling volgens fig. 11A is, dat de draadtransformator 130a is geschakeld over de leidingen 12^a en 128a tussen de aansluitingen 1^2 en iWl· om te zijn geschakeld aan een inverteerschakeling (niet weergege-30 ven), bijvoorbeeld zoals 120, en de ballastschakeling 122a. De draad 13^a wordt van stroom voorzien van een korte secundaire wikkeling 1^6. De draad 13éa wordt van stroom voorzien van een aftakking aan de wikkeling 130a op één winding.of enkele windingen vanaf een einde daarvan. De spanning over de transformator wordt niet beïnvloed door de spanningsval in 35 de ballastimpedantie 122a en verandert niet waarneembaar met de stroom-levering, zodat de spanningen, die stroom leveren aan de draden 13^a en 136a praktisch constant blijven tijdens bedrijf van de lampen. De hoog- 8302449 - 27 - frequente transformator 130a. is tij voorkeur een transformator, voorzien van een magneetkern, bijvoorbeeld ferrietkern 1^8.Fig. 11B represents a modification of the circuit of FIG. 11A which provides a constant heating power. In this figure, parts which are the same as comparable parts in Fig. 11A are provided with the same reference numerals with a postscript a, and thus need not be described again for the circuit according to Fig. 11B. The important difference of the circuit of FIG. 11B with respect to the circuit of FIG. 11A is that the wire transformer 130a is connected across leads 12a and 128a between terminals 1 2 and iW1 to be connected to an inverter circuit (not shown), for example, such as 120, and the ballast circuit 122a. The wire 13 ^ a is supplied with current by a short secondary winding 1 ^ 6. The wire 13ea is electrically supplied with a tap on the winding 130a on one turn or a few turns from one end thereof. The voltage across the transformer is unaffected by the voltage drop in the ballast impedance 122a and does not discernibly change with the current supply, so that the voltages supplying current to wires 131a and 136a remain substantially constant during operation of the lamps. The high 8302449 - 27 - frequent transformer 130a. is preferably a transformer provided with a magnetic core, for example ferrite core 1 ^ 8.

Fig. 11C toont nog een schakeling, gewijzigd ten opzichte van die volgens fig. HA, waarvan de vergelijkbare onderdelen eveneens zijn 5 voorzien van verwij zings cijfers, overeenkomende met de onderdelen in fig. IIA, maar met een naschrift b. Het verschil is, dat de spaartransformator I30b aftakkingen 138b en l^Ob heeft op een winding of enkele windingen vanaf de einden van de wikkeling, geschakeld aan de leidingen 125b en 128b, en de leidingen naar de draden 13Vb en 136b zijn geschakeld aan de 10 eindaansluitingen van de transformator, in plaats van de aftakkingen aan de wikkeling. Het bedrijf van de schakelingen volgens fig. UB en 11C is in beginsel hetzelfde als beschreven voor de schakeling volgens fig. 11A. De volledige spanning van de leidingen 12h-o en 128c wordt bij het ontsteken van het bedrijf van de lamp (evenals bij de schakelingen volgens 15 fig· 1 IA en 11C) over de twee lampen 152 en 15^ geleverd, waarbij de spanning echter in aanzienlijke mate wordt verlaagd tijdens bedrijf door de spanningsvelden over de ballastcondensator 16U en de ballastsmoorspeel 182.Fig. 11C shows another circuit modified from that of FIG. HA, the comparable parts of which are also provided with reference numerals corresponding to the parts in FIG. IIA, but with a postscript b. The difference is that the autotransformer I30b has taps 138b and 11 Ob on a winding or single windings from the ends of the winding connected to lines 125b and 128b, and lines to wires 13Vb and 136b are connected to 10. end connections of the transformer, instead of the branches on the winding. The operation of the circuits of FIGS. UB and 11C is basically the same as described for the circuit of FIG. 11A. The full voltage of the lines 12h-o and 128c is supplied to the two lamps 152 and 15 ^ when the lamp is switched on (as is the case with the circuits according to Fig. 1 IA and 11C), but the voltage in is significantly reduced during operation by the voltage fields across the ballast capacitor 16U and the ballast choke 182.

De tweede schakeling 184 omvat een enkele fluorescentiebuis 186, 20 voorzien van een draad 188 aan een einde, en een draad 190 aan het andere einde. Deze schakeling ontvangt een constante draadkraeht van een tussenspaartransformator 192, geschakeld over de leidingen 124c en 128c door respectievelijk de leidingen 194 en 196. De draad 188 wordt gevoed met verwarmingsstroom door een transformator 198, voorzien van een hoog-25 frequente kern 200, bijvoorbeeld ferriet. Eén einde van de spaartransfor-matorwikkeling 192 vormt de primaire wikkeling van de transformator 198.The second circuit 184 includes a single fluorescent tube 186, 20 with a wire 188 at one end, and a wire 190 at the other end. This circuit receives a constant wire strength from an intermediate circuit transformer 192, connected across lines 124c and 128c through lines 194 and 196, respectively. Wire 188 is fed with heating current through a transformer 198 having a high-frequency core 200, e.g., ferrite. . One end of the auto-transformer winding 192 forms the primary winding of the transformer 198.

De secundaire wikkeling is een wikkeling 202, die aan een einde is geschakeld aan één einde van de draad 188, en aan het andere einde aan een leiding 204, die aan één einde is geschakeld aan het andere einde van de 30 draad 188, en aan het andere einde aan het verbindingspunt van deze schakeling van de wikkeling 202 aan de leiding 20h en een aansluiting van de ballastcondensator 206. De andere aansluiting van de condensator 206 is door een leiding 20¾ geschakeld aan de leiding 124c. Van de draad 190 is een einde door een leiding 210 geschakeld aan de leiding 196, en is het 35 andere einde door een leiding 212 geschakeld aan een aftakking 214 aan de spaartraas format orwikkeling 1j?2.The secondary winding is a winding 202, which is connected at one end to one end of the wire 188, and at the other end to a lead 204, which is connected at one end to the other end of the wire 188, and the other end at the junction of this circuit of the winding 202 to the line 20h and a connection of the ballast capacitor 206. The other connection of the capacitor 206 is connected by a line 20¾ to the line 124c. Of the wire 190, one end is connected through a line 210 to the line 196, and the other end is connected through a line 212 to a branch 214 on the energy-saving format winding 1j? 2.

De derde schakeling 216 draagt dezelfde verwijzingscijfers voor 8302449 - 28 - onderdelen, die overeenkomen met de schakeling 18¼ met naschrift a, en is dezelfde als de tweede schakeling 18h, behalve dat de afzonderlijke transformator 198 is opgehèven door het gebruiken van enkele windingen van de spaartransformatorschakeling aan beide einden, bijvoorbeeld door 5 het schakelen van het ene einde van de draad 188a aan een aftakking 202a aan de wikkeling 192a op enkele windingen vanaf het einde. De draden van de lamp 186a ontvangen regelbare kracht van deze schakeling, d.w.z. dat de gloei stroom na het aanslaan van de lamplicht boog wordt verminderd.The third circuit 216 carries the same reference numerals for 8302449-28 parts corresponding to the circuit 18¼ with postscript a, and is the same as the second circuit 18h, except that the separate transformer 198 is canceled using single turns of the autotransformer circuit at both ends, for example by switching one end of the wire 188a to a branch 202a on the winding 192a a few turns from the end. The wires of the lamp 186a receive controllable power from this circuit, i.e. the glow current is reduced after the lamp light arc is fired.

De vierde schakeling 218 is dezelfde als de schakeling 216, be-10 halve dat de ballastcondensator 206a is vervangen door een ballastsmoor-spoel 20ëb. Andere onderdelen dragen dezelfde verwijzingscijfers als de overeenkomstige onderdelen in de schakelingen 18¼ en 216 met naschrift b, en behoeven niet nader te worden beschreven. Het opnemen van de condensator 206a voor ballast in de schakeling 216 met de smoorspoel 206b 15 voor ballast in de schakeling 218 geeft een hoge krachtfactor.The fourth circuit 218 is the same as the circuit 216, except that the ballast capacitor 206a has been replaced by a ballast choke coil 20eb. Other parts have the same reference numerals as the corresponding parts in circuits 18¼ and 216 with subscript b, and need not be described further. The inclusion of the ballast capacitor 206a in the circuit 216 with the ballast choke 206b 15 in the circuit 218 gives a high power factor.

De schakelingen 1-8¼» 216 en 218 werken, zoals geldt voor alle schakelingen, in beginsel op dezelfde wijze voor het verschaffen van. een volledige spanning van de inverteerschakeling, waaraan de leidingen 12ta en 128c zijn geschakeld over de lamp bij het ontsteken, en een sterk 20 verlaagde spanning nadat deze constant in bedrijf is. In de schakeling 18¼ wordt te allen tijde een volledige spanning gelegd aan de draden, terwijl de in de schakelingen 216 en 218 aan de draden gelegde spanning automatisch wordt verminderd wanneer de spanning over de lampen afneemt.The circuits 1-8¼ »216 and 218 operate, in the same way as for all circuits, in principle in the same manner to provide. a full voltage from the inverter circuit, to which leads 12ta and 128c are connected across the lamp upon ignition, and a greatly reduced voltage after it is in constant operation. In the circuit 18¼, a full voltage is applied to the wires at all times, while the voltage applied to the wires in circuits 216 and 218 is automatically reduced as the voltage across the lamps decreases.

De vijfde schakeling 220 omvat twee fluorescentiebuizen 222 en 25 22¼ in serie over de leidingen 12ta en 128c, en gevoed door een enkele gloeitransformator 192c. De buis 222 heeft één draad 226, die aan één einde is geschakeld aan een aftakking 202c aan de spaartransformator-wikkeling 192c, zoals in de schakeling 216, en aan het andere einde aan het einde van de transformatorwikkeling 192c, en via de condensator 206c 30 en de leiding 208c aan de leiding 12ta. De draad 190c aan één einde van de buis 228c is aan één einde geschakeld aan de aftakking 2lhc aan de transformatorwikkeling 192c op enkele windingen vanaf het einde, en aan het andere einde door de leidingen 210c en 198c aan de leiding 128c. De naburige einddraden 22T en 228 van de buizen 222 en 22¼ zijn respectie-35 velijk parallel geschakeld over de aansluitingen van een korte wikkeling 230, die een secundaire wikkeling vormt van een transformator, die de primaire wikkeling 192c heeft. Naar keuze kan een kleine condensator 8302449 - 29 - 232 (of smoorspoel), geschakeld over de huis 22k (of in plaats daarvan over de huis 222) worden gebruikt om het ontsteken te helpen en de behoefte aan een hoge spanning voor een goed bedrijf te verminderen.The fifth circuit 220 comprises two fluorescent tubes 222 and 22¼ in series over the lines 12ta and 128c, and fed by a single glow transformer 192c. The tube 222 has one wire 226, which is connected at one end to a tap 202c on the transformer winding winding 192c, as in circuit 216, and at the other end at the end of the transformer winding 192c, and through the capacitor 206c. and lead 208c to lead 12ta. The wire 190c at one end of the tube 228c is connected at one end to the branch 2lhc on the transformer winding 192c on single turns from the end, and at the other end through the lines 210c and 198c on the line 128c. The neighboring end wires 22T and 228 of the tubes 222 and 22¼ are respectively connected in parallel over the terminals of a short winding 230 which forms a secondary winding of a transformer having the primary winding 192c. Optionally, a small capacitor 8302449 - 29 - 232 (or choke), switched over the housing 22k (or instead over the housing 222) can be used to aid ignition and the need for high voltage for good operation. Reduce.

De zesde schakeling 23^ is dezelfde als de schakeling 220, be-5 halve dat de condensatoren 206c en 232 zijn vervangen door de respectievelijke inductanties 206d en 232d. Andere onderdelen van de schakeling 23^ hebben hetzelfde verwij zingscijfer als de overeenkomstige onderdelen van de schakeling 220 met het naschrift d en behoeven niet nader te worden beschreven.The sixth circuit 23 ^ is the same as the circuit 220 except that the capacitors 206c and 232 are replaced by the inductances 206d and 232d, respectively. Other parts of the circuit 23 ^ have the same reference numerals as the corresponding parts of the circuit 220 with the postscript d and need not be described in detail.

10 De schakelingen 220 en 23k zijn in beginsel op dezelfde wijze werkzaam als de schakelingen 216 en 218, behalve dat er twee buizen in serie zijn geschakeld in de schakelingen 220 en 23^ in plaats van éên enkele buis in de schakelingen 216 en 218.The circuits 220 and 23k operate in principle in the same manner as the circuits 216 and 218, except that two tubes are connected in series in the circuits 220 and 23 instead of a single tube in the circuits 216 and 218.

Fig. 12 toont de grote veelzijdigheid van de onderhavige schake-15 lingen voor wijziging zonder de bedrijfsbeginselen te veranderen om werkzaam te zijn met een constante gloeispanning of een spanningsvermin-dering te bereiken over de draden van de lampen met een daaruit voortvloeiende vermindering van de verwarmingsstroom tijdens bedrijf na een ontsteking met maximale spanning en aan hoge krachtfactor.Fig. 12 shows the great versatility of the present circuitry for modification without changing the operating principles to operate with a constant glow voltage or to achieve a voltage reduction across the wires of the lamps with a consequent reduction of the heating current during operation. after ignition with maximum voltage and at high power factor.

20 In fig. 13 is een gewijzigd middel afgeheeld, dat iets verschilt van de in fig. 6 getoonde middelen, doordat de stroom door de weerstand T1d met een betrekkelijk hoge weerstand, bijvoorbeeld 100 k SL , (a) di-rekt naar de basis 5&L gaat en (b) door een wikkeling 6ld en een weerstand 2^0d met een betrekkelijk lage weerstand, bijvoorbeeld 10 - 4 , naar 25 de basis ^9d, en de terugkoppelvikkelingen 79d en 79ad op de kern 55d zijn geplaatst in elke aansluitingsleiding vanaf de weerstand 75d naar respectievelijk de diode 73d en de diode 7^d. De basis k6d is dus geschakeld aan de basis ^9d door de diode 73d, de twee wikkelingen 79d en 79ad in serie en de diode 7^d, en aan de leiding 69d door de diode 73d, 30 de wikkeling 79d, de weerstand 75d en de smoorspoel 78d voor het voeden van de bases van de transistoren Wid en l*5d.In Fig. 13, an altered means is slightly different from the means shown in Fig. 6 in that the current through the resistor T1d with a relatively high resistance, for example 100 k SL, (a) directs to the base 5 & L and (b) through a winding 6ld and a resistor 2 ^ 0d with a relatively low resistance, for example 10 - 4, to the base ^ 9d, and the feedback windings 79d and 79ad are placed on the core 55d in each connection lead from the resistor 75d to diode 73d and diode 7d, respectively. Thus, the base k6d is connected to the base ^ 9d by the diode 73d, the two windings 79d and 79ad in series and the diode 7 ^ d, and to the lead 69d by the diode 73d, the winding 79d, the resistor 75d and the choke 78d for feeding the bases of the transistors Wid and 1 * 5d.

Door deze weerstand 71d gaande stroom verschaft een zeer kleine eerste voorspanning^stroom voor het verzekeren van een betrouwbaar ontsteken. De werking van de gewijzigde schakeling is verwijzende naar fig. 35 13 als volgt. Althans een van de transistoren wordt geleidend en laat de stroom vanaf de aansluiting Md gaan door de smoorspoel 7od, de cen-trumaftakking 57d en afwisselend door de primaire wikkelingen 52d en 53d 8302449 - 30 - van de hoofdinverteertransfgrmator 5^d. Een spanning wordt dus gelegd aan de wikkeling 52d, 53d, hetgeen'een'spanning induceert in de laag-spanningsterugkoppelwikkeling Ö1d op dezelfde kern 55d. Een aansluiting van de wikkeling 6ld is geschakeld aan de basis U6d van de transistor 5 Mid. De andere aansluiting van de aansluiting 61d is geschakeld aan de basis ^9d van de transistor U5d door de voornoemde weerstand 2^0d. De polariteit van de terugkoppelwikkeling 61d is zodanig, dat hetgeen de transistors doen wordt versterkt. D.w.z. dat indien de transistor W-d in eerste instantie sterker geleidt dan de transistor i+5d, het terug-10 koppelsignaal neigt tot het sterker geleidend maken van de transistor Wd, en de transistor ^5d niet geleidend wordt gemaakt. De condensator 60d resoneert met de wikkelingen 52d, 53d en doet de spanningspolari-teit met tussenpozen in alle wikkelingen op de kern 55d omkeren. Eerst is één transistor geleidend en dan de andere. De wikkeling 76d handhaaft 15- een constante stroom door zichzelf, zodat de som van de twee collector-stromen van de transistoren constant moet zijn. In het overgangsinter-val tijdens het schakelen van êên transistor naar de andere, en wanneer beide transistoren gedeeltelijk geleidend zijn en de wikkelingen 52d en 53d kortgesloten, verzekert de wikkeling 7&d dat geen bovenmatige stroom 20 wordt geleverd.Current passing through this resistor 71d provides a very small initial bias current to ensure reliable ignition. The operation of the modified circuit is referred to FIG. 13 13 as follows. At least one of the transistors becomes conductive and passes the current from the terminal Md through the choke 7od, the center tap 57d and alternately through the primary windings 52d and 53d 8302449-30 - of the main inverting transformer 5d. Thus, a voltage is applied to the winding 52d, 53d, which induces a voltage in the low-voltage feedback winding O1d on the same core 55d. A terminal of the winding 6ld is connected to the base U6d of the transistor 5 Mid. The other terminal of terminal 61d is connected to the base ^ 9d of transistor U5d by the aforementioned resistor 2 ^ 0d. The polarity of the feedback winding 61d is such that what the transistors do is amplified. I.e. that if the transistor W-d initially conducts more than the transistor i + 5d, the feedback signal tends to make the transistor Wd more conductive, and the transistor 5d is rendered non-conductive. Capacitor 60d resonates with windings 52d, 53d and inverts voltage polarity intermittently in all windings on core 55d. First one transistor is conducting and then the other. The winding 76d maintains a constant current by itself, so that the sum of the two collector currents of the transistors must be constant. In the transition interval during switching from one transistor to the other, and when both transistors are partially conductive and the windings 52d and 53d short-circuited, the winding 7 & d ensures that no excessive current 20 is supplied.

Ook wordt spanning geïnduceerd in de hogere spanningsterugkop-pelwikkelingen 79d en 79ad, geschakeld door de langzame dioden 73d en 7^d aan de bases b6d. en U9d en in een middenpunt aan de weerstand 75d, waarbij wanneer de oscillaties in voldoende mate opbouwen voor het door deze 25 spanning geleidend doen maken van de dioden 73d en 7^d, het meeste van de transistorbasisstroom van deze nieuwe bron wordt geleverd. Het is veel doelmatiger de basisstroom te verkrijgen van de enkele windingen van deze twee wikkelingen op de kern 55d dan van de ingangsbron van 120 V. Slechts 1,2 mA van de basisstroom wordt geleverd door de weerstand 71d, terwijl 30 ongeveer 80 mA van deze twee wikkelingen 79d en 79ad komt. Deze uitvoering bespaart ongeveer 9 W. De dioden 73d en 7^d hebben ook andere belangrijke werkingen. Zij dwingen de ontsteekstroom natuurlijk van de weerstand 71d te gaan in de transistorbases in plaats van te worden afgevoerd door de weerstand 75d, De dioden 73d en 7^d schakelen tevens de twee be-35 trekkelijke hoogspanningsterugkoppelwikkelingen 79d en 79ad aan de twee bases op het moment van schakelen voor het verschaffen van een groot te-rugkoppelsignaal voor het verzekeren van een snel schakelen en een zeer m 8302449 - 31 - snel uitschakelen voor een transistor en snel inschakelen voor de andere. De dioden 73d en 7½ zijn langzame dioden, voorzien van een langere la-dingopslagtijd dan de transistor en 44d en Md. Terwijl een diode normaal geleidend is, is de andere dus gedurende een korte tijd tegengesteld ge-5 leidend totdat de transistor, waaraan deze is geschakeld, volledig is uitgeschakeld. Voordat echter de hasis te ver negatief wordt gestuurd, houdt die diode op geleidend te zijn, en kan de basis slechts zover dalen als toegelaten door de laagspanningsterugkoppelwikkeling 6ld (bijvoorbeeld tot ongeveer -4,5 V).Voltage is also induced in the higher voltage feedback windings 79d and 79ad, switched through the slow diodes 73d and 7d at the bases b6d. and U9d and at a midpoint on resistor 75d, wherein when the oscillations build up sufficiently to make diodes 73d and 7d d conductive by this voltage, most of the transistor base current is supplied from this new source. It is much more efficient to obtain the base current from the single turns of these two windings on the core 55d than from the 120 V input source. Only 1.2 mA of the base current is supplied by the resistor 71d, while about 80 mA of this two windings 79d and 79ad. This embodiment saves about 9 W. The diodes 73d and 7 ^ d also have other important operations. They, of course, force the ignition current to pass from the resistor 71d into the transistor bases instead of being drained by the resistor 75d. The diodes 73d and 7d also also switch the two attractive high voltage feedback windings 79d and 79ad at the two bases on the moment of switching to provide a large feedback signal to ensure fast switching and very fast switching off for one transistor and fast switching on for the other. The diodes 73d and 7½ are slow diodes, having a longer charge storage time than the transistor and 44d and Md. Thus, while one diode is normally conductive, the other is conducting opposite conductors for a short time until the transistor to which it is connected is completely turned off. However, before the hasis is driven too far negative, that diode ceases to be conductive, and the base can only drop as far as allowed by the low voltage feedback winding 6ld (for example, to about -4.5 V).

10 De spanning aan het gemeenschappelijke verbindingspunt van de twee terugkoppelvikkelingen 79d en 79ad met de weerstand 75d heeft een negatieve DC component van ongeveer 4,5 V met betrekking tot de aansluiting 42d, en een AC component, bestaande uit een reeks halve sinusvormige golven. Het blijkt, dat de AC component bij dit gemeenschappe-15 lijke verbindingspunt dezelfde golfvorm heeft als die aan de centrum-aftakking 57d, met uitzondering van de polariteit en de amplitude. De AC component aan de centrumaftakking 57d blijkt over de wikkeling j6d. Door het toevoegen van een tweede wikkeling 78d met zeer weinig windingen op dezelfde kern 66d en het op de weergegeven wijze schakelen daarvan, 20 kan de AC component van de spanning tussen de veerstand 75d en de wikkeling 7öd vrijwel volledig gelijk worden gemaakt aan die bij het verbindingspunt van de weerstand 75d met de twee terugkoppelvikkelingen 79d en 79ad. De potentiaal over de weerstand 75d is derhalve vrijwel een zuivere 4,5 V DC spanning, en een constante stroom van ongeveer 80 mA 25 wordt geleverd door de weerstand 75d en in een van de bases van de tran-sistoren 44d en 45d. Aangezien de som van de collectorstramen constant wordt gehouden door de inductantie 76d, is het juist en doelmatig ook de som van de basisstromen constant te hebben.The voltage at the common junction of the two feedback leads 79d and 79ad with the resistor 75d has a negative DC component of about 4.5 V with respect to the terminal 42d, and an AC component consisting of a series of half sinusoidal waves. It appears that the AC component at this common connection point has the same waveform as that at the center tap 57d, except for polarity and amplitude. The AC component at the center tap 57d appears across the winding j6d. By adding a second winding 78d with very few turns on the same core 66d and switching it in the manner shown, the AC component of the voltage between the spring position 75d and the winding 7öd can be made almost completely equal to that of the junction of the resistor 75d with the two feedback leads 79d and 79ad. The potential across resistor 75d is therefore substantially a pure 4.5 V DC voltage, and a constant current of about 80 mA 25 is provided through resistor 75d and in one of the bases of transistors 44d and 45d. Since the sum of the collector currents is kept constant by the inductance 76d, it is correct and effective to also have the sum of the base currents constant.

Indien de spanning aan de centrumaftakking 57 volgens fig. 6 of 30 5Jd volgens fig. 13 ooit voldoende ver boven de aansluiting 41 of Md uitstijgt, wordt de Zener diode 85 of 85d geleidend voor het voorkomen van een verdere stijging voor het beschermen van de transistoren. Een abnormaal hoge spanning kan tijdens enkele perioden bij inschakeling optreden aan de centrumaftakking 57 en 57d. De diode 84 wordt gebruikt 35 voor het voorkomen van het geleidend zijn van de diode 85 wanneer de spanning aan de centrumaftakking 57 tot onder die aan de aansluiting M daalt, zoals tijdens normaal bedrijf gebeurt.If the voltage at the center tap 57 of FIG. 6 or 30Jd of FIG. 13 ever rises sufficiently far above the terminal 41 or Md, the Zener diode 85 or 85d becomes conductive to prevent further rise to protect the transistors . An abnormally high voltage may occur at center tap 57 and 57d for a few periods when turned on. The diode 84 is used to prevent the conductivity of the diode 85 when the voltage at the center tap 57 drops below that at the terminal M, as occurs during normal operation.

8302449 - 32 -8302449 - 32 -

De diode 86 en de diode 36d werken alleen "bij het uitschakelen voor het mogelijk maken van een afvoerbaan voor stroom in respectieve-lijk de wikkelingen Ί6 en 76d.Diode 86 and diode 36d operate only "when turned off to allow a current drain path in windings 6 and 76d, respectively.

De condensator 8ld-helpt radioruis te verminderen, die wordt 5 teruggeleid in de DC voedingsleiding. De inductanties 76 en 7öd zijn in dit verband eveneens zeer doelmatig, hoewel dat niet de hoofdwerking daarvan is.The capacitor 8ld- helps reduce radio noise, which is fed back into the DC power line. Inductances 76 and 71d are also very effective in this regard, although that is not the main effect thereof.

Een secundaire wikkeling 237d kan zijn gewonden op de kern 55d van de transformator 5^d voor het verschaffen van uitgangsaansluitingen 10. H3d en ^3ad aan de einden daarvan in plaats van of, indien gewenst, naast de uitgangsaansluitingen U3 en k$a. volgens fig. 6.A secondary winding 237d may be wound on the core 55d of the transformer 5d to provide output terminals 10. H3d and ^ 3ad at the ends thereof instead of or, if desired, in addition to the output terminals U3 and k $ a. according to fig. 6.

Buizen kunnen worden geschakeld aan elk paar aansluitingen in deze gewijzigde schakeling volgens fig. 13 οβ in beginsel dezelfde wijze als weergegeven voor de buizen 67 in fig. 6 onder gebruikmaking 15 van ballastcondensatoren of ballastinductanties of beide.Tubes can be connected to any pair of terminals in this modified circuit of FIG. 13 to basically the same manner as shown for the tubes 67 in FIG. 6 using ballast capacitors or ballast inductances or both.

Elke buis of elk paar buizen is onafhankelijk van andere werkzaam, en heeft een eigen ballastsmoorspoel of -condensator. Door het gebruiken van beide smoorspoelen en condensatoren, heffen de reactieve gevolgen voor wat betreft de invert eer schakeling elkaar op. De belast ing-20 krachtfactor is derhalve hoog, en de frequentie van de inverteerschake-ling is betrekkelijk onafhankelijk van de belasting wanneer sommige van de buizen worden verwijderd.Each tube or pair of tubes operates independently of the others, and has its own ballast choke or capacitor. By using both inductors and capacitors, the reactive effects on the inverter circuit cancel each other out. The loading power factor is therefore high, and the frequency of the inverting circuit is relatively independent of the loading when some of the tubes are removed.

Luchtspleten worden bij zowel de smoorspoelen als de transformatoren 5^ en 76 gebruikt, en ook bij de ballast smoor spoelen. Een DC in-25 gangs spanning van ongeveer 120 V werd gekozen op grond van de commerciële beschikbaarheid in de Verenigde Staten van schakelaars en stroomon-derbrekers met deze toelaatbare belasting, hetgeen het ook mogelijk maakt gloeilampen te drijven van dezelfde schakeling. Andere spanningen kunnen worden gebruikt wanneer schakelaars en stroomonderbrekers met andere 30 toelaatbare belastingen commercieel beschikbaar zijn.Air gaps are used on both the chokes and transformers 5 ^ and 76, as well as on the ballast chokes. A DC input voltage of about 120 V was selected due to the commercial availability in the United States of switches and circuit breakers with this allowable load, which also allows incandescent lamps to be driven from the same circuit. Other voltages can be used when switches and circuit breakers with other allowable loads are commercially available.

Lampclraden kunnen in de gewijzigde schakeling volgens fig. 13 van kracht worden voorzien van 1-windingwikkelingen op de kern van de transformator 5^d, op dezelfde wijze als volgens fig. 6. Eén wikkeling kan één einde voeden van alle lampen, die aan elkaar kunnen zijn gescha-35 keld, waarbij echter afzonderlijke wikkelingen nodig zijn aan de ballast-einden. Ook kunnen een of meer afzonderlijke gloeitransformatoren worden gebruikt voor het verminderen van het aantal draden naar lampen, die 8302449 - 33 - zich niet in dezelfde armatuur met de inverteerschakeling "bevinden, of cm de gloeikracht te verminderen nadat.de lampen zijn ingeschakeld.Lamp wires in the modified circuit of FIG. 13 may be energized with 1-windings on the core of the transformer 5 ^ d, in the same manner as in FIG. 6. One winding can feed one end of all lamps connected to each other. may be switched, however, requiring separate windings at the ballast ends. Also, one or more separate glow transformers can be used to reduce the number of wires to lamps, which are not in the same fixture with the inverter circuit, or to reduce the glow power after the lamps are turned on.

De schakeling volgens fig. 6 en de gewijzigde schakeling volgens fig. 13 kunnen worden gewijzigd door het toevoegen van een diode in de 5 leidingen 65 en 65d, en een diode in de leidingen TG en TOd, die dienen voor het verzekeren van de afwezigheid van een omgekeerde levering van stroom in de leidingen 65, 65d en 70, JOd.The circuit of FIG. 6 and the modified circuit of FIG. 13 can be changed by adding a diode in lines 65 and 65d, and a diode in lines TG and TOd, which serve to ensure the absence of a reverse supply of power in lines 65, 65d and 70, JOd.

Het schakelen van de anode van de Zener diode 85, 85d in de schakeling, die in fig. 6 (door de diode 8&) is geschakeld over de smoor-10 spoel 76, is in de gewijzigde schakeling volgens fig. 13 direkt geschakeld aan de "basis U6d van de transistor kkd, en door de wikkeling 6ld en de weerstand met de lagere weerstand 2k0d aan de "basis ^9d van de transistor ^5d. De anode van de Zener diode kan in plaats daarvan direkt-.. .. .The switching of the anode of the Zener diode 85, 85d in the circuit, which is connected in FIG. 6 (by the diode 8 &) across the choke coil 76, is directly connected in the modified circuit according to FIG. base U6d of the transistor kkd, and by the winding 6ld and the resistor with the lower resistor 2k0d at the base ^ 9d of the transistor ^ 5d. The anode of the Zener diode can instead be directly .. ...

zijn geschakeld aan de leiding 69, 69d. De schakeling van de leiding 62 15 aan de leiding 72 door de Zener diode 85"b en 8kd maakt dat de DC ingangs-spanning (120 V) wordt opgeteld hij de geleidings spanning van de Zener diode 85, die moet zijn ontworpen voor het geleiden hij ongeveer 120 V voor het vereiste maximum van 2k0 7 aan het middenpunt 57· In de gewijzigde schakeling volgens fig. 13 en de voornoemde wijziging daarvan, waarbij 20 de diode 8h is opgeheven en de anode van de Zener diode 85d direkt is geschakeld aan de basis k6d of de leiding Ö9d, moet dg Zener diode 85d bij ongeveer 2^0 7 geleiden. De diode 8k voorkomt, indien gebruikt, het geleiden van de Zener diode 85 wanneer de kathode van de Zener diode 85 daalt tot beneden de 120 V, zoals dit met tussenpozen tijdens normaal 25 bedrijf plaats vindt. De direkte schakeling van de anode van de Zener diode 35 aan de negatieve ingangsaansluiting U2, wanneer deze direkt is geschakeld aan de leiding 69, is het meest voor de hand liggende alternatief, maar vereist een hoger samenstel van spanning en stroom in de Zener diode 85 dan de beschreven andere schakelingen.are connected to line 69, 69d. The circuit of the lead 62 to the lead 72 through the Zener diode 85 "b and 8kd causes the DC input voltage (120 V) to be added to the conductor voltage of the Zener diode 85, which must be designed for conducting it is approximately 120 V for the required maximum of 2k0 7 at the midpoint 57 · In the modified circuit of FIG. 13 and the aforementioned modification thereof, wherein the diode 8h is canceled and the anode of the Zener diode 85d is directly connected to the base k6d or line Ö9d, dg must conduct Zener diode 85d at about 2 ^ 0 7. Diode 8k prevents, if used, conducting Zener diode 85 when the cathode of Zener diode 85 drops below 120 V, as intermittently occurs during normal operation 25. The direct connection of the anode of the Zener diode 35 to the negative input terminal U2, when connected directly to line 69, is the most obvious alternative, but requires an hog there is an assembly of voltage and current in the Zener diode 85 than the other circuits described.

30 De gewijzigde schakeling volgens fig. 13, waarin de anode van deThe modified circuit of FIG. 13, wherein the anode of the

Zener diode 85d direkt is geschakeld aan de basis U6d, kan verder worden gewijzigd door het toevoegen van twee andere dioden 299 en 300. Van de diode 299 is de kathode geschakeld aan de collector VTd van de transistor hhd, en de anode aan het verbindingspunt van de anode van de diode 35 73d en de terugkoppelwikkeling 79d, en van de andere is de kathode geschakeld aan de collector 50d van de transistor ^5d, en de anode aan het verbindingspunt van de anode van de diode 7^-d en de terugkoppelwikkeling 8302449 - 3b - 79ad. Met deze twee dioden in de schakeling, kan de toelaatbare weer-standsbelasting van de weerstand 75d worden gekozen om te verschaffen, dat de gehele basisstroom, die de transistoren niet nodig hebben, van een normale of hoge voorspanning door deze twee dioden 299 en 300 5 (vandaar onttrekdioden) van de basis wordt afgetakt naar de collector van elk der transistoren, wanneer die verzadiging nadert. Het gevolg is, dat de transistoren niet geheel verzadigen en sneller kunnen worden uitgeschakeld dan wanneer zij zwaar kunnen verzadigen. Deze twee dioden 299 en 300 kunnen derhalve .verder dienen voor het instellen van de in-10 verteer schakeling voor het opnemen van transistoren, die in stroomvoor-spanning sterk verschillen. Hoewel deze twee andere dioden tot nu toe alleen zijn beschreven voor de schakeling, waarbij de anode van de Zener diode 85 direkt is geschakeld aan de basis H6d, kunnen zij ook worden gebruikt in de andere beschreven schakelingen, indien de zojuist 15 beschreven voordelen in een of meer van deze schakelingen gewenst zijn.Zener diode 85d is directly connected to the base U6d, can be further modified by adding two other diodes 299 and 300. From the diode 299, the cathode is connected to the collector VTd of the transistor hhd, and the anode to the junction of the anode of the diode 73d and the feedback winding 79d, and of the other the cathode is connected to the collector 50d of the transistor 5d, and the anode to the junction of the anode of the diode 7d-d and the feedback winding 8302449 - 3b - 79ad. With these two diodes in the circuit, the allowable resistor load of the resistor 75d can be selected to provide all of the base current, which the transistors do not need, of normal or high bias through these two diodes 299 and 300. (hence extraction diodes) from the base is tapped to the collector of each of the transistors as it approaches saturation. As a result, the transistors cannot fully saturate and can turn off faster than when they can saturate heavily. These two diodes 299 and 300 can therefore further serve to set the in-digest circuit for picking up transistors which differ greatly in current bias. While these two other diodes have hitherto only been described for the circuit, with the anode of the Zener diode 85 connected directly to the base H6d, they can also be used in the other described circuits if the advantages just described are in a whether more of these circuits are desired.

Het schakelen van de anode van de Zener diode 85d aan de basis van een van de transistoren Wd en U5d maakt dat althans êên van deze transistoren sterk geleidend wordt wanneer de diode 85d geleidend wordt. Stroom, geleverd door de collectoren van de transistoren Mkl en ^5d 20 kan hun collectorspanning even doeltreffend beperken als stroom door de Zener diode 85d, maar met het voordeel, dat de transistoren Hld en ^5d veel grotere stromen kunnen geleiden dan de Zener diode 85d in deze toestand moet geleiden. Door het gebruiken van de Zener diode 85d voor het inschakelen van de transistoren Wtd en k5d, kan dus een goedkope Zener 25 diode met betrekkelijk lage stroom worden gebruikt.Switching the anode of the Zener diode 85d at the base of one of the transistors Wd and U5d causes at least one of these transistors to become highly conductive when the diode 85d becomes conductive. Current supplied by the collectors of the transistors Mkl and ^ 5d 20 can limit their collector voltage as effectively as current through the Zener diode 85d, but with the advantage that the transistors Hld and ^ 5d can conduct much larger currents than the Zener diode 85d in this condition. Thus, by using the Zener diode 85d to turn on the transistors Wtd and k5d, an inexpensive Zener 25 diode with relatively low current can be used.

De zojuist beschreven stuurschakelingen voor de transistoren bk en *+5 betekenen een aanzienlijke verbetering van in de stand van de techniek bekende schakelingen. Twee onafhankelijke terugkoppelwikkelingen van de hoofdinvert eer trans format or 5^ worden gebruikt voor het op een 30 optimale wijze voldoen aan tegenstrijdige eisen. Het is wenselijk een grote terugkoppelspanning te hebben tijdens de schakeltijd voor het uitschakelen van êên transistor en het inschakelen van de andere met een minimum aan overlappingstijd wanneer de beide transistoren gedeeltelijk geleidend zijn, Een voldoende grote terugkoppelspanning voor dit doel 35 veroorzaakt echter teveel omkeerbasisspanning voor de uitgeschakelde transistor tussen de schakelingen, indien slechts êên terugkoppelwikkeling wordt gebruikt, zoals volgens de fig. 6 en J.The control circuits just described for transistors bk and * + 5 represent a significant improvement on circuits known in the art. Two independent feedback windings of the main inverter transformer are used to optimally meet conflicting requirements. It is desirable to have a large feedback voltage during the switching time to turn off one transistor and turn on the other with a minimum overlap time when both transistors are partially conductive. However, a sufficiently large feedback voltage for this purpose causes too much reverse base voltage for the switched off transistor between the circuits, if only one feedback winding is used, as according to fig. 6 and J.

8302449 - 35 -8302449 - 35 -

Ben VI ρπ r.<=> stroom van de +DC bron 4ld wordt geleverd door de weerstand 71d voor bet leveren van.een zeer kleine hoeveelheid voorspanning voor de bases van de transistoren 44d en 45d. Dit is voldoende om de transistoren op de gebruikelijke wijze te laten beginnen met oscilla-5 tie, d.w.z. dat de uitgangen van de collectoren van de twee transistoren worden geschakeld aan de transformator 54d door de wikkelingen 52d en 53d, die weer magnetisch worden gekoppeld aan de transistorbases 46d en 49d via de laagspanmnggf.g-riigyprnpglw!vv^iing 6ld op de kern van dezelfde transformator. De terugkoppelpolariteit is zodanig, dat een oscillatie-10 toestand wordt versterkt en onderhouden, waarbij elke transistor afwisselend stroom doet gaan van de positieve DC spanningsbron 41 door de smoorspoel j6d, de leiding 62d en dan door de wikkeling 52d of 53d van de transformator 54d, en terug naar de negatieve krachtvoedingsaansluiting 42d.A VI ρπ r. <=> Current from the + DC source 4ld is supplied by the resistor 71d to provide a very small amount of bias to the bases of transistors 44d and 45d. This is sufficient for the transistors to start oscillation in the usual manner, ie that the outputs of the collectors of the two transistors are connected to the transformer 54d by the windings 52d and 53d, which are again magnetically coupled to the transistor bases 46d and 49d via the low voltage mnggf.g-riigyprnpglw! vv ^ iing 6ld on the core of the same transformer. The feedback polarity is such that an oscillation-10 state is amplified and maintained, each transistor passing alternating current from the positive DC voltage source 41 through the choke j6d, line 62d, and then through the winding 52d or 53d of transformer 54d, and back to the negative power supply terminal 42d.

15 Wanneer de amplitude van de oscillatie in voldoende mate toe neemt, worden de dioden 73d en 74d afwisselend in- en uitgeschakeld door spanning, geïnduceerd in de hoogspanningsterugkoppelwikkelingen 79d en 79ad in de gewijzigde schakeling volgens fig. 13, zoals bescnreven.When the amplitude of the oscillation increases sufficiently, the diodes 73d and 74d are alternately turned on and off by voltage induced in the high voltage feedback windings 79d and 79ad in the modified circuit of Fig. 13, as described.

De basisstroom wordt zeer aanzienlijk verhoogd door stroom van een van 20 deze terugkoppelwikkelingen, en de basés worden op dit moment in hoofd- -zaak van deze bron doelmatig gestuurd. Hoewel de spanning van deze terugkoppelwikkelingen hoog is in vergelijking met de spanning van de wikkeling 6ld, is deze toch nog klein in vergelijking met de ingangsspan-ning aan de aansluitingen h-1 d en 42d, hetgeen betekent, dat de basisstroom 25 doelmatiger wordt verkregen van deze terugkoppelwikkelingen dan van de afValweerstand 71d met grote weerstand.The base current is greatly increased by current from any of these feedback windings, and the bases are currently efficiently controlled essentially from this source. Although the voltage of these feedback windings is high compared to the voltage of the winding 6ld, it is still small compared to the input voltage at terminals h-1d and 42d, which means that the base current is obtained more efficiently of these feedback windings then of the drop resistance high resistance 71d.

De dioden 73d en Jhd zijn goedkope. , langzame laagspanningsdio-den, die een grotere ladingopslagtijd hebben dan de transistorbases 46 en 49. Dit betekent, dat wanneer de anode van een van de dioden 73 en 74 30 negatief gaat met betrekking tot de kathode, die diode niet onmiddellijk uitschakelt maar tegengeleidend is en de gehele opgeslagen lading in de basis van de daaraan geschakelde transistor, verwijdert. De andere diode is zelfs reeds eerder ingeschakeld. Tijdens deze kritische schakeltijd zijn dus de hoogspanningsterugkoppelwikkelingen direkt geschakeld aan 35 beide bases door de dioden 73d en 74d met de zeer lage impedantie, en is de laagspanningswikkeling doeltreffend geïsoleerd door de weerstand 240d. Toordat de spanning van de basis van de uitschakelende transistor daalt 8302449 -3 6 - tot teneden een veilige waarde, komt.de bijbehorende diode aan het einde van de opgeslagen lading (terwijl ook stroom, wordt geleverd doop de serieweerstand) en wordt stroomloos» De negatieve piekbasisspanning wordt derhalve, zoals gewenst, alleen bepaald door de laagspannings-5 wikkeling 6ld. Door de collectoren hj en 50 van de transistoren 44 en 45 geleverde stroom kan de collectorspanningen even doelmatig begrenzen als stroom door de Zener diode 85, maar met het voordeel, dat de transistoren veel grotere stromen kunnen geleiden dan de Zener diode 85 in deze schakeling moet geleiden. Door het gebruiken van de Zener diode 85 10. VQor het inschakelen van de transistoren, kan dus een goedkope Zener diode met een betrekkelijk lage stroom worden gebruikt.Diodes 73d and Jhd are cheap. slow low voltage diodes, which have a longer charge storage time than the transistor bases 46 and 49. This means that when the anode of one of the diodes 73 and 74 goes negative with respect to the cathode, that diode does not immediately turn off but is conductive. and removes all of the stored charge in the base of the connected transistor. The other diode has already been switched on before. Thus, during this critical switching time, the high voltage feedback windings are directly connected to both bases by the very low impedance diodes 73d and 74d, and the low voltage winding is effectively isolated by the resistor 240d. As the voltage of the base of the switch-off transistor drops 8302449 -3 6 - to a safe level below, the associated diode arrives at the end of the stored charge (while also supplying power, baptizing the series resistor) and is de-energized. negative peak base voltage is therefore, as desired, determined only by the low voltage winding 6ld. Current supplied by the collectors hj and 50 of the transistors 44 and 45 can limit the collector voltages as efficiently as current through the Zener diode 85, but with the advantage that the transistors can conduct much larger currents than the Zener diode 85 must in this circuit. conduct. Thus, by using the Zener diode 85 10. Before turning on the transistors, an inexpensive Zener diode with a relatively low current can be used.

Fig. 14.beeldt een schakeling af, die essentiële onderdelen van een inverteerschakeling schakelt aan twee paren in serie geschakelde fluorescentiebuizen met middelen voor het verwarmen van de draden van 15 alle buizen en gebruik makende van zowel de condensator- als de smoor-spoelballastschakeling voor een hoge krachtfactor. De aansluiting 241 schakelt de inverteerschakeling aan de positieve aansluiting, en de aansluiting 242 schakelt de inverteerschakeling aan de negatieve aansluiting van een krachtvoedingsleiding (niet weergegeven). In de inverteer-20 schakeling geleverde stroom van de aansluiting 241 gaat door de wikkeling 243, die gelijk is aan de wikkeling j6 in de schakeling volgens fig.Fig. 14.shows a circuit connecting essential components of an inverter circuit to two pairs of series fluorescent tubes connected in series with means for heating the wires of all tubes and using both the capacitor and the choke-ballast circuit for a high power factor . Terminal 241 switches the inverter on the positive terminal, and terminal 242 switches the inverter on the negative terminal of a power supply line (not shown). Current supplied from the terminal 241 in the inverter circuit passes through the winding 243, which is equal to the winding j6 in the circuit of FIG.

6, naar de centrumaftakking 244 van de twee wikkelingen 245 en 246 van de primaire wikkeling van een transformator 247, voorzien van een magneetkarn, bijvoorbeeld een ferrietkern 248. De transformator 247 25 heeft een secundaire hoofdwikkeling 249, die de uitgangsschakeling verschaft van de inverteerschakeling. Een aantal korte secundaire wikkelingen, hierna te beschrijven, is eveneens voorzien. De vrije eindaansluiting van de wikkeling 245 is geschakeld aan een leiding 250. De vrije eindaansluiting van de wikkeling 246 is geschakeld aan een leiding 251. Een conden-30 satpr 252, gelijk aan de condensator 60 volgens fig. 6, is aan ëén aansluiting geschakeld aan de leiding 250, en aan de andere aansluiting aan de leiding 251. De leiding 250 is door de diode 253 ook geschakeld aan de transistor 255· Op soortgelijke wijze is de leiding 251 door de diode 254 geschakeld aan de transistor 256- De transistor 255 heeft een basis 35 257, een collector 258, waaraan de diode 253 is geschakeld, en een emitter 259. De transistor 256 heeft een basis 260, een collector 261, waaraan de diode 254 is geschakeld, en een emitter 2β2. De bases worden ge- 8302449 - 37 - voed door een secundaire laagspanningswikkeling 263 op de kern 2k8 van de transformator 2¾7, d,w.z, dat zij terugkoppelwikkelingen zijn met zeer weinig windingen, "bijvoorbeeld twee windingen. De emitters 259 en 262 zijn samengeschakeld aan de hierboven aangeduide, negatieve aansluiting 5 2¾2.6, to the center tap 244 of the two windings 245 and 246 of the primary winding of a transformer 247, provided with a magnetic core, for example, a ferrite core 248. The transformer 247 25 has a secondary main winding 249, which provides the output circuit of the inverting circuit. A number of short secondary windings, described below, are also provided. The free end connection of the winding 245 is connected to a line 250. The free end connection of the winding 246 is connected to a line 251. A condensate 30 satpr 252, equal to the capacitor 60 of FIG. 6, is connected to one connection to lead 250, and to the other terminal on lead 251. Lead 250 is also connected to transistor 255 through diode 253 · Similarly, lead 251 is connected through diode 254 to transistor 256- Transistor 255 has a base 35 257, a collector 258, to which the diode 253 is connected, and an emitter 259. The transistor 256 has a base 260, a collector 261, to which the diode 254 is connected, and an emitter 2β2. The bases are powered by a secondary low voltage winding 263 on the core 2k8 of the transformer 2¾7, d, wz, so that they are feedback windings with very few turns, eg two turns. The emitters 259 and 262 are connected together the negative connection indicated above 5 2¾2.

Buizen 26h en 265 zijn in serie geschakeld over de voornoemde uitgangsschakeling van de inverteerschakeling, evenals ook buizen 266 en 267. Een korte, secundaire wikkeling 268 op de kern 2h8 van de transformator 2¾7 levert verwarmings stroom voor de draad 269 aan een eerste einde 10 van de buis 264. Ballast voor de buizen 26¾ en 265 wordt verschaft door een smoorspoel 270, die aan een aansluiting is geschakeld aan een aansluiting van de secundaire wikkeling 2^9» en aan de andere aansluiting aan de leiding, die de wikkeling 268 schakelt aan de draad 269, zoals weergegeven. Een andere korte, secundaire wikkeling 271 op de kern 2b8 15 levert draadverwarmingsstroom aan de draad 272 aan het tweede einde van de buis 26¾ en aan de draad 273 aan een eerste einde van de buis 265.Tubes 26h and 265 are connected in series across the aforementioned inverter circuit output circuit as well as tubes 266 and 267. A short secondary winding 268 on core 2h8 of transformer 2¾7 supplies heating current for wire 269 at a first end 10 of the tube 264. Ballast for the tubes 26¾ and 265 is provided by a choke 270, which is connected to one connection to a connection of the secondary winding 2 ^ 9 »and to the other connection to the line, which switches the winding 268 to wire 269 as shown. Another short secondary winding 271 on core 2b8 15 supplies wire heating current to wire 272 at the second end of tube 26¾ and to wire 273 at a first end of tube 265.

Nog een korte secundaire wikkeling 27¾ op de kern 2¾8 levert draadverwarmingsstroom aan de draad 275 aan het tweede einde van de buis 266, en de draad 276 en het eerste einde van de buis 267. Een aanvullende 20 korte secundaire wikkeling 277 op de kern 2¾8 levert draadverwarmingsstroom aan de draad 278 aan het eerste einde van de buis 266. De buizen 266 en 267 hebben een condensatorballastschakeling 279, die aan een aansluiting is geschakeld aan de leiding, die de wikkeling 277 schakelt aan de draad 278, en aan.de andere aansluiting aan dezelfde aansluiting 25 van de secundaire wikkeling 2¾9 als de smoorspoel 270. Een laatste, korte, secundaire wikkeling 280, is aan éên einde geschakeld aan de andere aansluiting van de secundaire wikkeling 2¾9, en aan het andere einde aan de draad 281 aan het tweede einde van de buis 267 en aan de draad 282 fl-sm het tweede einde van de buis 265, waardoor deze twee draden pa-30 rallel zijn geschakeld over de leidingen vanaf de wikkelingen 280. Het bedrijf van deze schakeling is duidelijk in het licht van de bespreking hierboven van andere inverteeruitgangsschakelingen, en behoeft niet te worden herhaald. Het samenstel van smoorspoel- en condensatorballast-schakelingen in de schakeling verschaft een hoge krachtfactor in de smoor-35 spoeluitgangsschakeling,Another short secondary winding 27¾ on core 2¾8 provides wire heating current to wire 275 at the second end of tube 266, and wire 276 and first end of tube 267. An additional short secondary winding 277 on core 2¾8 provides wire heating current to the wire 278 at the first end of the tube 266. The tubes 266 and 267 have a capacitor ballast circuit 279 connected to one terminal on the line that switches the coil 277 to the wire 278 and to the other terminal to the same terminal 25 of the secondary winding 2¾9 as the choke 270. A last short secondary winding 280 is connected at one end to the other terminal of the secondary winding 2¾9, and at the other end to the wire 281 at the second end of the tube 267 and at the wire 282 fl-sm the second end of the tube 265, whereby these two wires are connected in parallel over the lines from the windings 280. The operating Five of this circuit is obvious in light of the discussion above of other inverter output circuits, and need not be repeated. The combination of choke and capacitor ballast circuits in the circuit provides a high power factor in the choke coil output circuit,

De in fig. 1¾ af geheelde schakeling kan worden gewijzigd voor het voeden van vier parallel geschakelde buizen in plaats van twee parallel S302449 - 38 - geschakelde paren van twee in serie geschakelde buizen. De onderdelen van de inverteerschakeling en hun schakelingen aan elkaar in de gewijzigde schakeling zijn dezelfde als van de onderdelen van de inverteerschakeling in de schakeling volgens fig. 1^, en de wijzigingen zijn in 5 de schakelingen van de vier parallel geschakelde fluorescentiebuizen. Deze zijn alle parallel geschakeld met de secundaire wikkeling 2k9 op in hoofdzaak dezelfde wijze als de drie parallel geschakelde fluorescentiebuizen volgens fig. 6 zijn geschakeld aan de aansluitingen en ^3a, Een transformator, zoals de transformator 5^· volgens fig. 6 is 10. met andere woorden voorzien van een secundaire wikkeling, zoals de secundaire wikkeling 2k$ in fig. die aan één aansluiting is geschakeld aan een wikkeling, zoals de wikkeling 92, en de vier draden aan het einde van de buizen, gevoed door êên enkele korte wikkeling, zoals de wikkeling 92, en aan de andere aansluiting aan de vier draden aan het ande-15 re einde van de buizen, die afzonderlijke, korte, secundaire wikkelingen hebben. Een aansluiting van de secundaire wikkeling is dus parallel geschakeld met elk der twee buizen door een ballastsmoorspoel aan de draadschakeling, die een korte secundaire wikkeling bevat, zoals de wikkeling 268 volgens fig. 1^, en aan het einde van de andere twee buizen 20 door een ballastcondensator aan de draadschakeling, die een korte secundaire wikkeling bevat, zoals de wikkeling 277 volgens fig. 1U. De schakeling van êên enkele korte wikkeling, zoals de wikkeling 92 volgens fig. 6, en 280 volgens fig. 1U, is aan elk der draden aan het andere einde van de vier parallel geschakelde buizen, zoals de draden van de drie 25 buizen volgens fig. 6 zijn geschakeld aan de wikkeling 92. Het bedrijf van deze schakeling is duidelijk uit de beschrijvingen van de uitgangs-schakelingen van de voorgaande inverteerschakelingen. Het samenstel van smoorspoel- en condensatorballastschakelingen in de inverteeruitgangs-schakeling voor de buizen, zoals beschreven, verzekert weer een hoge 30 krachtfactor in de uitgangsschakeling.The circuit shown in Fig. 1 kan can be changed to feed four parallel connected tubes instead of two parallel connected pairs of two series connected tubes. The components of the inverter circuit and their circuitry together in the modified circuit are the same as of the components of the inverter circuit in the circuit of FIG. 1 ^, and the changes are in the circuits of the four parallel-connected fluorescent tubes. These are all connected in parallel with the secondary winding 2k9 in substantially the same manner as the three paralleled fluorescent tubes of FIG. 6 are connected to the terminals and ^ 3a. A transformer, such as the transformer 5 ^ of FIG. 6 is 10. in other words, provided with a secondary winding, such as the secondary winding 2k $ in FIG. 1, which is connected at one terminal to a winding, such as the winding 92, and the four wires at the end of the tubes, fed by a single short winding such as the winding 92, and on the other terminal to the four wires at the other end of the tubes, which have separate, short, secondary windings. Thus, a connection of the secondary winding is connected in parallel with each of the two tubes by a ballast choke on the wire circuit, which contains a short secondary winding, such as the winding 268 of FIG. 1 ^, and at the end of the other two tubes 20 by a ballast capacitor on the wire circuit, which includes a short secondary winding, such as the winding 277 of FIG. 1U. The circuit of a single short winding, such as the winding 92 of FIG. 6, and 280 of FIG. 1U, is on each of the wires at the other end of the four tubes connected in parallel, like the wires of the three tubes of FIG. 6 are connected to the winding 92. The operation of this circuit is evident from the descriptions of the output circuits of the previous inverters. The assembly of choke and capacitor ballast circuits in the tube inverter output circuit, as described, again ensures a high power factor in the output circuit.

Een verdere wijziging van de schakeling volgens fig. 11*· is het toevoegen van ontsteekhulpmiddelen voor de twee paren in serie geschakelde fluorescentiebuizen, De ontsteekhulpmiddelen zijn twee condensatoren, waarvan de ene de draadschakeling 268 schakelt aan de draadschakeling 271 35 en de smoorspoel 270, en de andere de draadschakeling 27^· schakelt aan de draadschakeling 277 en de condensator 279· Deze ontsteekhulpmiddelen hebben de eigenschap van het verminderen van de ontsteekspanning, nodig 8302449 - 39 - voor het aanslaan van de lichtboog tussen de kathoden (draden) aan de eerste en tweede einden van de huizen.A further modification of the circuit of FIG. 11 * is the addition of ignition aids for the two pairs of series-connected fluorescent tubes. The ignition aids are two capacitors, one of which switches the wire circuit 268 to the wire circuit 271 and the choke 270, and the other connects the wire circuit 27 ^ to the wire circuit 277 and the capacitor 279 · These ignition aids have the property of reducing the ignition voltage, needed 8302449 - 39 - for striking the arc between the cathodes (wires) on the first and second ends of the houses.

Fig. 15 toont een dempschakeling, die een inverteerschakeling omvat, gelijk aan de inverteerschakeling volgens fig. 14, en een andere 5 inverteeruitgangsschakeling. Onderdelen in de schakeling volgens fig.Fig. 15 shows a damping circuit comprising an inverting circuit similar to the inverting circuit of FIG. 14 and another inverting output circuit. Components in the circuit according to fig.

15 zijn voorzien van dezelfde verwijzingscijfers als overeenkomstige onderdelen in de schakeling volgens fig. 1b met het naschrift c. De uitgangsschakeling volgens fig. 15 hevat drie fluorescentiehuizen 26hc, 265c en 266c, waarvan de huizen 26bc en 265c in serie zijn geschakeld, 10 welk samenstel parallel is geschakeld met de huis 266c over de aansluitingen van de secundaire wikkeling 2^9c van de inverteertransformator 2bjc, De in serie geschakelde huizen hehhen een condensatorballastschake-ling 279c tussen de leiding, die de korte wikkeling 268c schakelt aan de draad 278c en de aansluiting van de secundaire wikkeling 2^9c. De paral-15 lel geschakelde huis 266c heeft een smoorspoelhallastschakeling 28h tussen de lijn, die de korte wikkeling 277c schakelt aan de draad 278c van de huis 266c en de aansluiting van de secundaire wikkeling 249c. De korte wikkelingen 268c, 274c en 280c krijgen daarin een spanning geïnduceerd door de primaire wikkeling 287, die spanning ontvangt van de wik-20 keling 249c van de inverteertransformator 247c.15 have the same reference numerals as corresponding parts in the circuit of FIG. 1b with the postscript c. The output circuit of FIG. 15 includes three fluorescent housings 26hc, 265c and 266c, of which housings 26bc and 265c are connected in series, which assembly is connected in parallel with housing 266c over the terminals of the secondary winding 2 ^ 9c of the inverter transformer 2bjc. The casings connected in series have a capacitor ballast circuit 279c between the line which switches the short winding 268c to the wire 278c and the connection of the secondary winding 2 ^ 9c. The parallel-switched housing 266c has a choke half-load circuit 28h between the line which switches the short winding 277c to the wire 278c of the housing 266c and the terminal of the secondary winding 249c. The short windings 268c, 274c and 280c receive a voltage induced therein by the primary winding 287, which receives voltage from the winding 249c of the inverter transformer 247c.

Een hulpschakeling 289 is verschaft, die in serie geschakeld een primaire wikkeling 290 heeft van een verzadighare smoorspoel 291, voorzien van een magneetkern 292, bijvoorbeeld ferriet, en een regelbare weerstand 293, geschakeld aan de DC aansluitingen 241c en 242c of andere 25 gelijkstroomhron. De secundaire wikkeling van de smoorspoel 291 is een korte wikkeling 294, waarvan een aansluiting door de leiding 295 is geschakeld een condensator 297, die is geschakeld aan de leiding, die de korte wikkeling 268c schakelt aan de draad 278c, en aan een smoorspoel 298 op de kern 292, geschakeld aan de leiding, die de korte wikke-30 ling 277c schakelt aan de draad 278c van de huis 266c.An auxiliary circuit 289 is provided which, in series, has a primary winding 290 of a saturated choke 291 provided with a magnetic core 292, for example, ferrite, and an adjustable resistor 293, connected to the DC terminals 241c and 242c or other DC source. The secondary winding of the choke 291 is a short winding 294, a connection of which is connected through the line 295 to a capacitor 297, which is connected to the line, which switches the short winding 268c to the wire 278c, and to a choke 298 on the core 292, connected to the lead, which switches the short winding 277c to the wire 278c of the housing 266c.

De ballastcondensatorschakeling 297c en de ballastsmoorspoel-sehakeling 28b geleiden kleine stromen naar de bijbehorende huizen voor een sterk gedempt bedrijf. Aanvullende stroom wordt geleverd door de hallastcondensator 297 en hallast smoorspoel 298 via de verzadighare 35 smoorspoelwikkelingen 294 voor een helder bedrijf. De hoeveelheid aanvullende stroom wordt gestuurd door de DC stroom in de wikkeling 290 van de verzadighare smoorspoel, welke DC stroom weer met de hand of automa- 8302449 -Gotisch wordt gestuurd door middel van de regelbare weerstand 293 of door een ander soortgelijk middel. Op deze wijze kan de lichtsterkte worden veranderd in aanspreking op veranderende behoeften.The ballast capacitor circuit 297c and the ballast choke circuit 28b conduct small currents to the associated housings for highly damped operation. Supplemental power is supplied from the halla capacitor 297 and halla choke 298 through the saturation 35 choke windings 294 for clear operation. The amount of additional current is controlled by the DC current in the winding 290 of the saturated choke, which DC current is again controlled manually or automatically by means of the adjustable resistor 293 or some other similar means. In this way, the light intensity can be changed in response to changing needs.

In alle inverteerschakelingen kan een kleine condensator worden 5 gebruikt voor het schakelen van de leiding van de positieve DC aansluiting (leiding 62 in fig. 6 en de overeenkomstige leiding in de andere figuren) of de leiding aan de negatieve DC aansluiting (leiding 69 in fig. 6 en de overeenkomstige leiding in de andere figuren) aan de metalen constructie (aarde) van de bui s armatuur, hetgeen het de ballast schakeling 10 mogelijk maakt .te voldoen aan de Amerikaanse veiligheidsvoorschriften van Underwriters Laboratories voor wat betreft armatuurlekstroom.In all inverters, a small capacitor can be used to switch the lead from the positive DC terminal (lead 62 in Figure 6 and the corresponding lead in the other figures) or the lead to the negative DC terminal (lead 69 in Fig. 6 and the corresponding lead in the other figures) to the metal structure (ground) of the tube fixture, allowing the ballast circuit 10 to meet U.S. safety regulations of Underwriters Laboratories regarding fixture leakage current.

Hoogfrequente stroom kan gaan of lekken door de capaciteit van de primaire naar de secundaire wikkeling van de hoofdinverteertransfor-mator 54 en verder door de onvermijdelijke capaciteit van de buis naar 15 de armatuur naar de armatuur zelf. De toegevoegde condensator verschaft een korte plaatselijke baan voor deze lekstroom om terug te keren naar het beginpunt (de primaire wikkeling) zonder de armatuur te verlaten.High-frequency current can pass or leak through the capacitance from the primary to the secondary winding of the main inverter transformer 54 and further through the inevitable capacitance from the tube to the fixture to the fixture itself. The added capacitor provides a short local path for this leakage current to return to the starting point (primary winding) without leaving the armature.

Een verdere nuttige wijziging van de inverteerschakeling beperkt de transistorcollectorspanningen zonder het gebruik van een Zener diode.A further useful change of the inverter circuit limits the transistor collector voltages without the use of a Zener diode.

20 Verwijzende naar fig. 13 omvat deze wijziging het verplaatsen van de geleider 76d vanuit de effectief in serie geschakelde plaats met de positieve DC ingangsleiding 62d, en het effectief in serie schakelen daarvan met de negatieve leiding 69d. Meer in het bijzonder is de leiding 69d tussen de schakelpunten aan de condensator 8ld en de emitter ^8d 25 verbroken, en is de smoorspoel 76d geschakeld tussen deze punten, en is de Zener diode 85d geschakeld aan de emitter. Ook zijn twee gewone dioden toegevoegd, zodat· hun beide anoden zijn geschakeld aan de negatieve ingangsaansluiting 42d. De kathode van een van de toegevoegde dioden is geschakeld aan een aftakking nabij het middenpunt van de primaire 30 wikkeling 52d, en de kathode van de andere diode is op symmetrische wijze geschakeld aan een aftakking nabij het middenpunt van de primaire wikkeling 53d van de transformator 5^d· Wanneer met deze gewijzigde schakeling een overmaat spanning verschijnt aan de collector van een van de transistoren, gaat de genoemde aftakking aan de primaire wikkeling, ge-35 schakeld aan de andere transistor, negatief voor het inschakelen van een van de toegevoegde dioden en het schakelen van de constante DC ingangs-spanning over het gedeelte van de primaire wikkeling tussen de centrum- 8302449 - < - Μ - aftakking 57d en het bovenste punt, waaraan de toegevoegde geleidende diode is. geschakeld. Daarna kan de spanning op geen van de wikkelingen van de transformator 5^d verder stijgen. Overmaat energie, opgeslagen in de smoorspoel j6ö. wordt door deze middelen teruggevoerd naar de DC 5 krachtbron in plaats van te worden verstrooid in de Zener diode of de transistoren. Met deze veranderde plaats van de smoorspoel J6d, behoeft de wikkeling 7$d op dezelfde kern 66d geen aanvullende wikkeling zijn, maar kan deze een verlenging zijn van de wikkeling 76d. Dit vereenvoudigt de constructie door het (met één) verminderen van het 10 aantal aansluitingen, benodigd voor de smoorspoel j6d en de wikkeling 78d, en door het voorkomen van de noodzaak deze wikkelingen van elkaar te isoleren,Referring to Fig. 13, this change involves moving the conductor 76d from the effectively series-connected location with the positive DC input lead 62d, and effectively daisy-chaining it with the negative lead 69d. More specifically, the lead 69d between the switching points on the capacitor 8ld and the emitter 8d 25 is broken, and the choke 76d is switched between these points, and the Zener diode 85d is connected to the emitter. Two ordinary diodes have also been added, so that both of their anodes are connected to the negative input terminal 42d. The cathode of one of the added diodes is connected to a tap near the center of the primary winding 52d, and the cathode of the other diode is connected symmetrically to a tap near the center of the primary winding 53d of the transformer 5 ^ d · When with this modified circuit an excess voltage appears at the collector of one of the transistors, said tap on the primary winding, switched on the other transistor, goes negative to turn on one of the added diodes and switching the constant DC input voltage across the portion of the primary winding between the center 8302449 - <- Μ - branch 57d and the top point, to which is the added conductive diode. switched. Thereafter, the voltage on none of the windings of the transformer 5 ^ d can rise further. Excess energy stored in the choke j6ö. is fed back to the DC 5 power source by these means rather than being scattered in the Zener diode or transistors. With this changed location of the choke J6d, the winding 7d on the same core 66d need not be an additional winding, but may be an extension of the winding 76d. This simplifies construction by reducing (by one) the number of terminals required for the choke j6d and the winding 78d, and by avoiding the need to isolate these windings from each other,

De onderhavige schakelingen, en in het bijzonder de elektro-...·’ nische ballastschakelingen, hebben groot voordeel voor de openbare nuts-15 bedrijven op grond van hun. doelmatigheid, die het mogelijk maait op kapitaalsinvestering te besparen. De schakelingen hebben ook grote waarde voor gebruikers van elektrische kracht voor verlichting als gevolg van grote besparingen, die kunnen worden gemaakt in het verbruik van elektrische kracht.The present circuits, and in particular the electronic ballast circuits, are of great benefit to the public utility companies on account of their. efficiency, which makes it possible to save on capital investment. The circuits are also of great value to users of electrical power for lighting due to large savings, which can be made in the consumption of electrical power.

20 Fluorescentiebuizen zijn op hoge frequenties doelmatiger werk zaam dan op commercieel beschikbare AC van 50 - 60 Hz, welk feit op dit gebied reeds vele jaren wordt onderkend, zoals besproken in de inleiding tot de beschrijving. Ondanks deze onderkenning, is er op de markt geen stelsel beschikbaar, voorzien van de voordelen van het onderhavige, 25 veroorloofbare, veilige, economische, betrouwbare, doelmatige en soepele stelsel voor het bedrijven op hoge frequenties, bijvoorbeeld in het bereik van 20 - 30 kHz of hoger noch een ballastschakeling, die een veilig, economisch, betrouwbaar, doelmatig en soepel gebruik in bestaande fluorescentiebuisinstallaties baart, en in het bijzonder als onder-30 deel van een stelsel, gevoed door een draaistroombron. Het stelsel en de ballastschakeling maken gebruik van de vergrote doelmatigheid, mogelijk gemaakt door de hoge frequentie in het bereik van 20 - 30 kHz, houden het krachtveplies tot een praktisch minimum in de inverteerschake-iing en de ballastschakeling, houden de kosten laag, verkrijgen een hoge 35 kraehtfactor (bijvoorbeeld althans 90%), verschaffen betrouwbaarheid door het voorkomen van het gebruik van onderdelen, zoals elektrolyt!sche condensatoren en door het gebruiken van een minimaal aantal onderdelen, m 8302449 - h2 - verkrijgen een lage geluidsruis, een lage radioruis en -weinig flikkeren.Fluorescent tubes are more efficient at high frequencies than commercially available 50-60 Hz AC, a fact which has been recognized for many years in this field, as discussed in the introduction to the description. Despite this recognition, no system is available on the market, providing the advantages of the present affordable, safe, economical, reliable, efficient and smooth system for operating at high frequencies, for example in the range of 20 - 30 kHz or higher or a ballast circuit, which provides safe, economical, reliable, efficient and flexible use in existing fluorescent tube installations, and in particular as part of a system powered by a three-phase power source. The system and the ballast circuit utilize the increased efficiency enabled by the high frequency in the range of 20 - 30 kHz, keep the force fleece to a practical minimum in the inverter circuit and the ballast circuit, keep costs low, obtain a high power factor (for example at least 90%), provide reliability by preventing the use of parts, such as electrolytic capacitors and by using a minimum number of parts, m 8302449 - h2 - obtain low noise, low radio noise and - little flickering.

De invert eer schakeling kan worden omschreven als een symmetrische, in stroom beperkte» van transistoren voorziene, klasse-B-balansoscilla-tor met geschakelde hogere en lagere terugkoppelwikkelingen. De schake-5 ling is zelf-startend, uiterst doelmatig en stabiel over een wijd bereik van ingangsspanningen met of zonder belasting.The inverter circuit can be described as a symmetrical, current-limited transistors, class B balance oscillator with switched higher and lower feedback windings. The circuit is self-starting, highly efficient and stable over a wide range of input voltages with or without load.

Hoewel het stelsel en de ballastschakeling zijn beschreven en afgebeeld met vele wijzigingen en uitvoeringsvormen, is het voor deskundigen duidelijk, dat verdere wijzigingen en uitvoeringsvormen kunnen 10 worden verschaft binnen de omvang van de beschrijving en de conclusies zonder de beginselen van de beschreven uitvinding te verlaten.While the system and ballast circuit have been described and illustrated with many modifications and embodiments, it is apparent to those skilled in the art that further modifications and embodiments can be provided within the scope of the description and claims without departing from the principles of the disclosed invention.

83024498302449

Claims (28)

1. Elektronische hallastschakeling voor gasontladingslampen, die inverteermiddelen omvat, die ingangsaansluitingen bevatten voor het ontvangen en inverteren van een DC van een voeding daarvan tot een hoogfrequente AC, en het leveren van deze AC aan uitgangsaansluitingen, 5 met het kenmerk, dat de inverteermiddelen bestaan uit een symmstrische, in stroom beperkte, klasse-B-balansoscillator met tweeledige terugkoppeling, waarbij de hoogfrequente AC op de juiste spanning is voor het verschaffen van de benodigde ontsteekspanning voor de gasontladingslampen, welke spanning moet worden geschakeld aan de uitgangsaansluitingen 10 en ballastmiddelen voor deze gasontladingslampen.1. Electronic halogen circuit for gas discharge lamps, comprising inverters, which contain input terminals for receiving and inverting a DC from a power supply thereof to a high-frequency AC, and supplying this AC to output terminals, characterized in that the inverters consist of a symmetrical, current-limited, class B dual-feedback balance oscillator, the high-frequency AC being at the proper voltage to provide the required ignition voltage for the gas discharge lamps, which voltage is to be connected to the output terminals 10 and ballast means for these gas discharge lamps . 2, Schakeling volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de inverteermiddelen bestaan uit twee transistoren, uit een transformator, waarvan een primaire wikkeling is geschakeld aan de collectoren van de transistoren, uit twee secundaire terugkoppelwikkelingen in de transformator, 15 waarvan er een met een betrekkelijk hoge spanning in het centrum is afgetakt en aan elk einde door een betrekkelijk langzame diode is geschakeld aan de basis van een andere transistor, en de tweede een betrekkelijk lage spanning heeft, die is geschakeld aan de bases van de transistoren door een schakeling, die weerstandsmiddelen bevat.Circuit according to claim 1, characterized in that the inverting means consist of two transistors, of a transformer, of which a primary winding is connected to the collectors of the transistors, of two secondary feedback windings in the transformer, one of which has a relatively high voltage in the center is tapped and is connected at each end by a relatively slow diode to the base of another transistor, and the second has a relatively low voltage, which is connected to the bases of the transistors by a circuit, comprising resistors contains. 3. Schakeling volgens conclusie 2 gekenmerkt door twee onttrekdio- den, waarvan er êên aan êén aansluiting is geschakeld aan het verbindingspunt van één zijde van de terugkoppelwikkeling met de hogere spanning en de bijbehorende langzame diode, en aan de andere aansluiting aan het verbindingspunt van de collector van de naburige transistor en de trans-25 formator, en de andere aan één aansluiting is geschakeld aan het verbindingspunt van de andere zijde van de terugkoppelwikkeling met de hogere spanning en de bijbehorende langzame diode, en aan de andere aansluiting aan het verbindingspunt van de andere zijde van de terugkoppelwikkeling met hogere spanning en de bijbehorende langzame diode, en aan de andere 30 aansluiting aan het verbindingspunt van de collector van de andere transistor en de transformator.Circuit according to claim 2, characterized by two extraction diodes, one of which is connected to one connection at the connection point of one side of the feedback winding with the higher voltage and the associated slow diode, and at the other connection at the connection point of the collector of the neighboring transistor and the transformer, and the other to one terminal is connected at the junction of the other side of the higher voltage feedback winding and the associated slow diode, and at the other junction at the junction of the the other side of the higher voltage feedback winding and the associated slow diode, and the other terminal at the junction of the collector of the other transistor and the transformer. 4. Schakeling volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de inverteer middelen een smoorspoel omvatten, voorzien van een magneetkern voor het in hoofdzaak constant houden van de gelijkstroom door de schakeling van 35 de middelen voor het inverteren van de DC in een hoogfrequente AC, en m 8302449 C -Uit een tweede smoorspoel op de magneetkern voor het in hoofdzaak constant houden van de basisstroom.4. A circuit according to claim 1, characterized in that the inverter means comprise a choke, provided with a magnetic core for keeping the direct current substantially constant through the circuit of the means for inverting the DC into a high-frequency AC, and m 8302449 C -From a second choke on the magnetic core to keep the basic current substantially constant. 5. Schakeling volgens conclusie 1 gekenmerkt door een DC toevoer- middel.Circuit according to claim 1, characterized by a DC supply means. 6. Schakeling volgens conclusie 5 met het kenmerk, dat het DC toe- voermiddel een batterij is.Circuit according to claim 5, characterized in that the DC supply means is a battery. 7, Schakeling volgens conclusie 5 met het kenmerk, dat het DC toe-voermiddel een zonnecel is.Circuit according to claim 5, characterized in that the DC supply means is a solar cell. 8, Schakeling volgens conclusie 5 met het kenmerk, dat het DC toe-10 voermiddel een gelijkrichter is. 9* Schakeling volgens conclusie 8 met het kenmerk, dat de gelijkrichter een eenfazendiodebrug bevat.Circuit according to claim 5, characterized in that the DC supplying means is a rectifier. Circuitry according to claim 8, characterized in that the rectifier comprises a single-phase diode bridge. 10. Schakeling volgens conclusie 8 met het kenmerk, dat de gelijkrichter een transformator bevat, voorzien van een driehoek-geschakelde 15 primaire wikkeling, die kan worden gevoed met draaistroom met een willekeurige, commercieel beschikbare spanning, faze en frequentie, en een inductief daaraan geschakelde secundaire zesfazenwikkeling.10. Circuitry according to claim 8, characterized in that the rectifier comprises a transformer, comprising a triangular-switched primary winding, which can be supplied with three-phase current of any commercially available voltage, phase and frequency, and an inductively connected circuit. secondary six phase winding. 11. Schakeling volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de gasont-ladingslampen bestaan uit fluorescentiebuizen, waarbij de ballastschake-20 ling een aantal elektrische schakel,middelen bevat, welke middelen kunnen worden geschakeld aan de uitgangsaansluitingen voor het aanhouden van de fluorescentiebuizen.11. Circuitry according to claim 1, characterized in that the gas discharge lamps consist of fluorescent tubes, the ballast circuit comprising a number of electrical switching means, which means can be switched at the output terminals for holding the fluorescent tubes. 12, Schakeling volgens conclusie 11 met het kenmerk, dat de ballast-middelen elektrisch zijn geschakeld aan de uitgangsaansluitingen en een 25 buis in elk der elektrische schakelmiddelen kunnen ballasten.Circuit according to claim 11, characterized in that the ballast means are electrically switched at the output terminals and can ballast a tube in each of the electric switch means. 13. Schakeling volgens conclusie 12 gekenmerkt door een smoorspoel, een condensator of zowel een smoorspoel als een condensator. lU. Schakeling volgens conclusie 11 gekenmerkt door een transformator, waarvan een primaire wikkeling is geschakeld aan de uitgangsaansluitingen, 30 en een secundaire wikkeling is geschakeld aan een belasting, welke secundaire wikkeling slechts een inductieve koppeling aan de primaire wikkeling heeft.Circuit according to claim 12, characterized by a choke, a capacitor or both a choke and a capacitor. lU. Circuit according to claim 11, characterized by a transformer, a primary winding of which is connected to the output terminals, and a secondary winding of which is connected to a load, which secondary winding has only an inductive coupling to the primary winding. 15. Schakeling volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de schakeling is samengevoegd met een hoogfrequent AC verlichtingsstelsel, dat ge-35 lijkrichtmiddelen bevat, voorzien van AC ingangsmiddelen, die kunnen worden geschakeld aan een bron AC kracht met commerciële spanning en frequentie, en van DC uitgangsaansluitingen, die de DC toevoer vormen, 8302449 - U5 - geschakeld aan de ingangsaansluitingen voor het ontvangen van DC, verder elektrische schakelmiddelen voor het ontvangen van een hoogfrequente AC van de uitgangsaansluitingen van de inverteenniddelen, en lampopneemmid-delen, die althans een gasontladingslamp kunnen vasthouden en elke lamp 5 schakelen «·*·η de elektrische schakelmiddelen.Circuit according to claim 1, characterized in that the circuit is combined with a high-frequency AC lighting system containing rectifying means, provided with AC input means, which can be switched to a source of AC power with commercial voltage and frequency, and DC output terminals constituting the DC supply, 8302449 - U5 - connected to the input terminals for receiving DC, further electrical switching means for receiving a high frequency AC from the output terminals of the inverter means, and lamp receiving means, which may be at least a gas discharge lamp hold and switch each lamp 5 «· * · η the electrical switching means. 16. Schakeling volgens conclusie 15 met het kenmerk, dat de gelijk-richtmiddelen, middelen bevatten voor spanningstransformatie voor de AC ingangsaansluitingen voor het transformeren van de AC van de bron AC kracht naar de juiste spanning voor de verdeelvoorzieningen voor de AC 10 net commerciële frequentie, welke voorzieningen althans éénfazenuitgangs-aansluitingen, draais tro omuitgangs aansluit i ngen of zesfazenuitgangs-aansluitingen bevatten.Circuit according to claim 15, characterized in that the rectifying means includes means for voltage transformation for the AC input terminals for transforming the AC from the source AC power into the correct voltage for the distribution arrangements for the AC 10 mains commercial frequency, which facilities include at least single phase output terminals, rotary power output terminals or six phase output terminals. 17. Schakeling volgens conclusie 15 met het kenmerk, dat de gelijk-richtmiddelen AC uitgangsaansluitingen bevatten, die kunnen worden ge- 15. schakeld aan verdeelvoorzieningen voor de AC met commerciële frequentie.Circuit according to claim 15, characterized in that the rectifying means comprise AC output terminals which can be connected to distribution units for the commercial frequency AC. 18. Schakeling volgens conclusie l6 met het kenmerk, dat de middelen voor het transformeren van de spanning zijn voorzien van een primaire draaistroomwikkeling en een secundaire wikkeling, die zes wikkelingen omvat, die elk met éên einde zijn geschakeld aan een gemeenschappelijk 20 centrum, dat elektrisch is geschakeld aan een neutrale uitgangsaanslui-ting, en het andere einde is geschakeld aan diodemiddelen voor het geleiden van positieve stroom naar een positieve uitgangsaansluiting, en aan diodemiddelen voor het geleiden van negatieve stroom naar een negatieve uitgangsaansluiting.Circuit according to claim 16, characterized in that the means for transforming the voltage comprise a primary three-phase winding and a secondary winding comprising six windings, each connected at one end to a common center which is electrically is connected to a neutral output terminal, and the other end is connected to diode means for conducting positive current to a positive output terminal, and to diode means for conducting negative current to a negative output terminal. 19. Schakeling volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat deze is sa mengevoegd met een verlichtingsstelsel voor een hoogfrequente AC, welk stelsel een centraal opgesteld gelijkrichtmiddel bevat, verder een aantal lamp-opnemende middelen, geschakeld aan de ballastmiddelen, waarbij elk lamp-opnemende middel een armatuur is, die althans een fluores-30 centiebuis kan vasthouden en een hoogfrequente AC daaraan kan toevoeren, waarbij de inverteenniddelen met een DC worden gevoed van het centraal opgestelde gelijkrichtmiddel.Circuit according to Claim 1, characterized in that it is combined with a lighting system for a high-frequency AC, which system comprises a centrally arranged rectifying means, further a number of lamp-receiving means, connected to the ballast means, each lamp-receiving means is a fixture capable of holding at least a fluorescent tube and supplying a high frequency AC thereto, the inverter means being supplied with a DC from the centrally disposed rectifier. 20. Schakeling volgens conclusie 19 met het kenmerk, dat de inver-teermiddelen samenhangen met een aantal naburige, verwijderbare fluores- 35 centiebuizen, en deze voeden.20. Circuitry according to claim 19, characterized in that the inverters are associated with and supply a number of adjacent, removable fluorescent tubes. 21. Schakeling volgens conclusie 19 met het kenmerk, dat het stelsel een transformator bevat, voorzien van een primaire veelfazenwikkeling, 8302449 - 1*6. - .· V die kan worden geschakeld aan een commerciële veelfazen AC Iron, en van een secundaire, stergeschakelde zesfazenwikkeling, geschakeld aan diode-gelijkrichtmiddelen, waarbij de positieve stroom is geschakeld aan een positieve uitgangsaansluiting, en een negatieve stroom aan een negatieve 5 uitgangsaansluiting voor het leveren van de DC aan de inverteermiddelen.Circuit according to claim 19, characterized in that the system comprises a transformer, provided with a primary multiphase winding, 8302449-1 * 6. - V that can be connected to a commercial multiphase AC Iron, and from a secondary, star-switched six-phase winding, connected to diode rectifiers, with the positive current connected to a positive output terminal, and a negative current to a negative 5 output terminal for supplying the DC to the inverters. 22. Schakeling volgens conclusie 2 met het kenmerk, dat deze is samengevoegd met een hoogfrequent verlichtingsmiddel, dat opneemmiddelen bevat, die althans ëëh fluorescentiebuis kunnen vasthouden, voorzien van elektroden aan elk einde daarvan, geschakeld aan een draad, waarbij de 10 transformator een hoogfrequente magneetkern heeft, verder secundaire hoogfrequente verwarmingswikkelingen aanwezig zijn op de kern, en middelen zijn voorzien voor schakelen van de verwarmingswikkelingen aan de draden in de fluorescentiebuis.Circuit according to claim 2, characterized in that it is combined with a high-frequency illuminant, which contains recording means, which can hold at least one fluorescent tube, provided with electrodes at each end thereof, connected to a wire, the transformer having a high-frequency magnetic core further, secondary high frequency heating coils are present on the core, and means are provided for switching the heating coils to the wires in the fluorescent tube. 23. Schakeling volgens conclusie 22 met het kenmerk, dat nog een 15 transformator is aangebracht, die een primaire wikkeling bevat, die de bekrachtiging ontvangt van spanning over een fluorescentiebuis, waarbij de verwarmingswikkelingen inductief zijn gekoppeld aan de primaire wikkeling, waardoor de gloeistroom automatisch wordt verminderd bij vermindering van de buisspanning nadat brandspanning in de buis tot stand 20 is gebracht. 2k, Schakeling volgens conclusie 19 gekenmerkt door middelen voor het veranderen van de stroom door een fluorescentiebuis.Circuit according to claim 22, characterized in that a further transformer is provided, which contains a primary winding, which receives the energization of voltage across a fluorescent tube, the heating windings being inductively coupled to the primary winding, whereby the glow current is automatically reduced when the tube voltage is reduced after the fire voltage has been established in the tube. 2k, Circuit according to claim 19, characterized by means for changing the current through a fluorescent tube. 25. Schakeling volgens conclusie 2 met het kenmerk, dat deze is samengevoegd. met een hoogfrequent AC verlichtingsstelsel, dat bestaat uit 25 gelijkrichtmiddelen voor het ontvangen en omzetten van commercieel beschikbare AC in DC en het leveren daarvan aan de invert eermiddelen, uit elektrische schakelmiddelen, geschakeld aan de transformator voor het ontvangen van de hoogfrequente AC en uit lampvasthoudmiddelen, die althans êén gasontladingslamp kunnen vasthouden, voorzien van elektroden. 30 in contact met de elektrische schakelmiddelen.Circuit according to claim 2, characterized in that it is combined. with a high-frequency AC lighting system, consisting of 25 rectifying means for receiving and converting commercially available AC to DC and supplying it to the inverter means, from electrical switching means, switched to the transformer for receiving the high-frequency AC and lamp holding means, which can hold at least one gas discharge lamp, provided with electrodes. 30 in contact with the electrical switching means. 26, Schakeling volgens conclusie 25 met het kenmerk, dat het stelsel een aantal inverteermiddelen bevat, verder een aantal elektrische schakelmiddelen, waarbij de ballastmiddelen de in elke lamp, indien geschakeld aan de elektrische schakelmiddelen, geleverde stroom beperken. 35 27, Schakeling volgens conclusie 15 met het kenmerk, dat de secundai re zesfazenwikkeling een geaarde, neutrale leiding heeft, die gemeenschappelijk is voor de AC en DC onderdelen van het stelsel. 8302449 - -Circuit according to claim 25, characterized in that the system comprises a number of inverting means, furthermore a number of electrical switching means, the ballast means limiting the current supplied in each lamp, when connected to the electrical switching means. Circuit according to claim 15, characterized in that the secondary six-phase winding has a grounded, neutral conductor common to the AC and DC parts of the system. 8302449 - - 28. Schakeling volgens conclusie 19 met het kenmerk, dat de lamp-armatuur door slechts twee draden is geschakeld aan de lampopneemmidde-len in een andere armatuur.Circuit according to claim 19, characterized in that the lamp armature is connected by only two wires to the lamp receiving means in another armature. 29. Schakeling volgens conclusie 25 met het kenmerk, dat de inver-5 teermiddelen secundaire verwarmingswikkelingen omvatten in de transformator voor het maken van een elektrische schakeling aan draden in lampen, die worden vastgehouden in de lampvasthoudmiddelen.29. Circuitry according to claim 25, characterized in that the inverter means comprise secondary heating windings in the transformer for making an electrical circuit on wires in lamps which are held in the lamp holding means. 30. Schakeling volgens conclusie 29 met het kenmerk, dat de primaire wikkeling van de transformator met de secundaire verwarmingswikkelingen, 10. zich over een lamp bevindt, waardoor een betrekkelijk hoge stroom wordt geleverd door de draden, voordat een liehtboog wordt aangeslagen, en een betrekkelijk lage stroom nadat een liehtboog is aangeslagen.Circuit according to claim 29, characterized in that the primary winding of the transformer with the secondary heating windings, 10. is located over a lamp, whereby a relatively high current is supplied by the wires, before an electric arc is excited, and a relatively low current after a light arc has struck. 31. Schakeling volgens conclusie 29 met het kenmerk, dat middelen aanwezig zijn voor het veranderen van de stroom, geleverd door een lamp 15 tijdens bedrijf daarvan.Circuit according to claim 29, characterized in that means are provided for changing the current supplied by a lamp 15 during operation thereof. 32. Ballastschakeling in hoofdzaak zoals beschreven en afgebeeld. 830244932. Ballast circuit essentially as described and illustrated. 8302449
NL8302449A 1983-07-08 1983-07-08 Electronic ballast for gas discharge lamp circuit - has tuned electronic inverter circuit resonating between 20khz and 300khz NL8302449A (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8302449A NL8302449A (en) 1983-07-08 1983-07-08 Electronic ballast for gas discharge lamp circuit - has tuned electronic inverter circuit resonating between 20khz and 300khz

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8302449A NL8302449A (en) 1983-07-08 1983-07-08 Electronic ballast for gas discharge lamp circuit - has tuned electronic inverter circuit resonating between 20khz and 300khz
NL8302449 1983-07-08

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8302449A true NL8302449A (en) 1985-02-01

Family

ID=19842135

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8302449A NL8302449A (en) 1983-07-08 1983-07-08 Electronic ballast for gas discharge lamp circuit - has tuned electronic inverter circuit resonating between 20khz and 300khz

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL8302449A (en)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
USRE33057E (en) High frequency supply system for gas discharge lamps and electronic ballast therefor
US4630005A (en) Electronic inverter, particularly for use as ballast
US4508996A (en) High frequency supply system for gas discharge lamps and electronic ballast therefor
EP0064999B1 (en) Power supply circuit
US6236168B1 (en) Ballast instant start circuit
JP2001523389A (en) Triac tunable ballast
US4525650A (en) Starting and operating method and apparatus for discharge lamps
US5021716A (en) Forward inverter ballast circuit
JP2636239B2 (en) Ballast for fluorescent lamp
JPH0329298A (en) Stabilizing circuit for gas discharge lamp
EP0410966B1 (en) Solid state electronic ballast
US4422015A (en) Electric insect trap power supply
EP0091724A1 (en) Ballast apparatus for operating a discharge lamp
JPH0821473B2 (en) stabilizer
NL8302449A (en) Electronic ballast for gas discharge lamp circuit - has tuned electronic inverter circuit resonating between 20khz and 300khz
JP3517899B2 (en) Power supply
JP5469075B2 (en) Starting a fluorescent lamp using a voltage-type inverter
CA1228890A (en) Electronic ballast and high frequency supply system for gas discharge lamps
JPS60502074A (en) Electronic ballasts and lighting systems that use them
US5030892A (en) Means for preventing damage to electronic ballasts as a result of failure of gas discharge lamps
JP3730087B2 (en) Discharge lamp lighting device
EP0210830A1 (en) High frequency energy saving ballast
JPH0139437Y2 (en)
JPH06333680A (en) Emergency lighting device
JP2000277274A (en) Emergency lighting device and guide light device

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed