NL8301911A

NL8301911A - Truck and trailer coupling unit - is slidable to adjust to required distance between vehicles depending on bend angle

Info

Publication number: NL8301911A
Application number: NL8301911A
Authority: NL
Original assignee: Doornes Bedrijfswagen Fab
Priority date: 1983-05-30
Filing date: 1983-05-30
Publication date: 1984-12-17

Abstract

The pull-type coupling between a truck and trailer is slideable and consists of an hydraulic cylinder (3) with a piston (19) and draw bar (32). The unit is controlled by a hydraulic circuit, connected to a first relay (7.6) mounted on the truck. A second relay (5) is connected to energy source (1) and accumulator (4) in turn connected to the top space of cylinder (3). When both vehicles are in line the combination piston/cylinder unit slides inwards. When negotiating sharp bends, the piston cylinder unit is drawn out.

Description

%%

Inschuifbare trekinrichting voor wegvoertuig.Retractable towing device for road vehicle.

De uitvinding heeft betrekking op een trekinrichting, aangebracht op een trekkende wagen, voor de bevestiging daaraan van een koppelstang van een volgwagen, waarbij door middel van een orgaan, dat een richtingsverandering kan ondergaan, de afstand 5 tussen trekkende wagen en volgwagen automatisch wordt gewijzigd door de trekinrichting, ëén en ander zodanig dat voor een rechtlijnige of nagenoeg rechtlijnige verplaatsing over de weg van de wagencombinatie de afstand tussen trekkende wagen en volgwagen minimaal is, terwijl voor een verplaatsing van de wagencombinatie 10 in een bocht met sterke kromming de voldoende afstand maximaal is en de wagens elkaar niet raken.The invention relates to a towing device, mounted on a towing car, for the attachment thereto of a coupling rod of a support car, wherein the distance between the towing car and the support car is automatically changed by means of a member which can undergo a change of direction. the towing device, in such a way that for a rectilinear or almost rectilinear displacement over the road of the wagon combination the distance between the towing wagon and trailer is minimal, while for the displacement of the wagon combination 10 in a bend with strong curvature the sufficient distance is maximal and the wagons do not touch.

Een dergelijke trekinrichting is bekend.Such a pulling device is known.

Met de toepassing van deze trekinrichtingen beoogt men de afstand tussen trekkende wagen en volgwagen z^klein mogelijk 15 te houden zodat een vergroot landoppervlak ontstaat'» de wettelijk toegestane maximale lengte van de wagencombinatie in gestrekte toestand. Bovendien wordt de luchtweerstand verminderd.The aim of the use of these towing devices is to keep the distance between the towing car and the support vehicle as small as possible, so that an increased land area is created, the legally permissible maximum length of the wagon combination in stretched condition. In addition, the air resistance is reduced.

Bij het rechtuitrijden van de wagencombinatie zal dan de onderlinge afstand der wagens zo klein mogelijk moeten zijn, 20 echter zal het noodzakelijk zijn bij het doorlopen van bochten met kleine kromtestraal de onderlinge afstand der wagens te vergroten teneinde te vermijden dat de wagens elkaar raken.When driving the wagon combination straight ahead, the mutual distance of the wagons will then have to be as small as possible, however it will be necessary when increasing bends with a small radius of curvature to increase the mutual distance of the wagons in order to prevent the wagons from touching each other.

De bekende trekinrichtingen mat draalkransbesturing van de volgwagen zijn in twee groepen te verdelen.The known towing devices with turntable steering of the trailer can be divided into two groups.

25 1) Trekinrichtingen met lange dissel of koppelstang.25 1) Long drawbar or coupling rod towing devices.

Door het aanbrengen van het voorste disseldraaipunt ver onder het achterwaarts van de achterwielen uitstekende deel van de trekkende wagen en door vergroting van het voorste uitstekende deel van de volgwagen, dat zich voor de voorwielen van 30 de volgwagen bevindt, ontstaat een zeer lange dissel die bij het rijden door een bocht de afstand van het draaikransmiddelpunt van de trekkende wagen groot genoeg houdt om de voorste binnenkant van de volgwagen te kunnen laten door zwenken.The provision of the front drawbar pivot point far below the rearwardly projecting part of the towing vehicle and the enlargement of the front protruding part of the trailer, which is located in front of the front wheels of the trailer, results in a very long drawbar which driving through a bend keeps the distance from the slewing point of the towing vehicle large enough to allow the front inside of the trailer to be pivoted.

8301911 28301911 2

Er bestaan bij deze groep trekinrichtingen uitvoeringsvormen waarbij bij het rechtuitrijden een verschillend sterke verkorting van de onderlinge afstand van trekkende- en volgwagen mogelijk wordt gemaakt door een dissel waarvan de lengte hydraulisch 5 Instelbaar is, of waarbij deze lengteverandering automatisch plaats heeft.With this group of towing devices, there are embodiments in which, when driving straight ahead, a differently strong reduction of the mutual distance of the towing and trailer car is made possible by a drawbar, the length of which is adjustable hydraulically, or wherein this length change takes place automatically.

2) Trekinrichtingen met korte dissel of koppelstang.2) Towing devices with short drawbar or coupling rod.

Wanneer men verhindert dat de draaikmas met de voorste as van de volgwagen bij het rijden van een bocht ver uit de middenas 10 van de gestrekte wagenoombinatie naar buiten zwaait kan men met de voorwand van de volgwagen aanzienlijk dichter bij de trekkende wagen komen. Voor het uiterste geval is een uitvoeringsvorm bekend waarbij de voorste as van de volgwagen volledig star in lengterichting met de trekkende wagen wordt verbonden en een 15 automatische besturing van de asspil bij geringe snelheden het glijden van de voorwielen vermijdt. Bij grote snelheden wordt niet door bochten met kleine kromtestraal gereden, derhalve blokkeert men de besturing van de asspil, zodat de voorste as van de volgwagen werkzaam is als een ver verwijderde nalopende as 20 van de trekkende wagen. In een andere uitvoeringsvorm worden twee draaikransen toegepast, waarbij de draaikrans die aan de as is bevestigd, bij het rijden door een bocht door een stuurver-binding met de trekkende wagen extra uitwijkt. De eigenlijke dissel zwenkt dan alleen in betrekkelijk geringe mate uit de 25 middenas van de gestrekte wagencombinatie.If the turning axle with the front axle of the trailer is prevented from swinging outwards far from the center axis of the stretched carriage combination when driving a bend, the front wall of the trailer can be brought considerably closer to the towing carriage. For the most extreme case, an embodiment is known in which the front axle of the trailer is connected to the towing vehicle in a completely rigid longitudinal manner and an automatic control of the axle spindle at low speeds avoids sliding of the front wheels. At high speeds it is not driven through curves with a small radius of curvature, so the steering of the axle spindle is blocked, so that the front axle of the trailer acts as a distant trailing axle 20 of the pulling vehicle. In another embodiment, two slewing rings are used, whereby the slewing ring which is attached to the axle is extra diverted when driving through a bend by means of a steering connection with the pulling car. The actual drawbar then pivots only relatively little from the center axis of the stretched carriage combination.

Een bezwaar van de laatstgenoemde groep trekinrichtingen is dat bij een wagenoombinatie, die van een dergelijke trekinrichting is voorzien, instabiliteitsverschijnselen optreden, dat abnormale banen in bochten worden gevolgd, en dat de combinatie moeilijk 30 manouvreerbaar is, denk aan achteruitrijden en aankoppelen.A drawback of the latter group of towing devices is that instability phenomena occur in a wagon combination provided with such a towing device, that abnormal trajectories are followed in bends, and that the combination is difficult to maneuver, such as reversing and coupling.

De trekinrichtingen van de eerste groep kunnen weliswaar deze problemen niet echter zijn bij deze trekinrichting de wagens bijzonder moeilijk aan te koppelen, en is een speciale aanpassing vereist van de constructie van de trekkende wagen aan de volgwagen 35 en omgekeerd. Dit is vooral het geval wanneer de trekkende wagen 8301911 3 en de volgwagen van verschillende fabrikaten zijn.The towing devices of the first group, although these problems cannot be, however, with this towing device the wagons are particularly difficult to couple, and a special adaptation of the construction of the towing car to the trailer 35 and vice versa is required. This is especially the case when the towing vehicle 8301911 3 and the trailer are of different makes.

Bij alle constructies wordt de kracht op het bedienings-mecahnisme (intrekken en uitschuiven) verschaft door de wrijving tussen de banden van de volgwagen en het wegdek, hetgeen in feite 5 een onbeheerste factor is in het bijzonder bij slechte wegenis tandigheden .In all structures, the force on the operating mechanism (retraction and extension) is provided by the friction between the tires of the trailer and the road surface, which is in fact an uncontrolled factor, especially in bad road conditions.

De uitvinding beoogt de bovenvermelde bezwaren op te heffen door het verschaffen van een trekinrichting van de hierboven beschreven soort, waarbij de trekhaak met vangorgaan, voor 10 bevestiging van de koppels tang van de volgwagen, intrekbaar is, in plaats van een in- en uitschuifbare dissel.The object of the invention is to eliminate the above-mentioned drawbacks by providing a towing device of the type described above, wherein the towing hook with catch means, for mounting the coupling pliers of the trailer, is retractable instead of a retractable and retractable drawbar .

De uitvinding heeft daartoe als kenmerk dat de trekinrichting inschuifbaar en bestaat uit een hydraulische cilinder met zuiger en treks tang, welke trekinrichting bedienbaar is door 15 een hydraulische regelketen die verbonden is met een op de trekkende wagen aangebracht eerste relais dat bedienbaar is met de hand of door het genoemde orgaan, en met een tweede relais, welke regelketen voorts is aangesloten op een energiebron en een accumulator die verbonden is met de kopruimte van de cilinder, één 20 en ander zodanig dat voor de rechtlijnige of nagenoeg rechtlijnige verplaatsing van de wagenoombinatie de zuiger in de cilinder in zijn ingeschoven stand staat, terwijl voor een verplaatsing in een bocht met sterke kromming de zuiger in zijn uitgeschoven stand staat.To this end, the invention is characterized in that the pulling device is retractable and consists of a hydraulic cylinder with piston and pulling pliers, which pulling device is operable by a hydraulic control chain which is connected to a first relay mounted on the pulling car, which can be operated by hand or by said means, and with a second relay, the control circuit further connected to an energy source and an accumulator connected to the head space of the cylinder, one and the other such that for the rectilinear or substantially rectilinear displacement of the wagon combination in the cylinder is in its retracted position, while for movement in a bend with strong curvature, the piston is in its extended position.

25 Het voordeel van de onderhavige uitvinding is dat de gehele installatie is aangebracht qp de trekkende wagen, en dat elke "normale" volgwagen kan worden aangekoppeld zonder dat bijzondere aanpassingen vereist zijn.The advantage of the present invention is that the entire installation is mounted on the towing car, and that any "normal" support car can be coupled without special adaptations being required.

Het in- en uitschuiven van de zuiger heeft plaats door 30 middel van een servo-mechanisme dat wordt aangedreven door de motor van de trekkende wagen, zodat de toestand van een wegdek geen enkele invloed heeft op de bediening van dit servomechanisms.The piston is retracted and extended by means of a servo mechanism which is driven by the motor of the pulling car, so that the condition of a road surface has no influence whatsoever on the operation of these servomechanisms.

De hydraulische zuiger- en cilinder kan eventueel een gasdrukcilinder of een schroefdraadspil zijn die electrisch, 35 hydraulisch of door middel van gas kan worden aangedreven.The hydraulic piston and cylinder may optionally be a gas pressure cylinder or a threaded spindle which can be driven electrically, hydraulically or by means of gas.

Het bedieningssignaal voor de in- en uitgaande beweging 8301911 4 van de trekinrichting is zodanig dat over een instelbaar gebied rond de rechtuit-rijstand van de wagenoombinatie (in bochten met grote straal) geen uitgangssignaal doch wel een ingangssignaal wordt gegeven aan de regelketen voor de trekinrichting.The control signal for the input and output movement of the towing device 8301911 4 is such that over an adjustable area around the straight-ahead position of the wagon combination (in large radius curves) no output signal is given, but an input signal is given to the control circuit for the towing device .

5 Voor het snel uit elkaar bewegen van beide wagenmassa's is een grote hoeveelheid energie noodzakelijk die in een accumulator is opgeslagen. De tijd, benodigd voor het uit elkaar bewegen der wagens is instelbaar. De opgeélagen energie kan ook worden toegepast voor de ingaande beweging van de trekinrichting.5 The rapid separation of both vehicle masses requires a large amount of energy stored in an accumulator. The time required for the wagons to move apart is adjustable. The stored energy can also be used for the incoming movement of the pulling device.

10 De energie wordt geleverd door een bron die door de motor of vanaf de wielen wordt aangedreven. Het begin en einde van de uitgaande beweging van de trekinrichting wordt door de bestuurder als een ruk met ongemak ervaren. Hiertegen is voorzien door de beweging geleidelijk tot stand te brengen en te beëindigen.10 Energy is supplied from a source driven by the engine or the wheels. The start and end of the outward movement of the towing device is experienced by the driver as a jerk with discomfort. This is provided for by gradually bringing about and ending the movement.

15 Door de aanwezigheid van de accumulator kan bij een storing gedurende een parkeert!jd van de wagenoombinatie de onderlinge afstand der wagens worden vergroot, terwijl voor of achter de wagenccarbinatie een hindernis aanwezig kan zijn. Hiertegen is voorzien dat in dit geval voor het parkeren een bedieningssignaal 20 voor het uitschuiven van de trekinrichting door de bestuurder wordt gegeven.Due to the presence of the accumulator, in the event of a failure during a parking period of the wagon combination, the mutual distance of the wagons can be increased, while an obstacle can be present in front of or behind the wagon combination. Against this provision is made that in this case before parking an operating signal 20 for extending the towing device is given by the driver.

Bij een storing in de regelinrichting is een waarschuwing voor de bestuurder aanwezig. De trekinrichting wordt dan automatisch of met de hand bediend, in de uitgeschoven stand gebracht en in deze 25 stand uit veiligheidsoverwegingen met de hand vergrendeld.A warning for the driver is present in the event of a malfunction in the control device. The pulling device is then operated automatically or manually, brought into the extended position and locked manually in this position for safety reasons.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de tekening.The invention will now be further elucidated with reference to the drawing.

Fig. 1 toont schematisch een bovenaanzicht van een wagenccmbinatie met ingeschoven trekinrichting volgens de uitvinding, 30 rijdend op een rechte weg.Fig. 1 schematically shows a top view of a carriage combination with retracted towing device according to the invention, driving on a straight road.

Fig. 2 toont een bovenaanzicht van de wagenccmbinatie met uitgeschoven trekinrichting volgens de uitvinding, rijdend in een bocht.Fig. 2 shows a top view of the carriage combination with an extended towing device according to the invention, driving in a bend.

Fig. 3 toont schematisch de plaatsing van een koppelstang, 35 (triangel)yan de volgwagen, met relais die door deze stang worden bediend.Fig. 3 schematically shows the arrangement of a coupling rod, 35 (triangle) of the trailer, with relays operated by this rod.

8301911 58301911 5

Fig. 4 toont een boven- en zijaanzicht van een handver-grendeling in de uitgeschoven toestand van de trekinrichting of bij het falen van het in- en uitschuiven van de trekinrichting.Fig. 4 shows a top and side view of a manual lock in the extended position of the pulling device or in the failure of the pulling and retracting of the pulling device.

Fig. 5 toont schematisch het bedieningsschema van de 5 trekinrichting.Fig. 5 schematically shows the operating scheme of the pulling device.

Fig. 6 toont schematisch een uitvoeringsvoorbeeld van de regelketen voor de trekinrichting.Fig. 6 schematically shows an embodiment of the control circuit for the pulling device.

De inschuivende beweging van de trekinrichting (zie fig. 5).The retracting movement of the pulling device (see fig. 5).

Door een hydraulische pomp 1 wordt vloeistof geleverd 10 door een leiding .11, via een regelcentrum 2, door een leiding 15 gevoerd haar de ruimte B met trekstang 32 op een zuiger 19 van een hydraulische cilinder 3, waardoor de trekinrichting binnenwaarts in de cilinder 3 wordt geschoven.Liquid is supplied by a hydraulic pump 1 through a conduit. 11, through a control center 2, through a conduit 15 through space 15 with drawbar 32 on a piston 19 of a hydraulic cylinder 3, through which the pulling device is inwardly into the cylinder 3 is being pushed.

De vloeistof, die zich bevindt in de tegenover de ruimte 15 B gelegen kopruimte A van de cilinder 3, wordt door een leiding 14, via het regelcentrum 2, naar een met gas en vloeistof gevulde accumulator 4 gevoerd waardoor hierin de druk stijgt.The liquid, which is located in the head space A of the cylinder 3 opposite the space 15B, is passed through a line 14, via the control center 2, to an accumulator 4 filled with gas and liquid, whereby the pressure increases therein.

Aan het einde van de inschuivende beweging van de trekinrichting wordt door deze inrichting een relais 5 onderbroken waardoor 20 een signaal via een leiding 18 aan het regelcentrum wordt gegeven en vloeistof van de pomp via de leidingen 11 en 13 naar de accumulator wordt gevoerd totdat deze de gewenste druk heeft bereikt, waarna de vloeistof druk.loos via de leiding 11 en een leiding 12 naar een voorraadtank 9 wordt rondgeporrpt.At the end of the retracting movement of the pulling device, this device interrupts a relay 5, as a result of which a signal is given via a line 18 to the control center and liquid from the pump is fed via the lines 11 and 13 to the accumulator until it has reached the desired pressure, after which the liquid is circulated without pressure via the line 11 and a line 12 to a storage tank 9.

25 Mocht bij een lekkage de zuiger met trekstang onder druk van de accumulator langzaam naar buiten verplaatsen dan wordt door het verlaten van het relais 5 door de trekstang het regelcentrum 2 bediend zodanig dat de inschuivende beweging wordt herhaald.If, in the event of a leak, the piston with the pull rod moves slowly outwards under the pressure of the accumulator, the control center 2 is operated by leaving the relay 5 by the pull rod, so that the retracting movement is repeated.

De uitschuivende beweging van de trekinrichting.The extending movement of the pulling device.

30 Bij een bocht met kleine straal, aangegeven door een relais 6 dat wordt bediend door een bestuurd wiel 31 van de trekkende wagen, of door een relais 20 dat wordt bediend door de triangel 30 (fig. 3) of koppelstang van de volgwagen, wordt het relais 6 bediend, waardoor de ruimte B van de cilinder in 35 verbinding wordt gébracht met de voorraadtank 9.30 In a small radius bend, indicated by a relay 6 operated by a steering wheel 31 of the towing vehicle, or by a relay 20 operated by the triangle 30 (fig. 3) or coupling rod of the trailer, the relay 6 is operated, whereby the space B of the cylinder is brought into communication with the storage tank 9.

In dit geval wordt door de druk van de accumulator in de 8301911 6 kopruimte Λ de trekinrichting uitgeschoven tot een aanslag.In this case, the pulling device is extended into a stop by the pressure of the accumulator in the head space 8301911 6 Λ.

De vloeistof stroming wordt in het begin en einde van de uitschuiveride beweging op bekende wijze door een smooropening gevoerd zodat deze beweging geleidelijk begint en eindigt.The liquid flow is introduced in a known manner through a throttle opening at the beginning and end of the slide-out movement so that this movement gradually begins and ends.

5 De uitgeschoven toestand.5 The extended state.

Deze toestand blijft gehandhaafd totdat in de bijna rechtuitrij stand, aangegeven door een bestuurd wiel van de trekkende wagen of de triangel van de volgwagen, het uitgaande signaal vervalt door herstel van contact, waarna de inschuivende beweging begint.This condition is maintained until in the almost straight-ahead position, indicated by a steered wheel of the towing car or the trailer's triangle, the outgoing signal is lost by contact recovery, after which the retracting movement begins.

10 Bij het parkeren van de wagencoribinatie wordt door de bestuurder met de hand het relais 7 in de leiding 17 naar het regelcentrum, onderbroken waardoor de uitschuivende beweging van de trekinrichting plaats heeft.When parking the vehicle coordination, the driver manually interrupts the relay 7 in the line 17 to the control center, whereby the extending movement of the towing device takes place.

Mocht als gevolg van een storing ëên van de genoemde 15 relais worden uitgeschakeld dan wordt de trekinrichting automatisch uitgeschoven. Mocht een andere storing optreden dan kan de handel 36, zie fig. 5, worden bediend waardoor de ruimte B van de cilinder 3 in verbinding wordt gebracht met de voorraadtank 9. Wanneer de accumulator drukloos is kan de volgwagen worden geremd en door 20 de trekkende wagen de trekinrichting in de uitgeschoven stand worden gebracht. In de uitgeschoven stand kan de trekinrichting door middel· yan de grendelbouten 37 (zie fig. 4) worden vergrendeld, dit uit veiligheidsoverwegingen. De genoemde hendel 36 houdt de terugslagklep 25 open zodat de ruimte B van de cilinder 3 niet 25 onder druk kamt.If one of the said relays is switched off as a result of a malfunction, the pulling device is automatically extended. Should another malfunction occur, the lever 36, see fig. 5, can be operated, whereby the space B of the cylinder 3 is connected to the storage tank 9. When the accumulator is pressureless, the trailer can be braked and the towing vehicle the towing device in the extended position. In the extended position, the pulling device can be locked by means of the locking bolts 37 (see fig. 4), this for safety reasons. The said handle 36 keeps the check valve 25 open so that the space B of the cylinder 3 does not comb under pressure.

In fig. 6 is slechts bij wijze van voorbeeld een uitvoerings-v orm vertoont van een regelketen voor de trekinrichting. Gekozen is hier voor een hydraulische bediening en een electrische signalering. Opgemerkt wordt dat de uitvinding niet tot een cilindrische 30 signalering beperkt is maar dat de signalering ook kan plaats hebben langs mechanische, pneumatische of hydraulische weg.Fig. 6 shows only an example of an embodiment of a control circuit for the pulling device. The choice was made here for hydraulic operation and electrical signaling. It is noted that the invention is not limited to a cylindrical signaling, but that the signaling can also take place by mechanical, pneumatic or hydraulic means.

Thans zal de bovenbeschreven werking en regeling van de trekinrichting aan de hand van fig. 6 in meer bijzonderheden worden beschreven.The operation and control of the pulling device described above will now be described in more detail with reference to Fig. 6.

35 Bij de ingeschoven stand van de trekstang (rechtuitrijden) 8301911 7 is geen electrische spanning op de electrische regelklep 21 aanwezig vanwege een onderbreking van het relais 5 door de trekinrichting.When the pull rod is retracted (straight-ahead) 8301911 7, no electrical voltage is present on the electric control valve 21 due to an interruption of the relay 5 by the pulling device.

Door de hydraulische pomp 1 wordt vloeistof van de 5 voorraadtank 9 door de leidingen 10 en 11 via de electrisch bedienbare regelklep 21 met dubbele stand, een terugslagklep 22 en de leiding 13 naar de accumulator 4 gevoerd totdat de druk hierin de ingestelde waarde in een overstroorriklep 23, aangebracht in een leiding 39, heeft bereikt. Bij deze waarde wordt de 10 overstrooriklep 23 geopend en gaat de vloeistof drukloos via leidingen 40, 41 en 12 naar de voorraadtank 9 terug. De kopruimte A van de cilinder 3 staat onder druk van de accumulator 4 via de leidingen 13 en 14.By means of the hydraulic pump 1, liquid from the supply tank 9 is passed through the lines 10 and 11 via the electrically operated double-position control valve 21, a non-return valve 22 and the line 13 to the accumulator 4 until the pressure therein the set value in an override valve 23 disposed in a conduit 39. At this value, the overflow valve 23 is opened and the liquid returns to the storage tank 9 without pressure via lines 40, 41 and 12. The headspace A of the cylinder 3 is under pressure from the accumulator 4 via the lines 13 and 14.

De ruimte B van de cilinder 3 is geyuld met vloeistof 15 die is afgesloten door een door druk bedienbare terugslagklep 25, die is aangebracht in een leiding 15 die tevens is voorzien van een doorstroomklep 27 die zich bevindt tussen de terugslagklep 25 en de ruimte B. De terugslagklep 25 is via een leiding 34 met een electrische regelklep 24 verbonden met een leiding 14.The space B of the cylinder 3 is filled with fluid 15 which is closed by a pressure-operated check valve 25, which is arranged in a pipe 15 which also comprises a flow valve 27 located between the check valve 25 and the space B. The non-return valve 25 is connected via a line 34 with an electric control valve 24 to a line 14.

20 De onder druk bedienbare terugslagklep 25 is in het onderhavige geval drukloos, aldus gesloten, vanwege een verbinding via de electrisch bedienbare regelklep 24, de leiding 12, met de yoorraadtank 9, In deze toestand heeft de regelklep 24 spanning.In the present case, the pressurized check valve 25 is pressureless, thus closed, due to a connection via the electrically controllable control valve 24, the line 12, to the supply tank 9. In this state, the control valve 24 has voltage.

:.· Wannéér in de bocht na enige uitslag van het bestuurde 25 wiel het relais 6 of na enige uitslag van de triangel 30 het relais 20 wordt onderbroken en aldus de spanning op de regelklep 24, verschaft de regelklep 24 een verbinding tussen de leiding 14 en de terugslagklep 25. Door de druk van de accumulator 4 via de regelklep 24 wordt de terugslagklep 25 geopend. De vloeistof 30 in de ruimte B van de cilinder kan nu naar de voorraadtank 9 stromen en wel via de leiding 15, de regelbare doorstroomklep 27, de terugslagklep 25 en de leiding 12. De trekinrichting kan thans uitschuiven. Dit heeft plaats door de druk in de kopruimte A van de· cilinder 3 vanuit de accumulator 4. De doorstroming 35 door de klep 27 kan geregeld worden zodat de uitschuiftijd regelbaar is.When in bend after some deflection of the steered wheel the relay 6 or after some deflection of the triangle 30 the relay 20 is interrupted and thus the voltage on the control valve 24, the control valve 24 provides a connection between the line 14 and the check valve 25. The pressure of the accumulator 4 via the control valve 24 opens the check valve 25. The liquid 30 in the space B of the cylinder can now flow to the storage tank 9, namely via the line 15, the controllable flow valve 27, the non-return valve 25 and the line 12. The pulling device can now extend. This takes place by the pressure in the head space A of the cylinder 3 from the accumulator 4. The flow through the valve 27 can be controlled so that the extension time is adjustable.

8301911 88301911 8

De openingstijd van de regelklep 24 is instelbaar zodat de beweging van de zuiger 19 in de cilinder 3 géleidelijk begint. Het stoppen van de zuiger 19 heeft eveneens geleide plaats door een regelbare demper (niet getoond) in de cilinder 3.The opening time of the control valve 24 is adjustable so that the movement of the piston 19 in the cylinder 3 starts gradually. The stopping of the piston 19 also takes place through an adjustable damper (not shown) in the cylinder 3.

5 Bij het verlaten van het relais 5 bij het uitschuiven van de trekinrichting kamt spanning op de regelklep 21. Hierdoor verkrijgt deze klep een zodanige stand dat vloeistof van de pomp 1 via de klep 21, de terugslagklep 26, en de geopende terugslagklep 25, en de leiding 12 naar de voorraadtank wordt gevoerd. Bij 10 het weer rechtuitrijden wordt via de relais 6/20 de spanning op regelklep 24 hersteld. Hierdoor verkrijgt de regelklep 24 een zodanige stand dat de door druk bedienbare terugslagklep 25 door de leiding 12 in verbinding wordt gebracht met de voorraadtank 9.When exiting the relay 5 when the pulling device is extended, tension is exerted on the control valve 21. This valve obtains a position such that liquid from the pump 1 via the valve 21, the non-return valve 26, and the open non-return valve 25, and the line 12 is fed to the storage tank. When driving straight ahead again, the voltage on control valve 24 is restored via relay 6/20. The control valve 24 hereby acquires a position such that the pressure-operated non-return valve 25 is brought into communication with the storage tank 9 via the pipe 12.

De vloeistof wordt uit de pomp 1 naar de ruimte B van de cilinder 15 gevoerd.The liquid is conveyed from the pump 1 to the space B of the cylinder 15.

Hierdoor schuift de trekinrichting naar binnen. Vloeistof in de kopruimte A wordt via de leidingen 13 en 14 naar de accumulator gevoerd. Wordt het relais 5 bereikt door de trekinrichting dan is de regelklep 21 zonder spanning en herhaalt zich de 20 werking.The pulling device hereby slides inward. Liquid in the headspace A is fed to the accumulator via lines 13 and 14. When the relay 5 is reached by the pulling device, the control valve 21 is without voltage and the operation is repeated.

Mocht door een lekkage de trekinrichting uitschuiven dan wordt het relais 5 verlaten. De regelklep 21 verkrijgt dan spanning en de inschuivende beweging wordt herhaald.If the pulling device extends due to a leak, the relay 5 is left. The control valve 21 then acquires tension and the retracting movement is repeated.

Bij het parkeren, waarbij uit veiligheidsoverwegingen 25 onder controle van de bestuurder de wagens uit elkaar worden geplaatst, bedient de bestuurder het relais 7 dat door een leiding 17 electrisch is verbonden met de regelklep 24, waardoor de regelklep 24 spanningsvrij wordt en de trekinrichting wordt uitgeschoven.When parking, where for safety reasons 25 the wagons are placed under the control of the driver, the driver operates the relay 7 which is electrically connected by a line 17 to the control valve 24, whereby the control valve 24 is stress-free and the towing device is extended .

30 Mocht de electrische spanning verdwijnen dan wordt de regelklep 24 spanningsvrij gemaakt en schuift de trekinrichting uit. Dit uit veiligheidsoverwegingen. Door een omzetting met de hendel 36 van de door druk bedienbare terugslagklep 25 kan de trekinrichting nimmer inschuiven. Mocht door een lekkage de accumu-35 lator 4 drukloos kan de onder druk bedienbare terugslagklep 25 met de hendel 36 worden geopend.If the electric voltage disappears, the control valve 24 is de-energized and the pulling device extends. This for safety reasons. The towing device can never retract due to a conversion with the handle 36 of the pressure-operated check valve 25. Should the accumulator 4 become pressureless due to a leak, the pressure-operated check valve 25 can be opened with the handle 36.

8301911 9 * de8301911 9 * de

Daarna wordt * volgwagen afzonderlijk geremd en wordt de trekinrichting vervolgens uitgeschoven door de trekkende wegen naar voren te rijden. In deze stand kan de trekinrichting worden vergrendeld. Doordat de terugslagklep 25 net de hendel 5 36 in een open stand wordt gebracht kan de trekinrichting niet inschuiven.Then * trailer is braked separately and the towing device is then extended by driving the towing roads forward. The pulling device can be locked in this position. Because the non-return valve 25 is just brought the handle 5 36 into an open position, the pulling device cannot retract.

Tot slot wordt opgemerkt dat de trekstang is voorzien van een vangorgaan 35, dat de relais 6/20 met de regelklep 24 zijn verbonden door een electrische leiding 16, dat een terugslag-10 klep 22 aan weerszijden via de* regelbare veiligheidsoverstroom-klep 23 is verbonden mèt de leiding 12, en dat de leiding',op een plaats tussen de doorstrooriklep 27 en de terugslagklep 25 via een terugslagklep 26 is verbonden met de electrische regelklep 21. De leidingen 11 en 12 zijn voorts met elkaar verbonden door 15 een leiding 38 die met de leiding 11 is verbonden in een punt dat zich bevindt tussen de regelklep 21 en de pomp 1. In de leiding 38 is een regelbare veiligheidsoverstroomklep 29 geplaatst, terwijl in de leiding 33, die een verbinding vormt tussen de leidingen 14 en 12, een veiligheidsoverstroomklep 28 is aangebracht. De klep 28 20 voorkomt het optreden van een te hoge druk in de accumulator, bijvoorbeeld door lekkage langs de zuiger 19 van de ruimte B naar de ruimte A is meer vloeistof in de accumulator gekomen en is bij ingaande beweging van de zuiger een te hoge druk in de accumulator en de ruimte A ontstaan.Finally, it is noted that the tie rod is provided with a trap 35, that the relays 6/20 are connected to the control valve 24 by an electrical line 16, which is a non-return valve 22 on either side via the adjustable safety overflow valve 23. connected to the conduit 12, and that the conduit, at a location between the through-flow valve 27 and the non-return valve 25, is connected via a non-return valve 26 to the electric control valve 21. The lines 11 and 12 are further connected to each other by a conduit 38 connected to the line 11 at a point located between the control valve 21 and the pump 1. An adjustable safety overflow valve 29 is placed in the line 38, while in the line 33, which forms a connection between the lines 14 and 12, a safety overflow valve 28 is provided. The valve 28 20 prevents the occurrence of too high a pressure in the accumulator, for instance due to leakage along the piston 19 from the space B to the space A, more liquid has entered the accumulator and an excessive pressure has occurred during the piston inward movement in the accumulator and space A.

83019118301911

Claims

1. Towing device, mounted on a towing vehicle, for attaching thereto a pair of pliers of a support vehicle, wherein by means of a member which can undergo a change of direction, the distance between the pulling car and the support vehicle 5 is automatically changed by the pulling device, one and other such that for a rectilinear or almost rectilinear displacement by road of the wagon combination, the distance between the towing wagon and the support vehicle is minimal, while for a displacement of the wagon combination in a bend with strong curvature the said distance is maximum and the wagons do not is characterized in that the pulling device is retractable * and consists of a hydraulic cylinder (3) with piston (19) and pulling rod (32), which pulling device is operable by a hydraulic control chain connected to a towing vehicle. first relay (7; 6, 20), which is operable by hand or by said means that a ri change of direction, and with a second relay (5), which control circuit is further connected to an energy source (1) and an accumulator (4) which is connected to the head space of the cylinder (3), such that at the said rectilinear or substantially rectilinear displacement of the wagon ear alignment the piston in the cylinder is in its retracted position, while during said displacement in a bend the piston is in its extended position.

2. Trigger device according to claim 1, characterized in that the member, which can undergo a change of direction, is formed by a steered wheel (31). of the towing vehicle or by the coupling rod (30) (triangle) of the trailer.

Trigger device according to claim 1, characterized in that the relay (5) with the piston (19) retracted. a signal: (21). ^ supplies 30 to an electric valve (22) of the control circuit in order to bring the latter into a position in which the pump (1) placed in a line (11) has a storage tank (9) via a non-return valve. (22) connects to the gas and liquid filled accumulator (4).

4. Trigger device according to claim 1, characterized in that the maximum pressure in the accumulator (4) is determined by an 8301911 * overflow valve (23) placed in a pipe (39), which is connected to a discharge pipe (12). ) to the storage tank (9) and with the pipe (11) to the accumulator and to the storage space (A) of the hydraulic piston and cylinder (3).

Trigger device according to claim 4, characterized in that the discharge conduit (12) is connected to the space (B) opposite the head space (A) of the cylinder (3) through a conduit (15) in which an adjustable flow valve (27) and a manual or liquid pressure operated check valve (25) is provided. 10

Trigger device according to claims 1, 4 and 5, characterized in that the valve (25) is connected to the line (11) by a conduit (34) in which an electric control valve (24) of the control circuit and with a double position are adjustable opening time, which is operable by the relay (7; 6, 20) electrically connected to the control circuit.

Trigger device according to claims 1 and 6, characterized in that in the event of a power interruption in the relay (7; 6, 20) the valve (24) acquires a position such that the valve (25) opens under liquid pressure in the direction of the storage tank.

Trigger device according to claims 1 and 5, characterized in that with the piston (19) extended, the relay (5) is interrupted and the control valve (21) has a position whereby a connection is established between the pump (1) and the storage tank (9) through the valve (21), a non-return valve (26) and the discharge pipe 25 (12). 8301911