NL8300973A - Unit for weaving wood etc. strips e.g. for fencing - has table for transverse strips and actuators to bend and insert longitudinal strips - Google Patents

Unit for weaving wood etc. strips e.g. for fencing - has table for transverse strips and actuators to bend and insert longitudinal strips Download PDF

Info

Publication number
NL8300973A
NL8300973A NL8300973A NL8300973A NL8300973A NL 8300973 A NL8300973 A NL 8300973A NL 8300973 A NL8300973 A NL 8300973A NL 8300973 A NL8300973 A NL 8300973A NL 8300973 A NL8300973 A NL 8300973A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
strips
braiding
piston
longitudinal
transverse
Prior art date
Application number
NL8300973A
Other languages
Dutch (nl)
Other versions
NL190361B (en
NL190361C (en
Original Assignee
Den Berg Beheer B V Geb Van
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Den Berg Beheer B V Geb Van filed Critical Den Berg Beheer B V Geb Van
Priority to NL8300973A priority Critical patent/NL190361C/en
Publication of NL8300973A publication Critical patent/NL8300973A/en
Publication of NL190361B publication Critical patent/NL190361B/en
Application granted granted Critical
Publication of NL190361C publication Critical patent/NL190361C/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B27WORKING OR PRESERVING WOOD OR SIMILAR MATERIAL; NAILING OR STAPLING MACHINES IN GENERAL
    • B27JMECHANICAL WORKING OF CANE, CORK, OR SIMILAR MATERIALS
    • B27J1/00Mechanical working of cane or the like
    • B27J1/02Braiding, e.g. basket-making

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Forests & Forestry (AREA)
  • Braiding, Manufacturing Of Bobbin-Net Or Lace, And Manufacturing Of Nets By Knotting (AREA)

Abstract

The mechanism is intended for interweaving longitudinal strips (35,34 etc.) with transverse strips (2). Strips may be 12 cm wide and 6 mm thick or have any other suitable and possibly different dimensions. Mechanism comprises a table (3) on which the strips (2) are laid with the desired spacing (e.g. around 50 cm) against a stop (4) at one end, similarly spaced vertical bending units (37,39: 40,39) arranged at the other end and actuated to bend the strips (35,34) supplied at intervals (conveyor 30) into a wave shape, and spaced horizontal pushing units (41,42) actuated to push successive strips (35,34) to enter over and under the spaced strips (2).

Description

VO 4635 - 1 - kVO 4635 - 1 - k

t\ . -'Wt \. -'W

Inrichting voor riet vervaardigen van vlechtmatten.Device for making reed braid mats.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het vervaardigen van vlechtmatten uit langs- en dwarsstroken van een geschikt materiaal.The invention relates to a device for manufacturing braid mats from longitudinal and transverse strips of a suitable material.

Vlechtmatten, opgebouwd uit met elkaar vervlochten langs- en 5 dvarsstroken van bijv. hout of kunststof,en soms voorzien van. een omlijsting, worden gebruikt voor onder andere beschoeiingen en afscheidingen van bijv. tuinen.Braid mats, made up of intertwined longitudinal and 5 cross strips of, for example, wood or plastic, and sometimes provided with. a frame, used for, among other things, paneling and partitions of, for example, gardens.

Dergelijke vlechtmatten worden tot nu toe met de hand vervaardigd, hetgeen zeer tijdrovend is en ook lastig indien vlechtmatten met 10 grote afmetingen moeten worden vervaardigd.Hitherto such braid mats have been manufactured by hand, which is very time consuming and also difficult if large size braid mats are to be manufactured.

Derhalve bestaat behoefte aan een inrichting, die automatisch dergelijke vlechtmatten kan vervaardigen.There is therefore a need for an apparatus which can automatically manufacture such braid mats.

De uitvinding beoogt een dergelijke inrichting ter beschikking te stellen. Volgens de uitvinding wordt een inrichting voor het ver-15 vaardigen van vlechtmatten van de beschreven soort daardoor gekenmerkt, dat een vlechttafel waarop de dwarsstroken met de gewenste tussenafstand kunnen worden gelegd en die is voorzien van middelen om beweging van de dwarsstroken tijdens het vlechten te verhinderen en voorts zodanig is uitgevoerd dat de uiteinden van de dwarsstroken nabij het ene uiteinde 20 van de vlechttafel vrij liggen; buigorganen, die zijn cpgesteld tegenover de vrijliggende uiteinden van de dwarsstroken voor het in een golfvorm l buigen van toegevoerde langsstroken; en duworganen voor het over en tussen de vrijliggende uiteinden duwen van de golfvormig gebogen langs-stroken.The object of the invention is to provide such a device. According to the invention, a device for manufacturing braiding mats of the type described is characterized in that a braiding table on which the transverse strips can be placed at the desired intermediate distance and which is provided with means to prevent movement of the transverse strips during braiding and is further designed such that the ends of the cross strips are exposed near one end 20 of the braiding table; bending members positioned opposite the exposed ends of the transverse strips for bending supplied longitudinal strips in a waveform; and pushers for pushing the wavy curved longitudinal strips over and between the exposed ends.

25 In het volgende zal de uitvinding nader worden beschreven met verwijzing naar de bijgevoegde tekening van een uitveeringsvoorbeeld.In the following, the invention will be further described with reference to the accompanying drawing of an exemplary embodiment.

Fig. 1 toont schematisch een uit stroken vervaardigde vlecht- mat; fig. 2 toont schematisch op welke wijze uit stroken materiaal 30 met behulp van een inrichting volgens de uitvinding de gerede vlechtmatten worden gevormd; fig. 3 toont meer gedetailleerd een deel van een inrichting volgens de uitvinding; i -% - 2 - fig. U toont enkele details en een modificatie van de inrichting van fig. 3; en fig. 5 toont schematisch een in het kader van de uitvinding toepasbare nietinrichting.Fig. 1 schematically shows a braided mat made of strips; Fig. 2 schematically shows how the finished braid mats are formed from strips of material 30 with the aid of a device according to the invention; Fig. 3 shows in more detail a part of a device according to the invention; Figure 2 shows some details and a modification of the device of Figure 3; and Fig. 5 schematically shows a stapling device applicable within the scope of the invention.

5 Fig. 1 toont schematisch een uit langsstrcken 1 en dwars stroken 2 vervaardigde vlechtmat. De langs stroken en de dwars stroken kunnen bijv. houten stroken zijn met een breedte van bijv. 12 cm, een dikte van bijv.FIG. 1 schematically shows a braid mat made from longitudinal strips 1 and transverse strips 2. The longitudinal strips and the transverse strips can be e.g. wooden strips with a width of e.g. 12 cm, a thickness of e.g.

6 mm en een afhankelijk van de gewenste afmetingen van de mat gekozen lengte. De gegeven afmetingen zijn slechts gekozen als voorbeeld en in 10 de praktijk kunnen stroken met zeer afwijkende afmetingen worden toegepast. Ook is het niet noodzakelijk dat de langsstroken en de dwarsstroken dezelfde dikte en breedte hebben. Voorts kunnen ook in de maten van de langsstroken en/of de dwarsstroken van een enkele vlechtmat variaties voorkomen.6 mm and a length chosen depending on the desired dimensions of the mat. The given dimensions are chosen only as an example and strips of very different dimensions can be used in practice. Nor is it necessary that the longitudinal strips and the transverse strips have the same thickness and width. Furthermore, variations can also occur in the dimensions of the longitudinal strips and / or the cross strips of a single braid mat.

15 Met de inrichting volgens de uitvinding kunnen behalve houten stroken ook stroken van ander materiaal, bijv. kunststof of zelfs metaal, worden verwerkt.In addition to wooden strips, strips of other material, such as plastic or even metal, can be processed with the device according to the invention.

Bij de in fig. 1 af geheelde vlechtmat liggen de langsstroken 1 direkt tegen elkaar, terwijl de dwarsstroken 2 op afstand van elkaar 20 liggen. Deze tussenafstand is binnen ruime grenzen variabel, waarbij de minimale tussenafstand wordt bepaald door de dikte en buigzaamheid van de stroken, terwijl de maximale tussenafstand bepaald wordt door de gewenste stevigheid van de vlechtmat. De in het volgende te beschrijven vlechtinrichting kan worden aangepast aan de gewenste tussenafstand. In 25 de praktijk wordt echter veelal een tussenafstand van + 50 cm aangehouden.In the braid mat healed in fig. 1, the longitudinal strips 1 lie directly against each other, while the transverse strips 2 are spaced apart. This intermediate distance is variable within wide limits, the minimum intermediate distance being determined by the thickness and flexibility of the strips, while the maximum intermediate distance being determined by the desired strength of the braid mat. The braiding device to be described in the following can be adapted to the desired intermediate distance. In practice, however, an intermediate distance of + 50 cm is usually maintained.

Fig. 2 toont schematisch een vlechtinrichting volgens de uitvinding in bovenaanzicht. De inrichting omvat een tafel 3, waarop een aantal dwarsstroken 2 met de gewenste tussenafstand is gelegd. De dwarsstroken liggen met het ene uiteinde (in de figuur het rechter uit-30 einde) tegen een aanslag die is aangegeven als een verhoogde rand van de tafel, doch die elke geschikte vorm kan hebben, waarmee kan worden bewerkstelligd, dat de dwarsstroken niet naar rechts kunnen bewegen. Het andere uiteinde van elke dwars strook ligt over enige afstand vrij van de bovenzijde van de tafel. In de afgeheelde situatie zijn reeds twee 35 langsstroken 11 en 12 met de dwarsstroken vervlochten, terwijl een derde r· -%.Fig. 2 schematically shows a braiding device according to the invention in top view. The device comprises a table 3 on which a number of transverse strips 2 are placed at the desired intermediate distance. The transverse strips lie with one end (in the figure the right-hand end) against a stop which is indicated as an elevated edge of the table, but which can have any suitable shape with which it can be ensured that the transverse strips do not move right. The other end of each transverse strip is exposed some distance from the top of the table. In the completed situation, two longitudinal strips 11 and 12 are already intertwined with the transverse strips, while a third r%.

- 3 - langsstrook 13 gereed ligt om met de dwarsstroken te worden vervlochten.- 3 - longitudinal strip 13 is ready to be interwoven with the cross strips.

Hiertoe wordt de langsstrook 13 cp de met kruisjes aangegeven plaatsen, die zich elk ter hoogte van een vrij uiteinde van een dwarsstrook bevinden, op nog te beschrijven wijze afwisselend omhoog en omlaag gebogen, 5 zodat de langsstrook een golfvorm aanneemt, waarna de langsstrook in de richting van de pijlen 5 tussen de uiteinden van de dvarsstroken wordt geschoven en vervolgens aangedrukt. Bij het aandrukken worden tevens de reeds vervlochten langsstroken 11 en 12 in de richting van de andere uiteinden van de dvarsstroken geschoven, zoals aangegeven met pijlen 6.To this end, the longitudinal strip 13 at the locations indicated with crosses, each located at a free end of a transverse strip, is bent up and down alternately in a manner to be described, so that the longitudinal strip takes on a waveform, after which the longitudinal strip in the direction of the arrows 5 is slid between the ends of the transverse strips and then pressed. When pressed, the already interlaced longitudinal strips 11 and 12 are also pushed in the direction of the other ends of the transverse strips, as indicated with arrows 6.

10' Nadat de vlechtmat is voltooid, waarbij de het eerste aange brachte langsstrook 11 tegen de aanslag k ligt, wordt de vlechtmat bijv. in de richting van de pijl T getransporteerd naar een schematisch aangegeven nietinrickting 8, die op een aantal kruispunten van langs- en dvarsstroken hechtnieten aanbrengt. Het transport kan bijv. geschieden 15 met behulp van een rollenbaan of een transporteur, die van meenemers is voorzien. Na het nieten kunnen de vlechtmatten desgewenst nog op maat -worden gezaagd in een schematisch aangegeven zaaginrichting 9 en tenslotte worden de vlechtmatten naar een opslagplaats getransporteerd.10 'After the braiding mat has been completed, with the first applied longitudinal strip 11 resting against the stop k, the braiding mat is, for example, transported in the direction of the arrow T to a schematically indicated non-marking 8, which is at a number of intersections of longitudinal and apply staple strips. The transport can for instance take place with the aid of a roller conveyor or a conveyor, which is provided with carriers. After stapling, the braiding mats can, if desired, still be sawn to size in a schematically indicated saw 9 and finally the braiding mats are transported to a storage location.

Thans zal nader ‘worden beschreven op welke wijze volgens een' 20 uitvoeringsvorm van de uitvinding de langsstroken tot voor de vrije einden van de op de vleehttafel geplaatste dwarsstroken worden gebracht, vervolgens worden gebogen en met de dwarsstroken worden vervlochten.It will now be further described how, according to an embodiment of the invention, the longitudinal strips are brought up to the free ends of the cross strips placed on the meat table, then are bent and interlaced with the cross strips.

Fig. 3 toont in zij-aanzicht een gedeelte van de in fig. 2 schematisch getoonde inrichting.Cp de vleehttafel 3 ligt een aantal 25 dwarsstroken 2, die met hun ene uiteinde, links in fig. 3, tegen de aanslag U liggen. De aanslag U is getekend als een opstaande vaste rand ; aan de vleehttafel, doch kan desgewenst verstelbaar zijn, teneinde dwarsstroken van diverse lengtes te kunnen verwerken.Fig. 3 shows a side view of a part of the device shown schematically in FIG. 2. On the meat table 3 there are a number of transverse strips 2, which have their one end to the stop U on the left in FIG. The stop U is drawn as an upright fixed edge; at the meat table, but can be adjusted if desired, in order to be able to process cross strips of various lengths.

Nabij het van de aanslag afgekeerde uiteinde van de vleeht-30 tafel is een transporteur 30 opgesteld, die de te verwerken langsstroken met geschikte tussenpozen aanvoert. Be transporteur kan op diverse wijzen zijn uitgevoerd. In het afgebeelde uitvoeringsvoorbeeld bestaat de transporteur uit twee evenwijdige kettingen, waarvan op de tekening een ketting 31 gedeeltelijk zichtbaar is, die over kettingwielen 32 35 lopen, waarvan er eveneens slechts een is afgebeeld, die op bekende wijzeA conveyor 30 is arranged near the end of the meat table 30 facing away from the stop, which conveys the longitudinal strips to be processed at suitable intervals. The conveyor can be designed in various ways. In the illustrated exemplary embodiment, the conveyor consists of two parallel chains, of which a chain 31 is partly visible in the drawing, which runs over sprockets 32, of which only one is also shown, which is known in a known manner.

» V»V

- 1+ - worden aangedreven. De kettingen zijn voorzien van op regelmatige afstanden geplaatste meenemers 33» die op het bovenliggende trajekt van de kettingen tot boven de kettingbaan reiken en dwars over de kettingen gelegde langsstroken, bijv. 3^ en 35» kunnen meevoeren. De langsstroken 5 glijden hierbij over een aantal tussen en/of naast het bovenste trajekt geplaatste liggers of een tafelblad 36.- 1+ - are powered. The chains are provided with regularly spaced flights 33 »which extend above the chain conveyor on the upper section of the chains and which can carry along longitudinal strips laid across the chains, eg 3 ^ and 35». The longitudinal strips 5 slide over a number of beams or a table top 36 placed between and / or next to the upper section.

Tussen het naar de vlechttafel 3 gekeerde einde van de transporteur^· 30 en.de tafel 3 is een rij van stellen buigorganen geplaatst. Het aantal stellen buigorganen correspondeert met -het aantal dwars-10 stroken, dan wel met het maximale aantal dwarsstroken, dat voor het vervaardigen van een vlechtmat op de vlechttafel kan worden gelegd. In fig.Between the end of the conveyor 30 and the table 3 facing the braiding table 3, a row of sets of bending members is placed. The number of sets of bending members corresponds to the number of transverse strips, or to the maximum number of transverse strips that can be placed on the braiding table for the manufacture of a braiding mat. In fig.

3 is echter slechts een stel buigorganen getoond.3, however, only a set of bending members is shown.

Elk stel buigorganen bestaat uit twee vertikaal boven elkaar geplaatste hydraulische of pneumatische zuiger-cilindercombinaties, 15 waarvan de beweegbare delen naar elkaar toe zijn gericht.Each set of bending members consists of two vertically superimposed hydraulic or pneumatic piston-cylinder combinations, the movable parts of which face each other.

Zoals blijkt uit fig. 3 kunnen de onderste zuiger-cilindercombinaties 37 op een of een aantal aan het gestel van de vlechttafel bevestigde steunen 38 zijn gemonteerd. Het beweegbare deel van elke onderste zuiger-cilindercombinaties is voorzien van een plateau 39· Ia 20 de ruststand liggen de plateau's iets lager dan het tafelblad 36, zodat de meenemers bij het begin van het omkeertrajekt van de ketting 31 van de transporteur 30 de langsstroken op de plateau’s schuiven.As shown in FIG. 3, the lower piston-cylinder combinations 37 may be mounted on one or more supports 38 attached to the frame of the braid table. The movable part of each lower piston-cylinder combinations is provided with a platform 39 · Ia 20, in the rest position the platforms are slightly lower than the table top 36, so that the carriers at the start of the reversing trajectory of the chain 31 of the conveyor 30 on the longitudinal strips slide the shelves.

Boven elke onderste zuiger-cilindercombinatie 37 is een bovenste zuiger-cilindercombinatie Uo geplaatst, waarvan het beweegbare 25 deel naar beneden kan bewegen. De zuiger-cilindercombinaties 1+0 zijn op een geschikt frame 1+8 gemonteerd.Above each lower piston-cylinder combination 37 is placed an upper piston-cylinder combination U0, the movable part of which can move downwards. The piston-cylinder combinations 1 + 0 are mounted on a suitable frame 1 + 8.

Teneinde een aangevoerde langsstrook.in de gewenste golfvorm te brengen, worden op die plaatsen waar een golftop moet ontstaan de corresponderende onderste zuiger-cilindercombinaties bekrachtigd, terwijl 30 op tussen gelegen plaatsen, waar een golfdal moet ontstaan,de bovenste zuiger-cilindercombinaties worden bekrachtigd. De slag van de respectieve zuiger-cilindercombinaties wordt zodanig ingesteld dat de langsstrook een zodanige golfvorm krijgt, dat de langsstrook makkelijk op de vrije uiteinden van de dwarsstroken kan worden geschoven. Nadat een langsstrook 35 op de beschreven wijze golfvormig is gebogen wordt een aantal horizontaal V .In order to bring a supplied longitudinal strip into the desired waveform, the corresponding lower piston-cylinder combinations are energized at those places where a wave crest is to be formed, while the upper piston-cylinder combinations are energized at intermediate locations where a wave trough is to be formed. The stroke of the respective piston-cylinder combinations is adjusted so that the longitudinal strip acquires a waveform such that the longitudinal strip can easily be slid onto the free ends of the transverse strips. After a longitudinal strip 35 has been bent in a wave-like manner, a number becomes horizontal V.

- 5 - geplaatste zuiger-cilindercombinaties Ul, waarvan er een in de tekening zichtbaar is, bekrachtigd. Deze horizontale zuigsr-cilindercombinaties kl zijn versprongen ten opzichte van de vertikale zuiger-cilindercombi-naties opgesteld en hebben een van een duwnok h2 voorzien beweegbaar 5 deel, dat ter hoogte van het bovenvlak van de vlechttafel 3 naar de vlechttafel toe kan bewegen. Qp deze wijze kan een golfvormig gebogen langsstrook op de uiteinden van de dwarsstroken worden geschoven bij bekrachtiging van de horizontale zuiger-cilindercombinaties. Hierbij worden tevens de reeds eerder vervlochten langsstroken opgeschoven over 10 de dwarsstroken.- 5 - mounted piston-cylinder combinations Ul, one of which is visible in the drawing, energized. These horizontal suction-cylinder combinations kl are arranged offset from the vertical piston-cylinder combinations and have a movable part provided with a pushing cam h2, which can move towards the braiding table at the height of the top surface of the braiding table 3. In this manner, a wavy curved longitudinal strip can be slid onto the ends of the cross strips when energizing the horizontal piston-cylinder combinations. The previously interlaced longitudinal strips are also slid over the transverse strips.

Vanzelfsprekend dient de horizontale afstand tussen de plateau's 39 en de uiteinden van de dwarsstroken kleiner te zijn dan de breedte van de te verwerken langsstroken, zodat de langsstroken bij het aanduwen door de duwnokken h2 nog door de vertikale zuiger-cilinder-15 combinaties in de gclfvorm worden gehouden als zij reeds gedeeltelijk op de uiteinden van de dwarsstroken zijn geschoven.Obviously, the horizontal distance between the plateaus 39 and the ends of the transverse strips must be less than the width of the longitudinal strips to be processed, so that the longitudinal strips when pushed by the push cams h2 through the vertical piston-cylinder-15 combinations in the shape of the cylinder. be held if they have already been partially slid onto the ends of the cross strips.

Teneinde zulks te bewerkstelligen zijn ook de uiteinden van de beweegbare delen van de bovenste vertikale zuiger-cilindercombinaties h0 van soortgelijke, doch naar beneden gerichte, plateau's voorzien als 20 de plateau’s 39*In order to achieve this, the ends of the movable parts of the upper vertical piston-cylinder combinations h0 are also provided with similar, but downwardly oriented, plateaus as the plateaus 39 *

De volgende langsstrook wordt na door de meenemers 33 wan de transporteur 30 op de plateau’s 39 te zijn gedeponeerd op tegengestelde wijze gebogen. Hiertoe worden nu die vertikale zuiger-cilindercombinaties, i die bij de voorgaande langsstrook niet bekrachtigd werden, bekrachtigd, 25 waarna de duwnokken h2 de langsstrook weer op de dwarsstroken schuiven, ! daarbij de voorgaande langsstroken aanduwend.The next longitudinal strip, after being deposited by the carriers 33 of the conveyor 30 on the platforms 39, is bent in the opposite manner. For this purpose, those vertical piston-cylinder combinations, which were not energized in the previous longitudinal strip, are energized, after which the push cams h2 slide the longitudinal strip back onto the cross strips. thereby pushing the previous longitudinal strips.

Deze cyclus herhaalt zich tot de mat vertooid is.This cycle is repeated until the mat is finished.

De besturing van de diverse zuiger-cilindercombinaties vindt plaats middels daarvoor ontwikkelde en reeds bekende technieken, die op 30 zichzelf geen deel uitmaken van de uitvinding en derhalve hier niet nader sullen worden beschreven.The control of the various piston-cylinder combinations takes place by means of previously developed and already known techniques, which in themselves are not part of the invention and are therefore not further described here.

Teneinde te bewerkstelligen, dat de dwarsstroken vrije uiteinden hebben, waaropen waaronder de langsstroken kunnen worden geschoven, kunnen de dwarsstroken zodanig-op’de vlechttafel worden gelegd, dat zij 3%—tot voorbij de tafelrand reiken. Bij voorkeur' echter wordt de in fig.—3-getoonde - 6 - oplossing gekozen, waarbij de uiteinden van de dwarsstroken nagenoeg in lijn liggen met het tafelblad en waarbij op enige afstand wan de rand van de tafel het tafelblad een schuin oplopend en verder hoger blijvend deel heeft, zoals aangegeven bij 1*3 respectievelijk UU. Deze verhoging 5 is groter dan de dikte van de langsstroken, zodat ook bij het aanbrengen van de eerste langsstrook de uiteinden van de dwarsstroken voldoende vrij liggen.In order to ensure that the cross strips have free ends through which the longitudinal strips can be slid, the cross strips can be placed on the braid table so that they extend 3% beyond the table edge. Preferably, however, the solution shown in FIGS. 3 - 6 is chosen, the ends of the cross strips being substantially in line with the table top and the table top being inclined at a distance from the edge of the table and further higher permanent part, as indicated at 1 * 3 and UU, respectively. This elevation 5 is greater than the thickness of the longitudinal strips, so that the ends of the transverse strips are also sufficiently exposed when the first longitudinal strip is arranged.

Deze constructie biedt voorts het voordeel dat de naast de . onderste vertikale zuiger-cilindercombinaties gelegen zijde van de 10 vlechttafel kan dienen als aanslag voor de door de transporteur 30 op de plateau's 39 geschoven langsstroken. De plateau's 39 dienen zich dan, zoals ook getekend, op korte afstand van de vlechttafel te bevinden.This construction also offers the advantage that the next to the. The lower vertical piston-cylinder combinations located on the side of the braiding table can serve as a stop for the longitudinal strips slid onto the platforms 39 by the conveyor 30. The planks 39 should then, as also drawn, be a short distance from the braiding table.

Desgewenst kan de ruimte tussen de plateau's 39 en de vlechttafel nog worden opgevuld met een tegen de zijkant van de tafel gemon-15 teerde, als aanslag dienende, strip, zoals met onderbroken lijnen bij k3 in fig. U is aangegeven.If desired, the space between the plateaus 39 and the braiding table can still be filled with a strip mounted against the side of the table, serving as a stop, as shown by broken lines at k3 in Fig. U.

Een andere mogelijkheid is eveneens in fig. U aangegeven.Another possibility is also indicated in fig. U.

Deze mogelijkheid bestaat uit een op elk onderste plateau 39 aan de naar de vlechttafel gekeerde zijde aangebrachte nok b6, die scharnierbaar 20 bij U-7- is bevestigd en die naar beneden kan wegklappen, tegen de kracht van een niet getekende schroefveer in.This possibility consists of a cam b6 mounted on each lower plateau 39 on the side facing the braiding table, which is pivotally mounted at U-7- and which can fold down, against the force of a coil spring (not shown).

In afwijking van de in het voorgaande beschreven werkcyclus van de vertikale zuiger-cilindercombinaties is het ook mogelijk om telkens op elke plaats waar een golftop respectievelijk golfdal moet 25 worden gevormd in een langsstrook,· de langsstrook licht tussen de beweegbare delen van de onderste en de bijbehorende bovenste zuiger-cilindercombinatie te klemmen en vervolgens elk paar zuiger-cilindercombinaties zodanig te besturen dat de gewenste golfvorm ontstaat.Contrary to the working cycle of the vertical piston-cylinder combinations described above, it is also possible, at any place where a wave crest or wave trough must be formed in a longitudinal strip, the longitudinal strip slightly between the movable parts of the lower and the clamp the corresponding upper piston-cylinder combination and then control each pair of piston-cylinder combinations to create the desired waveform.

Nadat op de beschreven wijze een vlechtmat is gevormd wordt de 30 mat naar een niet inrichting gevoerd, zoals schematisch in fig. 1 is aangegeven. Zulks kan bijv. geschieden middels een gedeeltelijk onder de vlechttafel aangebrachte in hoogte verstelbare rollenbaan, die een aantal aangedreven rollen kan hebben, of door een soortgelijke transporteur als de transporteur 30 met verende meenemers.After a braid mat has been formed in the manner described, the mat is fed to a stapler, as schematically shown in Fig. 1. This can be done, for example, by means of a height-adjustable roller conveyor, which is partly arranged under the braiding table, and which can have a number of driven rollers, or by a conveyor similar to that of the conveyor 30 with resilient carriers.

- τ -- τ -

Fig. 5 toont een niet inrichting welke in het kader van de uitvinding kan worden toegepast óm de dwarsstroken en de langsstroken van de vlechtmat op de kruispunten aan elkaar te hechten.Fig. 5 shows a stapling device which can be used in the context of the invention for adhering the transverse strips and the longitudinal strips of the braid mat at the intersections.

De afgebeelde.-.nietinrichting omvat een tafel 50 met een werk-5 "blad waarover de vlechtmat kan worden verschoven. Hiertoe kunnen op het werkblad een aantal rollen 51 zijn gemonteerd, waarbij zich ter hoogte van de nietapparatuur 52 tussen de rollen een steunvlak bevindt.The illustrated stapling device comprises a table 50 with a work-5 "blade over which the braid mat can be slid. For this purpose, a number of rollers 51 can be mounted on the worktop, with a support surface between the rollers at the height of the stapling equipment 52. .

De nietapparaten zijn hydraulisch, pneumatisch of elektrisch bekrachtigbaar en hangen in een rij van bijv. 10 stuks aan een boven 10 het steunvlak aangebrachte frame 53.The staplers can be actuated hydraulically, pneumatically or electrically and hang in a row of, for example, 10 pieces from a frame 53 arranged above the support surface.

De gevlochten mat wordt nu telkens zodanig onder .de nietapparaten geschoven, bijv. met behulp van een duwcilinder met een vaste slag, die overeenkomt met de hartafstand van de dwarsstroken, zodat telkens een dwarsstrook onder de nietapparaten komt te liggen, waarna de 15 nietapparaten worden bekrachtigd.The braided mat is now slid under the staplers each time, eg with the aid of a fixed stroke push cylinder corresponding to the center distance of the cross strips, so that a cross strip is placed under the staplers each time, after which the staplers are endorsed.

Het is ook mogelijk, doch duurder, om meer dan een rij nietapparaten toe te passen, terwijl ook bijv. slechts één nietapparaat zou kunnen worden.toegepast, dat dan langs de bovenligger van het frame 53 verschuifbaar moet zijn.It is also possible, but more expensive, to use more than one row of staplers, while, for example, only one stapler could also be used, which must then be slidable along the upper beam of the frame 53.

20 Nadat de vlechtmatten de nietinrichting zijn gepasseerd kunnen zij desgewenst nog een zaaginrichting passeren om op een gewenste maat te worden afgezaagd.After the braiding mats have passed the stapler, they may pass another saw if desired to be cut to a desired size.

Deze en andere modificaties liggen voor de deskundige voor de j | hand en worden geacht binnen het kader van de uitvinding te vallen.These and other modifications are before the skilled person and are considered to fall within the scope of the invention.

Claims (17)

1. Inrichting voor het vervaardigen van vlechtmatten ,uit langs-strofcen en dvars stroken, gekenmerkt door een vlechttafel waarop de dwarsstroken met de gewenste tussenafstand kunnen worden gelegd en die is voorzien van middelen om "beweging van de dwarsstroken 5 tijdens het vlechten te verhinderen en voorts zodanig is uitgevoerd dat de uiteinden van de dwarsstroken nabij het ene uiteinde van de vlechttafel vrij liggen; buigorganen die zijn opgesteld tegenover de vrij-liggende uiteinden van de dwarsstroken voor het in een golfvorm buigen van toegevoerde langsstroken; en duworganen voor het over en tussen de 10 vrij-liggende uiteinden duwen van de golfvormig gebogen langsstroken.1. Apparatus for producing braid mats, from longitudinal ribbons and transverse strips, characterized by a braiding table on which the transverse strips can be laid at the desired intermediate distance and which is provided with means to prevent movement of the transverse strips 5 during braiding and is further configured so that the ends of the transverse strips near one end of the braid table are exposed; bending members disposed opposite the exposed ends of the transverse strips for bending supplied longitudinal strips in a waveform; and pushers for over and between push the 10 exposed ends of the curved longitudinal strips. 2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de buigorganen een rij vertikaal geplaatste stellen bekrachtig-bare zuiger-cilindercombinaties omvatten, waarbij elk stel bestaat uit een onderste en een bovenste zuiger-cilindercombinatie, waarvan de be- 15 weegbare delen naar elkaar toe gekeerd zijn.2. Device according to claim 1, characterized in that the bending members comprise a row of vertically arranged sets of actuable piston-cylinder combinations, each set consisting of a lower and an upper piston-cylinder combination, the movable parts of which move towards each other are turned. 3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de1 beweegbare delen van de vertikale zuiger-cilindercombinaties zijn voorzien van plateau's. k, Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, 20 dat de plateau's van de onderste zuiger-cilindercombinaties een bovenvlak hebben dat in de ruststand lager ligt dan het bovenvlak van de vlechttafel.3. Device as claimed in claim 2, characterized in that the movable parts of the vertical piston-cylinder combinations are provided with plateaus. k. Device according to claim 3, characterized in that the platforms of the lower piston-cylinder combinations have an upper surface which, in the rest position, is lower than the upper surface of the braiding table. 5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de duworganen een aantal horizontaal geplaatste 25 bekrachtigbare zuiger-cilindercombinaties omvatten, die versprongen ten opzichte van de vertikale zuiger-cilindercombinaties zijn geplaatst en waarvan het beweegbare deel in de richting van de vlechttafel kan bewegen en is voorzien van een duwnok.Device as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the pushing members comprise a number of horizontally arranged energizable piston-cylinder combinations, which are arranged in an offset position relative to the vertical piston-cylinder combinations and of which the movable part is in the direction of the braiding table. can move and is equipped with a push cam. 6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,m et het . 30 kenmerk, dat de middelen om beweging van de dwarsstroken te verhinderen bestaan uit een of meer nabij het van de buigorganen afgekeerde uiteinde van de vlechttafel aangebrachte aanslagen. J. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de aanslag of aanslagen verstelbaar is of zijn. - 9 - <*v6. Device according to any one of the preceding claims, with the. Characterized in that the means for preventing movement of the cross strips consist of one or more stops arranged near the end of the braiding table remote from the bending members. J. Device as claimed in claim 6, characterized in that the stop or stops are or are adjustable. - 9 - <* v 8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het bovenvlak van de vlechttafel is voorzien van een verhoogd gedeelte, dat op enige afstand van het nabij de buigorganen gelegen uiteinde van de vlechttafel ophoudt en schuin afloopt in de 5 richting van de buigorganen.8. Device as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the top surface of the braiding table is provided with a raised part, which stops at some distance from the end of the braiding table located near the bending members and slopes downwards in the direction of the bending members. 9· Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, geken merkt door een automatische toevoerinrichting voor de langs-stroken.Device according to any one of the preceding claims, characterized by an automatic feeding device for the longitudinal strips. 10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, 10 dat de toevoerinrichting voor de langsstroken een eindloze transpor- j teur omvat, welke is voorzien van op afstand van elkaar gelegen mee-nemers, die de dwarsstroken tussen de buigorganen kunnen deponeren.10. Device as claimed in claim 9, characterized in that the supply device for the longitudinal strips comprises an endless conveyor, which is provided with spaced apart members, which can deposit the transverse strips between the bending members. 11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de meenemers de langsstroken op de plateau's van de onderste j 1p vertikale zuiger-cilindercombinaties schuiven. I11. Device as claimed in claim 10, characterized in that the carriers slide the longitudinal strips on the platforms of the lower vertical piston-cylinder combinations. I 12. Inrichting volgens conclusie 10 of 11, met het kenmerk, dat de transporteur samenwerkt met een glijvlak waarover de langsstroken glijdend door de meenemers worden geschoven, welk glijvlak eindigt nabij de plateau’s van de onderste Vertikale zuiger-cilin- . 20 dercombinaties.12. Device as claimed in claim 10 or 11, characterized in that the conveyor cooperates with a sliding surface over which the longitudinal strips are slidably slid by the carriers, which sliding surface ends near the plateaus of the lower vertical piston cylinders. 20 der combinations. 13. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat tussen de vlechttafel en de buigorganen een aanslag voor de langsstroken is geplaatst. lU. Inrichting volgens êên der conclusies 3 t/m 12, met het 25 kenmerk, dat de plateau's van de onderste vertikale zuiger- cilindercombinaties aan de naar de vlechttafel gekeerde zijde zijn voorzien van tegen veerkracht in vegklapbare aanslagen voor de langsstroken.Device according to any one of the preceding claims, characterized in that a stop for the longitudinal strips is placed between the braiding table and the bending members. lU. Device according to any one of claims 3 to 12, characterized in that the platforms of the lower vertical piston-cylinder combinations on the side facing the braiding table are provided with resiliently collapsible stops for the longitudinal strips. 15. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, g e k e n-'m e r k t d o o r een nietinrichting en transportorganen,die een ge- 30 vlochten mat van de vlechttafel naar de nietinrichting kunnen transporteren.15. Device as claimed in any of the foregoing claims, characterized by a stapling device and transporting members, which can transport a braided mat from the braiding table to the stapling device. 16. Inrichting volgens conclusie 15s met het kenmerk, dat de transportorganen bestaan uit een deels onder de vlechttafel geplaatste, in hoogte verstelbare, rollenbaan. V *Λ - 10 -w16. Device as claimed in claim 15s, characterized in that the transport members consist of a height-adjustable roller conveyor partly placed under the braiding table. V * Λ - 10 -w 17. Inrichting volgens conclusie 15 of 16, met het kenmerk, dat de nietinrichting een •werkvlak omvat, waarboven zich een dwars op de aanvoerrichting van de vlechtmatten uitstrekkende ligger bevindt, waaraan een aantal automatisch bestuurbare nietapparaten hangt, 5 welke nietapparaten telkens als zich onder de ligger een dwarsstrook bevindt worden bekrachtigd.17. Device according to claim 15 or 16, characterized in that the stapling device comprises a working surface, above which there is a beam extending transversely of the feeding direction of the braid mats, on which hangs a number of automatically controllable staplers, which staplers are positioned below the beam is located in a cross strip to be energized. 18. Inrichting volgens een der conclusies 15 t/m 17» gekenmerkt door tenminste een of meer duwcilinders, die de vlechtmatten stapsgewijze met een vaste doch instelbare slag door de niet- 10 inrichting doen bewegen.18. Device as claimed in any of the claims 15-17, characterized by at least one or more push cylinders, which move the braiding mats stepwise through the stapler with a fixed but adjustable stroke. 19. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, gekenmerkt door een automatische zaaginrichting voor het op maat zagen van de gevlochten matten.Device according to any one of the preceding claims, characterized by an automatic sawing device for sawing the braided mats to size. 19. Vlechtmat vervaardigd met een inrichting volgens een der conclusies 1 t/m 19,Braid mat manufactured with a device according to any one of claims 1 to 19,
NL8300973A 1983-03-17 1983-03-17 METHOD AND APPARATUS FOR MANUFACTURING BRAID MATS NL190361C (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8300973A NL190361C (en) 1983-03-17 1983-03-17 METHOD AND APPARATUS FOR MANUFACTURING BRAID MATS

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8300973 1983-03-17
NL8300973A NL190361C (en) 1983-03-17 1983-03-17 METHOD AND APPARATUS FOR MANUFACTURING BRAID MATS

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8300973A true NL8300973A (en) 1984-10-16
NL190361B NL190361B (en) 1993-09-01
NL190361C NL190361C (en) 1994-02-01

Family

ID=19841566

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8300973A NL190361C (en) 1983-03-17 1983-03-17 METHOD AND APPARATUS FOR MANUFACTURING BRAID MATS

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL190361C (en)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN103963123A (en) * 2014-05-26 2014-08-06 龚永祥 Straw bag knitter

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN103963123A (en) * 2014-05-26 2014-08-06 龚永祥 Straw bag knitter
CN104786311A (en) * 2014-05-26 2015-07-22 龚永祥 Straw bag weaving machine
CN104786311B (en) * 2014-05-26 2016-08-24 龚永祥 A kind of straw bag braider

Also Published As

Publication number Publication date
NL190361B (en) 1993-09-01
NL190361C (en) 1994-02-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US3478861A (en) Orienting wood strands
US6058601A (en) Apparatus for automatic fence panel assembly
US3923144A (en) Intermittent load accumulator
DE2638691C2 (en) Device for stacking individual sheets or sheets made of e.g. corrugated cardboard that are fed flat in small packages
NL8303182A (en) Apparatus for the targeted feeding of flat prismatic objects.
EP0684196B1 (en) Transport-grouping- and storage device
NL8300973A (en) Unit for weaving wood etc. strips e.g. for fencing - has table for transverse strips and actuators to bend and insert longitudinal strips
DE2642313C3 (en) Device for conveying and stacking pigs released continuously from a casting belt, in particular cuboid non-ferrous metal pigs
FI59547B (en) FARING PROCESSING FOR FRAMSTAELLNING AV EN SKIKTPRODUKT
SK19995A3 (en) Method and device for mutual putting off of rows of rectangle plastic air-entrained concrete bodies
DE2206137B2 (en) Conveyor device for feeding piece goods to a counting and / or packaging station
US20040191051A1 (en) Submerged clamp bar
EP0038432B1 (en) Device for destacking piles, especially composed of elongated pieces of wood
KR880000659A (en) Method and apparatus for forming expanded mesh material
JP2002527242A (en) Method and apparatus for continuously producing component elements
US3257006A (en) Block stacking machine
DE3540791C2 (en)
US3861255A (en) Device for cutting cavities
US20100296877A1 (en) Product including cells formed by band stapling and method and device for producing a cellular product
EP0778205A1 (en) Method and device to form two-layered line formation of packages which are delivered on two tracks, in the tobacco processing industry
NL192518C (en) Device for manufacturing a foldable sheet.
DE102016121574A1 (en) Welding device
JPH0347682Y2 (en)
NL9100417A (en) METHOD AND APPARATUS FOR APPLYING REINFORCEMENT AND SUPPORT MEANS FOR THAT.
RU2251475C1 (en) Apparatus for continuous manufacture of flat nets

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
A85 Still pending on 85-01-01
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee