NL8300566A - Submarine wellhead system. - Google Patents

Submarine wellhead system. Download PDF

Info

Publication number
NL8300566A
NL8300566A NL8300566A NL8300566A NL8300566A NL 8300566 A NL8300566 A NL 8300566A NL 8300566 A NL8300566 A NL 8300566A NL 8300566 A NL8300566 A NL 8300566A NL 8300566 A NL8300566 A NL 8300566A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
hanger
metal
sealing
pipe
wellhead
Prior art date
Application number
NL8300566A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Smith International
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from US06/348,735 external-priority patent/US4615544A/en
Priority claimed from US06/350,374 external-priority patent/US4488740A/en
Application filed by Smith International filed Critical Smith International
Publication of NL8300566A publication Critical patent/NL8300566A/en

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E21EARTH OR ROCK DRILLING; MINING
    • E21BEARTH OR ROCK DRILLING; OBTAINING OIL, GAS, WATER, SOLUBLE OR MELTABLE MATERIALS OR A SLURRY OF MINERALS FROM WELLS
    • E21B33/00Sealing or packing boreholes or wells
    • E21B33/02Surface sealing or packing
    • E21B33/03Well heads; Setting-up thereof
    • E21B33/04Casing heads; Suspending casings or tubings in well heads
    • E21B33/043Casing heads; Suspending casings or tubings in well heads specially adapted for underwater well heads
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16JPISTONS; CYLINDERS; SEALINGS
    • F16J15/00Sealings
    • F16J15/02Sealings between relatively-stationary surfaces
    • F16J15/06Sealings between relatively-stationary surfaces with solid packing compressed between sealing surfaces
    • F16J15/10Sealings between relatively-stationary surfaces with solid packing compressed between sealing surfaces with non-metallic packing
    • F16J15/12Sealings between relatively-stationary surfaces with solid packing compressed between sealing surfaces with non-metallic packing with metal reinforcement or covering
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E21EARTH OR ROCK DRILLING; MINING
    • E21BEARTH OR ROCK DRILLING; OBTAINING OIL, GAS, WATER, SOLUBLE OR MELTABLE MATERIALS OR A SLURRY OF MINERALS FROM WELLS
    • E21B2200/00Special features related to earth drilling for obtaining oil, gas or water
    • E21B2200/01Sealings characterised by their shape

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mining & Mineral Resources (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Geology (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Fluid Mechanics (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Geochemistry & Mineralogy (AREA)
  • Earth Drilling (AREA)
  • Supports For Pipes And Cables (AREA)
  • Lubricants (AREA)
  • Bidet-Like Cleaning Device And Other Flush Toilet Accessories (AREA)
  • Excavating Of Shafts Or Tunnels (AREA)

Description

VV

V Λ γ Ν/31.328-tM/id Onderzees putkopsysteem.V Λ γ Ν / 31,328-tM / id Submarine wellhead system.

De uitvinding heeft betrekking op onderzeese putkopsystemen en meer in het bijzonder op werkwijzen en inrichtingen voor het ondersteunen, neerhouden en afdichten van buishangers in een onderzeese putkop.The invention relates to submarine wellhead systems and more particularly to methods and apparatus for supporting, holding down and sealing pipe hangers in a submarine wellhead.

5 - Verhoogde acitiviteit in boren en afwerken op zee heeft een toename in werkdrukken veroorzaakt zodat verwacht wordt dat nieuwe putten een werkdruk van 1050 bar zullen hebben. Om de bijzondere problemen die. verband houden met boren en afwerken op zee bij deze verhoogde werkdrukken 10 op te lossen zijn nieuwe onderzeese putkopsystemen vereist. Putten met een werkdruk tot 1050 bar worden tegenwoordig geboord buiten de kust van Canada en in de Noordzee in diepten van meer dan 90 m. Deze boorbewerkingen omvatten in het algemeen een drijvend vaartuig met een deiningcompensator 15 voor een stijgbuis en boorpijp die zich uitstrekken naar de eruptieafsluiter en de putkop die aan de modderlijn liggen.5 - Increased activity in drilling and finishing at sea has caused an increase in working pressures so that new wells are expected to have a working pressure of 1050 bar. Because of the special problems that. In connection with drilling and finishing at sea to resolve these elevated working pressures, new submarine wellhead systems are required. Wells with operating pressures up to 1050 bar are today drilled off the coast of Canada and in the North Sea at depths of over 90 m. These drills generally include a floating vessel with a riser swell compensator 15 and drill pipe extending to the blowout valve and the wellhead which are on the mud line.

Het eruptieafsluitersysteem is in het algemeen gemonteerd op 20 inch pijp/ waarbij de stijgbuis zich uitstrekt tot.aan het wateroppervlak. Een snel lossende koppeling ligt vaak 20 aan de bovenzijde van het eruptieafsluitersysteem. Een schar-nierverbinding is toegepast om de vaartuigbeweging toe te laten. Twee belangrijke problemen treden op bij onderzeese putsystemen die in dit milieu werken met een werkdruk van 1050 bar, namelijk een steunschouder in het putkophuis, die 25 de verbuizings- en drukbelasting opneemt, en een afdichtings-middel tussen de buishangers en de putkop, dat de werkdruk weerstaat en opsluit.The blowout preventer system is generally mounted on 20 inch pipe / with the riser tube extending to the water surface. A quick-release coupling is often located at the top of the blowout preventer system. A hinge joint has been used to permit vessel movement. Two major problems arise with subsea well systems operating in this environment with an operating pressure of 1050 bar, namely a support shoulder in the wellhead housing, which absorbs the casing and pressure loads, and a sealant between the pipe hangers and the wellhead, which withstands and confines working pressure.

In het verleden lieten bekende putkopontwer-pen een voldoende plaatsingssteun toe voor opvolgende buis-30 hangers. Met de verhoging van de drukwaarde en de plaatsing en ondersteuning van meervoudige verbuizingskolommen en pcnp-buiskolommen in de putkop zal een kleine steunschouder de belasting niet ondersteunen. Hoewel een voor de hand liggende oplossing voor het probleem zou bestaan in het toepassen 35 van een steunschouder die- groot genoeg is om de verbuizings-en drukbelasting te ondersteunen, steken grote steunschouder s uit in de stromingsboring in het putkophuis voor een beperkte toegang tot de verhuizing onder het putkophuis 8300566 *· Μ - 2 - \ ν voor het boren. In de beginperiode van boren op zee vereisten onderzeese putkopsysternen van 16¾ inch het onderruimen. In die tijd waren de meeste drijvende boorplatforms uitgerust met een eruptieafsluitersysteem van 16¾ inch om het dubbele 5 afsluitersysteem (20 inch én 13-5/8 inch) met twee stijgbui-zen, dat tot dan toe nodig was, te vermijden. Toen de putkopsy sternen overgingen van 350 bar op 700 bar werkdruk, werd de 18¾ inch steunschouder voor 700 bar ontwikkeld om de ver-buizings- en drukbelasting op te nemen en de volle toegang 10 tot de verhuizing onder het putkophuis te verschaffen.In the past, well-known wellhead designs have allowed sufficient placement support for subsequent pipe hangers. With the increase in pressure value and the placement and support of multiple casing columns and pcnp tubing columns in the well head, a small support shoulder will not support the load. While an obvious solution to the problem would be to use a support shoulder large enough to support the casing and compression loads, large support shoulders protrude into the wellbore flow bore for limited access to the wellhead housing. move under the wellhead housing 8300566 * · Μ - 2 - \ ν for drilling. In the early days of offshore drilling, 16¾ inch subsea wellhead systems required sub-clearing. At that time, most floating drilling rigs were equipped with a 16 inch blowout preventer system to avoid the twin valve system (20 inch and 13-5 / 8 inch) with two risers that had previously been required. When the wellhead terns transitioned from 350 bar to 700 bar operating pressure, the 18 inch 700 bar support shoulder was developed to accommodate the casing and pressure loads and provide full access to the casing under the well head housing.

Het tweede belangrijke probleem is het af-dichtingsmiddel. Het afdichtingsmiddel moet 1050 bar werkdrukken kunnen weerstaan en opsluiten. Beschikbare energiebronnen voor het bekrachtigen van het afsluitmiddel omvatten 15 gewicht, hydraulische druk en koppel. Elk afsluitingsmiddel vereist andere hoeveelheden energie voor plaatsing en bekrachtiging. Gewicht is het minst wenselijk omdat het hanteren van boorkragen die het gewicht leveren moeilijk en tijdrovend is op de boorvloer. Als hydraulische druk wordt 20 uitgeoefend via de boorpijp is kabelapparatuur nodig om "darts" neer te laten en terug te halen uit het hydraulische afdichtingsbekrachtigingssysteem. Als geen "darts" worden gebruikt, is het hanteren van een natte boorpijpkolom erg vies en onpopulair bij boorploegen. Als de afdichtingsbe-25 krachtigingsmiddelen gebruik maken van de enkeltoers buis-hangertechniek, kan de cementeervloeistof problemen veroorzaken in het hydraulische systeem dat wordt gebruikt om de afdichting te bekrachtigen. Onderhoud is ook een probleem. Hoewel koppel de meest wenselijke methode is om een afdich-30 ting te bekrachtigenK zijn er beperkingen aan de hoeveelheid koppel die kan worden overgebracht van het oppervlak ten gevolge van wrijvingsverliezen aan de stijgbuis, het eruptieafsluitersysteem, een juiste plaatsing, verschillende schroefdraden en de boorpijp zelf.The second major problem is the sealant. The sealant must be able to withstand and trap 1050 bar operating pressures. Available energy sources for energizing the shutoff means include weight, hydraulic pressure and torque. Each termination means requires different amounts of energy for placement and energization. Weight is least desirable because handling drill collars that deliver the weight is difficult and time consuming on the drill floor. When hydraulic pressure is applied through the drill pipe, cable equipment is required to lower and retrieve "darts" from the hydraulic seal actuation system. If no "darts" are used, handling a wet drill string is very dirty and unpopular in drilling plows. If the seal energizers use the single-speed tube-hanger technique, the cementing fluid can cause problems in the hydraulic system used to energize the seal. Maintenance is also a problem. Although torque is the most desirable method of energizing a seal, there are limitations on the amount of torque that can be transferred from the surface due to friction losses on the riser, blowout preventer system, proper placement, different threads and the drill pipe itself .

35 Het onderzeese putkopsysteem volgens de on derhavige uitvinding overwint de gebreken van de bekende stand van de techniek en omvat vele andere gunstige kenmerken. Het systeem is eenvoudig, heeft minder dan vijftig onderdelen en is geschikt voor H2S bediening. Het systeem 40 heeft enkeltoers geschiktheid maar kan toch gebruik maken 8300566 - 3 - van meertoersmethoden. Alle hangers zijn verwisselbaar met betrekking tot het uitwendige profiel, zodat ze kunnen worden. neergelaten in lagere standen. De afdichtelementen zijn verwisselbaar en worden volledig bekrachtigd tot een druk 5 die groter is dan de verwachte boorputdruk. Steunafdichtingen zijn beschikbaar. De afdichtingen worden niet door druk ont-krachtigd. De hangers kunnen worden neergelaten zonder "lock downs" en de afdichtelementen zullen afdichten zelfs als de hanger hoog wordt geplaatst.The submarine wellhead system of the present invention overcomes the drawbacks of the prior art and includes many other beneficial features. The system is simple, has less than fifty parts and is suitable for H2S operation. System 40 has single speed capability but can still use multi-speed methods 8300566-3. All hangers are interchangeable with respect to the external profile so that they can become. lowered into lower positions. The sealing elements are interchangeable and fully energized to a pressure 5 greater than the expected well bore pressure. Support seals are available. The seals are not de-energized by pressure. The hangers can be lowered without "lock downs" and the sealing elements will seal even if the hanger is placed high.

10 De huissteunzitting ondersteunt meer dan 27.000.000 N (werkdruk plus verbuizingsgewicht óf testdruk) zonder 150% van de materiaalstrekgrens op druk te overschrei-den. De putkop zal een 17½ inch diameter beitel doorlaten.10 The house support seat supports more than 27,000,000 N (operating pressure plus casing weight or test pressure) without exceeding 150% of the tensile stress limit on pressure. The wellhead will allow a 17½ inch diameter chisel to pass through.

De onderhavige uitvinding doet geen poging tot plaatsing op 15 twee typen zittingen tegelijk of op twee zittingen tegelijk. Verder is de huissteunzitting niet gevoelig voor het verzamelen van afval tijdens het boren of voor het verzamelen van afval tijdens het neerlaten van een 13-3/8 inch verbuizing. Verder vereist de huissteunzitting geen afzonderlijke toer 20 en sleept deze ook geen snapringen omlaag in de boring. De hangerneerhouder zal 9.000.000 N omlaag houden. De hanger-omlaaghouder wordt op positieve wijze mechanisch teruggetrokken bij het ophalen van het buishangerlichaam en is geschikt voor enkeltoersbewerkingen. De hangerneerhouder wordt 25 vrijgemaakt voor het ophalen van de buishanger wanneer het afdichtelement wordt opgehaald. De hangerneerhouder is geschikt voor meertoersbewerkingen en laat het neerlaten van de hanger met of zonder de neerhouder toe. Het afdichtings-middel zal werken zelfs als de neerhouder niet wordt toege-30 past. De hangerneerhouder kan opnieuw worden gebruikt en heeft een minimum aantal toleranties die zich opstapelen tussen neerhoudgroeven.The present invention does not attempt to be placed on two types of seats simultaneously or on two seats simultaneously. Furthermore, the home support seat is not sensitive to collecting debris while drilling or collecting debris while lowering a 13-3 / 8 inch casing. Furthermore, the housing support seat does not require a separate row 20 and does not drag snap rings down the bore. The hanger downholder will keep 9,000,000 N down. The hanger downholder is positively retracted mechanically when retrieving the tube hanger body and is suitable for single-speed operations. The hanger downholder is released for retrieving the tube hanger when the sealing member is retrieved. The hanger downholder is suitable for multi-speed operations and allows the hanger to be lowered with or without the downholder. The sealant will work even if the hold-down device is not used. The hanger downholder is reusable and has a minimum number of tolerances that accumulate between hold-down grooves.

Het afdichtingsmiddel volgens de onderhavige uitvinding zal op betrouwbare wijze een ringvormige zone 35 van ongeveer 47 cm buitendiameter bij 43,2 cm binnendiameter af dichten en een rubberdruk groter dan 1050 bar (1400 bar nominaal) verschaffen wanneer het afdichtingsmiddel wordt bekrachtigd en het afdichtingsmiddel een druk van boven of onderen van 1050 bar ziet. De druk groter dan 1050 bar wordt 40 vastgehouden in het afdichtingsmiddel nadat het neerlaatge- 8300566 - 4 - '*· reedschap is verwijderd. Het afdichtingsmiddel wordt aanvullend zelf bekrachtigd om de volle druk te houden wanneer de volle belastingskracht niet wordt uitgeoefend of wanneer de volle belastingskracht niet wordt vastgehouden. Het af-5 dichtingsmiddel zal niet door druk ontkrachtigd worden. Het afdichtingsmiddel verschaft een betrekkelijk lange afdich-tingszone om gebreken van het huis en/of vuil te overbruggen. Verder verschaft het afdichtingsmiddel primaire metaal-op-metaal afdichtingen en past het metaal-op-metaal afdich-10 tingen toe als steun om onder hoge druk extrusie van secondaire elastomere afdichtingen te verhinderen. Het afdichtingsmiddel volgens de onderhavige uitvinding trekt op positieve wijze de metaal-op-metaal afdichtingen terug van de wanden voorafgaand aan het ophalen van het afdichtingsmiddel. 15 De elastomere afdichtingen van het afdichtingsmiddel kunnen zich ontspannen tijdens het ophalen van het pakkingssamenstel en zijn geheel ophaalbaar. Het afdichtingsmiddel volgens de onderhavige uitvinding verschaft een belangrijke metalen verbinding tussen de bovenzijde en de onderzijde de pakking-20 afdichtingszone om te verzekeren dat de onderste ring ophaalbaar is. Het ontwerp laat enkeltoersbewerkingen toe. Er zijn geen tussenliggende metalen delen in de afdichtingszone om onregelmatige rubber drukken te geven. Het afdichtingsmiddel verschaft een minimum aantal afdichtingszones om de lekwegen 25 te minimaliseren. Het afdichtingsmiddel is op positieve wijze bevestigd aan het pakkingelement zodat het niet kan worden weggespoéld door de stroming tijdens de neerlaatbewer-kingen. Het ontwerp laat ook meertoersbewerkingen toe en is verwisselbaar voor alle buishangers binnen een nominale 30 grootte.The sealant of the present invention will reliably seal an annular zone 35 of about 47 cm outer diameter by 43.2 cm inner diameter and provide a rubber pressure greater than 1050 bar (1400 bar nominal) when the sealant is energized and the sealant pressures from above or below 1050 bar. The pressure greater than 1050 bar is retained in the sealant after the lowering tool 8300566-4- * * · is removed. The sealant is additionally self-energized to maintain full pressure when full load force is not applied or when full load force is not retained. The sealant will not be de-pressurized. The sealant provides a relatively long sealing zone to bridge housing and / or dirt defects. Furthermore, the sealant provides primary metal-to-metal seals and uses the metal-to-metal seals as a support to prevent extrusion of secondary elastomeric seals under high pressure. The sealant of the present invention positively withdraws the metal-to-metal seals from the walls prior to retrieving the sealant. The elastomeric seals of the sealant can relax during the packing assembly retrieval and are fully retrievable. The sealant of the present invention provides an important metal connection between the top and bottom of the gasket-20 sealing zone to ensure that the bottom ring is retrievable. The design allows single-speed operations. There are no intermediate metal parts in the sealing zone to give irregular rubber pressures. The sealant provides a minimum number of sealing zones to minimize leakage paths. The sealant is positively attached to the packing element so that it cannot be washed away by the flow during the lowering operations. The design also allows multi-speed operations and is interchangeable for all pipe hangers within a nominal size.

Het middel om het afdichtingsmiddel te belasten verschaft op betrouwbare wijze een kracht om het afdichtingsmiddel te bekrachtigen tot nominaal 1400 bar. Het laat een voorcirculatie toe bij gebruik in een enkele toer. Het 35 belastingsmiddel is echter verenigbaar met een enkeltoers-bewerking of meertoersbewerking. Verder is het verwisselbaar voor alle buishangers binnen het putkopsysteem. Het belastingsmiddel zal veroorzaken, dat het afdichtingsmiddel af-dicht zelfs als’de buishanger hoog gezet is. Verder veroor-40 zaakt het geen belangrijke vermindering van de volle druk- 8300566 - 5 - belasting na bediening. Het belastingsmiddel vereist geen op afstand in ingrijping brengen van neerhoudschroefdraden. Verder heeft het geen afschuifpennen. Het belastingsmiddel is opnieuw te gebruiken en behoeft niet op afstand neerhoud-5 schroefdraden in ingrijping te brengen bij pakkingmoerver-vanging.The sealant loading means reliably provides a force to energize the sealant to a nominal 1400 bar. It allows pre-circulation when used in a single row. However, the loading means is compatible with a single-speed operation or multi-speed operation. Furthermore, it is interchangeable for all pipe hangers within the wellhead system. The load means will cause the sealant to seal even if the pipe hanger is set high. Furthermore, it does not cause a significant reduction of the full pressure 8300566-5 load after operation. The load means does not require remote engagement of hold-down threads. Furthermore, it has no shear pins. The loading means is reusable and does not need to remotely engage downward threads upon packing nut replacement.

Het buishangerneerlaatgereedschap omvat een verbinding tussen het neerlaatgereedschap en de buishanger die meer dan 315.000 kg pijpbelasting zal ondersteunen. Het 10 neerlaatgereedschap kan een axiale kracht opwekken groter dan 4.050.000 N om het afdichtingsmiddel te bekrachtigen. Verder kan het neerlaatgereedschap terugtrekken tot in de buishanger zonder een links koppel. Het neerlaatgereedschap kan worden neergelaten op verhuizing of boorpijp.The pipe hanger lowering tool includes a connection between the lowering tool and the pipe hanger that will support more than 315,000 kg of pipe load. The lowering tool can generate an axial force greater than 4,050,000 N to energize the sealant. Furthermore, the lowering tool can retract into the pipe hanger without a left torque. The lowering tool can be lowered onto casing or drill pipe.

15 Andere doelen en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de volgende beschrijving.Other objects and advantages of the invention will become apparent from the following description.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een onderzees putkopsamenstel dat bijzonder nuttig is voor putten op zee met een werkdruk in het gebied van 1050 20 bar. Het putkopsamenstel omvat in het algemeen een putkop, een huiszitting voor het ondersteunen van de verbuizings- en drukbelasting, een buishanger voor het ophangen van de verhuizing in de put, een neerhoud- en afdichtsamenstel voor het vergrendelen van de buishanger op de putkop en voor het 25 afdichten van de ringruimte die is gevormd door de buishanger en de putkop, een neerlaatgereedschap om de buishanger neer te laten in de putkop en om aanvankelijk het neerhouden afdichtsamenstel te bedienen en andere bijbehorende apparatuur voor het uitoefenen van hydraulische druk op het 30 neerhoud- en afdichtsamenstel voor bereiken van een samen-drukinstelling van het neerhoud- en afdichtsamenstel groter dan de werkdruk van de put. De putkop is geschikt voor het opnemen van andere op elkaar gestapelde buishangers en om deze andere buishangers in de putkop neer te houden en af 35 te dichten.The present invention relates to an undersea wellhead assembly which is particularly useful for offshore wells with an operating pressure in the range of 1050-20 bar. The wellhead assembly generally includes a wellhead, a housing seat to support the casing and pressure loads, a pipe hanger for suspending the casing in the well, a hold-down and seal assembly for locking the pipe hanger on the wellhead and for Sealing the annulus formed by the pipe hanger and the wellhead, a lowering tool to lower the pipe hanger into the wellhead and to initially operate the holddown sealing assembly, and other associated equipment for applying hydraulic pressure to the holddown and sealing assembly for achieving a compression setting of the hold-down and sealing assembly greater than the working pressure of the well. The wellhead is suitable for receiving other stacked pipe hangers and for holding and sealing these other pipe hangers in the well head.

De putkop heeft een doorgaande boring van 17-9/16 inch voor het doorlaten van een standaard 17½ inch boorbeitel. Om een draagvlak voor het ondersteunen van een buishanger en de drukbelasting in de putkop te verschaffen 40 wordt de huiszitting geplaatst op en verbonden met de put- 8300566 * ·4» - 6 - kop. Grendelbloktanden zijn verschaft op de putkop en huiszitting om de huiszitting te kunnen steken in de putkop en minder dan 360° te draaien om de verbinding daartussen te voltooien. De grendelblokstanden omvatten zes groepen van 5 zes tanden. De tanden zijn uit elkaar geplaatste spoedloze schroefdraden. Het draagvlak van de grendelbloktanden is groter dan het draagvlak dat is verschaft door de huiszitting voor de buishanger. Het draagvlak van de huiszitting zal de verhuizing- en pompbuisbelasting ondersteunen in aanvulling 10 aan de 1050 bar werkdruk.The wellhead has a through hole of 17-9 / 16 inches to allow passage of a standard 17½ inch drill bit. To provide a bearing surface for supporting a tube hanger and the compression load in the wellhead 40, the housing seat is placed on and connected to the wellhead. 8300566 * 4-6 head. Locking block teeth are provided on the well head and body seat to allow the body seat to insert into the well head and rotate less than 360 ° to complete the connection therebetween. The locking block positions include six groups of 5 six teeth. The teeth are spaced spaced threadless threads. The bearing surface of the locking block teeth is larger than the bearing surface provided by the tube hanger housing seat. The base of the body seat will support the displacement and pump tube loads in addition to the 1050 bar operating pressure.

De buishanger omvat een ringvormige schouder met groeven voor het doorlaten van de putvloeistoffen. Een losneembare zittingring is geschroefd op de buishangerschou-der om over de volle omtrek van 360° een aangrijping met de 15 hangerzitting te verkrijgen voor het ondersteunen van het verbuizings- en pompbuisgewicht en de drukbelasting . Een grendeldeel is aangebracht boven de buishangerschouder en kan worden geexpandeerd tot in een vergrendelingsgroef in de putkop.The pipe hanger includes an annular shoulder with grooves for passage of the well fluids. A detachable seat ring is screwed to the pipe hanger shoulder to provide full 360 ° engagement with the hanger seat to support casing and pump tube weight and compression load. A latch member is mounted above the pipe hanger shoulder and can be expanded into a locking groove in the well head.

20 " Het neerhoud- en afdichtsamenstel is aange bracht om de buishanger en boven het grendeldeel en de buis-hangerschouder. Het neerhoud- en afdichtsamenstel omvat een roterend deel dat roteerbaar een stilstaand deel ondersteunt. Het stilstaande deel omvat een bovenste bedieningsdeel dat 25 roteerbaar is gemonteerd op het roterende deel, een middelste afsluitdeel met een primaire metaal-op-metaal afdichting en een secondaire elastomere afdichting om de ringruimte af te dichten en een onderste nokdeel om het grendeldeel te bedienen.20 "The hold down and seal assembly is mounted around the tube hanger and above the latch portion and the tube hanger shoulder. The hold down and seal assembly includes a rotating part that rotatably supports a stationary part. The stationary part comprises an upper operating part which is rotatable mounted on the rotating part, a middle end part with a primary metal-to-metal seal and a secondary elastomeric seal to seal the ring space and a lower cam part to operate the latch part.

30 Het afsluitdeel omvat meerdere afgeknot kegel vormige metalen schakels die met elkaar zijn verbonden door verbindingsschakels zodat ze een Z :vormen. Dit Z-vormige deel is verbonden met het bovenste bedieningsdeel en het onderste nokdeel door verbindingsschakels zodat een positieve verbin-35 dingsschakel wordt verschaft tussen het bovenste bedieningsdeel en het onderste nokdeel. De aangrenzende metalen schakels vormen ringgroeven voor het opnemen van veerkrachtige elastomere delen.The closure portion includes a plurality of frusto-conical metal links connected together by connecting links to form a Z 1. This Z-shaped part is connected to the upper operating part and the lower cam part by connecting links so that a positive connecting link is provided between the upper operating part and the lower cam part. The adjacent metal links form ring grooves to receive resilient elastomeric parts.

Het roterende deel is geschroefd op de buis-40 hanger zodat als het roterende deel wordt geroteerd op de 8300566 - 7 - buishanger het roterende deel omlaag beweegt, waardoor het stilstaande deel ook omlaag beweegt in de ringruimte. Aanvankelijk drukt het onderste nokdeel het grendeldeel in de vergrendelingsgroef van de putkop om de buishanger te ver-5 grendelen in de putkop. Verdere rotatie van het roterende deel drukt het middelste afdichtdeel van het stilstaande deel samen. Aanvankelijk, wanneer het Z-deel vervormd, drukken de metalen schakels de elastomers delen in afdichtende aanraking met de putkop en buishanger. Verdere samendrukking 10 van het Z-deel veroorzaakt dat de metalen schakels buigen en vervormen bij de verbindingsschakels zodat een metaal-op-metaal afdichting wordt verkregen tussen de buishanger en de putkop. De metalen schakels zijn gemaakt van een strekbaar materiaal met een strekgrens van minder dan de helft 15 van de strekgrens van het materiaal van de putkop en buishanger zodat het strekbare materiaal van het Z-deel vervormd en de toppen en dalen van de onvolkomenheden in de oppervlakken van de putkop en buishanger opvult.The rotating part is screwed onto the tube-40 hanger so that when the rotating part is rotated on the 8300566 - 7 pipe hanger the rotating part moves down, so that the stationary part also moves down into the annular space. Initially, the lower cam portion presses the locking part into the well head locking groove to lock the pipe hanger into the well head. Further rotation of the rotating part compresses the middle sealing part of the stationary part. Initially, when the Z part deforms, the metal links press the elastomers parts in sealing contact with the wellhead and tube hanger. Further compression of the Z-part causes the metal links to bend and deform at the connecting links so that a metal-to-metal seal is obtained between the tube hanger and the well head. The metal links are made of a stretchable material with a tensile limit of less than half the tensile limit of the wellhead and pipe hanger material so that the stretchable material of the Z part deforms and the tops and troughs of the surface imperfections of the wellhead and pipe hanger.

Het neerlaten en plaatsen van de buishanger 20 omvat een mantel die aangrijpt op het roterende deel van het neerhoud- en afdichtsamenstel om daarop een koppel over te brengen, een doorn die is verbonden met een boorpijpkolom en een huls die telescopisch is opgenomen tussen de mantel en de doorn. De huls omvat grendels die in aanraking met de 25 buishanger worden gedrukt door de doorn in een bovenste stand. Nadat het neerhoud- en afdichtsamenstel is bediend, wordt de doorn omlaag bewogen om de grendels vrij te laten en dan omhoog bewogen om de huls in ingrijping te brengen met de mantel zodat de grendels buiten ingrijping met de buishanger 30 worden gedrukt. Afdichtingen zijn aangebracht tussen het neerlaatgereedschap en de buishanger.The lowering and placing of the tube hanger 20 includes a jacket that engages the rotating portion of the hold down and seal assembly to transmit torque thereto, a mandrel connected to a drill string and a sleeve telescopically received between the jacket and the thorn. The sleeve includes latches that are pressed into contact with the tube hanger by the mandrel in an upper position. After the hold-down and seal assembly has been operated, the mandrel is moved downward to release the latches and then raised upwardly to engage the sleeve with the jacket so that the latches are pressed out of engagement with the tube hanger 30. Seals are fitted between the lowering tool and the pipe hanger.

Het neerhoud- en afdichtsamenstel wordt aanvankelijk bediend door rotatie van het neerlaatgereedschap via de boorpijp. Om verder de afdichting van het neerhoud-35 en afdichtsamenstel te bedienen worden eruptieafsluiterrams bediend om af te dichten met de boorpijp. Hydraulische druk wordt uitgeoefend onder de eruptieafsluiter om hydraulische druk uit te oefenen op het neerlaatgereedschap en het neer-houdafdichtsamenstel. Als de afdichting van het neerhoud-40 en afdichtsamenstel verder wordt samengedrukt beweegt het 8300566 - 8 - roterende deel van het neerhoud- en afdichtsamenstel verder omlaag op de buishanger als een voortgezet koppel wordt uitgeoefend op de boorpijp. Zodra de gewenste samendrukinstel-ling van de afdichting van het neerhoud- en afdichtsamenstel 5 is bereikt, wordt de hydraulische druk verwijderd en verhindert het roterende deel van het neerhoud- en afdichtsamenstel dat de afdichting van het. .neerhoud- en afdichtsamenstel zijn afdichtende aanraking vermindert. Een doel van de onderhavige uitvinding is het verkrijgen van een samendrukin-10 stelling van de afdichting van het neerhoud- en afdichtsamenstel die groter is dan de werkdruk van de put.The hold-down and seal assembly is initially operated by rotating the lowering tool through the drill pipe. To further operate the seal of the hold-down 35 and seal assembly, blowout valve frames are operated to seal with the drill pipe. Hydraulic pressure is applied under the blowout preventer to apply hydraulic pressure to the lowering tool and hold-down seal assembly. As the hold down of the hold-down 40 and seal assembly is further compressed, the 8300566-8 rotating part of the hold-down and seal assembly moves further down on the pipe hanger as a continued torque is applied to the drill pipe. Once the desired compression setting of the seal of the hold-down and seal assembly 5 is achieved, the hydraulic pressure is removed and the rotating portion of the hold-down and seal assembly prevents the sealing of the seal. hold-down and sealing assembly reduces its sealing contact. An object of the present invention is to obtain a compression setting of the seal of the hold-down and seal assembly that is greater than the well operating pressure.

Na het verwijderen van het neerlaatgereed-schap wordt een tweede buishanger met verhuizing geplaatst boven op de eerste buishanger. Een soortgelijk neerhoud- en 15 afdichtsamenstel dat op dezelfde wijze wordt bediend, wordt aangebracht tussen de putkop en de tweede buishanger om de tweede buishanger neer te houden en af te dichten. Een derde buishanger wordt dan neergelaten in de put bovenop de tweede buishanger en evenzo wordt een neerhoud- en afdichtsamenstel 20 bediend om de derde buishanger neer te houden en af te dichten. De hangerzitting ondersteunt dus de drie buishangers en opgehangen verhuizing en weerstaat tegelijkertijd de 1050 bar werkdruk en sluit deze druk op.After removing the lowering tool, a second casing tube hanger is placed on top of the first tube hanger. A similar hold down and seal assembly that is operated in the same manner is placed between the well head and the second pipe hanger to hold and seal the second pipe hanger. A third tube hanger is then lowered into the well on top of the second tube hanger and likewise, a hold down and seal assembly 20 is operated to hold down and seal the third tube hanger. The hanger seat thus supports the three tube hangers and suspended casing, while simultaneously resisting and trapping the 1050 bar operating pressure.

Voor een gedetailleerde beschrijving van de 25 bij voorkeur .toegepaste uitvoering van de uitvinding wordt nu verwezen naar de bijgaande tekeningen waarin:For a detailed description of the preferred embodiment of the invention, reference is now made to the accompanying drawings, in which:

Pig. 1 is een schematisch aanzicht van de omgeving van de onderhavige uitvinding.Pig. 1 is a schematic view of the environment of the present invention.

Pig. 2A, 2B en 2C zijn doorsneden van de put-30 kop, hangersteunring, buishangerneerlaatgereedschap, pakkingen neerhoudsamenstel en een schematische afbeelding van een deel van de eruptieafsluiter voor de onderzeese put van Pig. 1.Pig. 2A, 2B and 2C are sectional views of the well head, hanger support ring, pipe hanger lowering tool, gasket hold-down assembly, and a schematic of part of Pig's submarine well blowout preventer. 1.

Fig. 3 is een uiteengenomen aanzicht van de 35 grendelblokhuiszitting en een deel van de putkop van Fig. 2.Fig. 3 is an exploded view of the latch block housing seat and part of the wellhead of FIG. 2.

Fig. 3A is een zijaanzicht op grotere schaal van de spie die is afgeheeld in Fig. 3.Fig. 3A is an enlarged side elevational view of the key wedged in FIG. 3.

Fig. 4 is een doorsnede van het afdichtelement in de neerlaatstand en Fig. 4A is een doorsnede van het af-40 dichtelement in de afdichtstand.Fig. 4 is a sectional view of the sealing member in the lowering position, and FIG. 4A is a sectional view of the sealing element in the sealing position.

8300566 * - 9 -8300566 * - 9 -

Fig. 5A, 5B en 5C zijn doorsneden van de put-kop met de buishangers van de 16 inch, 13-3/8 inch, 9-5/8 inch en 7 inch verbuizingskolommen geplaatst en in de neer-houdstand en in de afdichtstand.Fig. 5A, 5B and 5C are cross sections of the well head with the tube hangers of the 16 inch, 13-3 / 8 inch, 9-5 / 8 inch and 7 inch casing columns placed and in the hold-down and sealing positions.

5 De onderhavige uitvinding is een onderzees putkopsysteem voor het neerlaten, steunen, afdichten, houden en testen van een buishanger in een putkop in een olie- of gasput. Hoewel de onderhavige uitvinding kan worden toegepast in verschillende omgevingen is Fig. 1 een schematische af-10 beelding van een typische installatie van een buishanger en een verbuizingskolom volgens de onderhavige uitvinding in een putkop die is aangebracht op de zeebodem van een buiten-gaatse put.The present invention is an undersea wellhead system for lowering, supporting, sealing, holding and testing a pipe hanger in a wellhead in an oil or gas well. Although the present invention can be applied in various environments, Fig. 1 is a schematic view of a typical installation of a pipe hanger and casing string according to the present invention in a wellhead mounted on the seabed of an offshore well.

Aanvankelijk verwijzend naar Fig. 1 is een 15 putboring 10 afgebeeld die is geboord in de zeebodem 12 onder een massa water 14 vanaf een boorvaartuig 16 dat drijft aan het oppervlak 18 van het water. Een basisconstructie of ge-leidingsbasis 20, een leibuis 22, een putkop 24, een eruptie-afsluitersysteem 26 met drukregelapparatuur en een in zee 20 geplaatste stijgbuis 28 worden neergelaten vanaf het drijvende boorvaartuig 16 en geïnstalleerd op de zeebodem 12.Referring initially to FIG. 1 shows a well bore 10 drilled in the seabed 12 under a mass of water 14 from a drilling vessel 16 floating on the surface 18 of the water. A base structure or guide base 20, a guide tube 22, a wellhead 24, a blowout valve system 26 with pressure control equipment and a riser 28 located in the sea 20 are lowered from the floating drilling vessel 16 and installed on the seabed 12.

De leibuis 22 kan worden gedreven in de zeebodem 12 totdat de putkop 24 rust bij de zeebodem 12 of zoals is afgebeeld in Fig. 1 een boorgat 30 kan worden geboord voor het inzetten 25 van de leibuis 22. De geleidingsbasis 20 is bevestigd om het boveneind van de leibuis 22 op de zeebodem 12 en de leibuis 22 wordt verankerd, binnen het boorgat 30 door een kolom 32 van cement om een aanzienlijk van zijn lengte. Het eruptie-afsluitersysteem wordt losneembaar verbonden door een ge-30 schikte verbinding met de putkop 24 op de geleidingsbasis 20 op de zeebodem 12 en omvat een of meer eruptieafsluiters zoals eruptieafsluiter 40. Dergelijke eruptieafsluiters omvatten een aantal afsluitpijprams, zoals pijprams 34 op de eruptieafsluiter 40, die kunnen worden bediend naar en van-35 af het eruptieafsluiterhuis in en buiten afsluitende aangrij-ping met een buisdeel, zoals boorpijp, dat zich uitstrekt door de eruptieafsluiter 40, zoals wel bekend is. De in zee geplaatste stijgbuis 28 strekt zich uit vanaf de bovenzijde van het eruptieafsluitersysteem 26 naar het drijvende vaar-40 tuig 16. Het eruptieafsluitersysteem 26 omvat "choke and 8300566 « v - 10 - kill" leidingen 36 resp. 38 die zich uitstrekken naar het oppervlak 18. Deze leidingen worden onder anderen gebruikt om de pijprams 34 van de eruptieafsluiter 40 te testen. Bij het testen van de rams 34 wordt een testplug neergelaten in 5 de put via de stijgbuis 28 om de put aan de putkop 24 af te sluiten. De rams 34 worden bediend en gesloten en druk wordt dan toegevoerd via de killleiding 38 met een klep op de choke-leiding 36 gesloten om de pijprams 34 te testen.The guide tube 22 can be driven into the sea bed 12 until the well head 24 rests at the sea bed 12 or as shown in FIG. 1 a borehole 30 can be drilled for insertion of the guide tube 22. The guide base 20 is secured around the upper end of the guide tube 22 on the seabed 12 and the guide tube 22 is anchored, within the borehole 30 through a column 32 of cement. a considerable of its length. The blowout preventer system is releasably connected by an appropriate connection to the wellhead 24 on the guide base 20 on the seabed 12 and includes one or more blowout preventers such as blowout preventer 40. Such blowout preventers include a number of cutoff valves such as pipe frames 34 on the blowout preventer 40 which can be actuated to and from the blowout valve housing in and out sealing engagement with a pipe section, such as drill pipe, which extends through blowout valve 40, as is well known. The riser 28 placed in the sea extends from the top of the blowout preventer system 26 to the floating vessel 16. The blowout preventer system 26 includes "choke and 8300566" - 10 - kill "lines 36 and 6, respectively. 38 which extend to the surface 18. These lines are used, among others, to test the pipe frames 34 of the blowout preventer 40. When testing rams 34, a test plug is lowered into the well through riser 28 to seal the well at well head 24. The rams 34 are operated and closed, and pressure is then supplied through the kill line 38 with a valve on the choke line 36 closed to test the pipe rams 34.

Boorapparatuur met inbegrip van een boorpijp 10 met een standaard 17½ inch boorbeitel wordt neergelaten door de stijgbuis 28 en de leibuis 22 om een dieper boorgat 42 te boren in de zeebodem voor de bekledingsverbuizing 44. Een bekledingsbuishanger 50, waaraan in Fig. 2C de bekledingsverbuizing 44 hangt wordt neergelaten door de leibuis 22 15 totdat de bekledingsbuishanger 50 wordt geplaatst op en verbonden met de putkop 24 zoals hierna wordt beschreven. Andere inwendige verbuizings- en pompbuiskolommen worden vervolgens geplaatst en opgehangen in de putkop 24 zoals later zal worden beschreven in verband met Fig. 5A, 5B en 5C.Drilling equipment including a drill pipe 10 with a standard 17½ inch drill bit is lowered through the riser 28 and the guide tube 22 to drill a deeper borehole 42 into the seabed for the casing 44. A casing hanger 50, shown in FIG. 2C the casing 44 hangs is lowered through the conduit 22 until the casing hanger 50 is placed on and connected to the wellhead 24 as described below. Other internal casing and pump tube columns are then placed and suspended in the wellhead 24 as will be described later in connection with FIG. 5A, 5B and 5C.

20 Thans verwijzend naar Fig. 2C omvat de putkop 24 een huis 46 met een ondereind 48 met gereduceerde diameter dat een neerwaarts gerichte naar binnen taps lopende conische schouder 52 vormt. Het onde'reind 48 met gereduceerde diameter heeft een gereduceerd buisdeel54aan zijn eind dat 25 een andere kleinere neerwaarts gerichte binnenwaarts taps lopende conische schouder 56 vormt. De leibuis 22 is een pijp met een buitendiameter van 20 inch en is gelast aan het gereduceerde buisdeel 54 aan de onderzijde van de putkop 24. De leibuis 22 heeft een dikte van een half inch en 30 een inwendige boring 62 met een binnendiameter van 19 inch om aanvankelijk de boorkolom en beitel op te nemen om het boorgat 42 te boren en later om de bekledingsverbuizings-kolom 44 op te nemen zoals is afgebeeld in Fig. 1. Het put-kophuis 46 omvat een boring 60 met een diameter van ongeveer 35 18-11/16 inch, iets kleiner dan de inwendige boring 62 van de leibuis 22.Referring now to FIG. 2C, the wellhead 24 includes a housing 46 having a reduced diameter bottom end 48 which forms a downwardly facing inwardly tapered conical shoulder 52. The reduced diameter bottom end 48 has a reduced tube section 54 at its end which forms another smaller downwardly facing inwardly tapered conical shoulder 56. The guide tube 22 is a pipe with an outer diameter of 20 inches and is welded to the reduced pipe section 54 on the underside of the well head 24. The guide tube 22 has a thickness of half an inch and an internal bore 62 with an inner diameter of 19 inches. to initially receive the drill string and chisel to drill the borehole 42 and later to receive the casing casing string 44 as shown in FIG. 1. The well head housing 46 includes a bore 60 with a diameter of about 18-11 / 16 inches, slightly smaller than the internal bore 62 of the guide tube 22.

Aangebracht aan de binnenzijde van de putkop-boring 60 zijn meerdere stopgleuven 64, grendelbloktanden 66 en vier ringvormige groeven (afgebeeld in Fig. 5B) zoals 40 groef 68 die op afstand zijn geplaatst langs de boring 60 8300566 vProvided on the inside of the wellhead bore 60 are multiple stop slots 64, locking block teeth 66 and four annular grooves (shown in Fig. 5B) such as 40 groove 68 spaced along the bore 60 8300566 v

- 11 -V- 11 -V

boven de grendelbloktanden 66. De grendelbloktanden 66 hebben ongeveer een inwendige diameter van 17-9/16 inch om de standaard 17½ inch boorbeitel door te laten om het boorgat 42 te boren.above the locking block teeth 66. The locking block teeth 66 are approximately 17-9 / 16 inches internal diameter to allow the standard 17½ inch drill bit to drill the borehole 42.

5 De putkop 24 omvat een verwijderbare buishan- gersteunzitting of grendelblokhuiszitting 70 die kan worden neergelaten in de boring 60 en verbonden met de grendelbloktanden 66. De huiszitting 70 omvat een massieve buisvormige ring 72 met een gladde binnenboring 74, uitwendige grendel-10 bloktanden 76 die kunnen ingrijpen in de inwendige grendelbloktanden 66 van het putkophuis 46, een opwaarts gerichte neerwaarts taps lopende conische zitting of steunschouder 80 voor het aangrijpen van de bekledingsbuishanger 50 en een spiesamenstel 78 om de huiszitting 70 te vergrendelen in het 15 putkophuis 46.The well head 24 includes a removable tube hanger support seat or latch block housing seat 70 that can be lowered into the bore 60 and connected to the locking block teeth 66. The housing seat 70 includes a solid tubular ring 72 with a smooth inner bore 74, external latch-10 block teeth 76 which can engage the internal locking block teeth 66 of the well head housing 46, an upwardly directed downwardly tapered conical seat or support shoulder 80 for engaging casing hanger 50 and a wedge assembly 78 to lock the housing seat 70 into the well head housing 46.

De boring 74 van de massieve ring 72 heeft een binnendiameter van 16,060 inch en verschaft een conische steunschouder 80 met een effectieve horizontale dikte van 1,3 inch voor het'ondersteunen van de buishanger 50. De huis-, 20 zitting 70 heeft een wanddikte die groot genoeg is om te verhinderen dat de huiszitting 70 in elkaar klapt onder een verticale drukspanning van 6300 bar. Dit is belangrijk daar de putkop 24 ten gevolge van zijn grootte, gewicht en dikte een stijf deel is in vergelijking met de huiszitting 70 die 25 een betrekkelijk buigzaam onderdeel is.The bore 74 of the solid ring 72 has an inner diameter of 16,060 inches and provides a conical support shoulder 80 with an effective horizontal thickness of 1.3 inches to support the tube hanger 50. The housing seat 70 has a wall thickness is large enough to prevent the home seat 70 from collapsing under a vertical compressive stress of 6300 bar. This is important since, due to its size, weight and thickness, the well head 24 is a rigid part compared to the housing seat 70 which is a relatively flexible part.

Zoals is afgebeeld in Fig. 3 omvat de huiszitting 70 meerdere groepen 82 van segmentvormige tanden 76 met grendelbloksleuven of ruimten 86 daartussen voor het opnemen van overeenkomstige groepen 88 van segmentvormige 30 tanden 66 in het putkophuis 46 zoals is afgebeeld in Fig.2C.As shown in Fig. 3, the housing seat 70 includes a plurality of groups 82 of segmental teeth 76 with locking block slots or spaces 86 therebetween for receiving corresponding groups 88 of segmental teeth 66 in the wellhead housing 46 as shown in FIG. 2C.

De segmentvormige tanden 66, 76 kunnen wel of geen spoed hebben maar zijn bij voorkeur spoedloze tanden. De tanden 66, 76 zijn niet ontworpen om in te grijpen bij rotatie van de zitting 70 voor verbinding met de putkop 24. De putkop-35 tanden 66 lopen naar binnen en naar onderen taps om het doorlaten van de beitel te vergemakkelijken. Als de schroefdraden 66 rechte schouders hadden of van het trapeziumtype waren, zouden ze kunnen aangrijpen op de beitel wanneer deze wordt neergelaten door de putkop 24 om de boring 42 voor de 40 bekledingsverbuizing 44 te boren. De schoudertanden 76 hebben 8300566The segmental teeth 66, 76 may or may not be pitch but are preferably pitchless teeth. The teeth 66, 76 are not designed to engage with rotation of the seat 70 for connection to the wellhead 24. The wellhead 35 teeth 66 tap in and down to facilitate passage of the bit. If the threads 66 had straight shoulders or were of the trapezoidal type, they could engage the bit as it is lowered through the wellhead 24 to drill the bore 42 for the casing 44. The shoulder teeth 76 have 8300566

* V* V

, - 12 - overeenkomstige tapsheid om passend in te grijpen' in de put-koptanden 66. De groepen 82, 88 omvatten elk zes rijen van segmentvormige tanden, die ongeveer een half inch dik zijn van de basis tot het oppervlak. Het schroefdraadoppervlak ' 5 van de zes rijen van segmentvormige tanden 66, 76 overtreft het schouderoppervlak van de steunschouder 80. Een continue bovenste ringvormige flens 85 op de zitting 70 boven de tanden 76 beperkt het insteken van de tandgroepen 82 in de ruimten 87. De continue bovenste ringvormige flens 85 verhindert 10 dat de zitting 70 passeert door de putkop 24. Het onderste tandsegment 84 heeft een overmatige afmeting om een voortijdige rotatie van de zitting 70 in de putkop 24 te verhinderen totdat de zitting 70 is geplaatst op de ringvormige flens 85.- corresponding taper to fit appropriately into the well head teeth 66. Groups 82, 88 each include six rows of segmental teeth, which are approximately one-half inch thick from the base to the surface. The thread area 5 of the six rows of segmented teeth 66, 76 exceeds the shoulder area of the support shoulder 80. A continuous upper annular flange 85 on the seat 70 above the teeth 76 limits insertion of the tooth groups 82 into the spaces 87. The continuous upper annular flange 85 prevents the seat 70 from passing through the well head 24. The lower tooth segment 84 is excessively sized to prevent premature rotation of the seat 70 in the well head 24 until the seat 70 is placed on the annular flange 85.

De zes rijen of groepen 82, 88 van segment-15 vormige tanden 66, 76 verschaffen een even aantal rijen om de belasting gelijkmatig te ondersteunen en verdelen. Dit ontwerp vereffent de spanningen die worden uitgeoefend op de segmentvormige tanden 66, 76. Omdat er zes groepen tanden zijn, kunnen de segmentvormige tanden 66, 76 worden verbon-20 den door de huiszitting 70 30° te draaien, dus 180° gedeeld door het aantal groepen. Als de segmentvormige tanden 66, 76 langer waren zou een grotere verdraaiing van de huiszitting 70 nodig zijn voor de verbinding. Het verdient de voorkeur dat de segmentvormige tanden 66, 76 even lang zijn, zodat 25 een maximum contact beschikbaar is om de belastingen te ondersteunen.The six rows or groups 82, 88 of segment-15 shaped teeth 66, 76 provide an even number of rows to evenly support and distribute the load. This design equalizes the stresses exerted on the segment teeth 66, 76. Since there are six groups of teeth, the segment teeth 66, 76 can be connected by rotating the housing seat 70 30 °, so 180 ° divided by the number of groups. If the segmental teeth 66, 76 were longer, greater rotation of the housing seat 70 would be necessary for the connection. It is preferred that the segmental teeth 66, 76 have the same length so that maximum contact is available to support the loads.

De segmentvormige tanden 66, 76 kunnen cirkelvormige groeven zijn met sleuven of ruimten 86, 87 voor verbinding. De segmentvormige tanden 66, 76 hebben een spoed-30 hoek 0 en zijn taps om het schroefdraadoppervlak te vergroten zodat de schroefdraden 66, 76 een grotere schuifspanning weerstaan. De tapsheid van de segmentvormige tanden 66, 76 is groter dan 30° en is bij voorkeur ongeveer 55° waardoor het schroefdraadoppervlak aanzienlijk is vergroot voor af-35 schuiving. Dit tandprofiel tracht de spanningen over alle segmentvormige tanden 66, 76 gelijk te maken zodat de tanden 66, 76 niet afzonderlijk meegeven.The segmental teeth 66, 76 may be circular grooves with slots or spaces 86, 87 for connection. The segmental teeth 66, 76 have a pitch angle 0 and are tapered to increase the thread area so that the threads 66, 76 withstand greater shear stress. The taper of the segmental teeth 66, 76 is greater than 30 °, and is preferably about 55 °, greatly increasing the thread area for shear. This tooth profile tries to equalize the stresses over all segment-shaped teeth 66, 76 so that the teeth 66, 76 do not yield separately.

De tanden 66, 76 kunnen van het trapezium-type zijn. Een rechte schouder op de tanden 66, 76 zou boor-40 sel en ander vuil vangen dat stroomt door de put. Een bij- 8300566 * ·* - 13 - komend voordeel van de grendelblokverbinding tussen de put-kop 24 en de huiszitting 70 is dat de segmentvormige tanden 76 de segmentvormige tanden 66 reinigen als de huiszitting 70 wordt gedraaid in de putkop 24. De tanden 76 duwen boor-5 sel van de tanden 66 af zodat het boorsel in de grendelblok-sleuven of ruimten 86, 87 valt.The teeth 66, 76 may be of the trapezoidal type. A straight shoulder on teeth 66, 76 would trap drill bit 40 and other debris flowing through the well. An additional advantage of the locking block connection between the well head 24 and the housing seat 70 is that the segment teeth 76 clean the segment teeth 66 when the housing seat 70 is rotated in the well head 24. The teeth 76 push drill bit away from teeth 66 so that the drill bit falls into the locking block slots or spaces 86, 87.

Continue schroefdraden hebben meerdere nadelen. Schroefdraden vereisen meervoudige rotaties voor verbindingen en moeten worden gesteund doordat ze een fractie van een cen-10 timeter vallen voordat de begindelen van de schroefdraad aanvankelijk in ingrijping komen. Verder lopen de schroefdraden op een punt als ze worden geroteerd voor verbinding. De gren-delblokverbinding 70 en de putkop 24 vermijdt deze nadelen.Continuous threads have several drawbacks. Threads require multiple rotations for joints and must be supported by dropping a fraction of a centimeter before the threads start to engage initially. Furthermore, the threads run at a point when rotated for connection. The locking block connection 70 and the well head 24 avoid these drawbacks.

Als de huiszitting 70 wordt neergelaten in de putkop 24 op 15 een geschikt neerlaatgereedschap, zal het onderste tandseg-ment 84 op de zitting 70 in ingrijping komen met het bovenste tandsegment van de tandsegmenten 66 op het putkophuis 24. De zitting 70 wordt dan minder dan 30° geroteerd zodat de groepen 82 op de zitting 70 worden opgenomen in de sleuf 20 87 tussen de groepen 88 op de putkop 24. Deze val is aan zienlijk, wel 30 cm, en kan gemakkelijk worden waargenomen aan het oppervlak om te verzekeren dat de huiszitting 70 in ingrijping is gekomen met de putkop '24 en kan worden geroteerd in grendelblokingrijping. De toepassing van de gren-25 delblokverbinding volgens de onderhavige uitvinding verschaft een duidelijke aanwijzing wanneer de huiszitting 70 volledig in ingrijping is gekomen met de putkop 24. De gren-delblokverbinding volgens de onderhavige uitvinding heeft het bijkomende voordeel dat de huiszitting 70 kan worden ge-30 stoken in de putkop 24 en bij een rotatie van 30° van de huiszitting 70 een volle ingrijping kan bereiken tussen de huiszitting 70 en de putkop 24.When the housing seat 70 is lowered into the well head 24 on a suitable lowering tool, the lower tooth segment 84 on the seat 70 will engage the upper tooth segment of the tooth segments 66 on the well head housing 24. The seat 70 then becomes less than Rotated 30 ° so that the groups 82 on the seat 70 are received in the slot 20 87 between the groups 88 on the wellhead 24. This drop is significant, as much as 30 cm, and can be easily observed on the surface to ensure that the housing seat 70 has engaged with the well head '24 and can be rotated in latch block engagement. The use of the locking block connection of the present invention provides a clear indication when the housing seat 70 is fully engaged with the wellhead 24. The locking block connection of the present invention has the additional advantage that the housing seat 70 may be 30 into the well head 24 and at a 30 ° rotation of the housing seat 70 can achieve full engagement between the housing seat 70 and the well head 24.

Thans verwijzend naar Fig. 2C, 3 en 3A omvat het spiesamenstel 78 meerdere buitenwaarts voorgespannen 35 klauwen 92 die elk verschuifbaar zijn opgenomen in een buitenwaarts gekeerde holte 94 in elk afwisselend onderste tandsegment 84 van de massieve ring 72. De klauw 92 heeft platte zijden 90, tapse boven- en onderzijden 91 en een boring 96 aan zijn binnenzijde voor het opnemen van een eind van de 40 veer 98. De vulstukken 93 zijn gemonteerd door schroeven 95 8300566 * -w - 14 - in de holte 94 aan elke 2ijde van de klauw 92 en laten een sleuf over voor de klauw 92. Het andere eind van de veer 98 grijpt aan op de bodem van de holte 94 om de klauw 92 naar buiten voor te spannen. Een stopgleuf 64 is aangebracht on-5 der alle zes groepen 88 zodat de klauw 92 wordt geplaatst op de massieve ring 72 waardoor de klauw 92 grenst aan een stopgleuf 64 in het putkophuis 46 bij de volledige ingrij-ping van de inwendige en uitwendige tanden 66, 76 van de putkop 24 en de huiszitting 70. De klauw 92 zal worden ge-10 drukt in de gleuf 64 bij de draaiing van de ring 72 in de schroefdraden 66 om daardoor de draaiing van de ring 72 stil te zetten. Een opening 102 is aangebracht door de ring 72 tot in de holte 94 om de klauw 92 te kunnen vrijmaken.Referring now to FIG. 2C, 3 and 3A, the wedge assembly 78 includes a plurality of outwardly biased claws 92 each slidably received in an outwardly facing cavity 94 in each alternate lower tooth segment 84 of the solid ring 72. The claw 92 has flat sides 90, tapered top and undersides 91 and a bore 96 on its inside for receiving one end of the spring 98. The spacers 93 are mounted by screws 95 8300566 * -w - 14 - in the cavity 94 on each side of the claw 92 and leave a slot left for the claw 92. The other end of the spring 98 engages the bottom of the cavity 94 to bias the claw 92 outward. A stop slot 64 is provided under all six groups 88 so that the claw 92 is placed on the solid ring 72 whereby the claw 92 abuts a stop slot 64 in the wellhead housing 46 at the full engagement of the internal and external teeth 66. 76 of the wellhead 24 and the housing seat 70. The claw 92 will be pressed into the slot 64 at the rotation of the ring 72 in the threads 66 to thereby stop the rotation of the ring 72. An opening 102 is provided through the ring 72 into the cavity 94 to expose the claw 92.

Volgens de bekende stand van de techniek was 15 de steunschouder voor de bekledingverbuizinghanger in éên geheel uitgevoerd met het putkophuis en groot genoeg om de verbuizings-. en drukbelasting te ondersteunen. Deze bekende in ëën geheel gevormde steunschouder beperkte echter de boring in het putkophuis voor de volle toegankelijkheid van 20 de boring tot de verhuizing onder het putkophuis voor het boren. Om een voldoend grote in één geheel gevormde schouder voor werkdrukken van 1050 bar toe te passen zou de boring van de in één geheel gevormde schouder een standaard 17½ inch beitel niet doorlaten. Dergelijke onderzeese putkopsys-25 temen vereisten het onderruimen.According to the known prior art, the support shoulder for the casing casing hanger was constructed in one piece with the well head housing and large enough to accommodate the casing. and pressure loading. However, this prior art fully formed support shoulder limited the borehole in the wellhead housing for full access from the bore to the casing under the wellhead housing for drilling. To use a sufficiently large one-piece shoulder for operating pressures of 1050 bar, the bore of the one-piece shoulder would not allow a standard 17½ inch chisel to pass through. Such submarine wellhead systems required sub-clearing.

Volgens de onderhavige uitvinding is de gren-delblokhuiszitting 70 een installeerbare steunschouder die pas moet worden geïnstalleerd in het putkophuis 46 als grotere werkdrukken optreden. De huiszitting 70 wordt niet ge-30 installeerd voordat de boorbewerking voor de bekledingsver-buizing 44 is voltooid, zodat een volle boringstoegang wordt verkregen. Daar slechts nominale werkdrukken optreden tijdens het boren voor de bekledingsverbuizing 44, is de grotere steunschouder niet nodig. Na voltooiing van het boren voor 35 de bekledirlgsverbuizing 44, wordt de grendelblokhuiszitting 70 geïnstalleerd om verbuizings- en drukbelastingen tot 1050 bar te hanteren. Een voldoende speling is dus verschaft voorafgaand aan de installering van de huiszitting 70 om een 17½ inch beitel door te laten.According to the present invention, the lock block housing seat 70 is an installable support shoulder that must be installed in the wellhead housing 46 only when greater operating pressures occur. The housing seat 70 is not installed until the drilling operation for casing casing 44 is completed, so that full bore access is obtained. Since only nominal operating pressures occur during drilling for casing 44, the larger support shoulder is not necessary. After completion of drilling for casing casing 44, latch block housing seat 70 is installed to handle casing and pressure loads up to 1050 bar. Thus, sufficient clearance is provided prior to installation of the housing seat 70 to allow a 17½ inch chisel to pass.

40 Om de grendelblokhuiszitting 70 te installeren 8300566 ' ?- ^ - 15 - wordt de huiszitting 70 verbonden met een neerlaatgereed-schap (niet afgeheeld) door afschuifpennen, waarvan een deel is afgebeeld bij 104. Het neerlaatgereedschap op een boorkolom laat dan de huiszitting 70 neer tot in de boring '5 60 van de putkop 24 tot dat het onderste tandsegment 84 wordt geplaatst op het bovenste tandsegment van de tandseg-menten 66. De zitting 70 wordt dan geroteerd tot dat de tand-groepen 88 op de putkop 24 vallen in de grendelblok sleuven 86 en de tandgroepen 82 op de ring 72 worden opgenomen in 10 overeenkomstige sleuven 87 op de putkoptanden 66. De continue ringflens 85 wordt geplaatst op het bovenste tandsegment van de segmenten 66 in de putkop 24. De huiszitting 70 wordt dan gedraaid door de boorkolom en het neerlaatgereedschap tot dat de spieën 78 in ingrijping komen in de stopgleuven 15 64 om de rotatie stil te zetten. Een druktest kan worden uitgeoefend om te verzekeren dat de huiszitting 70 omlaag zit. Dan worden de afschuifpennen die de huiszitting 70 op het neerlaatgereedschap houden bij 104 afgeschoven om het neerlaatgereedschap vrij te maken en te verwijderen.40 To install the locking block housing seat 70 8300566 '? - ^ - 15 - the housing seat 70 is connected to a lowering tool (not trimmed) by shear pins, part of which is shown at 104. The lowering tool on a drill string then leaves the housing seat 70 down into the bore 60 of the well head 24 until the lower tooth segment 84 is placed on the upper tooth segment of the tooth segments 66. The seat 70 is then rotated until the tooth groups 88 on the well head 24 fall into the locking block slots 86 and the tooth groups 82 on the ring 72 are received in 10 corresponding slots 87 on the well head teeth 66. The continuous ring flange 85 is placed on the top tooth segment of the segments 66 in the well head 24. The housing seat 70 is then rotated by the drill string and lowering tool until the keys 78 engage the stop slots 64 to stop the rotation. A pressure test can be applied to ensure that the housing seat 70 is lowered. Then the shear pins holding the housing seat 70 on the lowering tool are sheared at 104 to release and remove the lowering tool.

20 Fig. 2C illustreert de plaatsing van de be- kledingsbuishanger 50 op de grendelblokhuiszitting 70 in de putkop 24. De buishanger 50 heeft een in het algemeen buisvormig lichaam 11Q dat is voorzien van een onderste schroef-mof 112 die is geschroefd aan het bovenste stuk van de ver-25 buizingskolom 44 om de kolom 44 op te hangen in het boorgat 42, een verdikte bovensectie 114 met een buitenwaarts uitgetekende radiale ringschouder 116 en meerdere ringgroeven 120 (afgebeeld in Fig. 2B) in de binnenomtrek van het lichaam 110 voor verbinding met een neerlaatgereedschap 200 dat hier-30 na wordt beschreven.FIG. 2C illustrates the placement of the casing pipe hanger 50 on the latch block housing seat 70 in the well head 24. The pipe hanger 50 has a generally tubular body 11Q that includes a lower threaded sleeve 112 screwed to the top of the spacer. 25 tubing column 44 to suspend the column 44 in the borehole 42, a thickened top section 114 with an outwardly drawn radial annular shoulder 116 and a plurality of annular grooves 120 (shown in Fig. 2B) in the inner periphery of the body 110 for connection to a lowering tool 200 described hereinafter.

Thans verwijzend naar Fig. 2A en 2B zijn schroefdraden 118 aangebracht vanaf de bovenzijde omlaag langs een aanzienlijke lengte van het buitenvlak van het buisvormige lichaam 110 voor aangrijping met het neerhoud-35 en afsluitsamenstel 180 dat hierna wordt beschreven.Referring now to FIG. 2A and 2B, threads 118 are inserted from the top down along a substantial length of the outer surface of the tubular body 110 for engagement with the hold-down and sealing assembly 180 described below.

De cementeerbewerking voor het cementeren van de bekledingsverbuizingkolom 44 in het boorgat 42 vereist een doorgang van de onderste ringruimte 130 tussen de bekledingsverbuizingskolom 44 en de leibuis 22 naar de bo-40 venste ringruimte B4 tussen de putkop 24 en de boorkolom 8300566 - 16 - 236- óm het terugkerende materiaal naar het oppervlak te laten stromen. Meerdere bovenste en onderste verticale groeven of circulatiepoorten 122, 124 zijn gevormd door de bovenste sectie 114 om vloeistof te laten stromen, zoals voor de cemen-5 teerbewerking, rondom de buishanger 50. De onderste groeven 122 vormen vloeistofkanalen door de radiale ringschouder 116 en de bovenste groeven 124 vormen vloeistofkanalen door het bovenste schroefeind van het buisvormige lichaam 110 om vloeistof rondom het neerhoud- en afdichtsamenstel 180 te 10 laten passeren.The cementing operation for cementing the casing string 44 into the borehole 42 requires passage of the lower annulus 130 between the casing string 44 and the guide tube 22 to the top annulus B4 between the wellhead 24 and the drill string 8300566-16-236- to allow the returning material to flow to the surface. Multiple upper and lower vertical grooves or circulation ports 122, 124 are formed by the upper section 114 to allow liquid to flow, such as for the cementing operation, around the tube hanger 50. The lower grooves 122 form fluid channels through the radial ring shoulder 116 and the top grooves 124 form fluid channels through the top screw end of tubular body 110 to allow fluid to pass around hold-down and seal assembly 180.

Schroefdraden 126 zijn aangebracht op de buitenomtrek van de bovensectie 114 onder de ringschouder 116 om met een schroefverbinding de van schroefdraad voorziene schouderring 128 om de hanger 50 op te nemen. De schouder-15 ring 128 heeft een neerwaarts gericht naar boven taps lopend conisch vlak 132 dat passend rust op en aangrijpt op de naar boven gerichte omlaag taps lopende conische steunschouder 80 op de grendelblokhuiszitting 70. De buishanger 50 wordt dus geplaatst op de huiszitting 70 bij aangrijping van het 20 conische vlak 132 van de hangerschouderring 128 en de huis-zittingsteunschouder 80 waardoor de huisziting 70 de resulterende bekledingsverbuizings- en drukbelasting moet weerstaan.Threads 126 are mounted on the outer circumference of the top section 114 below the ring shoulder 116 to screw-thread the threaded shoulder ring 128 around the hanger 50. The shoulder ring 128 has a downwardly directed upwardly tapered conical surface 132 that rests and engages the upwardly directed downwardly tapered conical support shoulder 80 on the locking block housing seat 70. Thus, the tube hanger 50 is placed on the housing seat 70 at engagement of the conical surface 132 of the hanger shoulder ring 128 and the housing seat support shoulder 80, causing the housing seating 70 to withstand the resulting casing casing and compression loads.

Putten met een werkdruk in het gebied van 25 1050 bar veroorzaken bijzondere belastingen op de putkop- steunen. Niet alleen moet de putkop het gewicht van de buis-hangers met de opgehangen verhuizing en ëên of meer pompbuishangers met de opgehangen pompbuizen ondersteunen maar de putkop moet de werkdruk van 1050 bar weerstaan en opslui-30 ten. De putkop moet dus zowel het verbuizings en pompbuis-gewicht als de drukbelasting ondersteunen. Een putkop met een werkdruk van 1050 bar moet een voldoende steun- en draagvlak hebben door het gehele putkopontwerp heen zodat de belasting niet aanzienlijk de strekgrens op verticale samen-35 drukking van het materiaal van de putkopsteunen overschreidt. Hoewel bij lagere werkdrukken materialen met een minimum strekgrens van 4900 bar zijn gebruikt, wordt een materiaal met een hogere strekgrens van minimaal 5950 bar normaal gebruikt voor putkoppen van 1050 bar. Bij aanname van een ver-40 ticale drukspanning op de putkop van 6300 bar zal de putkop 8300566 - 17 - ' '· % volgens de onderhavige uitvinding een belasting van meer dan 27.000.000 N ondersteunen daar het draagvlak ligt in het ge- 2 bied van 420-452 cm . Een dergeli;jk draagvlak moet worden aangehouden door het gehele ontwerp heen zodat de belasting 5 de strekgrens van het materiaal op verticale druk met niet meer dan 25% overtreft. Het draagvlak tussen de onderste buishanger 50 en de huiszitting 70 en tussen de huiszitting 70 en de steunende grendelbloktanden 66 op de putkop 24 moet voldoende zijn om dergelijke belastingen te ondersteunen 10 zonder de strekgrens van het materiaal op verticale druk aanzienlijk, dat wil zeggen met meer dan 25% van de strekgrens te overschreiden. Een dergelijk ontwerp is bereikt in het putkopsysteem volgens de onderhavige uitvinding.Wells with an operating pressure in the range of 25 1050 bar cause special loads on the wellhead supports. Not only must the wellhead support the weight of the pipe hangers with the suspended casing and one or more pump pipe hangers with the suspended pump tubes, but the wellhead must withstand and lock the operating pressure of 1050 bar. The well head must therefore support both the casing and pump tube weight and the pressure load. A well head with a working pressure of 1050 bar must have a sufficient support and bearing surface throughout the well head design so that the load does not significantly exceed the tensile limit on vertical compression of the well head supports material. Although materials with a minimum yield point of 4900 bar have been used at lower operating pressures, a material with a higher yield point of at least 5950 bar is normally used for well heads of 1050 bar. Assuming a vertical pressure stress on the wellhead of 6300 bar, the wellhead 8300566 - 17% by weight according to the present invention will support a load of more than 27,000,000 N since the bearing surface is within the range. from 420-452 cm. Such support must be maintained throughout the design so that the load 5 does not exceed the tensile limit of the material at vertical pressure by more than 25%. The bearing surface between the lower tube hanger 50 and the housing seat 70 and between the housing seat 70 and the supporting locking block teeth 66 on the wellhead 24 should be sufficient to support such loads 10 without significantly stretching the stretch limit of the material at vertical pressure, i.e. exceed 25% of the yield point. Such a design has been achieved in the wellhead system of the present invention.

Om een voldoende draagvlak te verzekeren tus-15 sen de buishanger 50 en de zitting 70 is de hangerschouder-ring 128 geschroefd op de radiale ringschouder 116 uitstekend van de bovensectie 114 van het buishangerlichaam 110.To ensure sufficient support between the tube hanger 50 and the seat 70, the hanger shoulder ring 128 is screwed onto the radial ring shoulder 116 protruding from the top section 114 of the tube hanger body 110.

De hangerschouderring 128 vormt een conisch vlak 132 van 360° voor het aangrijpen van de steunschouder 80 van de huis-20 zitting 70 en verschaft dus een volledig contact tussen de schouder 80 en het conische vlak 132. Zonder de hangerschou-derring 128 verhinderen de groeven of circulatiepoorten 122 door de schouder 116 een draagvlak van 360° tussen de hanger 50 en de huiszitting 70. De aangrijping tussen de steunschou-25 der 80 en het conische vlak 132 verschaft een overmatig draagvlak dat is bepaald door de putkopbinnendiameter van 17-9/16 inch en de binnendiameter van de huiszitting 70 van 16,060 inch. Het draagvlak tussen de schouder 80 en het oppervlak 2 132 is ongeveer 452 cm en laat toe dat dit draagvlak meer 30 dan 27.000.000 N belasting ondersteunt.The hanger shoulder ring 128 forms a 360 ° conical surface 132 for engaging the support shoulder 80 of the housing seat 70 and thus provides full contact between the shoulder 80 and the conical surface 132. Without the hanger shoulder ring 128, the grooves or circulation ports 122 through the shoulder 116 a 360 ° bearing surface between the hanger 50 and the housing seat 70. The engagement between the support shoulder 80 and the conical surface 132 provides an excessive bearing surface defined by the well head inner diameter of 17-9 / 16 inches and the inside diameter of the body seat 70 is 16,060 inches. The bearing surface between the shoulder 80 and the surface 2 132 is approximately 452 cm and allows this bearing surface to support more than 27,000,000 N load.

De inwendige en uitwendige grendelbloktanden 66, 76 van de putkop 24 en de huiszitting 70 zijn ook ontworpen om een voldoende draagvlak te verschaffen om de boven beschreven verwachte belasting te ondersteunen. Zoals 35 eerder is beschreven omvatten de grendelbloktanden 66, 76 zes groepen 82, 88 van tanden die zijn aangebracht op de putkop 24 en de huiszitting 70. Elke groep 82, 88 omvat zes tanden 66, 76 om de belasting te ondersteunen. Het draagvlak van de grendelbloktanden 66, 76 is groter dan het draagvlak 40 tussen de schouder 80 en het conische vlak 132. Het aantal 8300566 - 18 - tanden is bepaalde door het verlies van draagvlak ten gevolge van de zes ruimten 86, 87 voor het opnemen van de overeenkomstige groepen 82, 88 tijdens de installatie.The internal and external locking block teeth 66, 76 of the wellhead 24 and the housing seat 70 are also designed to provide sufficient support to support the expected load described above. As previously described, the locking block teeth 66, 76 include six groups 82, 88 of teeth mounted on the wellhead 24 and the housing seat 70. Each group 82, 88 includes six teeth 66, 76 to support the load. The bearing surface of the locking block teeth 66, 76 is greater than the bearing surface 40 between the shoulder 80 and the conical surface 132. The number of 8300566-18 teeth is determined by the loss of the bearing surface due to the six spaces 86, 87 for receiving of the corresponding groups 82, 88 during installation.

Weer verwijzend naar Fig. 2C heeft de radiale 5 ringschouder 160 die uitsteekt aan de.bovensectie 114 van het hangerlichaam 110 een bovenwaarts gericht omlaag en naar buiten taps lopend conisch nokvlak 136 met een ringvormige uitsparingsgroef 138 die zich omhoog uitstrekt aan zijn basis. Een ringkamer 142 strekt zich uit vanaf de bovenzijde 10 van de groef 138 naar een ringvormig verticaal afdichtvlak 140 dat zich uitstrekt van de groef 138 naar het ondereind van de schroefdraad 118. Een radiale ringschouder 116 is geplaatst onder de ringvormige grendelgroef 68 in het put-kophuis 46 nadat de hanger 50 is geplaatst in de putkop 24. 15 Het nokvlak 136 heeft een ringvormige onderrand die juist boven het ondereind van de groef 68 eindigt.Referring again to FIG. 2C, the radial ring shoulder 160 protruding from the top section 114 of the hanger body 110 has an upwardly directed downwardly and tapered conical cam surface 136 with an annular recess groove 138 extending upwardly at its base. An annular chamber 142 extends from the top 10 of the groove 138 to an annular vertical sealing surface 140 extending from the groove 138 to the lower end of the thread 118. A radial annular shoulder 116 is positioned below the annular locking groove 68 in the well. head housing 46 after the hanger 50 is placed in the well head 24. The cam face 136 has an annular bottom edge that ends just above the bottom end of the groove 68.

De buishanger 50 omvat een grendelring 144 die is geplaatst op de radiale ringschouder 116. De grendelring 144 kan een gespleten ring zijn die kan worden geex-20 pandeerd tot in de putkopgroef 68 voor aangrijping met het putkophuis 46 om de hanger 50 neer te houden en te vergrendelen in de putkop 24. De putkopgroef 68 heeft een verticale basiswand 146 met een opwaarts tapslopende wand en een neerwaarts tapslopende wand. De grendelring 144 heeft een verti-25 caal basisvlak 148 met een omlaag tapslopend vlak van de grootte van de omhoog tapslopende wand van de groef 68 en een omhoog tapslopend vlak evenwijdig aan de omlaag tapslopende wand van de groef 68, waardoor bij expansie van de grendelring 144 het verticale vlak 148 van de ring 144 aan-30 grijpt op de verticale wand 146 van de groef 68. Verder omvat de grendelring 144 omlaag gericht naar buiten en naar onderen tapslopend onderste nokvlak 152 dat met nokwerking aangrijpt op het naar boven gerichte nokvlak 136 van de radiale ringschouder 116, een binnenwaarts uitstekende ring-35 rand 154 die is opgenomen door een ringvormige uitsparing-groef 138 in de ingetrokken stand en een omhoog en naar binnen gekeerde nokkop 156 die met nokwerking kan aangrijpen op het neerhoud- en afdichtsamenstel 180 dat hierna wordt beschreven. Tussen de nokkop 156 en de ringrand 154 strekt 40 zich een taps oppervlak 158 evenwijdig aan de wand van de 8300566 - 19 - kamer 142 uit.The tube hanger 50 includes a lock ring 144 placed on the radial ring shoulder 116. The lock ring 144 may be a split ring that can be expanded into the well head groove 68 for engagement with the well head housing 46 to hold down the hanger 50 and to lock into the wellhead 24. The wellhead groove 68 has a vertical base wall 146 with an upwardly tapered wall and a downwardly tapered wall. The locking ring 144 has a vertical base surface 148 with a downwardly tapered face the size of the upwardly tapered wall of the groove 68 and an upwardly tapered face parallel to the downwardly tapered wall of the groove 68, so that when the latch ring expands 144 the vertical plane 148 of the ring 144 engages the vertical wall 146 of the groove 68. Furthermore, the locking ring 144 includes downwardly directed outward and downwardly tapered lower cam surface 152 which engages cam upwardly in the upwardly directed cam surface 136 of the radial annular shoulder 116, an inwardly projecting annular rim 154 received by an annular recess groove 138 in the retracted position and an up and inwardly facing cam head 156 capable of engaging the hold-down and seal assembly 180 with cam action is described below. Between the cam head 156 and the ring edge 154, a tapered surface 158 extends parallel to the wall of the 8300566-19 chamber 142.

De uitstekende ringrand 154 wordt opgenomen in de groef 138 van de buishanger 50 om te verhinderen dat de grendelring 144 uit de groef 138 wordt getrokken als de 5 buishanger 50 wordt neergelaten in de put. Het is nodig tijdens het neerlaten van de buishanger 50 dat de grendelring 144 verschillende nauwe diameters passeert zoals in de erup-tieafsluiter 40. De eruptieafsluiter 40 omvat vaak een ringvormige rubberafdichting die zich niet volledig terugtrekt 10 waardoor de buishanger 50 door de rubberafdichting heenge-drukt moet worden. Als de ringrand 144 niet was opgenomen in de groef 138, zou de grendelring 144 blijven haken aan een dergelijke nauwe diameter en slepen langs het buitenvlak. Hierdoor zou de grendelring 144 uit de groef 138 kunnen 15 worden getrokken, waardoor deze omhoog langs de buishanger 50 zou glijden tot dat de grendelring 144 in aangrijping komt met het afdichtmiddel 210. Dit zou niet alleen de bediening van het neerhoudbedieningsmiddel 212 verhinderen maar ook de .bediening van het afdichtingsmiddel 210. De ring-20 kamer 142 verschaft een speling zodat de groef 138 de ringrand 154 kan opnemen. Dit profiel verschaft ook een stap die verhindert dat de grendelring 144 een zodanige opwaartse belasting heeft als de belasting wordt geplaatst op de grendelring 144.The protruding ring edge 154 is received in the groove 138 of the tube hanger 50 to prevent the locking ring 144 from being pulled out of the groove 138 when the tube hanger 50 is lowered into the well. During the lowering of the tube hanger 50, it is necessary for the locking ring 144 to pass through several narrow diameters as in the eruption valve 40. The eruption valve 40 often includes an annular rubber seal that does not retract fully, causing the tube hanger 50 to push through the rubber seal. must be. If the ring edge 144 had not been received in the groove 138, the locking ring 144 would catch on such a narrow diameter and drag along the outer surface. This would allow the locking ring 144 to be pulled out of the groove 138, causing it to slide upwardly along the tube hanger 50 until the locking ring 144 engages the sealant 210. This would not only inhibit the operation of the hold-down actuator 212 but also prevent the Operation of the sealant 210. The ring 20 chamber 142 provides a clearance so that the groove 138 can receive the ring edge 154. This profile also provides a step that prevents the locking ring 144 from having such an upward load when the load is placed on the locking ring 144.

25 Het neerhoud- en afdichtsamenstel 180 is af- gebeeld in Fig. 2B en 2C, in aangrijping met het neerhoud-gereedschap 200 en bediend in de neerhoudstand. Het neerhouden afdichtsamenstel 180 omvat een stilstaand deel 184 dat roteerbaar is gemonteerd op een roterend deel of pakkingmoer 30 182 door een vasthoudmiddel 186. De pakkingmoer 182 heeft een ringvormig lichaam met een onderste pen 188 en een kanteelvormig boveneind 198 met opwaarts uitstekende aanslagen 202. Het binnendiametervlak van de moer 182 omvat schroefdraad 204 die kan worden geschroefd op de uitwendige schroef-35 draad 118 van het buishangerlichaam 110.The hold-down and seal assembly 180 is shown in FIG. 2B and 2C, in engagement with the hold-down tool 200 and operated in the hold-down position. The hold down seal assembly 180 includes a stationary portion 184 which is rotatably mounted on a rotating portion or packing nut 30 by a holding means 186. The packing nut 182 has an annular body with a lower pin 188 and a crenellated top end 198 with upwardly projecting stops 202. The inner diameter face of the nut 182 includes screw thread 204 that can be screwed onto the external screw thread 118 of the tube hanger body 110.

Het stilstaande deel 184 heeft een ringvormig lichaam 216 en omvat een afdichtmiddel 210 om af te dichten tussen de inwendige boringwand 61 van de putkop 24 en het uitwendige afdichtvlak 140 van de buishanger 50 en een neer-40 houdbedieningsmiddel 212 om de grendelring 144 te bedienen 8300566 4 - 20 - in neerhoudende aangrijping in de groef 68 van de putkop 24. Het ringvormige lichaam 216 is een continu en in één geheel gevormd metalen deel en omvat een bovenste aandrijfdeel 218, een tussenliggend Z-deel 220 en een onderste nokdeel· 222.The stationary portion 184 has an annular body 216 and includes a sealant 210 to seal between the inner bore wall 61 of the wellhead 24 and the outer sealing surface 140 of the tube hanger 50 and a hold down actuator 212 to actuate the locking ring 144 8300566 4 - 20 - in downward engagement with the groove 68 of the wellhead 24. The annular body 216 is a continuous and integral metal part and includes an upper drive part 218, an intermediate Z part 220 and a lower cam part · 222.

5 Het bovenste aandrijfdeel 218 omvat een boven ste tegenboring 190 die roteerbaar de onderste pen 188 van de pakkingmoer 182 opneemt. Het vasthoudmiddel 186 omvat een binnenste en buitenste loopvlak in de tegenboring 190 en de pen 188, die vasthoudrolkegels of kogels 196 bevatten. Het 10 vasthoudmiddel 186 draagt geen belasting en wordt niet gebruikt om een koppel of axiale kracht over te brengen van de pakkingmoer 182 op het stilstaande deel 184. Een leger 205 is aangebracht boven het afdichtmiddel 210 en omvat leger-ringen 206, 208 die zijn aangebracht tussen de bodem van.de 15 tegenboring 190 en het ondereind van de pen 188. De leger-ringen 206, 208 hebben een lage wrijvingscoëfficient om een glijdendë aanraking daartussen toe te laten bij de bediening van het neerhoudbedieningsmiddel 212 en het afdichtmiddel 210. Het leger 205 wordt dus gebruikt om een axiale 20 kracht over te brengen van de pakkingmoer 182 op het stilstaande deel 184. De vasthoudkogels 196 houden roterend alleen het stilstaande deel 184 vast op de pakkingmoer 182. _The upper drive member 218 includes an upper counterbore 190 which rotatably receives the lower pin 188 of the packing nut 182. The retaining means 186 includes an inner and outer tread in the counterbore 190 and the pin 188, which contain retaining roll cones or balls 196. The holding means 186 carries no load and is not used to transmit a torque or axial force from the packing nut 182 to the stationary portion 184. A bearing 205 is disposed above the sealant 210 and includes bearings 206, 208 which are mounted between the bottom of the counterbore 190 and the lower end of the pin 188. The bearing rings 206, 208 have a low coefficient of friction to allow a sliding contact between them when operating the hold-down actuator 212 and the sealant 210. The bearing 205 is thus used to transmit an axial force from the packing nut 182 to the stationary part 184. The retaining balls 196 rotatably retain only the stationary part 184 on the packing nut 182.

Het neerhoudbedieningsmiddel 212 omvat een onderste nokdeel 222 met een omlaag en naar buiten gericht 25 nokvlak 224 (afgebeeld in Fig. 2C) dat met nokwerking aangrijpt op de nokkop 156 van de grendelring 144, en een bovenste aandrijfdeel 218 en een tussenliggend Z-deel 220 voor overbrenging van de axiale kracht van de pakkingmoer 182 op het onderste nokdeel 222.The hold down actuator 212 includes a lower cam portion 222 with a downward and outwardly facing cam face 224 (shown in Fig. 2C) that engages the cam head 156 of the locking ring 144 with cam action, and an upper drive portion 218 and an intermediate Z portion 220 for transmitting the axial force of the packing nut 182 to the lower cam portion 222.

30 Het afdichtmiddel 210 omvat het Z-deel 220 en elastomere steunafdichtingen 330, 332 die hierna in detail zullen worden beschreven in verband met Fig. 4, en het bovenste aandrijfdeel 218 en het onderste nokdeel 222 om het tussenliggende Z-deel 220 samen te drukken. Het afdichtmiddel 35 210 is een combinatie van een primaire metaal-op-metaal af dichting en een secondaire elastomere afdichting. Dat de pre-maire afdichting een metaal-op-metaal afdichting is heeft het voordeel dat het niet zo snel verslechtert als een elastomere afdichting.The sealant 210 includes the Z-section 220 and elastomeric support seals 330, 332 which will be described in detail below in connection with FIG. 4, and the upper drive portion 218 and the lower cam portion 222 to compress the intermediate Z portion 220. The sealant 210 is a combination of a primary metal-to-metal seal and a secondary elastomeric seal. The fact that the primary seal is a metal-to-metal seal has the advantage that it does not deteriorate as quickly as an elastomeric seal.

40 Het neerhoud- en afdichtsamenstel 180 wordt 8300566 * ** - 21 - * neergelaten in de put op de buishanger 50 door een neerlaat-gereedschap 200. Het neerlaatgereedschap 200 omvat een doorn 230, die het hoofdlichaam van het gereeschap 200 is, een ver-bindingslichaam of huls 240, een mantel of buitenhuis 250 5 en een samenstelmoer 260. De doorn 230 omvat een bovenste peneind 232 met inwendige schroefdraad 234 voor verbinding met de onderste pijpsectie van de boordpijp 236 die zich uitstrekt naar het oppervlak 18 en een onderste mofeind 238 ook met inwendige schroefdraad. Boven het mofeind 238 is 10 een ringvormig groefdeel 242 met gereduceerde diameter aangebracht. Een ander deel 248 met gereduceerde diameter is aangebracht boven het groefdeel 242 en vormt een ringrand 252. Onder het bovenste peneind 232 en boven het deel 248 met gereduceerde diameter bevindt zich een derde van schroef-15 draad voorzien deel 254 met gereduceerde diameter (afgebeeld in Fig. 2A) met een diameter die kleiner is dan die van de delen 242 en 248.40 The hold down and seal assembly 180 is lowered 8300566 * ** - 21 - * into the well on the tube hanger 50 through a lowering tool 200. The lowering tool 200 includes a mandrel 230, which is the main body of the tool 200, a far -bonding body or sleeve 240, a jacket or outer sleeve 250, and an assembly nut 260. The mandrel 230 includes an internally threaded top pin end 232 for connection to the bottom pipe section of the down pipe 236 extending to the surface 18 and a bottom socket end. 238 also with internal thread. Above the socket end 238, an annular groove portion 242 of reduced diameter is provided. Another reduced diameter portion 248 is disposed above the groove portion 242 to form an annulus 252. Below the upper pin end 232 and above the reduced diameter portion 248 is a third threaded portion 254 of reduced diameter (shown in Fig. 2A) with a diameter smaller than that of parts 242 and 248.

Het verbindingslichaam of de huls 240 omvat een boring 246 die'telescopisch kan worden aangebracht over 20 de ringrand 252 en het mofeind 238. Het verbindingslichaam 240 wordt telescopisch opgenomen in de ringruimte die is gevormd door de doorn 230 en de mantel 250. De rand 252 omvat ringvormige afdichtgroeven 258, 262 met 0-ringen 264 resp.The connector body or sleeve 240 includes a bore 246 that can be telescopic over the annulus 252 and the sleeve end 238. The connector body 240 is telescoped into the annulus formed by the mandrel 230 and the jacket 250. The edge 252 includes annular sealing grooves 258, 262 with O-rings 264, respectively.

266 voor afdichtende aanraking met het binnenvlak van de 25 boring 246. Het boveneind van het verbindingslichaam 240 omvat een naar binnen gerichte radiale ringflens 268 met een glijdende passing met het oppervlak van het deel 248 met gereduceerde diameter. Het ondereind van het verbindingslichaam 240 heeft een deel 270 met gereduceerde diameter 30 dat verschuifbaar kan worden opgenomen door de boring 272 van de buishanger 50. Het deel 270 met gereduceerde diameter vormt een omlaag gekeerde ringschouder 274 die aangrijpt op het boveneind 276 van de buishanger 50 bij het plaatsen van het neerlaatgereedschap 200, het neerhoud- en afdichtsamen-35 stel 180 op de buishanger 50 in de putkop 24. Het deel 270 met gereduceerde diameter heeft meerdere in de omtreksrich-ting op afstand geplaatste sleuven of vensters 278 waarin verschuifbaar segmenten of klauwen 280 zijn opgenomen die meerdere tanden 282 hebben die kunnen worden opgenomen door 40 groeven 120 van de buishanger 50 om het neerlaatgereedschap 8300566 s' - 22 - 200 te verbinden met de buishanger 50. De klauwen 280 hebben een bovenste uitsteeksel 284 dat is opgenomen in een ring-groef 186 om de bovenste binnenomtrek van de vensters 278 . Boven de vensters 278 bevinden zich meerdere afdichtgroeven 5 288, 290 met O-ringen 292, 294 die in afdichtende aanraking zijn met de afdichtboring 272 van de buishanger 50. Bij het bovenste buiteneind van het verbindingslichaam 240 bevindt zich een snapringgroef 296 waarin een snapring 298 is geplaatst die wordt gebruikt bij het samenstellen van het 10 neerlaatgereedschap 200 zoals hierna wordt beschreven. De klauwen 280 klappen terug in het groefdeel 242 nadat het onderste mofeind 238 is bewogen in de onderste stand, zoals is afgeheeld, bij het uitoefenen van een koppel op het gereedschap 200 om het neerhoud- en afdichtsamenstel 180 in 15 te stellen.266 for sealing contact with the inner surface of the bore 246. The top end of the connecting body 240 includes an inwardly directed radial ring flange 268 with a sliding fit with the surface of the reduced diameter portion 248. The lower end of the connecting body 240 has a reduced diameter portion 270 slidably received by the bore 272 of the tube hanger 50. The reduced diameter portion 270 forms a downwardly facing ring shoulder 274 that engages the top end 276 of the tube hanger 50 when placing the lowering tool 200, the hold-down and seal assembly 180 on the tube hanger 50 in the wellhead 24. The reduced diameter portion 270 has multiple circumferentially spaced slots or windows 278 in which sliding segments or jaws 280 are included which have multiple teeth 282 that can be received by 40 grooves 120 of the tube hanger 50 to connect the lowering tool 8300566 s' - 22 - 200 to the tube hanger 50. The jaws 280 have an upper projection 284 contained in a ring groove 186 around the top inner circumference of windows 278. Above the windows 278 are a plurality of sealing grooves 5 288, 290 with O-rings 292, 294 in sealing contact with the sealing bore 272 of the tube hanger 50. At the upper outer end of the connecting body 240 there is a snap ring groove 296 in which a snap ring 298 that is used in assembling the lowering tool 200 as described below. The jaws 280 fold back into the groove portion 242 after the lower sleeve end 238 has been moved into the lower position, as offset, upon applying torque to the tool 200 to adjust the hold-down and seal assembly 180.

De mantel of buitenhuis 250 omvat een in het algemeen buisvormig lichaam met een bovenste naar binnen gekeerd radiaaldeel 300, een middelste deel 302, een over-gangsdeel 304 en een onderste bedieningsdeel 306. De delen 20 300, 302, 304 en 306 grenzen aan elkaar en hebben afmetingen om telescopisch het boveneind 276 van de buishanger 50 op te nemen, het verbindingslichaam 24Oi-_en_ de doorn 230. Het onderste bedieningsdeel 306 heeft een kanteelvormig Ondereind 308 dat ingrijpt in het bovenste kanteelvormige eind 25 198 van de pakkingmoer 182 waardoor een koppel kan worden overgebracht van het neerlaatgereedschap 200 op het neerhoud- en afdichtsamenstel 180. De binnendiameter van het bedieningsdeel 306 is groot genoeg om vrij te lopen van de buitendiameter van de schroefdraad 118 op de buishanger 50. 30 Het middelste deel 302 neemt verschuifbaar het verbindingslichaam 240 op. Het deel 302 omvat een inwendige ringgroef 310 die de op het verbindingslichaam 240 gemonteerde snapring 298 opneemt bij het loskoppelen van het neerhoudgereedschap 200 van het neerhoud- en afdichtsamenstel 35 180 en de buishanger 50 zoals hierna wordt beschreven. Het deel 302 heeft meerdere schroefdraadboringen 312 die zich uitstrekken vanaf zijn buitenomtrek naar de groef 310 waardoor bouten (niet afgebeeld) kunnen worden geschroefd in de groef 301 om te verhinderen dat de snapring 298 in in-40 grijping komt met de groef 310 tijdens het terugstellen van 8300566 % - 23 - ' het neerlaatgereedschap 200 op een andere buishanger. De snapring 298 heeft een bovenste nokvlak 316 dat aangrijpt op de einden van de bouten. Zodra het verbindingslichaam 240 is opgenomen in het bovenste deel van de ringzone die is gevormd 5 door de buitenhuis 250 en de doorn 230 waardoor de snapring 298 boven de ringgroef 310 ligt, kan het verbindingslichaam 240 niet worden verwijderd zonder dat de snapring 298 in de groef 310 grijpt. Om het verbindingslichaam 24Q te verwijderen na het terugstellen van het neerlaatgereedschap 200 worden 10 dus bouten geschroefd in de boringen 312 om de groef 310 te sluiten en te verhinderen dat de groef 310 de snapring 298 opneemt. Hierdoor kan het verbindingslichaam 240 omlaag bewegen op de doorn 230 voor verbinding met een andere buishanger .The shell or outer sleeve 250 includes a generally tubular body with an upper inwardly radial portion 300, a middle portion 302, a transition portion 304, and a lower actuation portion 306. Parts 300, 302, 304, and 306 are adjacent to each other and have dimensions to telescopically receive the top end 276 of the tube hanger 50, the connecting body 24O-and-the mandrel 230. The lower actuating member 306 has a crenellated End 308 that engages the upper crenellated end 25 198 of the packing nut 182 to provide torque. can be transferred from the lowering tool 200 to the hold-down and seal assembly 180. The inner diameter of the actuating member 306 is large enough to run clear of the outer diameter of the thread 118 on the tube hanger 50. The center portion 302 slidably receives the connecting body 240 on. The portion 302 includes an inner annular groove 310 that receives the snap ring 298 mounted on the connector body 240 when disconnecting the hold-down tool 200 from the hold-down and seal assembly 35 180 and the tube hanger 50 as described below. The portion 302 has multiple threaded bores 312 that extend from its outer circumference to the groove 310 allowing bolts (not shown) to be screwed into the groove 301 to prevent the snap ring 298 from engaging the groove 310 during reset. of 8300566% - 23 - the lowering tool 200 on another tube hanger. Snap ring 298 has an upper cam surface 316 that engages the ends of the bolts. Once the connector body 240 is received in the upper portion of the ring zone formed by the outer sleeve 250 and the mandrel 230 through which the snap ring 298 is located above the ring groove 310, the connector body 240 cannot be removed without the snap ring 298 in the groove 310 intervenes. Thus, to remove the connector body 24Q after resetting the lowering tool 200, bolts are screwed into the bores 312 to close the groove 310 and prevent the groove 310 from receiving the snap ring 298. This allows the connecting body 240 to move down on the mandrel 230 for connection to another tube hanger.

^ Het overgangsdeel 304 verbindt het bedienings- deel 306 en het middelste deel 302 om een aanpassing te verschaffen voor de diameterverandering. Stromingspoorten 318 zijn aangebracht in het overgangsdeel 304 om .terugkerend cement door de buitenhuis 250 in de ringruimte 134 te laten 20 stromen.The transition portion 304 connects the operating portion 306 and the middle portion 302 to provide an adjustment for the diameter change. Flow ports 318 are provided in the transition portion 304 to allow returning cement to flow through the outer tube 250 into the annulus 134.

Het radiale bovendeel 300 heeft een kanteelvormig ringvormig binnenvlak dat een spieverbinding 320 "—— vormt met de doorn 230 om een koppel over te brengen. ...The radial top portion 300 has a crenellated annular inner surface that forms a keyed connection 320 to the mandrel 230 to transmit torque.

Thans verwijzend naar Fig. 2A en 2B heeft 25 de samenstelmoer 260 inwendige schroefdraad 324 voor een schroefverbinding bij 322 met schroefdraad 235 van het deel 254 met gereduceerde diameter van de doorn 230. Het onder-eindvlak van de samenstelmoer 260 drukt tegen het boveneind van de buitenhuis 250 om de buitenhuis 250 op de doorn 230 30 te houden.Referring now to FIG. 2A and 2B, the assembly nut 260 has internal threads 324 for screw connection at 322 to thread 235 of the reduced diameter portion 254 of the mandrel 230. The bottom end face of the assembly nut 260 presses against the top end of the outer sleeve 250 about the outer sleeve 250 on the mandrel 230 30.

In bedrijf is de pakkingmoer 182 slechts gedeeltelijk geschroefd op schroefdraad 118 aan de bovenzijde van de buishanger 50 zodat de doorn 230 is gemonteerd in de neerlaatstand op de buishanger 50. In de neerlaatstand ligt 35 de ringrand 252 aan tegen de schouder 269 die is gevormd door de radiale ringflens 268 op het verbindingslichaam 240.In operation, the packing nut 182 is only partially threaded onto screw thread 118 on the top of the tube hanger 50 so that the mandrel 230 is mounted in the lower position on the tube hanger 50. In the lower position, the ring edge 252 abuts the shoulder 269 formed by the radial annular flange 268 on the connecting body 240.

Het buisvormige buitenvlak van het mofeind 238 grenst aan en is in aangrijping met de binnenzijde van de klauwen 280 waardoor de tanden 282 worden gedrukt in de groeven 120 van 8300566 - 24 - ' van de buishanger 50 waardoor de ontkoppeling van het neer-laatgereedschap 200 en de buishanger 50 wordt verhinderd, terwijl deze worden neergelaten in de put op de boorpijp 236. De neerlaatstand van het neerlaatgereedschap 200 is 5 niet afgebeeld in de Fig.The tubular outer surface of the sleeve end 238 is adjacent to and engages the inside of the jaws 280 whereby the teeth 282 are pressed into the grooves 120 of 8300566 - 24 - of the tube hanger 50 thereby disengaging the lowering tool 200 and the tube hanger 50 is prevented from being lowered into the well on the drill pipe 236. The lowering position of the lowering tool 200 is not shown in Figs.

Na het plaatsen van het vlak 132 van de schouderring 128 van de buishanger 50 op de steunschouder 80 van de huiszitting 70 in de putkop 24 wordt de bekledings-verbuizing 44 op zijn plaats gecementeerd in het boorgat 42. 10 Nadat de cementeerbewerking is voltooid, wordt het neerlaatgereedschap 200 gedraaid en wordt een koppel overgebracht op het neerhoud- en afdichtsamenstel 180 om het neerhoud- en afdichtsamenstel 180 te bedienen in de neerhoudstand die is afgebeeld in Fig. 2B en 2C. De draaiing van de boorpijp 236 15 aan het oppervlak 18 veroorzaakt dat de doorn 230 draait, die de buitenhuis 250 draait door middel van de spieverbin-ding 320. Het koppel van de buitenhuis 250 wordt overgebracht op de pakkingmaer 132 aan de kanteelvormige verbinding van de aanslagen 202 van de moer 182 en het ondereind 308 van de 20 huls 250. De pakkingmoer 182 plaatst een axiale belasting op het neerhoud- en afdichtsamenstel 180, waardoor hét nok-deel 222 van_het neerhoudbedieningsmiddel 212 met nokwerking in aangrijping komt met~3e~Tiokkop 156 van de grendelring 144. Deze nokwerking expandeert de grendelring 144 in de putkop-25 groef 68 voor aangrijping met het putkophuis 46 om de buishanger 50 in de putkop 24 neer te houden en te vergrendelen zoals is afgebeeld in Fig. 2. Het afdichtmiddel 210 is nog niet bediend om af te dichten tussen de bovenste ringruimte 134 en de onderste ringruimte 130. De grendelring 144 ver-30 eist slechts een vooraf bepaalde nokbelasting voor bediening en heeft derhalve een vooraf bepaalde samentrekspanning. Het afdichtmiddel 210 is in dwarsdoorsnede ontworpen om de verzekeren dat het afdichtmiddel 210 niet voortijdig zal worden samengedrukt bij de bediening en nokwerking van de grendel-35 ring 144 door het neerhoudbedieningsmiddel 212. De belasting die is vereist om het afdichtmiddel 210 samen te drukken is aanzienlijk groter dan die welke is vereist om de grendelring 144 te expanderen en bedienen. De doorn 230 beweegt omlaag met de mantel 250 bij de bediening van het neerhoud-40 en afdichtsamenstel 180. Deze neerwaartse beweging van de 8300566 - 25 - » * doorn 230 maakt de klauwen 280 vrij.After placing the face 132 of the shoulder ring 128 of the tube hanger 50 on the support shoulder 80 of the housing seat 70 in the wellhead 24, the casing 44 is cemented in place in the borehole 42. After the cementing operation is completed, the lowering tool 200 is rotated and torque is transmitted to the hold-down and seal assembly 180 to operate the hold-down and seal assembly 180 in the hold-down position shown in FIG. 2B and 2C. The rotation of the drill pipe 236 on the surface 18 causes the mandrel 230 to rotate, which rotates the outer sleeve 250 by means of the splice connection 320. The torque of the outer sleeve 250 is transferred to the grommet 132 on the crenellated connection of the stops 202 of the nut 182 and the lower end 308 of the sleeve 250. The packing nut 182 places an axial load on the hold down and seal assembly 180, thereby engaging the cam portion 222 of the hold down actuator 212 with cam action with ~ 3rd ~ Ti head. 156 of the locking ring 144. This cam action expands the locking ring 144 in the wellhead 25 groove 68 for engagement with the wellhead housing 46 to hold and lock the tube hanger 50 in the wellhead 24 as shown in FIG. 2. The sealant 210 has not yet been operated to seal between the upper ring space 134 and the lower ring space 130. The locking ring 144 requires only a predetermined cam load for operation and therefore has a predetermined contraction tension. The sealant 210 is designed in cross-section to ensure that the sealant 210 will not be prematurely compressed in the operation and cam action of the latch ring 144 by the hold-down actuator 212. The load required to compress the sealant 210 is substantial. larger than that required to expand and operate the locking ring 144. The mandrel 230 moves downwardly with the sheath 250 upon actuation of the hold-down 40 and seal assembly 180. This downward movement of the 8300566 mandrel 230 releases the claws 280.

Voor een beschrijving van het afdichtmiddel 210 zal nu worden verwezen naar Fig. 4 en 4A, die het afdichtmiddel 210 in de neerlaat- en vasthoudstand resp. de 5 afdichtstand tonen. Het afdichtmiddel 210 omvat een metalen Z-deel 220, bovenste en onderste elastomere delen 330 resp. 332 en een bovenste aandrijfdeel 218 en een onderste nokdeel 222 om het Z-deel 220 en de elastomere delen 330, 332 samen te drukken. Het metalen ringvormige Z-deel 220 omvat meer-10 dere ringvormige schakels 334, 336, 338 die met elkaar zijn verbonden door ringvormige metalen verbindingsringen 340, 342 en zijn verbonden met het bovenste aandrijfdeel 218 door de bovenste metalen verbindingsring 344 en met het onderste nokdeel 222 door de onderste metalen verbindingsring 346.For a description of the sealant 210, reference will now be made to FIG. 4 and 4A, which hold the sealant 210 in the lowering and holding position, respectively. show the 5 sealing position. The sealant 210 includes a metal Z part 220, upper and lower elastomeric parts 330, respectively. 332 and an upper drive part 218 and a lower cam part 222 for compressing the Z part 220 and the elastomeric parts 330, 332. The metal Z-shaped annular part 220 comprises multiple annular links 334, 336, 338 which are connected together by annular metal connecting rings 340, 342 and are connected to the upper driving part 218 by the upper metal connecting ring 344 and to the lower cam part 222 through the lower metal connection ring 346.

15 De schakels 334, 336, 338 samen met de ver bindingsringen 340, 342, 344 en 346 vormen een positieve verbindingsschakel van de onderzijde naar de bovenzijde tussen het onderste nokdeel 222 en het bovenste aandrijfdeel 218. Deze positieve verbindingsschakel veroorzaakt dat 20 de schakels 334, 336 en 338 in een schuinere losgemaakte stand ten opzichte van de putkop 24 en de buishanger 50 bewegen bij het terugtrekken en ontkoppelen van het afdichtmiddel 210 en het bedieningsmiddel 212 uit de putkop—24. Verder verschaft deze positieve verbindingsschakel een me-25 talen verbinding die zich uitstrekt vanaf het aandrijfdeel 218 naar het onderste nokdeel 222 om een positieve opwaartse belasting te kunnen uitoefenen op het onderste nokdeel 222 bij het ontkoppelen. Behalve voor het voordeel van dit terugtrekken zijn de verbindingsringen 340, 342, 344 en 346 niet 30 vereist.The links 334, 336, 338 together with the connecting rings 340, 342, 344 and 346 form a positive connecting link from the bottom to the top between the lower cam part 222 and the upper driving part 218. This positive connecting link causes the links 334 , 336 and 338 move in an obliquely disengaged position relative to the wellhead 24 and the tube hanger 50 upon withdrawal and disengagement of the sealant 210 and the actuator 212 from the wellhead-24. Furthermore, this positive connecting link provides a metal connection that extends from the driving part 218 to the lower cam part 222 to be able to apply a positive upward load to the lower cam part 222 when disengaging. Except for the benefit of this retraction, the connecting rings 340, 342, 344, and 346 are not required.

De verbindingsringen 344, 346 bij het aandrijfdeel 218 resp. het nokdeel 222 moeten een minimum lengte hebben om een afdichtende aanraking met de ringvormige schakels 334 en 338 te verzekeren. Als de verbindingsringen 344, 35 346 te kort zijn, zal er onvoldoende buiging zijn om de scha kels 334 en 338 in aanraking te brengen met de oppervlakken 61 resp. 140. Omdat het aandrijfdeel 218 en het nokdeel 222 massief zijn in vergelijking met de verbindingsringen 344, 346, zullen de betrekkelijk massieve delen 218, 222 niet bui-40 gen en de afdichtende aangrijping van de schakels 334, 338 8300566 \ ' - 26 - toelaten. Het is dus belangrijk dat de verbindingsringen 344, 346 deze buiging toelaten. De verbindingsringen 340, 342, 344 en 346 vormen een plaatselijk contactpunt met hoge spanning langs het metalen Z-deel 220.The connecting rings 344, 346 at the drive part 218, respectively. the cam portion 222 must have a minimum length to ensure a sealing contact with the annular links 334 and 338. If the connecting rings 344, 35, 346 are too short, there will be insufficient bending to contact the links 334 and 338 with the surfaces 61 and 61, respectively. 140. Since the drive part 218 and cam part 222 are solid compared to the connecting rings 344, 346, the relatively solid parts 218, 222 will not flex and the sealing engagement of the links 334, 338 8300566-26. to allow. It is therefore important that the connecting rings 344, 346 allow this bending. The connecting rings 340, 342, 344 and 346 form a high voltage local contact point along the metal Z part 220.

5 Het metalen Z-deel is gemaakt van zeer zacht strekbaar staal zoals roestvrijstaal 316. Dit metaal moet een strekgrens van ongeveer 2800 bar hebben. Deze strekgrens is minder dan de helft van de strekgrens van ongeveer 5950 bar van het materiaal voor de putkop 24 en de hanger 50. Bij 10 afdichtende aanraking van het metalen Z-deel 220, vervormt het metalen Z-deel 220 plastisch terwijl het oppervlak 61 van de putkop 24 en het oppervlak 140 van de hanger 50 de neiging hebben om elastisch te vervormen. Als er een onvolkomenheid in de oppervlakken 61, 140 is, zal de strekbaar-15 heid van het materiaal van het ringvormige Z-deel 220 toelaten dat dit materiaal vervormd wordt of vloeit in de toppen en dalen van de onvolkomenheden van de oppervlakken 61, 140 om een metaal-op-metaal afdichting met hoge samendruk-king te verkrijgen. Het metalen Z-deel 220 kan dus in af-20 dichtende aanraking met de wanden 61, 140 van de putkop 24 resp. de buishanger 50 worden gedrukt bij bediening.5 The metal Z part is made of very soft stretchable steel such as stainless steel 316. This metal must have a yield point of approximately 2800 bar. This tensile limit is less than half the tensile limit of about 5950 bar of the material for the wellhead 24 and hanger 50. At 10 sealing contact of the metal Z part 220, the metal Z part 220 plastically deforms while the surface 61 of the well head 24 and the surface 140 of the hanger 50 tend to elastically deform. If there is a flaw in the surfaces 61, 140, the stretchability of the material of the annular Z-section 220 will allow this material to deform or flow into the tops and troughs of the imperfections of the surfaces 61, 140 to obtain a high compression metal-to-metal seal. The metal Z-part 220 can thus, in sealing contact with the walls 61, 140 of the wellhead 24, respectively. the tube hanger 50 is pressed upon operation.

De bovenste, tussenliggende en onderste ring-~~vormige schakels 334, 336 resp. 338 hebben elk een diamantvormige doorsnede. Daar de doorsnede van de schakels 334, 25 336, 338 althans nagenoeg hetzelfde is, zal een beschrijving van de schakel 336 dienen als een beschrijving van de schakels 334,338. De ringvormige schakel 336 omvat althans nagenoeg evenwijdige ringvormige boven- en onderzijden 348 resp. 350, waarbij de bovenzijde 348 in het algemeen omhoog is 3Ό gericht en de onderzijde 350 in het algemeen omlaag is gericht, althans nagenoeg evenwijdige ringvormige binnen- en buitenzijden 352 resp. 354 waarbij de buitenzijde 352 radiaal buitenwaarts is gericht en de binnenzijde 354 radiaal binnenwaarts is gericht, en evenwijdige ringvormige binnenste en 35 buitenste afdichtcontactranden 356 resp. 358. De ringvormige schakels 334, 338 hebben vergelijkbare boven- en onderzijden, binnen- en buitenzijden en binnenste en buitenste afdichtcontactranden .The top, intermediate, and bottom annular links 334, 336, and 44 respectively. 338 each have a diamond-shaped cross section. Since the cross section of the links 334, 336, 338 is substantially the same, a description of the link 336 will serve as a description of the links 334,338. The annular link 336 comprises at least substantially parallel annular tops and bottoms 348, respectively. 350, with the top 348 generally facing upward 3Ό and the bottom 350 generally facing downward, at least substantially parallel annular inner and outer sides 352 and 352, respectively. 354 with the outer side 352 facing radially outward and the inner side 354 facing radially inwardly, and parallel annular inner and outer sealing contact edges 356, respectively. 358. The annular links 334, 338 have similar top and bottom sides, inner and outer sides, and inner and outer sealing contact edges.

In de neerhoudstand, worden de afdichtcontact-40 randen van de schakels 334, 336, 338 althans nagenoeg even- 8300566 . 0 - 27 - wijdig vervormd met de boringwand 61 van het putkophuis 46 en de buitenwand 140 van de buishanger 50. De bovenste ver-bindingsring 344 strekt zich uit van het ondereind 364 van het bovenste aandrijfdeel 218 naar de bovenzijde 335 van de 5 bovenste schakel 334 om een ringvormig kanaal 366 te vormen.In the hold-down position, the sealing contact 40 edges of the links 334, 336, 338 become at least substantially 8300566. 0-27 - widely deformed with the bore wall 61 of the wellhead housing 46 and the outer wall 140 of the pipe hanger 50. The top connecting ring 344 extends from the bottom end 364 of the top drive member 218 to the top 335 of the top link. 334 to form an annular channel 366.

De metalen verbindingsring 340 strekt zich uit van de onderzijde 337 van de bovenschakel 334 naar de bovenzijde 348 van de tussenliggende schakel 336 op een ringvormig kanaal 368 te vormen en de metalen verbindingsring 342 strekt zich uit 10 van de onderzijde 350 van de tussenliggende schakel 336 naar de bovenzijde 339 van dè onderschakel 338 om een ringvormig kanaal 370 te vormen. De onderste verbindingsring 346 strekt zich uit vanaf de onderzijde 34l van de onderste schakel 338 naar het boveneind 372 van het onderste nokdeel 222 om een 15 ringvormig kanaal 374 te vormen. De ringvormige kanalen 366, 368, 370 en 372 tussen aangrenzende randen zorgen om het buigen van het Z-deel 220 op voorafbepaalde plaatsen te bereiken, namelijk bij de verbindingsringen 340, 342, 344 en 346. Het ondereind 364 van het aandrijfdeel 218 is althans nagenoeg 20 evenwijdig met de bovenzijde 335 van de bovenschakel 334 en het boveneind 372 van het nokdeel 222 is althans nagenoeg evenwijdigLmet jie onderzijde 341 van de onderste schakel 338.The metal link ring 340 extends from the bottom 337 of the top link 334 to form the top 348 of the intermediate link 336 to form an annular channel 368 and the metal link ring 342 extends from the bottom 350 of the intermediate link 336 to the top 339 of the sub link 338 to form an annular channel 370. The lower connecting ring 346 extends from the bottom 341 of the lower link 338 to the upper end 372 of the lower cam portion 222 to form an annular channel 374. The annular channels 366, 368, 370 and 372 between adjacent edges allow to reach the bending of the Z part 220 at predetermined locations, namely at the connecting rings 340, 342, 344 and 346. The bottom end 364 of the drive part 218 is at least substantially parallel to the top 335 of the top link 334 and the top end 372 of the cam portion 222 is at least substantially parallel to the bottom 341 of the lower link 338.

In de neerlaat- en neerhdddstanden hebben de buitenste en binnenste afdichtcontactranden dezelfde diameter als de bui-25 ten- en binnendiameters van het bovenste aandrijfdeel 218 resp. het onderste nokdeel 222.In the lower and lower positions, the outer and inner sealing contact edges have the same diameter as the outer and inner diameters of the upper drive member 218, respectively. the lower cam part 222.

De bovenste en onderste elastomere delen 330, 332 zijn gevormd in overeenstemming met de vorm van de door de schakels 334, 336, 338 gevormde ringgroeven 376, 378 en 30 zijn verbonden met de schakels 334, 336, 338. De bovenste en onderste elastomere delen 330, 332 hebben buitenste en binnenste ringvormige verticale afdichtvlakken 380 resp. 382, die afdichtend kunnen aangrijpen op de boringwand 61 en de buitenwand 140 in de afdichtstand. De ringvormige boven- en 35 onderranden die zijn gevormd door de afdichtvlakken 380, 382 zijn afgeschuind om een vervorming van de delen 330, 332 in de afdichtstand toe te laten bij samendrukking. De elastome-redelen 330, 332 zijn ook afgeschuind om een voorafbepaalde vervorming van de delen 330, 332 tussen de schakels 334, 336, 40 338 toe te laten. Hoewel de doorsneden van de elastomere de- 8300566 \ - 28 - len 330, 332 althans nagenoeg hetzelfde is, kan het binnenste elastomere deel 332 meer zijn afgeschuind of afgesneden dan het buitenste elastomere deel 330 om een voortijdige extrusie van de delen 330, 332 te vermijden voordat de scha-5 kels 334, 336, 338 een anti-extrusieafdichting vormen met de boringwand 61 van de putkop 24 en het buitenste afdicht-vlak 140 van de puthanger 50.The upper and lower elastomeric parts 330, 332 are formed in accordance with the shape of the annular grooves 376, 378 and 30 formed by the links 334, 336, 338 are connected to the links 334, 336, 338. The upper and lower elastomeric parts 330, 332 have outer and inner annular vertical sealing surfaces 380, respectively. 382, which can sealingly engage the bore wall 61 and the outer wall 140 in the sealing position. The annular top and bottom edges formed by the sealing surfaces 380, 382 are chamfered to allow deformation of the parts 330, 332 in the sealing position when compressed. The elastome parts 330, 332 are also chamfered to allow a predetermined deformation of the parts 330, 332 between the links 334, 336, 40, 338. Although the cross-sections of the elastomeric parts 330, 332 are at least substantially the same, the inner elastomeric part 332 may be more chamfered or cut than the outer elastomeric part 330 to prevent premature extrusion of the parts 330,332 before links 334, 336, 338 form an anti-extrusion seal with the bore wall 61 of the wellhead 24 and the outer sealing surface 140 of the well hanger 50.

Het verdient de voorkeur dat het afdichtmid-del 210 tenminste drie schakels omvat. Dit aantal verdient 10 de voorkeur omdat -het een anti-extrusieschakel verschaft voor elke zijde van de elastomere delen 330, 332. Ook verschaffen de drie schakels 334, 336, 338 een symmetrisch ontwerp. Het afdichtmiddel 280 zou echter een of meer schakels kunnen omvatten en zou wel een serie schakels kunnen omvat-15 ten die meerdere elastische delen opsluiten. De oppervlakken 364 en 372 van het aandrijfdeel 218 resp. het onderste nokdeel 222 zouden bij voorkeur taps zijn uitgevoerd in dezelfde richting als de aangrenzende schakels zoals de schakels 334 en 338 die zijn afgebeeld in het bij voorkeur toe-20 gepaste ontwerp.It is preferred that the sealant 210 includes at least three links. This number is preferred because it provides an anti-extrusion link for each side of the elastomeric members 330, 332. Also, the three links 334, 336, 338 provide a symmetrical design. However, the sealant 280 may include one or more links and may comprise a series of links that enclose multiple elastic members. The surfaces 364 and 372 of the drive part 218, respectively. the lower cam portion 222 would preferably be tapered in the same direction as the adjacent links such as links 334 and 338 shown in the preferred design.

De diamantvormige doorsnede van de schakels 334, 336, 338 laat toe dat het middelste deel van de schakels 334, 336, 338 zeer stijf is. Omdat een dik middendeel is verschaft, zullen de gereduceerde zones aan de einden van de 25 schakels 334, 336, 338 de zone vormen, die zal meegeven of buigen zoals de zone aangrenzend aan de verbindingsringen 340, 342, 344, 346. Het is niet wenselijk dat de schakels 334, 336, 338 buigen of meegeven aan hun middelste deel. De bijzondere diamantvormige doorsnede die is afgebeeld treedt 30 echter slechts op ten gevolge van het gemak van fabrikage van deze vorm. De schakels 334, 336 en 338 zouden een continue convexe of ellipsvormige vorm kunnen hebben. Deze vorm kan worden aangeduid als frustoconoidisch. Dit verschaft een uitstekend middelste deel. Als de doorsnede van de schakels 35 334, 336, 338 dezelfde dikte had, zouden de schakels 334, 336, 338 de neiging kunnen hebben om te buigen aan hun middelste deel. Hoewel de schakels 334, 336, 338 bij voorkeur een verdikt middelste deel hebben om het punt van buiging aan de randen voor een vooraf bepaalde plastische deformatie 40 te verkrijgen en te verzekeren dat er geen vervorming is aan 8300566 - 29 - het midden van de schakels 334, 336, 338, kunnen de schakels 334, 336, 338 afgeknot kegelvormige metaalringen zijn met een doorsnede van gelijke dikte in plaats van frustoconoi-dische ringen.The diamond-shaped cross-section of the links 334, 336, 338 allows the middle part of the links 334, 336, 338 to be very rigid. Since a thick center portion is provided, the reduced zones at the ends of links 334, 336, 338 will form the zone that will yield or bend like the zone adjacent to connecting rings 340, 342, 344, 346. It is not desirably for the links 334, 336, 338 to bend or yield to their center portion. However, the particular diamond-shaped section shown is only due to the ease of manufacture of this shape. Links 334, 336 and 338 may have a continuous convex or elliptical shape. This form can be referred to as frustoconoid. This provides an excellent middle section. If the cross-section of the links 334, 336, 338 had the same thickness, the links 334, 336, 338 might tend to bend at their center portion. Although the links 334, 336, 338 preferably have a thickened center portion to obtain the point of bending at the edges for a predetermined plastic deformation 40 and ensure that there is no deformation at 8300566-29 - the center of the links 334, 336, 338, links 334, 336, 338 may be frusto-conical metal rings of equal thickness in cross section instead of frusto-conical rings.

5 Thans verwijzend naar Fig. 4 en 4A illustreertReferring now to FIG. 4 and 4A

Fig. 4A het afdichtmiddel 210 in de afdichtstand. Het af-dichtmiddel 210 wordt samengedrukt als het neerhoudbedienings-middel 212 de grens van zijn beweging bereikt tegen de gren-delring 144 en de pakkingmoer 182 zijn neerwaartse beweging 10 op de schroefdraad 118 van de buishanger voortzet zoals is afgebeeld in Fig. 2B en 2C.Fig. 4A the sealant 210 in the seal position. The sealant 210 is compressed when the hold-down actuator 212 reaches the limit of its movement against the locking ring 144 and the packing nut 182 continues its downward movement 10 on the pipe hanger threads 118 as shown in FIG. 2B and 2C.

Het metaal-op-metaal afdichtmiddel 210 wordt in serie bediend van onderen naar boven. Met andere woorden buigt en vervormt de onderste ringschakel 338 het eerst bij 15 samendrukking van het afdichtmiddel 210 en is deze de eerste schakel die in afdichtend contact komt met het oppervlak 61 en het oppervlak 140. Deze seriebediening verdient de voorkeur om het slepen van de bovenste ringvormige schakels 334, 336 langs de oppervlakken 61, 140 te beperken bij bediening 20 als de bovenste schakels 334, 336 eerder afdichtend contact maakten dan de onderste schakel 338. Het verdient de voorkeur dat er een gebalanceerde kracht wordt uitgeoefend op ~~&e--bovenste ringvormige schakel 334.The metal-to-metal sealant 210 is operated in series from bottom to top. In other words, the bottom ring link 338 bends and deforms first on compression of the sealant 210 and is the first link to come into sealing contact with the surface 61 and the surface 140. This series operation is preferable for dragging the top annular links 334, 336 along surfaces 61, 140 to be limited in operation 20 if the upper links 334, 336 made sealing contact earlier than the lower link 338. It is preferable to apply a balanced force to ~~ & e-- upper annular link 334.

De elastomere delen 330, 332 verschaffen de 25 aanvankelijke afdichting. De elastomere afdichtingen 330, 332 komen in aanraking met de oppervlakken 61, 140 voordat de randen van de ringvormige schakels 334, 336, 338 in aanraking komen met de oppervlakken 61, 140. Geen extrusie van de elastomere afdichtingen 330, 332 moet optreden voorbij 30 de randen bij de aanvankelijke samendrukinstelling van enkele honderden bar, dat wil zeggen 210 bar, van het afdichtmiddel 210. De schakels 334, 336, 338 vormen een steun voor de delen 330 en 332, een anti-extrusiemiddel voor deze delen en zijn een vasthoudorgaan voor deze delen. Daarom is het 35 gewenst dat de randen van de schakels 334, 336, 338 aangrijpen op de oppervlakken 61, 140 voordat de elastomere delen 330 en 332 worden geextrudeerd voorbij de aangrenzende randen. Het is ongewenst dat deze extrusie voorbij de randen plaatsvindt eerder dan het afdichtend contact van de randen 40 daar elastomeer materiaal tussen de randen en de oppervlakken 8300566 - 30 - 60, 140 schadelijk kan zijn voor de afdichtende aangrijping van de schakels 334, 336, 338. Zoals is afgebeeld en beschreven is het volume van het elastomere materiaal in de delen 330 en 332 dus berekent en voorafbepaald zodat de randen de 5 oppervlakken 60, 141 aanraken voorddt extrusie van de delen 330, 332 zou kunnen plaatsvinden.The elastomeric parts 330, 332 provide the initial seal. The elastomeric seals 330, 332 touch surfaces 61, 140 before the edges of the annular links 334, 336, 338 touch surfaces 61, 140. No extrusion of the elastomer seals 330, 332 must occur beyond 30 the edges at the initial compression setting of several hundred bar, i.e. 210 bar, of the sealant 210. The links 334, 336, 338 form a support for the parts 330 and 332, an anti-extruder for these parts and are a retainer for these parts. Therefore, it is desirable that the edges of the links 334, 336, 338 engage surfaces 61, 140 before the elastomeric parts 330 and 332 are extruded beyond the adjacent edges. It is undesirable that this extrusion occurs beyond the edges rather than the sealing contact of the edges 40 since elastomeric material between the edges and the surfaces 8300566 - 30 - 60, 140 may be detrimental to the sealing engagement of the links 334, 336, 338 Thus, as shown and described, the volume of the elastomeric material in the parts 330 and 332 has been calculated and predetermined so that the edges touch the surfaces 60, 141 before extrusion of the parts 330, 332 could take place.

De schakels 334, 336, 338 zijn dun genoeg ontworpen om in afdichtende aanraking te worden vervormd bij een samendrukinstelling van enkele honderden bar. De ver-10 bindingsringen 340, 342, 346 vormen spanningspunten of zwakke zones om het ringvormige Z-deel 220, die de buiging van het Z-deel 220 plaatsen op voorafbepaalde punten om te veroorzaken dat de binnen- en buitenranden van het Z-deel 220 op de juiste wijze op afdichtende wijze in aanraking komen 15 met de boringwand 61 en de buitenwand 140. Bij bediening worden de randen op de boringwand 61 en buitenwand 140 gedrukt om een metaal-op-metaal afdichting tussen de putkop 24 en de buishanger 50 te vormen waardoor de bovenste ring-ruimte 134 wordt afgedicht ten opzichte van de onderste ring-20 ruimte 130 van de put. Het afdichtmiddel 210 is ontworpen om de verzekeren dat er geen vloeistofkanaal of lekweg is tussen de oppervlakken 61 en 140.Links 334, 336, 338 are designed thin enough to be deformed in sealing contact at a compression setting of several hundred bar. The connecting rings 340, 342, 346 form stress points or weak zones around the annular Z part 220, which place the bend of the Z part 220 at predetermined points to cause the inner and outer edges of the Z part 220 properly sealingly contacts the bore wall 61 and the outer wall 140. When actuated, the edges are pressed onto the bore wall 61 and outer wall 140 to provide a metal-to-metal seal between the well head 24 and the pipe hanger 50 to seal the top ring space 134 with respect to the bottom ring space 130 of the well. The sealant 210 is designed to ensure that there is no fluid channel or leakage path between surfaces 61 and 140.

In de afdichtstand buigt de onderste schakel 338 aan de verbindingsring 346, waardoor de buitenzijde 343 25 van de onderste schakel 338 omlaag beweegt en aangrijpt op het boveneind 372 van het onderste nokdeel 222.In the sealing position, the lower link 338 bends at the connecting ring 346, causing the outside 343 of the lower link 338 to lower and engage the upper end 372 of the lower cam portion 222.

De tapsheid van het oppervlak 372 van het onderste nokdeel 222 vormt een aanvankelijke beginvervormings-hoek voor de onderste ringvormige schakel 338. Het oppervlak 30 372 verzekert ook dat de schakel 338 niet horizontaal wordt zodat het losraken van de schakel 338 bij het verwijderen van het afdichtmiddel 210 wordt verhindert. Als het ondereind 364 van het aandrijfdeel 218 omlaag beweegt, buigt de bovenste schakel 334 aan de verbindingsring 344 waardoor de bin-35 nenzijde 333 van de bovenste schakel 334 aangrijpt op het ondereind 364 als het ondereind 364 het Z-deel 220 samendrukt. De tussenliggende schakel 336 beweegt uit zijn schuine stand in een meer horizontale stand. De elastomere delen 330, 332 worden samengedrukt tussen de schakels 334, 336, 40 338 en grijpen op afdichtende wijze aan op de boringwand 61 8300566 - 31 - τ > en de buitenwand 140. De binnenranden van de schakels 334, 336 maken ringvormig afdichtend contact met de buitenwand 140 van de buishanger 50 bij 380, 382 en 384 en de buitenranden van de schakels 334, 336, 338 maken ringvormig af-5 dichtend contact met de boringwand 61 van de putkop 24 bij 386, 388 en 390. Het afdichtmiddel 210 bereikt dus een zespuntig ringvormig metaal-op-metaal afdichtcontact. Het af-dichtcontact van de binnen- en buitenranden maakt dat de schakels 334, 336, 338 anti- extrusleringen worden voor de 10 elastomere delen 330, 332. De elastomere delen 330, 332 dienen als steunafdichtingen voor de metalen afdichtingen.The taper of the surface 372 of the lower cam portion 222 forms an initial initial deformation angle for the lower annular link 338. The surface 372 also ensures that the link 338 does not become horizontal so that the link 338 becomes detached when the sealant is removed. 210 is prevented. As the lower end 364 of the drive member 218 moves downward, the upper link 334 bends on the connecting ring 344 causing the inner side 333 of the upper link 334 to engage the lower end 364 as the lower end 364 compresses the Z-section 220. The intermediate link 336 moves from its tilt to a more horizontal position. The elastomeric parts 330, 332 are compressed between links 334, 336, 40 338 and engage sealingly on bore wall 61 8300566 - 31 - τ> and outer wall 140. The inner edges of links 334, 336 make annular sealing contact with the outer wall 140 of the tube hanger 50 at 380, 382, and 384 and the outer edges of the links 334, 336, 338 make annular sealing contact with the bore wall 61 of the wellhead 24 at 386, 388, and 390. The sealant 210 thus achieves a six-pointed annular metal-to-metal sealing contact. The sealing contact of the inner and outer edges causes the links 334, 336, 338 to become anti-extrusion linings for the elastomeric parts 330, 332. The elastomeric parts 330, 332 serve as support seals for the metal seals.

Als de schakels 334, 336, 338 uit hun schuine stand naar een meer horizontale stand bewegen bij bediening, beweegt elk eind of elke binnen- en buitenrand van de scha- · 15 kels 334, 336, 338 in aanraking met de boringwanden 61 en 140. Het is niet de bedoeling dat de schakels 334, 336, 338 horizontaal worden. Het is belangrijk dat de binnen- en buitenranden van de schakels 334, 336 en 338 gespannen worden tussen de boringwand 61 van de putkop 24 en de buitenwand 20 140 van de buishanger 50. De binnen- en buitenrand van elke schakel ondervinden de reaktie van de draaglast van de andere. Bijvoorbeeld, als de binnenrand 356 van de schakel 336 drukt tegen de buishangerwand 140 veroorzaakt dit contact een reaktiekracht op de buitenrand 385 die de buitenrand 25 385 naar de putkopboringwand 61 beweegt. Als elke schakel geen tegenoverliggende rand had, zou de schakel verder omlaag bewegen tot dat zijn zijde aangreep op een aangrenzende schakel in plaats van te bewegen in afdichtende aanraking met de wand 61 of 140. Dit drukken tegen de binnen- en bui-30 tenranden maakt het noodzakelijk dat het uitknikken of buigen in het middelste deel van de schakel wordt verhinderd. Daarom vereist de diamantvormige doorsnede dat het middelste deel van de schakel zo stijf is dat deze niet kan knikken of zichzelf ontlasten. Verder, als de schakels 334, 336 35 338 horizontaal konden worden, zouden de toleranties tussen de binnendiameter van de putkop 24 en de buitendiameter van de buishanger 50 kritisch worden. Als de schakels 334, 336, 338 niet horizontaal maar schuin staan, is het ook makkelijker om het Z-deel 220 los te maken bij het uittrekken van 40 het afdichtmiddel 210. Het oppervlak 364 van het aandrijf- 8300566 \ - 32 - deel 218 en het oppervlak 372 van het onderste nokdeel 222 zijn taps om te verhinderen dat de schakels 334 resp. 338 horizontaal worden.As the links 334, 336, 338 move from their inclined position to a more horizontal position upon actuation, each end or each inner and outer edge of the links 334, 336, 338 moves in contact with the bore walls 61 and 140 Links 334, 336, 338 are not intended to be horizontal. It is important that the inner and outer edges of the links 334, 336 and 338 are tensioned between the bore wall 61 of the wellhead 24 and the outer wall 140 of the tube hanger 50. The inner and outer edges of each link are subject to the reaction of the payload of the other. For example, when the inner edge 356 of the link 336 presses against the tube hanger wall 140, this contact causes a reaction force on the outer edge 385 which moves the outer edge 385 towards the wellhead bore wall 61. If each link had no opposite edge, the link would move further down until its side engaged an adjacent link rather than moving in sealing contact with the wall 61 or 140. This pressing against the inner and outer edges creates it is necessary to prevent buckling or bending in the middle part of the link. Therefore, the diamond cross-section requires that the middle part of the link is so rigid that it cannot kink or relieve itself. Furthermore, if the links 334, 336 35 338 could become horizontal, the tolerances between the inside diameter of the well head 24 and the outside diameter of the tube hanger 50 would become critical. If the links 334, 336, 338 are not horizontal but slanting, it is also easier to loosen the Z part 220 when pulling out the sealant 40. The surface 364 of the drive 8300566 - 32 - part 218 and the surface 372 of the lower cam portion 222 are tapered to prevent links 334 and 44, respectively. 338 become horizontal.

Het zal duidelijk zijn dat de elastomere af-5 dichtingen 330, 332 niet nodig zijn wanneer de randen van de schakels 334, 336, 338 voldoende de oppervlakken 61 van de putkop 24 en 140 van de buishanger 50 aanraken om een hydraulische druk te kunnen uitoefenen in de ringruimte 134. De delen 330 en 332 kunnen dus bij sommige toepassingen wor-10 den weggelaten waar een lege ruimte zal zijn tussen de schakels 334, 336 en 338. Ook zal het duidelijk zijn dat de delen 330 en 332 kunnen worden vervangen door een afstandhouder die een voorafbepaalde mate van samenklapping of vervorming van de schakels 334, 336, 338 toelaat. Zoals in de onderha-15 vige uitvoeringsvorm beschreven is worden de elastomere delen 330 en 332 een dergelijke afstandhouder. Ook is de onderhavige uitvinding niet beperkt tot een elastomeer materiaal.It will be appreciated that the elastomeric seals 330, 332 are unnecessary when the edges of the links 334, 336, 338 sufficiently touch the surfaces 61 of the wellhead 24 and 140 of the tube hanger 50 to apply hydraulic pressure in the ring space 134. Thus, parts 330 and 332 may be omitted in some applications where there will be a void between links 334, 336 and 338. It will also be appreciated that parts 330 and 332 may be replaced by a spacer that allows for a predetermined degree of collapse or deformation of the links 334, 336, 338. As described in the present embodiment, the elastomeric parts 330 and 332 become such a spacer. Also, the present invention is not limited to an elastomeric material.

De delen 330 en 332 kunnen zijn gemaakt uit andere veerkrachtige materialen zoals Grafoil, een geheel uit grafiet 20 bestaand pakkingmateriaal .dat wordt vervaardigd door DuPont. Grafoil kan in het bijzonder worden gebruikt wanneer brandweerstand vereist is. "Grafoil" is beschreven in de publicaties "Grafoil - Ribbon-Pack, Universal Flexible Graphite Packing for Pumps and Valves" door F.W. Russell (Precision 25 Products) Ltd., Great Runmow, Essex, Engeland, en "Grafoil Brand Packing"· door Crane Packing Company of Morton Grove, Illinois. Deze publicaties worden hierin opgenomen bij verwijzing.Parts 330 and 332 may be made of other resilient materials such as Grafoil, an all graphite packing material manufactured by DuPont. Grafoil can be used especially when fire resistance is required. "Grafoil" is described in the publications "Grafoil - Ribbon-Pack, Universal Flexible Graphite Packing for Pumps and Valves" by F.W. Russell (Precision 25 Products) Ltd., Great Runmow, Essex, England, and "Grafoil Brand Packing" · by Crane Packing Company of Morton Grove, Illinois. These publications are incorporated herein by reference.

Het zal ook duidelijk zijn dat als een metaal-30 op-metaal afdichting niet gewenst is, de kanalen 368, 370 en 374 kunnen worden gebruikt om elastomeer materiaal te voeren naar de oppervlakken 61 en 140 om een primaire elastomere afdichting te verschaffen in plaats van een primaire metaal-op-metaal afdichting zoals beschreven is in de bij 35 voorkeur toegepaste uitvoering. Als de elastomere afdichtingen 330, 332 de primaire afdichtingen zijn, worden de ringvormige schakels 334, 336, 338 de primaire steun voor de elastomere afdichtingen 330, 332. Deze schakels zouden bekrachtigde steunringen worden voor de delen 330, 332. In een 40 dergelijk geval zouden de steunafdichtingen niet omlaag op 8300566 - 33 - Τ ' ' - ...... ·. · - ....... -- hun plaats glijden.It will also be appreciated that if a metal-to-metal seal is not desired, channels 368, 370 and 374 can be used to feed elastomeric material to surfaces 61 and 140 to provide a primary elastomeric seal instead of a primary metal-to-metal seal as described in the preferred embodiment. If the elastomeric seals 330, 332 are the primary seals, the annular links 334, 336, 338 become the primary support for the elastomeric seals 330, 332. These links would become actuated support rings for the parts 330, 332. In such a case the support seals should not be down at 8300566 - 33 - Τ '' - ...... ·. · - ....... - slide into place.

De onderhavige uitvinding is ontworpen voor werkdrukken van 1050 bar en daarom is het het doel van de onderhavige uitvinding om een 1400 bar samendrukinstelling 5 op het afdichtmiddel 210 te bereiken, waardoor het afdicht-middel 210 wordt voorbekrachtigd boven de verwachte werkdruk.The present invention is designed for operating pressures of 1050 bar and therefore it is the object of the present invention to achieve a 1400 bar compression setting 5 on the sealant 210, thereby priming the sealant 210 above the expected operating pressure.

Voor het bereiken van een samendrukinstelling van 1400 bar wordt het afdichtmiddel 210 bedient door een combinatie van een koppel en een hydraulische druk. Aanvan-10 kelijk wordt een beginkoppel van ongeveer 13.500 Nm uitgeoefend op de boorpijp 236 aan het oppervlak 18. Tongen worden gebruikt om de boorpijp 236 te roteren zodat het koppel wordt overgebracht op het neerlaatgereedschap 200 en dan een axiale kracht op het afdichtmiddel 210. In het bijzonder ro~ 15 teert de boorpijp 236 de doorn 230 die op zijn beurt de buitenhuis 250 roteert door middel van de spieverbinding 320. De buitenhuis 250 drijft de pakkingmoer 182 aan door middel van de kanteelvormige verbinding van de lippen 198, 308. De pakkingmoer 182 drukt tegen het aandrijfdeel 28 door 20 overbrenging van de axiale kracht via het leger 205. Daar het neerhoudbedieningsmiddel 212 eerder de grens van zijn neerwaartse beweging tegen de grendelring 144 heeft bereikt bij het bewegen naar de neerhoudstand, worden het afdichtmiddel 210 en in het bijzonder het Z-deel 220 samengedrukt 25 tussen het aandrijfdeel 218 en het onderste nokdeel 222. Dit koppel levert een axiale kracht van ongeveer 675.000 N.'To achieve a compression setting of 1400 bar, the sealant 210 is operated by a combination of a torque and a hydraulic pressure. Initially, an initial torque of about 13,500 Nm is applied to the drill pipe 236 on the surface 18. Tongues are used to rotate the drill pipe 236 so that the torque is transferred to the lowering tool 200 and then an axial force to the sealant 210. In in particular, the drill pipe 236 rotates the mandrel 230 which in turn rotates the outer casing 250 by means of the keyed connection 320. The outer casing 250 drives the packing nut 182 by means of the crenellated connection of the lips 198, 308. The packing nut. 182 presses the drive member 28 by transmitting the axial force through the bearing 205. Since the hold-down actuator 212 has previously reached the limit of its downward movement against the locking ring 144 when moving to the hold-down position, the sealant 210, and in particular the Z part 220 compressed between the drive part 218 and the lower cam part 222. This torque provides an axial force of approximately spring 675,000 N. '

Als het Z-deel 220 wordt samengedrukt tussen het aandrijfdeel 218 en het onderste nokdeel 222, worden de elastomere delen 330, 332 samengedrukt tussen de schakels 30 334, 336, 338 als de schakels 334, 336, 338 bewegen in een meer horizontale stand. Als deze samendrukking optreedt beginnen de elastomere delen 330, 332 de groeven geheel op te vullen die zijn gevormd tussen de schakels 334, 336, 338 die elastomere delen 330, 332 opnemen. De hoeveelheid elastomeer 35 materiaal van de elastomere delen 330, 332 is vooraf zo bepaald dat als de schakels 334, 336, 338 bewegen in een meer horizontale stand, de schakels 334, 336, 338 een voldoende contact met de boringwand 61 van de putkop 24 en de buitenste boringwand 140 van de buishanger 50 bereiken om te funktio-40 neren als metalen anti-extrusiemiddelen om de extrusie van 8300566 ' ' / - 34 - de elastomere afdichtingen 330, 332 te verhinderen. In het bijzonder verhinderen de ringvormige contactzones 382, 384 aan de binnenzijde de extrusie van de elastomere delen 332 aan de binnenzijde en de verhinderen de ringvormige contact-5 zones 386, 388 de extrusie van het elastomere deel 330 aan de buitenzijde. Een aanvankelijk anti-extrusie afdichting wordt dus bereikt door de schakels 334, 336, 338 voordat de elastomere delen 330, 332 kunnen worden geextrudeerd voorbij hun aangrenzende ringvormige afdichtcontactzones. Het 10 is belangrijk dat de elastomere delen 330, 332 het juiste volume elastomeer materiaal en de juiste vorm hebben zodat bij samendrukking van- het afdichtmiddel 210 metaal anti-ex-trusiecontact wordt bereikt voor de extrusie van de elastomere delen 330, 332 voorbij de contactzones 382, 384, 386 15 en 388.When the Z part 220 is compressed between the drive part 218 and the lower cam part 222, the elastomeric parts 330, 332 are compressed between the links 303, 336, 338 as the links 334, 336, 338 move into a more horizontal position. When this compression occurs, the elastomeric parts 330, 332 begin to completely fill the grooves formed between the links 334, 336, 338 that receive elastomeric parts 330, 332. The amount of the elastomeric material of the elastomeric parts 330, 332 is predetermined such that if the links 334, 336, 338 move in a more horizontal position, the links 334, 336, 338 have sufficient contact with the bore wall 61 of the wellhead 24. and reaching the outer bore wall 140 of the tube hanger 50 to function as metal anti-extrusion agents to prevent extrusion of 8300566/34 elastomeric seals 330, 332. In particular, the annular contact zones 382, 384 on the inside prevent extrusion of the elastomeric parts 332 on the inside and the annular contact zones 386, 388 prevent the extrusion of the elastomeric part 330 on the outside. Thus, an initial anti-extrusion seal is achieved by the links 334, 336, 338 before the elastomeric parts 330, 332 can be extruded beyond their adjacent annular sealing contact zones. It is important that the elastomeric parts 330, 332 have the correct volume of elastomeric material and shape so that when the sealant 210 is compressed metal anti-extrusion contact is achieved for the extrusion of the elastomeric parts 330, 332 beyond the contact zones 382, 384, 386, and 388.

Het bijzondere doel van het aanvankelijke koppel is de elastomere steunafdichtingen 330, 332 in te stellen en niet een metaal-op-metaal afdichting tussen de oppervlakken 61, 140 van de putkop 24 resp. de buishanger 20 50 te bereiken. Het aanvankelijke koppel is niet in staat om volledig het metaal-op-metaal afdichtmiddel 210 te bedienen ten gevolge van wrijvingsverliezen in de stijgbuis, het eruptieafsluitersysteem, de boorpijp zelf en meer in het bijzonder ten gevolge van verschillende schroefbelas-25 tingen zoals aan de schroefdraden 118. Deze wrijvingsverlie- zen beperken de samendrukbelasting die kan worden uitgeoe-......The particular purpose of the initial torque is to adjust the elastomeric support seals 330, 332 and not a metal-to-metal seal between the surfaces 61, 140 of the wellhead 24, respectively. reach the pipe hanger 20 50. The initial torque is unable to fully operate the metal-to-metal sealant 210 due to friction losses in the riser, blowout preventer system, drill pipe itself, and more specifically due to different screw loads such as on threads 118. These friction losses limit the compression load that can be applied -......

fend op het afdichtingsmiddel 210 door de boorpijp 236.facing the sealant 210 through the drill pipe 236.

Om de gewenste samendrukinstelling van het afdichtmiddel 210 te bereiken wordt een hydraulische druk 30 gecombineerd met het koppel om de metaal-op-metaal afdichtingen van het afdichtmiddel 210 in te stellen. Thans verwijzend naar Fig. 2A en 2B is de eruptie-afsluiter 40 schematisch afgebeeld en omvat deze rams 34 met kill line 38 die in verbinding staat met de ringruimte 134 onder de erup-35 tie-afsluiterrams 34. Op gebruikelijke wijze is de kill line 38 geplaatst onder de onderste ram. Als de choke line 36 om enige reden de onderste leiding in de eruptie-afsluiter 40 was, zou de hydraulische druk worden uitgeoefend via de choke line 36.To achieve the desired compression setting of the sealant 210, a hydraulic pressure 30 is combined with the torque to adjust the metal-to-metal seals of the sealant 210. Referring now to FIG. 2A and 2B, the blowout valve 40 is shown schematically and includes rams 34 with kill line 38 communicating with the ring space 134 below the erup-35 tie valve rams 34. Typically, the kill line 38 is positioned below the lower Ram. If for any reason choke line 36 was the bottom line in blowout valve 40, hydraulic pressure would be applied through choke line 36.

40 Bij het uitoefenen van druk via de kill line 8300566 - 35 - 38 en in de ringruimte 134 is het nodig de ringruimte 134 af te dichten. In Pig. 2A wordt opmerkt dat de kill line 38 is afgebeeld in fase met rams 34 maar in werkelijkheid 90° uit fase is gefabriceerd. Daarbij worden de pijprams 34 afgeslo-5 ten om af te dichten rondom de boorpijp 236, O-ringafdichtingen 264, 266 dichten af tussen de doorn 230 en de huls 240, O-ringafdichtingen 292, 294 dichten af tussen de huls 240 en het binnenvlak 272 van de hanger 50 en zoals boven is besproken het afdichtmiddel 210 verschaft de aanvankelijke afdich-10 ting over de ringruimte 134. Een hydraulische druk kan dus worden uitgeoefend door de kill line 38 in de ringruimte 134.40 When applying pressure via the kill line 8300566 - 35 - 38 and in the ring space 134 it is necessary to seal the ring space 134. In Pig. 2A it is noted that the kill line 38 is depicted in phase with rams 34 but is actually fabricated 90 ° out of phase. Thereby, the pipe frames 34 are sealed to seal around the drill pipe 236, seal O-ring seals 264, 266 between mandrel 230 and sleeve 240, seal O-ring seals 292, 294 between sleeve 240 and inner surface 272 of the hanger 50 and, as discussed above, the sealant 210 provides the initial seal over the ring space 134. Thus, hydraulic pressure can be applied by the kill line 38 in the ring space 134.

Ten gevolge van het kurketrekkereffect dat wordt veroorzaakt door de uitoefening van een koppel op een boorkolom zoals de boorpijp 236 wordt een koppel van 13.500 15 Nm in het algemeen beschouwd als het grootste koppel dat kan worden overgebracht via een boorpijpkolom onder water. Bij de onderhavige uitvinding zal een koppel van 13.500 Nm op de boorpijp 236 een afdichting over de ringruimte 134 tot stand brengen die weerstand zal bieden tegen enkele honderden 20 bar hydraulische druk. Deze betrekkelijk lage drukafdichting zal dan het onder druk zetten van de ringruimte 134 toelaten om verder het afdichtmiddel 210 samen te drukken, dat op zijn beurt de afdichting in de ringruimte 134 verhoogt om weerstand te bieden tegen aanvullende hydraulische druk. Het 25 metalen ringvormige Z-deel 220 met de ringvormige schakels 334, 336, 338 is zo ontworpen dat de ringen 334, 336, 338 dun genoeg zijn om een metaal-op-metaal afdichting te verschaffen in samenwerking met elastomere afdichting 330, 332 om weerstand te bieden aan een hydraulische druk van enkele 30 honderden bar bij de uitoefening van een koppel van 13.500 Nm.Due to the corkscrew effect caused by the application of torque to a drill string such as the drill pipe 236, a torque of 13,500 Nm is generally considered to be the greatest torque that can be transmitted through an underwater drill string. In the present invention, a torque of 13,500 Nm on the drill pipe 236 will create a seal over the ring space 134 which will resist several hundred 20 bar hydraulic pressure. This relatively low pressure seal will then allow the pressurization of the annulus 134 to further compress the sealant 210, which in turn increases the seal in the annulus 134 to resist additional hydraulic pressure. The metal annular Z-section 220 with the annular links 334, 336, 338 is designed such that the rings 334, 336, 338 are thin enough to provide a metal-to-metal seal in conjunction with elastomeric seal 330, 332 to resist a hydraulic pressure of several 30 hundreds of bar when applying a torque of 13,500 Nm.

Bij het uitoefenen van druk op het afdichtmiddel 210 zijn de werkzame drukzones de diameter van de neerlaatgereedschapafdichting 264 min de diameter van de 35 boorpijp 236 en in aanvulling daaraan de ringvormige af-dichtzone van het afdichtmiddel 210. Daar de ringvormige afdichtzone is vastgelegd voor een putkop en buishanger met een bepaalde afmeting, is de voornaamste veranderlijke bij het bepalen van de drukinstelkracht het verschil in druk-40 oppervlak tussen de neerlaatgereedschapafdichting 264 en de 8300566 ^ * - 36 - I .. . ......... . m __ _ _ _ ............ ____ boorpijp 236. Dit verschil kan dus worden gevarieerd om een voorafbepaalde samendrukinstelkracht uit te oefenen op het afdichtmiddel 210. Dit verschil in diameter kan bijvoorbeeld variëren tussen 12,5 en 25 cm.When pressure is applied to the sealant 210, the effective pressure zones are the diameter of the lowering tool seal 264 minus the diameter of the drill pipe 236 and additionally the annular sealing zone of the sealant 210. Since the annular sealing zone is defined for a wellhead and tube hanger of a certain size, the main variable in determining the pressure adjusting force is the difference in pressure-40 area between the lowering tool seal 264 and the 8300566 ^ 36-I. .......... m __ _ _ _ ............ ____ drill pipe 236. Thus, this difference can be varied to apply a predetermined compression adjustment force to the sealant 210. This difference in diameter can vary, for example, between 12.5 and 25 cm.

5 De bijzondere -funktie van de hydraulische druk is een axiale kracht te verschaffen die 1400 bar kan opwekken in het afdichtmiddel 210 zonder de ontwerpdrukgren-zen van de apparatuur in het putkopsysteem te overschreiden.The particular function of the hydraulic pressure is to provide an axial force which can generate 1400 bar in the sealant 210 without exceeding the design pressure limits of the equipment in the wellhead system.

De funktie van het koppel op de moer 182 nadat de hydraulische 10 druk is uitgeoefend is te veroorzaken dat de moer 182 de beweging van het afdichtmiddel 210 volgt als dit omlaag beweegt onder kracht en de ontspanning ervan te verhinderen als de hydraulische kracht wordt opgeheven. Het is belangrijk dat een hoog koppel, namelijk 13.500 Nm, wordt gehandhaafd in de 15 boorpijp 236 zodat de pakkingmoer 182 het afdichtmiddel 210 volgt daar anders de moer 182 de neerwaartse beweging van het afdichtmiddel 210 kan verhinderen. Deze procedure wordt herhaald door geleidelijk en voortdurend de hydraulische druk te verhogen tot dat de pakkingmoer 182 een voldoende aan-20 tal omwentelingen is gedraaid om te verzekeren dat een samen-drukinstelling van 1400 bar is bereikt door het afdichtmiddel 210.The function of the torque on the nut 182 after the hydraulic pressure has been applied is to cause the nut 182 to follow the movement of the sealant 210 as it moves down under force and to prevent its release when the hydraulic force is released. It is important that a high torque, namely 13,500 Nm, be maintained in the drill pipe 236 so that the packing nut 182 follows the sealant 210, otherwise the nut 182 may prevent the downward movement of the sealant 210. This procedure is repeated by gradually and continuously increasing the hydraulic pressure until the packing nut 182 has been turned a sufficient number of revolutions to ensure that a compression setting of 1400 bar has been achieved by the sealant 210.

Het neerlaatgereedschap 200 is een combinatie-gereedschap voor het uitoefenen van een koppel op het neer-25 houd- en afdichtsamenstel 180 en om een hydraulische druk te ; helpen uitoefenen op het neerhoud- en afdichtsamenstel 180.The lowering tool 200 is a combination tool for applying torque to the holding down and sealing assembly 180 and for applying hydraulic pressure; help exert on the hold-down and seal assembly 180.

De rotatie van de boorpijp 236 voor het overbrengen van een koppel via het neerlaatgereedschap 200 op het neerhoud- en afdichtmiddel 180 maakt een aanvankelijke afdichtende aan-30 raking van het afdichtmiddel 210 in de ringruimte 134 tussen de putkop 24 en de hanger 50 mogelijk waardoor een hydraulische druk dan kan worden uitgeoefend op de ringruimte 134 om het afdichtmiddel 210 verder in te stellen. Wanneer de hydraulische druk geleidelijk en voortdurend wordt verhoogd 35 in de ringruimte 134 via de kill line 38, wordt het afdichtmiddel 210 verder samengedrukt tot een grotere afdichtende aanraking tegen het oppervlak 61 van de putkop 24 en het oppervlak 140 van de hanger 50. Als deze afdichtende aanraking toeneemt, zal het afdichtmiddel 210 afdichten tegen 40 een nog grotere druk in de ringruimte. De druk via de kill 8300566 - 37 - line 38 kan dus geleidelijk worden verhoogd tot dat het af-dichtmiddel 210 een samendrukinstelling van ongeveer 1400 bar heeft. De druk die wordt uitgeoefend via de kill line 38 en de ringruimte 134 overschreidt niet de ontwerpgrenzen 5 van het systeem. Alle systemen hebben een standaard werkdruk die een bedieningsman niet mag overschreiden. Het systeem volgens de onderhavige uitvinding is ontworpen voor werkdrukken van 1050 bar en de hydraulische druk in de ringruimte 134 om het afdichtmiddel 210 volledig te bedienen kan dus 10 niet 1050 bar overschreiden hoewel een samendrukinstelling van 1400 bar gewenst is. De onderhavige uitvinding bereikt een samendrukinstelling van het afdichtmiddel 210 van 1400 bar zonder een hydraulische druk groter dan 1050 bar uit te oefenen.The rotation of the drill pipe 236 for transmitting torque through the lowering tool 200 to the hold-down and sealant 180 allows an initial sealing touch of the sealant 210 in the annulus 134 between the wellhead 24 and the hanger 50, thereby providing a hydraulic pressure can then be applied to the annulus 134 to further adjust the sealant 210. As the hydraulic pressure is gradually and continuously increased 35 in the annulus 134 via the kill line 38, the sealant 210 is further compressed to a greater sealing contact against the surface 61 of the wellhead 24 and the surface 140 of the hanger 50. sealing contact increases, the sealant 210 will seal against 40 an even greater pressure in the annulus. Thus, the pressure through the kill 8300566 - 37 - line 38 can be gradually increased until the sealant 210 has a compression setting of about 1400 bar. The pressure applied through the kill line 38 and ring space 134 does not exceed the design limits of the system. All systems have a standard operating pressure that an operator should not exceed. The system of the present invention is designed for operating pressures of 1050 bar, and the hydraulic pressure in the annulus 134 to fully operate the sealant 210 cannot exceed 1050 bar although a compression setting of 1400 bar is desired. The present invention achieves a compression setting of the sealant 210 of 1400 bar without applying a hydraulic pressure greater than 1050 bar.

15 Als de hydraulische druk geleidelijk wordt verhoogd in de ringruimte 134 om een samendrukinstelling op het afdichtmiddel 210 van 1400 bar te bereiken, volgt de pakkingmoer 182, ten gevolge van de voortdurende uitoefening van het koppel van 13.500 Nm op de boorpijp 236 dat wordt 20 overgebracht op de mantel 250 het afdichtmiddel 210 omlaag in de ringruimte 134 op de schroefdraad 204. Bij het opheffen van de hydraulische druk via de kill line 38 en de ringruimte 134 verhindert de pakkingmoer 182 de opheffing van de 1400 bar samendrukinstelling op het afdichtmiddel 210 25 ten gevolge van de ingrijping van de schroefdraad 204 met de buishanger 50.As the hydraulic pressure is gradually increased in the annular space 134 to achieve a compression setting on the sealant 210 of 1400 bar, the packing nut 182 follows, due to the continuous application of 13,500 Nm of torque to the drill pipe 236 being transferred. on the shroud 250 the sealant 210 down into the annulus 134 on the threads 204. When releasing the hydraulic pressure through the kill line 38 and the annulus 134, the packing nut 182 prevents the 1400 bar compression setting from lifting on the sealant 210 25 due to the engagement of the thread 204 with the tube hanger 50.

Het is belangrijk dat de elastomere afdichtingen 330, 332 tot afdichtende aanraking warden bekrachtigd na het uitoefenen van het beginkoppel door de boorpijp 236.It is important that the elastomeric seals 330, 332 be energized to sealing contact after the initial torque is applied through the drill pipe 236.

30 Tenzij de elastomere delen 330, 332 in aanraking zijn gebracht, zal de uitoefening van hydraulische druk via de kill line 38 verloren gaan langs het afdichtmiddel 210 naar de onderste ringruimte 130. De afdichting van de elastomere delen 330, 332 behoeft slechts voldoende te zijn om af te 35 dichten tegen een deelbedrag van de hydraulische druk via de kill line 38 zoals 35 bar. Nadat de aanvankelijk afdichting is bereikt, zal de uitoefening van toenemende hydraulische drukwaarden het Z-deel 220 en de elastomere delen 330, 332 verder samendrukken om het metaal-op-metaal en elas-40 tomere afdichtcontact met de wanden 61, 140 te vergroten.Unless the elastomeric parts 330, 332 have been brought into contact, the application of hydraulic pressure through the kill line 38 will be lost along the sealant 210 to the bottom ring space 130. The sealing of the elastomeric parts 330, 332 need only be sufficient. to seal against part of the hydraulic pressure via the kill line 38 such as 35 bar. After the initial sealing is achieved, the application of increasing hydraulic pressures will further compress the Z-part 220 and elastomeric parts 330, 332 to increase the metal-to-metal and elast-40 sealing contact with the walls 61, 140.

8300566 * ' - 38 -8300566 * '- 38 -

Dit vergrote afdichtcontact zal de voortdurende toename van de hydraulische druk via de kill line 38 toelaten voor de verdere bediening van het afdichtmiddel 210.This enlarged seal contact will allow the continued increase in hydraulic pressure through the kill line 38 to further operate sealant 210.

Het zojuist beschreven afdichtbedieningsmid-5 del is een vereenvoudiging van bekende bedieningsuitvoeringen. Bekende bedieningsmiddelen oefenen een druk omlaag uit via de boorpijp om een inwendig poortzuigersysteem te bedienen.The sealing actuator just described is a simplification of known operating embodiments. Known operating means exert a downward pressure through the drill pipe to operate an internal port piston system.

Een dart sluit het eind van de boorpijpboring af voor de uitoefening van druk via het zuigersysteem dat op zijn beurt 10 druk uitoefent op de afdichting. Hoewel een dergelijk bekend bedieningssysteem zou kunnen worden toegepast bij de onderhavige uitvinding heeft de uitvoering volgens de onderhavige uitvinding aanzienlijke voordelen over het bekende systeem.A dart seals the end of the drill pipe bore to apply pressure through the piston system which in turn exerts pressure on the seal. Although such a known operating system could be used in the present invention, the embodiment of the present invention has significant advantages over the known system.

Het kan nodig zijn het aanvankelijk op de 15 boorkolom 236 uitgeoefende koppel te vergroten nadat de erup-tieafsluiterrams 34 gesloten zijn. Hoewel het rubbercontact van de rams 34 met de boorpijp 236 geen wrijvingsverlies veroorzaakt zoals een metaal-op-metaal contact/ zal enig aanvullend wrijvingsverlies optreden. Een aanvullend koppel kan 20 dus zo mogelijk worden uitgeoefend op de boorkolom 236 boven het aanvankelijke koppel om dit wrijvingsverlies te overwinnen. De boorpijp 236 zal echter roteren met de rams 34 in de gesloten stand. De ringruimte tussen de stijgbuis en de boorpijp 236 bevat putvloeistoffen, waardoor putvloeistoffen 25 zich zullen bevinden tussen de pijprams 34 en de boorpijp 236 bij sluiting van de eruptieafsluiter 40. Derhalve wordt gemeend, dat het koppel van 13.500 Nm niet belangrijk zal worden gereduceerd. Als ten gevolge van de bijzondere toepassing de wrijving tussen de pijprams 34 en de boorpijp 236 moet 30 worden gereduceerd, kan een speciale pijpverbinding, niet afgebeeld, in serie worden geschakeld in de boorpijp 236, waardoor de pijprams 34 aangrijpen op een stilstaand buisvormig deel met een roterend deel dat daardoorheen passeert om het koppel langs de rams 34 over te brengen. Een derge-35 lijke speciale pijpverbinding zal roterende afdichtingen omvatten tussen het stilstaande deel en het roterende binnendeel om het passeren van vloeistof te verhinderen.It may be necessary to increase the torque initially applied to the drill string 236 after the blow-off valve frames 34 are closed. Although the rubber contact of the rams 34 with the drill pipe 236 does not cause a friction loss such as a metal-to-metal contact, some additional friction loss will occur. Thus, an additional torque can be applied to the drill string 236 above the initial torque if possible to overcome this friction loss. However, the drill pipe 236 will rotate with the rams 34 in the closed position. The annulus between the riser and the drill pipe 236 contains well fluids, whereby well fluids 25 will be located between the pipe rams 34 and the drill pipe 236 upon closure of the blowout preventer 40. It is therefore believed that the torque of 13,500 Nm will not be significantly reduced. If, due to the particular application, the friction between the pipe rams 34 and the drill pipe 236 is to be reduced, a special pipe connection, not shown, can be connected in series in the drill pipe 236, whereby the pipe rams 34 engage a stationary tubular member with a rotating member passing therethrough to transmit the torque along the rams 34. Such a special pipe connection will include rotary seals between the stationary part and the rotating inner part to prevent the passage of liquid.

Thans verwijzend naar Fig. 5A, 5B en 5C is het complete samenstel van de putkop 24 afgebeeld met een 40 16 inch buishanger 420, een 13-3/8 inch buishanger 50, een 8300566 - 39 - ' 9-5/8 inch buishanger 400 en een 7 inch buishanger 410. De buishanger 50 is afgebeeld in Fig. 5B in de neerhoud- en afdichtstand die is beschreven in Fig. 1-4 waarbij het neerhoud- en afdichtsaxnenstel 180 is te zien in de neerhoud- en 5 afdichtstand. De 9-5/8 inch buishanger 400 is afgebeeld ondersteund bij 402 aan de bovenzijde van de buishanger 50.Referring now to FIG. 5A, 5B and 5C, the complete assembly of the wellhead 24 is shown with a 40 16 inch pipe hanger 420, a 13-3 / 8 inch pipe hanger 50, an 8300566 - 39 - 9-5 / 8 inch pipe hanger 400 and a 7 inch tube hanger 410. Tube hanger 50 is shown in FIG. 5B in the hold-down and seal position described in FIG. 1-4 wherein the hold down and seal sax set 180 is seen in the hold down and seal position. The 9-5 / 8 inch tube hanger 400 is shown supported at 402 on the top of tube hanger 50.

De buishanger 400 omvat ook een neerhoud- en afdichtsamenstel 404 dat vergelijkbaar is met het samenstel 180 van de buishanger 50. De 7 inch buishanger 402 is afgebeeld onder-10 steund bij 412 aan de bovenzijde van de 9-5/8 inch buishanger 400. De buishanger 410 omvat een neerhoud- en afdicht-samenstel 414 dat vergelijkbaar is met het samenstel 180.The tube hanger 400 also includes a hold down and seal assembly 404 similar to the assembly 180 of the tube hanger 50. The 7 inch tube hanger 402 is shown supported at 412 at the top of the 9-5 / 8 inch tube hanger 400. The tube hanger 410 includes a hold-down and seal assembly 414 similar to the assembly 180.

De Fig. 5A en 5B tonen de neerhoudgroeven van de putkop 24, namelijk de neerhoudgroef 68 voor de buishanger 50, de neer-15 houdgroef 406 voor de buishanger 400 en de neerhoudgroef 416 voor de buishanger 410. De buishangers 400 en 410 hebben geen schouderring nodig zoals de schouderring 128 voor de buishanger 50. Daar de buishangers 400, 410 een kleinere belasting ondersteunen is de hoeveelheid contactsteunoppervlak 20 die is vereist voor de buishanger 50 niet nodig voor de buishangers 400, 410. De hanger 50 vereist een 100 procent contactoppervlak dat niet is vereist voor de hangers 400, 410. Verder zijn de schouders op de hangers 400, 410 recht en lopen deze soepel uit aan de bovenzijde van de steunhanger.Fig. 5A and 5B show the hold-down grooves of the wellhead 24, namely the hold-down groove 68 for the tube hanger 50, the hold-down groove 406 for the tube hanger 400, and the hold-down groove 416 for the tube hanger 410. The tube hangers 400 and 410 do not need a shoulder ring such as the shoulder ring 128 for the tube hanger 50. Since the tube hangers 400, 410 support a smaller load, the amount of contact support surface 20 required for the tube hanger 50 is not needed for the tube hangers 400, 410. The hanger 50 requires a 100 percent contact area that is not required for the hangers 400, 410. Furthermore, the shoulders on the hangers 400, 410 are straight and run smoothly at the top of the support hanger.

25 Fig. 5C toont een alternatieve uitvoering voor een verwijderbare buishangersteunzitting of grendel-blokhuiszitting 70 die is afgebeeld in Fig. 2C. Thans verwijzend naar Fig. 5C is een gewijzigde grendelblokhuiszitting 420 afgebeeld die kan worden neergelaten in de boring 60 en 30 verbonden met de grendelbloktanden 66 van de putkop 24.FIG. 5C shows an alternative embodiment for a removable tube hanger support seat or latch block housing seat 70 shown in FIG. 2C. Referring now to FIG. 5C shows a modified latch block housing seat 420 that can be lowered into the bore 60 and 30 connected to the latch block teeth 66 of the wellhead 24.

In sommige gebieden zijn er formaties onder de 20 inch verhuizing die niet de druk van het gewicht van de modder kunnen opnemen die wordt toegepast om de bodem-gatdruk op te sluiten. Om de breuk van deze formatie door 35 het gewicht van de modder te verhinderen wordt het nodig een 16 inch verbuizingskolom neer te laten door deze formatie voorafgaand aan het boren van de boring voor de 13-3/8 inch verbuizing. De 16 inch verhuizing hangt aan de gewijzigde grendelblokhuiszitting 420. De grendelblokhuiszitting 40 420 heeft dus een dubbele funktie als steunschouder voor de 8300566 ► - 40 - \ buishanger 50 en als buishanger voor.de 16 inch verhuizing 422.In some areas, there are formations under the 20 inch move that cannot take the pressure of the mud weight used to trap the bottom hole pressure. To prevent the fracture of this formation by the weight of the mud, it becomes necessary to lower a 16 inch casing string through this formation prior to drilling the bore for the 13-3 / 8 inch casing. The 16 inch casing hangs from the modified locking block housing seat 420. The locking block housing seat 40 420 thus has a dual function as a support shoulder for the 8300566 ► - 40 - \ pipe hanger 50 and as a pipe hanger for the 16 inch casing 422.

De huiszitting 420 omvat een massieve buisvormige ring 424 en een pakkingring 426. De massieve buis-5 vormige ring 424 omvat uitwendige grendelbloktanden 428 die althans nagenoeg hetzelfde zijn als de grendelbloktanden 76 die zijn beschreven in verband met de huiszitting 70. De ring 424 heeft ook een opwaarts gerichte en tapse conische zitting of steunschouder 430 die is uitgevoerd om aan te 10 grijpen op de pakkingring 426. De ring 424 omvat ook meerdere spieën 432 die althans nagenoeg hetzelfde zijn als de in Fig. 2C afgebeelde spieën 92 om de huiszitting 420 te vergrendelen in het putkophuis 46. De ring 424 is voorzien van een mofeind 434 om te worden geschroefd aan de bovenste 15 pijpsectie van de 16 inch verbuizingskolom 422.The housing seat 420 includes a solid tubular ring 424 and a grommet 426. The solid tube-shaped ring 424 includes external locking block teeth 428 that are substantially the same as the locking block teeth 76 described in connection with the housing seat 70. The ring 424 also has an upwardly directed and tapered conical seat or support shoulder 430 configured to engage the packing ring 426. The ring 424 also includes a plurality of keys 432 which are substantially the same as those shown in FIG. 2C shown keys 92 to lock the housing seat 420 into the wellhead housing 46. The ring 424 includes a socket end 434 for screwing to the top pipe section of the 16 inch casing string 422.

Het bovenste deel van de ring 424 omvat een tegenboring 438 voor het opnemen van het peneind 440 van de pakkingring 426. De pakkingring 426 omvat uitwendige schroefdraad voor een schroefverbinding met de inwendige schroef-20 draad in de tegenboring 438 van de ring 424 bij 442. De pakkingring 426 omvat een opwaarts gerichte steunschouder 450 voor aangrijping op de neerwaarts gerichte schouder 132 van de buishanger 50. O-ringafdichtingen 444 en 446 zijn aangebracht in O-ringgroeven om het boveneind van de pakking-25 ring 426 voor afdichtende aangrijping op de boringwand 61 van de putkop 24. De pakkingring 426 omvat ook O-ringen 452, 454 die zijn opgenomen in O-ringgroeven boven de schroefdraad 442 op de pen 440 voor afdichtende aanraking met de wand van de tegenboring 438. van de ring 424. Een testpoort 30 456 is aangebracht tussen de O-ringen 452, 454 voor het testen van de pakkingring 426.The top portion of the ring 424 includes a counterbore 438 for receiving the pin end 440 of the packing ring 426. The packing ring 426 includes external threads for screw connection to the internal screw thread in the counterbore 438 of the ring 424 at 442. The grommet 426 includes an upwardly directed support shoulder 450 for engaging the downwardly directed shoulder 132 of the tube hanger 50. O-ring seals 444 and 446 are provided in O-ring grooves around the top of the gasket-ring 426 for sealing engagement with the bore wall. 61 of the well head 24. The packing ring 426 also includes O-rings 452, 454 contained in O-ring grooves above the threads 442 on the pin 440 for sealing contact with the wall of the counterbore 438. of the ring 424. A test port 30 456 is interposed between O-rings 452, 454 for testing packing ring 426.

Daar de 16 inch verbuizingskolom 422 moet worden gecementeerd, heeft de huiszitting 420 sleuven of kanalen 435 die zijn afgebeeld met streepjeslijnen in Fig.Since the 16 inch casing column 422 is to be cemented, the housing seat 420 has slots or channels 435 shown with dashed lines in FIG.

35 5C. De kanalen 435 omvatten de natuurlijke doorgang van de grendelbloksleuven, zoals de sleuven 86, 87 van de huiszitting 70 en de putkop 24 die zijn afgebeeld in Fig. 3, en een serie in de omtreksrichting op afstand van elkaar geplaatste sleuven door de continue ringflens 85 die zijn 40 uitgelijnd boven de grendelbloksleuven 86, 87. De sleuven 8300566 - 41 - van de flens 85 zijn smaller dan de grendelbloksleuven 86, 87 om te verhinderen dat de zitting 420 passeert door de putkop 24. De pakkingring 426 wordt na het cementeren aangebracht aan de ringruimte 134. Om de pakkingring 426 te 5 testen worden de rams van de eruptieafsluiter gesloten' en wordt het neerlaatgereedschap afgedicht onder de testpoort 456 en wordt de ringruimte 134 onder druk gezet. Als er een lek is tussen het putkophuis 46 en de pakkingring 426 of de pakkingring en de tegenboring 438 is het onmogelijk de ring-10 ruimte 134 onder druk te zetten. Ook zal er een hydraulische stroming met vergroot volume naar de ringruimte 134 uit de kill line 38 zijn. Het is niet nodig dat de pakkingring 426 een -hogedruk^afdichting verschaft, daar in dit stadium van de voltooiing van de put de meeste drukken zullen liggen in 15 het gebied van minder dan 350 bar.35 5C. The channels 435 include the natural passage of the locking block slots, such as the slots 86, 87 of the housing seat 70 and the wellhead 24 shown in FIG. 3, and a series of circumferentially spaced slots through the continuous ring flange 85 aligned 40 above the latch block slots 86, 87. The slots 8300566 - 41 - of the flange 85 are narrower than the latch block slots 86, 87 to prevent the seat 420 from passing through the wellhead 24. The packing ring 426 is applied to the annulus 134 after cementing. To test the packing ring 426, the blowout valve rams are closed and the lowering tool is sealed under the test port 456 and the annulus 134 is pressurized. If there is a leak between the wellhead housing 46 and the packing ring 426 or the packing ring and the counterbore 438, it is impossible to pressurize the ring-space 134. There will also be increased volume hydraulic flow to ring space 134 from kill line 38. It is not necessary for the packing ring 426 to provide a high pressure seal since at this stage of well completion most pressures will be in the range of less than 350 bar.

Het zal duidelijk zijn dat in een andere uitvoering de huiszitting 70 en de buishanger 50 in ëén stuk kunnen worden gemaakt, waarbij de zitting 70 en de hanger 50 in ëén toer in de put kunnen worden neergelaten en aan-20 gebracht in de putkop 24. De hanger 50 kan bijvoorbeeld de grendelbloktanden omvatten voor direkte aangrijping met de putkopgrendelbloktanden 66.It will be appreciated that in another embodiment, the housing seat 70 and the pipe hanger 50 can be made in one piece, the seat 70 and the hanger 50 being lowered into the well in one row and mounted in the well head 24. For example, the hanger 50 may include the locking block teeth for direct engagement with the wellhead locking block teeth 66.

Bij een andere uitvoering kan de lengte van de buisvormige ring 424 van de huiszitting 420 worden vergroot 25 waardoor het afdichtmiddel 210 en/of het bedieningsneerhoud-middel 212 direkt kan worden aangebracht op de huiszitting * 420 en tussen de zitting 420 en de putkop 24 voor afdichten-de en/of neerhoudende aangrijping met de putkop 24. In een dergelijk geval is de pakkingring 426 niet langer vereist.In another embodiment, the length of the tubular ring 424 of the housing seat 420 may be increased, whereby the sealant 210 and / or the actuating retaining means 212 may be applied directly to the housing seat * 420 and between the seat 420 and the wellhead 24 for sealing and / or holding down engagement with the wellhead 24. In such a case, the packing ring 426 is no longer required.

30 De uitvinding is niet beperkt tot de beschre ven uitvoeringsvormen die binnen het kader van de uitvinding gewijzigd kunnen worden.The invention is not limited to the described embodiments which can be modified within the scope of the invention.

83005668300566

Claims (140)

1. Zitting voor het ondersteunen van meerdere pijphangers in een putkop waaraan pijpen in een put hangen, gekenmerkt door een buisvormig lichaam dat is opgenomen in de putkop, verbindingsmiddelen die zijn aange- 5 bracht op buisvormige lichaam om losneembaar het buisvormige lichaam te verbinden met de putkop en schoudermiddelen op het buisvormige lichaam die geschikt zijn om door aangrij-ping de onderste pijphanger te ondersteunen.1. Seat for supporting a plurality of pipe hangers in a wellhead from which pipes hang in a well, characterized by a tubular body received in the wellhead, connecting means arranged on a tubular body to detachably connect the tubular body to the wellhead and shoulder means on the tubular body which are adapted to support the lower pipe hanger by engagement. 2. Zitting volgens conclusie 1, m e t het 10 kenmerk, dat het schoudermiddel is voorzien van een draagvlak dat de belasting van de pijphangers en in de putkop opgehangen pijpen en een werkdruk van 1050 bar kan ondersteunen.2. Seat according to claim 1, characterized in that the shoulder means is provided with a bearing surface which can support the load of the pipe hangers and pipes suspended in the well head and a working pressure of 1050 bar. 3. Zitting volgens conclusie 1, m e t het 15 kenmerk, dat het schoudermiddel is voorzien van een draagvlak dat de belasting van de pijphangers en de opgehangen pijpen samen met de werkdruk van de put kan ondersteunen zonder belangrijke overschreiding van de strekgrens van het materiaal bij verticale samendrukking van het buisvormige 20 lichaam.3. Seat as claimed in claim 1, characterized in that the shoulder means is provided with a bearing surface that can support the load of the pipe hangers and the suspended pipes together with the working pressure of the well without significant exceeding of the tensile limit of the material at vertical compression of the tubular body. 4. Zitting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat het schoudermiddel is voorzien van een draagvlak dat een verticale drukbelasting groter dan 27.000.000 N kan ondersteunen.4. Seat according to claim 1, characterized in that the shoulder means is provided with a bearing surface which can support a vertical pressure load greater than 27,000,000 N. 5. Zitting volgens conclusie 1,. met het kenmerk, dat het schoudermiddel is voorzien van een ringvormige steunschouder met een effectieve horizontale dikte van tenminste 33 mm.Seat according to claim 1. characterized in that the shoulder means is provided with an annular support shoulder with an effective horizontal thickness of at least 33 mm. 6. Zitting volgens conclusie 1, m e t het 30 kenmerk, dat het schoudermiddel is voorzien van een tapse ringschouder met een tapse hoek groter dan 30°.6. Seat according to claim 1, characterized in that the shoulder means is provided with a tapered ring shoulder with a taper angle greater than 30 °. 7. Zitting volgens conclusie 1, verder g e-kenmerkt door een grendelmiddel voor het vergrendelen van het buisvormige lichaam in de putkop.7. Seat as claimed in claim 1, further characterized by a locking means for locking the tubular body in the well head. 8. Zitting volgens conclusie 1, geken merkt door een middel voor het losneembaar verbinden van een neerlaatgereedschap met het buisvormige lichaam. 8300566 » > - 43 -Seat according to claim 1, characterized by a means for releasably connecting a lowering tool to the tubular body. 8300566 »> - 43 - 9. Zitting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat het verbindingsmiddel is voorzien van schroefdraad op de kop en op een steundeel voor schroefdraad aangrijping van deze delen bij rotatie van het steundeel.9. Seat as claimed in claim 1, characterized in that the connecting means is provided with screw thread on the head and on a support part for screw thread engaging these parts upon rotation of the support part. 10. Zitting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat het verbindingsmiddel wordt bediend bij een rotatie van 30° van het buisvormige lichaam.10. Seat according to claim 1, characterized in that the connecting means is operated at a rotation of 30 ° of the tubular body. 11. Zitting volgens conclusie l,met het kenmerk, dat het verbindingsmiddel is voorzien van 10 grendelbloktanden.Seat according to claim 1, characterized in that the connecting means is provided with 10 locking block teeth. 12. Zitting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat het verbindingsmiddel is voorzien van tanden met een profiel dat de spanningen over alle tanden vereffent.12. Seat as claimed in claim 1, characterized in that the connecting means is provided with teeth with a profile which equalizes the stresses over all teeth. 13. Inrichting voor het ondersteunen van een hanger waaraan een pijp in een boorgat hangt, gekenmerkt door een kopdeel, een steundeel dat telescopisch is opgenomen in het kopdeel en kan aangrijpen op de hanger, meerdere in omtreksrichting op afstand van elkaar aangebrach-20 te spoedloze schroefdraden op de binnenomtrek van het kopdeel en op de buitenomtrek van het steundeel, waarbij de schroefdraden op elk deel zijn uitgelijnd met de ruimten tussen de schroefdraden op het andere deel waarbij de schroefdraden in ingrijping met elkaar zijn om te verhinderen dat 25 de delen axiaal uit elkaar bewegen bij de uitoefening van een axiale kracht daarop waardoor het steundeel in ingrijping kan worden gebracht met het kopdeel en een ondersteuning verschaft voor het ondersteunen van de hanger en pijp in het boorgat.13. Device for supporting a hanger from which a pipe hangs in a borehole, characterized by a head part, a support part which is telescopically received in the head part and can engage on the hanger, several spaced apart in the circumferential direction. threads on the inner circumference of the head portion and on the outer circumference of the support portion, the threads on each part being aligned with the spaces between the threads on the other part, the threads engaging with each other to prevent the parts from axially extending move together upon the application of an axial force thereon allowing the support member to engage the head member and provide a support for supporting the borehole hanger and pipe. 14. Inrichting voor het ondersteunen van een pijphanger, waaraan een pijp hangt in een put, gekenmerkt door een kopdeel , een steundeel dat kan aangrijpen op de pijphanger en dat kan worden gestoken in het kopdeel, tanden die zijn aangebracht op het kopdeel en het steun-35 deel om deze delen losneembaar met elkaar te verbinden als het steundeel wordt geroteerd, welke tanden meerdere op afstand van elkaar liggende groepen tanden omvatten, waarbij de groepen van het steundeel kunnen passeren tussen de groepen van het kopdeel tijdens het insteken van het steundeel 40 in het kopdeel. 33 00 56 6 - 44 -14. Device for supporting a pipe hanger from which a pipe hangs in a well, characterized by a head part, a support part which can engage on the pipe hanger and which can be inserted into the head part, teeth mounted on the head part and the support -35 part to detachably connect these parts when the support part is rotated, said teeth comprising a plurality of spaced groups of teeth, the groups of the support part being able to pass between the groups of the head part during insertion of the support part 40 in the head section. 33 00 56 6 - 44 - 15. Inrichting volgens conclusie 14, m e t het kenmerk, dat' de tanden volledig in ingrijping komen bij een rotatie van het steundeel over minder dan één omwenteling.15. Device as claimed in claim 14, characterized in that the teeth engage fully when the supporting part rotates by less than one revolution. 16. Inrichting volgens conclusie 14, me t het kenmerk, dat de tanden taps zijn uitgevoerd met een spoedhoek 0 voor het vergroten van het afschuifoppervlak van de tanden.16. Device as claimed in claim 14, characterized in that the teeth are tapered with a pitch angle 0 for increasing the shearing surface of the teeth. 17. Inrichting volgens conclusie 14, m e t 10 het kenmerk, dat de tanden op het steundeel zonder klemming passen op de.tanden op het kopdeel.17. Device as claimed in claim 14, characterized in that the teeth on the support part fit without clamping on the teeth on the head part. 18. Inrichting volgens conclusie 14, me t het kenmerk, dat de tanden een niet-recht schouder-profiel hebben om het verzamelen van boorgruis op de tanden 15 te verhinderen.18. Device according to claim 14, characterized in that the teeth have a non-straight shoulder profile to prevent the collection of drill cuttings on the teeth. 19. Inrichting volgens conclusie 14, me t het kenmerk, dat de groepen tanden tandsegmenten omvatten zodat bij rotatie voor ingrijping de roterende tandsegmenten van het steundeel de tandsegmenten van het 20 kopdeel reinigen.19. Device as claimed in claim 14, characterized in that the groups of teeth comprise tooth segments, so that when rotating for engagement the rotating tooth segments of the support part clean the tooth segments of the head part. 20. Inrichting volgens conclusie 14, m e t het kenmerk, dat de tanden een tandprofiel hebben voor het vereffenen van de spanningen over alle tanden.20. Device according to claim 14, characterized in that the teeth have a tooth profile for equalizing the stresses over all teeth. 21. Inrichting volgens conclusie 14, m e t 25 het kenmerk, dat de tanden alle een gelijke lengte hebben, het aantal groepen op het kopdeel gelijk is aan het aantal groepen op het steundeel en elk van deze delen een even aantal groepen heeft, zodat bij ingrijping de spanningen en belastingen gelijkmatig worden verdeeld tussen de 3 0 tanden.21. Device according to claim 14, characterized in that the teeth all have the same length, the number of groups on the head part is equal to the number of groups on the support part and each of these parts has an even number of groups, so that when engaged the stresses and loads are evenly distributed between the 3 0 teeth. 22. Inrichting volgens conclusie 14, m e t het kenmerk, dat elk van deze delen zes groepen en zes ruimten omvat.22. Device according to claim 14, characterized in that each of these parts comprises six groups and six spaces. 23. Inrichting volgens conclusie 14, me t 35 het kenmerk, dat de groepen elk zes rijen tanden omvatten.23. Device according to claim 14, characterized in that the groups each comprise six rows of teeth. 24. Inrichting volgens conclusie 14, .met het kenmerk, dat een tand op het steundeel een axiale breedte heeft die groter is dan de andere steundeel- 40 tanden om een voortijdige ingrijping tussen deze delen te verhinderen. 8300566 - 45 -24. Device as claimed in claim 14, characterized in that a tooth on the support part has an axial width greater than the other support part teeth to prevent premature engagement between these parts. 8300566 - 45 - 25. Inrichting volgens conclusie 14, .gekenmerkt door in elkaar geschoven tandloze zones met cilindrische vorm op elk van deze delen.25. Device as claimed in claim 14, characterized by interlocked toothless zones of cylindrical shape on each of these parts. 26. Inrichting volgens conclusie 14, m e t 5 het kenmerk, dat de groepen tanden op het kopdeel althans nagenoeg dezelfde omtrekslengte hebben als de groepen tanden op het steundeel.26. Device according to claim 14, characterized in that the groups of teeth on the head part have at least substantially the same circumferential length as the groups of teeth on the support part. 27. Inrichting volgens conclusie 14, g e -kenmerkt door een anti-rotatiemiddel om relatieve 10 rotatie van de delen te verhinderen.27. Device as claimed in claim 14, characterized by an anti-rotation means for preventing relative rotation of the parts. 28. Inrichting volgens conclusie 27, m e t het kenmerk, dat het anti-rotatiemiddel is voorzien van een stop op één van de delen in aangrijping met het andere deel.28. Device according to claim 27, characterized in that the anti-rotation means is provided with a stop on one of the parts in engagement with the other part. 29. Inrichting volgens conclusie 27, me t het kenmerk, dat het anti-rotatiemiddel in werking komt bij rotatie van het steundeel over minder dan één omwenteling.29. Device according to claim 27, characterized in that the anti-rotation means is activated when the support part is rotated by less than one revolution. 30. Inrichting volgens conclusie 27, met 20 het kenmerk, dat het anti-rotatiemiddel is voorzien van een beweegbaar element op één van de delen dat is geplaatst in een holte in het andere deel.30. Device according to claim 27, characterized in that the anti-rotation means is provided with a movable element on one of the parts which is placed in a cavity in the other part. 31. Inrichting volgens conclusie 30, waarin het beweegbare element kan worden bewogen om ontkoppeling 25 van deze delen toe te laten door relatieve rotatie van de delen zonder relatieve axiale beweging, gevolgd door relatieve axiale beweging van het steundeel vanaf het kopdeel bij afwezigheid van relatieve rotatie.An apparatus according to claim 30, wherein the movable member is movable to permit decoupling of these parts by relative rotation of the parts without relative axial movement, followed by relative axial movement of the support part from the head part in the absence of relative rotation. . 32. Inrichting volgens conclusie 31, m e t 30 het kenmerk, dat het steundeel is voorzien van een middel om het beweegbare element buiten ingrijping te brengen.32. Device according to claim 31, characterized in that the support part is provided with a means for disengaging the movable element. 33. Inrichting volgens conclusie 14, me t het kenmerk, dat de passage van de groepen tanden 35 op het steundeel tussen de groepen tanden op het kopdeel een aanwijzing levert dat de tanden in ingrijping zijn gekomen 'bij rotatie van het steundeel.33. Device according to claim 14, characterized in that the passage of the groups of teeth 35 on the support part between the groups of teeth on the head part provides an indication that the teeth have engaged with rotation of the support part. 34. Inrichting voor het ondersteunen van meerdere op elkaar gestapelde pijphangers waaraan pijpen 40 hangen in een putboring, gekenmerkt door een kop- 8300566 % - 46 - deel, een steundeel met een eerste draagvlak dat kan aangrijpen op de onderste pijphanger, tanden.op het kopdeel en op het steundeel om deze delen losneembaar.met elkaar te verbinden, waarbij de tanden een tweede draagvlak hebben 5 voor het ondersteunen van het steundeel op het kopdeel, waarbij het .eerste, en tweede draagvlak elk een verschillend oppervlak hebben, waardoor de belasting van de pijphangers en opgehangen pijpen samen met de werkdruk van de put niet belangrijk de materiaalstrekgrens bij verticale samendruk- 10 king van het steundeel en het kopdeel overschreidt.34. Device for supporting a plurality of stacked pipe hangers from which pipes 40 hang in a well bore, characterized by a head 8300566% - 46 part, a support part with a first bearing surface which can engage the lower pipe hanger, teeth. head part and on the support part for releasably connecting these parts, the teeth having a second support surface for supporting the support part on the head part, the first and second support surfaces each having a different surface, so that the load of the pipe hangers and suspended pipes together with the working pressure of the well does not significantly exceed the material tensile limit when vertically compressing the support part and the head part. 35. Inrichting volgens conclusie 34, m e t het kenmerk, dat het kopdeel een minimum boring van 17-9/16 inch heeft voor het opnemen van een standaard 17½ inch boorbeitel om de putboring te boren voor de aan de 15 onderste pijphanger opgehangen pijp.35. An apparatus according to claim 34, characterized in that the head portion has a minimum bore of 17-9 / 16 inches to receive a standard 17½ inch drill bit to drill the well bore for the pipe suspended from the bottom pipe hanger. 36. Inrichting volgens conclusie 34, met het kenmerk, dat het kopdeel en het steundeel zijn gemaakt van materiaal met een strekgrens van tenminste 5950 bar.Device according to claim 34, characterized in that the head part and the support part are made of material with a tensile limit of at least 5950 bar. 37. Inrichting volgens conclusie 34, met het kenmerk, dat de draagvlakken een belasting groter dan 27.000.000 N kunnen ondersteunen.Device according to claim 34, characterized in that the bearing surfaces can support a load greater than 27,000,000 N. 38. Inrichting volgens conclusie 34, me t het kenmerk, dat het eerste draagvlak is voorzien 25 van een tapse ringschouder op het steundeel met een tapse hoek die groter is dan 30°.38. Device according to claim 34, characterized in that the first bearing surface is provided with a tapered ring shoulder on the support part with a tapered angle greater than 30 °. 39. Inrichting volgens conclusie 34, m e t het kenmerk, dat de tanden meerdere segmentvormige cirkelvormige groeven op elk van de delen omvatten, waarbij 30 de segmentvormige groeven van het steundeel kunnen passeren tussen de segmentvormige groeven van het kopdeel.39. Device according to claim 34, characterized in that the teeth comprise a plurality of segmental circular grooves on each of the parts, wherein the segmental grooves of the support part can pass between the segmental grooves of the head part. 40. Afdichtsamenstel dat is aangebracht op een buisvormig deel dat verschuifbaar is opgenomen in een boring van een ander deel voor het verschaffen van een me- 35 taal-op-metaal afdichting tussen het buisvormig deel en de binnenwand van de boring, gekenmerkt door meerdere afgeknot kegelvormige metalen ringen die in serie zijn gestapeld waarbij elke ring afwisselt in afgeknot kegelvormige tapsheid, waarbij een ringschouder is gemonteerd op 40 het buisvormige deel, waarbij een bedieningsdeel heen en 8300566 ♦ - 47 - ~ weer gaand is gemonteerd op het buisvormige deel, waarbij de ringschouder en het bedieningsdeel tegenovergestelde oppervlakken hebben die aangrijpen op de eindringen van de stapel bij afdichtende aanraking, waarbij de metalen ringen, 5 de ringschouder en het bedieningsdeel een buitendiameter die kleiner is dan de diameter van de boring, waarbij een bedieningsmiddel voor het uitoefenen van een axiale kracht op het bedieningsdeel veroorzaakt dat het bedieningsdeel aangrijpt op de stapel metalen ringen en de binnen- en bui- 10 tenranden van de ringen in afdichtende aanraking van metaal-op-metaal brengt met het buisvormige deel en de binnenwand van boring.40. Sealing assembly mounted on a tubular member slidably received in a bore of another member to provide a metal-to-metal seal between the tubular member and the inner wall of the bore, characterized by multiple truncated conical metal rings stacked in series with each ring alternating in frusto-conical taper, with a ring shoulder mounted on the tubular portion, with an operating portion reciprocally mounted on the tubular portion, and 8300566 ♦ - 47 - ~ the ring shoulder and the actuating member have opposite surfaces which engage the end rings of the stack upon sealing contact, the metal rings, the ring shoulder and the actuating member having an outer diameter smaller than the diameter of the bore, an actuating means for applying a axial force on the actuating part causes the actuating part to congr rests on the stack of metal rings and brings the inner and outer edges of the rings into metal-to-metal sealing contact with the tubular portion and the inner wall of bore. 41. Af dichtsamenstel volgens conclusie 25, met het kenmerk, dat de metalen ringen een vol- 15 doende radiale breedte hebben, zodat de binnen- en buitenranden van de metalen rihgen klemmend en afdichtend aangrijpen op het buisvormige deel en de binnenwand van de boring en zodat ze worden vervormd tot een kleinere conushoek.41. Sealing assembly according to claim 25, characterized in that the metal rings have a sufficient radial width, so that the inner and outer edges of the metal rings engage and sealingly engage the tubular part and the inner wall of the bore and so that they are deformed to a smaller cone angle. 42. Afdichtsamenstel volgens conclusie 25, 20 met het kenmerk, dat de metalen ringen worden samengedrukt voorbij hun strekgrens tussen de ringschouder en het bedieningsdeel.Sealing assembly according to claim 25, 20, characterized in that the metal rings are compressed beyond their tensile limit between the ring shoulder and the operating part. 43. Afdichtsamenstel volgens conclusie 40, met het kenmerk, dat ringvormige schakels tussen 25 de mètalen ringen , de ringschouder en het bedieningsdeel een positieve verbindingsschakel tussen het ringvormige deel en het bedieningsdeel vormen.43. Sealing assembly according to claim 40, characterized in that annular links between the metal rings, the ring shoulder and the operating part form a positive connecting link between the annular part and the operating part. 44. Afdichtsamenstel volgens conclusie 41, met het kenmerk, dat de aangrenzende metalen 30 ringen een ringvormige groef voor het opnemen van elastomere afdichting vormen.44. Sealing assembly according to claim 41, characterized in that the adjacent metal rings form an annular groove for receiving elastomeric sealing. 45. Afdichtsamenstel volgens conclusie 40, met het kenmerk, dat afstandhouders zijn aangebracht tussen aangrenzende metalen ringen.45. Sealing assembly according to claim 40, characterized in that spacers are arranged between adjacent metal rings. 46. Afdichtsamenstel dat is aangebracht op een buisvormig deel dat verschuifbaar is opgenomen in een boring van een ander deel voor het verschaffen van een metaal-ορ-metaal afdichting tussen het buisvormige deel en de wand van de boring, gekenmerkt door een in één geheel 40 gevormd ringvormig lichaam met een bovenste ringvormig deel, 8300566 ' . ' - 48 - een middendeel en een onderste ringvormig deel, waarbij het middelste deel een afgeknotte kegelvorm heeft met een bovenrand die in één geheel is verbonden met een onderste om-treksrand van het bovenste ringvormige deel en een onderrand 5 die in één geheel is verbonden met een bovenste omtreksrand van het onderste ringvormige deel, waarbij een bedienings-middel voor het uitoefenen van een drukkracht op het lichaam veroorzaakt dat het bovenste en onderste ringvormig deel naar elkaar toe bewegen, waardoor het middelste deel wordt ver-10 vormd tot een kleinere conushoek, zodat de boven- en onderranden van het middelste deel in afdichtende aanraking van metaal-op-metaal komen met het buisvormige deel en de wand van de boring.46. Sealing assembly mounted on a tubular member slidably received in a bore of another member to provide a metal-to-metal seal between the tubular member and the wall of the bore, characterized by a single piece 40 shaped annular body with an upper annular portion, 8300566 '. - a middle part and a bottom annular part, the middle part having a truncated cone shape with a top edge connected in one piece with a lower peripheral edge of the top annular part and a bottom edge 5 connected in one piece with an upper peripheral edge of the lower annular portion, an actuating means for applying a compressive force to the body causes the upper and lower annular portions to move towards each other, deforming the middle portion into a smaller cone angle so that the top and bottom edges of the center portion come into metal-to-metal sealing contact with the tubular portion and the bore wall. 47. Afdichtsamenstel volgens conclusie 46, 15 met het kenmerk, dat het middelste deel een Z-vormige doorsnede heeft met een bovenste afgeknot kegelvormige schakel, een tussenliggende afgeknot kegelvormige schakel en een onderste afgeknot kegelvormige schakel.47. Sealing assembly according to claim 46, characterized in that the middle part has a Z-shaped cross section with an upper frusto-conical link, an intermediate frusto-conical link and a lower frusto-conical link. 48. Afdichtsamenstel volgens conclusie 46, 20. e t' h e t k e n.m e r k, dat het middelste deel een serie afgeknot kegelvormige schakels omvat waarvan de richting van de afgeknot kegelvormige tapsheid afwisselt.48. Sealing assembly according to claim 46, 20, characterized in that the middle part comprises a series of frusto-conical links whose direction of frusto-conical taper alternates. 49. Afdichtsamenstel volgens conclusie 48, met het kenmerk, dat er een oneven aantal van 25 deze afgeknot kegelvormige schakels zijn.49. Sealing assembly according to claim 48, characterized in that there are an odd number of these frusto-conical links. 50. Afdichtsamenstel voor het vormen van een afdichting tussen een buishanger en een putkop, gekenmerkt door meerdere afgeknot kegelvormige metalen ringen die in een serie opgestapeld zijn waarbij elke meta- 30 len ring een afgeknot kegelvormige tapsheid heeft in een richting tegengesteld aan de afgeknot kegelvormige tapsheid van elke daaraan grenzende metalen ring, en een binnen- en buitenrand heeft, een ringvormig deel dat kan worden aangebracht op de buishanger, een bedieningsdeel dat heen en weer 35 beweegbaar is op de buishanger, waarbij de metalen ringen, het ringvormige deel en het bedieningsdeel een buitenafmeting hebben die kleiner is dan de diameter van de putkop-boring, waarbij de stapel metalen ringen is aangebracht tussen het ringvormige deel en het bedieningsdeel, waardoor bij 40 beweging van het bedieningsdeel naar het ringvormige deel de 8300566 - 49 - binnen- en buitenranden van de metalen ringen radiaal binnenwaarts resp. buitenwaarts bewegen voor het veroorzaken van afdichtingscontact met de buishanger en de putkop.50. Sealing assembly for forming a seal between a pipe hanger and a wellhead, characterized by a plurality of frusto-conical metal rings stacked in series, each metal ring having a frusto-conical taper in a direction opposite to the frusto-conical taper of each adjacent metal ring, and having an inner and outer edge, an annular portion that can be mounted on the tube hanger, an actuating member movable back and forth on the tube hanger, the metal rings, the annular portion and the actuating portion have an outer dimension smaller than the diameter of the wellhead bore, with the stack of metal rings arranged between the annular portion and the actuating member, so that when moving from the actuating member to the annular portion, the 8300566 - 49 - inner and outer edges of the metal rings radially inward or. move outward to cause sealing contact with the pipe hanger and wellhead. 51. Afdichtsamenstel volgens conclusie 50, 5 met het kenmerk, dat de metalen ringen een Z vormen en een bovenste afgeknot kegelvormige ring, een tussenliggende afgeknot kegelvormige ring en een onderste afgeknot kegelvormige ring omvatten.51. Sealing assembly according to claim 50, characterized in that the metal rings form a Z and comprise an upper frusto-conical ring, an intermediate frusto-conical ring and a lower frusto-conical ring. 52. Afdichtsamenstel volgens conclusie 50, 10 met het kenmerk, dat er een oneven aantal van deze afgeknot kegelvormige metalen ringen zijn.Sealing assembly according to claim 50, characterized in that there are an odd number of these frusto-conical metal rings. 53. Afdichtsamenstel volgens conclusie 50, met het kenmerk, dat de metalen ringen een dikte hebben die een metaal-op-metaal afdichting van tenminste 15 210 bar toelaat tussen de buishanger en de putkop bij het uitoefenen van een koppel van 13.500 Nm op het bedienings-deel.Sealing assembly according to claim 50, characterized in that the metal rings have a thickness permitting a metal-to-metal seal of at least 15 210 bar between the pipe hanger and the wellhead when a torque of 13,500 Nm is applied to the actuator -part. 54. Afdichtsamenstel volgens conclusie 50, met het kenmerk, dat de metalen ringen zijn ge- 20 maakt van een metaal met een strekgrens die kleiner is dan de helft van de strekgrens van het materiaal van de buishanger en van de putkop.54. Sealing assembly according to claim 50, characterized in that the metal rings are made of a metal with a yield point that is less than half the yield point of the pipe hanger material and the wellhead. 55. Afdichtsamenstel volgens conclusie 50, met het kenmerk, dat de metalen ringen zijn ge- 25 maakt van een strekbaar materiaal dat plastisch vervormt bij afdichtende aanraking.55. Sealing assembly according to claim 50, characterized in that the metal rings are made of a stretchable material that deforms plastically upon sealing contact. 56. Afdichtsamenstel volgens conclusie 50, « met het kenmerk, dat de metalen ringen zijn gemaakt van een strekbaar materiaal dat de plastische ver- 30 vorming van de randen in de onvolkomenheden van de wanden van de buishanger en de putkop toelaat.56. Sealing assembly according to claim 50, characterized in that the metal rings are made of a stretchable material which allows the plastic deformation of the edges in the imperfections of the walls of the pipe hanger and the wellhead. 57. Afdichtsamenstel volgens conclusie 50, met het kenmerk, dat ringvormige schakels de aangrenzende metalen ringen verbinden.Sealing assembly according to claim 50, characterized in that annular links connect the adjacent metal rings. 58. Afdichtsamenstel volgens conclusie 57, met het kenmerk, dat andere ringvormige schakels de metalen eindringen van de stapel verbinden met het aangrenzende ringvormige deel en bedieningsdeel, waardoor de ringvormige schakels een positieve verbindingsschakel vor- 40 men tussen het ringvormige deel en het bedieningsdeel. 8300566 * - 50 -58. Sealing assembly according to claim 57, characterized in that other annular links connect the metal end rings of the stack to the adjacent annular part and operating part, whereby the annular links form a positive connecting link between the annular part and the operating part. 8300566 * - 50 - 59. Afdichtsamenstel volgens conclusie. 58, met het kenmerk, dat de andere ringvormige schakels een breedte hebben die toelaat dat deze andere ringvormige schakels buigen, zodat de rand van deze verbon- 5 den aangrenzende metalen ring in 'aanraking kan komen met de aangrenzende buishanger en putkop.Sealing assembly according to claim. 58, characterized in that the other annular links have a width that allows these other annular links to bend, so that the edge of these connected adjacent metal ring may contact the adjacent tube hanger and wellhead. 60. Afdichtsamenstel volgens conclusie 59, met het kenmerk, dat elke ringvormige schakel en aangrenzende metalen ring een middel vormt voor het op- 10 nemen van een ringvormig veerkrachtig deel voor het veroorzaken van een elastomere afdichting tussen de buishanger en de putkop.60. A sealing assembly according to claim 59, characterized in that each annular link and adjacent metal ring forms a means for receiving an annular resilient member to produce an elastomeric seal between the tube hanger and the wellhead. 61. Afdichtsamenstel volgens conclusie 50, met het kenmerk, dat een afstandhouder is aan- 15 gebracht tussen aangrenzende metalen ringen om de grootte van de beweging van de aangrenzende metalen ringen naar elkaar toe te bepalen.61. A sealing assembly according to claim 50, characterized in that a spacer is arranged between adjacent metal rings to determine the magnitude of movement of the adjacent metal rings towards each other. 62. Afdichtsamenstel volgens conclusie 61, met het kenmerk, dat het afstandmiddel ringvor- 20 mige veerkrachtige delen omvat.62. Sealing assembly according to claim 61, characterized in that the spacer comprises annular resilient parts. 63. Afdichtsamenstel volgens conclusie 62, met het kenmerk, dat de ringvormige veerkrachtige delen zijn gemaakte .uit elastomeer materiaal.63. Sealing assembly according to claim 62, characterized in that the annular resilient parts are made of elastomeric material. 64. Afdichtsamenstel volgens conclusie 62 25 met het kenmerk, dat de ringvormige veerkrachtige delen zijn gemaakt uit grafoil.64. Sealing assembly according to claim 62, characterized in that the annular resilient parts are made of grafoil. 65. Afdichtsamenstel volgens conclusie 50, met het kenmerk, dat ringvormige elastomere delen zijn aangebracht tussen aangrenzende metalen ringen.Sealing assembly according to claim 50, characterized in that annular elastomeric parts are arranged between adjacent metal rings. 66. Afdichtsamenstel volgens conclusie 65, met het kenmerk, dat de metalen ringen de ex*-trusie van de elastomere delen tegenhouden.66. Sealing assembly according to claim 65, characterized in that the metal rings block the ex-trusion of the elastomeric parts. 67. Afdichtsamenstel volgens conclusie 65, met het kenmerk, dat het volume van de ring- 35 vormige elastomere delen in verband met de ringvormige ruimte tussen de buishanger en de putkop zo is bepaald, dat de randen in aanraking komen met de buishanger en de putkop voordat de elastomere delen worden geextrudeerd langs deze randen.67. Sealing assembly according to claim 65, characterized in that the volume of the annular elastomeric parts in connection with the annular space between the pipe hanger and the well head is determined such that the edges come into contact with the pipe hanger and the well head. before the elastomeric parts are extruded along these edges. 68. Afdichtsamenstel volgens conclusie 65, 8300566 - 51 - met het kenmerk, dat de ringvormige elastomere delen een in het algemeen V-vormige doorsnede hebben, waarbij de benen tegenover de top zijn afgeschuind om het volume van het elastomere deel tussen de aangrenzende metalen ringen 5 te bepalen.68. Sealing assembly according to claim 65, 8300566 - 51 - characterized in that the annular elastomeric parts have a generally V-shaped cross section, the legs being chamfered opposite the top about the volume of the elastomeric part between the adjacent metal rings 5. 69. Afdichtsamenstel volgens conclusie 65, * met het kenmerk, dat de elastomere delen zijn ver-bonden met de aangrenzende metalen ringen.69. Sealing assembly according to claim 65, characterized in that the elastomeric parts are connected to the adjacent metal rings. 70. Inrichting voor het bedienen van een 10 elastomere en metaal-op-metaal afdichting die is aangebracht in de ringruimte die is gevormd door een putkop en een buis-hanger, gekenmerkt door een bedieningsdeel waarvan een gedeelte zich uistrekt in de ringruimte en aangrijpt op de afdichting, een koppeloverbrengmiddel dat aangrijpt op 15 het bedieningsdeel om een koppel over te brengen en het bedieningsdeel te roteren waarbij het bedieningsdeel is ge-. schroefd op de buishanger, zodat als een koppel wordt over gebracht op heet bedieningsdeel in een richting, het bedieningsdeel omlaag beweegt op de buishanger over een voldoende 20 afstand om de afdichting te bekrachtigen en de ringruimte af te dichten tegen vloeistofstroming, een hydraulisch middel voefr het uitoefenen van een hydraulische druk op de af-. dichting, waardoor het metaal-op-metaal gedeelte van de afdichting wordt bekrachtigd in afdichtende aanraking van 25 metaal-op-metaal met de putkop en de buishanger, waarbij het bedieningsdeel de bediening van de afdichting omlaag op de buishanger volgt om te verhinderen dat de afdichting bij het verwijderen van de hydraulische druk wordt vrijgelaten.70. Device for operating an elastomeric and metal-to-metal seal disposed in the annulus formed by a wellhead and a pipe hanger, characterized by an actuator portion of which extends into the annulus and engages with the seal, a torque transmission means which engages the operating part to transmit a torque and rotate the operating part with the operating part being mounted. screwed onto the tube hanger so that when torque is transferred to the hot actuator in one direction, the actuator moves down on the tube hanger a sufficient distance to energize the seal and seal the ring space against fluid flow, providing a hydraulic means to the exert a hydraulic pressure on the gasket, energizing the metal-to-metal portion of the gasket in sealing contact of metal-to-metal with the wellhead and pipe hanger, the operating part following the operation of the seal downward on the pipe hanger to prevent the seal is released when the hydraulic pressure is removed. 71. Inrichting volgens conclusie 70, m e t 30 het kenmerk, dat het hydraulische middel een leiding omvat die in verbinding staat met de ringruimte boven de afdichting en een pomp die is verbonden met de leiding om een hydraulische druk uit te oefenen in de ringruimte.71. An apparatus according to claim 70, characterized in that the hydraulic means comprises a conduit communicating with the annulus above the seal and a pump connected to the conduit to apply hydraulic pressure in the annulus. 72. Inrichting volgens conclusie 70, met 35 het kenmerk, dat het koppeloverbrengmiddel een koppel van, 13.500 Nm overbrengt op het bedieningsdeel om een afdichting van 210 bar te veroorzaken in de ringruimte.72. Device according to claim 70, characterized in that the torque transmission means transmits a torque of 13,500 Nm to the operating part to cause a seal of 210 bar in the ring space. 73. Inrichting volgens conclusie 70, m e t het kenmerk, dat het hydraulische middel een gelei- 40 delijk toenemende druk uitoefent om een samendrukinstelling 8300566 * . ' - 52 - van de afdichting van 1400 bar te bereiken.73. An apparatus according to claim 70, characterized in that the hydraulic means exerts a gradually increasing pressure about a compression setting 8300566 *. Of the seal of 1400 bar. 74. Inrichting volgens conclusie 70, me t het kenmerk, dat het koppeloverbrengmiddel een met het bedieningsmiddel verbonden pijp omvat en een middel 5 om de pijp te roteren.74. Device according to claim 70, characterized in that the torque transmission means comprises a pipe connected to the operating means and a means 5 for rotating the pipe. 75. Inrichting volgens conclusie 74, g e-kenmerkt door een middel voor het afdichten tussen de pijp en de putkop.75. Device according to claim 74, characterized by a means for sealing between the pipe and the wellhead. 76. Inrichting volgens conclusie 74, g e -10 kenmerkt door een middel voor het afdichten tussen de pijp en de buishanger.76. Device as claimed in claim 74, g -10 characterized by a means for sealing between the pipe and the pipe hanger. 77. Gereedschap op een pijpkolom om een buishanger en een verhuizing neer te laten in een onderzeese putkop en een afdicht- en neerhoudsamenstel op de buishanger 15 te bedienen, gekenmerkt door een doorn waarvan een eind is verbonden met de pijpkolom en het andere eind is opgenomen in de buishanger, een manteldeel dat is aangebracht op de doorn, een koppeloverbrengmiddel op het manteldeel dat is aangebracht en aangrijpt op het afdicht- en neerhoudsa-20 menstel, een hulsdeel dat telescopisch is opgenomen in de • ringvormige kamer die is gevormd tussen het manteldeel en de doorn, waarbij een gedeelte van het hulsdeel zich uitstrekt tussen de doorn en de buishanger, en een grendelmid-del dat is aangebracht op het hulsdeel en wordt bediend door 25 de doorn om de doorn losneembaar te verbinden met de .buishanger .77. Tools on a pipe string to lower a pipe hanger and a casing into a subsea wellhead and operate a seal and hold down assembly on the pipe hanger 15, characterized by a mandrel one end of which is connected to the pipe string and the other end is received in the tube hanger, a jacket portion mounted on the mandrel, a torque transmission means on the jacket portion mounted and engaging the sealing and holddown assembly, a sleeve portion telescopically received in the annular chamber formed between the jacket portion and the mandrel, with a portion of the sleeve portion extending between the mandrel and the tube hanger, and a locking means mounted on the sleeve portion and operated by the mandrel to releasably connect the mandrel to the tube hanger. 78. Gereedschap volgens conclusie 77, m e t het kenmerk, dat het manteldeel en de doorn zijn verbonden door samenwerkende spieën voor het overbrengen 30 van een koppel.78. Tools according to claim 77, characterized in that the casing part and the mandrel are connected by co-operating splines for transmitting a torque. 79. Gereedschap volgens conclusie 78, m e t het kenmerk, dat de spieën tegenovergestelde schouders op hun ondereind hebben en worden vastgehouden door een vasthouddeel dat.is geschroefd op de doorn.79. A tool according to claim 78, characterized in that the wedges have opposite shoulders on their lower end and are held by a holding member screwed to the mandrel. 80. Gereedschap volgens conclusie 77, met het' kenmerk, dat het manteldeel is voorzien van een poort om putvloeistof door te laten.80. A tool according to claim 77, characterized in that the casing part is provided with a port for passage of well fluid. 81. Gereedschap voor het neerlaten van een buishanger in een onderzeese putkop, gekenmerkt 40 door een doorn die aan zijn boveneind kan worden geschroefd 8300566 - 53 - op een pijpkolom en aan zijn ondereind kan worden opgenomen in de buishanger, een hulsdeel dat heen en weer beweegbaar is gemonteerd op de doorn en waarvan een gedeelte is aangebracht tussen de doorn en de buishanger, een grendelmiddel 5 dat is aangebracht op het gedeelte van het hulsdeel om aan te grijpen op de buishanger en de doorn te verbinden met de buishanger, waarbij het hulsdeel en de doorn een eerste stand hebben waarin het grendelmiddel in ingrijping is en een tweede stand waarin het grendelmiddel is vrijgelaten.81. Tool for lowering a pipe hanger into a subsea wellhead, characterized by a mandrel screwable at its top end 8300566 - 53 - onto a pipe string and accommodated at its bottom end in the pipe hanger, a sleeve portion reciprocating is movably mounted on the mandrel and a portion of which is disposed between the mandrel and the tube hanger, a locking means 5 mounted on the portion of the sleeve member to engage the tube hanger and connect the mandrel to the tube hanger, the sleeve portion and the mandrel have a first position in which the locking means is engaged and a second position in which the locking means is released. 82. Gereedschap volgens conclusie 81, me t het kenmerk, dat het hulsdeel en de doorn tegenoverliggende schouders hebben om het hulsdeel op te doorn te houden.82. Tool according to claim 81, characterized in that the sleeve part and the mandrel have opposite shoulders for holding the sleeve part on. 83. Gereedschap volgens conclusie 81, g e - 15 kenmerkt door een afdichtmiddel voor het afdichten tussen het hulsdeel en de doorn en voor het afdichten tussen het hulsdeel en de buishanger.83. Tool according to claim 81, g e-15, characterized by a sealing means for sealing between the sleeve part and the mandrel and for sealing between the sleeve part and the pipe hanger. 84. Gereedschap volgens conclusie 81, me t het kenmerk, dat het grendelmiddel grendelsegmenten 20 omvat die zijn gemonteerd in openingen door het gedeelte van het hulsdeel, waarbij de grendelsegmenten radiaal buitenwaarts beweegbaar zijn door deze openingen in grendelende aangrijping met de buishanger.84. A tool according to claim 81, characterized in that the locking means comprises locking segments 20 mounted in openings through the portion of the sleeve portion, the locking segments movable radially outwardly through these openings in locking engagement with the tube hanger. 85. Gereedschap volgens conclusie 84, me t 25 het kenmerk, dat het grendelmiddel een vasthoud- middel omvat om de grendelsegmenten vast te houden in de openingen.85. Tool according to claim 84, characterized in that the locking means comprises a retaining means for holding the locking segments in the openings. 86. Gereedschap volgens conclusie 84, m e t het kenmerk, dat de.doorn een voorspanmiddel omvat 30 om de grendelsegmenten voor te spannen in aangrijping met de buishanger in de eerste stand en een vrijlaatmiddel om de binnenwaartse radiale beweging van de grendelsegmenten toe te laten om deze buiten ingrijping met de buishanger te brengen in. de tweede stand.86. A tool according to claim 84, characterized in that the mandrel comprises a biasing means for biasing the latch segments into engagement with the tube hanger in the first position and a release means to allow the inward radial movement of the latch segments to out of engagement with the pipe hanger. the second position. 87. Gereedschap volgens conclusie 86, m e t het kenmerk, dat het voorspanmiddel een radiaal ringvormig uitsteeksel op de doorn omvat om de grendelsegmenten naar buiten te drukken.87. A tool according to claim 86, characterized in that the biasing means comprises a radial annular projection on the mandrel to push out the locking segments. 88. Gereedschap volgens conclusie 86, me t 40 het kenmerk, dat het vrijlaatmiddel een ringgroef 8300566 * . ’ - 54 - in de doorn omvat om de grendelsegmenten op te nemen.88. Tool according to claim 86, characterized in that the release means has a ring groove 8300566 *. "- 54 - included in the mandrel to accommodate the bolt segments. 89. Gereedschap volgens conclusie 84, me t het kenmerk, dat het grendelmiddel een nokmiddel omvat om de grendelsegmenten met nokwerking buiten aangrij- 5 ping met de buishanger te drukken wanneer het hulsdeel en de doorn zich in een derde stand bevinden.89. A tool according to claim 84, characterized in that the locking means comprises a cam means for urging the cam action locking segments out of engagement with the tube hanger when the sleeve portion and mandrel are in a third position. 90. Gereedschap volgens conclusie 84, gekenmerkt door een vrijlaatmiddel dat verhindert dat de doorn in de eerste stand beweegt, nadat het hulsdeel en 10 de doorn zijn bewogen in de tweede stand.90. A tool according to claim 84, characterized by a release means which prevents the mandrel from moving in the first position after the sleeve part and the mandrel have moved in the second position. 91. Gereedschap volgens conclusie 90, m e t hetkenmerk, dat het vrijlaatmiddel een snapring omvat die is opgenomen in het hulsdeel voor aangrijping op de doorn als de doorn en het manteldeel worden bewogen in 15 de tweede stand.91. A tool according to claim 90, characterized in that the release means comprises a snap ring included in the sleeve portion for engagement with the mandrel when the mandrel and the jacket portion are moved into the second position. 92. Afdicht- en neerhoudsamenstel dat is aangebracht op een buishanger die is geplaatst in een putkop, gekenmerkt door een roterend deel dat is geschroefd op de buishanger, een stilstaand deel dat is aangebracht op 20 het roterende deel, welke delen zijn opgenomen in de ring-ruimte die is gevormd door de buishanger en de putkop, een grendeldeel dat is aangebracht op de buishanger onder het . stilstaande deel, waarbij het stilstaande deel een bovenste bedieningsdeel heeft, een middelste afdichtdeel en een onder- 25 ste nokdeel, waarbij het bovenste, middelste en onderste deel.in êên stuk uit metaal zijn vervaardigd, waarbij, het bovenste bedieningsdeel roteerbaar is gemonteerd op het roterende deel, en een koppeloverbrengraiddel om het roterende deel op de buishanger te schroeven veroorzaakt dat het ro- 30 terende deel in de ringruimte omlaag beweegt waardoor het onderste nokdeel het grendeldeel in neerhoudende aangrijping drukt met de putkop en dan het middelste afdichtdeel afdichtend aangrijpt op de buishanger en de putkop.92. Sealing and holding down assembly mounted on a pipe hanger placed in a wellhead, characterized by a rotating part screwed to the pipe hanger, a stationary part mounted on the rotating part, these parts being received in the ring -space formed by the pipe hanger and the wellhead, a latch mounted on the pipe hanger below it. stationary part, the stationary part having an upper operating part, a middle sealing part and a lower cam part, the upper, middle and lower part being made in one piece from metal, the upper operating part being rotatably mounted on the rotating part, and a torque transmission means for screwing the rotating part onto the pipe hanger causes the rotating part to move down into the annulus, causing the lower cam part to press the locking part into downward engagement with the well head and then sealingly engage the middle sealing part on the pipe hanger and the wellhead. 93. Afdicht- en neerhoudsamenstel volgens 35 conclusie 92,met het kenmerk, dat het onderste nokdeel is voorzien van een neerwaarts gericht taps oppervlak tegenover een opwaarts gericht taps oppervlak op het grendeldeel, welke oppervlakken met nokwerking . in aanraking komen bij de neerwaartse beweging van het onderste nokdeel.93. The sealing and hold-down assembly according to claim 92, characterized in that the lower cam portion includes a downwardly tapered surface opposite an upwardly directed tapered surface on the latch member, said camming surfaces. come into contact with the downward movement of the lower cam part. 94. Afdicht- en neerhoudsamenstel volgens 8300566 - 55 - conclusie 92,met het kenmerk, dat het grendel-deel is voorzien van middelen die aangrijpen op de buishan-ger om te verhinderen dat het grendeldeel langs de buishan-ger omhoog glijdt.94. Sealing and holding-down assembly according to claim 8300566 - 55, characterized in that the locking part is provided with means which engage the tube handle to prevent the bolt part from sliding upwards along the tube handle. 95. Afdicht- en neerhoudsamenstel volgens conclusie 92,met het kenmerk, dat het middelste afdichtdeel een Z-vormige dwarsdoorsnede heeft die bestaat uit een serie in ëën geheel verbonden afgeknot kegelvormige schakels, waarvan de afgeknot kegelvormige tapsheid afwis-10 selt.95. Sealing and holding-down assembly according to claim 92, characterized in that the central sealing part has a Z-shaped cross-section, which consists of a series of fused conical links connected in one piece, of which the frusto-conical taper alternates. 96. Afdicht- en neerhoudsamenstel volgens conclusie 94,met het kenmerk, dat het ondereind van het bovenste bedieningsgedeelte en het boveneind van het onderste nokgedeelte afgeknot kegelvormige oppervlakken 15 hebben met een tapsheid in dezelfde richting als de tapsheid van de aangrenzende afgeknot kegelvormige schakels.96. Sealing and hold-down assembly according to claim 94, characterized in that the lower end of the upper operating section and the upper end of the lower cam section have truncated conical surfaces 15 with a taper in the same direction as the taper of the adjacent truncated links. 97. Afdicht- en neerhoudsamenstel volgens conclusie 92, g e k e n m-e r k t door een leger tussen het roterende deel en het stilstaande deel om de rotatie van het 20 roterende deel op het stilstaande deel te vergemakkelijken.97. Sealing and holding down assembly according to claim 92, characterized by a bearing between the rotating part and the stationary part to facilitate the rotation of the rotating part on the stationary part. 98. Afdicht- en neerhoudsamenstel volgens conclusie 92, gekenmerkt door een drukleger tussen deze delen om het koppel over te brengen van het roterende deel op het stilstaande deel.98. Sealing and holding-down assembly according to claim 92, characterized by a compression bearing between these parts to transfer the torque from the rotating part to the stationary part. 99. Afdicht- en neerhoudsamenstel volgens conclusie 98 met het kenmerk, dat het stilstaande deel een eerste draagvlak omvat tegeover een tweede draagvlak op het roterende deel, waarbij het drukleger le-gerringen omvat die zijn aangebracht tussen het eerste en 30 tweede draagvlak.99. Sealing and holding-down assembly according to claim 98, characterized in that the stationary part comprises a first bearing surface opposite a second bearing surface on the rotating part, the compression bearing bearing rings being arranged between the first and second bearing surfaces. 100. Pijphanger voor het ophangen van een pijp aan een putkop en voor het afdichtend aangrijpen van de cilindrische wand van de putkopboring, gekenmerkt door een ringvormig lichaam waaraan een pijp in een put 35 hangt, welk lichaam een deel met gereduceerde diameter aan een eind heeft, een ringschouder die is aangebracht op het deel met gereduceerde diameter, een ring die verschuifbaar is aangebracht om het deel met gereduceerde diameter, waarbij de ring en de schouder afgeknot kegelvormige oppervlak-40 ken hebben, meerdere afgeknot kegelvormige metalen ringen 8300566 \ - 56 - die zijn aangebracht op het deel met gereduceerde diameter tussen de afgeknot kegelvormige oppervlakken en in serie zijn gestapeld waarbij de afgeknot kegelvormige tapsheid van de ringen afwisselt, -waarbij de eindringen van de sta-5 pel metalen ringen in dezelfde ringen afgeknot kegelvormig taps zijn uitgevoerd als de aangrenzende oppervlakken van de ring en de ringschouder maar een kleinere conushoek hebben dan deze oppervlakken van de ring en schouder, waarbij de ring beweegbaar is uit een niet-afdichtende stand in een 10 afdichtstand, waarbij de ring in de afdichtstand de stapel metalen ringen vervormt en de metalen ringen samendrukt om afdichtend aan te grijpen op de putkopboringwand en het deel met gereduceerde diameter. 101» Pijphanger volgens conclusie 100, me t 15 het kenmerk, dat de metalen ringen een Z-vormige dwarsdoorsnede vormen die wordt vervormd bij de uitoefening van een samendrukbelasting.100. Pipe hanger for suspending a pipe from a wellhead and for sealingly engaging the cylindrical wall of the wellhead bore, characterized by an annular body from which a pipe hangs in a well 35, which body has a reduced diameter portion at one end , a ring shoulder mounted on the reduced diameter portion, a ring slidably mounted on the reduced diameter portion, the ring and shoulder having frusto-conical surfaces, multiple frusto-conical metal rings 8300566 \ - 56 - which are arranged on the reduced diameter portion between the frusto-conical surfaces and are stacked in series with the frusto-conical taper of the rings alternating, the end rings of the stack of metal rings in the same rings being frusto-conically tapered as the adjacent surfaces of the ring and the ring shoulder have only a smaller cone angle d on these surfaces of the ring and shoulder, the ring being movable from a non-sealing position to a sealing position, the ring in the sealing position deforming the stack of metal rings and compressing the metal rings to engage sealingly on the wellhead bore wall and the reduced diameter part. 101 »Pipe hanger according to claim 100, characterized in that the metal rings form a Z-shaped cross-section which is deformed upon application of a compression load. 102. Pijphanger volgens conclusie 100, met het kenmerk, dat de metalen ringen zijn gemaakt 20 uit een strekbaar materiaal dat plastisch vervormt bij afdichtende aanraking.102. Pipe hanger according to claim 100, characterized in that the metal rings are made of a stretchable material which deforms plastically on sealing contact. 103. Pijphanger volgens conclusie 100, met het kenmerk, dat ringvormige schakels de aangrenzende metalen ringen verbinden.A pipe hanger according to claim 100, characterized in that annular links connect the adjacent metal rings. 104. Pijphanger volgens conclusie 103, met het kenmerk, dat andere ringvormige schakels de metalen eindringen van de stapel verbinden met de aangrenzende ringschouder en de ring, waarbij deze ringvormige schakels een positieve· verbindingsschakel vormen tussen de 30 ringschouder en de ring.104. Pipe hanger according to claim 103, characterized in that other annular links connect the metal end rings of the stack to the adjacent ring shoulder and the ring, said ring links forming a positive connecting link between the ring shoulder and the ring. 105. Pijphanger volgens conclusie 104, met het kenmerk, dat elke ringvormige schakel en aangrenzende metalen ring een middel vormt voor het opnemen van een veerkrachtig deel voor het veroorzaken van een elasto- 35 mere afdichting tussen het ringvormige lichaam en de putkop.105. Pipe hanger according to claim 104, characterized in that each annular link and adjacent metal ring forms a means of receiving a resilient part to produce an elastomeric seal between the annular body and the well head. 106. Pijphanger voor het ophangen van een pijp in een put aan' een putkop, gekenmerkt door een ringvormig lichaam dat is verbonden met het boveneind van de in de put opgehangen pijp, welk lichaam een ring- 40 schouder heeft die is geplaatst op de putkop, een grendel- 8300566 * - 57 - % deel dat is aangebracht op de schouder, een roterend deel dat is geschroefd op het ringvormige lichaam, een stilstaand deel met een bovenste bedieningsdeel, een middelste afdicht-deel-en een onderste nokdeel, waarbij het bovenste, middelste 5 en onderste deel in êën geheel uit metaal zijn vervaardigd, waarbij het bovenste bedieningsdeel roteerbaar is gemonteerd op het roterende deel, waarbij het stilstaande deel is opgenomen in de ringruimte die is gevormd door het ringvormige deel en de putkop en is aangebracht boven het grendeldeel 10 waardoor bij rotatie van het roterende deel het stilstaande deel in de ringruimte anlaagbeweegt en het onderste nokdeel het grendeldeel in neerhoudende aangrijping drukt met de putkop en dan het middelste afdichtdeel afdichtend aangrijpt op het ringvormige deel en de putkop.106. Pipe hanger for suspending a pipe in a well from a well head, characterized by an annular body connected to the top end of the pipe suspended in the well, which body has a ring shoulder placed on the well head , a latch 8300566 * - 57 -% part mounted on the shoulder, a rotating part screwed to the annular body, a stationary part with an upper operating part, a middle sealing part and a lower cam part, the upper, middle and lower parts are made in one piece entirely of metal, the upper operating part being rotatably mounted on the rotating part, the stationary part being received in the annulus formed by the annular part and the well head and arranged above the locking part 10, whereby the stationary part moves in the annulus space during rotation of the rotating part and the lower cam part the locking part in downward engagement d jerks with the well head and then the middle sealing member seals against the annular part and the well head. 107. Pijphanger volgens conclusie 106, m e t het kenmerk, dat het middelste afdichtdeel een Z-vormige doorsnede heeft die bestaat uit een serie in één geheel verbonden afgeknot kegelvormige schakels waarvan de afgeknot kegelvormige tapsheid afwisselt.107. Pipe hanger according to claim 106, characterized in that the central sealing part has a Z-shaped cross section which consists of a series of truncated conical links connected in one piece, of which the truncated conical taper alternates. 108. Pijphanger volgens conclusie 106, met het kenmerk, dat de ringvormige schouder een ringvormig verwijderbaar deel omvat, waarbij het ringvormige verwijderbare deel een neerwaarts gericht afgeknot kegelvormig draagvlak van 360° voor aangrijping met de putkop 25 heeft.108. Pipe hanger according to claim 106, characterized in that the annular shoulder comprises an annular removable part, the annular removable part having a downwardly directed frusto-conical bearing surface of 360 ° for engagement with the well head 25. 109. Pijphanger volgens conclusie 108, met het kenmerk, dat het overige deel van de ringschou-der is voorzien van stromingspoorten om putvloeistof door te laten.109. Pipe hanger according to claim 108, characterized in that the remaining part of the ring shoulder is provided with flow ports to allow well fluid to pass through. 110. Putinrichting voor het afdichten en ver grendelen van een buishanger die is geplaatst in een putkop, gekenmerkt door een roterend deel dat is geschroefd op de buishanger, een stilstaand deel met een bedieningsdeel, een middelste afdichtdeel en een onderste nokdeel, waarbij 35 het bovenste, middelste en onderste deel in één geheel uit metaal zijn vervaardigd, waarbij het bovenste bedieningsdeel roteerbaar is gemonteerd op het roterende deel en het stilstaande deel is opgenomen in de ringruimte die is gevormd door de buishanger en de putkop, waarbij een grendeldeel is 40 aangebracht op de buishanger onder het stilstaande deel, 8300566 ‘ ' - 58 - Λ . · een koppeloverbrengmiddel dat aangrijpt op het roterende , deel om het koppel over te brengen en het roterende deel te roteren, waardoor het roterende deel omlaag beweegt op de buishanger, waardoor het onderste nokdeel het grendeldeel 5 in neerhoudende aangrijping drukt met de putkop en-het middelste afdichtdeel afdichtend aangrijpt op de buishanger en de putkop om de vloeistofstroming door de ringruimte t$ verhinderen, een hydraulisch middel voor het uitoefenen van een hydraulische druk op het stilstaande deel om het middel-10 ste afdichtdeel verder te bekrachtigen in afdichtende aanraking met de buishanger en de putkop, waarbij het roterende deel de verdere bediening van het middelste afdichtdeel omlaag langs de buishanger volgt om te verhinderen dat het middelste afdichtdeel wordt vrijgelaten bij het verwijderen 15 van de hydraulische druk.110. Well device for sealing and locking a pipe hanger placed in a well head, characterized by a rotating part screwed to the pipe hanger, a stationary part with an operating part, a middle sealing part and a lower cam part, the upper part being , middle and lower parts are made in one piece from metal, the upper operating part being rotatably mounted on the rotating part and the stationary part being included in the annular space formed by the tube hanger and the well head, with a locking part 40 mounted on the pipe hanger under the stationary part, 8300566 '' - 58 - Λ. A torque transmission means which engages the rotating part to transfer the torque and rotate the rotating part, causing the rotating part to move down on the pipe hanger, whereby the lower cam part presses the locking part 5 into downward engagement with the well head and middle sealing member sealingly engages the tube hanger and well head to prevent fluid flow through the annulus t $, a hydraulic means for applying hydraulic pressure to the stationary member to further energize the middle sealing member in sealing contact with the tube hanger and the wellhead, the rotating portion following the further actuation of the middle sealing member downwardly along the tube hanger to prevent the middle sealing member from being released upon removal of the hydraulic pressure. 111. Putinrichting volgens conclusie 110, met het kenmerk, dat het koppeloverbrengmiddel een koppel van 13.500 Nm overbrengt op het roterende deel om een afdichting in de ringruimte te veroorzaken.Well arrangement according to claim 110, characterized in that the torque transmission means transmits a torque of 13,500 Nm to the rotating part to cause a seal in the annulus. 112. Putinrichting volgens conclusie 110, met het kenmerk, dat het hydraulische middel een geleidelijk toenemende druk uitoefent om een samendruk-instelling van het middelste afdichtdeel van 1400 bar te bereiken. 25 113.. Putinrichting voor het ophangen van een buis in een put, gekenmer k. t door een putkop met een boring, welke putkop een ringschouder heeft met een daarboven aangebrachte ringvormige grendelgroef, een buishanger met een ringvormig draagvlak voor plaatsing op de 30 ringschouder en een grendel die is aangebracht op de buishanger boven het draagvlak bij de grendelgroef in de geplaatste stand, een afdicht- en neerhoudsamenstel, dat is aangebracht op de buishanger boven het grendeldeel, waarbij het afdicht- en neerhoudsamenstel een roterend deel en een stil-35 staand deel omvat, waarbij het roterende deel is geschroefd op de buishanger en het stilstaande deel roteerbaar is gemonteerd op het rotereride deel, waarbij het stilstaande deel is opgenomen in de ringruimte die is gevormd door de buishanger en de putkop, waarbij het stilstaande deel een 40 afdichtdeel en een nokdeel heeft, waarbij het nokdeel op het 8300566 - 59 - * grendeldeel aangrijpt, een koppeloverbrengmiddel om het roterende deel op de buishanger te roteren en te veroorzaken dat het roterende deel en het stilstaande deel omlaag bewegen in de ringruimte, waarbij het nokdeel het grendeldeel 5 in de grendelgroef drukt om de buishanger 'neer te houden in de putkop, waarbij het afdichtdeel wordt samengedrukt door de neerwaartse beweging van het roterende deel, waardoor· het afdichtdeel afdichtend aangrijpt op de buishanger en de putkop, een hydraulisch middel om een hydraulische druk uit 10 te oefenen op het stilstaande deel waardoor het afdichtdeel verder wordt bekrachtigd in afdichtende aanraking met de putkop en de buishanger, waarbij het roterende deel omlaag beweegt op de buishanger bij de verdere bediening van het afdichtdeel, waardoor het roterende deel verhindert dat het 15 afdichtdeel wordt vrijgelaten bij het verwijderen van de hydraulische druk door het hydraulische middel.112. Well device according to claim 110, characterized in that the hydraulic means exerts a gradually increasing pressure to achieve a compression setting of the middle sealing part of 1400 bar. 113. .. Well device for hanging a pipe in a well, characterized k. through a wellhead with a bore, said wellhead having a ring shoulder with an annular locking groove disposed above it, a tube hanger having an annular bearing surface for mounting on the ring shoulder and a bolt mounted on the tube hanger above the bearing groove in the placed position, a sealing and holding down assembly mounted on the tube hanger above the latch part, the sealing and holding down assembly comprising a rotating part and a stationary part, the rotating part being screwed onto the tube hanger and the stationary part being rotatable is mounted on the rotereride part, the stationary part being received in the annulus formed by the pipe hanger and the wellhead, the stationary part having a 40 sealing part and a cam part, the cam part engaging the 8300566 - 59 - * locking part , a torque transmission means for rotating the rotating part on the tube hanger and causing it to rotate part and the stationary part move down into the annular space, the cam part pressing the locking part 5 into the locking groove to hold the pipe hanger down into the well head, the sealing part being compressed by the downward movement of the rotating part, whereby the sealing part sealingly engaging the tube hanger and well head, a hydraulic means for applying hydraulic pressure to the stationary portion thereby further energizing the sealing portion in sealing contact with the well head and tube hanger, the rotating portion moving down on the tube hanger at the further operation of the sealing member, whereby the rotating member prevents the sealing member from being released upon removal of the hydraulic pressure by the hydraulic means. 114. Putinrichting volgens conclusie 113, m et het kenmerk, dat het koppeloverbrengmiddel een koppel van 13.500 Nm overbrengt op het roterende deel om een 20 afdichting van 210 bar te veroorzaken in de ringruimte.114. Well device according to claim 113, characterized in that the torque transmission means transmits a torque of 13,500 Nm to the rotating part to produce a seal of 210 bar in the annular space. 115. Inrichting volgens conclusie 113, met het kenmerk, dat het hydraulische middel een geleidelijk toenemende druk uitoefent tot een maximum van 1050 bar om een samendrukinstelling van het afdichtdeel 25 van 1400 bar te bereiken.115. Device according to claim 113, characterized in that the hydraulic means exerts a gradually increasing pressure up to a maximum of 1050 bar to achieve a compression setting of the sealing part 25 of 1400 bar. 116. Putinrichting volgens conclusie 113, met het kenmerk, dat het afdichtdeel metalen afdichtingen omvat voor het veroorzaken van een metaal-op-metaal afdichting tussen de buishanger en de putkop.A well device according to claim 113, characterized in that the sealing member comprises metal seals for causing a metal-to-metal seal between the pipe hanger and the well head. 117. Putinrichting volgens conclusie 116, met het kenmerk, dat het afdichtdeel verder veerkrachtige afdichtingen omvat tussen de metalen afdichtingen om een elastamere afdichting te veroorzaken tussen de buishanger en de putkop voorafgaand aan de uitoefening 35 van de hydraulische druk door het hydraulische middel.117. Well device according to claim 116, characterized in that the sealing part further comprises resilient seals between the metal seals to produce an elastomeric seal between the pipe hanger and the well head prior to application of the hydraulic pressure by the hydraulic means. 118. Buishanger, gekenmerkt door een lichaam met een plaatsingsschouder voor plaatsing op een putkop, een neerhoudmiddel dat is aangebracht op het lichaam voor neerhoudende aangrijping met de putkop, een 40 metalen afdichtmiddel dat is aangebracht op het lichaam 8300566 •v - 60 - * __ _____________________ ______ _______________________ __________.__ ___ ___ boven het neerhoudmiddel voor afdichtende aanraking van me-taal-op-metaal met de putkop en een bedieningsraiddel dat is geplaatst boven het metalen afdichtmiddel waardoor bij een neerwaartse langsbeweging van het bedieningsmiddel het neer-5 houdmiddel aangrijpt op de putkop en bij verdere neerwaartse beweging van het bedieningsmiddel het metalen afdichtmiddel afdichtend aangrijpt op de putkop.118. Tube hanger, characterized by a body with a locating shoulder for placement on a wellhead, a hold-down applied to the body for downward engagement with the wellhead, a 40 metal sealant applied to the body 8300566 • v - 60 - * __ _____________________ ______ _______________________ __________.__ ___ ___ above the metal-on-metal hold-down holding means with the wellhead and an actuating means positioned above the metal sealing means, so that when the actuating means is moved downward, the holding-down means the well head and, upon further downward movement of the operating means, the metal sealant sealingly engages the well head. 119. Buishanger volgens conclusie 118, g e-kenmerkt door een koppelmiddel voor het overbrengen 10 van een koppel op het bedieningsmiddel en een hydraulisch middel voor het uitoefenen van vloeistofdruk op het metalen afdichtmiddel.119. Pipe hanger according to claim 118, characterized by a coupling means for transmitting a torque to the operating means and a hydraulic means for applying liquid pressure to the metal sealant. 120. Buishanger volgens conclusie 118, met het kenmerk, dat het neerhoudmiddel een in de langs- 15 richting beweegbare huls met een neerwaarts gerichte schouder omvat, een beweegbare grendelring met een opwaarts gerichte schouder die aangrijpt op de neerwaarts gerichte schouder, waarbij het lichaam een grendeluitsparing omvat voor het opnemen van de grendelring waardoor bij neerwaartse 20 beweging van.het bedieningsmiddel de huls omlaag beweegt, waardoor de neerwaarts gerichte schouder de grendelring in neerhoudende ingrijping met de putkop drukt.120. Tube hanger according to claim 118, characterized in that the hold-down means comprises a longitudinally movable sleeve with a downwardly directed shoulder, a movable locking ring with an upwardly directed shoulder which engages the downwardly oriented shoulder, the body being a locking recess includes for receiving the locking ring whereby the sleeve moves downwardly when the actuating means moves downwardly, whereby the downwardly facing shoulder presses the locking ring into downward engagement with the well head. 121. Buishanger volgens conclusie 120, met het kenmerk, dat de onderzijde van de grendelring 25 en de onderzijde van de uitsparing tapse samenwerkende vlakken hebben.A pipe hanger according to claim 120, characterized in that the bottom side of the locking ring 25 and the bottom side of the recess have tapered mating surfaces. 122. Buishanger volgens conclusie 120, met het kenmerk, dat de schouders tapse samenwerkende vlakken hebben.A pipe hanger according to claim 120, characterized in that the shoulders have tapered mating surfaces. 123. Putinrichting voor het ophangen van een pijp in een boorgat, gekenmerkt door een putkop-deel, een zittingdeel dat telescopisch is opgenomen in het putkopdeel, waarbij het zittingdeel een opwaarts gerichte afgeknot kegelvormige ringschouder heeft, tanden die zijn 35 aangebracht op het putkopdeel en het zittingdeel om het zittingdeel losneembaar te verbinden met het putkopdeel wanneer _ -4 het zittingdeel wordt geroteerd over minder dan 360°, een hangerdeel dat is bevestigd aan de bovenzijde van de pijp- * kolom en dat een neerwaarts gericht draagvlak heeft dat 40 aangrijpt op de schouder van het zittingdeel, een poortmid- 8300566 * - 61 - del dat zich uitstrekt door het hangerdeel en om het draagvlak, waardoor het draagvlak en de schouder een omtreks-contact over de volle 360° hebben.123. Well device for suspending a pipe in a borehole, characterized by a well head part, a seat part telescopically received in the well head part, the seat part having an upwardly directed frusto-conical ring shoulder, teeth arranged on the well head part and the seat part to detachably connect the seat part to the wellhead part when the seat part is rotated by less than 360 °, a hanger part which is attached to the top of the pipe column and which has a downward-facing bearing surface engaging 40 the shoulder of the seat part, a gate means extending through the hanger part and around the bearing surface, whereby the bearing surface and the shoulder have a circumferential contact over the full 360 °. 124. Putinrichting volgens conclusie 123, 5 met het kenmerk, dat het draagvlak een losneembare ringvormige steun heeft die is geschroefd op het hangerdeel .124. Well device according to claim 123, 5, characterized in that the bearing surface has a detachable annular support which is screwed onto the hanger part. 125. Putinrichting volgens conclusie 123, met het kenmerk, dat de tanden meerdere op af- 10 stand geplaatste groepen tanden omvatten, waarbij de groepen van het zittingdeel kunnen passeren tussen de groepen van het putkopdeel tijdens het insteken van het zittingdeel in het putkopdeel.125. Well arrangement according to claim 123, characterized in that the teeth comprise a plurality of spaced groups of teeth, wherein the groups of the seat part can pass between the groups of the well head part during insertion of the seat part into the well head part. 126. Putinrichting volgens conclusie 125, 15 met het kenmerk, dat de tanden op afstand van elkaar geplaatste spoedloze schroefdraden zijn die zonder klemming in elkaar grijpen bij rotatie van het zittingdeel in het putkopdeel.126. Pit device according to claim 125, characterized in that the teeth are spaced apart threadless threads which engage without clamping upon rotation of the seat part in the well head part. 127. Putinrichting volgens conclusie 123, 20 met het kenmerk, dat een grendeldeel is aangebracht pp het hangerdeel voor expansie in een grendelgroef in het putkopdeel boven het draagvlak waardoor de buishanger wordt vergrendeld in de putkop.127. Well device according to claim 123, 20, characterized in that a locking part is arranged per the hanger part for expansion in a locking groove in the well head part above the bearing surface, whereby the pipe hanger is locked in the well head. 128. Putinrichting volgens conclusie 123, 25 met het kenmerk, dat een afdichtsamenstel is aangebracht op het hangerdeel, waarbij het afdichtsamenstel meerdere afgeknot kegelvormige metalen ringen omvat die in serie zijn gestapeld waarbij de afgeknot kegelvormige taps-heid van de ringen afwisselt, waarbij de metalen ringen een 30 buitendiameter hebben die kleiner is dan de binnendiameter van de putkop, waarbij een bedieningsmiddel een axiale kracht kan uitoefenen op de stapel metalen ringen waardoor de metalen ringen worden samengedrukt in afdichtende aanraking van metaal-op-metaal met het hangerdeel en het put-35 kopdeel.128. Well device according to claim 123, characterized in that a sealing assembly is arranged on the hanger part, the sealing assembly comprising a plurality of frusto-conical metal rings stacked in series with the frusto-conical taper of the rings alternating, the metals washers have an outer diameter smaller than the inner diameter of the wellhead, whereby an actuator may exert an axial force on the stack of metal rings whereby the metal rings are compressed in metal-to-metal sealing contact with the hanger portion and the well- 35 cup part. 129. Putinrichting volgens conclusie 128, gekenmerkt door een ringschouder op het hangerdeel en een bedieningsdeel dat heen en weer beweegbaar is gemonteerd op het hangerdeel, waarbij de stapel metalen ringen 40 zijn aangebracht tussen de ringschouder en het bedienings- 8300566 * - 62 - deel. ' a129. Well device according to claim 128, characterized by a ring shoulder on the hanger part and an operating part movably reciprocally mounted on the hanger part, the stack of metal rings 40 being arranged between the ring shoulder and the operating part 8300566 * - 62. ' a 130. Putinrichting volgens conclusie 129, gekenmerkt door ringvormige schakels tussen de metalen ringen, de ringschouder en het bedieningsdeel om 5 een positieve verhindings schakel te vormen tussen het ringvormige deel en het bedieningsdeel.130. Well device according to claim 129, characterized by annular links between the metal rings, the ring shoulder and the operating part to form a positive connecting link between the annular part and the operating part. 131·. Putinrichting volgens conclusie 130, met het ke.nm.erk, dat de aangrenzende metalen ringen ringgroeven vormen voor het opnemen van elastomere 10 afdichtingen.131 ·. Well device according to claim 130, characterized in that the adjacent metal rings form ring grooves for receiving elastomeric seals. 132. Putinrichting volgens conclusie 130, gekenmerkt door een afstandshouder die is aangebracht tussen aangrenzende metalen ringen.A well device according to claim 130, characterized by a spacer interposed between adjacent metal rings. 133. Putinrichting volgens conclusie 123, 15 met het k-e'n m e r k, dat een neerhoud- en afdicht-samenstel is aangebracht op het hangerdeel en is opgenomen in de ringruimte.die is gevormd tussen het hangerdeel en het putkopdeel, waarbij het neerhoud- en afdichtsamenstel wordt bediend bij de uitoefening van een verticale drukkracht daar-20 op, waarbij een bedieningsdeel is geschroefd op het hangerdeel en een gedeelte ervan aangrijpt op het neerhoud- en afdichtsamenstel, waarbij een koppeloverbrengmiddel aangrijpt op het bedieningsdeel om een koppel over te brengen en het bedieningsdeel te roteren waardoor het bedieningsdeel omlaag 25 beweegt als het bedieningsdeel wordt geschroefd op het hangerdeel, waardoor een verticale drukkracht wordt uitgeoefend op het neerhoud- en afdichtsamenstel, waarbij een hydraulisch middel is aangebracht om een hydraulische druk uit te oefenen op het neerhoud- en afdichtsamenstel, waardoor de hydraulische 30 druk een aanvullende verticale druk uitoefent op het neerhouden afdichtsamenstel om het neerhoud- en afdichtsamenste verder te bekrachtigen en te bedienen.133. Well device as claimed in claim 123, 15, characterized in that a hold-down and seal assembly is arranged on the hanger part and is received in the ring space formed between the hanger part and the well head part, wherein the hold-down and sealing assembly is actuated upon application of a vertical compressive force thereon, an actuating member screwed to the hanger portion and a portion thereof engaging the hold-down and sealing assembly, a torque transmission means engaging the actuating member to transmit torque and rotating the actuating member causing the actuating member to move downward as the actuating member is screwed onto the hanger portion, thereby applying a vertical compressive force to the hold-down and seal assembly, a hydraulic means being applied to apply hydraulic pressure to the hold-down and sealing assembly, whereby the hydraulic pressure exerts an additional vertical pressure on h The hold down seal assembly to further actuate and operate the hold down and seal assembly. 134. Putinrichting volgens conclusie 123, met het kenmerk, dat een eerste metaal-op-metaal 35 afdichtsamenstel is aangebracht in de ringruimte tussen het putkopdeel en het hangerdeel om daartussen een metaal-op-metaal afdichting te vormen, een tweede hangerdeel is geplaatst op het hangerdeel en een tweede metaal-op-metaal afdichtmiddel is aangebracht om een metaal-op-metaal afdich-40 ting te veroorzaken tussen het tweede hangerdeel en het put- 8300566 L· * * - 63 - ♦ kopdeel, een derde hangerdeel is geplaatst op het tweede hangerdeel en een derde metaal-op-metaal afdichtmiddel is aangebracht om een metaal-op-metaal afdichting te veroorzaken tussen het derde hangerdeel en het putkopdeel.134. Well device according to claim 123, characterized in that a first metal-to-metal sealing assembly is arranged in the annulus between the wellhead part and the hanger part to form a metal-to-metal seal therebetween, a second hanger part is placed on the hanger part and a second metal-to-metal sealant is applied to create a metal-to-metal seal between the second hanger part and the well 8300566 L * * - 63 - ♦ head part, a third hanger part is placed is applied to the second hanger portion and a third metal-to-metal sealant to cause a metal-to-metal seal between the third hanger portion and the wellhead portion. 135. Putinrichting volgens conclusie 134, met het kenmerk, dat een koppeloverbrengmiddel achtereenvolgens aangrijpt op het eerste metaal-op-metaal afdichtsamenstel, het tweede metaal-op-metaal afdichtsamen-stel en het derde metaal-op-metaal afdichtsamenstel om een 10 verticale samendrukkracht uit te oefenen om deze samenstellen te bedienen en een hydraulisch middel achtereenvolgens een hydraulische druk uitoefent op het eerste metaal-op-me-taal afdichtsamenstel, het tweede metaal-op-metaal samenstel en het derde metaal-op-metaal afdichtsamenstel om ver- 15 der deze afdichtsamenstellen tot afdichtende aangrijping te bedienen.135. Well device according to claim 134, characterized in that a torque transmission means successively engages the first metal-to-metal sealing assembly, the second metal-to-metal sealing assembly and the third metal-to-metal sealing assembly for a vertical compressive force. to operate these assemblies and a hydraulic means successively applies hydraulic pressure to the first metal-to-metal sealing assembly, the second metal-to-metal assembly and the third metal-to-metal sealing assembly to of these sealing assemblies to act as a sealing engagement. 136. Werkwijze voor het voltooien van een onderwaterput, met het kenmerk, dat (a) een boormiddel wordt geplaatst op de 20 plaats van een onderwaterput, (b) een leibuis wordt geïnstalleerd op de bodem van de watermassa met een putkop, eruptieafsluiter-systeem en een stijgbuis die daarmede zijn verbonden op een punt bij de bodem, waarbij de stijgbuis zich omhoog uit- 25 strekt naar het boormiddel, (c) een boorkolom en een standaard 17½ inch boorbeitel worden neergelaten door de putkop en de leibuis, (d) een gat wordt geboord om een andere verhuizing op te hangen in de putkop en de leibuis, 30 (e) een hangerzitting wordt neergelaten in de put tot dat de zitting wordt geplaatst in de putkop, (f) de hangerzitting wordt geroteerd over minder dan 360° om de hangerzitting te verbinden in de putkop, 35 (g) de hangerzitting wordt vergrendeld in de putkop, (h) een buishanger met de andere verhuizing door de stijgbuis wordt neergelaten in de putkop, en (i) de buishanger wordt geplaatst op de han- 40 gerzitting. 8300566 & . s , - 64 -136. Method of completing an underwater well, characterized in that (a) a drilling means is placed at the location of an underwater well, (b) a guide pipe is installed at the bottom of the body of water with a wellhead, blowout preventer system and a riser connected thereto at a point near the bottom, the riser extending upward toward the drilling means, (c) a drill string and a standard 17½ inch drill bit are lowered through the wellhead and the guide tube, (d) a hole is drilled to hang another casing in the well head and the guide tube, 30 (e) a hanger seat is lowered into the well until the seat is placed in the well head, (f) the hanger seat is rotated less than 360 ° to connect the hanger seat in the well head, 35 (g) the hanger seat is locked in the well head, (h) a pipe hanger with the other casing is lowered through the riser into the well head, and (i) the pipe hanger is placed on the suspension seat. 8300566 &. s, - 64 - 137. Werkwijze voor het voltooien van een on-derwaterput, met het kenmerk, dat (a) een boormiddel wordt geplaatst ter plaatse van een onderwaterput, 5 (b) een leibuis wordt geïnstalleerd in de bodem van de watermassa met een putkop, eruptieafsluiter-systeem en stijgbuis’ die daarmee verbonden zijn op een punt bij de bodem, waarbij de stijgbuis zich omhoog uitstrekt naar het boormiddel, 10 (c) een boorkolom en standaard 17½ inch boor- beitel worden neergelaten door de putkop en leibuis, (d) een gat wordt geboord voor het ophangen van een andere verbuizingskolom binnen de putkop en leibuis, (e) een hangerzitting met grendelblokschroef- 15 draad wordt neergelaten in de put tot dat de grendelblok-*? schroefdraad van de hangerzitting aangrijpt op de grendel-blokschroefdraad op de putkop, (f) de hangerzitting wordt geroteerd over minder dan ëën omwenteling tot dat de grendelblokschroef- 20 draad op de hangerzitting passeert tussen de grendelblok- schroefdraad op de putkop waardoor de hangerzitting meerdere centimeters omlaag beweegt ten opzichte van de putkop, (g) de hangerzitting wordt geroteerd over minder dan ëën omwenteling om de hangerzitting te verbinden 25 binnen de putkop, (h) een buishanger met een verbuizingskolom wordt neergelaten door de stijgbuis tot in de putkop, en (i) de buishanger wordt geplaatst op de hangerzitting .137. A method of completing an underwater well, characterized in that (a) a drilling means is placed at an underwater well, (b) a guide pipe is installed in the bottom of the body of water with a wellhead, blowout preventer system and riser 'connected thereto at a point near the bottom, the riser extending upward to the drilling means, (c) a drill string and standard 17½ inch drill bit are lowered through the wellhead and guide tube, (d) a hole is drilled to suspend another casing string within the well head and guide tube, (e) a hanger seat with lock block screw thread is lowered into the well until the lock block thread of the hanger seat engages the lock block screw thread on the well head, (f) the hanger seat is rotated by less than one revolution until the lock block screw thread on the hanger seat passes between the lock block screw thread on the well head making the hanger seat several centimeters moves down relative to the wellhead, (g) the hanger seat is rotated less than one revolution to connect the hanger seat within the wellhead, (h) a pipe hanger with a casing string is lowered through the riser into the wellhead, and ( i) the tube hanger is placed on the hanger seat. 138. Werkwijze voor het voltooien van een onderwaterput, met het kenmerk, dat (a) een leibuis wordt geïnstalleerd in de bodem van een massa water met een putkop, eruptieafsluiter-systeem en stijgbuis daarmee verbonden op een punt bij de 35 bodem, waarbij de stijgbuis zich omhoog uistrekt naar-het oppervlak, (b) een buishanger met een verbuizingskolom wordt neergelaten door de stijgbuis, (c) de. buishanger wordt geplaatst in de put- 4. kop, 8300566 *» - 65 - (d) een bedieningsring die is geschroefd op de buishanger boven een afdichtsamenstel wordt geroteerd, (e) het afdichtingssamenstel wordt samengedrukt door de neerwaartse beweging van de bedieningsring 5 op de buishanger, (f) de conushoek van de afgeknot kegelvormige metalen ringen die zijn aangebracht op het afdichtsamenstel wordt gereduceerd, (g) veerkrachtige delen die zijn opgenomen 10 tussen de afgeknot kegelvormige metalen ringen worden samengedrukt als de conushoeken worden gereduceerd, (h) de putkop en buishanger wordt afgedicht tegen vloeistofstroming door de samendrukking van de veerkrachtige delen, 15 (i) een hydraulische druk wordt uitgeoefend op het afdichtsamenstel, (j) de putkop en buishanger in contact worden gebracht met de binnen- en buitenranden van de afgeknot kegelvormige metalen ringen als het afdichtsamenstel verder 20 wordt samengedrukt door de hydraulische druk, (k) de bedieningsring omlaag wordt bewogen op de buishanger als het afdichtsamenstel verder wordt samengedrukt door de hydraulische druk; (l) de hydraulische druk wordt verwijderd 25 van het afdichtsamenstel.138. A method of completing an underwater well, characterized in that (a) a guide tube is installed in the bottom of a mass of water with a wellhead, blowout preventer system and riser connected thereto at a point at the bottom, the riser extends upward to the surface, (b) a tube hanger with a casing string is lowered through the riser, (c) the. pipe hanger is placed in the well head 4. 8300566 * »- 65 - (d) an actuation ring screwed onto the pipe hanger is rotated above a seal assembly, (e) the seal assembly is compressed by the downward movement of the actuation ring 5 on the tube hanger, (f) the cone angle of the frusto-conical metal rings provided on the sealing assembly is reduced, (g) resilient parts included between the frusto-cone metal rings are compressed as the cone angles are reduced, (h) the well head and pipe hanger is sealed from liquid flow by the compression of the resilient parts, (i) hydraulic pressure is applied to the sealing assembly, (j) the well head and pipe hanger are brought into contact with the inner and outer edges of the frusto-conical metals rings if the seal assembly is further compressed by the hydraulic pressure, (k) the actuation ring is moved downward on the pipe hanger as the seal assembly is further compressed by the hydraulic pressure; (l) the hydraulic pressure is removed from the sealing assembly. 139. Werkwijze volgens conclusie 138, met het kenmerk, dat (m) een tweede buishanger met een verbuizings-kolom wordt neergelaten door de stijgbuis tot in de putkop, 30 (n) de tweede buishanger wordt geplaatst op de eerste buishanger (o) de stappen Cd) tot (e) worden herhaald om een afdichtsamenstel voor het afdichten van de tweede buishanger op de putkop te verschaffen, 35 (p) een derde buishanger met een verbuizings- kolom wordt neergelaten door de stijgbuis tot in de putkop, (q) de derde buishanger wordt geplaatst op de tweede buishanger (r) de stappen (d) tot (e) worden herhaald 40 om het afdichtsamenstel te bedienen om de derde buishanger 8300566 ' , *' - 66 - *> af te dichten op de putkop.139. A method according to claim 138, characterized in that (m) a second pipe hanger with a casing column is lowered through the riser into the well head, 30 (n) the second pipe hanger is placed on the first pipe hanger (o) the steps Cd) to (e) are repeated to provide a sealing assembly for sealing the second pipe hanger on the well head, (p) a third pipe hanger with a casing column is lowered through the riser into the well head, (q) the third tube hanger is placed on the second tube hanger (r) steps (d) to (e) are repeated 40 to operate the sealing assembly to seal the third tube hanger 8300566 ', *' - 66 - *> on the well head. 140. Werkwijze voor het voltooien van een onderwaterput, met het kenmerk, dat (a) een neerlaatgereedschap wordt verbonden 5 aan het eind van een boorkolom, (b) het neerlaatgereedschap wordt verbonden met een buishanger, (c) de buishanger wordt afgedicht op het neerlaatgereedschap, 10 (d) de buishanger met een verbuizingskolom wordt neergelaten door een stijgbuis, een eruptieafsluiter-systeem tot in een putkop, (e) de buishanger wordt geplaatst op een schouder in de putkop, 15 (f) de boorkolom en een deel van het neerlaat gereedschap worden .geroteerd, (g) een koppel wordt uitgeoefend op een be-dieningsmoer met gebruikmaking van het deel van het neerlaatgereedschap , 20 (h) de bedieningsmoer wordt geschroefd op de buishanger als daarop het koppel wordt uitgeoefend, (i) een afdichtsamenstel onder de bedienings-moer wordt samengedru'kt, (j) een elastomere afdichting van het afdicht- 25 samenstel tussen de putkop en de buishanger wordt veroorzaakt, (k) een koppel van 13.500 Nm wordt uitgeoefend op de boorkolom tot dat geen verder koppel wordt overgebracht op het afdichtsamenstel, 30 (1) de erupt ieafs lui terrains van het eruptie af sluiter systeem worden gesloten, (m) een druk wordt uitgeoefend op een leiding die in verbinding staat met de ringruimte tussen de boor- · pijp en de putkop en onder de eruptieafsluiter, 35 (n) een hydraulische druk wordt uitgeoefend op het afdichtsamenstel, (o) afgeknot kegelvormige metalen pakkingen in het afdichtsamenstel worden samengedrukt, (p) een metaal-op-metaal afdichting wordt 40 veroorzaakt tussen de putkop en de buishanger, 8300566 * - 67 - (q) het bedieningsdeel verder omlaag wordt geroteerd op de buishanger als de hydraulische druk het af-dichtsamenstel verder samendrukt, (r) de hydraulische druk door de leiding 5 wordt verwijderd, (s) het neerlaatgereedschap wordt losgemaakt van de buishanger en (t) het neerlaatgereedschap wordt verwijderd uit de put.140. Method of completing an underwater well, characterized in that (a) a lowering tool is connected at the end of a drill string, (b) the lowering tool is connected to a pipe hanger, (c) the pipe hanger is sealed on the lowering tool, 10 (d) the pipe hanger with a casing string is lowered through a riser, a blowout preventer system into a well head, (e) the pipe hanger is placed on a shoulder in the well head, 15 (f) the drill string and part of the lowering tool is rotated, (g) a torque is applied to an actuating nut using the part of the lowering tool, (h) the actuating nut is screwed onto the pipe hanger when the torque is applied thereto, (i) a sealing assembly under the actuating nut is compressed, (j) an elastomeric sealing of the sealing assembly is caused between the wellhead and the pipe hanger, (k) a torque of 13,500 N m is applied to the drill string until no further torque is transferred to the seal assembly, 30 (1) the erupt ieafs lazy terrains of the eruption valve system are closed, (m) a pressure is exerted on a pipe communicating with the annulus between the drill pipe and the wellhead and under the blowout preventer, 35 (n) a hydraulic pressure is applied to the seal assembly, (o) truncated conical metal gaskets in the seal assembly are compressed, (p) a metal-on metal seal is caused 40 between the well head and pipe hanger, 8300566 * - 67 - (q) the actuator is rotated further down on the pipe hanger as the hydraulic pressure further compresses the seal assembly, (r) the hydraulic pressure through the pipe 5 is removed, (s) the lowering tool is detached from the pipe hanger and (t) the lowering tool is removed from the well. 141. Werkwijze volgens conclusie 140, met het kenmerk, dat de boorpijp omhoog wordt bewogen om het neerlaatgereedschap los te maken van de buishanger.A method according to claim 140, characterized in that the drill pipe is moved upwards to release the lowering tool from the pipe hanger. 142. Werkwijze voor het losneembaar bevestigen van een neerlaatgereedschap op een buishanger, met 15 h è t k e n m ,e r k, dat (a) een huls van het neerlaatgereedschap wordt geschoven in de buishanger, (b) een doorn van het neerlaatgereedschap omlaag in de huls wordt bewogen, 20 (c) in de huls aangebrachte grendels in in- grijping met de buishanger wordt gedrukt, (d) de grendels door de doorn in ingrijping worden gehouden, (e) de buishanger met een verbuizingskolom 25 wordt neergelaten in de put, (f) de buishanger wordt geplaatst op de put- kop, (g) de doorn van het neerlaatgereedschap 4 verder wordt neergelaten in de huls bij de bediening van een « 30 afdichtsamenstel, (h) het drukkende deel van de doorn wordt verwijderd van de grendels, (i) de doorn omhoog wordt bewogen, (j) de huls wordt verbonden met de doorn voor-35 dat de doorn voldoende omhoog is bewogen om de grendels weer aan te drukken, (k) de grendels buiten ingrijping met de buishanger worden gedrukt, en (l) het neerlaatgereedschap wordt verwijderd 40 uit de put. 8300566142. A method of releasably attaching a lowering tool to a pipe hanger, by 15 acknowledging that (a) a sleeve of the lowering tool is slid into the pipe hanger, (b) a mandrel of the lowering tool is lowered into the sleeve moved, (c) latches arranged in the sleeve are pressed into engagement with the tube hanger, (d) the latches are held in engagement by the mandrel, (e) the tube hanger is lowered into the well with a casing string 25, ( f) the pipe hanger is placed on the well head, (g) the mandrel of the lowering tool 4 is further lowered into the sleeve when operating a sealing assembly, (h) the pressing part of the mandrel is removed from the latches , (i) the mandrel is moved upward, (j) the sleeve is connected to the mandrel for the mandrel is moved upward enough to push the latches back in, (k) the latches are pressed out of engagement with the tube hanger , and ( l) the lowering tool is removed 40 from the well. 8300566
NL8300566A 1982-02-16 1983-02-15 Submarine wellhead system. NL8300566A (en)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US06/348,735 US4615544A (en) 1982-02-16 1982-02-16 Subsea wellhead system
US34873582 1982-02-16
US06/350,374 US4488740A (en) 1982-02-19 1982-02-19 Breech block hanger support
US35037482 1982-02-19

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8300566A true NL8300566A (en) 1983-09-16

Family

ID=26995862

Family Applications (2)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8300566A NL8300566A (en) 1982-02-16 1983-02-15 Submarine wellhead system.
NL8300568A NL8300568A (en) 1982-02-16 1983-02-15 Submarine wellhead system.

Family Applications After (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8300568A NL8300568A (en) 1982-02-16 1983-02-15 Submarine wellhead system.

Country Status (6)

Country Link
CA (2) CA1202885A (en)
DE (2) DE3305285A1 (en)
FR (2) FR2521635B1 (en)
GB (5) GB2114631B (en)
NL (2) NL8300566A (en)
NO (2) NO160944C (en)

Families Citing this family (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CA1255208A (en) * 1985-04-26 1989-06-06 Martin B. Jansen Retrievable packoff
US4842061A (en) * 1988-02-05 1989-06-27 Vetco Gray Inc. Casing hanger packoff with C-shaped metal seal
GB8821982D0 (en) * 1988-09-19 1988-10-19 Cooper Ind Inc Energisation of sealing assemblies
GB2216965B (en) * 1988-04-08 1992-04-15 Cooper Ind Inc Energisation of sealing assemblies
GB8918517D0 (en) * 1989-08-14 1989-09-20 Cameron Iron Works Inc Location of tubular members
US5290126A (en) * 1991-12-13 1994-03-01 Abb Vectogray Inc. Antirotation device for subsea wellheads
DE69223623T2 (en) * 1992-10-16 1998-06-18 Cooper Cameron Corp Support ring
US5620052A (en) * 1995-06-07 1997-04-15 Turner; Edwin C. Hanger suspension system
US7163054B2 (en) 2003-06-23 2007-01-16 Control Flow Inc. Breechblock connectors for use with oil field lines and oil field equipment
BRPI0419084B1 (en) * 2004-10-12 2015-05-26 Cameron Int Corp Locking device
US7798231B2 (en) 2006-07-06 2010-09-21 Vetco Gray Inc. Adapter sleeve for wellhead housing
CN103696740A (en) * 2013-12-25 2014-04-02 中国海洋石油总公司 Breechblock-type waterproof conduit joint

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1488597A (en) * 1966-08-02 1967-07-13 Ventura Tool Company Hydraulically actuated casing suspension system
US3421580A (en) * 1966-08-15 1969-01-14 Rockwell Mfg Co Underwater well completion method and apparatus
US3442536A (en) * 1968-05-09 1969-05-06 Rockwell Mfg Co Pipe joint having circumferentially spaced teeth coupling means
US3528686A (en) * 1968-06-24 1970-09-15 Vetco Offshore Ind Inc Rotatable casing hanger apparatus
US3649032A (en) * 1968-11-01 1972-03-14 Vetco Offshore Ind Inc Apparatus for sealing an annular space
US3638725A (en) * 1970-05-15 1972-02-01 Vetco Offshore Ind Inc Direct drive casing hanger apparatus
US3800869A (en) * 1971-01-04 1974-04-02 Rockwell International Corp Underwater well completion method and apparatus
US3971576A (en) * 1971-01-04 1976-07-27 Mcevoy Oilfield Equipment Co. Underwater well completion method and apparatus
US3948545A (en) * 1974-03-11 1976-04-06 Mcevoy Oilfield Equipment Co. Mechanically operated breech block

Also Published As

Publication number Publication date
DE3305285A1 (en) 1983-08-25
NO160944C (en) 1989-06-14
GB2159554B (en) 1986-07-02
NO160943C (en) 1989-06-14
GB2159554A (en) 1985-12-04
FR2521634A1 (en) 1983-08-19
NO830502L (en) 1983-08-17
GB8511548D0 (en) 1985-06-12
NO160944B (en) 1989-03-06
GB8511550D0 (en) 1985-06-12
DE3305310A1 (en) 1983-08-25
FR2521635B1 (en) 1986-09-19
GB2157346B (en) 1986-04-09
NO830501L (en) 1983-08-17
GB2156881B (en) 1986-07-02
CA1202885A (en) 1986-04-08
GB2157346A (en) 1985-10-23
NL8300568A (en) 1983-09-16
GB8303795D0 (en) 1983-03-16
CA1206091A (en) 1986-06-17
GB2114631A (en) 1983-08-24
FR2521635A1 (en) 1983-08-19
GB2114630A (en) 1983-08-24
GB2114631B (en) 1986-01-02
GB8511549D0 (en) 1985-06-12
GB2114630B (en) 1986-07-02
GB2156881A (en) 1985-10-16
NO160943B (en) 1989-03-06
CA1271789C (en) 1990-07-17
GB8303796D0 (en) 1983-03-16
FR2521634B1 (en) 1986-10-17

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4615544A (en) Subsea wellhead system
US4488740A (en) Breech block hanger support
US4674576A (en) Casing hanger running tool
US7686087B2 (en) Rapid makeup drilling riser
US4154298A (en) Well tubing hanger
EP3342975B1 (en) Installation of an emergency casing slip hanger and annular packoff assembly having a metal to metal sealing system through the blowout preventer
US6814143B2 (en) Downhole tubular patch, tubular expander and method
AU2011241973B2 (en) Blowout preventer assembly
US4375240A (en) Well packer
US11639761B2 (en) Connector assembly and method
US5524710A (en) Hanger assembly
CA1222205A (en) Emergency release for subsea tool
KR101041507B1 (en) Bonnet locking apparatus and method of locking a bonnet to a blowout preventor
AU2008312025A1 (en) Stripper rubber with integral retracting retention member connection apparatus
BR122013000179B1 (en) SHUTTER ADJUSTMENT ASSEMBLY AND METHOD OF ADJUSTING A RADIAL ADJUSTMENT SHUTTER ELEMENT
US3241864A (en) Automatic connector
NL8300566A (en) Submarine wellhead system.
GB2150173A (en) Torque multiplier subsea tool
US3837684A (en) Subsea casing hanger pack-off apparatus and method
US9359849B2 (en) Method and system for hydraulically presetting a metal seal
US4825948A (en) Remotely variable multiple bore ram system and method
US10689920B1 (en) Wellhead internal latch ring apparatus, system and method
US20180340386A1 (en) Running Tool for Use with Bearing Assembly
CA1271789A (en) Subsea wellhead system
NO160942B (en) DEVICE INCLUDING A HOLDING AND SEALING UNIT FOR FITTING IN A BROWN HEAD.

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
CNR Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection)

Free format text: CAMERON IRON WORKS USA, INC.

BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed