NL8300146A - Kaasvatbinnenvorm. - Google Patents

Description

m 825160/vdV/ki * ~~ ΐ

Korte aanduiding: Kaasvatbinnenvorm

De uitvinding heeft betrekking op een poreuze kaasvatbinnenvorm die aan zijn vrije open einde voorzien is van een rondlopende flens uit thermoplastische kunststof.

Een dergelijke kaasvatbinnenvorm bestaande uit een polypropeen-5 gaas, is bekend, Om deze bekende kaasvatbinennvorm uit een kaasvat te verwijderen is deze voorzien van een rondlopende flens, die zich buiten een kaasvat uitstrekt na het aanbrengen van de kaasvatbinnenvorm in een kaasvat.

Deze bekende kaasvatbinnenvorm heeft het nadeel dat men deze moei-10 lijk mechanisch uit het kaasvat kan verwijderen, doordat enerzijds de rondlopende flens van polypropeen een zeer glad oppervlak bezit en anderzijds een dergelijke flens zeer gemakkelijk vervormbaar is, zodat bij het samenwerken van mechanische middelen die een dergelijke kaasvatbinnenvorm uit het kaasvat kunnen drukken, de rondlopende flens gemakkelijk vervormd wordt 15 wat aanleiding geeft tot een gemakkelijke beschadiging en lastige verwijdering van de kaasvatbinnenvorm resp. ongewenste vervormingen van de kaas.

De uitvinding beoogt nu een kaasvatbinnenvorm van het bovengenoemde type te verschaffen die door inwerking van mechanische middelen op de rondlopende flens gemakkelijk uit het kaasvat verwijderd kan worden wat 20 de automatisering van de kaasbereiding vergemakkelijkt, daar bij toe- -passing van een dergelijke kaasvatbinnenvorm geen enkele handarbeid meer vereist is voor de verwijdering van de kaasvatbinnenvorm uit het kaastvat.

Dit oogmerk wordt volgens de uitvinding bereikt doordat de rondlopende flens voorzien is van aangrijpingbevorderende middelen.

25 Bij voorkeur bestaan de aangrijpingbevorderende middelen uit een eerste, zich in de richting van de bodem van de kaasvatbinnenvorm uitstrekkende, rondlopende schouder. Een dergelijke schouder biedt het voordeel dat deze enerzijds een gemakkelijk aan een dergelijke flens te vormen aangrijpingbevorderend middel verschaft en anderzijds de vervormbaarheid 30 van de flens sterk beperkt wanneer drukmiddelen aan de onderzijde op de flens aangrijpen.

De aangrijpingbevorderende middelen zijn doelmatig aan of nabij de omtrek van de flens aangebracht, waarbij zij een optimale werking uitoefenen.

35 Met bijzonder voordeel draagt de flens een tweede, zich in de richting van de bodem van de kaasvatbinnenvorm uitstrekkende, rondlopende 8300146 ....... .

-2- schouder die de vervormbaarheid van de flens van de kaasvatbinnenvorm nog sterker vermindert en bovendien bijdraagt tot een juiste centrering * in een kaasvat bij samenwerking van deze tweede schouder met de buitenzijde van het kaasvat.

5 Doelmatig bestaan de flens en eerste en tweede schouders alsmede de kaasvatbinnenvorm uit een kunststofgaas of weefsel uit een polyalkeen, in het bijzonder polypropeen.

Een kaasvatbinnenvorm volgens de uitvinding biedt het voordeel dat deze binnenvormen na lossing van de kaas, afzonderlijk gereinigd kun-10 nen worden en daarna weer voor een volgend gebruik gereed zijn, zodat zij niet lang uit het vormproces voor de vorming van kaas behoeven te blijven.

Het uitstoten van de kaas met de gewenste vorm uit de kaasvatbinnenvorm gaat zeer gemakkelijk door uitoefenen van enige axiale druk op de bodem van de binnenvorm uit één stuk van veerkrachtig gaas in de rich-15 ting van de kaasvatbinnenvormopening. Hierdoor gaat de zijwand van de binnenvorm radiaal naar buiten uitwijken en de bodem zelf naar binnen opbollen, zodat de kaas vanzelf van de binnenvorm wordt ontdaan. Dit kan gemakkelijk gemechaniseerd worden.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van een uit-20 voeringsvoorbeeld met behulp van de tekening, waarin een doorsnede is weergegeven van een kaasvatbinnenvorm, geplaatst in een kaasvat.

De figuur toont een kunststofkaasvat 1, uit polypropeen of een ander polyalkeenmateriaal, voorzien van wei-afvoeropeningen 15, die overdekt zijn met gaas 14.

25 In het kunststofkaasvat 1 is een losse kaasvatbinnenvorm 8, be staande uit een gaas of weefsel van polypropeen aangebracht, welk gaas of weefsel van polypropeen aan zijn vrije open einde^door spuitgieten vast verbonden is met een op de vrije bovenrand 5 van het kaasvat 1 rustende rondlopende flens 6.

30 Deze rondlopende flens 6 is aan zijn omtrek voorzien van een aan- grijpingbevorderend middel in de vorm van een eerste, zich in de richting van de bodem 4 van de kaasvatbinnenvorm uitstrekkende, rondlopende schouder 7. Deze rondlopende schouder 7 bezit bijvoorbeeld een hoogte van 2 cm.

Concentrisch ten opzichte van deze eerste rondlopende schouder 7 35 is de flens voorzien van een tweede, zich eveneens in de richting van de bodem 4 van de kaasvatbinnenvorm 8 uitstrekkende, rondlopende schouder 9, die samenwerkt met de buitenwand 16 van het kaasvat 1. Deze tweede schouder 9 zorgt voor een juiste centrering van de kaasvatbinnenvorm in het kaasvat 1.

40 De figuur toont eveneens nog een volger 16, die aan de onderkant 8300146 * * ^ ________________j -3- voorzien is van een losse binnenvorm van polypropeengaas 10. Aan de rand van de binnenvorm 10 is een ring 12 gespoten, die in de uitsparing 13 langs de onderrand 11 van de volger kan worden vastgeklemd. De kaasvat-binnenvorm sluit in gevulde toestand geheel aan tegen de binnenwand van 5 het kaasvat.

Daar de volger 16 in het kaasvat 1 past, wordt bij het neerdrukken van de volger op de wrongel in het kaasvat de vorming van randkaas tegengegaan. Bij het persen stroomt de wei door de met gaas 14 overdekte wei1 afvoeropeningen 13 in het kaasvat en in de volger weg.

8300146

Claims (7)

1. Poreuze kaasvatbinnenvorm die aan zijn vrije, open einde voorzien is van een rondlopende flens uit thermoplastische kunststof, met het kenmerk, dat de rondlopende flens (6) voorzien is van aangrijpingbevor-derende middelen (7).

2. Kaasvatbinnenvorm volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de aangrijpingbevorderende middelen aan of nabij de omtrek van de flens zijn aangebracht.

3. Kaasvatbinnenvorm volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de aangrijpingbevorderende middelen uit een eerste, zich in de rich- 10 ting van de bodem van de kaasvatbinnenvorm uitstrekkende, rondlopende schouder (7) bestaan.

4. Kaasvatbinnenvorm volgens conclusie 1-3, met het kenmerk, dat de flens (6) een tweede, zich in de richting van de bodem van de kaasvatbinnenvorm uitstrekkende, rondlopende schouder (9) draagt.

5. Kaasvatbinnenvorm volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de flens (6) en eerste en/of tweede schouders 7 resp. 9 alsmede de kaasvatbinnenvorm uit een polyalkeen, in het bijzonder poly-propeen bestaan.

6. Kaasvatbinnenvorm volgens één of meer der voorgaande conclusies, 20 met het kenmerk, dat de kaasvatbinnenvorm uit een gaas of weefsel van een polyalkeen, in het bijzonder polypropeen bestaat.

7. Kaasvatbinnenvorm volgens conclusie 1-6,met het kenmerk, dat de kaasvatbinnenvorm in een kaasvat (1) is geplaatst, en de genoemde tweede schouder (9) samenwerkt met de buitenwand (16) van het kaasvat (1). 25 8300146