NL8503231A - Kaasvat met verwijderbare kaasvatbinnenvorm voorzien van een vervormbare vasthoudring, alsmede kaasvatbinnenvorm. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Kaasvat met verwijderbare kaasvatbinnenvorm voorzien van een vervormbare vasthoudring, alsmede kaasvatbinnenvorm.

- ·; «i.

*>«2 ___y \

De uitvinding heeft betrekking op een kunststofkaasvat met 5 een kaasvatbovenrand voorzien van een verwijderbare vochtdoor-latende kaasvatbinnenvorm eveneens uit kunststof, omvattende binnenvormvasthoudmiddelen die met het kaasvat samenwerken.

Een dergelijk kaasvat uit kunststofmateriaal voorzien van een in het kaasvat geplaatste verwijderbare kaasvatbinnenvorm in 10 de vorm van een gaas of weefsel, welk gaas of weefsel verbonden is met een rondlopende bovenflens die samenwerkt met de bovenrand van het kaasvat en aan de buitenzijde over het kaasvat heengrijpt, is bekend. Een dergelijk kaasvat met een verwijderbare kaasvatbinnenvorm biedt het grote voordeel dat men 15 de bereiding van kaas kan automatiseren.

Deze bekende uitvoering heeft echter het nadeel dat het plaatsen van de binnenvorm in het kaasvat en bevestigen op de bovenzijde van het kaasvat arbeidsintensief is, terwijl bovendien het samenstel van kaasvat en binnenvorm deer de buiten 20 het kaasvat uitstekende gedeelte van de bovenflens moeilijk hanteerbaar is en problemen geeft bij de automatisering.

Bovendien kan de binnenvorm op ongewenste tijdstippen uit het kaasvat getrokken worden.

De uitvinding beoogt nu een kaasvat van het bovengenoemde 25 type te verschaffen waarbij de vereniging van het kaasvat met de kaasvatbinnenvorm zeer gemakkelijk uitvoerbaar is en een zeer goede verbinding tussen kaasvat en kaasvatbinnenvorm gewaarborgd wordt, doch anderzijds na beschadiging de kaasvatbinnenvorm toch gemakkelijk vervangen kan worden .

30 Dit oogmerk wordt volgens de uitvinding bereikt doordat de binnenvormvasthoudmiddelen vasthouddelen omvatten die snappend samenwerken met de binnenwand van het kaasvat.

- - ~ Λ «·, · · -.* * ά .J i i 'v - 2 -

Door toepassing van dergelijke vasthouddelen die snappend met de binnenwand van het kaasvat samenwerken, kan men gemakkelijk het bovengedeelte van de kaasvatbinnenvorm zodanig met het kaasvat verenigen, dat de binnenvorm niet op ongewenste tijd-5 stippen uit het kaasvat getrokken worden en de vasthoudmid-delen niet meer buiten het kaasvat behoeven uit te steken, doch anderzijds door de vervormbaarheid van de vasthouddelen men toch gemakkelijk een kaasvatbinnenvorm door een andere kaasvatbinnenvorm kan vervangen.

10 Het zal ongetwijfeld duidelijk zijn dat door toepassing van de genoemde vasthoudmiddelen de binnenvorm tijdens de kaaspro-duktie voortdurend met het kaasvat verbonden kan blijven, daar ook het lossen van de kaas uit een dergelijk kaasvat kan verlopen zonder verwijdering van de kaasvatbinnenvorm zodat een 15 vrijwel automatische produktie kan plaatsvinden.

Met bijzonder voordeel zijn de vasthouddelen uitgevoerd als een rondlopende klemring die samenwerkt met een in de binnenwand van het kaasvat aangebrachte rondlopende groef.

Met behulp van een dergelijke rondlopende klemring die snap-20 pend opgenomen is in een rondlopende groef van het kaasvat, verkrijgt men een optimale bevestiging van de binnenvorm aan het kaasvat, doch behoudt anderzijds toch de mogelijkheid om de binnenvorm te kunnen verwijderen.

Volgens een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm zijn de 25 vasthouddelen aangebracht op de buitenzijde van een bovendeel van de binnenvorm, welk bovendeel opgenomen is in een rondlopende kamer van de binnenwand van het kaasvat. Door de vorm van deze kamer precies aan te passen aan de buitenzijde van het in deze kamer opgenomen bovendeel, verkrijgt men een zeer 30 goede samenwerking en wordt voorkomen dat zich moeilijk verwijderbare produkten kunnen afzetten tussen de buitenzijde van genoemd bovendeel en de binnenzijde van genoemde kamer.

* 1 * - 3 -

Het bovendeel van de binnenvorm gaat bij voorkeur via een konisch verwijd binnenvormovergangsdeel over in een binnen-vormbovenrand die doelmatig opgenomen is in een aangepast uitsparing in de kaasvatbovenrand. Door het bovenvlak var de kaas-5 vatbovenrand en het bovenvlak van de binnenvormbovenrand in één vlak te laten verlopen, wordt een zeer gemakkelijk hanteerbaar samenstel van kaasvat met binnenvorm verkregen. Het konisch verwijd binnenvormovergangsdeel en het hieraan aangepaste konisch verloop van de hiertegenoverliggende kaasvatbinnenwand 10 verschaft een optimale aansluiting van de met elkaar samenwerkende wanden waardoor zich geen wrongelresten kunnen ophopen in dit gebied.

Door de aanwezigheid van een konische verwijding aan de bovenzijde van het samenstel kan men ook zeer gemakkelijk een voor 15 het samenpersen van in het kaasvat aan te brengen wrongel toe te passen volger in het kaasvat leiden.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld met behulp van de tekening waarin:

Fig.1 een dwarsdoorsnede toont van een kaasvat volgens de 20 uitvinding en;

Fig.2 een detail van een dergelijk kaasvat in een gewijzigde uitvoeringsvorm?

In fig. 1 is een kunststofkaasvat 1 weergegeven, welk kunststof kaasvat in het bijzonder bestaat uit een alkeen, meer in 25 het bijzonder polypropeen.

Dit kaasvat omvat een bcdem en een cylindrische opstaande wand 2 welke beide van weiafvoeropeningen 5 voorzien zijn.

Aan de binnenzijde van het kaasvat 1 bevindt zich een verwijderbare vochtdoorlatende kaasvatbinnenvorm 4 die verkregen is 30 door vervorming van een polyprcoeengaas.

--* " , - --4-

Om in een dergelijk kaasvat 1 ronde kazen van een hoog gewicht te kunnen vormen, verdient het aanbeveling om de opstaande wand 2 in zijn onderste gedeelte 7 naar de bodem 3 af te ron den.

5 De binnenvorm 4 is aan zijn bovenzijde bevestigd aan binnen-vormvasthoudmiddelen omvattende een bovendeel 13 dat via een konisch verwijd binnenvormovergangsdeel 19 overgaat in een binnenvormbovenrand 15. Deze binnenvormbovenrand 15 is opgenomen in een aangepaste uitsparing 12 in de kaasvatbovenrand 10 6. Het bovenvlak 18 van de kaasvatbovenrand 6 en het boven vlak 17 van de binnenvormbovenrand 15 liggen in één vlak, zodat het samenstel van kaasvat 1 met binnenvorm 4 geen uitstekende delen vertoont.

De binnenvormbovenrand 15 sluit met zijn ondervlak aan op het 15 bodemvlak 16 van de uitsparing 12 in de kaasvatbovenrand, terwijl ook het binnenvlak van het konisch verwijd binnenvormovergangsdeel 19 aansluit op het konisch verlopende vlak 11 van het kaasvat.

In de cylindervormig uitgevoerde uitsparing 8 is een rondlo-20 pende groef 10 aangebracht waarin snappend de ringvormige verhoging 14 buitenzijde van het bovendeel 13 van de binnenvorm 4 is aangebracht.

Het vrije oppervlak 22 van het bovendeel 13 verloopt vrijwel in één vlak met het binnenoppervlak van de opstaande wand 2 25 van het kaasvat.

Doelmatig is de bodem 20 van de rondom verlopende kamer 8 afgeschuind uitgevoerd evenals het daarmee samenwerkende vlak 23 van het bovendeel 13.

Het opstaande vlak 9 van kamer 8 sluit eveneens passend aan 30 op het tegenoverliggende vlak van het bovendeel 13.

- -.-3 ' j - 5 - - ; :- ·" ................. 'J<i :

Hoewel men de kamer 8 direkt aan kan brengen in de opstaande wand 2, verdient het aanbeveling om deze kamer 8 te vormen door de diameter van de binnenzijde van het kaas vat .1 ter plaatse van de te vormen kamer 8 te vergroten onder gelijk-5 tijdige vorming van de afgeschuinde bodem 20 in deze kamer 8.

Het zal duidelijk zijn dat door toepassing van de ringvormige verhoging 14 ook wel aangeduid als ring 14 die in de groef 10 in de binnenwand van het kaasvat 1 snapt, een zeer goede bevestiging tussen het kaasvat en binnenvorm gewaarborgd is, 10 doch anderzijds altijd de mogelijkheid bestaat om de binnenvorm te verwijderen. Door het samenvallen van de oppervlakken 18 en 17, steekt bovendien geen enkel deel van de binnenvorm 4 buiten het kaasvat 1 uit, waardoor de kans op ongewenst losgaan van binnenvorm 4 en kaasvat 1 uitgesloten is.

15 Bij voorkeur zijn het bovendeel 13, verwijd binnenvormover-gangsdeel 19 en binnenvormbovenrand 15 ook uitgevoerd in een kunststofmateriaal, in het bijzonder een polyalkeen meer in het bijzonder polypropeen.

In fig.2 is een gedeelte van het kaasvat weergegeven waarbij 20 de wand 9^ van de kamer 8 zich konisch verwijdt vanaf de bodem 20 van deze kamer.

Ook de uitsparing 12 in de kaasvatbovenrand 6 is voorzien van een zich vanaf de bodem 16 van de uitsparing 12 naar boven konisch verwijdende eindwand 23.

25 De op de xvand 9^ van de kamer 8 aansluitende konisch gevormde buitenzijde 19^ van het binnenvormovergangsdeel 19 verloopt bij voorkeur op dezelfde wijze als de wand 9^. Hetzelfde geldt voor de opstaande eindwand 2 die passend samenwerkt met een eveneens konisch verlopende ópstaande eindwand 23 van de bin- 30 nenvormbovenrand 15. Op deze wijze kan de binnenvorm 4 gemakkelijk in het kaasvat 1 bevestigd worden zonder dat zich later bij gebruik wrongel tussen de beide delen kan ophopen.

v * -7 ** ·" —* * y *· - 6 -

Vanzelfsprekend zou dit aanleiding geven tot bij de kaasvor-ming ongewenste omstandigheden

Voor de .vereenvoudiging van de vervanging van een binnenvorm 4 zijn doelmatig één of meer boringen -24 in de kaasvatboven-5 rand 6 in het gebied van de uitsparing 12 aanwezig waardoor men met behulp van eei^jereedschap tegen de binnenvormbovenrand 15 kan drukken om op deze wijze de binnenvorm 4 naar buiten te drukken en uit het kaasvat te verwijderen.

1 v 1·» ^ 1 - s ^ ) ί

Claims (12)

1. Kunststofkaasvat met een kaasvatbovenrand voorzien van een verwijderbare vochtdoorlatende kaasvatbinnenvorm eveneens uit kunststof, omvattende binnenvormvasthoudmiddelen die samenwerken met het kaasvat, met het kenmerk, dat de 5 binnenvormvasthoudmiddelen vasthouddelen (14) omvatten die snappend samenwerken met de binnenwand van het kaasvat (1).

2. Kaasvat volgens conclusie lmet het kenmerk, dat de vasthouddelen uitgevoerd zijn als een rondlopende klemring (14) die samenwerkt met een in de binnenwand van het 10 kaasvat aangebrachte rondlopende groef (10).

3. Kaasvat volgens conclusie 1 of 2 m e t het kenmerk, dat de vasthouddelen (14) aangebracht zijn op de buitenzijde van bovendeel (13) van de binnenvorm (4), welk bovendeel (13) opgenomen is in een rondlopende kamer (8) van de binnenwand 15 van het kaasvat (1).

4. Kaasvat volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat bovendeel (13) van de binnenvorm (4) via een konisch verwijd binnenvormovergangsdeel (19) overgaat in een binnenvormbovenrand (15).

5. Kaasvat volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat de binnenvormbovenrand (15) opgenomen is in een aangepaste uitsparing (12) in de kaasvatbovenrand (6) -

6. Kaasvat volgens conclusie 5met het kenmerk, 25 dat het bovenvlak (18) van de kaasvatbovenrand (6) en het bovenvlak van de binnenvormbovenrand (15) in één vlak verlopen.

7. Kaasvat volgenséén of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat de bodem (20) van de kamer (8) afgeschuind is en samenwerkt met een aangepast bodemvlak van bcven- 1 'ï j i -Γ~ Μ. - 8 - deel (13).

8. Kaasvat volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat de binnenwand (9) van de kamer (8) vanaf de bodem zich konisch verwijdt naar de bovenzij-1 de van het kaasvat (1).

9. Kaasvat volgens één of meer der voorgaande conclusies methet kenmerk, dat de eindwand (22) van de uitsparing (12) in de kaasvatbovenrand (6) konisch verloopt vanaf de bodem van deze uitsparing (12).

10. Kaasvat volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat de kaasvatbovenrand (6) voorzien is van één of meer boringen (24) die tegenover de binnen-vormbovenrand (15) liggen.

11. Kaasvat geschikt voor toepassing bij een kaasvat met binnenvorm volgens één of meer der voorgaande conclusies.

12. Kaasvatbinnenvorm voorzien van binnenvormvasthoudmiddelen geschikt voor toepassing bij een kaasvat volgens conclusie 1 tot 10. i x " ’ ‘