NL8220158A - Verplaatsbare wasinrichting. - Google Patents

Verplaatsbare wasinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL8220158A
NL8220158A NL8220158A NL8220158A NL8220158A NL 8220158 A NL8220158 A NL 8220158A NL 8220158 A NL8220158 A NL 8220158A NL 8220158 A NL8220158 A NL 8220158A NL 8220158 A NL8220158 A NL 8220158A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
fluid
pressure
cleaning
manifold
circular
Prior art date
Application number
NL8220158A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Hall Alfred E
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Hall Alfred E filed Critical Hall Alfred E
Publication of NL8220158A publication Critical patent/NL8220158A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61BDIAGNOSIS; SURGERY; IDENTIFICATION
    • A61B90/00Instruments, implements or accessories specially adapted for surgery or diagnosis and not covered by any of the groups A61B1/00 - A61B50/00, e.g. for luxation treatment or for protecting wound edges
    • A61B90/80Implements for cleaning or washing the skin of surgeons or patients

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Surgery (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Molecular Biology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Oral & Maxillofacial Surgery (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Biomedical Technology (AREA)
  • Heart & Thoracic Surgery (AREA)
  • Medical Informatics (AREA)
  • Nuclear Medicine, Radiotherapy & Molecular Imaging (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • Pathology (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Infusion, Injection, And Reservoir Apparatuses (AREA)
  • Cleaning By Liquid Or Steam (AREA)
  • Nozzles (AREA)
  • Eye Examination Apparatus (AREA)
  • Massaging Devices (AREA)
  • External Artificial Organs (AREA)

Description

e ? ? μ .η 0 VO 5294
Verplaatsbare wasinrichting.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een rei-nigingsinrichting, en in het bijzonder op een inrichting voor het heelkundig schoonboenen en reinigen van de handen en de armen van een chirurg.
Het is algemeen bekend, dat de overleving van een pa-5 tiënt in noodomstandigheden dikwijls afhankelijk is van de tijd, die verloopt terwijl de chirurgische ploegen schoonboenen alvorens de operatiekamer binnen te gaan. Het gebruikelijke schoonboenen vóór het opereren vereist een tijdsduur van vijf tot vijftien minuten in afhankelijkheid van de soort en de lengte van de beraamde operatie. Voorheen volgde 10 het vóór de operatie zich schoonboenen van de chirurgen en het personeel van de operatiekamer, hetzelfde patroon. Boenborstels en verschillende chemicalieën worden gebruikt voor het van de bacteria, die de patiënt kunnen besmetten, bevrijden van de handen. Het schoonboenen moet volledig en ijverig zijn, en is niet alleen tijdrovend maar veroorzaakt in 15 vele gevallen irritatie van de huid. Aangezien niet alle personen op dezelfde wijze boenen variëren de bereikte resultaten verder tussen de personen en tussen schoonboeningen door dezelfde persoon. Terwijl het ijverig schoonboenen de oppervlakte-bacteria verwijdert, is ook gebleken, dat het een mindere uitwerking heeft om de bacteria, aanwezig in 20 de folliculi en huidverdiepingen. Het is duidelijk, dat niet verwijderde bacteria tijdens de chirurgie kunnen werken als een besmetting voor de patiënt. Aangetoond is, dat moeilijkheden, samenhangende met schoonboeningen voor de operatie de betreffende tijdsduur bevatten, het niet verwijderen van sommige bacteria, de moeilijkheid van het verwijderen van 25 bacteria onder en rondom de vingernagels, beschadiging van weefsel door herhaalde en langdurige boenbehandelingen, en gevoeligheid van de verschillende individuen voor bepaalde ontsmettingsmiddelen en reinigingsmiddelen.
In een poging de nadelen van de bekende werkwijze van 30 het vóór de operatie schoonboenen op te heffen, stelt het Amerikaanse octrooischrift 3.757.806 een wasinrichting voor met pulserende hydro-stralen,. waarbij gebruik wordt gemaakt van pulserende stralen van een onder druk geplaatst wasfluïdum voor het snel voorbereiden van personeel 8220158 2 voor reinheid van de handen. De schoon te boenen handen en armen van het individu werden gestoken in een waskamer, omvattende een kromlijnig verdeelstuk, aangebracht volgens de lengtehartlijn, en het onderwerpen van de armen en handen aan pulserende stralen van een wasvloei-5 stof, afgevoerd uit het verdeelstuk. De armen zullen langzaam worden gedraaid voor het bereiken van een regelmatige blootstelling aan de pulserende stralen wasfluïdum, afgevoerd uit de verdeelstukopeningen. Gebleken is, dat wanneer de wasinrichting werd bedreven met een impulsfrequentie van ongeveer 1500 impulsen per minuut, de sproeistralen een compres-10 sie-decompressiegevolg veroorzaakten op de menselijke huid, hetgeen bijzonder doeltreffend was voor het verwijderen van vuil en bacteria in de folliculi en de huidplooien. Het beproeven van de inrichting toonde aan, dat na zowel 50 PSI als 80 PSI wassing, gehandhaafd gedurende 90 seconden, de daaruit voortvloeiende verkregen reinheid beter was dan een gebruike-15 lijk schoonboenen met een duur van 5 minuten.
Hoewel deze inrichting uiterst doeltreffend bleek voor het reinigen van de huid in een zeer korte tijd, bleek zij in gebruik onbevredigend om andere redenen dan de reinigingsprocedure, en werd zij niet voortgezet. Een van de nadelen van de bekende wasinrichting was 20 de bijzonder luide lawaaifactor. De eenheid trilde sterk en was in bedrijf zodanig luid, dat zij in een bijzonder goed geïsoleerd gebied moest worden geplaatst om te voorkomen, dat het lawaai de patiënten en andere individuen zou hinderen. Dit betekende, dat zij niet kon worden gebruikt dicht bij operatiekamers zonder op een of andere wijze de kamer, waarin 25 de wasinrichting zich bevond, tegen lawaai te isoleren. Eén van de redenen voor dit lawaai was het gebruik van buizen met rechte hoeken, waar het hoge-druk-fluïdum een plotselinge richtingsverandering moest maken. Verder pulseerde het reinigingsfluïdum. D.w.z., dat het ongeveer 1500 maal per minuut varieerde van een 0 druk tot een maximale druk. Aangezien het 30 fluïdum pulseerde, raakte het de buizen bij deze rechthoekige verbindingen, waardoor een grote mate van slaan en trilling werd veroorzaakt. Bovendien was er geen werkelijke manier om te reinigen onder en rondom de vingernagels zonder de vingers te krommen en de hand heen en weer te bewegen onder de verschillende sproeimondstukken. Bovendien bleek het ge-35 bruik van een pulserende straal, hoewel deze een doeltreffende reiniger van de huid is, irriterend te zijn voor de huid, aangezien de hoge-druk- 8 2 2 0 1 5 8 3 impulsen het gevolg hadden van het "slaan" op de huid, waardoor na herhaald gebruik irritaties werden veroorzaakt. Ook moesten twee mensen de eenheid gelijktijdig gebruiken, waarbij het ene individu zijn armen en handen in de wasinrichting had, terwijl het andere de bedieningsschake-5 laar "in" draaide en na een voorafbepaalde tijd deze "uit" draaide. Verder hadden de openingen, waardoorheen de handen en armen werden gestoken, geen afdichtingen voor het voorkomen van het overbrengen van bacteria van een uitwendige bron naar de armen van de gebruiker, wanneer de armen werden verwijderd. De vloeistof spatte dus op het individu, dat de was-10 inrichting gebruikte, of handdoeken of andere organen werden rond de armen gewikkeld voor het vormen van ondoeltreffende afdichtingen en bronnen voor het overbrengen van bacteria.
De onderhavige uitvinding heeft dus betrekking op een verplaatsbare wasinrichting, omvattende een beweegbare voorraadhouder 15 voor het opnemen van een reinigingsvloeistof, pompmiddelen, gekoppeld met de voorraadhouder voor het circuleren van de vloeistof onder een variërende druk, en op onderlinge afstand liggende mondstukmiddelen, gekoppeld met de circulatiepomp en uitgevoerd voor het versproeien van de vloeistof onder de variërende druk tegen een te reinigen deel.
20 De uitvinding heeft ook betrekking op een werkwijze voor het reinigen van een deel, omvattende de stappen van het verschaffen van een reinigingsfluïdum, het circuleren van het fluïdum onder druk, het met tussenpozen variëren van de fluïdumdruk van een maximale druk tot een minimale druk, en het richten van het fluïdum onder de met tus-25 senpozen variërende druk tegen het te reinigen deel.
Deze en andere doeleinden van de onderhavige uitvinding kunnen worden verkregen door verwijzing naar de volgende beschrijving en tekening, waarin gelijke verwijzingscijfers gelijke onderdelen aanduiden, en waarin: 30 fig. 1 een zij-aanzicht is van de nieuwe, verplaats bare wasinrichting, fig. 2 een vooraanzicht is van de in fig. 1 weergegeven inrichting, fig. 3 een zij-aanzicht is, gedeeltelijk in doorsnede, 35 van een van de fluidumverdeelstukken en zijn bijbehorende mondstukken, die het reinigingsfluïdum tegen het te reinigen deel richten, bijvoorbeeld 8220158 4 armen en handen, fig. 4 een vooraanzicht is van de verdeelstukflens, waarmee het verdeelstuk is verbonden, en vanwaar het verdeelstuk het reinigingsfluïdurn ontvangt, 5 fig. 5 een doorsnede-aanzicht is van de verdeelstuk flens van fig. 4 volgens de lijn A - A, fig. 6 een vooraanzicht is van de inlaatflens, die de verdeelstukflens in fig. 4 op zijn plaats houdt en een reinigings-fluïdum daaraan verschaft, 10 fig. 7 een doorsnede-aanzicht is van de inlaatflens in fig. 6 volgens de lijn A - A, fig. 8 een vooraanzicht is van het huissamenstel, waarin zich twee fluïdumverdeelstukken bevinden, gescheiden door een wand, waardoor dus zowel armen als handen gelijktijdig kunnen worden ge-15 reinigd, fig. 9 een bovenaanzicht is van het in fig. 8 weergegeven huissamenstel, fig. 10 een vooraanzicht is van een huis en daarmee samenhangende kleppen, welk huis onder druk geplaatst fluïdum ontvangt 20 en een uitlaatfluïdurn produceert naar de fluïdumverdeelstukken, dat in druk varieert van. een maximale druk tot een minimale druk, fig. 11 een aanzicht is van een van de waaiers, wanneer hij langs een bijbehorende uitlaatpoort beweegt, waarbij is weergegeven op welke wijze de uitlaatpoort geleidelijk in gebied wordt ver-25 kleind voor het geleidelijk en periodiek veranderen van de druk vanaf een maximum, wanneer de uitlaatpoort wijd open is, tot een minimum wanneer de uitlaatpoort geleidelijk in gebied is verkleind tot een minimum, fig. 12 een vooraanzicht is van een van de waaiers, afgebeeld in fig. 10 en fig. 11, 30 fig. 13 een bovenaanzicht is van de waaier van fig. 12, fig. 14 een zij-aanzicht is van de waaier van fig. 12, fig. 15 een vooraanzicht is van de rubberen stofhuls, gebruikt als een afdichting met de nieuwe wasinrichting, en fig. 16 een doorsnede-aanzicht is van de in fig. 15 35 weergegeven afdichting.
Fig. 1 is een zij-aanzicht van de nieuwe hydro-boen- 8220158 5 inrichting 10, die verplaatsbaar van aard is en derhalve is gemonteerd op rollen of wielen 12. De boeninrichting 10 heeft een mechanisch gedeelte 14, waarin zich de pompen, kleppen, motoren en dergelijke bevinden, een voorraadhoudersectie 16, die het reinigingsfluidum bevat, en een ver-5 deelstuksectie 18, die het vloeistofverdeelstuk bevat. Een electronisch schakelbord 22 zit boven op de eenheid en wordt gebruikt voor het inschakelen van de electrische energie, voor het electronisch en automatisch sturen van de gewenste reinigingskringloop, en voor het kiezen van de frequentie en het aantal malen per minuut dat het fluïdum tegen 10 de armen en handen die worden gereinigd, moet worden gericht. In een monteerpaneel 24 en op haar plaats gehouden door een ring 26, weergegeven in fig. 3 en fig. 16, is een rubberen huls of stofhuls 28 aanwezig, die in de vorm is van een afgeknotte kegel, en waardoorheen de hand en arm voor het reinigen in de verdeelstuksectie kan worden gestoken. Het 15 verdeelstuk 20 bevat een aantal holle buizen of pijpen 30, elk met een aantal mondstukken 32 (waarvan duidelijkheidshalve slechts een representatief aantal in fig. 1 is weergegeven), naar binnen gericht naar de hand en arm van de gebruiker. Het aantal horizontale holle buizen 30 is onderling evenwijdig en ligt op afstand volgens een cirkelvormig patroon (zo-20 als weergegeven in fig. 2), gezien vanaf de voorkant of de achterkant van de wasinrichting 10, waarbij het aantal op afstanden liggende mondstukken 32 vloeistof naar de hand en de arm in het midden van het cirkelvormige patroon sproeit. Elk der buizen 30 heeft een gedeelte 34, dat naar binnen is gebogen naar de hartlijn van het cirkelvormige patroon, 25 waar de gedeelten zijn bevestigd aan een cirkelvormig verdeelstuk 36, dat het reinigingsfluïdum ontvangt uit een pijp 38 en het fluïdum verdeelt naar de horizontale verdeelstukbuizen 30. Verder bevindt zich althans één sproeimondstuk 40 in het gebogen eindgedeelte 34 van de holle buizen 30, en is althans één sproeimondstuk 42 gemonteerd in het midden 30 van het cirkelvormige verdeelstuk 36 voor het sproeien van de vloeistof naar en loodrecht op het vlak van het cirkelvormige patroon voor het helpen reinigen van de vingernagels van de gebruiker. Een met de voet bedienbare schakelaar 44 is bevestigd aan de wasinrichting 10 door middel van een electrische kabel 46, waardoor het gebruik van de voet op 35 de voetschakelaar 44, wanneer elk der armen van de gebruiker in een bijbehorende rubberen stofhuls 28 is gestoken voor het reinigen, de reini- 8220158 6 gingskringloop kan aanzetten.
Pig. 2 is een vooraanzicht van de in fig. 1 weergegeven, verplaatsbare wasinrichting 10. De eenheid is weer gemonteerd op wielen 12 voor de verplaatsbaarheid, en bevat de mechanische sectie 14, de fluï-5 dum-bevattende sectie 16 en de verdeelstuksectie 18, die twee vloeistof-afgeefverdeelstukken 20 bevat. Op te merken is, dat er twee vloeistof-afgeefverdeelstukken zijn, zodat één gelijktijdig kan worden gebruikt voor elke arm en hand. Ook is de met de voet bedienbare schakelaar 44 door de kabel 46 verbonden met de eenheid. De electronische besturings-10 eenheid 22 zit boven op de inrichting 10 en heeft de electrische energie-in/'uit schakelaar, de stuurklokmeter en de bijbehorende keuzeschakelaar en de schakelaar voor het sturen en regelen van de frequentie, waarmee het reinigingsfluldum tegen de huid van de gebruiker daarvan wordt gericht. Ook is op te merken, dat een wand 48 de linker en rechter vloeistof-15 afgeefverdeelstukken 20 scheidt. De verdeelstuksectie 18 is bij voorkeur gemaakt van een heldere kunststof, en bevat de bovenwand 50, de eindwan-den 52, de achterwand 54 en de voorwand 26, zoals weergegeven in fig. 1.
Het monteerpanaal 24 is in fig. 2 in de cirkel 56 weggelaten teneinde het einde van de evenwijdige, horizontaal op afstand liggende buizen 30, 20 die de vloeistof-afgeefverdeelstukken 20 vormen, duidelijker te tonen.
Een vloeistofspiegelmeter 58 of een willekeurig ander orgaan voor het aangeven van het peil van het fluïdum in de opslaghouder 16, is weergegeven aan de voorzijde van de wasinrichting 10.
Fig. 3 is een zij-aanzicht van een van de fluïdum-25 afgeefverdeelstukken 20 en de bijbehorende mondstukken, die het reini-gingsfluïdum tegen de te reinigen delen richten, bijvoorbeeld armen en handen. Duidelijkheidshalve zijn in fig. 3 slechts twee van het aantal evenwijdige, horizontaal op afstand liggende buizen 30 weergegeven. Gewoonlijk worden zes buizen 30, zoals weergegeven in fig. 2, gebruikt.
30 Op te merken is weer, dat elk der buizen 30 een gedeelte 34 heeft met een einde, dat naar binnen is gebogen naar de hartlijn van het cirkelvormige patroon, gevormd door de horizontale holle buizen 30, gezien vanaf het einde van de buizen (zoals in fig. 2), waarbij elk gebogen einde 34 is gemonteerd in een opening in en wordt gedragen door een 35 cirkelvormig verdeelstuk 36. Het cirkelvormige verdeelstuk 36 is bevestigd aan de achterwand 54 door middel van een verdeelstukflens 58 met bou- 8220158 7 ten of andere bevestigingsorganen, die passen door openingen 60. Een afdichting 62 vormt een waterdichte verbinding met de achterwand 54 en voorkomt lekkage uit het cirkelvormige verdeelstuk 36 en de verdeelstuk-flens 58. Het voorste einde van elk der horizontale holle buizen 30, 5 die het verdeelstuk 20 vormen, is gemonteerd in een uitsparing 64 in de monteerplaat of het monteerpaneel 24. De monteerplaat 24 is vast bevestigd aan de voorwand 26 door middel van bouten, schroeven of andere bevestigingsorganen 66. Aan de monteerplaat 26 is ook een rubberen stofhuls 28 bevestigd, die in fig. 3 in doorsnede is weergegeven en op haar 10 plaats wordt gehouden door een afdichtring 68, gemonteerd over de schouders 70 van de rubberen stofhuls 28 om haar stevig op haar plaats te houden. De afdichtring 68 kan aan de monteerplaat 24 zijn bevestigd met schroeven 72 of andere bevestigingsmiddelen. Zoals duidelijker te zien in verband met de fig. 15 en 16, en hierna is beschreven, maakt de rubbe-15 ren stofhuls 28 het mogelijk dat de arm van de gebruiker daardoorheen wordt gestoken tot in de reinigingskamer in het midden van het cirkelvormige patroon door de horizontale holle buizen 30, die elk een aantal op onderlinge afstanden liggende mondstukken 32 hebben voor het sproeien van de reinigingsvloeistof naar het midden van het cirkelvormige patroon. 20 Op te merken is, dat de sproeimondstukken 40 aan het ge bogen einde 34 van de op afstand liggende horizontale buizen 30 een sproeihoek van 60 graden heeft, evenals het mondstuk 42, dat zich direct aan het voorste einde van het cirkelvormige verdeelstuk 36 bevindt, waarbij de mondstukken 32 aan het horizontale gedeelte van de op afstand 25 liggende holle buizen 30 een sproeihoek hebben van 30 graden. De hoek van 60 graden bij de sproeimondstukken 40 en 42 verzekert, dat de vingernagels en de vingers van de gebruiker van de wasinrichting grondig worden omsloten en gereinigd. Ook is op te merken, dat de sproeimondstukken 74 zodanig zijn geplaatst, dat het einde van de rubberen stofhuls 28, dat 30 in aanraking is met de arm van de gebruiker, doorlopend en volledig wordt besproeid met het reinigingsfluïdum om te verzekeren, dat geen bacillen kunnen overleven in het overgangsgebied tussen het niet te reinigen deel van de arm en het deel van de arm, dat in de reinigingskamer van de wasinrichting is. Op te merken is, dat de rubberen stofhuls 28 35 een inkeping 76 heeft, gevormd in het afgeknot kegelvormige einde van de kegelvormige stofhuls. Deze inkeping 76 veroorzaakt een betrouwbare 62 2 0 1 5 8 8 passing rond de arm van de gebruiker, en wanneer de arm nadat de reini-gingskringloop is voltooid wordt verwijderd, keert de buigzaamheid van de rubberen stofhuls 28 en de nauwsluitende passing van de inkeping 76 rond de arm van de gebruiker, de rubberen stofhuls 28 binnenste buiten 5 wanneer de arm wordt verwijderd voor het zodoende in aanraking houden van de ontsmette binnenzijde van de rubberen stofhuls 28 met de ontsmette arm voor het zodoende voorkomen van het in aanraking daarmee komen van bacillen of bacteria wanneer de arm wordt verwijderd.
Fig. 4 is een vooraanzicht van de cirkelvormige flens 10 36, waaraan de einden zijn bevestigd van de op afstand liggende, evenwij dige, horizontale, holle buizen 30, die het fluïdum-verdeelstuk 20 vormen. Openingen 60 zijn voor de schroeven of bouten, die de cirkelvormige flens 36 bevestigen aan de achterwand 54 van het huis. Deze gaten of openingen 60 zijn gevormd in een flens 78, vanwaar zich een cilindrisch 15 gedeelte 87 uitstrekt, voorzien van een schuin vlak 82, waarin openingen 80 zijn gevormd, die in verbinding staan met het inwendige daarvan en met de inlaatpoort 88, weergegeven in fig. 3 en fig. 5. In het platte voorvlak 86 is een opening 84, waarin het sproeimondstuk 42 is gemonteerd, zoals weergegeven in fig. 3.
20 Fig. 5 is een doorsnede-aanzicht van de cirkelvormige flens 36, weergegeven in fig. 4, volgens de lijn A - A. Zoals is te zien, heeft de onderkant een flens 78, aan de achterzijde waarvan openingen 60 aanwezig zijn, die schroefdraad kunnen hebben en zich gedeeltelijk uitstrekken in de onderkant, zoals weergegeven in fig. 5 of zich volle-25 dig door de onderkant kunnen uitstrekken, zoals weergegeven in fig. 3, maar die in ieder geval worden gebruikt voor het bevestigen van de cirkelvormige flens 36 aan de achterwand 54. Uitsparingen 62 worden gebruikt voor het daarin plaatsen van afdichtingen voor het voorkomen van fluïdum-lekkage tussen de cirkelvormige flens 36 en de achterwand 54. Het fluïdum 30 gaat de inlaatpoort 88 binnen en naar buiten door de poorten 80 naar de horizontale holle buizen 30, en door de opening 84 naar het mondstuk 42. Te zien is weer, dat de cilindrische verlenging 87, die zich naar boven uitstrekt vanaf de onderkant 78 een vlak 82 heeft, dat een schuine rand daarvan vormt, waarin zich openingen 80 bevinden. De vlakken 82 lopen 35 schuin onder een hoek, die voldoende is om de gebogen einden 34 van de horizontale holle buizen 30 daarin te kunnen monteren, zoals weergegeven 8220158 9 in fig. 3. Deze hoek maakt het, het reinigingsfluïdum mogelijk, de horizontale pijpen 30 binnen te gaan onder een zacht hellende hoek in plaats van onder een rechte hoek voor het zodoende verminderen van het lawaai, dat zou worden opgewekt indien het fluïdum de openingen 80 en dus de bui-5 zen 30 zou moeten binnengaan onder hoeken van 90 graden.
Fig. 6 is een vooraanzicht van de inlaatflens 58, die is weergegeven in fig. 3, en die samenwerkt met de cirkelvormige flens 36 voor het van de pomp naar het verdeelstuk 20 dragen van het reinigings-fluïdum. De flens is eenvoudig een vlakke plaat 90, voorzien van openin-10 gen 60 daarin, waardoorheen schroeven of bouten of andere bevestigingsmiddelen worden gestoken voor het bevestigen van de inlaatflens aan de cirkelvormige flens, zoals weergegeven in fig. 3.
Fig. 7 is een doorsnede-aanzicht van de inlaatflens 58 volgens de lijn A - A in fig. 6. Uitsparingen 62 zijn ten behoeve van 15 het daarin plaatsen van afdichtingen voor het voorkomen van een fluïdum-lekkage tussen de achterwand 54 en de inlaatflens 58. Het fluïdum gaat de flens binnen door een opening 92 en staat in verbinding met de cirkelvormige flens 78, zoals eerder vermeld.
Fig. 8 is een vooraanzicht van het huis of verdeelstuk-20 samenstel 18 voor het opnemen van het aantal evenwijdige, horizontaal op afstand liggende buizen 30, zoals weergegeven in fig. 1. Het huissamenstel bevat de bovenwand 50, de bodemwand 94 en de zijwanden 52. De middenwand 48 verdeelt het huis in twee kamers, maar de verdeelwand 48 verdeelt, zoals weergegeven, de twee vakken slechts gedeeltelijk. De bodemwand 94 25 is in feite de bovenwand van de fluïdum-opneemhouder 16 en heeft daarin een opening 96 voor het afvoeren van de overmaat fluïdum terug in de voorraadhouder 16 vanuit elke kamer, gevormd door de middenverdeelwand 48, waar het fluïdum kan worden gehercirculeerd. De achterwand 54 heeft openingen 60 voor bouten of schroeven of andere bevestigingsmiddelen 30 voor het bevestigen van de cirkelvormige flens 36 en de inlaatflens 58 aan de achterwand 54. Een opening 98 staat in verbinding met de inlaat-opening 88 van de cirkelvormige flens 36, en ontvangt fluïdum uit de opening 92 in de inlaatflens 58. De openingen 66 in de voorwand 26 nemen bouten, schroeven of andere bevestigingsmiddelen op teneinde een voorste 35 monteerplaat 24 te bevestigen aan de voorwand 26, zoals weergegeven in fig. 3.
8220158 10
Fig. 9 is een bovenaanzicht van het in fig. 8 weergegeven huissamenstel, en verduidelijkt in het bijzonder de wijze waarop de opening 96 in de bodemwand 94 zich gedeeltelijk uitstrekt in elk der kamers, gevormd door de verdeelwand 48 voor het daaruit afvoeren 5 van de overmaat fluïdum. Verder is de opening 98 in de achterwand 54 weergegeven voor de doorgang van het reinigingsfluïdum vanuit de in-laatflens 58 naar de cirkelvormige flens 36. In de voorwand 26 is ook een opening 100 afgebeeld voor het opnemen van de monteerplaat 24 aan de voorwand 26. Het voorkeursmateriaal voor de bovenwand, de zijwanden, de ach-10 ter- en voorwanden en de bodemwand is helder plexiglas van 2,5 cm, hoewel natuurlijk andere materialen, zoals een willekeurig metaal, kunnen worden gebruikt, zolang zij corrosiebestendig zijn.
Fig. 10 is een vooraanzicht van een huis en daarmee samenhangende kleppen, dat een onder druk geplaatst fluïdum opneemt en 15 een schommelend fluïdum produceert naar de fluïdumverdeelstukken, die periodiek in druk variëren van een maximale druk tot een minimale druk.
Eén van de met de stand van de techniek samenhangende moeilijkheden is het feit, dat een pulserende straal reinigingsfluïdum wordt gebruikt.
Omdat de reinigingsfluïdumtoevoer met een hoge frequentie afwisselend 20 volledig wordt in- en volledig wordt uitgeschakeld, veroorzaakt het plotseling stilzetten en pulseren van de vloeistof een geweldig stampen, dat een lawaaihoogte opwekt, die onaanvaardbaar is. Het is derhalve nodig de fluïdumdruk periodiek te variëren van een maximale tot een minimale druk zonder de stroming van het reinigingsfluïdum volledig te onderbreken.
25 In fig. 10 drijft dus een motor 102 met twee snelheden een V-ringschijf 104 via een as 106. Een V-ring 108 koppelt de schijf 104 met een grotere schijf 110, die is gemonteerd aan een as 112. De as 112 strekt zich uit in het klephuis 114, dat twee uitlaatpoorten respectievelijk 116 en 118 heeft, en een inlaatpoort 120. Het reinigingsfluïdum gaat de inlaat-30 poort 120 onder druk binnen vanuit een bron, zoals een pomp (niet weergegeven) . Aan de as 112 zijn in het huis 114 twee waaiers 122 en 124 gemonteerd. Zoals met betrekking tot fig. 12 is te zien, zijn de waaiers 122 en 124 in het algemeen gevormd in de gedaante van een cijfer acht, en 90 graden uit elkaar geplaatst. De breedte van de flenzen, die de 35 bovenste en onderste gedeelten vormen van het cijfer acht ontwerp van de waaiers, is kleiner dan de diameter van de uitlaatpoorten respectieve- 8220158 11 lijk 116 en 118. Zoals is te zien in fig. 10, blokkeert de flens 126 van de waaier 124 dus de opening 118 maximaal, waardoor dus slechts een klein gedeelte van de opening 118 vrij wordt gelaten voor het doorlaten van reinigingsfluïdum naar het fluïdum-verdeelstuk 20, waarmee de ope-5 ning is verbonden. Tegelijkertijd echter is de waaier 122, die over 90 graden gedraaid op afstand ligt van de waaier 124, met zowel de bovenste als de onderste flens 128 en 130 vrij van de opening 116, waardoor dus een maximale waterdruk kan doorgaan naar het fluïdum-verdeel-stuk 20, waarmee deze opening is verbonden. 90 Graden later echter is 10 de waaier 124 met de flenzen vrij van de opening 118, waarbij de waaier 122 met de bovenste of onderste flens 128 of 130 de opening 116 tot de maximale druk blokkeert. Het fluïdum, dat vanuit de opening 116 wordt gekoppeld met het fluïdum-verdeelstuk 20, is dus op de maximale druk.
Deze bijzondere constructie maakt het mogelijk om het fluïdum aan elke 15 reinigingseenheid in elk huis onderling uit fase te verdelen waardoor dus een rustiger bedrijf van de inrichting mogelijk is.
Zoals eerder gezegd, is het belangrijk, dat het fluïdum niet volledig wordt stilgezet of gepulseerd voor het verminderen van de lawaaihoogte en voor het mogelijk maken van een doorlopend gebruik zonder 20 irritatie van de huid. Dit wordt tot stand gebracht door de gedaante van de bovenste en onderste flenzen, die elk der waaiers 122 en 124 vormen. Zoals is te zien in fig. 10, zijn de flenzen, die de waaiers 122 en 124 vormen, aan elk einde onder een hoek afgeschuind. Neem in fig.
11 aan, dat de flens 128 van de waaier 122 begint te bewegen over de 25 opening 116. Op het punt A is de flens net buiten de opening, en wordt een maximale druk door de opening 116 gelaten. Op het punt B is de flens 128 zodanig bewogen, dat de punt van de flens net over de opening 116 gaat en de fluïdumstroming geleidelijk begint af te snijden. Op het punt C, is de punt van de flens 128 bewogen naar een punt waardoor ongeveer 30 een vierde van de fluïdumstroming door de opening 116 is verminderd. Op het punt D is de waaier 128 in voldoende mate over de opening 116 bewogen voor het afsnijden van ongeveer de helft van de fluïdumstroming. Op het punt E is de flens 128 van de waaier 122 voldoende over de opening 116 bewogen om ongeveer drie-vierde van de fluïdumstroming af te sluiten, 35 en op het punt F is de flens 128 voldoende over de opening 116 bewogen voor het tot vrijwel de minimale druk verminderen van de fluïdumstroming.
8220158 12
Op het punt G tenslotte is de flens 128 van de waaier 122 volledig over de opening 116 bewogen voor het zodoende tot een minimum blokkeren van de fluïdumstroming, zodat fluidum alleen langs elke zijde 132 en 134 van de flens 128 kan gaan.
5 Te zien is dus, dat de fluïdumdruk periodiek varieert van een maximale druk tot een minimale druk, waarbij een geleidelijke verandering plaatsvindt tussen het punt van de maximale druk tot het punt van de minimale druk, en omgekeerd. Dit is uiterst belangrijk, omdat een pulserende straal, zoals eerder vermeld, waarbij de fluïdumdruk 10 plotseling tot een nul-druk wordt verminderd, en dan plotseling tot een maximale druk wordt verhoogd, een stampen veroorzaakt en dus een onaanvaardbare lawaaihoogte. Wanneer de motor 102 loopt met 400 omwentelingen per minuut en wanneer de waaiers 122 en 124 de gedaante van een cijfer acht hebben, waardoor elke waaierflens de bijbehorende uitlaat-15 opening tijdens een omwenteling tweemaal passeert, wordt verder het verkregen reinigingsfluïdum 800 maal per minuut in druk veranderd, en wordt de druk van het reinigingsfluïdum, indien de motorsnelheid wordt verhoogd tot 600 omwentelingen per minuut, veranderd tot 1200 maal per minuut vanaf een maximum tot een minimum. Dit kan irriterend zijn op de huid, wan-20 neer het water pulserend is of de druk wordt veranderd van een nul-druk tot een maximale druk. Met de onderhavige uitvinding, waarbij de druk van een maximale druk wordt veranderd tot een minimale druk in een geleidelijke verandering en zonder een scherpe impuls, wordt de huid gecomprimeerd en gedecomprimeerd om werkzaam te zijn voor het verwijderen van vuil 25 en bacteria in de folliculi en huidplooien, en toch zonder de aanwezigheid van de irriterende gevolgen van een pulserende fluïdumstraal. Eén van de waaiers 122 is afgebeeld in fig. 12, waarbij het duidelijk is, dat de andere waaier 124 op een gelijke wijze is geconstrueerd. De waaier 122 heeft een bovenste flens 128 en een onderste flens 130 en is 30 in het algemeen in de gedaante van een cijfer acht. Elk einde 136 van de bovenste flens 128, en elk einde 138 van de onderste flens 130 is afgesneden onder een hoek voor het zodoende vormen van een punt 140, zoals weergegeven in fig. 12. Zoals eerder uiteengezet, maakt dit het mogelijk, dat één einde van de waaier de bijbehorende uitlaatopening ge-35 leidelijk bedekt voor het afsnijden van de druk, en dat dan het andere einde de opening geleidelijk verlaat voor het zodoende herstellen van de 8220158 13 druk en het veroorzaken van het periodiek variëren van de druk en het veroorzaken van het periodiek variëren van de druk in plaats van een "pulserende" druk. De opening 142 is voor het insteken van de drijfas 112, die door de V-riemen is gekoppeld met de motor 102. Een opening 144 maakt 5 het een stelsel of andere soort bevestigingseenheid mogelijk de waaier 122 te bevestigen aan de as 112. Op te merken is weer, dat de breedte van de flens 128 zodanig is, dat de flens de uitlaatopening 116, weergegeven in fig. 10, niet volledig blokkeert. Gebleken is, dat de voorkeursverhouding van het afgesloten gebied van de uitlaatopening tot het 10 opengelaten gebied 82% tot 18% is. Dit betekent, dat 82% van de uitlaatopening 116 gesloten is wanneer de waaierflens de afvoeropening maximaal blokkeert, en 18% van de uitlaatopening 116 op dat moment open wordt gelaten. Dit maakt het mogelijk ongeveer 117 tellen fluïdum per minuut over te brengen door de uitlaatopening wanneer de opening volledig 15 is geopend, en maakt het mogelijk dat ongeveer 20 tellen per minuut stroomt in haar halfgesloten stand. De fluïdumdruk wordt dur periodiek gevarieerd van een maximale tot een minimale druk met een geleidelijke verandering tussen de twee drukgrenzen in. De minimale druk, die moet worden toegelaten, is die, welke een voldoende rustig bedrijf van de in-20 richting mogelijk maakt alsmede het reinigen van de huid zonder irritatie, welke beide doeleinden optreden wanneer het fluïdum wordt gepulseerd of volledig wordt afgesneden en dan plotseling wordt ingeschakeld. Ook is op te merken, dat de lengte van de flenzen 128 en 130 vanaf ongeveer halverwege het punt 138 tot halverwege het andere punt 138 en het midden 25 van 136 tot het midden van het andere einde 136 ongeveer 76 graden is, waarbij het bijbehorende open gebied tussen de twee flenzen 128 en 130 ongeveer 113 graden is. Dit betekent, dat de uitlaatklep een langere tijd open is dan gesloten, waardoor dus een langere tijd wordt veroorzaakt wanneer de armen en de handen met maximale druk worden gereinigd. Fig. 14 30 is een zij-aanzicht van de waaier 122.
Fig. 15 is een vooraanzicht van de rubberen stofhuls 28, afgebeeld in fig. 1, en bevat een flens 70, een afgeknot kegelvormig lichaam 146 en een inkeping of groef 76 aan het einde daarvan.
Fig. 16 verduidelijkt de wijze waarop de rubberen stof-35 huls in doorsnede er uitziet, wanneer zij is gemonteerd in de monteerflens 24, weergegeven in fig. 1. De stofhuls heeft een flens 70, die is ge- 8220158 14 plaatst in de inkeping 148, waaroverheen een afdichtring 150 is geplaatst, die op haar plaats wordt gehouden door schroeven 152. De flens 70 is iets dikker dan de inkeping 148, maar wordt omdat hij is gemaakt van rubber, zoals amtex latex rubberverbinding nr. 15030, barnsteen, stevig op 5 zijn plaats gehouden. De rubberen stofhuls 28 heeft een afgeknot kegelvormig lichaam 146, dat eindigt met een groef 76 aan het einde daarvan, waardoorheen de arm en hand moeten gaan. Deze uitvoering is om hygiënische redenen zeer belangrijk. Wanneer de arm volledig in de rubberen stofhuls naar het inwendige van de wasinrichting is geplaatst, past de inkeping 10 76 nauwsluitend rond een arm van elke afmeting, omdat zij is gemaakt van rubber, en derhalve veerkrachtig van aard is. Zoals is te zien in fig. 3, richten de mondstukken 74 het reinigingsfluïdum op de binnenoppervlakken van de rubberen stofhuls 28 tijdens de reinigingswerking. Wanneer de arm wordt verwijderd, houdt de inkeping 76 stevig rond de arm vast, waardoor 15 de rubberen stofhuls 28 binnenste buiten wordt gekeerd wanneer de arm wordt verwijderd. Wanneer zij volledig binnenste buiten is gekeerd en de arm verder daaruit wordt verwijderd, komt alleen het ontsmette binnen-oppervlak van de stofhuls 28 in aanraking met het deel van het lichaam, dat werd gereinigd, De gereinigde arm wordt dus niet blootgesteld aan 20 een deel van de inrichting, dat niet is gereinigd of dat bacillen zou kunnen bevatten. De inkeping 76, afgebeeld in fig. 16, houdt de arm dus in aanraking met het ontsmette binnenoppervlak van de rubberen stofhuls 28, waarbij de arm en hand daaruit worden verwijderd voor het voorkomen van besmetting van de gereinigde arm en handen. Verder maakt de U-vormige 25 groef 76 het mogelijk dat armen van verschillende grootten nauwsluitend kunnen passen in de rubberen stofhuls en dat toch wordt voorkomen, dat het bloed voor de grotere armen wordt afgeklemd, aangezien zij buigzaam is en kan meegeven.
Zoals weergegeven in fig. 1, bevat de electrische be-30 sturingseenheid 22 ook een daarin gebouwde stuurklok, die kan worden ingesteld op een willekeurige voorafbepaalde tijdsduur, bijvoorbeeld 90 seconden, en ook de eenheid automatisch uitschakelt wanneer de vooraf ingestelde tijdsduur is verlopen.
De onderhavige uitvinding heeft dus betrekking op een 35 bijzondere wasinrichting, die kostbare tijd spaart met de mogelijkheid van het sparen van menselijke levens. Zij heeft een groot aantal voor- 8220158 15 delen boven een gebruikelijke, 10 minuten durende, schoonboening voorafgaande aan het opereren, zoals het met wel 85% verminderen van de boentijd, het bereiken van gelijkblijvende resultaten van het voor de operatie schoonboenen, het veroorzaken van minder irritatie van de huid, het 5 verschaffen van een voor wat betreft de kosten en de energie doeltreffend gebruik, het vergroten van de produktiviteit met tijdsparing, het bevorderen van de geestdrift voor veiligheid en reinheid, en het verwijderen van meer huidbacteria voor het zodoende verminderen van het gevaar van besmetting.
10 Hoewel de uitvinding is beschreven in samenhang met een voorkeursuitvoeringsvorm, is het niet de bedoeling de omvang van de uitvinding tot de bepaalde uiteengezette vorm te beperken, maar is het daarentegen de bedoeling alternatieven, wijzigingen en equivalenten te dekken, zoals deze kunnen zijn vervat in de strekking en de omvang van 15 de uitvinding, zoals bepaald door de bijgevoegde conclusies.
8220158

Claims (21)

1. Verplaatsbare wasinrichting, gekenmerkt door een beweegbare voorraadhouder voor het opnemen van een reinigingsvloeistof, door pompmiddelen, gekoppeld met de voorraadhouder voor het circuleren van de vloeistof onder een periodiek veranderende druk vanaf een maximale tot 5 een minimale druk, en door op afstand liggende mondstukmiddelen, gekoppeld met de circulatiepomp en ingericht voor het sproeien van de vloeistof onder de periodiek veranderende druk tegen een te reinigen voorwerp.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de op afstand liggende mondstukmiddelen bestaan uit een aantal evenwijdi-10 ge, horizontale, holle buizen, op afstand liggend in een cirkelvormig patroon, gezien vanaf het einde van de buizen, waarbij elk der buizen een aantal op onderlinge afstand liggende mondstukken heeft voor het sproeien van de reinigingsvloeistof naar het midden van het cirkelvormige patroon, en een gedeelte met een naar binnen gebogen einde naar de hart-15 lijn van het cirkelvormige patroon, uit een cirkelvormig verdeelstuk, voorzien van een inlaat voor het ontvangen van het fluïdum, en van een aantal uitlaten, dat zich naar buiten en naar boven uitstrekt vanaf de hartlijn daarvan, welk verdeelstuk een kleinere diameter heeft dan het cirkelvormige patroon van de holle buizen, en uit middelen voor het ver-20 binden van de verdeelstukuitlaten met bijbehorende uitlaten van de gebogen eindgedeelten van de op afstand liggende holle buizen voor het aan de buizen leveren van het reinigingsfluïdum.
3. Inrichting volgens conclusie 2, gekenmerkt door een huissamenstel voor het opnemen van het aantal evenwijdige, horizontaal 25 op afstand liggende buizen, welk huis boven-, bodem- en zijwanden bevat, waarbij het cirkelvormige verdeelstuk in de achterwand is gemonteerd, door middelen voor het aan de voorwand vastzetten van het voorste einde van de holle buizen, en door een rubberen huls, gemonteerd in de vastzet-middelen in het midden van het cirkelvormige patroon holle buizen, welke 30 huls een toegang verschaft tot het inwendige van het huissamenstel, waardoorheen een arm en hand van een gebruiker voor het reinigen kmnen worden gestoken.
4. Inrichting volgens conclusie 3, gekenmerkt door althans een sproeimondstuk aan het gebogen eindgedeelte van elk der holle buizen, 8220158 en althans één sproeimondstuk in het midden van het cirkelvormige verdeel-stuk, welk mondstuk in het midden van het cirkelvormige verdeelstuk de vloeistof naar en loodrecht op het vlak van het cirkelvormige patroon sproeit voor het helpen reinigen van de vingernagels van de gebruiker.
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de huls bestaat uit een afgeknotte kegel van buigzaam materiaal, uit een flens aan de onderkant van de kegel voor bevestiging van de kegel aan de voorwand van het huis, uit een cilindrische verlenging, uit één stuk gevormd met en zich naar buiten uitstrekkende vanaf het afgeknotte einde 10 van de kegel, en uit een groef, gevormd langs de omtrek van de verlenging in een richting rond de kegelhartlijn, waardoor armen van gebruikers met een veranderlijke diameter door de kegel tot in het inwendige van het huis kunnen worden gestoken, waarbij de groef een afdichting vormt tegen deze armen voor het voorkomen van het ontsnappen van vloei-15 stof en voor het binnenste buiten doen keren van de kegel voor het handhaven van de aanraking van de ontsmette buitenzijde van de kegel met de ontsmette armen van de gebruikers.
6. Inrichting volgens conclusie 5, gekenmerkt door een tweede huissamenstel, aanliggende tegen het eerste huissamenstel en be- 20 vattende een tweede stel evenwijdige, horizontaal op afstand liggende, holle buizen, gekoppeld met een tweede verdeelstuk, waardoor beide armen en handen gelijktijdig kunnen worden gereinigd, en door middelen voor het monteren van de eerste en tweede huissamenstellen aan de beweegbare voorraadhouder, waarbij de bovenkant van de voorraadhouder de bodemwand 25 vormt van het huissamenstel, en is voorzien van een opening daarin, waardoor het gebruikte fluïdum kan worden opgevangen en teruggeleid naar de opneemhouder voor hercirculatie.
7. Inrichting volgens conclusie 6, gekenmerkt door een voetschakelaar, gekoppeld met de pompmiddelen voor het met de voet be- 30 krachtigen van de pomp, waarbij beide armen door de hulzen in de huissamenstellen zijn gestoken, en door een stuurklokeenheid, gekoppeld met de pompmiddelen voor het laten bekrachtigen van de pomp gedurende een voorafbepaalde tijdsduur wanneer de voetschakelaar is bediend.
8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat 35 wielen zijn bevestigd aan de opneemhouder om de inrichting verplaatsbaar te maken. 8220158
9. Inrichting volgens conclusie 8, gekenmerkt door middelen voor het kiezen van een van een aantal frequenties van drukverandering van het fluïdum, geleverd door de pómp.
10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat . 5 de huissamenstellen zijn gemaakt van heldere kunststof.
11. Verplaatsbare wasinrichting, gekenmerkt door een beweegbare voorraadhouder voor het opslaan van een reinigingsvloeistof en voorzien van een bovendeksel met een opening daarin, door eerste en tweede huissamenstellen met een gemeenschappelijke wand, die zich gedeel- 10 telijk uitstrekt vanaf de bovenkant naar de onderkant, welke huissamenstellen zijn gemonteerd bovenop de beweegbare voorraadhouder, door een hand- en -arm-waseenheid, gemonteerd in elk der huissamenstellen, door een fluïdumpomp, die het reinigingsfluïdum in de voorraadhouder koppelt met de waseenheden, welke fluïdumpomp een reinigingsfluïdum circuleert 15 onder een veranderlijke druk, die periodiek verandert van een maximum tot een minimum, door een met de voet bedienbare schakelaar, gekoppeld met de fluïdumpomp voor het drijven van de pomp, door een stuurklok, gekoppeld met de pomp en met de door een voet bedienbare schakelaar om het mogelijk te maken, dat de pomp gedurende een vooraf bepaalde tijdsduur 20 in werking is, en door een buigzame afdichting, gemonteerd in de voorwand van elk der huissamenstellen, door welke afdichting de handen en de armen van de gebruiker voor het reinigen kunnen worden gestoken.
12. Wasinrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de waseenheid bestaat uit een aantal evenwijdige, horizontale, holle 25 buizen op afstand in een cirkelvormig patroon, gezien vanaf het einde van de buizen, waarbij elk der buizen een aantal op onderlinge afstand liggende mondstukken heeft voor het sproeien van de vloeistof naar het midden van het cirkelvormige patroon, en een gedeelte met een einde, dat naar binnen is gebogen naar de hartlijn van het cirkelvormige patroon, 30 uit een cirkelvormig verdeelstuk, gemonteerd aan de achterwand van het huissamenstel en met een inlaat voor het ontvangen van het fluïdum, en een aantal uitlaten, dat zich naar buiten en naar boven uitstrekt vanaf de hartlijn daarvan, welk verdeelstuk een kleinere diameter heeft dan het cirkelvormige patroon holle buizen, en.uit middelen voor het verbinden 35 van de uitlaten van het verdeelstuk met bijbehorende uitlaten van de gebogen eindgedeelten van de op afstand liggende holle buizen. 8220158 Λ
13. Verplaatsbare wasinrichting, gekenmerkt door een beweegbare voorraadhouder voor het opnemen van een reinigingsfluidum, door althans een waseenheid, gemonteerd aan de voorraadhouder voor het opnemen van een te reinigen voorwerp, en door een pomp, gekoppeld met de voorraad- 5 houder en de waseenheid voor het circuleren van het reinigingsfluidum onder een veranderlijke druk naar de waseenheid voor het reinigen van daarin geplaatste voorwerpen, welke veranderlijke druk zonder te pulseren periodiek verandert van een maximum tot een minimum.
14. Wasinrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat 10 de waseenheid bestaat uit een huissamenstel met een boven-, achter- en zijwanden en een bodemwand, gevormd door de beweegbare voorraadhouder, uit een reinigingseenheid, omvattende een aantal evenwijdige, horizontale, holle buizen, gemonteerd in het huissamenstel en op onderlinge afstanden in een cirkelvormig patroon, gezien vanaf het einde van de buizen, waar-15 bi'j elk der buizen een gedeelte heeft met een einde, dat naar binnen is gebogen naar de hartlijn van het cirkelvormige patroon, uit een cirkelvormig verdeelstuk, voorzien van een inlaat voor het ontvangen van fluïdum uit de voorraadhouder, en van een aantal uitlaten, dat zich naar boven en naar buiten uitstrekt vanaf de hartlijn daarvan, welke cirkelvormig 20 verdeelstuk is gemonteerd in de achterwand van het huis en een kleinere diameter heeft dan het cirkelvormige patroon holle buizen, uit middelen, die de verdeelstukuitlaten verbinden met bijbehorende uitlaten van de gebogen eindgedeelten van de op afstand liggende holle buizen, en uit een aantal op afstand liggende mondstukken aan elk der holle buizen voor het 25 naar het midden van het cirkelvormige patroon sproeien van de vloeistof.
15. Verplaatsbare wasinrichting volgens conclusie 1 of 11, gekenmerkt door klepmiddelen, gekoppeld tussen de circulatiepomp en de mondstukmiddelen voor het periodiek doen veranderen van de vloeistofdruk tussen een maximale en een minimale druk.
16. Verplaatsbare wasinrichting volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de klepmiddelen bestaan uit een huis, voorzien van een inlaatpoort en een uitlaatpoort, en uit althans een waaier in het huis voor het afwisselend openen en gedeeltelijk sluiten van de uitlaatopening voor het veroorzaken van de periodieke verandering in de fluïdumdruk.
17. Inrichting volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat het gebied van de uitlaatpoort kleiner is dan dat van de inlaatpoort. 8220158 Λ
18. Inrichting volgens conclusie 17, gekenmerkt door twee uitlaatpoorten, elk verbonden met één uitlaatpoort, en door een waaier voor elke uitlaatpoort voor het afwisselend openen en gedeeltelijk sluiten van de bijbehorende uitlaatpoort, waardoor fluïdum met een periodiek 5 veranderende druk wordt gekoppeld met elk der reinigingseenheden.
19. Inrichting volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat de waaiers zijn gemonteerd aan en worden gedreven door een gemeenschappelijke as, waarbij de waaiers over 90 graden ten opzichte van elkaar zijn gedraaid, waardoor de uitlaatpoorten afwisselend openen en gedeeltelijk 10 sluiten voor het zodoende onderling uit fase leveren van het fluïdum aan de reinigingseenheden.
20. Inrichting volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat elke waaier in het algemeen is gevormd als een cijfer acht voor het zodoende tweemaal gedurende elke omwenteling van de waaier openen en gedeel- 15 telijk sluiten van de bijbehorende uitlaatpoort.
21. Werkwijze voor het reinigen van een deel, gekenmerkt door de stappen van het verschaffen van een reinigingsfluïdum, het onder druk circuleren van het fluïdum, het periodiek veranderen van de fluidum-druk van een maximale druk tot een minimale druk, waarbij de minimale 20 druk hoger ligt dan nul, en het richten van het fluïdum onder de periodiek veranderende druk tegen het te reinigen deel. 8220158
NL8220158A 1982-04-09 1982-04-09 Verplaatsbare wasinrichting. NL8220158A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
PCT/US1982/000438 WO1983003560A1 (en) 1982-04-09 1982-04-09 Portable lavage device
US8200438 1982-04-09

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8220158A true NL8220158A (nl) 1984-03-01

Family

ID=22167922

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8220158A NL8220158A (nl) 1982-04-09 1982-04-09 Verplaatsbare wasinrichting.

Country Status (11)

Country Link
EP (1) EP0105257A4 (nl)
JP (1) JPS59500500A (nl)
AT (1) ATA907482A (nl)
AU (1) AU550202B2 (nl)
BR (1) BR8208072A (nl)
CH (1) CH665571A5 (nl)
DE (1) DE3249415T1 (nl)
GB (1) GB2130879B (nl)
NL (1) NL8220158A (nl)
SE (1) SE8306772L (nl)
WO (1) WO1983003560A1 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5080656A (en) * 1990-04-05 1992-01-14 Iht, Inc. Treatment of dermatoses
FR2905263B1 (fr) * 2006-08-30 2009-04-24 Jacques Cinqualbre Ensemble mobile multimedias, multiservices et connectable pour le diagnostic, les prescriptions, le suivi medical et les soins infirmiers.

Family Cites Families (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1888542A (en) * 1930-06-25 1932-11-22 John E Rosberg Apparatus for treating meats
US2760505A (en) * 1953-02-09 1956-08-28 Hugh M Rumbaugh Dynamic drain barrier
US3227158A (en) * 1961-05-08 1966-01-04 Aquatec Corp Method and apparatus for oral hygiene
US3398894A (en) * 1965-08-26 1968-08-27 Raymond D'agaro Automatic adjustable sprinkler
US3416544A (en) * 1966-12-09 1968-12-17 Paiva Joseph Tool washing machine
US3608567A (en) * 1970-06-26 1971-09-28 Scott E Neill Jr Filter cleaning process and apparatuses
US3699984A (en) * 1971-01-12 1972-10-24 Charles T Davis Cleaning and sterilizing device
US3750657A (en) * 1971-07-22 1973-08-07 Relaxaway Corp Combination bath aerator and hair dryer
US3757806A (en) * 1972-01-19 1973-09-11 Us Army Pulsating hydrojet lavage device
US3918987A (en) * 1973-11-09 1975-11-11 Rudolph J Kopfer Surgeon hand and arm scrubbing apparatus
US4219367A (en) * 1978-10-05 1980-08-26 Cary George R Jr Surgical prep hand cleaning

Also Published As

Publication number Publication date
GB8332515D0 (en) 1984-01-11
EP0105257A1 (en) 1984-04-18
JPH0135647B2 (nl) 1989-07-26
BR8208072A (pt) 1984-03-07
DE3249415T1 (de) 1984-04-05
JPS59500500A (ja) 1984-03-29
CH665571A5 (de) 1988-05-31
GB2130879A (en) 1984-06-13
EP0105257A4 (en) 1985-09-26
SE8306772D0 (sv) 1983-12-08
AU8399482A (en) 1983-11-04
AU550202B2 (en) 1986-03-06
WO1983003560A1 (en) 1983-10-27
GB2130879B (en) 1985-10-09
SE8306772L (sv) 1983-12-08
ATA907482A (de) 1990-02-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4402331A (en) Portable lavage device
JP3444856B2 (ja) 共振液体噴射洗浄装置
US4465522A (en) Method for surgically cleaning hands and arms
US7754022B2 (en) Wash chamber for appendage-washing method
US4817651A (en) Hand and forearm cleansing apparatus
US4020856A (en) Fingernail and hand cleaning appliance
US20110044750A1 (en) Fluid-powered bath brush
US4802508A (en) Cyclically varying pulsating fluid supply system
KR20140031061A (ko) 압력 분사에 의한 자동 양치도구
NL8220158A (nl) Verplaatsbare wasinrichting.
US5758675A (en) Dental appliance washer
CN208991334U (zh) 一种消化科手术用剪子的清洗消毒装置
US4891857A (en) Denture cleaning device
US3098496A (en) Denture cleaner
JP3273551B2 (ja) 内視鏡用付属部品洗滌装置および内視鏡洗浄装置
US8191803B2 (en) Automatic washing device with fluidic oscillator
KR200390461Y1 (ko) 다기능 피부세척장치
KR200370910Y1 (ko) 치과의료기용 세척기구
JPS63286148A (ja) 口腔洗浄装置

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed