NL8220047A - Spelinrichting met aangedreven spelorgaan. - Google Patents

Description

-1- 82 20 O 47 * VO 3684

Spelinrichting met aangedreven spelorgaan.

De uitvinding heeft betrekking op een spelinrichting met aangedreven spelorgaan, en meer in het bijzonder op een spelinrichting met een door een speler bedienbaar doel.

Spelinrichtingen betrekking hebbend op de aandrijving van de 5 projectielen naar een houderdoel zijn bekend. In het eeuwenoude vlooien-spel, is het doel om een smalle schijf, genaamd vlo, vanaf een vlak oppervlak in een kleine houder te laten springen. Hoewel dergelijke spellen een groot aantal vormen hebben aangenomen, is er een voortdurende belangstelling in nieuwe en andere spelinrichtingen van deze 10 soort.

Veel doeleinden en voordelen met een grote onderhoudende waarde zijn bereikt door spelinrichtingen met een aangedreven spelorgaan. De spelinrichting is voorzien van een aantal spelstukken en'een speeloppervlak met een aantal verschillende compartimenten. De houder 15 in het speeloppervlak is ingericht voor het opnemen van een van de spelstukken. Een met de hand bedienbaar aandrijforgaan bevindt zich in lijn met de houder en is bevestigd aan het speeloppervlak voor het aandrijven van een van de' spelstukken vanaf de houder naar het speeloppervlak.

20 Ter verduidelijking van de uitvinding zal thans, onder ver wijzing naar de tekening, een uitvoeringsvorm van de spelinrichting - worden beschreven. In de tekening toont: figuur 1 een perspectivisch aanzicht van een spelinrichting volgens de uitvinding; 25 figuur 2 vergroot een doorsnede volgens de lijn II-IT in figuur 1; figuur 3 een aanzicht overeenkomstig figuur 2, doch met de inrichting in de werkzame stand, en figuur 4 vergroot een doorsnede volgens de lijn IV-IV in fi- 30 guur 2.

Volgens de tekening is een spelinrichting 10 met een aangedreven spelorgaan voorzien van een rond, plaatvormig huis 12 integraal gevormd van kunststof. Het huis 12 is voorzien van een verhoogd, cylin-drisch middendeel 14 en een aantal onder een hoek ten opzichte van el-35 kaar opgestelde ribben 16, die zich radiaal vanaf het cylindrische ge- 8220047 -2- deelte 14 dwars over een toroldale verdieping 18 uitstrekken. Zoals afgebeeld in figuur 2 gaat de toroïdale verdieping 18 benedenwaarts vanaf de cirkelvormige omtrekswand 20 naar het cylindrische gedeelte 14. Een tussenwand 22 is tussen het cylindrische gedeelte 14 en de omtreks-5 wand 20, concentrisch met deze laatste opgesteld.

Aldus bevinden zich een aantal sektorvormige compartimenten 24 rond het cylindrische gedeelte 14, welke compartimenten worden gevormd door aangrenzende ribben 16 en de tussenwand 22. Bovendien zijn een aantal omtrekscompartimenten 26 gevormd in het gebied tussen aan-10 grenzende ribben 16, de omtrekswand 20 en de tussenwand 22. De puntvormige compartimenten 24 zijn voorzien van nummers 28, welke dienen voor het onderscheiden van de compartimenten 24 ten opzichte van elkaar. Elk compartiment 24 of 26 heeft zodanige afmetingen, dat daarin een of meer schijfvormige spelstukken 30 kunnen worden opgenomen.

15 Elk spelstuk 30, dat op geschikte wijze kan zijn vervaardigd van een lichtgewicht kunststof, is voorzien van twee oppervlakken 32.

Het ene oppervlak 32 draagt een onderscheiden aanduiding 34, bijv. een ster zoals afgebeeld in figuur 1.

Radiaal buitenwaarts van de bovenrand van de omtrekswand 20 20 strekt zich een flens 36 uit. De flens 36 verschaft een vast pakdeel met behulp waarvan een speler het huis 12 met de hand kan bedienen.

Zoals afgebeeld in figuur 2 strekt een opening 38,gevormd door het cylindrische gedeelte 14 zich volledig door het huis 12 uit. Een U-vormig aandrijfmechanisme 40 bevindt zich in lijn onder en dient 25 voor het afsluiten van de bodem van de opening 38. Het aandrijfmechanisme 40 bestaat bij voorkeur uit een blad 4, bijv. in de vorm van een strip verend staal of dergelijk verend materiaal met een elastisch geheugen, gevormd in een omgekeerde U-vormige vorm en bevestigd aan het huis 12 door middel van twee armen 42 ter weerszijden van de opening 38. 30 Het aandrijfmechanisme 40 is voorzien van een paar of afstand van elkaar opgestelde steunpoten 44, welke cpgeschikte wijze zijn gevormd door buitenwaarts buigen van de einden van het orgaan 40, waarbij een centraal bobbelvormig uitsteeksel 36 in de opening 38 reikt, zoals afgebeeld in figuur 4, De einden 45 van de poot 44 zijn omgekraald om de 35 gebruiker te beschermen tegen snijden door de randen van het mechanisme 40.

8220047 -3-

Wanneer het huis 12 met de hand wordt ingedrukt naar het steun-oppervlak, zoals in figuur 3 met de pijl A aangegeven, wordt het aandrijfmechanisme 40 tussen de steunpoten 44 vervormd, waarbij een poot 44 buitenwaarts wordt gebogen, zoals in figuur 3 met de pijl B aange-5 duid. Wanneer het huis 12 wordt vrijgegeven, zal het aandrijfmechanisme 40 terugkeren naar de uitgangsstand. Als gevolg hiervan zal het spel-stuk 30, dat zich bevindt op de bovenzijde van het bobbelvormige uitsteeksel 46 van het mechanisme 40, worden voortgestuwd boven het huis 12 en in een van de compartimenten 24 of 26 vallen. Het huis 12 kan 10 worden ingedrukt door het met de hand benedenwaarts drukken van de flens 36 op twee diametraal tegenover elkaar gelegen punten en daarna vrijlaten van het huis, waardoor het spelstuk 30 door een cylindrisch gedeelte 14 wordt voortgestuwd. Alternatief kan de flens 36 op slechts een punt, zoals in figuur 3 door de pijl A is aangegeven, worden inge-15 drukt en vervolgens vrijgegeven, met in wezen hetzelfde resultaat.

Bij voorkeur wordt het spéistuk 30 tot op een behoorlijke afstand boven het huis 12 voortgestuwd. Een speler kan dan, de flens 36 vastpakkend, het huis 12 op de poot 44 langs het steunoppervlak draaien in een poging om het gewenste sektorvormige compartiment 24 20 te positioneren in een stand voor het opnemen van een vallend spelstuk 30. Uiteraard ontvangt een speler een verschillend aantal punten afhankelijk van het compartiment 24, waarin het spestuk 30 terecht komt. Daarbij kan bijv., indien een spelstuk 30 in een van de omtrekscompar-timenten 26 terecht komt, geen punten worden toegekend. Anderzijds kan 25 wanneer het spelstuk 30 niet in het huis 12 terecht komt, de speler het betreffende spelstuk 30 opnieuw in het spéLbrengen.

Het onderscheidingsteken 34 vergroot het aantal spelmogelijk-heden. Zo kan bijv. wanneer een spelstuk met de aanduiding 34 naar boven valt, extra punten worden toegekend. Op dezelfde wijze kan, indien het 30 spelstuk met het oppervlak 32 bovenwaarts landt, het spelstuk worden verwijderd uit het huis 12, waardoor de gescoorde punten verloren gaan, wanneer een ander spelstuk 30 van een andere speler in hetzelfde compartiment 24 terecht komt. Indien echter het spelstuk in het compartiment valt met de aanduiding 34 bovenwaarts, kan het spelstuk 30 niet worden 35 verwijderd uit het huis 12. Op soortgelijke wijze kan een spelstuk 30, dat zich reeds beyindt in het compartiment 24 opnieuw in het spel worden 8220047 .-4- gebracht, waarbij door een opvolgende landing van het speelstuk 30 de stand daarvan verandert.

Elke speler kan daarbij een stel verschillend gekleurde spel-stukken 30 hebben. Een speler kan zoveel mogelijk spelstukken zonder 5 straf positioneren in hetzelfde compartiment 24. Indien echter een andere speler een van zijn of haar spelstukken 30 positioneert in een compartiment 24, ingenomen door een spelstuk 30 van een andere speler, wordt het eerder gepositioneerde speelstuk, dat niet met de aanduiding 34 bovenwaarts is gericht, verwijderd en worden de eerder gescoorde 10 punten voor dat stuk afgetrokken. Winnaar is de speler met het hoogste aantal punten na vijf bedieningen van het huis 12.

Het is duidelijk, dat binnen het raam van de uitvindingsge-dachte een groot aantal wijzigingen mogelijk zijn.

8220047

Claims (13)

1. Spelinrichting met een aangedreven spelorgaan, voorzien van een aantal spelstukken, een speeloppervlak met een aantal verschillende compartimenten, een houder op genoemd speeloppervlak voor het opnemen 5 van een of meer spelstukken, een met de hand bedienbaar aandrijforgaan in lijn met genoemde houder en bevestigd aan het speeloppervlak voor het voortstuwen van een van de spelstukken vanaf genoemde houder naar het speeloppervlak.

2. Spelinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 10 de voortstuwmiddelen bestaan uit een veerorgaan, bevestigd aan de onderzijde van genoemd speeloppervlak.

3. Spelinrichting volgens conclusie 2, net hetkenmerk, dat genoemde voortstuwmiddelen bestaan uit een U-vormige bladveer.

4. Spelinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 15 het speloppervlak in hoofdzaak cirkelvormig is, genoemde houder is voorzien van een opening, welke zich centraal door genoemd oppervlak uitstrekt, genoemde compartimenten worden gevormd door zich radiaal uitstrekkende wanden en naast elkaar zijn opgesteld rond genoemde opening.

5. Spelinrichting volgens conclusie 4, gekenmerkt door twee stellen compartimenten op het speeloppervlak, waarbij het ene stel is voorzien van een aantal sektorvormige compartimenten, opgesteld rond genoemde opening en het andere stel is gevormd tussen de omtrek van gé-' noemd huis en het genoemde eerste stel compartimenten.

6. Spelinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het huis draagbaar is en wordt ondersteund boven een steunoppervlak van genoemde aandrijfmiddelen, waarbij' de aandrijfmiddelen zijn voorzien van organen voor het aandrijven van genoemd spelstuk over het speeloppervlak in reaktie op de verplaatsing van genoemd speeloppervlak naar ge— 30 noemd steunoppervlak.

7. Spelinrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de houder is voorzien van een opening in verbinding met genoemde aandri jforganen, welke aandrijforganen zijn voorzien van een verhoogd gedeelte, dat zich uitstrekt in genoemde opening voor het voortstuwen van ge- 35 noemd spelstuk over genoemd oppervlak.

8. Spelinrichting volgens conclusie 7, voorzien van een met de 8220047 ‘ -6- Λ, hand bedienbare omtreksflens .

9. Spelinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat tenminste enkele compartimenten zijn voorzien van aanduidingen voor het onderscheiden van deze compartimenten ten opzichte van andere.

10. Spelinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de spelstukken schijven zijn.

11. Spelinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat elk spelstuk is voorzien van middelen voor het onderscheiden van de ene zijde van een spelstuk ten opzichte van de andere zijde daarvan.

12. Spelinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat elke houder wordt begrensd door een centraal opstaand cylindrisch gedeelte .

13. Spelinrichting met aandrijfbaar spelorgaan, voorzien van een aantal spelstukken, een speeloppervlak met een aantal op verschil-15 lende compartimenten voor het opnemen van genoemde spelstukken, een houder op genoemd speeloppervlak voor het opnemen van een spelstukr en een met de hand bedienbaar voortstuwingsorgaan, in lijn met genoemde houder en bevestigd aan en ondersteund door het speeloppervlak op het ondersteuningsvlak, voor het voortstuwen van een spelstuk vanaf 20 genoemde houder boven het speeloppervlak wanneer het speeloppervlak want geplaatst ten opzichte van het steunoppervlak. 8220047