NL8204020A - Tablettenafgifte-inrichting. - Google Patents

Description

t t * VO 3806

Tablettenafgifte-inrichting.

Originele verpakkingen van tabletten, in het bijzon-der van zoetstoftabletten, zijn er vaak niet voor geschikt, de daarin aanwezige tabletten moeiteloos na elkaar te ontnemen. Zo is dikwijls de in de originele verpakking geleverde hoeveelheid tabletten veel te 5 groot, om bijvoorbeeld in kleine handtasjes meegevoerd te worden. Boven-dien wordt het vaak als onaangenaam ondervonden, het deksel van de originele verpakking steeds weer te moeten oplichten en met de vingers niet slechts een tablet, doch een aantal tabletten te moeten aanraken.

Een verder voordeel van de bekende originele tablet-10 verpakking meet voorts daarin worden gezien, dat een vaak geopend deksel de neiging heeft ongewild los van de tablettenhouder te komen, zodat de tabletteninhoud kan worden leeg geschud.

Aan de uitvinding ligt het probleem ten grondslag een tablettenafgifte-inrichting te verschaffen, welke als originele verpak-15 king danwel als een uit een originele verpakking te vullen kleine verpakking gebruikt kan worden en op eenvoudige, betrouwbare en hygienisch doeltreffende wijze het herhaald opnemen van tabletten mogelijk te maken.

Dit probleem wordt volgens de uitvinding opgelost door een tabletten-voorraadsreservoir, dat een richttrechter heeft, welke zodanig bemeten 20 is, dat tabletten uitsluitend op hun omtrek staand daarin opgenomen zijn en door een een uitgangsopening van de richttrechter afsluitende, met de hand bedienbare schuif, welke in het bereik van de uitgangsopening verschuifbaar is en aan zijn bij de afgifteschacht behorende einde een in de sluitstand van de schuif naar het inwendige van de richttrechter 25 toegekeerde uitsnijding voor het ontnemen van een tablet uit de richt-schacht heeft en uit zijn sluitstand in een de ontnomen tablet uit de uitsnijding vrijgevende afgiftestand beweegbaar is.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding is er voor gezorgd, dat de uitsnijding door een bovenkant alsmede een 30 onderkant begrensd is, waarbij de onderkant in de richting van de ric’nt-schacht buiten de voorkant uitsteekt en in de sluitstand van de schuif bij het ondereinde van de richtschacht behoort, waarbij dit ondereinde, haaks op de schuifbewegingsrichting gemeten over enige afstand ten op- 8204020 1 1 2 zichte van de bovenkant van de uitsnijding verzet is en deze afstand zodanig is gekozen, dat de eerstvolgende, in de uitsnijding tredende tablet door de in de uitsnijding vddrliggende en in de richting van de schacht buiten de bovenkant uitstekende tablet wordt tegengehouden 5 tot de beweging van de schuif in de richting van zijn afgiftestand het boven de bovenkant verlopende schuifgedeelte in tangentiaal aanliggen ten opzichte van de eerstvolgende tablet kamt.

Om het aantal afgegeven tabletten te controleren en een bepaalde afgifte van de tabletten, bijvoorbeeld in een kopje te 10 waarborgen, kan er voor gezorgd zijn, dat de uit de richtschacht ontnomen tabletten in een afgiftekanaal kunnen worden gebracht welke door de bui-tenwand van het reservoir in het bereik van het ondergedeelte heen-steekt.

Om het gevaar voor de tabletteninhoud van de afgifte-15 inrichting uit te sluiten, is volgens een voorkeursuitvoeringsvorm als kinderwaarborg een de schuif vastzettende grendelinrichting aanwezig.

Verdere voordelige uitvoeingsvormen van de uitvinding zijn in de conclusies 5 tot 12 omschreven.

Het met behulp van de uitvinding te verkrijgen technische 20 voordeel moet op de eerste plaats daarin worden gezien, dat de in de tablettenafgifte-inrichting aanwezige tabletten op elkaar volgend met behulp van de in de schuif gevormde uitsnijding naar de omgeving getrans-porteerd kan worden, waarbij de door de richtschacht er voor gezorgd is, dat de tabletten geschikt gericht in de uitsnijding komen. Een onge-25 wenst lossen van de tabletvoorraad is praktisch uitgesloten, zo ook een beschadiging van de tabletten door het afgifteproces.

De uitvinding wordt hierna aan de hand van enige uit-voeringsvoorbeelden met betrekking tot de tekening nader beschreven.

Daarin toont : 30 figuur 1 een verticale doorsnede door de tablettenaf gifte- inrichting, figuur 2 een horizontale doorsnede door de in figuur 1 weergegeven tablettenafgifte-inrichting volgens de lijn A - 3, figuur 3 een verticale doorsnede door de in figuur 1 35 weergegeven tablettenafgifte-inrichting volgens de lijn C - D, figuur 4 een horizontale doorsnede door de tabletten- 8204020 . 1 » 3 afgifte-inrichting volgens de lijn E - F in figuur 3, figuur 5 een detail uit figuur 1 op vergrote schaal, figuur 6 een tweede uitvoeringsvorm van de tabLetten-afgifte-inrichting en 5 figuur 7 een schematische weergave van de werking van de kinderbeveiliging.

Zoals duidelijk uit de figuren 1 en 3 blijkt, bestaat de eerste uitvoeringsvorm van de tablettenafgifte-inrichting uit een reservoir 1 van cilinder of vierkante vorm, een het boveneinde van het 10 reservoir afsluitend deksel 2 alsmede een in het weergegeven uitvoerings-voorbeeld langs de reservoirmiddellijn heen- en weerbeweegbare schuif 3, welke aan zijn ondereinde een uitsnijding 4 heeft. In het bereik van de uitsnijding is in het onderste bereik van een reservoir 1 een richt-schacht 5 gevormd, welke een verdieping van de reservoirbodem vormt en, 15 zoals in figuur 2 weergegeven, een breedte heeft, welke slechts iets gro-ter is dan de dikte van een tablet. In deze richtschacht 5 kan een aan-tal tabletten op de omtrek staand, opgenomen zijn, zoals in figuur 1 aan de hand van drie tabletten 6 is getekend. Het is duidelijk, dat bij een voldoende tablettenvoorraad in het reservoir 1 op de drie in figuur 20 1 getekende tabletten een aantal andere tabletten op analoge wijze ge- richt, rust. De breedte van de richtschacht 5 is in elk geval zodanig bemeten, dat niet twee tabletten naast elkaar in de richtschacht plaats hebben. In de sluitestand sluit de schuif 3 de uitgangsopening van de richtschacht.

25 Zoals uit de figuren 1 en 5 kan worden afgeleid, staat de aan het ondereinde van de schuif 3 gevormde uitsnijding 4 in de rich-ting van de richtschacht 5. Daardoor komt de tablet afrollend op de hellende bodem 5' van de richtschacht in de uitsnijding, zoals in figuur 1 en 5 weergegeven. Wordt uit de in de figuren 1 en 5 weergegeven sluit-30 stand de schuif 3 door druk op het boveneinde 14 van de schuif deze laatste naar onderen bewogen, dan wordt de in de uitsnijding 4 opgenomen tablet 6a (figuur 5) naar beneden uit het ondereinde van de richtschacht 5 gevoerd. Bij terugstellen van de schuif 3 in zijn beginstand komt de eerstvolgende tablet 6B (figuur 5) in de uitsnijding 4 welke 35 bij het inwendige van de richtschacht 5 behoort.

Zoals uit figuur 2 duidelijk blijkt, is het de uitsnijding 4 opnemende 8204020 1 # 4 onderste gedeelte van de schuif 3 aan drie zijden in een eindgedeelte van de de richtschacht 5 vonnende wand 5B gevoerd. Zoals uit figuur 2 blijkt, is het als geleiding voor de uitsnijding 4 dienende eindgedeelte van de richtschacht 5B breder uitgevoerd dan het voor het opnemen van 5 de tablet 6 dienende, de richtschacht 5 vonnende wandgedeelte. De de uitsnijding 4 bevattende zijde van het onderste gedeelte van de schuif 3 vormt een bewegelijke, aan de smalle zijde van de richtschacht 5 uitge-voerde wand.

Voor het automatisch terugvoeren van de schuif 3 in 10 zijn ruststand kan een verende inrichting 7 aanwezig zijn, welke in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld volgens de figuren 3 en 4 uit twee elastische stroken bestaat, welke met hun binneneinden aaui de schuif 3 respectievelijk het gedeelte 4 van de uitsnijding bevestigd zijn en met hun buiteneinden binnen het reservoir steunen. Volgens figuur 3 15 steunen de beide buiteneinden van de veerbladen 7 op in het inwendige van het reservoir aanwezige verstijvingsschoren 15.

Zoals in detail in figuur 5 weergegeven, is de uitsnijding 4 van de schuif 3 door de bovenkant K en een onderkant L be-grensd. De onderkant L steekt in de richting van de richtschacht 5 buiten 20 de voorkant K uit. De onderkant L werkt met een ondereindgedeelte 5A

van de richtschacht 5 samen, waarbij het ondereinde van het wandgedeelte 5A alsmede de ondereinden van de wanden 5B de afgifteopening van de tablettenafgifte-inrichting bepalen. Het ondereinde 5A' van de richtschacht is, haaks op de schuifbeweging gemeten, over een afstand A ten 25 opzichte van de onderkant K van de uitsnijding 4 verzet, waarbij deze afstand A zodanig bemeten is, dat de eerstvolgende in de uitsnijding 4 tredende tablet 6B zolang door de reeds in de uitsnijding aanwezige en in de richting vain de richtas 5 buiten de bovenkamt K uitstekende tablet 6A tegengehouden wordt, totdat bij een neerwaartse beweging van 30 de schuif 3 uit een in de figuren 1 en 5 weergegeven uitgangsstand het boven de bovenste schuifkant K lopende schuifgedeelte 3A tamgentieel komt aan te liggen tegen een eerstvolgende tablet 6B. Het bewegings-verloop van de tabletten 6A en 6B bij het naar omlaag bewegen van de schuif 3 is gestippeld in figuur 5 getekend.

35 Door de weergegeven bemeting van de uitsnijding 4 in samenwerking met het onderste wandgedeelte 5A van de richtschacht 5 8204020 ♦ f 5 wordt gewaarborgd, dat de eerstvolgende tablet 68 niet bij de neer-waartse beweging van de schuif door de bovenste kant K van de uitsnijding beschadigd wordt. Doordat de uitsnijding 4 de in de tekening weergegeven haakvonnige gestalte heeft, wordt gewaarborgd, dat de in de uitsnij-5 ding opgenomen tablet 6A bij de neerwaartse beweging van de schuif niet weer zijdelings uit de uitsnijding kan treden.

Bij de in de figuren X en 5 weergegeven en hier boven beschreven eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding treedt de afgege-ven tablet 6 in het bereik van de middellijn van het reservoir 5 naar 10 buiten. Bij de in figuur 6 weergegeven tweede uitvoeringsvorm is ten opzichte van de eerste uitvoeringsvorm een onderst reservoirgedeelte 12 aanwezig, dat een verlenging van het reservoir 1 vormt. Dit extra reservoirgedeelte 12 heeft een hellend verlopend afgiftekanaal 13 waar-van het boveneinde op het afgifte-einde van de richtschacht 5 is aange-15 sloten en waarvan het ondereinde de buitenwand van het eindgedeelte 12 in het bereik van het ondereinde doorloopt. Bij deze tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding treedt dus de afgegeven tablet in het bereik vain het onderste reservoireinde uit de zijwand, respectievelijk in het bereik van de onderste reservoirkant naar buiten.

20 Dit maakt een nauwkeurige controle van het afgegeven tabletaantal alsmede een bewust afgeven van de tabletten mogelijk, bijvoorbeeld in een glas water of een kopje koffie.

Het afgiftekanaal 13 is zodanig bemeten, dat de op zijn omtrek staande door de schuif afgeleverde tablet op de een schuin vlak 13' vormende 25 onderste kanaalwand kan afrollen. Daarbij is de opstelling zodanig, dat de schuif 3 in zijn onderste eindstand (uitgiftestand) zodanig is aan-gebracht, dat de op een schuin vlak van de uitsnijding 4 (figuur 1 en 5) rustende af te geven tablet 6A van dit schuine vlak van de uitsnijding ongehinderd op het schuine vlak 13' van het afgiftekanaal 13 komt.

30 Bij een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding is een kinderbeveiliging 8 aanwezig, welke een de schuif 3 in zijn rust-stand fixerende grendelinrichting heeft. Zoals uit figuur 2 blijkt, heeft de uitvoeringsvorm van de kinderbeveiliging 8 twee in de wand van het reservoir 1 tegenover elkaar liggend opgenomen ontgrendelingstoets 9,9'.

35 Tussen deze ontgrendelingstoetsen lopen elastische organen, welke als grendeldragers 10, 10' zijn uitgevoerd en elk een grendel 11, 11' hebben, 8204020 a * 6 welke in de in figuur 2 weergegeven grendelstand in de schuif 3 grijpt, zodat deze laatste niet in zijn afgiftestand kan bewegen, zoals uit figuur 3 blijkt.

De werking van de kinderbeveiliging 8 is in figuur 7 5 schematisch toegelicht. Wordt op de beide ontgrendelingstoetsen 9, 9' in de richting van de aangegeven pijlen een kracht uitgeoefend, dan bewegen de elastische grendeldragers 10, 10' uit de in figuur 7 getrokken geteken-de grendelstand in hun in figuur 7 gestippeld weergegeven ontgrendelings-stand. Zoals in figuur 7 bij de punten B en B* toegelicht, brengen bij 10 drukbelasting van de ontgrendelingstoetsen 9,9' in de pijlrichting de elastische grendeldragers 10, 10' naar buiten, waardoor de op de grendeldragers gevormde grendels 11, 11' buiten ingrijping met de schuif bewo-gen worden. Zoals uit de figuren 2 en 3 blijkt, verloopt de schuif 3 tus-sen de beide in een gemeenschappelijk vlak liggende grendeldragers 10, 15 10' en zijn de grendels 11, 11' aan de naar de schuif 3 toegekeerde zij- den van de grendeldrager gevormd.

Voor het bedienen van een de kinderbeveiliging 8 be-zittende tablettenafgifte-inrichting is het gelijktijdig gebruik van drie vingers noodzakelijk, waarbij twee vingers voor het aandrukken van 20 de ontgrendelingstoetsen 9, 9' noodzakelijk zijn en de derde vinger voor het naar omlaag drukken van het boveneinde 14 van de schuif 3 nodig is.

Een dergelijk gecodrdineerd gebruik van drie vingers kan niet door een kind worden verwezenlijkt, zodat het kinderen niet mogelijk is de tablettenafgifte-inrichting te bedienen.

8204020

Claims (12)

1. Tablettenafgifte-inrichting, gekenmerkt door eeen tablettenvoorraadsreservoir (1), welke een richtschacht (5) heeft, welke zodanig bemeten is , dat tabletten (6) uitsluitend op hun omtrek staand daarin opgenomen kunnen worden en door een een uitlaatopening 5 van de richtschacht afsluitende, met de hand bedienbare schuif (3), welke in het bereik van de uitgangsopening verschuifbaar is en aan zijn bij de afgifteschacht behorende einde een in de sluitstand van de schuif naar het inwendige van de richtschacht toe gekeerde uitsnijding (4) voor het opnemen van een tablet (6A) uit de richtschacht heeft en uit 10 zijn sluitstand in een de ontnomen tablet uit de uitsnijding vrijgevende afgiftestand beweegbaar is.

2. Tablettenafgifte-inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de uitsnijding (4) door een bovenkant (K) alsmede een onderkant (L) begrensd is, waarbij de onderkant in de richting van de 15 richtschacht (5) buiten de voorkant uitsteekt en in de sluitstand van de schuif (3) bij het ondereinde (5A') van de richtschacht behoort, waarbij dit ondereinde, haaks op de schuifbewegingsrichting gemeten, over een afstand (A) ten opzichte van de bovenkant (K) van de uitsnijding (4) verzet is en deze afstand (A) zo gekozen is, dat een eerst-20 volgende in de uitsnijding tredende tablet (6B) door de in de uitsnijding daarvoor liggende en in de richting van de richtschacht buiten de bovenkant (K) uitstekende tablet (6A) tegengehouden wordt tot de beweging van de schuif in de richting van de afgiftestand het boven de bovenkant (K) lopende schuifgedeelte (3A) in tangentiaal aanliggen tegen een 25 eerstvolgende tablet (6B) komt.

3. Tablettenafgifte-inrichting volgens conclusies 1 of 2, met het kenmerk, dat de uit de richtschacht (5) ontnomen tablet (6A) in een afgiftekanaal (13) kan worden gebracht, dat door de buitenwand van het reservoir (1) in het bereik van het ondergedeelte (12) heenloopt.

4. Tablettenafgifte-inrichting volgens conclusies 1 tot 3, met het kenmerk, dat als kinderbeveiliging (8) een de schuif (3) grende-lende inrichting (9, 9'; 10, 10'; 11, 11') aanwezig is.

5. Tablettenafgifte-inrichting volgens conclusie 4, met het 8204020 e 1 t kenmerk, dat de kinderbeveiliging (8) twee aan tegenover elkaar liggende zijden van het reservoir (1) aanwezige ontgrendelingstoetsen (9, 91') heeft.

6. Tablettenafgifte-inrichting volgens conclusie 4, met 5 het kenmerk, dat de ontgrendelingstoetsen (9, 9') in de wand van het reservoir (1) opgenomen en met elkaar door middel van tenminste een elastische grendeldrager (10, 10') verbonden zijn, welke aan zijn naar de schuif (3) toegekeerde oppervlak een met de schuif samenwerkende grendelinrichting (11, 11') heeft.

7. Tablettenafgifte-inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de grendelinrichting (11, 11') als in de schuif (3) grijpende tappen is uitgevoerd.

8. Tablettenafgifte-inrichting volgens conclusies 1 tot 7, met het kenmerk, dat een de schuif (3) uit zijn afgiftestand in de rust- 15 stand terugvoerende veerinrichting (7) aanwezig is.

9. Tablettenafgifte-inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de veerinrichting (7) als binnen het reservoir (1) steunende aanzetsels aan de schuif (3) is uitgevoerd.

10. Tablettenafgifte-inrichting volgens tenminste een van 20 de conclusies 1 tot 9, met het kenmerk, dat de schuif (3) in de middenas van het reservoir (1) is aangebracht en met zijn de uitsnijding (4) op-nemende einde een bewegelijke wand van de richtkamer (5) vormt.

11. Tablettenafgifte-inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het afgiftekanaal (13) een schuin vlak (13') heeft, waar-25 op de tabletten (6) kunnen afrollen.

12. Tablettenafgifte-inrichting volgens conclusie 1 tot 11, met het kenmerk, dat de uitsnijding (4) van de schuif (3) haakvormig is uitgevoerd. 8204020