NL8203920A - Kruiwagen. - Google Patents

Description

r ... -, = φ ‘ ί > VO 3792

KRUIWAGEN

De uitvinding heeft betrekking op een kruiwagen, voorzien van een draagfreem dat aan een zijde via koppelingsmiddelen verrijdbaar verbonden is met en ondersteund is door een steunwiel, en dat aan de tegenoverliggende zijde op een de kruiwagen met handkracht draag-5 bare en verplaatsbare wijze voorzien is van twee draagbomen, welke kruiwagen verder voorzien is van bergingsmiddelen voor houden en vervoeren van. een lading.

Een dergelijke kruiwagen is algemeen bekend en vindt op de meest ruime schaal toepassing voor het met handkracht vervoeren van 10 velerlei soorten goederen.

Ook binnen de uitoefening van het vak van stratemaker is een kruiwagen een in feite onmisbaar hulpmiddel maar kent juist hierbij ook duidelijke beperkingen. Is voor het vervoer van zand als een bij de stratemakersarbeid toegepaste werkstof een kruiwagen uiteraard 15 een zeer bruikbaar hulpmiddel, voor het vervoer van b.v. trottoir-tegels van de voorraadplaats naar de werklocatie geldt dit al in duidelijk mindere mate. Niet alleen bij de belading met de trottoir-tegels, die niet zoals zand een stortmateriaal zijn, maar ook bij het ontladen van de kruiwagen is handkracht onontbeerlijk, dat wil zeggen 20 dienen de trottoirtegels in hoofdzaak uit de kruiwagen te worden getild hetgeen spoedig als zware arbeid wordt ervaren. Dit geldt a fortiori voor trottoirbandstenen, die dienen voor het afzetten van trottoir-kanten. Dergèlijbestenen zijn uitermate zwaar, niet door een man te tillen en kunnen zeker niet als een stortmateriaal worden opgevat, 25 maar veeleer als stuklading. Zij worden dienovereenkomstig ook per stuk met een kruiwagen naar de werklocatie vervoerd. Zowel belading als ontlading vindt praktisch volledig met handkracht plaats, waarvoor twee personen nodig zijn. Het blijkt dan verder dat juist deze zware trottoirbandstenen op de plaats waar zij worden opgesteld veel stelwerk 30 vereisen om de stenen in de juiste positie te brengen zowel naar hoogte 8203920

:· O

- 2 - de boven maaiveld als/gerichtheid ten opzichte van elkaar alsook de juiste positie ten opzichte van het horizontale en verticale vlak. Ook dit stelwerk dient met handkracht te gebeuren in diep gebogen houding. Het is niet verwonderlijk dat hiervan rugklachten het gevolg zijn ineen 5 mate dat dergelijke rugklachten als een typische beroepsafwijking bij stratemakers is te beoordelen.

Doel van de uitvinding is de beschikbaarstelling van een hulpmiddel, dat verlichting brengt in situaties, waarbij zware til-arbeid, zoals in het stratemakerswerk, veelvuldig voorkomt en zelfs 10 regel is.

Volgens de uitvinding wordt nu, gebaseerd op het inzicht dat op zichzelf door het hefboomprincipe de lastverdeling bij een kruiwagen het hanteren van. ook zeer zware objecten beter mogelijk maakt, een kruiwagen van de in de aanhef vermelde soort verschaft, die daar-15 door wordt gekenmerkt, dat de bergingsmiddelen een van een klembekken-paar voorziene schaarklem omvat.

Door toepassing van een schaarklem wordt nuttig gébruik gemaakt van de op zichzelf bekende eigenschap daarvan dat de via de klembekken op het te tillen voorwerp uitgeoefende klemkracht zich 20 automatisch evenredig aan de klemkracht instelt.

Volgens een verdere uitwerking is de kruiwagen volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt, dat op het draagfreem een draagtoren is geplaatst en vast daarmede is verbonden en de schaarklem aan de van het klembekkenpaar voorziene lastdraagzijde afgekeerde zijde in de 25 draagtoren is opgehangen.

Teneinde met name het stelwerk,zoals bij het aanleggen van een trottoirband gebruikelijk is, mogelijk te maken, wordt er met voordeel voor gezorgd, dat de ophanging van de schaarklem in de draagtoren door tussenkomst van een kogelscharnier is uitgevoerd.

8203920 w‘ ·£* 1..

.-3- iïoevel de bergingsmiddelen van de kruivagen volgens de uitvin-ding uitgevoerd kunnen zijn onder toepassing van een enkele schaarkiem beeft het uit het oogpunt van stabiliteit bij het tillen en vervoeren van de East voorkeur indien de bergingsmiddelen een samenstel zijn van 5 tvee samenverkende schaarscharnieren die aan de respectieve last-draagzijden daarvan onderling verbonden zijn door. het klembekkenpaar op een door uit- en inscharen van de schaarscharnieren de klembekken naar en van elkaar bevegende vijze, terwijl het voorts voor een gemakkelijke bedienbaarheid van de bergingsmiddelen bij het manoevreren 10 daarmede om zodoende de beste positie van het klembekkenpaar ten opzichte van de te‘ dragen last respectievelijk van een gedragen last ten aanzien van de gewenste opstelling daarvan op de plaats van bestemming op te zoeken, voordeel biedt indien dé'bèrgingsmiddelen voorzien zijn van een vast daarmede verbonden richtstang waarmede de 15 gewenste klemrichting van het klembekkenpaar door rotatie van de bergingsmiddelen via het kogelscharnier instelbaar is..

Om redenen van doelmatigheid is het wenselijk indien ook de kruiwagen volgens de uitvinding zoals voor kruiwagens algemeen gebruikelijk is, naast het steunwiel is voorzien van verdere steun-20 middelen door tussenkomst waarvan in samenwerking met het steunwiel de kruiwagen in de ruststand op de bodem kan worden opgesteld. Het heeft voorkeur indien daarbij de steunmiddelen zodanig zijn uitgevoerd dat zij onderdeel zijn van een samenstel waarmee de grijppositie van het klembekkenpaar aan de te tillen last in hoogte verstelbaar is.

25 Hiertoe kan het samenstel met voordeel een in hoofdzaak rechthoekig uit stangen samengesteld steunraam omvatten, dat met een zijde met het draagfreem verbonden is op een via de corresponderende stang de afstand tussen de laadbomen overbruggende wijze en aan de tegenoverliggende steunraamzijde via de stangen van het andere steunraamzijdenpaar als 30 staanders op de bodem steunbaar is, en voorts een in hoofdzaak in het verticale vlak gelegen, van een klep scharnier voorziene, bovenwaarts gerichte steunpoot die met een uiteinde via een tussen de draagbomen vast met het draagfreem verbonden stang is verbonden terwijl het andere uiteinde daarvan vast verbonden is met de corresponderende raamstang 35 van de op de bodem steunbare steunraamzijde en de als staanders 8203920 % Γ - k - "bestemde stangen van het steunraam op overeenkomstige plaatsen elk voorzien zijn van een scharnier.

Wanneer nu in de praktijk een volgens deze uitvoeringsvorm geconstrueerde kruiwagen volgens de uitvinding met het klembekkenpaar 5 hoven de te dragen en te vervoeren last, h.v. trottoirbandsteen, is gebracht, kan door middel van een daartoe doelmatig met het scharnieren-samenstel verbonden handgreep het klembekkenpaar benedenwaarts worden verplaatst tot in hoofdzaak een werkbare grijppositie om de op de bodem liggende en te tillen last, b.v. een trottoirbandsteen, is 101 ingenomen. De mate van werkbaarheid van de op deze wijze via wat men een grofinstelling zou kunnen noemen ten opzichte van de trottoirbandsteen verkregen grijppositie wordt onder meer bepaald door de uitscharnierbaarheid van de schaarklem bij het vrij neerhangen daarvan en ook van de hoogte van de trottoirbandsteen boven de bodem. Indien, 15 afgemeten naar de afstand van het klembekkenpaar tot de bodem een diepere grijppositie gewenst is, biedt daartoe het samenstel van scharnierbaar steunraam en scharnierbare steunpoot binnen bepaalde grenzen een verdere mogelijkheid. Daartoe wordt de klepscharnier van de steunpoot uit zijn steun- of strekstand geknikt waardoor, scharnierend 20 in de in de staanders van het steunraam opgenomen scharnieren, de hellingshoek van het vlak van het steunraam en de bodem vlakker wordt, dus het draagfreem en daardoor het klembekkenpaar verder naar de bodem toe wordt bewogen tot de definitieve grijppositie is ingenomen. Bij-stellend met de handgreep zodanig, dat de klembekken van het klem-25 bekkenpaar ter weerszijden van de trottoirbandsteen daarmee in aanslag komen, wordt de steen over een beperkte afstand opgetild, vrij van de bodem, wanneer het kniescharnier van de steunpoot weer in de steun- of strekstand wordt teruggebracht. Door het draagfreem van de kruiwagen aan de handbomen verder op te tillen komt ook het steunraam en de 30 daarmede verbonden zwenkwielen vrij van de bodem en is de kruiwagen verder vrij transporteerbaar.

8 2 0 3 S 2 0 ' - "ϊ'-λ ’ -5- . .

V V

-

Met het oog op een redelijke lastverdeling bij het tillen van een kruiwagen aan de draagbomen is het steunwiel van de kruiwagen normaliter, in de rijrichting gezien, ver naar voren aan het draagfreem bevestigd. Hierdoor zal de lading ook niet dichter bij een muur kunnen 5 worden gebracht. Om aan deze situatie tegemoet te komen wordt er daarom bij voorkeur voor gezorgd dat de draagbomen axiaal uitneembaar met het verdere deel van het draagfreem verbonden zijn en het draagfreem ter weerszijden van het langsmiddenvlak van de kruiwagen aan de zijde van het steunwiel buisvormige organen bevat waarin de uitgenomen 10 handbomen axiaal uitneembaar kunnen worden gestoken. Doordat de zwenkwielen zich veel dichter bij de' schaarklem bevinden, kan door het omzetten van de handbomen de lading veel dichter bij de muur worden gebracht waarbij de kruiwagen, rijdend op de beide zwenkwielen en het steunwiel duwend en sturend met behulp van de omgezette handbomen 15 naar de gewenste plaats worden gemanoevreerd. Zo kan bijvoorbeeld het aanbrengen van roosters in veestallen nabij wanden aldus heel goed worden gerealiseerd, terwijl voorts op deze wijze ook de roosters boven een put kunnen worden geplaatst.

Een verdere regelmogelijkheid wat betreft het brengen van de 20 lading, zoals een trottoirbandsteen, in de juiste uitgangspositie voor het nadien op de plaats van bestemming deponeren daarvan kan worden gevonden door in de verbinding van het klembekkenpaar met de schaar-scharnier of -scharnieren een stelmiddel op te nemen, waarmee de relatieve positie van de klembekken instelbaar is. Indien met het stel-25 middel de relatieve positie van de klembekken, die zich normaliter evenwijdig aan elkaar in het horizontale vlak bevinden, zodanig wordt gewijzigd dat zij met behoud overigens van de onderlinge evenwijdigheid ten opzichte van elkaar een hoogteverschil verkrijgen dan zal de via een dergelijke klembekkenpaar te tillen lading, bijvoorbeeld een trottoir-30 bandsteen, bij het tillen rond zijn lengte-as over een zekere hoek worden verdraaid.

Desgewenst kan de vorm van de klembekken worden aangepast aan de vorm van de te dragen lading: gebogen trottoirbands!;enen bijvoorbeeld, 8203920 * -6- die worden toegepast daar waar een trottoir een bocht maakt, kunnen doelmatig worden getild door tussenkomst van een paar overeenkomstig gebogen klembekken.

Met de kruiwagen volgens de uitvinding kunnen zware voor-5 werpen zoals trottoirbandstenen door een persoon worden getild en vervoerd naar de plaats van bestemming en daar ter plaatse met een minimum aan inspanning met grote nauwkeurigheid in de juiste positie worden aangebracht. Een belangrijk voordeel van de kruiwagen volgens de uitvinding is verder dat hij zich ook ervoor leent te worden toegepast 10 om selectief een enkele trottoirbandsteen uit een neergelegde rij van dergelijke stenen uit te nemen, bijvoorbeeld om hem in geval van beschadiging te vervangen door een andere.

De uitvinding wordt aan de hand van de tekening, die een uitvoeringsvoorbeeld van de kruiwagen volgens de uitvinding weergeeft, 15 nader toegelicht. In de tekening toont · figuur 1 in zijaanzicht de kruiwagen waarmede een trottoirbandsteen opgetild is, en figuur 2 een aanzicht volgens de lijn II-II in figuur 1.

In de tekening wordt door 1 een steunfreem aangegeven dat 20 aan een zijde daarvan is verbonden met steunwiel 2 en aan het andere einde uitloopt in twee draagbomen 15 en 16 . . De draagtoren 3 is met de vier poten ^ paarsgewijze op de tussenstangen 23, 2k van het steunfreem 1 vastgelast. De schaarklem 5, samengesteld uit twee ten opzichte van het langsmiddenvlak van de kruiwagen symmetrisch opgehangen en parallel samen-25 werkende schaarscharnieren Ts 8, die aan de onderzijde met elkaar verbon- t den zijn via het klembekkenpaar 6, 6 , is via een combinatie van een draagplaat 9 en draaikogel 19, draaikogel 19 in de draagtoren opgehangen.

Behalve via het steunwiel 2 rust steunfreem 1 via steunraam 10 op de bodem waarbij dit steunraam 10 is voorzien van zwenkwielen 11, 12 30 weggelaten in figuur 2, terwijl door 13 en 1H in de staanders aangebrachte scharnieren 17, 18 aangeven..

Het steunraam 10 wordt in zijn steunstand gehouden door middel van de steunstang 13 die voorzien is van een klepscharnier 1^ en die met de uiteinden scharnierend verbonden is met respectievelijk tussen- 8203920 ·' -7- f . .

stang 26 en de onderste stang 27 van het steunraam 10.

Aan de draagbomen 15 en 16 kan de kruivagen door de kruier worden aangegrepen, getild en getransporteerd.

Door 21 is een richtstang aangegeven die vast met de 5 scharnierschaar J en dus de schaarklem 5 verbonden is en door zwenken waarmede de schaarklem via de draaikogel 19 binnen bepaalde grenzen kan worden geroteerd om zodoende de juiste positie van de trottoirband-steen 22 te vinden.

Wanneer de kruiwagen onbeladen moet worden verreden kan de 10 schaarklem 5 door middel van de vast daarmede verbonden handgreep 25 in opgetrokken stand worden gebracht en daarin gefixeerd door de handgreep 25 via niet-getoonde ophangmiddelen aan het steunfreem 1 op te hangen.

Uiteraard kunnen aan de kruiwagen volgens de uitvinding zoals hierboven besproken en in de tekening getoond is, wijzigingen worden 15 aangebracht zonder dat men daarbij buiten de uitvinding geraakt.

8 2 0 3 9 2 0

Claims (10)

1. Kruiwagen, voorzien van een draagfreem dat aan een zijde via koppelingsmiddelen verrijdbaar verbonden is met en ondersteund is door een steunwiel, en dat aan de tegenoverliggende zijde op een de kruiwagen met handkracht draagbare en verplaatsbare wijze voorzien is van 5 twee draagbomen, welke kruiwagen verder voorzien is van bergingsmiddelen voor houden en vervoeren van een lading, met het kenmerk, dat de bergingsmiddelen een van een klembekkenpaar 6,6 voorziene schaarklem 5 omvat.

2. Kruiwagen volgens conclusie^1, met het kenmerk, 10 dat op het draagfreem een draagtoren/is geplaatst en vast daarmede is verbonden en de schaarklem 5 aan de van het klembekkenpaar 6, 6 voorziene lastdraagzijde afgekeerde zijde in de draagtoren is opgehangen.

3- Kruiwagen volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de ophanging van de schaarklem in de draagtoren door tussenkomst 15 van een kogelscharnier 19 is uitgeroerd. . Kruiwagen volgens conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de bergingsmiddelen een samenstel is van twee samenwerkende schaarschar-nieren 7,8 aan de respectieve lastdraagzijden daarvan onderling verbonden zijn door het. klembekkenpaar 6,6 op een door uit- en inscharen 20 van de schaarscharnieren de klembekken naar en van elkaar bewegende wijze.

5. Kruiwagen volgens conclusies 2-4, met het kenmerk, dat de bergingsmiddelen voorzien zijn van een vast daarmede verbonden richt-stang 21 waarmede de gewenste klemrichting van het klembekkenpaar 6, 6 25 door rotatie van de bergingsmiddelen via het kogelscharnier 19 instelbaar is.

6. Kruiwagen volgens conclusies 1-5, waarvan het draagfreem voorzien is van verdere steunmiddelen door tussenkomst waarvan in samenwerking met het steunwiel de kruiwagen in de ruststand op de bodem kan 30 worden opgesteld, met het kenmerk, dat de steunmiddelen 82G3S20 -9- r7^--:—-------- ^Iff . -'w' onderdeel zijn ran een samenstel waarmee de grijppositie van het klembekkenpaar om de te tillen last in hoogte verstelbaar is.

7· Kruiwagen volgens conclusie 6, met het ken merk, dat het samenstel een in hoofdzaak rechthoekig uit stangen samenge-5 steld steunraam 10 omvat, dat met een zijde met het draagfreem verbonden is op een via de corresponderende stang 2k de afstand tussen de laadbomen overbruggende wijze en aan de tegenoverliggende steunraamzijde via de stangen 28 van het andere steunraamzijdenpaar als staanders op de bodem steunbaar is, en voorts een in hoofdzaak ia het verticale vlak 10 gelegen, van een klepscharnier 1U· voorziene, bovenwaarts gerichte steun-poot 13 die met een uiteinde via een tussen de draagbomen 15, 16 vast met het draagfreem 1 verbonden tussenstang 26 is verbonden terwijl het andere uiteinde daarvan scharnierend verbonden is met de corresponderende stang 27 van dé op de bodem steunbare steunraamzijde en de als staanders 28 be-15 stemde stangen van het steunraam op overeenkomstige plaatsen elk voorzien zijn van een scharnier 17.

8. Kruiwagen volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het steunraam 10 aan de op de bodem steunbare zijde nabij de hoekpunten voorzien is van een zwenkwiel 11.

9. Kruiwagen volgens conclusies 1-8,met het ken merk, dat de draagbomen 15, 16 axiaal uitneembaar met het verdere deel van het draagfreem verbonden zijn en het draagfreem ter weerszijden van' het langsmiddenvlak van de kruiwagen aan de zijde van het steunwiel buisvormige organen bevat waarin de uitgenomen handbomen axiaal uitneem-25 baar kunnen worden gestoken.

10. Kruiwagen volgens conclusies 1-9,met het ken merk, dat in de verbinding van het klembekkenpaar met de schaar-scharnier of -scharnieren een stelmiddel is opgenomen waarmee de relatieve positie van de klembekken instelbaar is.

11. Kruiwagen volgens conclusies 1-10, met het k e n- 30. e r k, dat de vorm van de klembekken is aangepast aan de vorm van de te dragen lading. 8 2 0 3 9 2