NL8203755A - Afdichting voor een buismolen. - Google Patents

Description

Afdichting voor een buismolen

De uitvinding heeft betrekking op een af-dichtixtg voor een met overdruk in de maalruimte gedreven, uit een trommel met zijdelingse holle tappen bestaande buismolen, onder toepassing van glijdafdichtingen.

5 Dergelijke buismolens kunnen wordt toegepast voor hot b^malen van kolen. Zolang deze buismolens met onder-druk worde^ gedreven, was een glijdafdichtlng of een pakking- ^ bus ale afdichting tussen het draaiende en het vaste deel van ifflBllB'iiillli(!fl!l^^^ ": " j' :'r: 41 ’' ^ > de buismolen yoldoende. Deze afdichting faalt echter wanneer ......................................................1 :! '' > 10 in de maalruimte een overdruk heerst, daar het met stof bela-dengas ui£ het inwendige van de molen door de glijdafdichtingen . . naar buiiteji zou dringen. Deze moeilijkheden bij de afdichting IBIlM^ I ft* ^ :;f" v j1 :· "' ' warden dan nog versterkt, wanneer het ruwe materiaal tijdens . ' I ' jpi”·'.···.'· .......'>'·.....

het verklel,nen door hete gassen wordt gedroogd. Bij een derge- ^ ^ : ...... ίΙΙΙβ ;i!if "ΙΙΐΐί^/Ηί:!;::''· I'”':,: ' "ΐ.;;1'!'/-11¾.".· 15 lijke buismolen zetten de met de hete gassen in contact komen-de delen Vin de molen ten opzichte van de koudere, in het bij-zonder bijgrotere lengten van de trommels over aanzienlijke . afstanden pit.

* Bet Λ»1 van de uitvinding is een verbeterde 20 afdlchti&g voor een met overdruk gedreven buismolen te verschaf- " ........j........'»11»............................flfr]............ /';!!!,'' :.,, ,ϊ| ii'.

fen, waarbij door de afdichting grotere warmteuitzettingen op-genomen moeten worden.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat op het vaste deel van de buismolen een sperluchtkamer 25 is aangebracht* die ten opzichte van het draaiende deel van de buismolen door de glijdafdichtingen is afgedicht en die zich ^' ' . I f — .

* via een tuftsen het vaststaande en het draaiende deel van de |Μ|Β|Η|Μ^ I,,,·.J|jf llifi!? ...:.:. '''':: ,,, buismolen pitstrekkende sperluchtkanaal met de maalruimte in verbinding staat en dat het sperluchtkanaal een gedeelte omvat, .....jilt! - : Γί · »1 >: * ' . : 30 dat onder een scherpe hoek ten opzichte van de langsas van de buismolen Varloopt. '

Bij deze inrichting wordt het met stof bela-den gas door de sperlucht gehinderd om de maalruimte naar buiten toe te verlaten. Deze working van de sperlucht stelt een nauw iiilfWiiliilijtllllillSBIiilini^ll . ΐκΐώ lijil||H||fli , /Lj/jij/iiT,:: ,,11¾ 1 ...t· v,/11'" 1 / / 35 sperluOhtkfinaal voorop. Anderzijds is de kanaalbreedte door de warmteuitzifctt ing tussen het hete ^aaiende en het koudere, vaste deel v$n dh buismolen begrensd. Ter plaatse van het schuin ver- * lopendegeSeelte kunnen hu grote uitzettingen bij een geringe lit . 1820¾¾5/: ·/ —2— " λ, ' ·.. -i/i-: - ·* > kanaalbreedte worden opgevangen, waarbij tegelijkertijd een labyrintwerking wordt bereikt.

Twee ^itvoeringsvoorbeelden van de uitvin-ding zijn in de tekenlng weergegeven en worden hiema verder 5 verduidelijkt.

Fig. 1 toont een langsdoorsnede door een slechts gedeeltelijk weergegeven buismolen en

Fig. 2 en 3 tonen het detail Z van Fig. 1;

De buismolen bestaat uit een trommel 1, die 10 bekleed is met maalplaten en gevuld is met maalkogels. Aan de trommel 1 sluiten zich aan beide zijden twee gelijk uitgevoerde holle astappen 2..De trommel 1 is aan zijn beide einden voor-zien van een loopring 3. Deze wordt via een de trommel 1 omgeven-de tandkrans, waarin een door een-motor.aangedreven rondsel 15 aangrijpt, aangedreven. Deze aandrijving is bij buismolens alge-meen bekend en wordt niet nader weergegeven. Binnen de pen 2 is een geleidingsbuis 4 aangebracht, waardoor de verwarmde lucht als drogingsmedium en draaggas met een druk in de maalruimte binnen de trommel 1 wordt geblazen, welke druk boven de atmos-20 ferische druk ligt. De geleidingsbuis 4 wordt omgeven door een spiraal 5, die aan zijn buitenomtrek door een buis 6 wordt be-grensd.

Aan het vaststaande deel van de tap 2 zijn een stijgleiding 7 en een daalleiding 8 aangesloten die naar 25 een niet weergegeven scheidingsinrichting leiden. Het gemalen materiaal wordt tezamen met het draaggas door de ringvormige ruimte tussen'de geleidingsbuis 4 en de buis 6 in de stijgleiding 7 getransporteerd. Het ruwe materiaal komt door de daal-buis 8 in de genoemde ringvormige ruimte en wordt door de spi-30 raal 5 in de maalruimte van de trommel .1 getransporteerd.

De afdichting van de buismolen geschiedt door sperlucht met een hogere druk dan de druk in de maalruimte van de trommel 1. De sperlucht wordt. toegevoerd aan een sperlpcht-kamer 9, die de tap 2 ringvormig omgeeft en aangebracht is op 35 het vaststaande deel van de tap 2. De sperluchtkamer 9 wordt begrensd door een zijwand 10, een ringvormige bodemeenheid 11 en het omgezette verlengde gedeelte van twee ringsegmenten 12.

8203755 ISe zijwand 11 zijn vast met elkaar en \ijoor een da ringsegmenten 12 verbonden.

' gedeeld en vast 5 EjBKjpy9 steekt, concentrisch inet de ^i&iat 13 uit, die verbonden is met een fl||Eij^|i^Wtki fel^n'-met een tegenflens 20 op het draaiende |^^Hp^^^pK^vestigd. ‘ <X4 en de. tegenf lens 20 zijn door 10 middel VajStflBl&Wt xlw«l8^y^rb0nden» Daarbij grijpt de flena 14 in een uitsparing van de .^^bitfetolaatsen tussen de met de trommel 1 en ringplaat 13 enerzijds en de 15 vaststaande iboderaeenheid 11 anderzijds zijn glijdringafcntii^bi^^M^^i^gebratiit. De glijdringafdich-tingen 15 kunnen uit vola^gjSlen^g Qlt rlngvormige segmenten bestaan. De uitvoering uit riifgwrmlge segmenten brengt het iilH .......... .... ............................ -- --- voordeel van-een gemakkelijke montage met zich mee en laat het !' , . ....................... flfliK ..... .......if .. i - Λ . , :..' < ''"' ..-.:-.. ;..' ....

20 bijstellen van de glijdringafdichtingen bij slijtage toe. Een control* en een nabewerking van de glijdringafdichtingen 15 is

IlfHiitiillllllilillilliillllllEilliglKiilr^ ...........................¾¾ .....; ^-^(11(:^:.:(:..1:('- : - . -- --v..--- . - - - -.-.

mogelijk, daar de ringsegmenten 12 na het losnemen van de schroef-verbindlng verwijderd kunnen worden en de glijdringafdichtingen 15 zo van buitenaf toegankelijk worden.

• ' ........................................ - ---:.- 25 Behalve de glijdringafdichtingen 15 is tussen de ringplaat 13 en de ringsegmenten 12 een pakkingbus 16 aange-bracht. Deze.pakkingbus 16 wordt door een drukker 17 aangedrukt.

9 is via een sperluchtka- . de tap 2 en daarmee met estaat uit twee rechte, 2 verlopende gedeelte 18, te 19 zijn verbonden, dat e van de buismolen in aan-eel van het sperluchtkanaal van het schuln verlopende te gedeelte 18 kan op een- 'ψ c. ···· \y r " ~ -4- rechte gedeelte 18 is daafdoor kleiner dan de breedte van het schuin verlopende gedeelte 19. In het schuin verlopende gedeelte 19 is de termisch veroorzaakte lengteverandering tussen hot warme, draaiende deelen het vaststaande deel van de buismolen 5 merkbaar. Door de helling van het schuin verlopende gedeelte 19 kunnen zonder problemen grotere lengteveranderingen bij een kleine kanaalbreedte worden opgenomen. In Fig. 2 is de lengteverandering met a en de kanaalbreedte van het schuin verlopende gedeelte 19 met b aangegeven. Zoalste zien is is de toegelaten 10 lengteverandering het zesvoudige van de kanaalbreedte. Door het schuin verlopende gedeelte 19 wordt eveneens een labyrintwer-king bereikt.

Bij de in Fig. 3 getoonde uitvoering is de buis 6 ter plaatse van de afdichting gedeeld, waarbij een ge-15 deelte van de buis 6 verbonden is met de ringplaat 13. In dit geval is het vrijdragende deel van de buis 6 verkort, zodat deze uitvoering voor lange buizen 6 geschikt is.

De hoek ot , waaronder het schuin verlopende gedeelte 19 van het sperluchtkanaal zich uitstrekt, richt zich 20 bij een bepaalde temperatuur naar de te verwachten lengteuit-zetting ter plaatse van de trommel.

Anderzijds tracht men, vanwege de beschik-bare ruimte, de hoek niet te klein te kiezen. Bij lange trommels en hoge temperaturen wordt een kleinere, en bij korte 25 trommels en lagere temperaturen wordt een grotere waarde voor de hoek gekozen.

Ter aanpassing aan de breedte van het schuin verlopende gedeelte 19 is de zijwand 10 van de sperluchtkamer 9 tezamen met de bodemeenheid verschui£baar ten opzichte van 30 de vast met het vaststaande deel van de tap 2 verbonden schijf 21 aangebracht. Verscheidene aandrukschroeven 22 zijn door de schijf 21 gestoken en in de zijwand 10 en de schijf 21 vastge-* houden. Door het verstellen van de aandrukschroeven 22 kan de . breedte van het schuin verlopende gedeelte 19 op een waarde 35 worden ingesteld die precies voldoende is om de te verwachten lengteveranderingen op te vangen. Het verstellen kan behalve met behulp van de beschreven aandrukschroeven ook op hydrolische wijze geschieden.

8203755

Claims (6)

1. Afdlchting voor een met overdruk in de maalruimte £edreven, uit een tr||||^|;''';iibt' zijdelingse holle tap-pen bestaande buismolen, omvattende glijdafdichtingen, met het.kenmerk, dat op |^;-fj&tstaande deel van de buis- 5 molen een sperluchtkamer (9) is aangebracht, die onder een hogere druk dan de maalruimte staat, welke via de glijdafdichtingen (15) ten opfichte van het draaiendedeel van de buismolen is afgedicht en welke via een tuss^^t vaststaande en het draaien-de deel van de buismolen verlopendesperluchtkanaal met de maal- 10 ruimte in vfrbinding staat en d||g^ een ge- deelte (19) omvat dat rich ondereen scherpe hoek ten opzichte van de langsaa van de buismolen uitstrekt.

2. Afdichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de breedte van het schuin verlopende j5 gedeelte (i£) van het sperluchtkanaal mechanisch of hydrolisch verstelbaar,1s.

3. Afdichting volgens conclusie 1 of 2, m e t het kenraerk, dat het sperluchtkanaal een zich in de richting van de langsas van de buismolen uitstrekkend recht ge- 20 deelte (18) jDmvat, waarvan de lengte een meervoud van de lengte van het rich schuin uitstrekkende gedeelte (19) bedraagt.

4. Afdichting volgens conclusie 3, m e t het ken'merk, dat de breedte van het rechte gedeelte (18) van het sperluchtkanaal kleiner is dan de breedte van het 25 zich schuin Uitstrekkende. gedeelte (19)

5* Afdichting volgens βέη of meer van de conclusies 1 tot en met 4, m e t h e t k e n me r k, dat het de glijdafdichtingen 15 omsluitende, vaststaande deel van de sperluchtkamer 9 axiaal gedeeld is en uit losmaakbaar met elkaar . ^ . η I, ; ^ Jiijl|||!i|l!!|i ;i ':i- i: v: 30 verbonden ringsegmenten 12 bestaat.

6. Afdichting volgens έέη of meer van de conclusies 1 tot en met 5,. met het kenmerk, dat elk van de beide·tappen(2)van.de buismolen ringvormig door een sper-luchtkamer (9) wordt omgeven. 820375$ fflillillM^^ ΙιΙ;ί:;·ΐί'.,;.} 1. v',:, .,:1. ^::,,,1 litlllli .....f'