NL8203400A - Inrichting voor het afremmen van een ski. - Google Patents

Description

- 1 -

Inrichting voor het afremmen van een ski.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het afremmen van een ski. Dergelijke inrichtingen worden wel aangebracht aan ski's om te voorkomen dat een ski teveel vaart krijgt en gevaar voor zijn omgeving oplevert, 5 wanneer de ski van de schoen van een gebruiker is losgeraakt, bijvoorbeeld wanneer de gebruiker een val maakt.

De uitvinding beoogt nu echter een inrichting van het bovenbeschreven type te verschaffen, die er voor bestemd is het skiën en in het bijzonder het langlaufen 10 te vergemakkelijken, in het bijzonder voor wat oudere personen.

In het bijzonder bij het langlaufen zowel over vlakke grond als over een iets omhoog lopend traject, doet zich de moeilijkheid voor, dat de ene ski van de gebruiker 15 terugglijdt, wanneer hij de andere naar voren toe wil verplaatsen.

Om dit nu te voorkomen verschaft de uitvinding een inrichting, die daardoor is gekenmerkt, dat deze ten minste één plaat omvat, die in een vertikaal vlak 20 evenwijdig aan de lengterichting van de ski verzwenkbaar daaraan is aangebracht en die een zodanige vorm heeft, dat een deel ervan onder het oppervlak van de ski uit kan steken, en daarbij geen of nauwelijks weerstand oplevert bij de voorwaartse beweging van de ski, maar een achterwaartse 25 beweging van de ski tracht tegen te gaan.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding heeft de plaat een zodanige vorm, dat de onderrand zich in de gebruiksstand van de inrichting uit kan strekken langs de zijrand van de ski vanaf een voorste, 30 boven het ondervlak van de ski gelegen, punt naar achteren en naar beneden toe tot een onder het ondervlak van de ski liggend punt, terwijl vanaf dit laagste punt de plaat schuin naar boven toe en iets naar voren toe loopt.

35 Op deze wijze wordt een soort weerhaak verkregen, die slechts werkt wanneer de ski achterwaarts beweegt maar nauwelijks invloed heeft wanneer de ski voorwaarts beweegt, daar dan de plaat door de schuine onderrand ook 8203400 - 2 - iets naar boven toe zal worden gedrukt door het vlak waar de ski overheen beweegt.

Hoewel het in principe mogelijk is de zwaartekracht te benutten voor het in de werkzame stand brengen 5 van de plaat, zal bij voorkeur de plaat door middel van een veer worden belast, zodat ijs of sneeuw nauwelijks invloed kunnen uitoefenen op de stand van de plaat.

Daar het in bepaalde gevallen gewenst kan zijn de invloed van de reminrichting geheel uit te schakelen, 10 kunnen middelen zijn aangebracht om de plaat in de omhooggezwenkte stand te blokkeren, zodat de plaat in het geheel niet onder het oppervlak van de ski uitsteekt.

Het blokkeren kan daarbij bijv. plaatsvinden door middel van een pen, die wordt gestoken door een 15 opening in de plaat en rust op het bovenvlak van de ski.

Ook kan gebruik gemaakt worden van een verdraaibaar blok met een hellend en/of getrapt vlak dat aan kan liggen tegen een deel van de plaat of tegen een met de plaat verbonden onderdeel, zodanig dat de plaat kan worden geblok-20 keerd in de stand waarbij hij buiten gebruik is, terwijl de slag van de plaat kan worden begrensd bij andere standen van het blok.

Hierdoor kan worden bereikt, dat de onderste punt van de plaat niet meer dan een zekere afstand uitsteekt 25 onder het onderoppervlak van de ski. Voor zware personen zal deze afstand maximaal worden gemaakt om voldoende afremming te verkrijgen, terwijl voor lichtere personen de afstand kleiner kan worden ingesteld waardoor in het laatste geval ook de weerstand die de plaat nog oplevert 30 bij het voorwaarts glijden van de ski zo gering mogelijk kan zijn.

Bij voorkeur zal aan beide zijden van een ski een plaat worden aangebracht, welke platen met elkaar zijn gekoppeld, zodat de afremkracht over-beide zijden van 35 de ski wordt verdeeld en een zo gering mogelijk zwenkmoment op de ski worden uitgeoefend.

De koppeling van de platen kan daarbij plaatsvinden door middel van de scharnieras, maar er kunnen ook verdere bevestigingspennen of profielen worden toege-40 past.

8203400 ; <: - 3 -

De uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld, weergegeven in de tekening, waarin: fig. 1 een bovenaanzicht toont op een inrichting 5 volgens de onderhavige uitvinding; en fig. 2 een langsdoorsnede toont volgens de lijn II-II van fig. 1.

Op het bovenoppervlak 1 van de ski 2 is een blok 3 aangebracht voor het ondersteuenen van de scharnier-10 as 4 die de twee platen 5 met elkaar verbindt. De platen 5 zijn verder nog met elkaar verbonden door middel van de stangen 6 en 7. Door middel van een veer 8, die inwerkt op de stang 7 en die is bevestigd aan het blok 3 worden de platen 5 naar een zodanige stand gedrukt, 15 dat de punten9 van de plaat 5 de laagst mogelijke stand innemen.

De stang 6 staat daarbij onder invloed van een blok 10, dat verdraaibaar is op de as 11 en bijvoorbeeld door middel van een vleugelmoer 12 in een bepaalde stand 20 kan worden vastgezet. Het blok 10 is voorzien van een naar beneden toegericht oppervlak 13, dat getrapt en hellend is uitgevoerd, zodanig dat een deel van dit opper-* vlak aanligt tegen de stang 6, waardoor de rechtsomgaande beweging van de platen 5 wordt begrensd. Wanneer het blok 10 25 linksom wordt gedraaid, als gezien in fig. 1 zal de stang 6 in aanraking komen met een lager liggend deel van het oppervlak 13, zodat de platen 5 linksom zijn gezwenkt en de punten 9 van de platen zich niet meer onder het onderoppervlak van de ski 2 bevinden.

30 Een dergelijke stand kan bijv. ook worden verkregen wanneer, na het linksom draaien van de platen 5, als gezien in fig. 2, door de openingen 14 in de platen 5 een pen wordt gestoken, die dan op het bovenvlak 1 van de ski 2 komt te liggen. De pen kan bijv. zijn voorzien van een knop en van 35 een plaatselijke omtreksgroef, waarin de rand van de opening 14 in de plaat 5 komt te vallen, zodat de ingebrachte pen « niet meer kan verschuiven.

Het zal duidelijk zijn dat slechts een mogelijke uitvoeringsvorm in de tekening is weergegeven en beschreven 40 en dat vele wijzigingen kunnen worden aangebracht zonder 8203400 - 4 - buiten de uitvindingsgedachte te vallen.

- conclusies - 8203400

Claims (9)

1. Inrichting voor het afremmen van een ski, met het kenmerk, dat de inrichting ten minste één plaat (5) omvat, die in een vertikaal vlak evenwijdig aan de lengterichting van de ski (2) verzwenk- 5 baar daaraan is aangebracht en die een zodanige vorm heeft, dat een deel (9) ervan onder het oppervlak van de ski (2) uit kan steken, én daarbij geen of nauwelijks weerstand oplevert bij de voorwaartse beweging van de ski, maar een achterwaartse beweging van de ski tracht tegen te 1.0 gaan.

2. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het k e n m e r k, dat de plaat (5) een zodanige vorm heeft, dat de onderrand zich in de gebruiksstand van de inrichting uit kan strekken langs de zijrand van de ski (2) vanaf 15 een voorste/ boven het ondervlak van de ski gelegen, punt naar achteren en naar beneden toe tot een onder het ondervlak van de ski liggend punt (9), terwijl vanaf dit laagste punt de plaat schuin naar boven toe en iets naar voren toe loopt.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk, dat de plaat (5) wordt belast door middel van een veer (8) voor het in de werkzame stand brengen ervan.

4. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, 25 met he· t kenmerk, dat middelen (10-14) zijn aangebracht om de plaat (5) in de omhooggezwenkte stand te blokkeren, zodat de plaat (5) in het geheel niet onder het onderoppervlak van de ski (2) uitsteekt.

5. Inrichting volgens conclusie 4, m e t het 30 kenmerk, dat het blokkeren plaats kan vinden door middel van een pen, die wordt gestoken door een opening in de plaat (5) en rust op het bovenvlak van de ski (2).

6. Inrichting volgens ëën of meer der voorgaande 8203400 v *- ·ψ - 6 - conclusies, met het kenmerk, dat een verdraaibaar blok (10) aanwezig is met een hellend en/of getrapt vlak (13), dat aan kan liggen tegen een deel van de plaat (5) of tegen een met de plaat verbonden onderdeel 5 (6) zodanig dat de plaat (5) kan worden geblokkeerd in de stand waarbij hij buiten gebruik is, terwijl de slag van de plaat kan worden begrensd bij andere standen van het blok (10).

7. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, 10 met het kenmerk, dat aan beide zijden van een ski (2) een plaat (5) is aangebracht, welke platen (5) met elkaar zijn gekoppeld.

8. Inrichting volgens conclusie 7,methet kenmerk, dat de koppeling van de platen (5) plaats- 15 vindt door middel van de scharnieras (4).

9. Inrichting als beschreven en/of weergegeven in de tekening. 1 8203400