NL8202795A - Afdichtingssysteem voor toepassing op een offshore platform en werkwijze voor het aanbrengen van dit afdichtingssysteem. - Google Patents

Description

/1 I

f i 1 - 1 -

AFDICHTINGSSYSTEEM VOOR TOEPASSING OP EEN OFFSHORE PLATFORM EN

WERKWIJZE VOOR HET AANBRENGEN VAN DIT AFDICHTINGSSYSTEEM

Op offshore platforms, in het bijzonder op offshore platforms voor de produktie van ruwe olie of gas, is het noodzakelijk zogenaamde veilige zones te scheiden van zogenaamde bedrijfszones om te voorkomen, dat olie, gas, damp, rook en vlammen de veilige 5 zones kunnen binnendringen vanuit de bedrijfszones.

Dientengevolge is het vereist dat openingen tussen eenheden op het platform of openingen tussen genoemde eenheden en delen van het platform hermetisch worden afgedicht. Genoemde eenheden zijn bijvoorbeeld modulen die in het algemeen op offshore platforms Λ 10 worden gebruikt, zoals modulen met hotelaccomodatie df modulen met produktieapparatuur zoals generatoren, pompen, compressoren etc.

Volgens een bekend systeem worden genoemde openingen gesloten door stalen strippen of platen te puntlassen aan aangrenzende eenheden of aan eenheden en aangrenzende delen van het platform, 15 waarna afdichtingsstrippen van rubber of een soortgelijk materiaal door middel van een geschikt plakmiddel worden aangebracht op aangrenzende eenheden of op eenheden en aangrenzende delen van het platform. Het lassen van de stalen strippen of platen is tijdrovend en de afdichtingsstrippen gaan vrij snel in kwaliteit 20 achteruit, zodat frequent onderhoud noodzakelijk is.

Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een verbeterd afdichtingssysteem en een verbeterde werkwijze voor het aanbrengen van genoemd afdichtingssysteem, welke werkwijze het voordeel heeft dat het afdichtingssysteem in een kortere periods 25 kan worden aangebracht dan het bekende afdichtingssysteem. Dit betekent niet alleen dat de installatiekosten van het verbeterde afdichtingssysteem lager zijn dan van het bekende afdichtingssysteem, doch dat ook veel kosten worden bespaard doordat de buitenbedrijfstelling van het produktieplatform 30 aanzienlijk wordt verkort.

Volgens de uitvinding bestaat een afdichtingssysteem voor het afdichten van een opening tussen eenheden op een offshore platform 8202795

t X

k -Ιοί tussen genoemde eenheden en delen van het offshore platform uit een barriSre van polyurethaanschuim dat in de opening is aange-bracht en ter plaatse is opgeschuimd, terwijl ten minste een deel van het oppervlak van genoemde barriSre met een laag brandwerend 5 materiaal is bedekt,.

In een geschikte uitvoeringsvorm van bovengenoemde uitvinding is een voorgevormde plaat waarvan Sen zijde met een laag brandwerend materiaal is bedekt, aanwezig in de opening en is de ter plaatse opgeschuimde barriere van polyurethaanschuim aangebracht 10 tegen een zijde van de voorgevormde plaat die niet met het brand-werende materiaal is bedekt. De plaat bestaat desgewenst eveneens uit polyurethaanschuim.

Een werkwijze voor het aanbrengen van het bovengenoemde afdichtingssysteem omvat volgens de uitvinding achtereenvolgens 15 het reinigen en drogen van de wanden van de opening, het toevoeren van de polyurethaan-vormende bestanddelen aan de opening en het ter plaatse opschuimen van het polyurethaan, zodat in de opening een barriSre van polyurethaanschuim ontstaat, en het bedekken van ten minste een dhel van het oppervlak van de barriere met een laag 20 brandwerend materiaal.

Een geschikte uitvoeringsvorm van deze werkwijze omvat volgens de uitvinding eerst het in de opening plaatsen van een voorgevormde plaat waarvan Sen zijde met een laag brandwerend materiaal is bedekt, het toevoeren van de polyurethaan-vormende 25 bestanddelen aan de opening aan een plaatzijde welke niet met het brandwerende materiaal is bedekt, en het ter plaatse opschuimen van het polyurethaan, zodat een barriere van polyurethaanschuim in de opening ontstaat, en het bedekken van ten minste een deel van het oppervlak van de barriere met een laag brandwerend materiaal. 30 De uitvinding zal thans worden toegelicht aan de hand van de tekeningen, waarin fig. 1 schematisch een zij-aanzicht toont van een dek van een offshore platform, waarop een aantal eenheden is geplaatst; fig. 2 toont een eerste uitvoeringsvorm van het voorgestelde 35 afdichtingssysteem in dwarsdoorsnede; 8202795 / * - 3 - fig. 3 toont een tweede uitvoeringsvorm van het voorgestelde afdichtingssysteem in dwarsdoorsnede; fig. 4 toont een derde uitvoeringsvorm van het voorgestelde afdichtingssysteem in dwarsdoorsnede; 5 fig. 5 toont een vierde uitvoeringsvorm van het voorgestelde afdichtingssysteem in dwarsdoorsnede; fig. 6 toont een vijfde uitvoeringsvorm van het voorgestelde afdichtingssysteem in dwarsdoorsnede; fig. 7 toont verschillende stappen a, b, c, d, e, f, genh van de 10 werkwijze voor het aanbrengen van het afdichtingssysteem volgens de uitvinding.

In fig. 1 is een dek van een offshore platform aangegeven met het verwijzingsgetal 1. Op het dek 1 is een aantal eenheden 2, zoals prismatische modulen met produktieapparatuur, geplaatst. Op 15 de modulen 2 zijn modulen 2a aangebracht. I-balken 5 zijn tegen de bodemwanden van de modulen 2 en 2a aangebracht, zodat openingett 3a zich tussen de modulen 2 en het dek 1, en openingen 3b zich tussen de modulen 2 en 2a bevinden. Verder bevinden openingen 3c zich tussen de modulen 2 en bevinden openingen 3d zich tussen de 20 modulen 2a.

In de openingen 3a, 3b, 3c en 3d dient een afdichtingssysteem te worden aangebracht ten einde op het platform een veilige zone van een bedrijfszone te scheiden. Voor dit doel wordt het afdichtingssysteem volgens de uitvinding gebruikt.

25 In de figuren 2 t/m 7 is een wand van een eenheid 2 aangegeven met het verwijzingsgetal 7 en een wand van een andere eenheid, een dek of een ander element van het platform, met het verwijzingsgetal 8. Tussen de wanden 7 en 8 bevindt zich een opening 9.

30 In de opening 9 is het afdichtingssysteem volgens de uitvinding aangebracht.

Figuren 2 en 3 tonen een eenvoudige uitvoeringsvorm van het afdichtingssysteem volgens de uitvinding. In figuren 2 en 3 worden polyurethaan-vormende bestanddelen, bij voorkeur door spuiten, aan 35 de opening 9 toegevoerd, waarna men het polyurethaan ter plaatse 8202795 * * - 4 - laat schuimen, zodat in de opening 9 een barriere 10 ontstaat. In de uitvoeringsvorm volgens fig. 2 is het buitenoppervlak aan een zijde van de barriere 10 met een brandwerende laag 11 bedekt. In de uitvoeringsvorm volgens fig. 3 is het buitenoppervlak aan beide 5 zijden van de barriere·10 respectievelijk bedekt met een laag 12 en 13 brandwerend materiaal. In beide uitvoeringsvormen is het mogelijk een voorgevormde plaat (niet getoond) in de opening aan te brengen voordat met spuiten wordt begonnen, welke plaat kan worden verwijderd nadat de spuitbehandeling is voltooid.

10 In figuren 4 en 5 bestaat het afdichtingssysteem uit een voorgevormde plaat 15, bijvoorbeeld gemaakt van stijf polyure-thaanschuim, aan een zijde bedekt met een laag 16 brandwerend materiaal, geplaatst in de opening 9, en een barriere 18 van polyurethaanschuim dat ter plaatse is geschuimd en in de opening 9 15 aangebracht aan de zijde van de plaat 15 die niet van brandwerend materiaal is voorzien. Het buitenoppervlak van de barriere 18 is bedekt met een laag 17 brandwerend materiaal. Het enige verschil tussen de uitvoeringsvormen volgens figuren 4 en 5 is dat bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 5 het buitenoppervlak van de barriere 20 18 is afgewerkt, zodat een plat buitenoppervlak wordt verkregen, voordat de laag 17 brandwerend materiaal wordt aangebracht.

De uitvoeringsvorm van het afdichtingssysteem volgens fig. 6 zal thans nader worden beschreven.

Een voorgevormde plaat 15 van polyurethaanschuim, waarvan een 25 zijde vooraf is bespoten met een laag 16 brandwerend materiaal, wordt in de opening 9 geplaatst. De plaat 15 bestaat uit vlamver-tragend, stijf polyurethaanschuim met gesloten cellen en lage dichtheid, bijvoorbeeld een dichtheid van 29 kg/m3, en een druk-vastheid van 172 kN/m3. Een dergelijk polyurethaanschuim is 30 verkrijgbaar bij CoolagLtd., Charleston, Glossop, Derbyshire, Engeland. De laag 16 van brandwerend materiaal is bijvoorbeeld Thermo-Lag 290 (een gedeponeerd handelsmerk en op de markt ge-bracht door T.S.I. Inc., St. Louis, Missouri, USA), dat een voor lage temperatuur geschikt, sublimerend, op water gebaseerd mastiek 8202795 9 * - 5 - is ter bescherming van brandbare bouw- en isolatiematerialen. De dikte van de laag 16 is bijvoorbeeld 6 mm.

Voordat de laag 16 wordt aangebracht, moet het oppervlak van de polyurethaanplaat 15 met een stofzuiger stofvrij worden 5 gemaakt, waarna een geschikte grondlaag moet worden aangebracht.

Indien de laag 16 bestaat uit brandwerend materiaal Thermo-Lag 290, dan wordt een grondlaag van Thermo-Lag 351 (een gedeponeerd handelsmerk en te verkrijgen bij T.S.I. Inc., St. Louis,

Missouri, USA aanbevolen. In fig. 6 is de grondlaag aangegeven met 10 het verwijzingsgetal 25. Nadat de laag 16 van Thermo-Lag 290 is aangebracht, bijvoorbeeld door middel van spuiten, wordt het buitenoppervlak van de laag 16 afgewerkt met een beschermlaag 26 j van Thermo-Lag 350 (een gedeponeerd handelsmerk en verkrijgbaar bij T.S.I. Inc., St. Louis, Missouri, USA).

15 De plaat 15 met de lagen 25, 16, 26 wordt vooraf vervaardigd en op de juiste maat gesneden voordat de plaat in opening 9 wordt gebracht.

Nadat de plaat 15 in de opening 9 is aangebracht, zoals op de tekening is aangegeven, worden polyurethaan-vormende bestanddelen 20 gespoten tegen de wanden 7 en 8 en tegen de zijde 27 van de plaat 15 die niet van een brandwerende laag is voorzien. Het polyure-thaan laat men·ter plaatse schuimen. Indien de hoogte van de opening 9 tussen 25 en 75 mm ligt, is een enkele spuitbehandeling voldoende, doch voor een hoogte van de opening 9 tussen 75 en 200 25 mm zijn drie of vier spuitbehandelingen noodzakelijk.

In de uitvoeringsvorm volgens fig. 6 zijn vier spuitbehandelingen noodzakelijk, zodat vier lagen 28, 29 30 en 31 van polyur-ethaanschuim worden aangebracht. Deze lagen vormen tezamen de barriere 18. Het schuim wordt bereid door een polyolsysteem in 30 reactie te brengen met MDI (4,4'-difenylmethaandiisocyanaat). Het polyolsysteem is een polyurethaanschuim van het spuit-type, bekend als SS-215 (gedeponeerd handelsmerk en verkrijgbaar bij de "Baxenden Chemical Company'1, Lancashire, Engeland), dat speciaal is bereid 8202795 - 6 - in de vorm van een voor koud weer geschikt spuitsysteem dat zich bij een temperatuur van ±0,5 tot 7eC goed op staal hecht. Het is een vuurvertragend type polyurethaanschuim met een dichtheid in het gebied van 30-40 kg/m3, dat met handgereedschap gemakkelijk 5 kan worden gesneden en verwerkt. Het schuim vormt een goede binding op plaat 16 van polyurethaanschuim en op de wanden 7 en 8. De rheologische eigenschappen van het stijgende schuim zijn zodanig dat het alle afwijkingen en openingen tussen de plaat 15 en de wanden 7 en 8 kan binnenstromen en afdichten. In dit verband 10 wordt verwezen naar de opening 32 die met het polyurethaanschuim van de laag 30 is gevuld.

Op het oppervlak van de laag 30 van polyurethaanschuim wordt een grondlaag 33 aangebracht, bijvoorbeeld Thermo-Lag 351. Ten slotte wordt de bovenlaag 31 van polyurethaanschuim aangebracht.

15 Aangezien het gespoten polyurethaanschuim de opening 9 ruimschoots zal vullen, moet de laag 31 ter verkrijging van een plat oppervlak 34 worden bijgesneden voordat de brandwerende laag wordt aangebracht. Vervolgens wordt het bijgesneden platte oppervlak 34 van polyurethaanschuim voorzien van een grondlaag Thermo- 20 Lag 351, wordt een brandwerende laag 35 van Thermo-Lag 290 aangebracht op het oppervlak 34 en op de wanden 7 en 8, zoals aange-geven in fig. 6, en ten slotte wordt het buitenoppervlak van de laag 35 afgewerkt door het aanbrengen van een beschermende bovenlaag 36 van Thermo-Lag 350.

25 0m veiligheidsredenen wordt de veilige zone op het platform onder druk gebracht om te voorkomen dat gas, rook of vlammen van de Fedrijfszone tot de veilige zone doordringt. Het afdichtings-systeem volgens de uitvinding is bestand tegen een drukversehil van ten hoogste 1 ata.

30 Er wordt opgemerkt dat, indien de voorgevormde plaat 15 van stijf polyurethaanschuim in gebogen secties moet worden geplaatst, de plaat van zaagsneden wordt voorzien opdat deze zich naar de bochten kan voegen. De zaagsneden worden aangebracht op de zijde van de plaat die niet van een brandwerende laag is voorzien.

8202795 - 7 -

In figuren 7a t/m 7h worden de verschillende stappen getoond van een werkwijze voor het aarifarengen van een barriere volgens de uitvinding.

In figuur 7a, worden de wanden 7 en 8 met perslucht gedroogd 5 en in fig. 7b worden genoemde wanden 7 en 8 verder gedroogd door middel van een doek. Voordat de wanden 7 en 8 worden gedroogd moeten zij worden gereinigd ten einde vet en/of vuil te verwij-deren.

De voorgevormde plaat 15 van stijf polyurethaanschuim met 10 gesloten cellen, die aan een zijde van een laag brandwerend materiaal 16 is voorzien, wordt in de opening 9 (zie fig. 7c) geplaatst. Vervolgens worden de polyurethaanvormende bestanddelen gespoten (zie fig. 7d) in opening 9 tegen de wanden 7 en 8 en tegen de zijde van de plaat 15 die niet met brandwerend materiaal 15 is bedekt. Men laat het polyurethaan ter plaatse schuimen zodat een barriere 18 ontstaat en een goede hechting wordt verkregen tussen de barriere 18, de wanden 7 en 8 en de plaat 15. Na het spuiten en het schuimen wordt de buitenzijde van de barriere 18 afgewerkt (zie fig. 7e) door middel van een geschikt snijwerktuig, 20 zodat de barriere 18 van een plat buitenoppervlak 20 wordt voorzien waarna een geschikte grondlaag, bijvoorbeeld door spuiten, wordt aangebracht op het bijgesneden platte oppervlak 20 (zie fig. 7f). Vervolgens wordt een laag 21 brandwerend materiaal opgespoten op het oppervlak 20 (zie fig. 7g). Ten slotte wordt een bovenlaag 25 22, bijvoorbeeld een geschikte verf, op de laag 21 brandwerend materiaal gespoten (zie fig. 7h).

8202795

Claims (15)

1. Afdichtingssysteem voor het afdichten van een opening tussen eenheden op een offshore platform, of tussen genoemde eenheden en delen van het offshore, platform, met het kenmerk, dat het systeem bestaat uit een barriere van polyurethaanschuim dat in de opening 5 is aangebracht en ter plaatse is opgeschuimd, waarbij ten minste een deel van het oppervlak van genoemde barriere bedekt is met een laag brandwerend materiaal.

2. Afdichtingssysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een voorgevormde plaat, waarvan een zijde met een laag brandwerend 10 materiaal is bedekt, in de opening aanwezig is en de ter plaatse opgeschuimde barriere van polyurethaanschuim, is aangebracht tegen een zijde van de voorgevormde plaat die niet met het brandwerende materiaal is bedekt.

3. Afdichtingssysteem volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat 15 de plaat uit polyurethaanschuim bestaat.

4. Afdichtingssysteem volgens een der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat het polyurethaanschuim, dat de barriere vormt, een spuitbaar polyurethaanschuim is, bekend als SS-215 (een gedepo-neerd handelsmerk en verkrijgbaar bij "Baxenden Chemical Company”,

20 Lancashire, Engeland).

5. Afdichtingssysteem volgens een der conclusies 3 en 4, met het kenmerk, dat het polyurethaanschuim, waaruit de plaat bestaat, een vlamvertragend, stijf polyurethaanschuim met lage dichtheid en gesloten cellen is.

6. Afdichtingssysteem volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het polyurethaanschuim waaruit de plaat bestaat, een dichtheid van 29 kg/m3 heeft.

7. Afdichtingssysteem volgens een der conclusies 1-6, met het kenmerk, dat de laag brandwerend materiaal een sublimerend mate- 30 riaal is.

8. Afdichtingssysteem volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het sublimerend materiaal op water is gebaseerd. 8202795 3 _ 9 _ ζ

9. Afdichtingssysteem volgens conclusies 7 en 8, met het kenmerk, dat het brandwerende materiaal is Thermo-Lag 290 (een gedeponeerd handelsmerk en verkrijgbaar bij T.S.I. Inc., St. Louis, Missouri, USA).

10. Werkwijze voor het aanbrengen van een afdichtingssysteem volgens een der conclusies 1-9, met het kenmerk, dat de werkwijze omvat het schoonmaken en drogen van de wanden van de opening, het toevoeren van polyurethaan-vormende bestanddelen aan de opening en het ter plaatse schuimen van het polyurethaan, zodat een barriere 10 van polyurethaanschuim in de opening ontstaat, en het bedekken van ten minste een deel van het oppervlak van de barriere met een laag brandwerend materiaal.

11. Werkwijze volgens conclusie 10, me.t het kenmerk, dat in de opening eerst een voorgevormde plaat wordt aangebracht waarvan een 15 zijde met een laag brandwerend materiaal is bedekt, waama de polyurethaan-vormende bestanddelen aan de opening worden toege-voerd aan een zijde van de plaat die niet met het brandwerende materiaal is bedekt, en het polyurethaan ter plaatse tot schuim wordt gevormd, zodat een barriere van polyurethaanschuim in de 20 opening ontstaat, en ten minste een deel van het oppervlak van de barriere wordt bedekt met een laag brandwerend materiaal.

12. Werkwijze volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de gebruikte plaat van polyurethaanschuim wordt gemaakt.

13. Werkwijze volgens een der conclusies 10-12, met het kenmerk, 25 dat de polyurethaan-vormende bestanddelen door spuiten aan de opening worden toegevoerd.

14. Werkwijze volgens een der conclusies 10-13, met het kenmerk, dat de barriere wordt bijgesneden voordat het oppervlak van de barriere van polyurethaanschuim van een laag brandwerend materiaal 30 wordt voorzien.

15. Werkwijze volgens een der conclusies 10-14, met het kenmerk, dat de laag brandwerend materiaal door spuiten op het oppervlak van de barriere van polyurethaanschuim wordt aangebracht. AARH04 8202795