NL8202361A - Kraan voor het tappen van bier of dergelijke. - Google Patents

Description

N/30.940-dV/f. t *

Kraan voor het tappen van bier of dergelijke.

De uitvinding heeft betrekking op een kraan voor het tappen van bier of dergelijke, voorzien van een kraanhuis, waarin een kanaal is aangebracht/ dat met het ene uiteinde op een bierleiding aansluitbaar is en een 5 eerste kanaalgedeelte omvat, dat via een stompe bocht over-gaat in een afgeefgedeelte, waarbij in het kanaal een klep-zitting is gevormd en een met deze klepzitting samenwerkende hoofdklep voor het afsluiten van het kanaal is aangebracht, welke hoofdklep door een klepsteel is gekoppeld met een 10 bedieningsorgaan, dat de hoofdklep van een gesloten naar een geopende stand en omgekeerd kan verplaatsen.

Een dergelijke kraan is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 4.111.243. Bij deze bekende kraan is de klepzitting nabij het op de bierleiding aansluitbare 15 uiteinde van het kanaal gevormd, waarbij de klepsteel van de hoofdklep in het eerste kanaalgedeelte verloopt. Deze klepsteel strekt zich uit tot voorbij de bocht in het kanaal, waar het uiteinde van de klepsteel met het bedieningsorgaan, is gekoppeld. Deze bekende kraan heeft hierdoor het bezwaar, 20 dat de kraan en de hierop aangesloten bierleiding niet op de voorgeschreven wijze met behulp van een onder druk door de bierleiding gestuwd hard sponslichaam kunnen worden gereinigd. Deze bekende kraan wordt dan ook door de met het reinigen van bierleidingen belaste instanties niet toelaatbaar geacht.

25 Bovendien is bij deze bekende kraan geen voorziening 'getroffen, waarmee, indien nodig, een goede schuimkraag op een reeds getapt glas bier kan worden gevormd.

De uitvinding beoogt een kraan van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, waarbij de genoemde 30 bezwaren op eenvoudige, doch niettemin doeltreffende wijze zijn ondervangen.

Hiertoe heeft de kraan volgens de uitvinding het kenmerk, dat de klepzitting in stromingsrichting gezien na de bocht in het kanaal is gelegen en in het verlengde van 35 het afgeefgedeelte een van het afgeefgedeelte afgerichte boring in het kraanhuis is gevormd, waarin de klepsteel van de hoofdklep uitsteekt, een en ander zodanig, dat de hoofd- 8202361 -2- ♦ ¥ klep althans gedeeltelijk uit het kanaal in de boring kan worden teruggetrokken.

Op deze wijze wordt bereikt, dat voor het reinigen van de kraan en de hierop aangesloten bierleiding 5 de hoofdklep grotendeels uit het kanaal in de boring kan worden teruggetrokken, zodat het bij het reinigen gebruikte harde sponslichaam ongehinderd langs de klep kan passeren.

Hierdoor is een op de gebruikelijke wijze uitgevoerde goede reiniging van de kraan en de bierleiding mogelijk.

10 Volgens een gunstige uitvoeringsvorm is de klepsteel in een bus geleid, welke bus losneembaar in de boring is gemonteerd. Door het uitnemen van de bus met de klepsteel en de hoofdklep, kan de kraan volledig worden gereinigd, terwijl eventueel versleten afdichtingselementen 15 gemakkelijk kunnen worden vernieuwd.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding is een omloopkanaal in het kraanhuis gevormd, welk omloopkanaal de hoofdklep in de gesloten stand overbrugt, waarbij de doorlaatopening van het omloopkanaal aan-20 merkelijk kleiner is dan die van het kanaal, terwijl in het omloopkanaal een afsluitorgaan voor het afsluiten van het omloopkanaal is aangebracht, dat tussen een geopende en een.gesloten stand verplaatsbaar is. Hierdoor kan door het openen van het afsluitorgaan een kleine bierstroom langs de 25 hoofdklep worden geleid, die bij het uitkomen op het kanaal met een relatief grote diameter een goede en vaste schuim-stroom vormt, zodat een aantrekkelijke schuimkraag op een reeds getapt glas bier kan worden verkregen.

Volgens een gunstige uitvoeringsvorm van de 30 uitvinding is een ontluchtingsklep aangebracht, die tijdens bedrijf het in stromingsrichting gezien achter de hoofdklep gelegen afgeefgedeelte van het kanaal ontlucht bij gesloten hoofdklep. Op deze wijze wordt bereikt, dat door het gedurende een vaste tijd openen van de hoofdklep altijd een vooraf-35 bepaalde hoeveelheid bier wordt afgegeven, waarbij nagenoeg geen nalekken meer optreedt na het stutten van de hoofdklep.

Bij voorkeur wordt de ontluchtingsklep bediend door de druk, die tijdens bedrijf heerst in het eerste ka-naalgedeelte. Hierdoor wordt een bijzonder eenvoudig uitge-40 voerde kraan verkregen.

8202361 ÜÊ£-· · ----—“ “3-

Volgens de uitvinding is hiertoe in het eerste kanaalgedeelte een drukkamer gevormd/ waarvan een wand wordt gevormd door een membraan, dat is verbonden met een klepsteel van de ontluchtingsklep, waarbij een veer is 5aangebracht, die de ontluchtingsklep bij geópende hoofdklep in de gesloten stand drukt, waarbij de door de veer op de pntluchtingsklep uitgeoefende kracht zodanig is, dat de ontluchtingsklep bij gesloten hoofdklep onder invloed van de tijdens bedrijf in het eerste kanaalgedeelte heersende druk lOdoor het membraan wordt geopend. Op deze wijze wordt een eenvoudige en robuuste constructie van de kraan met ontluchtingsklep bereikt.

De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een uitvoerings-15voorbeeld van de kraan volgens de uitvinding in doorsnede schematisch is weergegeven.

De afgebeelde kraan 1 is voorzien van een kraanhuis 2, waarin een kanaal 3 is aangebracht, dat met behulp van een speciale wartelmoer-constructie 4 met zijn ene 2.0uiteinde op een niet weergegeven bierleiding aansluitbaar is. Het kanaal 3 omvat een eerste kanaalgedeelte 5, dat via een stompe- bocht overgaat in een af-geefgedeelte 6, dat gedeeltelijk bestaat uit een met het kraanhuis 2 verbonden uitloop-buis 7.

25 In het kanaal 3 is in stromingsrichting gezien na de bocht in het kanaal een klepzitting 8 gevormd, terwijl in het kanaal 3 een hoofdklep 9 is aangebracht, die voor het afsluiten van het kanaal 3 met deze klepzitting 8 kan samenwerken. De hoofdklep 9 is door een klepsteel 10 30gekoppeld met een als elektromagneet uitgevoerd bedienings-orgaan 11, dat in een slechts gedeeltelijk in de tekening weergegeven, op het kraanhuis 2 gemonteerd huis 12 is ondergebracht. De klepsteel 10 is hiertoe aan zijn aan de hoofdklep 9 afgekeerde uiteinde voorzien van een koppelstuk 13, 35waarin een vinger 14 van een op een as 15 draaibaar gelegerde hefboom 16 steekt. De hefboom 16 is met zijn andere uiteinde met het anker 17 van het bedieningsorgaan 11 gekoppeld. Door het bekrachtigen van het bedieningsorgaan 11 wordt de hoofdklep 9 van de klepzitting 8 gelicht, waarbij na het beëindigen 40van de bekrachtiging de hoofdklep 9 door middel van een veer 8202361 -4- ? 9 18 wéér op de klepzitting ’8 wordt gedrukt. De in de bierleiding heersende druk werkt hierbij op gunstige wijze in sluit-richting op de hoofdklep 9.

Zoals uit de tekening blijkt, steekt de 5 klepsteel 10 van de hoofdklep 9 uit in een boring 19, die in het verlengde van het afgeefgedeelte 6 van het kanaal 3 in de van dit afgeefgedeelte 6 afgekeerde richting in het kraan-huis 2 is gevormd. De klepsteel 10 is in een bus 20 geleid, waarbij door middel van twee 0-ringen 21 een afdichting op 10 de klepsteel 10 is gevormd. Een 0-ring 22 verzorgt de afdichting tussen de bus 20 en de wand van de boring 19. De bus 20 is door middel van een bout 23 in de boring 19 geborgd, waarbij door het indraaien van de bout 23 de bus 20 uit de boring 19 kan worden genomen.

15 Als het huis 12 wordt geopend, kan de hoofd klep 9 door het met de hand bedienen van de hefboom 16 grotendeels uit het kanaal 3 in de boring 19 worden teruggetrokken, zodat het kanaal 3 nagenoeg geheel vrij is. Hierdoor wordt bereikt, dat de kraan 1 en de hierop aangesloten bier-20 leiding grondig kunnen meden gereinigd, waartoe gewoonlijk een reinigingsvloeistof door de bierleiding en het kanaal 3 wordt gestuwd en tevens een hard sponslichaam onder druk door de bierleiding en het kanaal 3 wordt verplaatst. Bovendien kan door het uitnemen van de bus 20 met de hiermee gekop-25 pelde hoofdklep 9 dit gedeelte van de kraan 1 nog afzonderlijk worden gereinigd. Voorts is hierdoor de vernieuwing van eventuele versleten afdichtingselementen 'van de hoofdklep 9 bijzonder eenvoudig.

In het kraanhuis 1 is een omloopkanaal 24 30 aangebracht, dat de hoofdklep 9 in de gesloten stand overbrugt. Dit omloopkanaal 24 bestaat uit een eerste boring 25, die voor de hoofdklep 9 op het kanaal aansluit en uitkomt op een cilindrische kamer 26. De cilindrische kamer 26 gaat via een conische klepzitting 27 over in een tweede boring 28, 35 die uitkomt op het afgeefgedeelte 6 van het kanaal 3. In de cilindrische kamer 26 is een cilindervormig afsluitlichaam 29 aangebracht, dat samenwerkt met de conische klepzitting 27.

Het afsluitlichaam 29 wordt door een veer 30 in de gesloten stand op de klepzitting 27 gedrukt en kan door middel van een 40 met de hand bedienbare hefboom 31 naar de geopende stand wor- 8202361 -5- den verplaatst. Zoals uit de tekening blijkt, is de doorlaat-opening van de eerste boring 25 aanmerkelijk kleiner dan de doorlaatopening van het kanaal 3, terwijl de doorlaatopening van de boring 28 weer kleiner is dan die van de eerste boring 5 25.

Door het bedienen van de hefboom 31 wordt derhalve een kleine bierstroom langs de hoofdklep 9 geleid, die bij het uitkomen uit de boring 28 in het aanmefckelijk grotere afgeefgedeelte 6 een schuimstroom vormt, waarmee een 10 aantrekkelijke en vaste schuimkraag op een reeds getapt glas bier kan worden verkregen.

Ten einde te voorkomen, dat na het sluiten van de hoofdklep 9 bier in het afgeefgedeelte 6 en de uitloopbuis 7 achterblijft, waardoor door het gedurende een 15 voorafbepaalde periode openen van de hoofdklep 9 geen nauwkeurig bepaalde hoeveelheid bier zal worden afgegeven en een langdurig nalekken zou kunnen optreden, is een ontluchtings-klep 32 aangebracht, die tijdens bedrijf het in stromings-richting gezien achter de hoofdklep 9 gelegen afgeefgedeelte 20 6 van het kanaal 3 ontlucht bij gesloten hoofdklep 9. De ontluchtingsklep 32 omvat een lichaam 33, dat in het kraan-huis 2 is geschroefd en met zijn bovenzijde een cirkelvormig membraan 34 in het kraanhuis vastklemt. Het membraan 34 vormt de basis van een ongeveer kegelvormige drukkamer 35, 25 die in het eerste kanaalgedeelte 5 is gevormd. De as van deze kegelvormige drukkamer 35 staat althans nagenoeg loodrecht op de as van het eerste kanaalgedeelte 5 en de kegelvormige wand van de drukkamer 35 gaat over zijn gehele omtrek vloeiend over in de cilindrische wand van het eerste kanaal-30 gedeelte 5. Hierdoor wordt voorkomen, dat ongewenste wervelingen in het door het eerste kanaalgedeelte 5 stromende bier gaan optreden.

Het membraan 34 is verbonden met een klepsteel 36, die een afdichtring 37 draagt. De afdichtring 35 37 werkt samen met een in het lichaam 33 gevormde' zitting 38. Tussen het membraan 34 en de zitting 38 bevindt zich een ruimte 39, die via een boring 40 met het afgeefgedeelte 6 van het kanaal is verbonden. De ruimte onder de zitting 38 staat met de buitenlucht in verbinding.

40 De ontluchtingsklep 32 wordt door een 8202361 -6- veer 41, die tussen de onderzijde van de klepsteel 36 en een eindwand 42 van een in het lichaam 33 verschroefbare moer 43 ligt opgesloten, in de getekende gesloten stand gedrukt. De door de veer 41 op de klepsteel 36 uitgeoefende kracht is 5 kleiner dan de kracht, die bij gesloten hoofdklep 9 door de in de bierleiding heersende druk op het membraan 34 wordt uitgeoefend, zodat tijdens bedrijf de bierdruk de ontluch-tingsklep 32 bij gesloten hoofdklep 9 in de geopende stand houdt. Indien het bedieningsorgaan 11 de hoofdklep 9 van de 10 klepzitting 8 licht, daalt de in het kanaalgedeelte 5 heersende druk aanmerkelijk, waardoor de veer 41 de ontluchtings-klep32 onmiddellijk in de gesloten stand brengt. Hierdoor kan een goed glas bier worden getapt, aangezien geen lucht wordt meegezogen. Zodra de bekrachtiging van het bedieningsorgaan 15 11 wordt beëindigd en de veer 18 de hoofdklep 9 weer op de klepzitting 8 drukt, wordt de ontluchtingsklep 32 door de in het kanaalgedeelte 5 heersende druk geopend, zodat het afgeefgedeelte 6 en de uitloopbuis 7 geheel leeg lopen. Op deze wijze wordt onder alle omstandigheden door het gedurende 20 een voorafbepaalde tijd openen van de hoofdklep 9 een vaste hoeveelheid bier afgegeven, waarbij na het sluiten van de hoofdklep 9 nagenoeg geen nalekken optreedt.

Door het verdraaien van de moer 43 kan de ontluchtingsklep 32 gemakkelijk aan de ingestelde bierdruk 25 worden aangepast.

Opgemerkt wordt, dat het bedieningsorgaan 11 op op zichzelf bekende wijze door een elektronische besturingseenheid (niet weergegeven) kan worden bediend. Hiertoe zijn op het huis 12 enkele druktoetsen aangebracht, waarmee 30 de gebruiker kan aangeven of een groot glas bier danwel een klein glas bier moet worden getapt, terwijl bovendien een druktoets is aangebracht, die continu tappen mogelijk maakt, waarbij het tappen kan worden beëindigd door het indrukken van een stoptoets. Indien bijvoorbeeld een groot glas bier 35 moet worden getapt, wordt de desbetreffende knop ingedrukt, waarna een glas onder de uitloopbuis 7 tegen een hefboom 44 wordt gedrukt, waarvan een in het huis 12 uitstekend uiteinde 45 een mieroschakelaar 46 bedient. De microschakelaar 46 is verbonden met de elektronische besturingseenheid, die ver-40 volgens het bedieningsorgaan 11 gedurende een voorafbepaa1de 8202361 -7- ) tijd bekrachtigt en tevens de inhoud van een teller, welke het aantal getapte grote glazen bier bij houdt, met ëén verhoogt. Na afloop van de voorafbepaalde tijd beëindigt de besturingseenheid de bekrachtiging van het bedieningsorgaan 5 11, waardoor de hoofdklep 9 weer wordt gesloten. Indien door omstandigheden geen goede schuimkraag is verkregen, kan door het indrukken van de hefboom 31 op de beschreven wijze nog een schuimkraag op het getapte glas bier worden aangebracht. De hefboom 31 bedient met een eveneens in het huis 12 uit-10 stekend uiteinde 47 een mieroschakelaar 48, die met de elektronische besturingseenheid is verbonden. Hierdoor kan de besturingseenheid bijvoorbeeld de tijd bijhouden, gedurende welke de hefboom 31 is ingedrukt.

De uitvinding is niet beperkt tot het in het 15 voorgaande beschreven uitvoeringsvoorbeeld, dat binnen het kader der uitvinding op geschillende manieren kan worden gevarieerd.

8202361

Claims (12)

1. Kraan voor het tappen van bier of dergelijke, voorzien van een kraanhuis, waarin een kanaal is aangebracht, dat met het ene uiteinde op een bierleiding aansluitbaar is en een eerste kanaalgedeelte omvat, dat via 5 een stompe bocht overgaat in een afgeefgedeelte, waarbij in het kanaal een klepzitting is gevormd en een met deze klepzitting samenwerkende hoofdklep voor het afsluiten van het kanaal is aangebracht, welke hoofdklep door een klep-steel is gekoppeld met een bedieningsorgaan, dat de hoofd-10 klep van een gesloten naar een geopende stand en omgekeerd kan verplaatsen, met het kenmerk, dat de klepzitting in stromingsrichting gezien na de bocht in het kanaal is gelegen en in het verlengde van het afgeefgedeelte een van het afgeefgedeelte afgerichte boring in het kraan-15 huis is gevormd, waarin de klepsteel van de hoofdklep uitsteekt, een en ander zodanig, dat de hoofdklep althans gedeeltelijk uit het kanaal in de boring kan worden teruggetrokken.

2. Kraan volgens conclusie 1, m e t 20 het kenmerk, dat de klepsteel in een bus is geleid, welke bus losneembaar in de boring is gemonteerd.

3. Kraan volgens conclusie 1 of 2, m e t het kenmerk, dat een .omloopkanaal in het kraanhuis is gevormd, welk omloopkanaal de hoofdklep in de gesloten 25 stand overbrugt, waarbij de doorlaatopening van het omloopkanaal aanmerkelijk kleiner is dan die van het kanaal, terwijl in het omloopkanaal een afsluitorgaan voor het afsluiten van het omloopkanaal is aangebracht, dat tussen een geopende en een gesloten stand verplaatsbaar is.

4. Kraan volgens conclusie 3, m e t het k e n m e r k, dat het omloopkanaal wordt gevormd door een eerste boring, die voor de hoofdklep aansluit op het kanaal en uitkomt op een ongeveer cilindrische kamer, welke via een conische zitting overgaat in een tweede boring, die 35 uitkomt op het afgeefgedeelte van het kanaal, waarbij het afsluitorgaan bestaat uit een in de cilindrische kamer gelegen cilindervormig afsluitlichaam, waarvan de diameter kleiner is dan die van de kamer en waarvan een uiteinde samen- 8202361 - -9- Λ werkt met de conische zitting.

5. Kraan volgens conclusie 4, m e t het kenmerk, dat de diameter van de eerste boring groter is dan die van de tweede boring.

6. Kraan volgens conclusie 3, 4 of 5, m e t het kenmerk, dat het afsluitorgaan door een veer in de gesloten stand wordt gedrukt en door middel van een met de hand bedienbare hefboom naar de geopende stand verplaatsbaar is.

7. Kraan volgens één der voorgaande con clusies, met het kenmerk, dat een ontluchtings-klep is aangebracht, die tijdens bedrijf het in stromings-richting gezien achter de hoofdklep gelegen afgeefgedeelte van het kanaal ontlucht bij gesloten hoofdklep.

8. Kraan volgens conclusie 7, m e t het kenmerk, dat de ontluchtingsklep wordt bediend door de druk, die tijdens bedrijf heerst in het eerste ka-naalgedeelte.

9. Kraan volgens conclusie 7 of 8, m e t 20. e t kenmer k, dat in het eerste kanaalgedeelte een drukkamer is gevormd, waarvan een wand wordt gevormd door een membraan, dat is verbonden met een klepsteel van de ontluchtingsklep .

10. Kraan volgens conclusie 9, m e t het 25. enmerk, dat een veer is aangebracht, die de ontluchtingsklep bij geopende hoofdklep in de gesloten stand drukt, waarbij de door de veer op de ontluchtingsklep uitgeoefende kracht zodanig is, dat de ontluchtingsklep bij gesloten hoofdklep onder invloed van de tijdens bedrijf in het eerste 30 kanaalgedeelte heersende druk door het membraan wordt geopend .

11. Kraan volgens conclusie 10, me t het kenmerk, dat de door de veer op de onluchtings-klep uitgeoefende kracht instelbaar is.

12. Kraan volgens conclusie 9,10 of 11, met het kenmerk, dat de drukkamer ongeveer kegelvormig is uitgevoerd, waarbij de as van de kegelvormige drukkamer althans nagenoeg loodrecht op de as van het eerste kanaalgedeelte staat en de kegelvormige wand van de drukkamer 40 over de gehele omtrek vloeiend overgaat in de cilindrische 8202361 -10- wand van het eerste kanaalgedeelte, waarbij de basis van de kegelvormige drukkamer wordt gevormd door het membraan. 8202361