NL8201982A - Laars, in het bijzonder rijlaars. - Google Patents

Laars, in het bijzonder rijlaars. Download PDF

Info

Publication number
NL8201982A
NL8201982A NL8201982A NL8201982A NL8201982A NL 8201982 A NL8201982 A NL 8201982A NL 8201982 A NL8201982 A NL 8201982A NL 8201982 A NL8201982 A NL 8201982A NL 8201982 A NL8201982 A NL 8201982A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
boot
shaft
deformation
boot according
lines
Prior art date
Application number
NL8201982A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Mapa Gmbh Gummi Plastikwerke
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from DE8114169U external-priority patent/DE8114169U1/de
Application filed by Mapa Gmbh Gummi Plastikwerke filed Critical Mapa Gmbh Gummi Plastikwerke
Publication of NL8201982A publication Critical patent/NL8201982A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A43FOOTWEAR
    • A43BCHARACTERISTIC FEATURES OF FOOTWEAR; PARTS OF FOOTWEAR
    • A43B3/00Footwear characterised by the shape or the use
    • A43B3/02Boots covering the lower leg

Landscapes

  • Footwear And Its Accessory, Manufacturing Method And Apparatuses (AREA)
  • Sealing Devices (AREA)

Description

k‘ *
V
- 1 - t
Laars, in het bijzonder rijlaars.
De uitvinding heeft betrekking op een laars, in het bijzonder een rijlaars met schacht.
Bij voorkeur heeft de uitvinding betrekking op een laars, in het bijzonder een rijlaars, waarvan de 5 schacht bestaat uit een buitenste en een binnenste laag (buitenhuid en voering), die in het gebied van de bovenste laarsrand met elkaar zijn verbonden.
De schacht bij uit één laag bestaande, eventueel bedekte uitvoering of de buitenste laag kan bestaan uit 10 leer of kunststof. De toepassing van de uitvinding, die de voorkeur verdient, ligt in een laars met een buitenhuid van kunststof. De voering bestaat gewoonlijk uit een textiellaag, die echter bij rijlaarzen in het bovenste gebied vaak wordt vervangen door een bekleding van leder.
15 De buitenste en binnenste laag zijn bij bekende rijlaarzen, die in het bijzonder een buitenste kunststof-laag hebben, boven door een naad verbonden.
In het bijzonder rijlaarzen moeten zo veel mogelijk zijn aangepast aan de beengrootte van de drager.
20 Daarbij moet in aanmerking worden genomen, dat een te korte schacht onder het zadel grijpt, zodat dé ruiter kan worden gehinderd. Bovendien voert een niet passende schachtlengte tot een niet mooi uiterlijk.
Daarbij moet in aanmerking worden genomen, dat 25 in het bijzonder rijlaarsen met een buitenste kunststof-laag in grote aantallen machinaal worden vervaardigd en dat verder verschillende personen met bijvoorbeeld gelijke voetgrootten en kuitomtrekken verschillend lange onderbenen hebben.
30 Aan de uitvinding ligt het probleem ten grondslag een laars van de in de aanhef aangegeven soort zodanig uit te voeren, dat hij betrekkelijk gemakkelijk voor iedere onderbeenlengte passend kan worden gedragen.
Dit probleem wordt volgens de uitvinding opgelost, 35 doordat de schacht op een afstand van de bovenrand ten minste één lijnvormige oppervlaktevervorming (hieronder 8201982
r I
- 2 - ook aangedüid als vervormingslijn) heeft, waarlangs de laarsschacht afsnijdbaar is.
Daardoor wordt aan de laarsdrager, in het bijzonder de ruiter, de mogelijkheid verschaft de laarsschacht 5 bepaald te verkorten en wel in de vorm, die zorgt voor een elegant zitten van de laars. Daarbij is in aanmerking te nemen, dat in het bijzonder rijlaarzen geen bovenrand hebben, die in een vlak ligt, maar dat deze rand bij voorkeur volgens een gewelfde kromme in een schuin ten 10 opzichte van de vertikaal liggend vlak loopt. Dit vlak heeft ook betrekking op de gekromde schachtvorm, die is afgestemd op de anatomische onderbeenverhoüdingen. Een dergelijke randlijn, die het juiste zitten, in het bijzonder van een rijlaars, waarborgt, is niet zonder meer te 15 vinden maar hij houdt verband met de pasvorm. Daarom verschaft de ten minste ene vervormingslijn de voorwaarde voor een schachtaanpassing, zonder dat achteraf opvalt dat een verkorting door niet-vaklieden is uitgevoerd.
De uitdrukking "ten minste ene" betekent, dat 20 · verscheidene vervormingslijnen onder elkaar zijn aangebracht. Daarbij zal het duidelijk zijn, dat deze verscheidene vervormingslijnen wegens de pasvorm niet evenwijdig ten opzichte van elkaar behoeven te lopen, maar bij voorkeur liggen zij telkens in dwarsdoorsnedevlakken, die 25 een hoek met elkaar vormen.
De uitdrukking "dwarsdoorsnedevlakken" laat ook een gewelfd randverloop toe.
De uitdrukking "vervormingslijn" omvat verscheidene uitvoeringsvormen. Daarbij wordt in het bijzonder 30 opgemerkt, dat de oppervlaktevervorming, zij het slechts doorgaand of onderbroken uitgevoerd, tevens een snede-geleiding vormt, waarlangs in het bijzonder een mes of een schaar kan worden geleid.
In een de voorkeur verdienende uitvoering zijn de 35 vervormingslijnen door verheven, naar buiten tredende vervormingen gevormd. Daardoor wordt niet slechts de gunstige geleiding van een snijwerktuig verkregen, maar tevens ook door de materiaalversterking een middel voor het verbeteren van de schachtsnit geschapen.
40 Volgens een andere gunstige uitvoeringsvorm zijn 8201982 • *· - 3 - de vervormingslijnen verdiept als indrukking of insnijding uitgevoerd. Daarbij kan het gaan om indrukkingen, die slechts de randlijn aanduiden. In een andere gunstige uitvoeringsvorm zijn de vervormingslijnen door diepere indrukkingen 5 of insnijdingen uitgevoerd: deze, in het bijzonder insnijdingen, vormen een verzwakking van de dwarsdoorsnede, die het afsnijden vergemakkelijken. Daardoor kunnen de markeringslijnen bijzonder gemakkelijk worden gevolgd.
Wanneer boven dwarsdoorsnedevlakken zijn vermeld, 10 die onderling hoeken vormen, zal het duidelijk zijn dat in een doelmatige uitvoering al dej vervormingslijnen telkens in een vlak zijn aangebracht, die schuin ten opzichte van de gedachte middellijn van de schacht ligt.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van een laars, 15 waarvan de schacht volgens de bovenstaande aanduidingen uit een buitenste en een binnenste laag bestaat, die in het gebied van de bovenste laarsrand onderling zijn verbonden, is bij voorkeur de ten minste ene vervormings-lijn telkens als naad ui'tgevoerd. Daardoor ontstaat een 20 eenvoudige en gemakkelijk vervaardigbare uitvoering, waarbij de vervormingslijnen tevens een binding van de buitenste en binnenste laag tot stand brengen.
Volgens een andere gunstige uitvoeringsvorm is de ten minste ene vervormingslijn in de buitenste laag 25 aangebracht en beide lagen zijn telkens onder de ten minste ene vervormingslijn verbonden. Daardoor kunnen ook uit meer dan ëën laag bestaande laarzen passend worden verkort.
In een bijzonder gunstige uitvoeringsvorm zijn 30 onder de vervormingslijnen verbindingen als naden uitgevoerd, waardoor de beide lagen zijn verbonden en waarboven een . snijding uitvoerbaar is. Daardoor wordt tevens bereikt, dat de beide lagen aan de laarsopening zijn verbonden, ook wanneer een bovenste randdeel van de schacht is 35 afgesneden.
Deze naden worden op de gebruikelijke wijze om de laarsschacht geleid, die daarom ook in het gebied van de overblijvende naden in de bovenste rand een bijzonder elegante indruk maakt door het afgestikte uiterlijk en 40 in de omtreksrichting is versterkt. Daarbij zorgt de 8201982 „ * - 4 - lijnvonnige oppervlaktevervorming als snijgeleidings-profilering ook ervoor, dat de naad niet wordt beschadigd..
Daarbij wordt in aanmerking genomen, dat de twee lagen over het gehele gebied van de vervormingslijnen 5 door plakken zijn verbonden. Daardoor wordt een vast verband aan de bovenste laarsopening gewaarborgd, waarbij de aanbrenging van een naad nog een extra verbetering vormt.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is 10 aan de vervormingslijnen, die worden gevormd door verheven profilering, indrukking of insnijding, een strookvormige verbinding van de beide lagen toegevoegd, die ten minste gedeeltelijk onder de vervormingslijnen is aangebracht.
Bij voorkeur zijn beide lagen in het gebied van de ver-15 vormingslijnen, die zijn aangebracht buiten aan de schacht, niet verbonden en de binnenlaag heeft snijmarkeringen in een bijgevoegd vlak, dat echter met betrekking tot de schacht hoger ligt.
Daardoor is het mogelijk na het afsnijden op de 20 vervormingslijn en de snijmarkering de binnenlaag over de bovenste rand van de afgesneden schacht van de buitenste laag om te stulpen en dan bij voorkeur door plakken te bevestigen.
De uitvinding wordt hieronder aan de hand van 25 uitvoeringsvoorbeelden toegelicht, die in de tekening zijn weergegeven. Daarin tonen: fig. 1: een rijlaars van voren in een uitvoering volgens de uitvinding; fig. 2: een dwarsdoorsnede van een gedeelte van 30 de buitenlaag van een rijlaars voor het toelichten van een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding; fig. 3: een met fig. 2 corresponderende dwarsdoorsnede van een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding; 35 fig. 4: een met fig. 2 corresponderende dwars doorsnede van een gedeelte van een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding; fig. 5: een met fig. 2 overeenkomende dwarsdoorsnede van een gedeelte van een verdere uitvoeringsvorm 40 van de uitvinding; 8201982 * 'i - 5 - fig. 6: een met fig. 2 corresponderende dwarsdoorsnede van een gedeelte van een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding; fig. 7: een gedeelte van een uitvoeringsvorm van 5 de uitvinding met een uit twee lagen bestaande schacht; en fig. 8: een gedeelte van de bovenste schachtrand voor een bijzondere uitvoeringsvorm.
In de tekening toont fig. 1 een laars 1, waarvan de schacht 2 een bovenste laarsrand 3 heeft. Op een 10 afstand van deze laarsrand 3 zijn verscheidene, bijv. drie vervormingslijnen 4-6 als oppervlakteprofilering aangebracht, waaruit blijkt, dat zij aan de binnenbeen-zijde dichter bij elkaar liggen dan aan de buitenbeenzijde. Beslissend is echter, dat het niet nodig is dat deze 15 vervormingslijnen evenwijdig aan elkaar lopen, ofschoon dit niet wordt uitgesloten. De vervormingslijnen, die langs onder een hoek ten opzichtë 'van elkaar liggende, eventueel gewelfde dwarsdoorsnedevlakken van de laarsschacht lopen, zijn in het bijzonder met het oog op de 20 pasvorm van de schacht 2 uitgevoerd.
De fig. 2 en 3 tonen slechts een laag 7 van een laarsschacht, waarbij het hier gaat om een al of niet van voering voorziene laarsschacht. Daarbij zijn volgens fig. 2 op een afstand van de rand 3 bijv. drie indrukkingen 25 of insnijdingen 8, 9, 10 op de plaatsen van de vervormingslijnen 4-6 aangebracht. Deze indrukkingen of insnijdingen vormen weliswaar ook een laag-verdunning, maar door materiaalverdichting. Het zal duidelijk zijn, dat deze indrukkingen doorgaand om de schacht kunnen zijn uitgevoerd, 30 ofwel bij gedeelten langs een vervormingslijn zijn aangebracht .
Volgens fig. 3 zijn de vervormingslijnen, die in fig. 1 met 4-6 zijn aangeduid, door verheven naar buiten tredende vervormingen 11-13 gevormd, die tot een materiaal-35 versterking leiden.
Zowel de verheven profileringen 11—13 als de insnijdingen of indrukkingen kunnen, wanneer zij niet doorgaand om de schacht heen lopen, puntsgewijs langs de vervormingslijnen om de schacht heen zijn aangebracht.
40 Volgens de fig. 4 tot 6 bestaat de schacht uit een 8201982 - 6 - buitenste laag 14, de zgn. buitenhuid, in het bijzonder uit kunststof, en een binnenste laag 15, de zgn. voering, die kan bestaan uit textiel of ook in het bijzonder in het gebied van de bovenste schachtrand uit leder.
5 Volgens fig. 4 zijn de beide lagen aan de bovenrand 3 met elkaar verbonden. In het gebied van de vervormingslijnen 4-6, die zijn beschreven aan de hand van fig. 1, zijn verheven profileringen of insnijdingen 20-22 aangebracht.
10 In het bijzonder onder de vervormingslijnen zijn de beide lagen 14 en 15 met elkaar verbonden en wel door naden 16-19. De naden 17-19 garanderen bij het afsnijden van de schacht langs een vervormingslijn van indrukkingen of insnijdingen een bijeenhouden van de beide lagen aan 15 de schachtopening.
Volgens fig. 5 zijn de buitenste en de binnenste laag 14, 15 langs volgens de rand 3 of ten opzichte van vervormingslijnen, die buiten bijv. door indrukkingen 23, 24, 25 zijn aangegeven, in rondlopende strookvormige 20 delen 26, 27, 28, 29 met elkaar verbonden, in het bijzonder geplakt of verzegeld. Daarbij zal het duidelijk zijn, dat de'strookvormige delen 27-29 iets onder de bijbehorende vervormingslijnen bij de als voorbeeld weergegeven indrukkingen 23-25 liggen.
25 Fig. 6 toont een uitvoering, waarin weliswaar de buiten- en binnenlaag 14 en 15 aan de bovenrand 3 bijv. door een naad 30 zijn verbonden; daaronder zijn echter beide lagen op elkaar liggend eerst niet verbonden tegen elkaar geleid. In de buitenlaag 14 zijn bijv. vervormings-30 lijnen door insnijdingen 31-33 aangebracht, die daarom bijzonder gemakkelijk kunnen worden losgemaakt. De binnenlaag 15 heeft bijv. door het opbrengen van verf, trapsgewijze uitvoering, markering of dergelijke middelen voering-snijmarkeringen 34-36, die telkens boven de 35 markeringslijnen 31-33 van de buitenlaag 14 zijn aangebracht.
De snijmarkeringen zijn bij voorkeur eveneens als profilering, in het bijzonder verdiepte profilering, uitgevoerd.
Bij het afsnijden van de schacht worden daarbij de buiten- en binnenlaag op verschillende hoogten afge-40 sneden, zodat de binnenlaag dan met zijn overblijvende, 8201982 - 7 - boven de buitenlaag uitstekende rand naar buiten onder kan worden omgestulpt en bijv. door plakken kan worden vastgezet. In aanmerking wordt daarbij genomen, dat telkens onder een vervormingslijn tussen de lagen 14, 15 5 verbindingsstroken zijn aangebracht, hoewel een dergelijke verbinding, wanneer een vastzetten na omstulping plaatsvindt, ook buiten kan worden aangebracht.
Fig. 7 toont een uitvoering van een uit twee lagen bestaande laarsschacht met een buitenlaag 14 en een 10 binnenlaag 15. Daarbij zijn de vervormings1ijnen 4-6 als naden uitgevoerd, waarbij er beslist rekening mee is gehouden, dat ook een bovennaad 16 volgens de voorgaande uiteenzettingen is aangebracht. De vervormings-lijnen 4-6 als naden vormen een gunstige uitvoeringsvorm. 15 In fig. 8 is in doorsnede een boveneinde van een schacht 2 weergegeven. Aan het boveneinde wordt bij de uitvoering in kunststof van de laarsrand 3 af langs de schacht een materiaallaag 37 uit êên deel aangebracht, die door een trap 38 op een afstand van de bovenrand 20 afsteekt. Deze trap vormt dus een onderrand van de materiaallaag, die als versterking werkzaam is. In deze laag zijn de drie als verdiepingen aangebrachte insnijdingen 8, 9, 10 met een diepte aangebracht, die in hoofdzaak overeenkomt met de hoogte van de opgebrachte 25 laag, zodat de stabiliteit van de schacht tot boven volledig behouden blijft. Onder deze insnijdingen 8-10 zijn op de wijze, die aan de hand van fig. 4 is beschreven, waar de insnijdingen 8-10 met 20-22 zijn aangeduid, de naden 17-19 aangebracht. Door de uitvoering volgens 30 fig. 8 ontstaat met de trap 38 en de insnijdingen 8-10 de indruk van om de schacht in het gebied van de bovenrand heen gelegde riemen, waabbij echter onder de boven ook aangegeven gezichtspunten in verband met de verkort ingsmogelijkheid bijzondere voorwaarden voor de 35 stevigheid in het gebied van de schachtverkorting worden verschaft.
- conclusies - 8201982

Claims (11)

1. Laars, in het bijzonder rijlaars met schacht, met het kenmerk, dat de schacht (2) op een afstand van'de bovenrand (3) ten minste één lijnvormige oppervlaktevervorming (hieronder ook aangeduid als 5 vervormingslijn) (4-6; 8-10; 11-13; 17-19; 20-22; 23-25; 31-33) heeft, waarlangs de laarsschacht (2) afsnijdbaar is.
2. Laars volgens conclusie l,met het ken merk, dat de vervormingslijnen (8-10; 20-22; 23-25) door verheven, naar buiten tredende vervoinningen zijn 10 gevormd.
3. Laars volgens conclusie l,met het kenmerk, dat de vervormingslijnen (11-13; 31-33) verdiept als indrukking of insnijding zijn uitgevoerd.
4. Laars volgens conclusie 2 of 3,met het 15 kenmerk, dat de vervormingslijnen (8-10; 11-13; 20-22; 23-25; 31-33) onderbroken om de schacht (2) lopen.
5. Laars volgens één van de conclusies 1-4, met het kenmerk, dat verscheidene vervormingslijnen (4-6) onder elkaar zijn aangebracht en in dwars- 20 doorsnedevlakken liggen, die hoeken met elkaar vormen.
6. Laars volgens conclusie 5,met het ken merk, dat al de vervormingslijnen telkens in een vlak zijn aangebracht, die schuin ligt ten opzichte van de gedachte middellijn van de schacht.
7. Laars volgens één van de conclusies 1-6, waarvan de schacht bestaat uit een buitenlaag en een binnenlaag (buitenhuid en voering), die in het gebied van de laarsbovenrand met elkaar zijn verbonden, met het kenmerk, dat de ten minste ene vervormings-30 lijn (4-6) telkens als naad is uitgevoerd. 1 8201982 Laars volgens één van de conclusies 1-6, - 9 - waarvan de schacht bestaat uit een buitenlaag en een binnenlaag (buitenhuid en voering), die in het gebied van de laarsbovenrand met elkaar zijn verbonden, met het kenmerk, dat de ten minste ene vervormings-5 lijn (4-8; 8-10; 11-13; 17-19; 20-22; 23-25; 31-33) in de buitenlaag ; (7,14) is aangebracht en beide lagen ten minste onder de ten minste ene vervormingslijn zijn verbonden.
9. Laars volgens conclusie 8,met het ken- 10 merk, dat onder de vervormingslijn als uitwendige oppervlaktevervormingen verbindingen als naden (17-19) zijn uitgevoerd, waardoor de beide lagen (14,15) zijn verbonden en waarboveneen snede kan worden uitgevoerd. - 10. Laars volgens êên van de conclusies 7-9, 15 met het;kenmerk, dat de twee lagen (14,15) over het gehele gebied van de vervormingslijnen (4-6) door plakken zijn verbonden.
11. Laars volgens conclusie 8,met het ken merk, dat aan de vervormingslijnen (20-22; 23-25), 20 die worden gevormd door verheven profilering, indrukking of insnijding, een strookvormige verbinding (17-19; 27-29) van de beide lagen (7,14,15) is toegevoegd, die ten minste gedeeltelijk onder de vervormingslijnen is aangebracht.
12. Laars volgens conclusie 8,met het ken merk, dat de beide lagen (14,15) in het gebied van de buiten aan de schacht aangebrachte vervormingslijnen (31-33) niet verbonden zijn en de binnenlaag (15) in een bijbehorend, maar ten opzichte van de schacht (2) 30 hoger vlak snijmarkeringen (34-36) heeft.
13. Laars volgens êên van de conclusies 1 en 3 - 9, met het kenmerk, dat van de laarsbovenrand (3) af op de schacht een als ëën deel aangebrachte materiaallaag (37), die aan de onderrand door een trap 35 van de schacht afsteekt, is aangebracht, die verscheidene 8201982 . V - 10 - als verdiepingen aangebrachte insnijdingen (8-10; 20-22) heeft, waaronder naden (17-19) zijn aangebracht, 6201982
NL8201982A 1981-05-14 1982-05-13 Laars, in het bijzonder rijlaars. NL8201982A (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE8114169U DE8114169U1 (de) 1981-05-14 1981-05-14 Stiefel, insbesondere Reitstiefel"
DE8114169 1981-05-14
AT542781 1981-12-17
AT542781 1981-12-17

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8201982A true NL8201982A (nl) 1982-12-01

Family

ID=25602176

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8201982A NL8201982A (nl) 1981-05-14 1982-05-13 Laars, in het bijzonder rijlaars.

Country Status (5)

Country Link
BE (1) BE893185A (nl)
FR (1) FR2505624A1 (nl)
GB (1) GB2100579B (nl)
IT (1) IT1152404B (nl)
NL (1) NL8201982A (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2500063A (en) * 2012-03-09 2013-09-11 Jason Mcinulty Motorcycle footwear sole

Also Published As

Publication number Publication date
FR2505624A1 (fr) 1982-11-19
GB2100579B (en) 1985-04-11
FR2505624B3 (nl) 1984-03-16
IT1152404B (it) 1986-12-31
IT8221286A0 (it) 1982-05-14
GB2100579A (en) 1983-01-06
BE893185A (fr) 1982-08-30

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA1137747A (en) Method of making footwear
GB2556437A (en) Horseshoe with offset nail-receiving notches in its crease
EP0811330A3 (en) Shoe with naturally contoured sole
KR20180089470A (ko) 갑피를 밑창에 고정하기 위한 장치 및 방법
NL8201982A (nl) Laars, in het bijzonder rijlaars.
US6029373A (en) Stitch-down safety shoe
EP1103197A3 (en) A method for making shoes and the shoes obtained using said method
CA102861S (en) Shoe
FR2828998B1 (fr) Procede d'assemblage de deux zones de bord d'au moins une piece de tissu, et application a la realisation d'une bretelle
DK0707803T3 (da) Fremgangsmåde til fremstilling af et indlæg i sko
US2680902A (en) Welt support
US2111705A (en) Shoe manufacture
NL8105424A (nl) Schoeisel.
ITMC980091A1 (it) Procedimento di lavorazione per ottenere una calzatura impermeabile e calzatura ottenuta con detto procedimento
CA102867S (en) Shoe
RU99127035A (ru) Ортопедическая обувь для больных сахарным диабетом, имеющих диабетическую патологию стопы и способ ее изготовления
JP3001660U (ja) 作業靴
AU769676B2 (en) Method for production of fitted footwear
NL8304123A (nl) Werkwijze voor het repareren van een schoen, en een gerepareerde schoen.
US1787864A (en) Welting and method of making the same
JP3072287U (ja) 履 物
JPH0432103U (nl)
US906705A (en) Stitch separating or indenting tool.
ITFI970083U1 (it) Calzatura aperta con tomaia a piu' componenti combinabili per costituire sandalo o simile,senza rincorrere ad una forma
US1540965A (en) Arch-support-securing means

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed