NL8201899A

NL8201899A - A CUTTING HOLE MANUFACTURING CUTTING DEVICE.

Info

Publication number: NL8201899A
Application number: NL8201899A
Authority: NL
Original assignee: Jancy Eng
Priority date: 1981-05-13
Filing date: 1982-05-08
Publication date: 1982-12-01
Also published as: IT8248348A0; FR2505692A1; DE3217699A1; AU8362382A; GB2100151A; IT1147950B

Description

ί -1- 22504/CV/tlί -1- 22504 / CV / tl

Korte Aanduiding: Een een ringvormig gat vervaardigend snijorgaan.Brief Designation: An annular hole making cutter.

De uitvinding heeft in het algemeen betrekking op de boortechniek en meer in het bijzonder op een^ringvormig gat vervaardigend snijorgaan.The invention generally relates to the drilling technique and more particularly to an annular hole making cutter.

5 Een een ringvormig gat vervaardigend snijorgaan omvat een aantal snijtanden,welke om een cilindrisch lichaam zijn opgesteld en die ieder zijn uitgerust met een binnenste snijrand en een buitenste snijrand.An annular hole making cutter includes a plurality of cutting teeth disposed about a cylindrical body, each of which is equipped with an inner cutting edge and an outer cutting edge.

Het is in de op een een ringvormig gat vervaardigende snijorgaan betrekking hebbende techniek bekend om een aantal snijtanden aan te 10 brengen,waarbij ieder van de snijtanden is verdeeld in binnenste en buitenste snijranden. Voorbeelden van dergelijke bekende snijorganen zijn beschreven in de Amerikaanse octrooien 3.609.056, 3.860.354 en het Amerikaanse Reissue octrooi 28,416. Een nadeel van de bekende een ringvormig gat vervaardigende snijorganen zoals beschreven in bovenge-15 noemde octrooien is ,dat zij een gecompliceerde constructie hebben en zodoende duur zijn in de vervaardiging,terwijl het slijpen en het onderhoud daarvan eveneens kostbaar is.Een verder nadeel van de bekende snijorganen is,dat zij geen boring of gat met een schoon oppervlak maken.It is known in the art relating to an annular hole making cutter to provide a plurality of incisors, each of the incisors being divided into inner and outer cutting edges. Examples of such known cutters are described in U.S. Pat. Nos. 3,609,056, 3,860,354 and U.S. Reissue Patent 28,416. A drawback of the known annular hole making cutters as described in the above-mentioned patents is that they have a complicated construction and are therefore expensive to manufacture, while the grinding and maintenance thereof is also expensive. known cutting members are that they do not make a bore or hole with a clean surface.

In overeenstemming met de principes van de huidige uitvinding is 20 een een ringvormig gat vervaardigend snijorgaan verkregen,welke geen middenstuk bevat en is voorzien van een aantal snijtanden,die op gelijke onderlinge afstand langs de omtrek om een axiaal einde van een cilindrisch lichaam zijn opgesteld. Iedere snijtand heeft een buitenste snijrand .en een binnenste snijrand. De voorlopende punten van de binnen-25 ste en buitenste snijranden zijn in hetzelfde vl£k. Het voorlopende punt van iedere buitenste snijrand vangt echter een snijwerking op een werkstuk aan voor het voorlopende punt op de binnenste snijrand het werkstuk aangrijpt. De binnenste en buitenste snijranden zijn aangebracht en opgesteld in een nieuwe constructieve opstelling,zoals hieronder nader 30 zal worden uiteengezet. Een keel tussen iedere snijtand is gevormd op een nieuwe wijze ten einde te functioneren met de binnenste en buitenste snijranden voor het verwijderen van de spanen vanaf de snijranden op een doelmatigere wijze dan tot nu töe bereikt bij de boven beschreven bekende octrooien. Het snijorgaan voor het vervaardigen van een ringvormig 35 gat volgens de huidige uitvinding voorziet in een schoon gat,zonder enig aanhangen van spanen tijdens de bewerking van het snijden van een gat.In accordance with the principles of the present invention, there is obtained an annular hole making cutter, which does not include a center piece and includes a plurality of cutting teeth equally spaced circumferentially about an axial end of a cylindrical body. Each cutting tooth has an outer cutting edge and an inner cutting edge. The leading points of the inner and outer cutting edges are in the same plane. However, the leading point of each outer cutting edge commences a cutting action on a workpiece before the leading point on the inner cutting edge engages the workpiece. The inner and outer cutting edges have been arranged and arranged in a new structural arrangement, as will be explained in more detail below. A throat between each cutting tooth is formed in a new way to function with the inner and outer cutting edges to remove the chips from the cutting edges in a more effective manner than has been achieved in the prior art patents described above. The annular hole cutter according to the present invention provides a clean hole, without any chip adherence during hole cutting operations.

8201899 4 '* -2- 22504/CV/tl8201899 4 '* -2-22504 / CV / tl

Het een ringvormig gat vervaardigende snijorgaan volgens de uitvinding werkt met een vrijere snijwerking en met minder vermogen dan tot nu toe vereist en met een minimale breuk van de snijtanden. Een voordeel van de opstelling van de binnenste en buitenste snijranden op ieder van de snij-5 tanden van het snijorgaan volgens de uitvinding is dat zij een vlak hebben, dat kan worden geslepen in een handeling. Het snijorgaan volgens de huidige uitvinding is goedkoper en gemakkelijker te onderhouden en te slijpen dan de tot nu toe bekende snijorganen voor het vervaardigen van ringvormige gaten.The annular hole making cutter according to the invention operates with a freer cutting action and with less power than hitherto required and with minimal fracture of the incisors. An advantage of the arrangement of the inner and outer cutting edges on each of the cutting teeth of the cutting member according to the invention is that they have a plane that can be ground in one operation. The cutter according to the present invention is cheaper and easier to maintain and grind than the hitherto known cutting members for producing annular holes.

10 De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van een in bijgaande figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van een snijorgaan volgens de uitvinding.The invention will be explained in more detail below with reference to an exemplary embodiment of a cutting member according to the invention shown in the accompanying figures.

Fig. 1 toont een zijaanzicht van een een ringvormig gat vervaardigend snijorgaan volgens de uitvinding.Fig. 1 shows a side view of an annular hole making cutter according to the invention.

15 Fig. 2 toont een vooraanzicht op het in fig.1 afgebeelde snijorgaan, gezien volgens de lijn 2- 2 en gezien in de richting van de pijlen.FIG. 2 is a front view of the cutter shown in FIG. 1, taken along line 2-2 and seen in the direction of the arrows.

Fig. 3 toont op grotere schaal een deel van een ajaanzicht van het in fig.2 afgebeelde snijorgaan,gezien volgens de lijn 3- 3 in fig.2.Fig. 3 is a larger-scale view of part of an elevational view of the cutter shown in FIG. 2, taken along line 3-3 in FIG. 2.

Fig. 4 toont gedeeltelijk in doorsnede en gedeeltelijk in aanzicht 20 een gedeelte van het snijorgaan volgens de uitvinding gezien volgens de lijn 4- 4 in fig.3.Fig. 4 shows partly in section and partly in view 20 a part of the cutting member according to the invention as seen along line 4-4 in fig. 3.

Fig. 5 toont een aanzicht op een gewijzigde uitvoeringsvorm van een snijkant.Fig. 5 shows a view of a modified embodiment of a cutting edge.

In fig. 1 is een geen middenstuk bezittend snijorgaan 10 voor let 25 vervaardigen van ringvormige gaten volgens de uitvinding weergegeven. Het een ringvormig gat vervaardigende snijorgaan 10 omvat een snij lichaam 11 en een spil of schacht 12. De schacht 12 is uitgerust met een uitwendige diameter van standaardafmeting voor onderlinge verwisselbaarheid met een gebruikelijk aandrijfmechanisme. Een geschikt vlak wandgedeelte 13 is 30 gevormd op de omtrek van de schacht 12 voor het verkrijgen van een orgaan voor het aandrijven van het snijorgaan 10 zonder slippen.Fig. 1 shows a non-centered cutting member 10 for manufacturing annular holes according to the invention. The annular hole making cutter 10 includes a cutting body 11 and a spindle or shaft 12. The shaft 12 is equipped with an outer diameter of standard size for interchangeability with a conventional drive mechanism. A suitable flat wall portion 13 is formed on the periphery of the shaft 12 to provide a means for driving the cutter 10 without slippage.

De schacht 12 van het snijorgaan is voorzien van een axiale boring 14. De axiale boring 14 staat aan zijn binneneinde in verbinding met een een grotere diameter bezittende axiale boring 15,welke zich uitstrekt 35 door het snijlichaam 11. Het zal duidelijk zijn,dat het een ringvormig gat vervaardigende snijorgaan 10 kan worden uitgevoerd met iedere gewenste 8201899 * -3- 22504/CV/tl lengte en diameter. In een uitvoeringsvoorbeeld was het snijorgaan uitgevoerd met een schacht,welke 0,875 inch lang was en met een snij lichaam, dat een lengte had van 1,312 inch. De buitendiameter van het snijlichaam was 0,875 inch. De boring 14 had een diameter van 0,250 inch en de 5 boring 15 een diameter van 0,580 inch. De wanddikte van het snijorgaan was 0,155 inch. Zoals weergegeven in fig.-l had de boring 15 een k inch lange inwendige diameter sprong 17.The shank 12 of the cutter has an axial bore 14. The axial bore 14 communicates at its inner end with a larger diameter axial bore 15 extending through the cutting body 11. It will be appreciated that the an annular hole making cutter 10 can be configured with any desired 8201899 * -3-22504 / CV / tl length and diameter. In an exemplary embodiment, the cutter was constructed with a shaft that was 0.875 inches long and with a cutter body that was 1.312 inches in length. The outer diameter of the cutting body was 0.875 inches. The bore 14 had a diameter of 0.250 inch and the bore 15 had a diameter of 0.580 inch. The wall thickness of the cutter was 0.155 inch. As shown in FIG. 1, the bore 15 had an inch inch internal diameter jump 17.

Een dergelijke inwendige diameter sprong heeft een achterwaartse tapsheid van 3°,welke is gelegen nabij het snijeinde van het snijli-10 chaam 11 en is aangeduid met het verwipingscijfer 16.Deze inwendige diameter maakt de inwendige snijwrijving minimaal.Such an internal diameter jump has a backward taper of 3 °, which is located near the cutting end of the cutting body 11 and is indicated by the shredding number 16. This internal diameter minimizes the internal cutting friction.

Zoals afgebeeld in fig.1 is het snijlichaam 11 uitgerust met een achterwaartse tapsheid 18 van 0,006 inch per inch. Zoals weergegeven in fig.2 is het snijeinde van het snijlichaam 11 uitgerust met zes 15 in omtreksrichting op afstand van elkaar gelegen snijtanden 20. Zoals afgebeeld in de fig,l en 2 zijn de snijtanden 20 van elkaar gescheiden door zes in langsrichting opgestelde schroeflijnen of schroeflijnvormige spaangroeven 22. De schroeflijnen 22 zijn van elkaar gescheiden door zich in langsrichting uitstrekkende schroeflijnvormige landen 23. De spaan-20 groeven 22 zijn ieder een 35° schroeflijn,welke 0,070 inch diep is en 3/16 inch - 5/16 inch breed. De schroeflijnen 22 vormen paden op de buitenzijde van het snijlichaam 11,welke spanen op en uit het door het snijorgaan 10 te boren gat trekken.As shown in Figure 1, the cutting body 11 is equipped with a backward taper 18 of 0.006 inch per inch. As shown in Figure 2, the cutting end of the cutting body 11 is equipped with six circumferentially spaced apart cutting teeth 20. As shown in Figures 1 and 2, the cutting teeth 20 are separated from one another by six longitudinally arranged helices or helical flutes 22. The helices 22 are separated from each other by longitudinally extending helical lands 23. The chip 20 grooves 22 are each a 35 ° helix, which is 0.070 inch deep and 3/16 inch - 5/16 inch wide. The helices 22 form paths on the outside of the cutting body 11, which pull chips on and out of the hole to be drilled by the cutting member 10.

Zoals weergegeven in fig.2 is ieder van de snijtanden 20 uitgerust 25 met een buitenste snijrand 30 en een binnenste snijrand 31. De snijranden 30 en 31 delen een onderling radiaal vlak 33 (fig.3 en 4) waarin de buitenste snijrand 30 verheven is of axiaal naar voren uitstrekt ten opzichte van de binnenste snijrand 31 ten einde de binnenste snijrand 31 te overlappen,zoals weergegeven in fig.4. Het radiale vlak 33 wordt ge-30 vormd door een keel 34,welke door de zijwand van het snijlichaam nabij het be»in van de 35° schroeft'?ah *-s uitgefreesd. De kelen 34 omvatten ieder een 1/8 inch brede groef met een 1/16 inch straal gefreesd in het snijlichaam 11 op een samengestelde hoek van 28°bij 45°. De kelen 34 vormen spaan-banen vanaf de binnenzijde van het snijlichaam 11 naar de aan de buiten-35 zijde gelegen schroefbanen 22. Het radiale vlak 33 heeft een 0° radiale hoek met de hartlijn van het snijlichaam 11.As shown in Figure 2, each of the cutting teeth 20 is equipped with an outer cutting edge 30 and an inner cutting edge 31. The cutting edges 30 and 31 share a mutually radial plane 33 (Figures 3 and 4) in which the outer cutting edge 30 is raised or extends axially forward relative to the inner cutting edge 31 in order to overlap the inner cutting edge 31, as shown in Fig. 4. The radial face 33 is formed by a throat 34, which is milled out through the side wall of the cutting body near the beginning of the 35 degrees. Throats 34 each include a 1/8 inch wide groove with a 1/16 inch radius milled into the cutting body 11 at a composite angle of 28 ° at 45 °. The throats 34 form chip paths from the inside of the cutting body 11 to the outside screw paths 22. The radial plane 33 has a 0 ° radial angle with the center line of the cutting body 11.

8201899 -4- 22504/CV/tl * ψ8201899 -4-22504 / CV / tl * ψ

Zoals weergegeven in fig.1 is de schroeflijnhoek van 35° aangeduid met verwijzingscijfer 40 terwijl het verwijzingscijfer 41 de keeldiepte van 0,020 inch aanduidt.Zoals afgebeeld in fig.4 is het voorlopende punt van ieder van de buitenste snijranden 30 aangeduid door verwijzings-5 cijfer 42. De radiale breedte van ieder van de buitenste snijranden 30 vanaf het voorlopende punt 42 radiaal naar buiten naar de buitenzijde 43 van het snijorgaan is 0,075 inch breed. De breedte van ieder van de binnenste snijranden 31 is ongeveer 0,085 inch breed en deze afstand is de radiale afstand gemeten van het voorste snijpunt 44 van de binnenste 10 snijrand 31 tot het binneneinde van de binnenste snijrand 31, namelijk bij de omtrek van de boring 15. Zoals weergegeven in fig.4 hangt het voorlopende punt 42 van ieder van de buitenste snijranden 30 radiaal naar binnen over voorbij het voorste snijpunt 44 van de naburige binnenste snijrand 31 over een afstand 46 van 0,005 inch. Deze overhangende 15 afstand 46 kan variëren tussen een gebied van 0,005 inch tot 0,010 inch. Het voorlopende punt 42 van ieder van de buitenste snijranden 30 strekt zich axiaal naar voren uit voorbij het voorlopende punt 44 van de naburige binnenste snijrand 31 over een afstand 47 van 0,014 inch tot 0,020 inch maximaal. De hoek 48 van het overhangende deel,dat het binnenste 20 punt 42 van ieder van de buitenste snijranden 30 is opgesteld ten opzichte van het voorlopende punt 44 van de naburige binnenste snijrand 31 is 65°,gemeten van een dwarsvhk gaande door het binnenste punt 44 van de binnenste snijrand 31 naar een axiaal vlak. De grootte van deze laatstgenoemde hoek 48 kan iedere waarde hebben vanaf 63° tot 67°.As shown in Fig. 1, the helix angle of 35 ° is indicated by reference numeral 40 while reference numeral 41 denotes the throat depth of 0.020 inch. As shown in Fig. 4, the leading point of each of the outer cutting edges 30 is indicated by reference numeral 5. 42. The radial width of each of the outer cutting edges 30 from the leading point 42 radially outwardly to the outside 43 of the cutter is 0.075 inches wide. The width of each of the inner cutting edges 31 is approximately 0.085 inch wide and this distance is the radial distance measured from the front cutting point 44 of the inner cutting edge 31 to the inner end of the inner cutting edge 31, namely at the circumference of the bore 15 As shown in Figure 4, the leading point 42 of each of the outer cutting edges 30 overhangs radially inward beyond the front cutting point 44 of the adjacent inner cutting edge 31 by a distance 46 of 0.005 inches. This overhang distance 46 can vary between an area of 0.005 inch to 0.010 inch. The leading point 42 of each of the outer cutting edges 30 extends axially forward beyond the leading point 44 of the adjacent inner cutting edge 31 by a distance 47 from 0.014 inch to 0.020 inch maximum. The angle 48 of the overhang, that the innermost point 42 of each of the outer cutting edges 30 is disposed relative to the leading point 44 of the adjacent inner cutting edge 31, is 65 °, measured from a transverse square passing through the inner point 44 from the inner cutting edge 31 to an axial plane. The size of this latter angle 48 can have any value from 63 ° to 67 °.

25 Zoals afgebeeld in fig.4 heeft ieder van de buitenste snijranden 30 een aan de zijkant gelegen ontlasthoek,welke zich radiaal naar buiten over 12° uitsteekt en is aangeduid met het verwijzingscijfer 35. Ieder van de binnenste snijranden 31 heeft een 25° zijonthsthoek, welke zich radiaal naar binnen uitstrekt,zoals aangeduid met het verwijzingscijfer 30 49. Zoals afgebeeld in fig. 3 heeft ieder van de buitenste snijranden een achterste ontlasthoek van 12° en deze is aangeduid door verwijzingscijfer 50. Ieder van de binnenste snijranden 31 heeft een achterste ontlasthoek van 20° en deze is aangeduid met het verwijzingscijfer 51.As shown in Figure 4, each of the outer cutting edges 30 has a lateral relief angle which extends radially outward by 12 ° and is indicated by the reference numeral 35. Each of the inner cutting edges 31 has a 25 ° side relief angle, which extends radially inwardly, as indicated by reference numeral 49. As shown in Figure 3, each of the outer cutting edges has a rear relief angle of 12 ° and is indicated by reference numeral 50. Each of the inner cutting edges 31 has a rear relief angle of 20 ° and it is indicated with the reference number 51.

De onderlinge vlakhoek van ieder van de binnenste en buitenste 35 snijranden is aangeduid met het verwijzingscijfer 52 in fig.3 en deze bedraagt 28°. De onderste vlakhoek van ieder van de binnenste snijranden 8201899 -5- 22504/CV/tl is aangeduid met het verwijzingscijfer 53 en bedraagt 28°.De onderste vlakhoek van ieder van de buitenste snijranden is 35° en aangeduid met het verwijzingscijfer 54.The mutual plane angle of each of the inner and outer cutting edges is indicated by the reference numeral 52 in FIG. 3 and is 28 °. The bottom plane angle of each of the inner cutting edges 8201899-522504 / CV / tl is denoted by reference numeral 53 and is 28 °. The bottom plane angle of each of the outer cutting edges is denoted by 35 ° and denoted by reference number 54.

De bovengenoemde afmetingen voor de verschillende delen van het 5 snijorgaan 10 zijn gebruikelijk voor een 7/8 inch diameter snijorgaan.The above dimensions for the different parts of the cutter 10 are common for a 7/8 inch diameter cutter.

Het zal echter duidelijk zijn,dat bovengenoemde afmetingen zullen variëren voor snijorganen van andere afmetingen. Zo zal bijvoorbeeld de terug-gangshoek 50 voor ieder van de buitenste snijranden kunnen variëren in een gebied van 8° tot 15°. De teruggangshoek 51 voor ieder van de binnen-10 ste snijranden kan variëren in een gebied van 10° tot 20°.De vlakhoek 53 van de binnenste snijranden kan variëren in een gebied van 26° tot 32°. De vlakhoek 54 van de buitenste snijranden kan variëren in een gebied van 30° tot 38°. De zijdelingse ontlasthoek 49 van de binnenste snijranden kan variëren in een gebied van 23° tot 27° en de bovenste zijhoek 15 35 van de buitenste snijranden kan variëren in een gebied van 9° to 14°.It will be understood, however, that the above dimensions will vary for cutters of other sizes. For example, the return angle 50 for each of the outer cutting edges may vary in a range from 8 ° to 15 °. The return angle 51 for each of the inner 10 cutting edges can vary in a range from 10 ° to 20 °. The plane angle 53 of the inner cutting edges can vary in a range from 26 ° to 32 °. The plane angle 54 of the outer cutting edges can vary in a range from 30 ° to 38 °. The lateral relief angle 49 of the inner cutting edges can vary in a range from 23 ° to 27 ° and the upper side angle of the outer cutting edges can vary in a range from 9 ° to 14 °.

De straal van de keel 34 kan variëren in een gebied van 1/16 inch tot 3/32 inch en deze begint axiaal inwaarts vanaf de binnenste hoek 45 van de binnenste snijrand 31, een afstand van 0,020 inch bij een 28°hoek met een 45° helling,en met een 0° radiale hoek ten opzichte van de hart-20 lijn van het cilindrische lichaam 11.The radius of the throat 34 can range in a range from 1/16 inch to 3/32 inch and starts axially inward from the inner corner 45 of the inner cutting edge 31, a distance of 0.020 inch at a 28 ° angle with a 45 ° inclination, and at a 0 ° radial angle to the center-20 line of the cylindrical body 11.

Bij gebruik is de geen hart bezittende boor 10 aangebracht in een geschikt machinegpreedschap,zoals een boormachine met een magnetische basis ,waarbij het boorgereedschap 10 kan worden gebruikt voor het snijden van gaten in werkstukken op een snelle en doelmatige wijze. Het 25 snijorgaan 10 volgens de huidige uitvinding is in het bijzonder aangepast om te worden gebruikt in con£ructiewerk,waar het noodzakelijk is om grote gaten te snijden in metalen constructiedelen op een snelle en doëbatige wijze. Het zal duidelijk zijn,dat ten gevolge van de nieuwe constructie van de binnenste en buitenste snijranden 30 resp.31 van het 30 snijorgaan 10 de voorlopende punt 42 van ieder van de buitenste snijranden 30 een werkstuk aangrijpt voordat de voorlopende punt 44 van de naburige binnenste snijrand 31 het werkstuk aangrijpt. Ten gevolge van de overlap van de voorlopende punten 42 op de buitenste snijranden 30 over de voorlopende punten 44 van de binnenste snijranden 31 wordt een vrijere snij-35 ding gemaakt door ieder van de snijranden en is er geen remming bij het beginnende of voorlopende punt 44 van ieder van de binnenste snijranden 8201899 31.In use, the heartless drill 10 is mounted in a suitable machine tool, such as a magnetic base drill, wherein the drilling tool 10 can be used to cut holes in workpieces in a quick and efficient manner. The cutter 10 according to the present invention is particularly adapted to be used in construction work, where it is necessary to cut large holes in metal structural parts in a quick and efficient manner. It will be appreciated that due to the new construction of the inner and outer cutting edges 30 and 31 of the cutting member 10, the leading tip 42 of each of the outer cutting edges 30 engages a workpiece before the leading tip 44 of the neighboring inner cutting edge 31 engages the workpiece. Due to the overlap of the leading tips 42 on the outer cutting edges 30 over the leading tips 44 of the inner cutting edges 31, a freer cutting is made by each of the cutting edges and there is no inhibition at the starting or leading point 44 from each of the inner cutting edges 8201899 31.

-6- 22504/CV/tl-6- 22504 / CV / tl

De nieuwe elkaar overlappende snijranden 30 en 31 geven twee verschillende spanen welke achterwaarts worden gebogen over iedere snijrand en omhoog bewogen naar de naburige schroeflijnvormige spaangroef of 5 spiraalbaan 22 onmiddelijk nabij de snijranden en uit het werkstuk.The new overlapping cutting edges 30 and 31 produce two different chips which are bent backward over each cutting edge and moved upward to the adjacent helical flute or spiral path 22 immediately near the cutting edges and out of the workpiece.

Het is gebleken dat het snijorgaan 10 volgens de huidige uitvinding een schoon gat maakt tijdens het snijden i van dit gat en dat de overlappende buitenste en binnenste snijranden samenwerken met de schroeflijnvormige banen 22 voor het verkrijgen van een vrijere snijwerking met lagere eisen 10 aan noodzakelijk vermogen dan kan worden bereikt door de bekende snijorganen voor het vervaardigen van ringvormige gaten. Het snijorgaan 10 volgens de huidige uitvinding geeft een glad gesneden gat met een lagere snijdruk dan vereist bij de bekende snijorganen.It has been found that the cutter 10 of the present invention makes a clean hole while cutting this hole and that the overlapping outer and inner cutting edges cooperate with the helical webs 22 to achieve a freer cutting operation with lower requirements of necessary power then it can be achieved by the known cutting means for manufacturing annular holes. The cutter 10 of the present invention produces a smoothly cut hole with a lower cutting pressure than required with the known cutting members.

Fig. 5 toont een deel van een eindaanzicht van een gewijzigde uit-15 voeringsvorm van een snijorgaan volgens de uitvinding. In fig.5 zijn daarbij die delen van het snijorgaan 10a, welke gelijk zijn aan de delen van het snijorgaan afgebeeld en beschreven aan de hand van de fig.1 - 4 aangeduid met hetzelfde verwijzingscijfer onder toevoeging van de letter "a". In de gewijzigde uitvoeringsvorm van het in fig.5 afgebeelde snij-20 orgaan 10a heeft ieder van de buitenste snijranden 30a en de binnenste, snijranden 31a een een weinig concave inwaartse vorm op het voorlopende vlak daarvan. Het snijorgaan volgens fig.5 zal verder alle constructieve kenmerken hebben van het eerste aan de hand van de fig.1- 4 beschreven uitvoeringsvoorbeeld.Fig. 5 shows part of an end view of a modified embodiment of a cutting member according to the invention. In Fig. 5, those parts of the cutting member 10a, which are equal to the parts of the cutting member, are depicted and described with reference to Figs. 1-4 with the same reference number with the addition of the letter "a". In the modified embodiment of the cutting member 10a shown in Figure 5, each of the outer cutting edges 30a and the inner cutting edges 31a has a slightly concave inward shape on the leading surface thereof. The cutting member according to Fig. 5 will furthermore have all constructional features of the first exemplary embodiment described with reference to Figs. 1-4.

25 Ofschoon het duidelijk zal zijn,dat voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding zijn beschreven kunnen hierop binnen de geest en bescher-mingsomvang van de uitvinding wijzigingen en aanvullingen worden aangebracht .Although it will be understood that preferred embodiments of the invention have been described, modifications and additions may be made thereto within the spirit and scope of the invention.

82018998201899

Claims

An annular hole making cutter having a shaft and an integral cylindrical body with a free end and an axial bore extending therethrough characterized in that: (a) the cylindrical body is provided with a plurality of circumferential directions spaced incisors; (b) each of the cutting teeth is equipped with an outer cutting edge and an inner cutting edge; (c) the outer and inner cutting edges on each cutting tooth share a common radial plane in which the leading point 10 of the outer cutting edge extends axially beyond the leading point of the inner cutting edge; (é) the leading point of the outer cutting edge extends radially inwardly beyond the leading point of the inner cutting edge so as to overlap it at an angle; (E) the plurality of circumferentially spaced cutting edges are separated by an equal number of helical flutes formed about the circumference of the cylindrical body and extending at least substantially longitudinally thereof; and (f) each of the mutual radial surfaces is formed in one of the helical flutes at the free end of the cylindrical body through a throat.

Cutting device according to claim 1, characterized in that each of the outer and inner cutting edges has a straight leading edge.

Cutter according to claim 1, characterized in that each of the outer and inner cutting edges is provided with a concave inwardly leading edge.

Cutter according to any one of the preceding claims, characterized in that each of the throats has selected a radius within the range of 1/16 inch to 3/32 inch.

Cutting member according to claim 4, characterized in that the radius of each of the throats starts axially inner warts at a distance of 0.020 inches from the inner corner of the inner cutting edge, and at a 28 ° angle with a 45 ° slope, and at a 0 ° radial angle to the centerline of the cylindrical body 11.

Cutting member according to any one of the preceding claims, characterized in that the leading point of each of the outer cutting edges extends axially 8201899 -8- 22504 / CV / tl from the leading point of the adjacent inner cutting edge by a distance of 0.014 inch to 0.020 inch.

Cutter according to claim 6, characterized in that the leading point of each of the outer cutting edges extends radially inward beyond the leading point of the adjacent inner cutting edge to overlap it at an angle of 63 ° to 67 ° and an overlap distance of 0.005 inch to 0.010 inch.

Cutter according to claim 7, characterized in that each of the outer cutting edges has a lateral relief angle of 9 ° to 14 °, which extends radially outward, while each of the inner cutting edges has a lateral relief angle of 23 ° up to 27 °, which extends radially inward.

Cutter according to claim 8, characterized in that each of the backward cutting edges has a backwardly offset angle from 8 ° 15 to 15 ° and each of the inner cutting edges has a backwardly offset angle from 10 ° to 20 °.

Cutter according to claim 9, characterized in that each of the outer cutting edges has a head angle from 30 ° to 38 ° and each of the inner cutting edges has a head angle from 26 ° to 32 °.

Cutting member according to any one of the preceding claims, characterized in that the mutually radial plane of the outer and inner cutting edges has a 0 ° radial angle with the centerline of the cylindrical body.

Cutter according to claim 11, characterized in that each of the helical flutes is a 35 ° helix. 25 8201899 i ............