NL8201280A

NL8201280A - SPARE LIGHTING INSTALLATION.

Info

Publication number: NL8201280A
Application number: NL8201280A
Authority: NL
Original assignee: Ceag Licht & Strom
Priority date: 1981-03-28
Filing date: 1982-03-26
Publication date: 1982-10-18
Also published as: GB2097610A; DE3112314C2; ATA116782A; AT383934B; DE3112314A1; GB2097610B

Description

ï a VO 3133ï a VO 3133

Titel: Reserve-verlichtingsinstallatieTitle: Reserve lighting installation

De uitvinding heeft betrekking op een reserve-verlichtings-installatie met meerdere parallel met elkaar verbonden lichtbronnen die kunnen worden gevoed door een met een net verbonden voedings-inrichting, waarbij van deze voedingsinrichting deel uitmaken een 5 batterij, een landinrichting, alsook een netbewakingsketen met bij.-behorende schakelaar waarmee vanuit de paraattoestand naar noodtoestand kan worden overgeschakeld.The invention relates to a backup lighting installation with a plurality of light sources connected in parallel which can be powered by a mains-connected power supply device, of which this power supply device forms part of a battery, a landscaping device, as well as a network monitoring circuit with associated switch for switching from standby to emergency.

Bij reserve-verlichtingsinstallaties worden onder meer uit een batterij meerdere parallel verbonden lichtbronnen met gloeilampen, 10 gevoed. Dergelijke installaties kunnen voor continubedrijf (cfelampen branden continu) of voor paraatbedrijf (de lampen branden slechts wanneer de netvoeding uitvalt) zijn ontworpen.In auxiliary lighting installations, among other things, a number of parallel-connected light sources are supplied with incandescent lamps from a battery. Such installations can be designed for continuous operation (cf lamps burn continuously) or for standby operation (the lamps only burn when the mains supply fails).

Wanneer de lichtbronnen deel uitmaken van een installatie voor paraatbedrijf, kan een functiecontrole slechts worden uitgevoerd door 15 het met de hand overschakelen naar noodverlichtingsbedrijf en door een controle van elke reservelichtbron.When the light sources are part of an installation for standby mode, a function check can only be carried out by manually switching to emergency lighting mode and by checking each spare light source.

Wanneer de lichtbronnen deel uitmaken van een installatie voor i continubedrijf kunnen de lichtbronnen continu worden gecontroleerd; het is hierbij echter een bezwaar dat de gebruikstijd wordt verkort 20 wegens de begrensde levensduur van de gloeilampen.When the light sources are part of an installation for continuous operation, the light sources can be continuously monitored; however, it is a drawback that the operating time is shortened because of the limited life of the incandescent lamps.

Bovendien is het wegens de omstandigheid dat de als verbruikers te beschouwen elementen parallel met elkaar zijn verbonden, tot nu toe niet mogelijk om vanuit een centrale post de afzonderlijke lichtbronnen te bewaken. Er zijn wel systemen bekend onder de aanduidingen zoals 25 "zentrale Gebaudeleittechnik" of "Hausleittechnik". Het probleem is de signaaloverdracht vanaf de afzonderlijke lichtbronnen naar het centrale voedingsapparaat. Hierbij bestaat het bezwaar ofwel dat kabel moeten worden verlegd, hetgeen extra arbeid betekent en bij reeds aangelegde installaties werkzaamheden meebrengt die naderhand moeten worden uit-30 gevoerd, ofwel moet met behulp van de voedingsleidingen die naar de lichtbronnen verlopen, gebruik worden gemaakt van draaggolftechniek.Moreover, due to the fact that the elements to be considered as consumers are connected in parallel, it has hitherto not been possible to monitor the individual light sources from a central station. Systems are known under the designations such as "zentrale Gebaudeleittechnik" or "Hausleittechnik". The problem is the signal transfer from the individual light sources to the central power supply. The objection here is either that cable must be shifted, which means extra work and involves work already to be carried out on installations that have to be carried out afterwards, or that carrier technology must be used with the aid of the supply lines running to the light sources.

Beide methoden brengen relatief hoge kosten mede en zijn slechts rendabel wanneer meerdere infanjraties, ofwel stuur- en regelfuncties bij het proces kunnen worden betrokken. Bovendien bestaat bij draaggolf-35 systemen het bezwaar dat volgens FTZ-bepalingen slechts signaalver- 8201280 i . * -2- mogens S 5 mW mogen worden toegepast. Een dergelijk gering vermogen biedt bij industrienetten geen toereikende beveiliging tegen storingen.Both methods entail relatively high costs and are only cost-effective if several infannrations, or control and regulation functions, can be involved in the process. In addition, in carrier wave systems, there is the drawback that, according to FTZ provisions, only signal differences 8201280 i. * -2- S 5 mW may be used. Such low power does not provide adequate protection against faults in industrial networks.

Met de uitvinding is beoogd beschikbaar te stellen een eenvoudige voor een reserve-verlichtingsinstallatie met meerdere parallel 5 verbonden lichtbronnen bedoelde bewakingsketeninrichting die in staat is een voortdurende functieaanduiding van elk van de lichtbronnen te geven alsook een storingsvrije foutmelding bij een centrale voedings-inrichting van de verlichtingsinstallatie mogelijk maakt, een en ander zonder dat daarbij extra installatievoorzieningen, zoals kabels en 10 dergelijke, nodig zijn.The object of the invention is to make available a simple monitoring circuit device intended for a reserve lighting installation with several parallel connected light sources, which is capable of providing a continuous function indication of each of the light sources as well as a fault-free error message at a central power supply of the lighting installation all this without the need for additional installation facilities, such as cables and the like.

Deze doelstelling wordt volgens de uitvinding daardoor bereikt dat achter een constante-spanningsbron die tussen een net en schakelaar is aangesloten, een stroommeetweerstand voor het meten van de stroom die tijdens de paraattoestand vloeit door de parallel met elkaar ver-15 bonden lichtbronnen, is aangesloten, waarbij de stroommeetwaarde door -middel van een comparator met daarvoor aangesloten versterker, kan worden geëvalueerd, waarbij wanneer eeii vooraf instelbare waarde wordt overschreden, een aanwijsinrichting kan worden bekrachtigd.This object is achieved according to the invention in that a current measuring resistor for measuring the current flowing during the standby state through the parallel connected light sources is connected behind a constant voltage source which is connected between a mains and switch. wherein the current measured value can be evaluated by means of a comparator with an amplifier connected thereto, wherein an indication device can be energized when a pre-adjustable value is exceeded.

De voor elke lichtbron dienende bewakingsketeninrichting is 20 daarbij daardoor gekenmerkt, dat de lamp van elke lichtbron via een schakelaar is verbonden met de leidingen van de voedingsinrichting, de besturing van de schakelaar wordt geëffectueerd door middel van een met de leidingen verbonden spanningsdeler met zenerdiode; parallel met de schakelaar een weerstand met daarachter aangesloten controle-25 lamp, is verbonden; en een drempelwaardeschakelaar met daarachter aangesloten multivibrator zijn aangebracht, die enerzijds met de leidingen en het verbindingspunt lamp/schakelaar, anderzijds met de controlelamp en via een verdere weerstand met één van de leidingen, zijn verbonden.The monitoring circuit device serving for each light source is characterized in that the lamp of each light source is connected via a switch to the lines of the power supply device, the control of the switch is effected by means of a voltage divider with zener diode connected to the lines; a resistor with a control lamp connected behind it is connected in parallel with the switch; and a threshold switch with a multivibrator connected thereafter, which are connected on the one hand to the lines and the lamp / switch connection point, on the other hand to the control lamp and via a further resistor to one of the lines.

30 Een voor een reserve-verlichtingsinstallatie dienende bewakings- installatie volgens de uitvinding biedt het voordeel dat een kortsluiting in de leidingen tussen lichtbronnen en voedingsinrichting kan worden gedetecteerd. Verder wordt gloeidraadbreuk van één of meerdere lampen van de lichtbronnen gedetecteerd. De bij een defecte licht-35 bron ontstane fout wordt in de lichtbron zelf alsook in het voedings-apparaat geregistreerd. Daarbij is foutmelding in de centrale voedings- 8201280 * -3- inrichting te realiseren zonder dat extra installatievoorzieningen nodig zijn, met andere woorden zijn slechts de reeds aanwezige leidingen hiervoor nodig. De controle van de lichtbronnen en leidingen vindt continu plaats tijdens de paraattoestand, dat wil zeggen bij 5 niet-brandende lampen.A monitoring installation according to the invention serving a reserve lighting installation offers the advantage that a short circuit in the lines between light sources and power supply can be detected. Furthermore, filament breakage of one or more lamps of the light sources is detected. The error caused by a defective light source is registered in the light source itself as well as in the power supply. An error message can be realized in the central power supply 8201280 * -3 device without the need for additional installation facilities, in other words, only the existing pipes are required for this. The control of the light sources and lines takes place continuously during the standby state, that is to say with 5 non-burning lamps.

Ter nadere toelichting van de uitvinding zal in het onderstaande een uitvoeringsvoorbeeld daarvan worden beschreven met verwijzing naar de tekening, waarin: fig. 1 een blokschema weergeeft van een reserve-verlichtings-10 installatie met respectievelijk een groepsbatterij en een centrale batterij ? fig. 2 een schema weergeeft ter illustratie van de foutmeldings-functie ? en fig. 3 een nader gedetailleerd schema weergeeft van een gedeel-15 te van de in fig. 2 weergegeven keteninrichting.In further explanation of the invention, an exemplary embodiment thereof will be described below with reference to the drawing, in which: Fig. 1 shows a block diagram of a spare lighting installation with a group battery and a central battery, respectively? Fig. 2 shows a diagram illustrating the error reporting function? and FIG. 3 is a more detailed diagram of a portion of the circuit arrangement shown in FIG. 2.

Bij het in fig. 1 weergegeven blokschema van een reserve-verlichtingsinstallatie met respectievelijk een groepsbatterij en een centrale batterij, worden vanuit een voedingsinrichting 1 bij nood-bedrijf de lichtbronnen 6 gevoed door middel van de batterij 4. Wan-20 neer netspanning aanwezig is wordt de batterij 4 via een laadinrich-ting 2 opgeladen. Bij wegvallen van de netvoedingsspanning is de net-bewakingsketen 3 werkzaam om via de schakelaar 5 op noodbedrijf over te schakelen.In the block diagram shown in Fig. 1 of a reserve lighting installation with a group battery and a central battery, respectively, from a power supply 1 in emergency operation the light sources 6 are supplied by means of the battery 4. When mains voltage is present the battery 4 is charged via a charging device 2. When the mains supply voltage fails, the mains monitoring circuit 3 operates to switch to emergency operation via switch 5.

Wanneer de netspanning aanwezig is ontvangen de lichtbronnen 6 25 een voedingsspanning die lager is dan de door de batterij 4 afgegeven spanning, vanuit een constante-spanningsbron 7 via een overbruggings-weerstand 8 en de schakelaar 5.When the mains voltage is present, the light sources 6 receive a supply voltage which is lower than the voltage supplied by the battery 4, from a constant voltage source 7 via a bridging resistor 8 and the switch 5.

Wanneer de door de overbruggingsweerstand 8 vloeiende stroom groter wordt dan een grenswaarde (evaluatie via een versterker 9 en 30 een comparator 10) ontstaat in de installatie een foutmelding door middel van een lamp 11 (of door middel van een inrichting voor het afgeven van een hoorbaar signaal), en gelijktijdig kan via een contact 12 een foutmelding worden overgedragen naar een centrale bewa-kingsinrichting. De foutmeldingsf unctie zal met verwijzing naar fig. 2 35 worden beschreven: Via twee leidingen 20 en 21 worden allé lichtbron- nen 6 in parallelverband gevoed.When the current flowing through the bridging resistor 8 becomes larger than a limit value (evaluation via an amplifier 9 and a comparator 10), an error is generated in the installation by means of a lamp 11 (or by means of a device for issuing an audible signal), and at the same time an error message can be transmitted via a contact 12 to a central monitoring device. The error message function will be described with reference to Fig. 2: Only two sources 20 and 21 supply light sources 6 in parallel.

8201280 -4-8201280 -4-

De lamp 25 wordt via een schakelaar 26 (transistor of relais) ingeschakeld, dat wil zeggen wordt verbonden met de leidingen 20 en 21. Zulks is echter slechts mogelijk wanneer de voedingsspanning tussen de leidingen 20 en 21 groter is dan de basisspanning van de transistor 26 5 en de drempelspanning van de zenerdiode 23. De basis van de transistor 26 is via een weerstand 24 met de leiding 20, alsook via een zenerdiode 23 met een daarachter aangesloten weerstand 22, met de leiding 21 verbonden. De onderdelen 22, 23 en 24 kunnen ook door een relais-spoel en het onderdeel 26 door een relaiscontact worden vervangen.The lamp 25 is switched on via a switch 26 (transistor or relay), i.e. it is connected to the lines 20 and 21. However, this is only possible when the supply voltage between the lines 20 and 21 is greater than the base voltage of the transistor 26 5 and the threshold voltage of the zener diode 23. The base of the transistor 26 is connected to the lead 21 via a resistor 24 with the lead 20, as well as via a zener diode 23 with a resistor 22 connected thereafter. Parts 22, 23 and 24 can also be replaced by a relay coil and part 26 by a relay contact.

10 Via de koude weerstand van de gloeilamp 25, de weerstand 27 en de controlelamp 28 vloeit een controlestroom. Bij gloeidraadbreuk van de lamp 25 (geen noodverlichtingsfunctie) dooft de controlelamp 28.A control current flows via the cold resistance of the light bulb 25, the resistor 27 and the control lamp 28. In the event of filament breakage of lamp 25 (no emergency lighting function), control lamp 28 goes out.

Via de drempelwaardeschakelaar 29 wordt een multivibrator in werking gezet, waardoor via de weerstand 42 een pulserend signaal in de lei-15 dingen 20 en 21 teweeg wordt gebracht, terwijl gelijktijdig de controlelamp 28 intermitterend gaat branden. De weerstand 42 is zodanig gedimensioneerd dat door de zich in de voedingsinrichting 1 bevindende overbruggingsweerstand 8 een stroom vloeit waarvan de grootte groter is dan de drempelwaarde van de comparator 10. Hierdoor wordt de fout-20 melding in de centrale voedingsinrichting 1 gesignaleerd. De grootte van de weerstand 42 dient kleiner te zijn dan de grootte van de bij netbedrijf over de leidingen 20 en 21 ontwikkelde spanning gedeeld door de som van alle'in de lichtbronnen 6 tijdens netbedrijf werkzame weerstanden, (som Ir27 < IR42)* 25 Ter illustratie van de wijze waarop een en ander eenvoudig is te realiseren dient het in fig. 3 weergegeven toepassingsvoorbeeld (slechts de lichtbron 6 is weergegeven). De onderdelen 31 t/m 41 komen overeen met de functieblokken 29 en 30 van de in fig. 2 weergegeven inrichting. Een weerstand 34 en een diode 40 zijn verbonden met de 30 leiding 20. Anderzijds is de weerstand 34 verbonden met een condensator 36, een transistor 45 en de basis van een transistor 38. Anderzijds is de diode 40 via een transistor 41 verbonden met de weerstanden 32, 39 en 42. De basis van de transistor 41 is via een diode 31 aangesloten op het verbindingspunt van de lamp 25, de transistor 26 en de weerstand 35 27, en is verder via een weerstand 37 en de transistor 38 verbonden met de leiding 21. De weerstand 39 en de condensator 36 zijn met elkaar verbonden. De weerstand 32 is via een diode 33 verbonden met het verbin- 8201280 -5- dingspunt -tussen de weerstand 27 en de controlelamp 28.A multivibrator is activated via the threshold switch 29, whereby a pulsating signal is produced via the resistor 42 in the lines 20 and 21, while at the same time the control lamp 28 lights up intermittently. The resistor 42 is dimensioned such that a current of magnitude greater than the threshold value of the comparator 10 flows through the bridging resistor 8 located in the power supply device 1, thereby signaling the error message in the central power supply device 1. The magnitude of the resistor 42 should be less than the magnitude of the voltage developed across mains 20 and 21 during mains operation divided by the sum of all resistors operating in the light sources 6 during mains operation, (sum Ir27 <IR42) * 25 Ter The application example shown in Fig. 3 (only the light source 6 is shown) serves to illustrate the manner in which all this is easy to realize. The parts 31 to 41 correspond to the function blocks 29 and 30 of the device shown in Fig. 2. A resistor 34 and a diode 40 are connected to the lead 20. On the other hand, the resistor 34 is connected to a capacitor 36, a transistor 45 and the base of a transistor 38. On the other hand, the diode 40 is connected to the resistors via a transistor 41 32, 39 and 42. The base of the transistor 41 is connected via a diode 31 to the junction of the lamp 25, the transistor 26 and the resistor 35, and is further connected to the line via a resistor 37 and the transistor 38. 21. Resistor 39 and capacitor 36 are connected together. The resistor 32 is connected via a diode 33 to the connection point between the resistor 27 and the control lamp 28.

De transistor 45 is verbonden met de leiding 21. De basis van deze transistor is via een weerstand 43 verbonden met het verbindingspunt tussen de weerstand 22 en de zenerdiode 23, alsook via een weer-5 stand 44 met de leiding 21.The transistor 45 is connected to the lead 21. The base of this transistor is connected through a resistor 43 to the junction between the resistor 22 and the zener diode 23, as well as through a resistor 44 to the lead 21.

Tijdens netbedrijf is de spanning over de leidingen 20 en 21 kleiner dan de drempe1spanning zoals gegeven door de onderdelen 22, 23, 24 en 26, met andere woorden is de transistor 26 blokkerend, waarbij de lamp 25 blijft uitgeschakeld. Via de koude weerstand van de 10 lamp 25 vloeit een controlestroom door de weerstand 27 en de controlelamp 28, met andere woorden geeft de lamp door continu branden aan dat de lampgloeidraad intact is. Via de koude weerstand van de lamp 25 en de diode 31 blijft de transistor 41 blokkerend.During mains operation, the voltage across lines 20 and 21 is less than the threshold voltage given by parts 22, 23, 24 and 26, in other words transistor 26 is latching, lamp 25 remaining off. Via the cold resistance of the lamp 25, a control current flows through the resistor 27 and the control lamp 28, in other words, the lamp indicates by continuous burning that the lamp filament is intact. Transistor 41 remains interlocked via the cold resistance of lamp 25 and diode 31.

De onderdelen 34 t/m 42 vormen een stabiele multivibrator met 15 complementaire transistors, dat wil zeggen de beide transistors 38 en 41 zijn ofwel beide geleidend, ofwel beide blokkerend. De door elke lichtbron 6 vloeiende stroom wordt begrensd.door de weerstand 27.Parts 34 to 42 form a stable multivibrator with 15 complementary transistors, ie both transistors 38 and 41 are either both conductive or both blocking. The current flowing through each light source 6 is limited by the resistor 27.

Alle andere verbruiksbelastingen 22-42 zijn in deze bedrijfstoestand niet werkzaam.All other consumption loads 22-42 are not effective in this operating state.

20 Bij gloeidraadbreuk van de lamp 25 wordt de blokkerende toestand van de transistor 41 opgeheven, waardoor in het ritme van de multivibrator de weerstand 42 via de transistor 41 en de diode 40 wordt verbonden met de leidingen 20 en 21 en daarmee parallel wordt aangesloten op alle lichtbronnen. Parallel met de weerstand 42 wordt via de weer-25 stand 32 en de diode 33 de controlelamp 28 eerst blokkerend waarna deze eveneens in het ritme van de multivibrator gaat knipperen.In the event of filament breakage of the lamp 25, the blocking state of the transistor 41 is canceled, as a result of which, in the rhythm of the multivibrator, the resistor 42 is connected via the transistor 41 and the diode 40 to the lines 20 and 21 and is thereby connected in parallel to all light sources. Parallel to resistor 42, control lamp 28 is first blocked via resistor 32 and diode 33, after which it also flashes in the rhythm of the multivibrator.

Tijdens noodbedrijf staat de spanning van de batterij 4 over de leidingen 20 en 21. Aangezien deze spanning groter is dan de con-trolespanning die tijdens netbédrijf aanwezig is, wordt de transistor 30. 26 geleidend gemaakt en de lamp 25 wordt ingeschakeld. Gelijktijdig hiermee wordt via de transistor 45 de multivibrator 30 geblokkeerd.During emergency operation, the voltage of the battery 4 is across the lines 20 and 21. Since this voltage is greater than the control voltage present during mains operation, the transistor 30, 26 is turned on and the lamp 25 is turned on. Simultaneously with this, the multivibrator 30 is blocked via transistor 45.

82012808201280

Claims

1. Backup lighting installation with several light sources connected in parallel, which are supplied by a mains-connected device, of which power supply device forms part of a battery, a charging device, and a network monitoring circuit device with switch arranged behind it by means of which from standby operation to emergency operation. Switchable, characterized in that a current measuring resistor (8) is connected behind a constant voltage source (7) connected between the mains and the switch (5) serving the current connected by the parallel during standby operation. 10 light sources (6) can be measured, whereby the current measured value can be evaluated by means of a comparator (10) with a previously connected amplifier (12) and an indication device (11, 12) can be activated when a predetermined value is exceeded (Fig. 1). Reserve lighting installation according to claim 1, characterized in that the lamp (25) of each light source (6) is connected via a switch (26) to the lines (20, 21) of the power supply device (1); the switch (26) is controlled via a voltage divider (22, 24) with zener diode (23) connected to the lines (20, 21)? a resistor (27) with control lamp (28) connected behind it is connected in parallel with the switch (26)? and a threshold switch (29) with a multivibrator (30) connected thereafter, which are provided on the one hand with the lines (20, 21) and the connection point between the lamp (25) and the switch (26), on the other hand with the control lamp (28). and are connected to one of the lines (21) via a further resistor (42) (fig.

2). 8201280 ___________