NL8201256A - DEVICE FOR CHECKING THE PRESENCE OF VEHICLES WITHIN CERTAIN ROADS. - Google Patents

DEVICE FOR CHECKING THE PRESENCE OF VEHICLES WITHIN CERTAIN ROADS. Download PDF

Info

Publication number
NL8201256A
NL8201256A NL8201256A NL8201256A NL8201256A NL 8201256 A NL8201256 A NL 8201256A NL 8201256 A NL8201256 A NL 8201256A NL 8201256 A NL8201256 A NL 8201256A NL 8201256 A NL8201256 A NL 8201256A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
short
rail
circuit
induction loop
oscillator
Prior art date
Application number
NL8201256A
Other languages
Dutch (nl)
Other versions
NL188462C (en
NL188462B (en
Original Assignee
Scheidt & Bachmann Gmbh
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Scheidt & Bachmann Gmbh filed Critical Scheidt & Bachmann Gmbh
Publication of NL8201256A publication Critical patent/NL8201256A/en
Publication of NL188462B publication Critical patent/NL188462B/en
Application granted granted Critical
Publication of NL188462C publication Critical patent/NL188462C/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B61RAILWAYS
    • B61LGUIDING RAILWAY TRAFFIC; ENSURING THE SAFETY OF RAILWAY TRAFFIC
    • B61L1/00Devices along the route controlled by interaction with the vehicle or train
    • B61L1/18Railway track circuits
    • B61L1/181Details
    • B61L1/187Use of alternating current

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Automation & Control Theory (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Train Traffic Observation, Control, And Security (AREA)
  • Electric Propulsion And Braking For Vehicles (AREA)

Description

* k -1-* k -1-

Inrichting ter controXe van de aanwezigheid van voertuigen binnen bepaaide verkeersvXakken.Device for checking the presence of vehicles within specified traffic areas.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting ter controle van de aanwezigheid van voertuigen binnen bepaalde verkeersvlakken door middel van tenminste één in-ductielus/ waarvan de zelfinductieverandering door middel 5 van een oscillator wordt bepaald en wordt doorgegeven aan een interpretatieketen.The invention relates to a device for checking the presence of vehicles within certain traffic areas by means of at least one induction loop / whose self-inductance change is determined by means of an oscillator and is passed on to an interpretation chain.

Bekend is reeds een werkwijze voor het controleren van de aanwezigheid van voertuigen binnen bepaalde verkeersvlakken door middel van tenminste één inductielus, 10 waarvan de zelfinductieverandering door middel van een oscillator wordt bepaald en wordt doorgegeven aan een interpretatieketen, waarbij de uit de trillingen van de oscillator voortgebrachte pulsen worden omgezet in een met de oscilla-torfrekwentie evenredigheidssignaal, dat door middel van 15 een konstante basisfrekwentie digitaal wordt gemeten en waarvan de uit de zelfinductieverandering resulterende verandering in de interpretatieketen wordt vastgesteld en bij het overschrijden van een programmeerbare drempelwaarde als stuursignaal wordt verder verwerkt.A method is already known for checking the presence of vehicles within certain traffic areas by means of at least one induction loop, the self-inductance change of which is determined by means of an oscillator and is passed on to an interpretation chain, wherein the vibrations of the oscillator are generated. Pulses are converted into a oscillator frequency proportionality signal, which is digitally measured by means of a constant base frequency and whose change in the interpretation chain resulting from the self-inductance change is determined and is further processed as a control signal when a programmable threshold value is exceeded.

20 Door de digitale meting van een konstante basis frekwentie en de digitale interpretatie volgens deze bekende methode kunnen normale omgevingsveranderingen in het gebied van de inductielus door middel van aanpassing aan de drempel-waardegrens als stuursignalen worden onderdrukt en echte 25 stuursignalen onafhankelijk van de afwezigheidstijd van het voertuig in het gecontroleerde gebied worden afgegeven, zodat ook een langer verblijven van voertuigen op het verkeer svlak regelmatig wordt geregistreerd en door de omgeving veroorzaakte zelfinductieveranderingen geen foutsigna-30 len tot gevolg kunnen hebben.By the digital measurement of a constant base frequency and the digital interpretation according to this known method, normal environmental changes in the region of the induction loop can be suppressed as control signals by adaptation to the threshold value limit and real control signals independent of the absence time of the induction loop. vehicle in the controlled area, so that a longer stay of vehicles on the traffic surface is also regularly registered and self-induced changes caused by the environment cannot lead to error signals.

Bij het gebruikmaken van de bovengenoemde bekende werkwijze op door railvoertuigen bereden raiispoor-segmenten wordt een inductielus in het inwerkingsgebied van het railvoertuig, bijvoorbeeld op de drempels, geplaatst 35 en een stuursignaallevering gedurende de aanwezigheid van het voertuig boven de lus bereikt. Deze bekende werkwijze heeft het nadeel, dat de relatief kleine lus slechts een 8201256 * * -2- kort railbaansegment kan controleren en de bevestiging van de inductielus slechts kan worden uitgevoerd met hulpmiddelen zoals bijvoorbeeld houten ramen of dergelijke middelen, die bij machinale railbaanwerkzaamheden, zoals bijvoorbeeld 5 spoorrailstopwerkzaamheden, moeten worden gedemonteerd.When using the above-mentioned known method on rail track segments driven by rail vehicles, an induction loop is placed in the operating area of the rail vehicle, for example on the thresholds, and a control signal delivery is achieved above the loop during the presence of the vehicle. This known method has the drawback that the relatively small loop can only control an 8201256 * * -2 short rail track segment and that the induction loop can only be fastened with aids such as, for example, wooden windows or the like, which are used in machine track operations such as for example 5 track stop work, must be dismantled.

De uitvinding heeft ten doel een inrichting te verschaffen, die het mogelijk maakt de genoemde bekende werkwijze met uitsluiting van de hieraan klevende nadelen toe te passen op railvoertuigen.The object of the invention is to provide a device which makes it possible to apply the said known method to rail vehicles with the exclusion of the associated drawbacks.

10 Volgens de uitvinding wordt dit oogmerk hier door bereikt, dat de inductielus in het gebied van een railspoorlijn zodanig is geplaatst, dat de evenwijdig met de rails lopende deellengten van de inductielus direkt aan de railvoet zijn aangebracht, en dat de railspoorlijn door 15 middel van tenminste twee op een afstand van elkaar verwijderd geplaatste kortsluitverbindingsdelen is samengesteld tot een kortsluitring, die gescheiden is van de inductielus .According to the invention, this object is achieved here, that the induction loop is placed in the area of a rail track line such that the partial lengths of the induction loop running parallel to the rails are arranged directly on the rail base, and that the rail track line is arranged by means of at least two spaced short-circuit connection parts are assembled into a short-circuit ring separate from the induction loop.

D.oor het plaatsen van de inductielus aan de 20 railvoet en het vormen van een kortsluitring wordt een goede inductieve koppeling van de kortsluitring met de inductielus bereikt, doch tegelijkertijd de werking van de inductielus door de kortsluitverbindingsdelen begrensd tot een bepaald railbaansegment. Bij het binnentreden van assen 25 in de kortsluitring wordt een zelfinduetieverandering veroorzaakt, die bij het overschrijden van een programmeerbare drempelwaarde door middel van de interpretatieketen stuursignalen afgeeft.D. By placing the induction loop on the rail base and forming a short-circuit ring, a good inductive coupling of the short-circuit ring with the induction loop is achieved, but at the same time the operation of the induction loop is limited by the short-circuit connection parts to a certain rail track segment. When axes 25 enter the short-circuit ring, a self-induction change is caused, which produces control signals when the programmable threshold value is exceeded by means of the interpretation chain.

Aldus wordt het.voordeel bereikt, dat door het 30 gebruikmaken van de kortsluitring om de inductielus van het te controleren railbaansegment beduidend kan worden vergroot, waarbij de grootte van de kortsluitring veranderbaar is en zonder moeilijkheden kan wórden aangetast aan de betreffende plaatselijke omstandigheden. Een verder voordeel 35 bestaat hierin, dat de ligging van de inductielus binnen de kortsluitring vrij kiesbaar is.The advantage is thus achieved that by using the short-circuit ring to induce the induction loop of the rail track segment to be checked, the size of the short-circuit ring can be changed and can be easily adapted to the relevant local conditions. A further advantage consists in that the location of the induction loop within the short-circuit ring is freely selectable.

Volgens een verder kenmerk van de uitvinding kan tussen de kortsluitverbindingselementen tenminste een verder schakelbaar kortsluitverbindingselement worden aange-40 bracht. Hierdoor is het mogelijk om de lengte van de kort- 8201256 - ¥ -3- sluitring en het te controleren railbaansegment te veranderen door het bijschakelen of uitschakelen van extra kort-sluitverbindingsdelen. In het bijzonder wordt het hierdoor mogelijk een lang railbaansegment, bijvoorbeeld een rangeer-5 spoor, onder te verdelen teneinde vast te stellen tot aan welke delen het railspoorbaansegment bezet is. Dit is bijvoorbeeld van belang bij het samenvoegen van treinen, daar de afduwsnêlheid van de wagens onder meerdere afhankelijk is van de betreffende, bij toenemende treinlengte afnemende 10 afstand tot het treineinde.According to a further feature of the invention, at least one further switchable short-circuit connection element can be arranged between the short-circuit connection elements. This makes it possible to change the length of the short-circuit 8201256 - ¥ -3- washer and the rail track segment to be checked by switching on or off additional short-circuit connection parts. In particular, this makes it possible to subdivide a long rail track segment, for example a shunting track, in order to determine to which parts the rail track segment is occupied. This is important, for example, when joining trains, since the pushing speed of the wagons depends, inter alia, on the respective distance to the train end, which decreases with increasing train length.

Bekend is reeds de rails van een railbaansegment door middel van railverbindingsdelen elektrisch geleidend met elkaar te verbinden en het aldus gevormde railbaansegment te schakelen op een oscillator, waarvan-de frekwen-15 tie door het kortgesloten gebied van het railbaansegment wordt bepaald. Zodra een voertuig het kortgesloten railbaansegment binnenrijdt, wordt de oscillator vanuit haar grond-frëkwentie verstemd. Wanneer de verstemming een tevoren bepaalde drempelwaarde overschrijdt, wordt via een omzetter 20 een bezet-bericht voor het railbaansegment in een uitzend-inrichting uitgezonden.It is already known to connect the rails of a rail track segment to each other in an electrically conducting manner by means of rail connection parts and to connect the rail track segment thus formed to an oscillator, the frequency of which is determined by the short-circuited area of the rail track segment. As soon as a vehicle enters the short-circuited rail track segment, the oscillator is tuned from its ground frequency. When the tuning exceeds a predetermined threshold value, a busy message for the rail track segment is transmitted in a broadcasting device via a converter 20.

Bij deze bekende, railstroomkring voor spoor-baanbeveiligingsinrichtingen wordt de oscillator-zelfinductie door de railstroomkring gevormd, die derhalve een galva-25 nische verbinding met de oscillator heeft. Hierdoor werken niet alleen omgevingsinvloeden direkt in op de oscillator zelfinductie, doch bestaat verder het gevaar, dat de oscillator door externe invloeden zoals bijvoorbeeld bliksem, railkeerstromen en dergelijke verschijnselen wordt bescha -30 digd.In this known rail circuit for trackside protection devices, the oscillator inductance is formed by the rail circuit, which therefore has a galvanic connection to the oscillator. As a result, not only environmental influences directly affect the oscillator's inductance, but there is further the danger that the oscillator is damaged by external influences such as, for example, lightning, rail reversal currents and the like.

Met de inrichting volgens de uitvinding worden deze nadelen vermeden doordat de door de kortsluitver-bindingsdelen tussen de raillengten gevormde kortsluitring galvanisch is gescheiden van de in het gebied van deze 35 raillengte geplaatste inductielus. Hierdoor wordt het gevaar op vernieling van de oscillator door externe invloeden geëlimineerd; bovendien worden omgevingsinvloeden zoals temperatuur en vochtigheid verminderd. De railkeerstromen, die binnen het te controleren railbaansegment door de kortsluit-40. verbindingsdelen symmetrisch optreden, worden gecompenseerd 8201256 -4- ' *· door de in tegengestelde stroomrichting in de evenwijdig met de rails verlopende deellengten van de inductielus.With the device according to the invention these disadvantages are avoided in that the short-circuit ring formed by the short-circuit connection parts between the rail lengths is galvanically separated from the induction loop placed in the region of this rail length. This eliminates the danger of destruction of the oscillator by external influences; in addition, environmental influences such as temperature and humidity are reduced. The busbars that flow through the short-circuit 40 within the rail track segment to be controlled. connecting parts are symmetrical, are compensated for by 8201256 -4- '* by the opposite flow direction in the partial lengths of the induction loop running parallel to the rails.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin bij wijze van 5 voorbeeld twee gunstige uitvoeringsvormen van de inrichting volgens de uitvinding zijn weergegeven. Hierin toont:The invention will be explained in more detail below with reference to the drawing, which shows by way of example two favorable embodiments of the device according to the invention. Herein shows:

Fig.l schematisch en te controleren railbaan- segment, fig.2 een vertikale doorsnede volgens de lijn 10 II-II van fig.l van een praktische uitvoeringsvorm van de controle-inrichting, en fig.3 een tweede uitvoeringsvorm hiervan.Fig. 1 schematically and a rail track segment to be checked, Fig. 2 a vertical section along the line II-II of Fig. 1 of a practical embodiment of the control device, and Fig. 3 a second embodiment thereof.

Fig.l toont twee rails 1, die in het railseg-ment A moeten worden gecontroleerd op de aanwezigheid van 15 een railvoertuig. Hiertoe zijn de rails 1 over de door het railsegment A tevoren bepaalde afstand door middel van kortsluitverbindingsdelen 2 samengesteld tot.een kortsluit-ring 3.Fig. 1 shows two rails 1, which must be checked in the rail segment A for the presence of a rail vehicle. For this purpose, the rails 1 are composed over a distance predetermined by the rail segment A by means of short-circuit connecting parts 2 into a short-circuit ring 3.

In het gebied van. deze kortsluitring 3 is een 20 inductielus 4 geplaatst, die verbonden is met een oscilla-torketen 5. Op deze oscillatorketen 5 is een interpretatie-keten 6 aangesloten, die voorzien is van een stuursignaal-uitgang 7.In the area of. this short-circuit ring 3 has an induction loop 4 placed, which is connected to an oscillator circuit 5. An interpretation circuit 6, which is provided with a control signal output 7, is connected to this oscillator circuit 5.

De inductielus 4 induceert langs de evenwijdig 25 met de rail 1 verlopende deellengten van deze inductielus 4 een spanning U in de kortsluitring 3. Wanneer een railvoertuig met een as 8 over het kortsluitverbindingsdeel 2 van de kortsluitring 3 rijdt zal hiermede het oppervlak van de kortsluitring 3 worden verkleind en hierdoor de zelf-30 inductie van de kortsluitring 3 worden verlaagd.The induction loop 4 induces a voltage U in the short-circuit ring 3 along the partial lengths of this induction loop 4 running parallel to the rail 1. When a rail vehicle with an axis 8 drives over the short-circuit connection part 2 of the short-circuit ring 3, the surface of the short-circuit ring 3 will hereby are reduced and thereby the self-inductance of the short-circuit ring 3 is reduced.

Deze verlaging van de zelfinductie van de kortsluitring 3 werkt krachtens de koppeling in op de primaire zelfinductie van de inductielus 4 en doet derhalve de totaal-zelfinductie verminderen. Daar de frekwentie van 35 de oscillator omgekeerd evenredig is met de totaal-zelfinductie, wordt de oscillatorfrekwentie verhoogd. De interpretatie van deze frefewentieverandering wordt op gebruikelijke wijze uitgevoerd.This reduction of the self-inductance of the short-circuit ring 3 acts on the primary self-inductance of the induction loop 4 by virtue of the coupling and therefore reduces the total self-inductance. Since the frequency of the oscillator is inversely proportional to the total inductance, the oscillator frequency is increased. The interpretation of this change of freefence is carried out in the usual manner.

Zoals fig.2 toont, worden de evenwijdig met de 40 rails 1 verlopende deellengten van de inductielus 4 bij 8201256 -5- voorkeur direkt langs de binnenzijde van de railvoet aangebracht, zodat enerzijds een goede wisselspanningskoppeling tussen de kortsluitring 3 en de inductielus 4 wordt verschaft en anderzijds deze delen van de inductielus 4 onaf-5 hankelijk van het materiaal van de dwarsliggers 9 op eenvoudige wijze en beschermd aan de railvoet kunnen worden aangebracht, zodat in het bijzonder bij werkzaamheden met een stopmachine het gevaar op beschadigingen van de inductielus 4 aanzienlijk wordt verminderd.As shown in Fig. 2, the partial lengths of the induction loop 4 running parallel to the 40 rails 1 are preferably arranged directly along the inner side of the rail base, so that on the one hand a good AC coupling is provided between the short-circuit ring 3 and the induction loop 4 and on the other hand, these parts of the induction loop 4 can be mounted in a simple manner and protected on the rail base independently of the material of the sleepers 9, so that the risk of damage to the induction loop 4 becomes considerable, especially when working with a tamping machine. reduced.

10 Fig.3 toont een uitvoeringsvoorbeeld, waarbij tussen de vaste kortsluitverbindingsdelen· 2 drie bijscha-kelbare kortsluitverbindingsdelen 3 zijn aangebracht, die met hun ene uiteinde direkt verbonden zijn met een rail 1 en met hun andere uiteinde via een schakelmiddel 11 kunnen 15. worden verbonden met de andere rail 1. Als schakelmiddel 11 kunnen relais, halfgeleiderelementen of elektromechanische schakelaars worden gebruikt. Deze schakelmiddelen 11 worden door de interpretatieketen 6 zodanig gestuurd, dat deze interpretatieketen 6 het tijdstip van het bijschakelen, 20 -respektievelijk uitschakelen van de extra kortsluitverbindingsdelen 10 bepaalt.Fig. 3 shows an exemplary embodiment in which three additional short-circuit connection parts 3 are arranged between the fixed short-circuit connection parts · 2, which are connected at one end directly to a rail 1 and can be connected at their other end via a switching means 11. with the other rail 1. As switching means 11, relays, semiconductor devices or electromechanical switches can be used. These switching means 11 are controlled by the interpretation circuit 6 such that this interpretation circuit 6 determines the time of the switching-on or switching-off of the additional short-circuit connection parts 10, respectively.

'In fig.3 is voorgesteld de wijze, waarop een as 8 van een railvoertuig van rechts naar links over de kortsluitring 3 rijdt. Bij het binnentreden van de kortsluit-25 ring 3 doet de as 8 de zelfinductie verlagen. Wanneer de as 8 de eerste van de drie bijschakelbare kortsluitverbindingsdelen 3 voorbij gereden is en deze verbindingsdelen via het schakelmiddel 11 met beide rails 1 worden verbonden, verkrijgt de nu door het rechter korts lui tverbindingsdee.1 30 2 en het eerste bijschakelbare kortsluitverbindingsdeel 10 gevormde kortsluitring 3 een uitgangszelfinductie, die aanwijst, dat dit deel van het gecontroleerde railbaansegment A vrij is.Fig. 3 shows the manner in which an axis 8 of a rail vehicle travels over the short-circuit ring 3 from right to left. When entering the short-circuit ring 3, the shaft 8 lowers the inductance. When the shaft 8 has passed the first of the three switchable short-circuit connection parts 3 and these connection parts are connected to both rails 1 via the switching means 11, the short-circuit connection part 1 now formed by the right short-circuit connection part 10 and the first switchable short-circuit connection part 10 obtains 3 shows an output self-inductance which indicates that this part of the controlled rail track segment A is free.

Door het afschakelen van het - in de bewegings-35 richting.van de as 8 gezien - eerste kortsluitverbindingsdeel 10 en bij schakelen van het tweede kortsluitverbindingsdeel 10 kan worden vastgesteld of de as 8 zich bevindt in het in het tweede deelsegment, dit is tussen het eerste en het tweede bij- of afschakelbare kortsluitverbindingsdeel ’ 40 10. Op deze wijze is een plaatsbepaling van de voertuigas 8 8201256 -6- dus van één of meer railvoertuigen in het betreffende rail-baansegment van de door de extra kortsluitverbindingsdelen 10 onderverdeelde kortsluitring 3 mogelijk.By switching off the first short-circuit connection part 10, viewed in the direction of movement of the shaft 8, and when switching the second short-circuit connection part 10, it can be determined whether the shaft 8 is located in the second sub-segment, this is between the first and second switchable or disconnectable short-circuit connection part '40 10. In this way, it is possible to locate the vehicle axle 8 8201256 -6- of one or more rail vehicles in the respective rail-track segment of the short-circuit ring 3 divided by the additional short-circuit connection parts 10. .

Een andere mogelijkheid ter controle wordt 5 verschaft wanneer alle schakelbare kortsluitverbindingsdelen 10 van de rail 1 zijn gescheiden en de door de rollende voertuigas 8 voortgebrachte zelfinductieverandering wordt gecontroleerd. Wanneer geen verandering van de zelfinductie meer plaatsvindt, wordt door het bijschakelen van eerst 10 de uiterst linkse en vervolgens de andere bijschakelbare kortsluitverbindingsdelen 10 vastgesteld op welke plaats zich de voertuigas 8 in het te controleren railbaansegment 8 bevindt.Another possibility for control is provided when all switchable short-circuit connection parts 10 of the rail 1 are separated and the self-induction change produced by the rolling vehicle shaft 8 is checked. When the self-inductance is no longer changed, by switching on first 10 the far left and then the other switchable short-circuit connecting parts 10, it is determined at which position the vehicle axis 8 is located in the rail track segment 8 to be checked.

15 -conclusies- 820125615 conclusions 8201256

Claims (2)

1. Inrichting voor het controleren van de aanwezigheid van voertuigen binnen bepaalde verkeersvlakken door middel van tenminste ëén inductielus, waarvan de zelfinduc-tieverandering door middel van een oscillator wordt bepaald 5 en wordt doorgegeven aan een interpretatieketen, waarbij de uit de trillingen van de oscillator voortgebrachte pulsen worden omgezet in een met de oscillatorfrekwentie evenredig tijdssignaal/ dat door middel van een konstante basisfre -kwentie digitaal wordt gemeten en waarvan de uit de zelfin-.10 ductieverandering resulterende verandering in de interpretatieketen wordt vastgesteld en bij het overschrijden van een programmeerbare drempelwaarde als stuursignaal wordt verder verwerkt, met het kenmerk, dat de inductielus (4) in het gebied van een raillengte zodanig, is geplaatst, 15 dat de evenwijdig met de rails (1£ verlopende deellengten van de inductielus (4) direkt aan de raillus zijn aangebracht, en dat de raillengte tenminste door twee op een afstand van elkaar geplaatste kortsluitverbindingsdelen (2) zijn samengëvoegd tot een kortsluitring (3), die gescheiden is 20 van de inductielus (4).1. Device for checking the presence of vehicles within certain traffic areas by means of at least one induction loop, the change of self-induction of which is determined by means of an oscillator and is passed on to an interpretation circuit, wherein the vibrations of the oscillator are generated. pulses are converted into a time signal proportional to the oscillator frequency / which is digitally measured by means of a constant base frequency and whose change in the interpretation chain resulting from the self-change is determined and when a programmable threshold value is exceeded as a control signal is further processed, characterized in that the induction loop (4) is placed in the region of a rail length such that the partial lengths of the induction loop (4) running parallel to the rails (1) are arranged directly on the rail loop, and that the rail length at least by two at a distance of spaced short-circuit connection parts (2) are combined into a short-circuit ring (3), which is separated from the induction loop (4). 2. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat tussen de kortsluitverbindingsdelen (2) tenminste een verder schakelbaar kortsluitverbindingsdeel 25 (10) is geplaatst. 82012562. Device according to claim 1, characterized in that at least one further switchable short-circuit connection part (10) is arranged between the short-circuit connection parts (2). 8201256
NL8201256A 1981-04-02 1982-03-25 DEVICE FOR CHECKING THE PRESENCE OF RAIL VEHICLES WITHIN PARTICULAR TRACKS. NL188462C (en)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE3113197 1981-04-02
DE19813113197 DE3113197C2 (en) 1981-04-02 1981-04-02 Device for monitoring the presence of rail vehicles within certain track sections

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8201256A true NL8201256A (en) 1982-11-01
NL188462B NL188462B (en) 1992-02-03
NL188462C NL188462C (en) 1992-07-01

Family

ID=6129073

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8201256A NL188462C (en) 1981-04-02 1982-03-25 DEVICE FOR CHECKING THE PRESENCE OF RAIL VEHICLES WITHIN PARTICULAR TRACKS.

Country Status (7)

Country Link
AT (1) AT383090B (en)
BE (1) BE892572A (en)
CH (1) CH658432A5 (en)
DE (1) DE3113197C2 (en)
FR (1) FR2503069B1 (en)
NL (1) NL188462C (en)
SE (1) SE457944B (en)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN109709379B (en) * 2018-12-11 2020-11-20 河南辉煌科技股份有限公司 Track circuit alarm limit adjusting method based on big data

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3205352A (en) * 1961-08-04 1965-09-07 Gen Precision Inc Presence detector
DE1780093A1 (en) * 1968-07-31 1972-01-13 Licentia Gmbh Device for determining the location of vehicles, in particular rail vehicles
DE2059388A1 (en) * 1970-12-02 1972-06-08 Siemens Ag Track circuit for railway safety systems
US4053128A (en) * 1976-12-06 1977-10-11 General Signal Corporation Jointless high frequency track circuit systems for railroads
DE2924247A1 (en) * 1979-06-15 1980-12-18 Siemens Ag TRACK CIRCUIT FOR RAILWAY LOCKING SYSTEMS

Also Published As

Publication number Publication date
FR2503069A1 (en) 1982-10-08
ATA50082A (en) 1986-10-15
DE3113197A1 (en) 1982-10-28
AT383090B (en) 1987-05-11
SE457944B (en) 1989-02-13
NL188462C (en) 1992-07-01
CH658432A5 (en) 1986-11-14
SE8202076L (en) 1982-10-03
DE3113197C2 (en) 1987-03-05
BE892572A (en) 1982-07-16
FR2503069B1 (en) 1986-03-21
NL188462B (en) 1992-02-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4306694A (en) Dual signal frequency motion monitor and broken rail detector
US4932614A (en) Train communication system
US8899530B2 (en) Train direction detection via track circuits
US4307860A (en) Railroad grade crossing constant warning protection system
US4641803A (en) Track circuit
CA1108277A (en) Highway crossing system with improved motion detecting apparatus
EA200101003A1 (en) METHOD OF MEASURING THE VELOCITY OF A RAIL VEHICLE AND A DEVICE FOR IMPLEMENTING THE METHOD
NL8201256A (en) DEVICE FOR CHECKING THE PRESENCE OF VEHICLES WITHIN CERTAIN ROADS.
JPH075077B2 (en) AC electrified railway track circuit
DE58908365D1 (en) MONITORING DEVICE FOR AT LEAST ONE POWER DISCONNECTOR OF A TRUCK OF A RAILWAY CONVEYOR.
US3489892A (en) Termination circuit for a rail vehicle detection system
SU718318A1 (en) Railway rolling stock passage monitor
JP4011204B2 (en) Railroad crossing control system
US3398275A (en) Signaling loop including unbroken railroad track
US3457402A (en) Circuitry for checking rail continuity
SU1081257A1 (en) Apparatus for assessing the condition of railway track
SU852693A1 (en) Device for monitoring the loss of shunt in rall vehicle
DE19944896A1 (en) Train location system for rail network
EP0076336A1 (en) Warning device, in particular for working sites within the range of an underground track
RU1805077C (en) Device for receiving signals of automatic locomotive signalling system
SU1649009A1 (en) Apparatus for measuring the width of rail track
SU654475A1 (en) Induction transmitter of locomotive automatic signalling system
SU602403A2 (en) Locomotive signalisation current registering device
EP0158011A3 (en) Circuit arrangement for monitoring the presence of railway vehicles in predetermined section blocks
RU1837027C (en) Track circuit for crossing access tracks

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BT A document has been added to the application laid open to public inspection
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20001001