NL8200857A - Aangedreven rol voor een rollentransportbaan. - Google Patents

Description

u 5,373 έ

Aangedreven rol voor een rollentransportbaan.

Voor transport van voorwerpen zoals kisten, kratten, dozen en dergelijke worden dikwijls rollenbanen gebruikt, die bestaan uit een onderstel met daarin door middel van kogel- of rollagers draaibaar ondersteunde onderling evenwijdige rollen, waar-5 bij de afstand tussen deze rollen zodanig is, dat de te transporteren voorwerpen steeds op tenminste twee rollen worden ondersteund. Bij horizontaal transport over een grotere afstand moet tenminste een deel van deze rollen worden aangedreven, wanneer geen andere middelen voor het voortbewegen van deze voorwerpen 10 aanwezig zijn.

tfanneer aan het einde van een dergelijke rollenbaan de toegevoerde voorwerpen niet worden afgevoerd, zal de baan geleidelijk vollopen. Wanneer de aandrijving van de rollen doorgaat, leidt dit tot een zware belasting van de aandrijfmiddelen, ter-15 wijl de doordraaiende rollen met wrijving langs de daarop rustende voorwerpen blijven draaien. In het geval van kisten en dergelijke kan dit tot beschadiging van de roloppervlakken leiden, terwijl kartonnen dozen en dergelijke door de rollen kunnen worden beschadigd. Bovendien zullen de voorwerpen door deze aandrijf-20 krachten tegen elkaar worden gedrukt, waarbij het eerste voorwerp, dat aan het einde van de baan wordt tegengehouden, de totale druk-kracht op een afsluitmiddel overdraagt, waarbij een van beide te zwaai* ‘kan worden belast.

Het is mogelijk bij het vaststellen van een dergelijke 25 stuwing de aandrijving stil te zetten, en bij het opheffen van de stuwing weer in werking te stellen, doch dit is meestal bezwaarlijk, daar dit tot sneller verslijten van de aandrijfmiddelen en tot vertragingen kan leiden, vooral wanneer de stuwing herhaaldelijk optreedt, zoals bijvoorbeeld bij een naar een laad- of ver-30 pakkingspunt voerende rollenbaan, waar steeds bepaalde aantallen voorwerpen aan de wachtende rij worden ontnomen.

De uitvinding beoogt een dergelijke rollenbaan te verschaffen, waarbij zonder toezicht vanzelf de aandrijving van de rollen onder stilstaande voorwerpen wordt onderbroken, zonder dat 35 dit tot bijkomend onderhoud en/of sneller verslijten aanleiding geeft, terwijl na het opheffen van de stuwing de aandrijving al- 8200857 - 2 - thans nagenoeg onmiddellijk veer in werking kan komen·

Daartoe bestaat een rollenbaan volgens de uitvinding uit aangedreven rollen, die elk door middel van lagers draaibaar op een as zijn bevestigd, die elk van een aandrijfwiel, in het 3 bijzonder een met een aandrijfketting in aangrijping zijnd ket-tingtandwiel, zijn voorzien, welke rol als kenmerk heeft, dat het aandrijfwiel los van de rol draaibaar op de as is aangebracht, waarbij de naar elkaar toe gekeerde oppervlakken van dit wiel en van de rol zijn voorzien van een of meer op regelmatige hoekafstan-10 den gelegen magneetparen, waarbij de magnetisatierichting van de magneten van een paar tegengesteld en althans in hoofdzaak evenwijdig aan de as is gericht.

Vanneer de rol geen grote veerstand ondervindt, kunnen deze magneten het aandrijfkoppel van het aandrijfwiel op de rol overdragen om deze in draaiing te houden, doch zodra de weerstand groter wordt, wordt de kracht van deze magneten te klein, en wordt de verbinding verbroken, welke verbinding echter na het wegvallen van de grotere weerstand nagenoeg onmiddellijk wordt hersteld.

In het bijzonder zijn de magneetparen van het aandrijf-20 wiel en van de rol elk met een ring uit magnetiseerbaar materiaal omringd, welke ringen op een geringe onderlinge afstand zijn gelegen, en een weg voor het sluiten van de veldlijnen vormen, welke ringen elkaar in het bijzonder tenminste ten dele coaxiaal kunnen omgeven· 25 De uitvinding zal in het onderstaande nader worden toe gelicht aan de hand van een tekening; hierin toont: fig. 1 een deeldoorsnede van een rol volgens de uitvinding; en fig. 2 een doorsnede volgens de lijn II-II van fig. 1.

30 In fig. 1 is het ene uiteinde van een rol 1 voor een rollenbaan weergegeven. Deze rolt is aan beide einden door middel van een kogellager 2 op een as 3 ondersteund, welke as op niet nader aangeduide wijze vast op een onderstel is bevestigd.

Op het buiten de rol 1 uitstekende einde van de as 3 is 35 een kettingwiel 4 door middel van een kogellager 5 ondersteund, welk lager op een of andere wijze op de as 3 is vastgezet·

Op het naar de rol 1 gekeerde eindvlak van de naaf 6 van het kettingwiel 4 is éen schijf 7 uit niet-magnetisch materiaal vastgezet· Daarin zijn op de wijze van fig. 2 korte staafmagne- 8200857 - 3 - 4» » - « ten 8 met afwisselend tegengestelde poling opgenomen, waarvan het veld in hoofdzaak loodrecht op het eindvlak is gericht.

Tegen het einde van de rol 1 en van een tussenring 9 tussen de rol 1 en het lager 2 is een schijf 10 uit niet-magne-5 tisch materiaal geplaatst, waarin magneten 11 in dezelfde rangschikking en in hetzelfde aantal als in de schijf 7 zijn opgenomen.

De schijf 7 is met een ring 12 uit magnetiseerbaar materiaal omringd, die zich tot over de zijwand van de kettingwiel-naaf 6 uitstrekt. Een soortgelijke ring 13 omgeeft de schijf 10, 10 welke ring 13 enerzijds de ring 12, en anderzijds de rol 1 omgeeft.

Het veld van de magneten kan zich voor een deel door deze ringen, en voor het overige door de as 3 sluiten.

Wanneer tegengestelde polen van de magneten 9 en. 11 tegenover elkaar zijn gelegen, oefenen deze een zodanige aantrek-15 kingskracht op elkaar uit, dat het normalerwijs vereisteaandrijf-koppel van het kettingwiel 4 op de rol 1 kan worden overgedragen, zodat de gewenste aandrijving van deze rol plaatsvindt.

Zodra echter een op de rol 1 rustend voorwerp wordt tegengehouden, en er een zekere wrijving tussen beide aanwezig is, 20 wordt de rol 1 afgeremd. De magneten 8 en 11 kunnen dan het toegenomen koppel niet meer leveren, en laten elkaar los, zodat de rol 1 stil blijft staan en het kettingwiel vrij gaat ronddraaien. Er treedt weliswaar zesmaal gedurende elke omwenteling een zekere trekkracht op, doch deze wordt steeds weer verbroken, 25 en vormt geen aanmerkelijke belasting voor de aandrijving.

Zodra het op de rol 1 rustende voorwerp weer vrijkomt, kan de rol 1 weer onbelast draaien. Zodra dan tegengesteld gepoolde magneten 8 en 11 tegen elkaar komen te liggen, zal een voldoende koppel worden uitgeoefend om de rol 1 in draaiing te brengen.

30 Op deze wijze wordt de aandrijving van de rollen van een rollenbaan vanzelf onderbroken en ook vanzelf weer hersteld, hetgeen zonder schokken kan plaatsvinden, zodat de aandrijfmiddelen door het in- en uitschakelen niet bijkomend worden belast.

Het zal duidelijk zijn, dat de afgebeelde uitvoering met 35 zes magneten slechts een voorbeeld is, en dat het aantal magneten, alsmede de vorm en de ligging daarvan, aan de omstandigheden kunnen worden aangepast.

! 8200857

Claims (3)

1. Aangedreven raL voor een rollentransportbaan, welke rol door middel van lagers draaibaar op een vaste as is ondersteund, en van een aandrijfwiel, in het bijzonder een met een aandrijf-ketting in aangrijping zijnd kettingtandwiel, is voorzien, met 5 het kenmerk, dat het aandrijfwiel (4) los van de rol (1) draaibaar op de as (3) is aangebracht, waarbij de naar elkaar toe gekeerde oppervlakken van dit wiel (4) en van de rol-(1) zijn voorzien van een of meer op regelmatige hoekafstanden gelegen magneet-paren (8, 11) waarbij de magnetisatierichting van de magneten van 10 een paar tegengesteld en althans in hoofdzaak evenwijdig aan de as (3) is gericht.

2. Bol volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de magneetparen (8, 11) van het aandrijfwiel (4) en van de rol (1) elk met een ring (12, 13) uit magnetiseerbaar materiaal zijn om- 15 ringd, welke ringen (12, 13) op een geringe onderlinge afstand zijn gelegen, en een weg voor het sluiten van de veldlijnen vormen.

3· Bol volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de beide ringen (12, 13) elkaar tenminste ten dele coaxiaal omgeven· i 8200857