NL8200808A - Batterijscheider. - Google Patents

Batterijscheider. Download PDF

Info

Publication number
NL8200808A
NL8200808A NL8200808A NL8200808A NL8200808A NL 8200808 A NL8200808 A NL 8200808A NL 8200808 A NL8200808 A NL 8200808A NL 8200808 A NL8200808 A NL 8200808A NL 8200808 A NL8200808 A NL 8200808A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
battery
ribs
sheet product
sheet
battery separator
Prior art date
Application number
NL8200808A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Grace W R & Co
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from US06/240,401 external-priority patent/US4368243A/en
Priority claimed from US06/338,381 external-priority patent/US4403024A/en
Application filed by Grace W R & Co filed Critical Grace W R & Co
Publication of NL8200808A publication Critical patent/NL8200808A/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01MPROCESSES OR MEANS, e.g. BATTERIES, FOR THE DIRECT CONVERSION OF CHEMICAL ENERGY INTO ELECTRICAL ENERGY
    • H01M50/00Constructional details or processes of manufacture of the non-active parts of electrochemical cells other than fuel cells, e.g. hybrid cells
    • H01M50/40Separators; Membranes; Diaphragms; Spacing elements inside cells
    • H01M50/463Separators, membranes or diaphragms characterised by their shape
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01MPROCESSES OR MEANS, e.g. BATTERIES, FOR THE DIRECT CONVERSION OF CHEMICAL ENERGY INTO ELECTRICAL ENERGY
    • H01M2300/00Electrolytes
    • H01M2300/0002Aqueous electrolytes
    • H01M2300/0005Acid electrolytes
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02EREDUCTION OF GREENHOUSE GAS [GHG] EMISSIONS, RELATED TO ENERGY GENERATION, TRANSMISSION OR DISTRIBUTION
    • Y02E60/00Enabling technologies; Technologies with a potential or indirect contribution to GHG emissions mitigation
    • Y02E60/10Energy storage using batteries

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Electrochemistry (AREA)
  • General Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Cell Separators (AREA)
  • Secondary Cells (AREA)

Description

ft - -. Λ «t - 1 -
Batterij scheider.
De uitvinding heeft betrekking op een batterij-scheider met een vlies met twee tegengestelde zijden, elk met 5 een bovenrand en een onderrand, waarbij tenminste een van deze zijden een aantal sinusoideachtige ribben bevat, die zich voor tenminste 75 % kontinu van de onderrand tot de bovenrand van deze zijde uitstrekken en van elkaar geïsoleerd zijn, terwijl tenminste sommige van de ribben in een naburige rib passen.
10 Een uitvoeringsvorm is een tegen zuur bestand poreus vel met een zodanige struktuurkonfïguratie, dat het als verbeterde batterijscheider kan dienen, op een uit genoemd vel gevormde verbeterde batterijscheider en op een batterij, in het bijzonder een lood-zuurbatterij, waarin de onderhavige verbe-15 terde scheider tussen naburige platen van tegengestelde lading is aangebracht.
Opslagbatterijen ofwel accumulatoren, ofwel accu's, ofwel accubatterijen zijn bekend en worden al meer dan een eeuw gebruikt. De bekende accu's bestaan uit een of meer celeenheden, 20 elk met een positieve elektrode, een negatieve elektrode, schei-dingselementen tussen elektroden van tegengestelde lading en een elektrolyt, bijvoorbeeld zwavelzuuroplossing in water.
Schelders voor een lood-zuurbatterij moeten kon-takt tussen elektroden van tegengestelde lading voorkomen maar 25 kontakt tussen elektrode en overmaat elektrolyt evenwel toelaten teneinde doelmatige elektrochemische reakties op te wekken. Zo moeten bijvoorbeeld uit lood en loodoxyde gevormde elektroden in kontakt worden gehouden met een overmaat zwavelzuurelektrolyt-oplossing teneinde tijdens ontlading de dubbele sulfaatreaktie 30 te laten optreden tussen het elektrodemateriaal en het zuur en daarbij ook voldoende elektrolyt voor ionenoverdracht te leveren. Verder moeten schelders de verwijdering toelaten van gasvormige produkten, die op de plaatoppervlakken worden gevormd tijdens de ladingsbewerking van elk oplaad/ontlaadpro- 8200808 -1a- programma. Normaliter wordt er zuurstof aan de positieve platen en waterstof aan de negatieve platen ontwikkeld. De gasvormige produkten verkeren meestal in de vorm van kleine belletjes en kunnen op elk punt aan een elektrodeplaatoppervlak worden 5 gevormd. Deze belletjes vormen belemmeringen voor het elektrolyt/ elektrodekontakt j dat voor een doelmatig batterijbedrijf nodig is.
Bij oudere batterij ontwerpen, waarbij kompakt- hëid en 10 8200808
tA V
- 2 - energiedichtheid nog geen grote rol speelden, werden elektrode-elementen van tegengestelde lading voldoende uiteengehouden door scheidingspennen of schotten, die de elektrolytstroom en de ontsnapping van gevormde gassen ongehinderd toelieten.
5 In een moderne accubatterij is tussen een groep onder ling verbonden platen, die de positieve elektrode vormen, een andere groep onderling verbonden platen geschoven, die werken als de negatieve elektroden onder afwisselende positieve/nega-tieve plaatorientatie binnen elke cel van de batterij. Elke 10 plaat moet van naburige platen van tegengestelde lading worden afgehouden door een of andere vorm van scheidingsmiddel. Kontakt kan worden toegeschreven aan onvolmaaktheden in de plaatstruk-tuur of aan kromming of kronkeling van een plaat die normaliter tijdens bedrijf van de cel en ook door andere chemische of 15 fysische verschijnselen optreedt. De wens tot het ontwikkelen van batterijen van kompakte, hoog specifieke kapaciteit (elektrische energie/eenheidsgewicht), waarin de scheidingsmembranen sandwichachtig tussen elektroden van tegengestelde lading zijn aangebracht, vereist een schelder, die kan worden gevormd uit 20 dun, lichtgewicht velmateriaal, dat mogelijkheden biedt voor de verwijdering van gassen, elektrode /elektrolytkontakt biedt met een minimum speling en het vermogen heeft de tussen naburige elektrodeplaten optredende, samendrukkende krachten te weerstaan. Dergelijke krachten hebben de neiging tot het vervormen 25 en soms volledig in elkaar drukken van de gasontsnappingsorganen, die in bekende schelders zijn aangebracht. De scheider-komponent wordt dan ook bij de bouw van een zeer doelmatige batterij ais een sleutelelement beschouwd.
De bekende in lood-zuuraccubatterijen gebruikte 30 schelders zijn op verschillende wijzen voorzien van afstandhouders, zoals schelders,die gelamineerd zijn met glasmatten of voorzien zijn van wapeningsribben of uitstulpingen, die aan tenminste een oppervlak zijn aangebracht. Dergelijke scheiders zijn duur te vervaardigen en voegen materiaal en gewicht aan 35 het batterijsysteem toe. Verder hebben scheiders, die glasmatten 8200808 - 3 - 1 ί als deel van hun struktuur bevatten het nadeel, dat zij gasbellen herbergen en vasthouden in de vezeist ruktuur van de mat.
De gebruikelijke van vapeningsribben voorziene schelders zijn tot dusver slechts vervaardigd uit dik velmateriaal, aangezien 5 dun velmateriaal zodanig buigzaam is gebleken, dat een doeltreffende strekking van de schelder tussen naburige, tegengesteld geladen elektrodeplaten is uitgesloten.
Schelders met afstandsvoorzieningen zijn ook gevormd uit gebosseleerdvelprodukten. Er zijn verschillende bossele-10 ringen bekend, bijvoorbeeld rechte geribbelde konfiguraties als beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 2.662.106, of uitstulpingen als beschreven in de Amerikaanse oetrooischrif-ten 2.382.829, 2Λ65Λ93, b.072.802 en U. 153.759. Het bekende geribbelde scheidertype heeft bij vorming uit dun velmateriaal 15 geen strukturele samenhang. Dunne geribbelde scheiders hebben het nadeel, dat zij bezwijken onder de samendrukkende krachten en platgedrukt worden tegen het plaatoppervlak. Scheiders van réchte geribbelde uitvoering zijn slechts geschikt voor het laten ontsnappen van gassen, wanneer zij zijn gevormd uit 20 stijver en dikker materiaal dan gewenst is. Scheiders, die zijn voorzien van gebosseleerde uitstulpingen, zoals beschreven in de Amerikaanse octrooischrift en 2.382.829 en 2.b6$.b93 hebben de neiging gassen in hun afzonderlijke holten op te vangen. Scheiders als beschreven in de Amerikaanse octrooischrif-25 ten b.072.802 en U.153.759 kunnen uit dun velmateriaal worden vervaardigd, maar hebben konische uitsteeksels, die de ontsnapping van gasprodukten neigen te blokkeren. Eet Amerikaanse , octrooischrift U.228.225 heeft betrekking op een scheider, die uit dun velmateriaal kan worden vervaardigd en een gebosseleerde 30 konfiguratie heeft met kontinue, vertikaal georienteerde gasontsnappingswegen. Het thans beschreven velprodukt heeft een ontwerp, dat de verwijdering van gevormde gassen verder verbetert en bevordert en ook de andere gewenste eigenschappen biedt.
35 Aldus heeft de uitvinding betrekking op een voor 8200808 £ '* ✓ - If - gebruik als batterijscheider geschikt, dun velprodukt, dat aan beide kanten van de batterijscheider banen heeft voor het snel verwijderen van de in de batterij gevormde gassen.
Het produkt van de uitvinding zorgt ook voor vol-5 doende elektrolyt/elektrodekontakt voor een doelmatig batterij-bedrijf.
Het produkt van de.uitvinding is voor het handhaven vanConfiguratie tijdens het bedrijf voldoende bestand tegen mechanische krachten.
10 De uitvinding verschaft een dun poreus velmateriaal ’ geschikt voor gebruik als batterijscheider, •waarbij het vel een eerste en een tweede hoofdzijde heeft, -waarbij elke zijde een aantal afzonderlijke, kontinue open kanalen bevat, zodanig, dat elk kanaal aan een zijde een scheiding bepaalt tussen twee 15 kanalen aan de andere zijde, elk van de kanalen een konfiguratie heeft met een zekere mate van laterale uitstrekking, die meer bedraagt dan een minimum laterale uitstrekking van het kanaal ten opzichte van een denkbeeldige mediaan voor dit kanaal en nagenoeg elk deel van elk kanaal, als gezien aan de kant, 20 zodanig georienteerd is, dat een imaginaire raaklijn aan elk gedeelte van elk kanaal en een imaginaire vertikale oriëntatie-lijn een scherpe hoek vormen van ten hoogste 70 graden met. de vertikaal.
Het poreuze vel van de uitvinding heeft een nage-25 noeg gelijkmatige algehele dikte met een konfiguratie die verbeterde gasontsnappingsorganen aan beide hoofdzijden levert en in een omwikkelende of omhullende konfiguratie kan worden gebracht'onder instandhouding van dezelfde verbeterde gasontsnappings organen in deze konfiguraties.
30 In het vel van de uitvinding is elke dwarsdoorsnede van elk kanaal nagenoeg hetzelfde over de totale lengte van het kanaal.
De uitvinding heeft ook betrekking op een zuurbatte-rij, bestaande uit een houder, een elektrolyt, tenminste een 35 paar elektrodeplaten van tegengestelde lading en een scheider, 8200808 - 5 - gevormd uit een velprodukt van de uitvinding, die is aangebracht tussen en tenminste even groot is als elk paar elektrodeplaten.
Figuur 1 is een opengewerkt aanziekt van een accu-batterij met een seheidingsmembraan, dat is aangebracht tussen 5 een positieve en een negatieve elektrodeplaat.
Figuur 2 is een doorsnede van een deel van een velprodukt van de onderhavige uitvinding.
Figuur 3 is een plattegrond van een deel van het velprodukt volgens vlak P -P3 van figuur 2.
10 Figuur b is een plattegrond van een deel van een vel produkt volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.
Figuur 5 is een vergrote geometrische contourtekening van een deel van het aanzicht van het velprodukt van figuur U.
15 Figuur 6 is een plattegrond van een deel van een eerste hoofdzijde van een velprodukt volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.
Figuur T is een plattegrond van een deel van een tweede hoofdzijde van het velprodukt van figuur 6.
20 Figuur 8a is een doorsnede van een deel van het vel produkt van figuur b langs lijn U-U.
Figuren 8b en 8c zijn doorsneden van eventuele andere uitvoeringsvormen van velprodukten van de onderhavige uitvinding.
25 Figuur 9 is een perspektieftekening van een enkel scheidingsvelelement van de onderhavige uitvinding.
Figuur 9a is een perspektieftekening van een enkele, omhullingsvormige scheider, gevormd uit een velprodukt van de onderhavige uitvinding, waarin zich een elektrodeplaat bevindt.
30 Figuur 10 is een doorsnede van een deel van een scheider volgens de onderhavige uitvinding die tussen elektrodeplaten van tegengestelde lading is aangebracht.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op als batterijscheider te gebruiken velprodukten. Het onderhavige 35 velprodukt heeft een struktuurkonfiguratie, die kontinue ont- 8200808 Λ « - 6 - snappingswegen biedt voor de verwijdering van gasprodukten uit een batterij, levert een middel voor het toelaten van een goed elektrolyt/elektrodekontakt en biedt tegelijkertijd strukturele sterkte tot het weerstaan van samendrukkende krachten, zelfs 5 wanneer het velprodukt uit dun materiaal is vervaardigd. De scheider van de uitvinding kan worden gevormd uit een mikroporeus velprodukt en kan worden verwerkt tot afzonderlijke, nagenoeg vlakke vellen of in een U-vorm worden gewikkeld onder levering van de kontinue opwaartse ontsnappingswegen aan alle hoofd-10 oppervlakken van de scheider.
Figuur 1 toont een cel van een accubatterij, bijvoorbeeld een gewone lood-zuurautoaccu, gevormd uit buitenste houder 1 en deksel 2 met daaraan verbonden eindpool 3, venti-latieplug k en cellênverbinder 5. De bodem van houder 1 bevat 15 normaliter organen 6, bijvoorbeeld ribben, ter ondersteuning van een elektrodenstelsel. Het stelsel bestaat uit een negatieve elektrode, die wordt gevormd door een aantal negatieve elektrode-platen J, die op afstand van elkaarjkaan en onderling worden verbonden door een negatieve verbindingsstrook 8 en een posi-20 tieve elektrode, die wordt gevormd door een aantal positieve elektrodeplaten 9, die op afstand van elkaar staan en onderling worden verbonden door verbindingsstrook 10. De negatieve platen 7 zijn telkens geplaatst in de ruimte tussen twee positieve platen 8 onder vorming van een afwisselende reeks van 25 negatieve-positieve platen. Tussen elk paar platen van tegengestelde lading van het elektrodenstelsel bevindt zich scheider 11 ter voorkoming van kontakt tussen de platen. De scheider van de onderhavige uitvinding kan worden gebruikt als afzonderlijke velprodukten tussen elk paar platen van tegengestelde lading 30 als getoond in figuur 1, of kan rond elke positieve of elke negatieve plaat worden gewikkeld zowel in een U-konfiguratie met open zijden (randen van het scheidingsvel tegen de verti-kale kant van batterijhouder 1) of met gesloten zijden als in de techniek bekend is als een "omhullings"konfiguratie, 35 zoals wordt getoond in figuur 9a en onder in detail wordt be- 8200808 - 7 - sproken.
Figuren 2 en 3 worden hier gegeven teneinde bepaalde uitdrukkingen te identificeren, die in deze'beschrijving en conclusies worden gebruikt. Figuur 2 is een vergrote voorstelling 5 van een kenmerkende doorsnede van een deel van een stuk vel-produkt volgens de onderhavige uitvinding en figuur 3 is een plattegrond van het vlak P^-P^ van figuur 2. Figuur 2 vertegenwoordigt een gedeeltelijke en vergrote doorsnede van een vel-produkt 20, dat zich bevindt tussen grensvlak P^-P^ en grens-10 vlak Pg-Pg. De ruimtelijke afstand tussen vlakken P^-P^ en P^-P2 definieert de maximum ruimtelijke afstand 25 wan het vel, die de maximum ruimtelijke dikte van velprodukt 20 is. Velpro-dukt 20 heeft een eerste hoofdzijde 21 en een tweede hoofdzijde 22. Velprodukt 20 heeft een lichaamsdikte 25', die de dikte 15 is tussen oppervlakken 21 en 22. De lichaamsdikte is in het algemeen over het gehele vel 20 nagenoeg gelijkmatig van afmeting.
Elk van de hoofdzijden van vel 20 vormt een oppervlak, dat zich vele malen uitstrekt vanaf zijn grensvlak naar het 20 andere grensvlak. Zo heeft in het bijzonder hoofdzijde 21 de vorm van een oppervlak met topgedeelten 23 die het dichtst bij grensvlak Ρ^Ρ^ liggen. Elk topgedeelte 23 ligt in het algemeen in grensvlak P ^-P ^. Hoofdzijde 21 heeft uitgestrekte oppervlaktegebieden 26, die niet in vlak P^-P^ liggen, maar 25 zich binnen de maximum ruimtelijke afstand 25 uitstrekken in de richting naar vlak P -P . Elk uitgestrekt oppervlaktegebied 26 wordt normaliter (met de mogelijke uitzondering van een geval, dat nabij de rand van het velprodukt ligt) begrensd door op afstand van elkaar gelegen naburige topgedeelten 23 30 van zijde 21. Elk van deze oppervlaktegebieden 26 vormt dan ook een open kanaal aan hoofdzijde 21. Elk deel van gebied 26 of zijde 21, dat door twee naburige topgedeelten 23 wordt begrensd heeft een nadir gedeelte 23', dat het gedeelte van oppervlak 26 is, dat zich het dichtst bij grensvlak Pg-Pg be-35 vindt. De uitdrukkingen "verheven oppervlak" en "verzonken 8200808 - 8 - S I» oppervlak", die hier -worden gebruikt zijn dan ook relatieve uitdrukkingen, die punten definiëren aan het oppervlak van een velprodukt van de uitvinding ten opzichte van een ander punt op hetzelfde oppervlak en binnen de grenzen van twee naburige 5 toppunten op dit oppervlak, gezien op een doorsnede, waarbij de toppunten zich aan de bovenzijde van de tekening, bevinden.
Op dezelfde wijze vormt zijde 22 een oppervlak met vele topgedeelten 2b t die zich zover mogelijk uitstrekken naar of liggen in grensvlak P^-P^. Hoof,^z^^e 22 heeft uitgestrekte 10 oppervlaktegebieden 27, die zich binnen ruimtelijke afstand 25 en vanaf topgedeelten 2b uitstrekken naar vlak P^-P^. Elk gebied 27 wordt normaliter (met de mogelijke uitzondering van een geval, dat nabij een rand van het velprodukt ligt) begrensd .
door op afstand van elkaar gelegen, naburige topgedeelten van 15 zijde 22, die het dichtst bij vlak P2"P2 -^ssen en een derSe_ lijk gebied 27 vormt dan ook telkens een open kanaal aan hoofdzijde 22. Elk gedeelte van gebied 27, dat een apart open kanaal vormt, dat wordt begrensd door twee naburige topgedeelten 2b heeft een nadirgedeelte 2b’, dat een gedeelte is van oppervlak 20 27, dat zich het dichtst tot grensvlak P^-P^ uitstrekt. Men ziet dat elk uitgestrekt oppervlaktegebied 26, dat een kanaal vormt aan zijde 21 een nadirgedeelte 23' heeft, dat aan zijde 22 overeenkomt met topgedeelte 2b op uitgestrekt oppervlak 27, zodat de kanalen aan een hoofdzijde een scheiding vormen aan 25 de andere hoofdzijde. Het kanaal aan een hoofdzijde vormt een scheiding tussen twee naburige kanalen aan de andere hoofdzijde van het velprodukt. Figuur 2 toont verder een denkbeeldig vlak P3-P3, dat een is van een aantal vlakken,dat tussen vlakken P^-P^ en Ρ^-Ρ^ en hoofdzijde 21 doorsnijdt op punten 30 28, 28', 28'1, 28' ’', 28 M’ ’ en 28'' ’' ’ van het oppervlak van de zijden.
Figuur 3 is een plattegrond van snijvlak P^-P^ van figuur 2, waarin contoursnijlijnen 28a, 28b, 28c, 28d, 28e en 28f de snijlijnen zijn van vlak P^-P^, dat zich respektievelijk 35 van punten 28, 28', 2δΜ, 28,M, 28,,M en 28,MM over zijde 3200808 - 9 - 21 uitstrekt. Denkbeeldige contourlijnen 23a, 23b en 23c zijn elk topcontourlijnen Tan elk respektievelijk toppunt 23 of zijde 21 als uitgebeeld in figuur 2. Afstand 29 tussen contour-snijlijnen 28b en 28c en afstand 30 tussen contoursnijlijnen 5 28d en 28e vertegenwoordigen de afmeting van de breedte van elk open kanaal 26’ aan zijde 21 tussen respektievelijk punten-paren 281 en 28'* en puntenparen 28''' en 28''''. Afstand 29’ tussen denkbeeldige topcontourlijnen 23a en 23b en eveneens afstand 30' tussen denkbeeldige topcontourlijnen 23b en 10 23c vertegenwoordigen de breedteafmeting van elk open kanaal 26'.
Elk kanaal heeft een patroon. Elk gedeelte van het patroon van elk kanaal kan worden gedefinieerd met behulp van een paar op afstand gelegen contourlijnen, die worden gevormd 15 door de snijlijn van een denkbeeldig vlak, zoals met een hoofdzijde van het velprodukt. Contourlijnen 28b en 28c liggen bijvoorbeeld op afstand van elkaar en definiëren een kanaalpatroon. Het patroon, dat begrensd wordt door contour-snijlijn 28b tussen punten 31 en 32 en door contoursnijlijn 20 28c tussen punten 33 en 3^ vertegenwoordigt een enkele cyclus van een patroon, dat zichzelf weer kan herhalen over een segment van richting, waarin het open kanaal zich uitstrekt. Een aan een kanaalpatroon verwant gebied 31, 32, 33, 3^· kan worden gedefinieerd door elk van de puntenparen 31 en 32, 32 en 33, 25 33 en 3^, 31* en 31 met rechte lijnen met elkaar te verbinden.
Elk ander paar vlakke contourlijnen, hetzij fasiaal, zoals bij P-j-P-jï hetzij snijdend, zoals bij P^-P^ kan helpen bij het bepalen van het kanaalpatroon. Lijn 35 is een denkbeeldige mediaan van kanaal 26, zodanig, dat over een cyclus van het 30 kanaalpatroon de denkbeeldige mediaan 35 recht is en het totale gebied 31, 32, 33, 3^ van het kanaal halveert in twee rekenkundig gemiddeld gelijke gebieden. Over de totaal strekkende afstand van de velprodukten kan de denkbeeldige mediaan krom of recht zijn. Kanaal 26' heeft als deel van zijn patroon uit-35 strekkingen 36, die zich lateraal vanaf de mediaan uitstrekken 8200808 ~1 ID- over een grotere afstand dan de minimum afmeting van de laterale uitstrekking van de kanalen. De minimum laterale uitstrekking van het kanaal kan een positieve of negatieve vaarde hebben of nagenoeg nul zijn. Als alle laterale uitstrekkingen van een 5 patrooncyclus van een contourlijn aan dezelfde kant van een denkbeeldige mediaan liggen, wordt de minimum laterale uitstrekking positief genomen. Als alle laterale uitstrekkingen van een patrooncyclus van een contourlijn aan dezelfde kant van een denkbeeldige mediaan liggen en de minimum laterale uitstrek-10 king de mediaan raakt, is de minimum laterale uitstrekking 0.
Als de laterale uitstrekkingen van een patrooncyclus over de denkbeeldige mediaan heensteken wordt de minimum laterale uitstrekking als negatief beschouwd en uitstrekkingen aan de andere kant als positief. Een velprodukt, waarin van alle 15 kanale alle laterale uitstrekkingen op dezelfde afstand van een imaginaire mediaan liggen, vertoont niet de gewenste eigenschappen, die het velprodukt van de onderhavige uitvinding onverwacht heeft.
Elk van. de kanalen wan velprodukt 20 heeft een 20 zodanig patroon, dat elke topcontourlijn en elke contoursnij-lijn wan elk wlak wan P3-P3 binnen de grenswlakken ?i—en P^-P^ plaatsing in een batterij een wertikale orientatie-lijn snijdt onder een sterke hoek wan ten hoogste T0 graden.
Zo is bijwoorbeeld lijn 28d een contoursnijlijn wan vlak 25 P3-P3 met oppervlak 26 van zijde 21. Velprodukt 20 van figuur 3 is zodanig georienteerd, dat lijnen 38 elk een denkbeeldige vertikale orientatielijn van het velprodukt voorstellen vanaf de bodem naar de top van een in bedrijf zijnde batterij, waarin het velprodukt zich bevindt. De hoek theta (0) is een scherpe 30 hoek van vertikale lijn 38 met een raaklijn wan contourlijn 28d bij het snijpunt met lijn 38. Een voorkeurskonfiguratie van velprodukt 20 heeft bij tenminste sommige wan zijn kanalen een denkbeeldige mediaan 35 in de worm van een rechte lijn en denkbeeldige mediaan 35 is dan nagenoeg vertikaal georienteerd 35 als velprodukt 20 zich in een batterij bevindt.
8200808 -11-
Figuur 4 is een vergroot aanzicht van een deel van een van de twee' hoofdzijden van een exemplaar van een velpro-dukt 40 van de uitvinding. De andere hoofdzijde van dit exemplaar heeft een omgekeerde konfiguratie, die nagenoeg dezelfde 5 algehele konfiguratie is als hij de in figuur 4 afgeheelde zijde. Het getoonde gedeelte van velprodukt 40 heeft een hoofdzijde 41, die kontinue topgehieden 42a, 42b, 42c, 42d en 42e hevat in de vorm van topcontourlijnen, die de contourlijnen zijn, die samenvallen met of zo dicht mogelijk liggen hij een 10 denkbeeldig grensvlak van zijde 41. Topgehieden 42a, 42b, 42c, 42d en 42e scheiden naburige gebieden 43a, 43b, 43c en 43d en hun respektievelijke nadir contourlijnen 43a’, 43b', 43c' en h-3d1. Dat vil zeggen dat een topgehied als 42b een topcontour-lijn vormt, die naburig gebied 43a scheidt van naburig gebied 15 43b. Elk van deze gebieden vormt een open, kontinu kanaal.
Ten opzichte van elk van de open kontinue kanalen, die vorden gevormd door gebieden 43a, 43b, 43c en 43d kan men een denkbeeldige mediaan vormen, respektievelijk 44a, 44b, 44c en 44d, die elk van de gebieden halveren. Het kanaal van gebied 20 43a en alle andere kanalen hebben laterale uitstrekkingen 45 ten opzichte van denkbeeldige mediaan 44a, die groter zijn dan de minimum laterale uitstrekking 46 van het kanaal onder vorming van een kanaal 43a met een kromme konfiguratie. De kromme konfiguratie is nagenoeg sinusoide. Op dezelfde vijze heeft 25 kanaal 43b (het nummer, waarmee het kanaal wordt aangeduid is hetzelfde als van het oppervlak , dat het kanaal vormt) heeft laterale uitstrekkingen 47 ten opzichte van zijn denkbeeldige mediaan 44b, die meer bedragen dan de minimum laterale uitstrekking 48 van kanaal 43b ten opzichte van mediaan 44b.
30 Kanaal 43b is krom in de vorm van een sinusoide. Kanalen 43c en 43d hebben een konfiguratie van dezelfde aard als kanalen 43a en 43b. Elk van de kanalen 43a, 43b, 43c en 43d passen tegen elkaar of anders gezegd, kanalen 43a, 43b, 43c en 43d strekken zich in een richting loodrecht op.een mediaan .in 35 nagenoeg dezelfde mate uit als het aangrenzende kanaal. Hoewel 8200808 -12- niet getekend kunnen natuurlijk andere kanalen van vel ^0 een andere konfiguratie hetben dan een sinusoidekonfiguratie en niet tegen andere kanalen passen, maar dan toch. aan de eisen van de uitvinding voldoen.
5 Er werd gevonden, dat velprodukt Uo een batterij- schelder vormt, die aanzienlijk elektrolyt/elektrodekontakt oplevert, bestand is tegen samendrukkende krachten, die op de hoofdzijden van het gevormde velprodukt worden uitgeoefend en bij juiste oriëntatie binnen een batterij als onder beschreven 10 een betere mogelijkheid tot gasontsnapping biedt.
Een velprodukt van de uitvinding kan in een zodanige oriëntatie in een batterij worden geplaatst, dat denkbeeldige vertikale orientatielijnen, die van onder naar boven door de batterij in zijn bedrijfsstand gaan en nagenoeg (tenminste 85 %, 15 bij voorkeur ten minste 90 % en liefst 100 %, waarbij een eventueel overblijvende hoeveelheid een scherpe hoek van 70 tot 90 graden vormt) alle lijnen, die aan de contourlijnen van elk van de kanalen van het vel raken, een scherpe hoek tot 70 graden en bij voorkeur tot 50 graden op hun snijpunt vormen. Zo heeft 20 bijvoorbeeld kanaal U3d van vel ^0 een contourlijn h9, die een van de vele contourlijnen is, die op het oppervlak van zijde i+1 kunnen worden gevormd tussen topcontourlijn ‘42e van het verheven gebied en nadir contour lijn l^d' van het verzonken gebied. Indien een denkbeeldige lijn 51 met een vertikale orien-25 tatie ten opzichte van bovenkant en onderkant van een batterij in de bedrijf sstand, waarin velprodukt ij-0 zich bevindt, raaklijn 52 van contourlijn k9 snijdt, vormen de lijnen een scherpe hoek tot 70 graden vanaf vertikale lijn 51 op nagenoeg elk punt langs de kromme contourlijn h9.
30 Figuur 5 is een vergroting van een deel van figuur k teneinde in groter detail de contourorientatie van de wanden van de open kanalen van het velprodukt van de uitvinding te laten zien. Tussen nadircontourlijn U3d' en topcontourlijn k2e is een contoursnijlijn h9 getrokken, die de snijlijn is van 35 het velprodukt met een vlak, dat nagenoeg evenwijdig loopt ten 8200808 -13- op zicht e van tenminste een grensvlak, van vel Uo. Denkbeeldige lijnén 51 zijn faciaal gesuperponeerd op contourlijn kp van vel UO in een vertikale oriëntatie ten opzichte van de batterij, waarin vel Uo zich. bevindt. Lijnen 52 zijn raaklijnen van con-5 tourlijn lj-9 bij het snijpunt met vertikale lijn 1*1. De hoek theta (0) is de scherpe hoek, die wordt gevormd tussen denkbeeldige vertikale lijn 51 en denkbeeldige raaklijn 52. (De hier gebruikte uitdrukking "raaklijn" heeft betrekking op een rechte lijn, die door twee naburige punten gaat op een krom 10 of recht lijnstuk van de contourlijn.) De velprodukten van de onderhavige uitvinding moeten open kanalen met een kromme uitvoeringsvorm hebben. Een dergelijke uitvoeringsvorm moet laterale uitstrekkingen hebben, die zich verder uitstrekken dan een minimum laterale uitstrekking ten opzichte van de mediaan 15 van het kanaal. Verder moet de uitvoeringsvorm een scherpe hoek theta opleveren van tot J0 graden op nagenoeg alle punten van elke contourlijn van het kanaal. Apex- en nadireontourlijnen zijn geschikte contourlijnen voor het bepalen van de hoek theta.
20 De denkbeeldige vertikale lijnen kunnen nagenoeg evenwijdig lopen aan een denkbeeldige mediaan van een of meer kanalen van een velprodukt, of kunnen daarmee een hoek maken, mits de velorientatie bij het bedrijf het toestaat, dat voldaan wordt aan de bovenbeschreven éis ten aanzien van de hoek 25 van de kanalen.
De kanalen van het velprodukt moeten kromme konfi-guraties hebben, die in kombinatie met elkaar weerstand bieden tegen samendrukkende krachten, die op het vel worden uitgeoefend. Het verdient de voorkeur dat tenminste 20 en nog 30 liever 50 % van de kromme konfiguratie van alle kanalen op elk vel zich lateraal verder uitstrekt dan de minimum laterale uitstrekking voor elk respektievelijk kanaal. Kanalen met een nagenoeg gelijkmatige laterale uitstrekking kunnen dan ook worden aangebracht tussen kanalen met meer dan een laterale 35 uitstrekking. Eventueel kunnen sommige of alle kanalen uitge- 8200808 -11*- strekte segmenten hebben met een gelijkmatige laterale uitstrekking .
4
Een velprodukt van de uitvinding wordt bij voorkeur vervaardigd uit een voorraadvel van nagenoeg gelijkmatige dikte.
5 De algehele konfiguratie van de andere hoofdzijde (niet getekend) van velprodukt 1+0 is dan ook nagenoeg het omgekeerde van hoofdzijde , die in figuur k wordt getoond. De konfiguratie van de eerste hoofdzijde is symmetrisch tegengesteld aan die van de tweede hoofdzijde.
10 Figuur 6 toont een deel van een exemplaar van een gevormd velprodukt 53 volgens de onderhavige uitvinding met een hoofdzijde 53’ met kanalen 5^· Elk afzonderlijk kanaal 5ha, 5^b, 5ta, 5^d en nog andere hebben de vorm van open, kontinue kanalen. Als ten opzichte van kanaal 5^-a getoond, heeft 15 het kanaal een kromme konfiguratie van een nagenoeg torosvormige uitvoeringsvorm, die een denkbeeldige mediaan 55 bepaalt.
Kanaal 5ba heeft laterale uitstrekkingen 56, die verder reiken dan de minimale laterale uitstrekking 57 van het kanaal ten opzichte van zijn denkbeeldige mediaan 55· De laterale uitstrek-20 kingen 56 van een minimum uitstrekking 57 naar de volgende heeft de vorm van een cirkelsegment. Kanaal 5^a heeft een fa-siale topcontourlijn 53 en een fasiale topcontourlijn 59, die samen het oppervlak bepalen, dat kanaal 5^-a vormt. Naburig kanaal 5^b heeft een fasiale topcontourlijn 60, die het dichtst 25 ligt bij topcontourlijn 59· De topcontourlijnen 59 en 60 van respektievelijk de twee naburige kanalen 5^a en 5^b vormen een topgebied 61, dat nagenoeg vlak is en samenvalt met een denkbeeldig grensvlak 53’. Topgebied 61 scheidt kanaal 5^a van 5^b. Indien velprodukt 53 in een zodanig positie in een batterij 30 wordt geplaatst, dat de vertikale orientatielijnen van de batterij evenwijdig lopen aan de denkbeeldige mediaan 55 van elk kanaal, kan. men gemakkelijk zien, dat nagenoeg alle stukken van contourlijnen 585 59 en βθ scherpe hoeken tot 70 graden met de vertikaal vormen.
35 Een segment van de tweede hoofdzijde van velprodukt 8200808 -15- 53 wordt getoond in figuur 7· Figuur 7 toont een hoofdzijde 62 met open kontinue kanalen 63a, 63h, 63c, 63d en andere soortgelijke kanalen. Elk van de kanalen 63a, 63h, 63c en 63d wordt telkens van de volgende gescheiden door topgehieden 64a, 5 64b, 64c en andere, die het kompliment zijn van respektievelijk de nadirgehieden 54a', 54b' en 54c' van de kanalen van hoofdzijde 53', getoond in figuur 6. Elk kanaal is van nagenoeg dezelfde konfiguratie als het volgende naburige kanaal en past daartegenaan. De topgedeelten 61 van zijde 53' vormen de nadir-10 gedeelten 63a', 63b', 63c' en 63d' van respekievelijk kanaal 63a, 63b, 63c en 63d. Wanneer men voor de verdere beschrijving voor de konfiguratie van het kanaal slechts op een kanaal let, ziet men duidelijk, dat de denkbeeldige mediaan 65 de gemiddelde omvang van kanaal 63b in twee gelijke gebieden verdeelt.
15 Kanaal 63b heeft lateralen uitstrekkingen 66 die zich periodiek aan beide zijden van de mediaan langs het kanaal uitstrekken.
Het nadirgebied 63b' van kanaal 63b aan zijde 62 komt overeen met het topgebied 61 van zijde 53' van hetzelfde vel 63. De topcontourlijnen van kanaal 63b zijn lijnen 67 en 68. Lijnen 20 67 en 68 vormen de grens van het gebied op zijde 62, dat kanaal 63b vormt. Een topcontourlijn 69 bepaalt samen met topcontour-lijn 68 de grens van het topgebied 64b, dat nagenoeg vlak is en samenvalt met het grensvlak van zijde 62 en een scheiding vormt tussen kanalen 63b en 63c. Dit topgebied 64b komt over-25 een met het nadirgebied van kanaal 54b aan zijde 53'.
Men ziet, dat de in figuren 4,6 en 7 af geheelde:: velprodukten elk kanalen hebben aan elk van hun twee hoofdzijden met een konfiguratie, die hoewel zij de vereiste laterale uitstrekking heeft, welke uitstrekking groter is dan elke minimum-30 uitstrekking van het kanaal, ervoor zorgt, dat nagenoeg alle kanalen (a) open zijn, (b) een kontinue opwaartse oriëntatie hebben en (c) alle oppervlaktegebieden, die elk kanaal vormen onder een scherpe hoek van tot 70 graden staan ten opzichte van een denkbeeldige vertikale orientatielijn van beneden naar 35 boven in een batterij, waarin het velprodukt zich bevindt.
8200808 -16-
Figuur 8a is een doorsnede van liet velprodukt van figuur h langs lijn 8a-8a. Velprodukt 40 Leeft een eerste hoofdzijde Ui en een tweede hoofdzijde 1*2, die een nagenoeg gelijkmatige lichaamsdikte 80 bepalen. Dikte 80 kan natuurlijk 5 enige variatie over vel hO vertonen. Een dergelijke variatie kan te wijten zijn aan de verwerking van het uitgangsprodukt tot het velprodukt. De konfiguratie van de doorsnede kan kon-tinu krom van nagenoeg sinusoide vorm zijn. Eventuele andere konfiguraties worden getoond in figuur 8h en 8c als onder be-10 schreven. Zijde kl van vel Uo heeft toppunten 81, die afzonderlijk worden aangeduid als 81 a, 81b, 81 c, 8ld en 81e en nadir-punten 82, die afzonderlijk worden aangeduid als 82a, 82b, 82c en 82d. Elk van de toppunten 81 is nagenoeg coplanair en samenvallend met een denkbeeldig grensvlak van een velprodukt i+0.
15 Verder komt elk van de toppunten 8la, 81b, 81c, 8ld en 81e overeen met een punt of respektievelijk topcontourlijnen U2a, k2b, h2c, h2d en h2e, die in figuur U worden getoond. Elk van de nadirpunten 82 op zijde hl staat in ruimtelijk verband met het denkbeeldige voorvlak van zijde U1. De gebieden 83, die 20 afzonderlijk worden aangeduid als 83a-a, 83a-b, 83b-b, 83b-c, 83c-c, 83c-d, 83d-d en 83d-e zijn oppervlaktegebieden, die zich uitstrekken tussen toppunten 81 en nadirpunten 82 op zijde lid. Oppervlakken i+3 vormen samen met nadirpunten 82 kanalen ll-3a, l+3b, ^3c en k3d. Zo wordt bijvoorbeeld kanaal k3a 25 gevormd door gebiéden 83a-a en 83a-b, dat zich samen met nadirpunt 82a uitstrekt van toppunt 81a tot toppunt 81b. Kanaal Ij.3a wordt door toppunt 81b van kanaal ^3b gescheiden. Elk ander kanaal is op dezelfde wijze gevormd en van naburige kanalen gescheiden. Men ziet duidelijk, dat oppervlaktegebieden 83a-a en 30 83a-b elk een "verzonken gebied" zijn ten opzichte van respek tievelijk toppunten 81a en 81b, maar zij kunnen ten opzichte van nadirpunt 82a ook worden beschouwd als een "verzonken oppervlak" .
De andere hoofdzijde h2 van velprodukt i+0 heeft 35 nagenoeg de omgekeerde konfiguratie van zijde hl. Elk toppunt 8200803 -17- 81 van zijde Ui heeft een overeenkomstig nadirpunt Qb, dat in figuur 8a afzonderlijk is aangeduid met 8ila, 81*b, Qbc, 8Ud en 8Ue op overeenkomstige punten op zijde b2. Op dezelfde wijze heeft elk nadirpunt 82 op zijde U1 een overeenkomstig toppunt 5 85j dat afzonderlijk is aangeduid als 85a» 85¾, 85c en 85d aan zijde b2. Men kan gemakkelijk zien, dat elk kanaal aan elk oppervlak een scheiding vormt tussen naburige kanalen aan het andere oppervlak van het onderhavige velprodukt.
Figuren 8b en 8c dienen ter toelichting van andere 10 doorsnedekonfiguraties, die men ter vorming van de open kontinue kanalen van het velprodukt van de uitvinding kan gebruiken. Figuur 8b toont een doorsnedekonfiguratie, waarin een oppervlak 86 een enkel toppunt 87 heeft, dat naburige kanalen van elkaar scheidt en het oppervlak 86 heeft een aantal nadirpunten, die 15 een vlakke nadirsektie 88 voor elk kanaal vormen. Het andere oppervlak 89 heeft een omgekeerde konfiguratie, die per definitie voor elk kanaal een enkel nadirpunt 90 heeft, dat overeenkomt met elk toppunt 87 op oppervlak 86. Oppervlak 89 heeft een aantal naburige toppunten, die vlakke topsekties 81 vormen, 20 die op hun beurt overeenkomen met elke vlakke nadirsektie 88 op oppervlak 86. Elke topsektie op een oppervlak vormt een scheiding tussen naburige kanalen op het andere oppervlak.
Figuur 8c toont een doorsnedekonfiguratie, waarin elk kanaal aan elke zijde een aantal nadirpunten heeft, die 25 een vlakke nadirsektie 92 vormen als deel van het kanaal en een aantal toppunten heeft, die vlakke topsekties 93 vormen, die naburige kanalen scheiden.
De aan een zijde van een velprodukt van de uitvinding gevormde verschillende kanalen kunnen natuurlijk verschillende 30 doorsnedekonfiguraties hebben. Zo kan de konfiguratie van het aanzicht van elk kanaal van een velprodukt van de onderhavige uitvinding verschillen van de konfiguratie van een naburig kanaal. Zo kunnen bijvoorbeeld bepaalde kanalen aan een kant van een velprodukt een sinusoide konfiguratie hebben als boven 35 beschreven in verband met figuur b, terwijl andere kanalen aan 8200808 -18- dezelfde kant een torosachtige konfiguratie kunnen hebben als weergegeven in figuur 6. Eventueel kan elk kanaal aan een kant van een velprodukt volgens de uitvinding sekties van een konfi-guratie en sekties van een andere konfiguratie hebten.
5 Ook kan natuurlijk elk kanaal, aan een kant van het velprodukt een konfiguratie hebben, waarin de laterale uitstrekking van tenminste een oppervlak, dat het kanaal vormt, over enige afstand langs het kanaal ten opzichte van de denkbeeldige mediaan van het kanaal nagenoeg hetzelfde blijft. Dergelijke 10 kanalen van gelijke laterale uitstrekking mogen echter niet dermate deel gaan uitmaken van het onderhavige produkt, dat er een aanzienlijke afneming in de weerstand tegen samendrukkende krachten gaat optreden. De juiste mate, waarin kanalen of kanaalsegmenten van gelijke laterale uitstrekking zijn 15 toegestaan, hangt af van de bepaalde konfiguratie van de resterende en in het bijzonder de naburige kanalen, alsmede van de bepaalde samenstelling van het velprodukt in verband met het optreden van een weerstand tegen samendrukkende krachten, die het kanaal dichtdrukken, hetgeen door een deskundige kan 20 worden bepaald. Het verdient de voorkeur, dat in een velprodukt, dat een batterijscheider vormt, minder dan 50 % van alle kanalen of kanaalsegmenten een gelijke laterale uitstrekking heeft.
De velprodukten van de onderhavige uitvinding wofden alle gevormd uit een poreus velmateriaal met een nagenoeg ge-25 lijkmatige dikte van 0,025 tot 1 mm en bij voorkeur van 0,1 tot 1 mm. De gewenste velprodukten kunnen worden gevormd door bosseleren, persen, of soortgelijke bekende verwerkingsmethoden van een materiaal, dat een nagenoeg gelijkmatige lichaamsdikte heeft (dat tijdens de vorming kan worden verstrekt, enz.). De 30 maximum ruimtelijke dikte van het gevormde velprodukt kan variëren van 0,25 tot 5 mm, hoewel voor bepaalde doeleinden gebruik kan worden gemaakt van een grotere of kleinere maximum ruimtelijke dikte.
Het volgens de uitvinding te gebruiken velmateriaal 35 moet een samenstelling hebben, die tegen zuur bestand is. Deze 8200808 -19- samenstelling omvat bij voorkeur een thermoplastisch, polymeer en een tegen zuur bestand anorganisch vulmiddel. Bij voorkeur is het materiaal samengesteld uit 20 tot 75 en liefst 30 tot 60 gewichts# thermoplastisch polymeer en 20 tot 80 en liefst 5 30 tot 75 gewichts# tegen zuur bestand anorganisch vulmiddel.
Het thermoplastische polymeer is bij voorkeur een hars achtig materiaal dat tenminste een polymeer of copolymeer bevat van etheen, propeen, buteen, vinylchloride, acrylzuur of styreen. Liefst bevat een dergelijk polymeer tenminste 50 % ethyleen-10 eenheden. Het materiaal bevat bij voorkeur nog toevoegsels als weekmaker, olie, stabilisatoren, bevochtigingsmiddel, enz.
Het volgens de uitvinding te gebruiken velmateriaal kan ook gevormd zijn uit thermohardende harspreparaten. Het preparaat moet in de juiste konfiguratie werden gevormd alvo-15 rens of terwijl het aan een voor het veroorzaken van harding van het harsmateriaal voldoende hoge temperatuur wordt onderworpen. Thermohardende preparaten, die het onderhavige vel-produkt kunnen leveren, zijn preparaten, die thermohardende harsen bevatten als bijvoorbeeld fenolische harsen, EPDM (etheen/ 20 propyleen/dieen), met zwavel geharde isopreen, butadieen, styreen, enz., alsmede die, welke in het ibnerikaanse octrooischrift 3.551-362 worden beschreven.
Het ter vorming van het produkt van de uitvinding gebruikte velmateriaal moet poreus zijn, dat wil zeggen het 25 moet een open porienstruktuur hebben. De poriën moeten in het algemeen een middellijn tussen 0,01 en ^0 mikron hebben. Het velprodukt moet op zodanige wijze worden gevormd, dat de porienstruktuur niet wordt versmolten of gesloten. Volledig dichtklappen van de poriën of zelfs dichtklappen of sluiten van de 30 porienstruktuur aan het oppervlak van het gevormde produkt zou een vel' opleveren, dat bij gebruik als batterijschelder een verhoogde elektrische weerstand zou vertonen. Er kan natuurlijk enige vermindering in de poriengrootte van het aggregaat optreden tijdens de verwerking en vorming van het onderhavige vel-35 produkt. Een dergelijke vermindering kan echter worden toege- 8200808 -20- staan.
De onderhavige velprodukten leveren, naar is geileken, een verbeterde batterijschelder op, in het bijzonder bij gebruik in een zuur batterijsysteem. Een voorkeursuitvoeringsvorm van 5 de scheider is die in de vorm van afzonderlijke vellen. Elk vel heeft grensranden, die de afmetingen van de hoofdzijden van het velprodukt zodanig bepalen, dat deze afmetingen tenminste nagenoeg gelijk zijn aan de elektrodeplaten, waartussen men het velprodukt beoogt te plaatsen. In figuur 9 heeft vel 92 10 een nagenoeg rechthoekige konfiguratie, die begrensd wordt door bovenrand 93aj onderrand 93b en zijranden 9b. De uitdrukkingen "boven'’, "onder" en "zij" hebben betrekking op oriëntatie in een batterij, waarin het velprodukt als scheider wordt gebruikt. Bovenrand 93a wordt geacht de rand van de scheider te zijn, 15 die het dichtst bij de bovenkant van de batterij ligt, wanneer deze in zijn normale stand wordt gebruikt. Op dezelfde wijze ligt onderrand 93b het dichtst bij de onderkant van de batterij, wanneer deze in de normale bedrijfsstand staat. De scheider moet zodanig uit een bovenbeschreven velprodukt zijn gevormd, 20 dat elk kanaal aan beide hoofdzijden van de scheider open en kontinu is en in zijn bedrijfsorientatie omhoog wijst.
De vereisten voor de konfiguratie van de onderhavige . scheider leveren niet slechts de bovenbesproken gewenste ei genschappen op, maar leveren ook een velprodukt op, waarvan 25 bij plaatsing tussen tegengesteld gelaten platen bovenrand 93a met onderrand 93b kan worden verwisseld zonder dat dit ten koste van enige gewenste eigenschap gaat. Dit levert daardoor een produkt op, waarmee men een scheider kan vormen in de vorm van een omwikkeling of U-konfiguratie uit een enkel stuk 30 velprodukt van de uitvinding. Figuur 9a toont een scheider 95 die in een U-konfiguratie om een elektrodeplaat 96 is gewikkeld. Scheider 95 is gevormd door een vouw aan te brengen vanuit een punt 97 op een zijwand naar een punt 98 op de tegenovergestelde zijwand, waarbij punten 97 en 98 ongeveer op dezelfde 35 afstand van bovenwand 99 van de scheider liggen. De zijranden 8200808 -21- aan elke kant van de schelder, die samenvallen met andere gedeelten van dezelfde zijrand kunnen aan elkaar bevestigd worden onder vorming van afgedichte randen 99 en 100, "bijvoorbeeld door het gebruikelijke afdichten in de warmte of door ultra-5 sonisch lassen van thermoplastisch velprodukt. Een dergëlijke "zak" uitvoering heft voorts storingsproblemen op, die in de batterij kunnen optreden door kontakt van platen van tegengestelde lading via precipitaat of schilfermateriaal, dat gewoonlijk bekend is als "reepjes" of "slik"materiaal, dat zich 10 onder in de batterijhouder heeft opgezameld.
Het velprodukt van de uitvinding kan gemakkelijk worden gevormd tot een scheider met een goed elektrolyt/elek-trodekontakt, verbeterde gasontsnappingswegen, goede bestand-heid tegen vervorming door samendrukkende krachten en kan 15 voorts vervaardiging van een batterij vergemakkelijken, omdat het ook ondersteboven in de bedrijfsstand kan worden geplaatst en het kan ook de vervaardiging van een nog verder verbeterde batterij bevorderen, omdat het kan worden gevormd tot een U-konfiguratie, die het kontakt van tegengesteld geladen platen 20 via reepjes aktief materiaal en soortgelijke opzamelingen kan inhibiteren.
Figuur 10 toont een doorsnede van een paar elektrode-platen van tegengestelde lading waartussen een scheidingsmem-braan is geplaatst als in een in bedrijf zijnde batterij. Posi-25 tieve plaat 101 en negatieve plaat 102 vallen samen met de denkbeeldige grensvlakken van de scheider, zodat de gebieden, die aan beide kanten van het vel de naburige kanalen van elkaar scheiden nagenoeg in kontakt zijn met de elektrodeplaat aan de kant van deze zijde. Het verdient de voorkeur, dat 30 de scheider zodanig georienteerd is, dat zij gebieden van een verlaagde poreusheid 104 biedt (ten gevolge van kompressie en soortgelijke verwerkingsparameters), die in kontakt staan met de positieve elektrodeplaat 101, terwijl gebieden met grotere poreusheid 105 georienteerd zijn naar en in kontakt staan met 35 de negatieve plaat 102. De werking van de batterijscheider is 8200308 -22- echter bijna hetzelfde, vanneer de oppervlakken van de batterij-scheider, die met elke plaat in kontakt staan, vorden omgekeerd, zodat gebieden 104 met de negatieve plaat 102 en gebieden 105 met de positieve plaat 101 in aanraking komen.
5 Alle topgebieden, die naburige kanalen aan elke kant van een velprodukt van de onderhavige uitvinding scheiden vallen nagenoeg samen met het grensvlak van het velprodukt. Het verdient de voorkeur, dat-elk topgebied, dat naburige kanalen aan elke kant van een vel scheidt voor tenminste 75 % of liever 10 voor 90 % en liefst voor 100 % kontinu is en samenvalt met het van onderen naar boven lopende grensvlak van de zijde van de batterijscheider. Elk kontinutopgebied moet volledig geïsoleerd zijn van andere topgebieden aan dezelfde kant van het velprodukt. Naburige topgebieden aan een kant van het velprodukt 15 kunnen steeds op gelijke afstand van elkaar staan (zoals bij de ' tegen elkaar passende konfiguratie bij het velprodukt van figuur k) of op wisselende afstand van elkaar staand (zoals bij een niet tegen elkaar passende konfiguratie). Het oppervlak van het topgebied bij elke batterijplaat mag ten hoogste 50 % 20 en bij voorkeur ten hoogste 30 % bedragen van het totale oppervlak van de hoofdzijde aan de kant van de plaat. Verder moet de ruimtelijke afstand tussen naburige topgebieden zodanig zijn, dat er tenminste twee open kontinue kanalen per 25 mm aanwezig zijn, hoewel er bij bepaalde konfiguraties ook minder 25 kanalen aanwezig kunnen zijn, waarbij het gehele systeem toch voor de beoogde funktie geschikt is en de gewenste eigenschappen behoudt.
Een andere uitvoeringsvorm is een goed werkende batterijscheider van lange levensduur met een vlak rugvel en 30 een aantal ribben aan tenminste een zijde daarvan, die bij een zeer groot aantal verschillende batterijplaatkonfiguraties kan worden gebruikt, gemakkelijk kan worden gemaakt en goedkoop is.
Deze batterijschelder laat gassen goed ontsnappen 35 en heeft goede eigenschappen voor het tot een minimum beperken 8200808 -23- van zuurdichtheidslagen in het verticale vlak.
Dit aspekt van de uitvinding ia een batterij-scheider met een nagenoeg vlak rugvel met twee tegengestelde zijden. Elk van de zijden heeft een bovenrand en een onderrand.
5 Op tenminste een zijde bevindt zich een aantal ribben van sinus-oideachtige konfiguratie die zich voor tenminste 75 % kontinu uitstrekken van de onderrand naar de bovenrand van het batterij-seheidervlak en aan het rugvel van de naburige rib geïsoleerd zijn. Ter betere werking van de batterijscheider hebben volgens 10 de uitvinding de sinusoideachtige ribben niet meer dan een volledige golf per b5 mm in vertikale richting. De voorkeursribben hebben een uitwijking van de vertikaal van ongeveer 5 tot ongeveer 25 graden en een totale horizontale uitwijkafstand van ongeveer 3 tot ongeveer 50 mm. De ribben zijn bij voorkeur in 15 elkaar passend. Een kenmerk van de voorkeursbatterijscheider van de uitvinding is, dat er geen vertikale lijn kan worden getrokken van de onderrand naar de bovenrand van de zijde met de sinusoideachtige ribben zonder tenminste een van de ribben tenminste tweemaal te kruisen welke lijn door niet meer dan 20 vier ribben gaat.
Een ander aspekt is een werkwijze voor het vervaardigen van laatstgenoemde batterijscheider en het is voor een superieure uitvoering van deze werkwijze belangrijk, dat de batterijscheider door kalanderen wordt gevormd uit een kunststof-25 preparaat, dat tenminste 30 % weekmaker bevat en na het vormen het merendeel van de weekmaker uit de batterij scheider wordt geëxtraheerd.
Figuur 11 is een schematische plattegrond van een batterijscheider van de onderhavige uitvinding.
30 Figuur 12 is een doorsnede over lijn 2-2 van figuur 1.
Figuur 13 is een schematische perspektieftekening van de batterijscheider van figuur 1.
Figuur 1U is een schematische voorstelling van 35 een systeem voor het vervaardigen van batterijscheiders volgens 8200808
V S
-2b- de onderhavige uitvinding.
Figuur 15 is een schematische plattegrond van een klein gedeelte van een batterijschelder van de onderhavige uitvinding, die een andere ribkonfiguratie vertoont.
5 Figuur 16 is een schematische perspektieftekening van een reeks batterijplaatbuizen, die evenwijdig in een bat-terijplaat zijn geplaatst.
In figuren 11, 12 en 13 ziet men een batterij-scheider 12 van de onderhavige uitvinding met zijn vlakke rugvel 10 en in elkaar passende sinusoideachtige ribben 1^a-1^o. De zijde van het rugvel en de in elkaar passende sinusoideachtige ribben 1Ua en 1^b vormen een zijde 15 van de batterijscheider. De andere zijde 16 van de batterijscheider kan vlak zijn als getoond, of kan verschillende konfiguraties van verheven of 15 verzonken gebieden hebben, of kan voorzien zijn van een rib-konstruktie volgens zijde 15 van de onderhavige uitvinding, waarbij zijde 15 nader zal worden beschreven.
Een vereiste van de onderhavige uitvinding is, dat rugvel 13 een vlak vel is als getoond. Aldus kan men zien, 20 dat de dimensie van rugvel 13 nagenoeg in een enkel vlak ligt in de vertikale en de horizontale dimensie. Recht of vlak zijn natuurlijk betrekkelijke begrippen en er zijn maar weinig voorwerpen echt recht of vlak. Aldus is het rugvel nagenoeg vlak, waarbij vervaardigingsfouten, omtrekken van materiaal, enz.
25 zijn toegestaan.
De batterijscheider heeft een onderrand 17, een bovenrand 18 en twee zijranden 19 en 20. Elk van deze randen kan natuurlijk schuingesneden zijn. De oriëntatie van de onderkant en de bovenkant van de batterijscheider heeft betrek-30 king op de oriëntatie, die de batterijscheider heeft, wanneer hij op de juiste wijze in een elektrische opslagbatterij is geïnstalleerd.
De sinusoideachtige ribben 1U strekken zich van de onderrand van de zijde 15 van de batterijscheider 12 uit 35 naar de bovenrand van de batterijscheider 12. Elke rib, is , 8200808 -25- zoals getoond bij bet rugvel van naburige ribben geïsoleerd.
Zo is bijvoorbeeld rib lUc aan bet rugvel geïsoleerd van naburige rib 1^b en naburige rib 1^d.'
De sinusoideachtige ribben worden getoond als 5 zich kontinu uitstrekkend van onderrand 17 naar bovenrand 18 van batterijscbeiderzijde 15· Dit is de voorkeursuitvoeringsvorm. Louter onderbreking van de kontinuiteit van de rib op verschillende plaatsen over zijn lengte wordt echter niet erg schadelijk geacht en zou mogelijk zelfs enige voordelen kunnen opleveren.
10 Aldus moeten de ribben voor tenminste 75 "bij voorkeur 90 % en liefst 100 % kontinu zijn, wanneer zij zich uitstrekken van onderrand 17 naar bovenrand 18 van batterikscheiderzijde 15.
Met sinusoideachtig worden niet alleen gelijkmatige, symmetrisch krullende golven als weergegeven in figuren 11-13 15 bedoeld. Zig-zag verlopende golven als weergegeven in figuur 15, alsmede andere kromme vormen worden ook inbegrepen geacht. Metingen worden genomen volgens wat geacht wordt technische praktijk te zijn, dat wil zeggen onder gebruikmaking van de denkbeeldige hartlijn van de rib.
20 Ook is het voor een superieure werking van de batterijscheider belangrijk, dat de ribben niet meer dan een volledige golf per U5 mm in vertikale afstand, bij voorkeur per 75 mm in vertikale afstand en liefst per 100 mm in vertikale afstand hebben. Men ziet, dat voor rib lUc het gedeelte 25 tussen punten a en b een golf is en het gedeelte tussen punten c en d een omgekeerde golf is, die elk 1Ö5 mm in vertikale afstand zijn. Voorts moet voor een superieur werkende batterij-scheider een lijn, die vertikaal is getrokken van de onderrand naar de bovenrand van de zijde van de batterijscheider door 30 niet meer dan ^ ribben gaan. Een vertikaal van de onderrand naar de bovenrand van de zijde van de batterijscheider 12 in figuur 1 getrokken lijn gaat door niet meer dan 2 ribben.
Het is voor superieur bedrijf ook belangrijk, dat de sinusoideachtige ribben een uitwijking van de vertikaal 35 van 5-25°, bij voorkeur van 10-15° hebben. De uitwijking van 8200808 rr ^ -26- van de vertikaal wordt gemeten door een rechte lijn te trekken tussen naburige tegengesteld gerichte pieken op een rib en de hoek van deze lijn met de vertikaal te meten. Een dergelijke lijn zou de denkbeeldige lijn 11 zijn, getrokken tussen pieken 5 c en b op rib Ac.
Ook is het voor een universele toepasbaarheid van de batterijscheider belangrijk, dat elke rib een totale horizontale ui'twijkafstand van 3-50 mm, bij voorkeur van 10-25 om en liefst van A-20 mm heeft. Het is belangrijk, dat de totale 10 horizontale uitwijkafstand tenminste ongeveer 10 mm breed is, zodat wanneer de batterijscheider met velerlei konventionele buisvormige platen wordt gebruikt, elke rib de afstand tussen naburige buizen overbrugt. De buizen zijn vaak 9-10 mm breed, dat wil zeggen in de richting die bij normaal bedrijf horizon-15 taal staat. Ook blijkt, als getoond in figuur 11, dat de horizontale ui twijkaf stand gelijk is aan tweemaal de amplitude van de golf van de sinusoideachtige rib. Aldus bepalen als getoond in figuur 11 lijnen C, D en Ξ de grenzen van een golf van j tot k, waarbij D de as is. De amplitude van de golf is de afstand 20 o tussen m en n en ook de afstand p tussen r en s.
Naburige ribben passen bij voorkeur in elkaar, waarmee wordt bedoeld, dat een vertikale lijn, zoals denkbeeldige lijn A, getrokken langs een vertikaal uitwijkextreem van een bepaalde rib, zoals Ac en passend in de vertikale extremen op 25 twee punten een naburige rib, zoals Ab kruist, als kan worden gezien bij punten e, f en g. Bij voorkeur zijn de ribben over hun gehele lengte in fase op gelijke afstand van naburige ribben en symmetrisch.
Voor de beste werking van de batterijscheider 30 mag de inelkaarpassing niet meer bedragen dan 3A van de horizontale uitwijkafstand, bij voorkeur 1/2 van de horizontale uitwijkafstand. Bij passing met niet meer dan 3/k van de horizontale uitwijkafstand wordt bedoeld, de afstand die rib Ab door denkbeeldige lijn A aflegt, als gezien bij punt h, verge-35 leken bij de horizontale uitwijkafstand van de rib Ac als 8200808 Λ -27- gemeten tussen denkbeeldige lijnen A en B. Indien de passing aldus 3A de horizontale uitwijkafstand was, zouden de ribben, indien zij symmetrisch zijn, hetgeen de voorkeur verdient, van naburige ribben worden gescheiden met 1/U van de horizontale 5 uitwijkafstand.
Ook is het voor een betere werking van de batterij schelder belangrijk, dat het niet mogelijk is een vertikale lijn te trekken van onderrand 17 naar bovenrand 18 van zijde 15 van de batterijscheider 12, zonder tenminste een van de 10 ribben tenminste tweemaal te kruisen. Men kan zien, dat in figuur 11 denkbeeldige lijn A rib Ab driemaal kruist en denkbeeldige lijn B rib Ac driemaal kruist.
De batterijscheider van de onderhavige uitvinding kan worden vervaardigd op verschillende wijzen, die thans in 15 grove trekken bekend zijn en verder kunnen worden verfijnd. Zo kan bijvoorbeeld een gevulde natuurrubber in een waterbrij in een vorm worden gegoten. Daarna kan de rubber worden gehard en het water.worden verdreven onder achterlating van een poreuze batterijscheider met gefixeerde vorm. De batterijscheider kan 20 daarna uit de gietvorm worden genomen.
De werkwijze voor het vervaardigen van de batterijscheider van de uitvinding, die veruit de voorkeur verdient en het meest praktisch is, behelst een inventief aspekt van de onderhavige uitvinding en is de kalandeermethode. Deze werk-25 wijze wordt in beginsel beschreven in de Amerikaanse octrooi-schriften 3.917*772 en 3.798.29A Het voorkeurspreparaat ten gebruike bij de onderhavige uitvinding is dat van het Amerikaanse octrooischrift 3.351A95· Voor een goede kalandeer-werking is het van belang, dat het voor het vervaardigen van de 30 batterijscheider gebruikte preparaat tenminste 20 volume^ weekmaker moet bevatten, die een olie kan zijn, als wordt beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 3.351.^95» maar men kan hiertoe ook andere middelen gebruiken, zoals aardoliewassen op zichzelf, of met dergelijke olie of met als weekmaker funge-35 rende ftalaten. Bij voorkeur zijn de andere in het preparaat 8200808 7 : -28- in aanzienlijk volume aanwezige stoffen kunststoffen, in het bijzonder thermoplastische stoffen en met name polyalkenen, waarbij de bijzondere voorkeur uitgaat naar polyetheen en een inert vulmiddel.
5 De kalandeermethode omvat het extruderen van het te kalanderen preparaat uit extrusieinrichting 25 als een vel 26 en het handhaven van een geringe overmaat 27 bij de kneep van kalandeerwalsen 28 en 29· In het kalanderende oppervlak van kalandeervals 28 is een groevenpatroon geëtst of gegraveerd 10 ter verkrijging van de ribben ik als getoond in figuur 11.
Deze kalandeerkonfiguratie is beschreven aan de hand van figuren 11-13 en behoeft hier dus niet te worden herhaald. Maat-walsen 32 en 33 bepalen de algehele dikte van de batterij-scheider. Walsen 3^ en 35 zijn voorbeelden van extra walsen, 15 die aanwezig kunnen zijn, hetzij ter verzorging van het transport van het batterijscheidervlies, hetzij ook ter verbetering van de koeling. Het nog verweekte vel wordt, zoals getoond opgerold bij 36, maar het vlies zou rechtstreeks kunnen gaan naar een station voor extraktie van de weekmaker en/of afsnij-20 ding tot de maat van de definitieve batterijscheider.
De batterijscheider van de onderhavige uitvinding wordt in een elektrische opslagbatterij, aangebracht tussen de positieve plaat en de negatieve plaat, gebruikt. Indien de sinusoideachtige ribben slechts aan een zijde van de batterij-25 scheider aanwezig zijn, passen deze bij voorkeur tegen het positief aktieve materiaal of de positieve plaat. Indien beide zijden van de batterijscheider van sinusoideachtige ribben zijn voorzien, maar de ribben aan een zijde steken verder naar boven of van het rugvel af, past de zijde van de batterijscheider 30 met de grootste ribhoogte gewoonlijk bij voorkeur tegen het positief aktieve materiaal, terwijl de andere zijde van de batterijscheider past tegen het negatief aktieve materiaal of de negatieve plaat. Er kan zich materiaal bevinden tussen de batterijscheider en de batterijplaat of het aktieve materiaal.
35 Een dergelijk materiaal is bijvoorbeeld het welbekende glasmat 8200808 -29- of het materiaal, dat de huizen vormt hij een buisvormige plaat.
Als reeds opgemerkt wordt de onderhavige batterij scheider in zijn voorkeursvorm beschouwd als een universeel scheider, omdat hij niet alleen ideaal geschikt is voor gebruik 5 bij de bekende vlakkeplaatsloodzuurbatterijuitvoeringen, die tegenwoordig algemeen worden gebruikt, maar bijzonder geschikt is voor gebruik bij de buisvormige hatterijplaatuitvoeringen.
Een voorbeeld van een dergelijke batterijplaat wordt gegeven in het Amerikaanse octrooischrift 3*725.130. Figuur λβ van de 10 onderhavige aanvrage toont een veelvoudige zak of buishand, zoals die eruitziet, wanneer hij met aktief materiaal is gevuld. De buizen h2 zijn gewoonlijk 7-15 mm breed, gemeten in de horizontale richting van de batterijplaat. Vanwege de kromming van elke buis heeft de zijde van een batterijscheider, die 15 tegen de buis aanligt, de neiging te verkronkelen in de ruimte tussen de buitenwanden van naburige buizen, waardoor de batterijscheider gespannen wordt. De batterijscheider van de uitvinding kan dergelijke spanningen echter tot een minimum beperken. De batterijscheider wordt in de batterij tegen het 20 veelvoud van batterijbuizen geplaatst, welke buizen horizontaal evenwijdig liggen in een buisvormige batterijplaat als getoond in figuur 16. De breedte van 7-15 mm van de afzonderlijke buizen wordt genomen in de horizontale richting van de batterijbuizen.
25 Verder geeft de sinusoideaehtige konfiguratie een goede bestandheid tegen breuk van de batterijscheider tijdens het ontladen en opladen van de batterij, wanneer de platen uitzetten en inkrimpen. Tijdens het ontladen en opladen ontstaan er aanzienlijke spanningen, die de scheider trachten 30 los te trekken of breuk veroorzaken. De batterijscheider leent zich ook voor vormen, die kunnen worden opgevouwen en dichtgelast .
35 8200808

Claims (28)

1. Batterijscheider, gekénmërkt door een vlies met twee tegengestelde zijden elk met een bovenrand en een onderrand, waarbij tenminste een van deze zijden een aantal sinusoideachtige ribben bevat, die zich voor tenminste 75 % 5 kontinu van de onderrand tot de bovenrand van deze zijde uitstrekken en van elkaar geïsoleerd zijn, terwijl tenminste sommige van deze ribben in een naburige rib passen.
2. Velprodukt dat voor gebruik als scheider in een zuurhatterij geschikt is, met het kenmerk, dat het een tegen 10 zuur bestand poreus velmateriaal omvat, welk velmateriaal een eerste en een tweede zijde heeft, die binnen op afstand van elkaar gelegen vlakken, die deze zijden bevatten zijn gevormd tot een aantal afzonderlijke, kontinue open kanalen aan elke zijde waarbij elk kanaal aan elke zijde een scheiding bepaalt 15 tussen twee kanalen aan de andere zijde, elk kanaal een denkbeeldige mediaan bepaalt, tenminste sommige gedeelten van tenminste sommige kanalen zich lateraal uitstrekken ten opzichte van de mediaan en deze kanalen een zodanige konfiguratie hebben, dat een raaklijn aan nagenoeg elk gedeelte van deze kanalen 20 een scherpe hoek theta van ten hoogste 70° maakt met een denkbeeldige vertikale lijn die van onderen naar boven verloopt in een batterij, die ten minste een scheider bevat, die uit het velprodukt is gevormd.
3. Velprodukt volgens conclusie 2 met het kenmerk, 25 dat de op afstand van elkaar gelegen vlakken nagenoeg evenwijdige vlakken zijn. h. Velprodukt volgens conclusie 2 met het kenmerk, dat de doorsnede van elk van de kanalen, loodrecht op de denkbeeldige mediaan van het kanaal genomen, over de totale 30 strekkende lengte van het kanaal nagenoeg hetzelfde is.
5. Velprodukt volgens conclusie 2 met het kenmerk, dat nagenoeg elk gedeelte van elk kanaal onder een hoek theta van ten hoogste 50° georienteerd is. 8200808 -31-
6. Velprodukt volgens conclusie 2 met het kenmerk, dat tenminste enige kanalen een in het algemeen sinusoide kon-figuratie hebben, hetzij gezien van de ene zijde, hetzij gezien van de andere zijde. 5 7· Velprodukt volgens conclusie 6 met het kenmerk, dat tenminste enig gedeelte van elk kanaal een in het algemeen sinusoide konfiguratie heeft, hetzij gezien van de ene zijde, . hetzij gezien van de andere zijde.
8. Velprodukt volgens conclusie 2 met het kenmerk, 10 dat elk. kanaal gezien van de ene of de andere zijde nagenoeg gelijk is aan een ander kanaal en nagenoeg krom is.
9. Velprodukt volgens conclusie 2 met het kenmerk, dat het voor zo tot 75 gew.$ uit een thermoplastische hars en voor 25 tot 80 gew.% uit een tegen zuur bestand anorganisch 15 vulmiddel bestaat.
10. Velprodukt volgens conclusie 2 met het kenmerk, dat de veldikte 0,025 tot 1 mm bedraagt, de maximale ruimtelijke dikte 0,25 tot 5 hm bedraagt en het vel aan elke zijde tenminste twee kanalen per 25 mm horizontale afmeting van het vel heeft.
11. Velprodukt volgens conclusie 2 met het kenmerk, dat de denkbeeldige mediaan een nagenoeg rechte lijn is.
12. Velprodukt volgens conclusie 8 met het kenmerk, dat tenminste enige kanalen passen tegen het naburige kanaal.
13. Velprodukt volgens conclusie 11, 25 met het kenmerk, dat de kromme vorm sinusoide is. ik. Velprodukt volgens conclusie 9» met het kenmerk, dat de hars tenminste een polymeer of copolymeer ’ van etheen, propeen, buteen, vinylchloride of styreen bevat.
15· Velprodukt volgens conclusie 13, 30 met het kenmerk, dat elke denkbeeldige mediaan een nagenoeg rechte lijn is.
16. Batterijscheider, geschikt voor gebruik tussen een paar elektrodeplaten van tegengestelde lading, die zich in een zuurbatterij bevinden, met het kenmerk, dat de schelder 35 is gevormd uit het velprodukt van een der voorgaande conclusies 8200808 & * -32- en afmetingen heeft, die ten minste even groot zijn als de afmeting van het paar elektrodeplaten, waartussen het geplaatst is.
17. Batterijscheider volgens conclusie 16, 5 met het kenmerk, dat het buitenste gedeelte van elhe scheiding tussen kanalen aan elke zijde voor ten minste 75 % in kontinu kontakt staat met de naburige elektrodeplaat, wanneer de scheider zich in een batterij bevindt.
18. Batterijscheider volgens conclusie 16, 10 met het kenmerk, dat het velprodukt een nagenoeg planaire of een nagenoeg U-vormige konfiguratie heeft.
19. Batterij, die een houder, een zure elektrolyt, tenminste een paar elektrodeplaten van tegengestelde lading en een tussen elk paar elektrodeplaten van tegengestelde lading 15 geplaatst velprodukt bevat, met het kenmerk, dat dit velprodukt een scheider is volgens conclusie 15·
20. Batterij volgens conclusie 19 met het kenmerk, dat elke scheider een U-vormige konfiguratie heeft en om elke elektrodeplaat van dezelfde lading is gewikkeld.
21. Batterij volgens conclusie 19 met het kenmerk, dat elke scheider zodanig tussen paren elektrodeplaten van tegengestelde lading is geplaatst, dat een gelijke of grotere hoeveelheid scheidingsvel in kontakt staat met de negatieve elektrodeplaat.
22. Velprodukt volgens conclusie 2 met het kenmerk, dat tenminste een van de kanalen sekties heeft van een konfiguratie en sekties heeft van een andere konfiguratie over zijn totale strekkende lengte, gezien van hetzij de ene zijde, hetzij de andere zijde. 30 23- Batterijscheider, gekenmerkt door een nage noeg vlak rugvel met twee tegengestelde zijden, waarbij elk van deze zijden een bovenrand en een onderrand heeft en een aantal ribben aan tenminste een van deze zijden, die sinusoideachtig van konfiguratie zijn en zich voor tenminste 75 % kontinu van 35 de onderrand naar de bovenrand van de batterijscheider uitstrekksi 8200808 -33- en aan liet rugvel van elkaar zijn geïsoleerd. 2b. Batterijscheider volgens conclusie 23, met het kenmerk, dat de ribben niet meer dan een volledige golf per b5 mm vertikale afstand vertonen. 5 25.Batterijscheider volgens conclusie 23, met het kenmerk, dat de sinusoideachtige ribben een uitwijking van de vertikaal van ongeveer 5 tot ongeveer 25° en een totale horizontale uitwijkafstand van ongeveer 3 tot ongeveer 50 mm vertonen.
26. Batterijscheider volgens conclusie 2b, met het kenmerk, dat tenminste sommige van de ribben in een naburige rib passen. 2J. Batterijscheider volgens conclusie 26, met het kenmerk, dat de sinusoideachtige ribben zich voor ten-15 minste 90 % kontinu van de onderrand naar de bovenrand van de batterijscheiderzijde uitstrekken, een uitwijking van de vertikaal van ongeveer 10 tot ongeveer 15° en een totale horizontale uitwijkafstand van ongeveer 10 tot ongeveer 25 mm vertonen, over niet meer dan ongeveer 3/b van de horizontale 20 uitwij kaf stand in elkaar passen en niet meer dan een volledige golf per 75 mm vertikale afstand vertonen.
28. Batterijscheider volgens conclusie 27, met het kenmerk, dat geen vertikale lijn kan worden getrokken van de onderrand naar de bovenrand van de zijde met de sinus- 25 oideachtige ribben zonder tenminste een van deze ribben tenminste tweemaal te kruisen en niet meer dan vier ribben te passeren en waarin de ribben niet meer dan een volledige golf per 100 mm vertikale afstand vertonen, in elkaar passen over niet meer dan ongeveer 1/2 van de horizontale uitkijkafstand en een 30 totale horizontale uitwijkafstand van ongeveer 1U—20 mm vertonen.
29. Batterijscheider volgens conclusie 27, met het kenmerk, dat de batterijscheider in een batterij tegen een aantal batterijbuizen is geplaatst, welke buizen horizontaal evenwijdig in een buisvormige batterijplaat liggen en elk van 35 deze buizen een afzonderlijke buisbreedte van ongeveer 7 tot 8200808 £ -3U- ongeveer 15 mm heeft in de horizontale richting van de batte-rijbuizen.
30. Werkwijze voor het vervaardigen van een "batterijscheider met het kenmerk, dat men een "batterijschelder 5 producerend kunststofpreparaat vormt tot 1. een nagenoeg vlak rugvel met twee tegengestelde zijden, waarbij elke zijde een bovenrand en een onderrand heeft, 2. tenminste een aantal sinusoideachtige ribben 10 op tenminste een van deze zijden aanwezig is, die zich voor tenminste 75 % kontinu van de onderrand naar de bovenrand van de batterijscheider uitstrekken en aan het rugvel van elkaar geïsoleerd zijn 3. en de vervaardiging van de batterijscheider 15 voltooit.
31. Werkwijze volgens conclusie 30, met het kenmerk, dat het kunststofpreparaat tenminste 30 % weekmaker bevat en het vormen kalanderen is en het voltooien van de vervaardiging extraktie van het merendeel van de weekmaker 20 uit het batterijscheiderproducerende preparaat behelst.
32. Werkwijze volgens conclusie 31, met het kenmerk, dat de sinusoideachtige ribben worden gevormd met niet meer dan een volledige golf per b5 mm vertikale afstand.
33. Werkwijze volgens conclusie 32,. 25 met het kenmerk, dat de sinusoideachtige ribben worden gevormd met een uitwijking van de vertikaal van ongeveer 5 tot ongeveer 25° en een totale horizontale uitwijkafstand 'van ongeveer 3 tot 50 mm. 3^·. Werkwijze volgens conclusie 33, 30 met het kenmerk, dat de sinusoideachtige ribben zodanig worden gevormd, dat tenminste sommige van deze ribben in een naburige rib passen.
35· Werkwijze volgens conclusie 3^, met het kenmerk, dat de sinusoideachtige ribben zodanig worden 35 gevormd, dat zij zich voor tenminste 90 % kontinu van de onder- 8200808 -35- rand naar de bovenrand van de batterijscheiderzijde uitstrekken, een uitwijking van de vertikaal van ongeveer 10 tot ongeveer 15° en een totale horizontale uitwijkafstand van ongeveer 10 tot ongeveer 25 mm hebben, over niet meer dan ongeveer 3A van de 5 horizontale uitvijkafstand in elkaar passen en niet meer dan een volledige golf per 75 mm vertikale afstand vertonen.
36. Werkwijze volgens conclusie 355 met het kenmerk, dat de sinusoideachtige ribben zodanig zijn gevormd, dat geen vertikale lijn kan worden getrokken van de 10 onderrand naar de bovenrand van de zijde met de sinusoideachtige ribben zonder tenminste een van deze ribben tenminste tweemaal te kruisen en niet meer dan vier ribben te passeren en de ribben niet meer dan een volledige golf per 100 mm vertikale afstand en een totale horizontale uitwijkafstand van ongeveer A-20 mm 15 vertonen. 8200808
NL8200808A 1981-03-04 1982-03-01 Batterijscheider. NL8200808A (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US06/240,401 US4368243A (en) 1980-10-10 1981-03-04 Battery separator
US24040181 1981-03-04
US33838182 1982-01-11
US06/338,381 US4403024A (en) 1982-01-11 1982-01-11 Battery separator

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8200808A true NL8200808A (nl) 1982-10-01

Family

ID=26933385

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8200808A NL8200808A (nl) 1981-03-04 1982-03-01 Batterijscheider.

Country Status (8)

Country Link
AU (1) AU552942B2 (nl)
DE (1) DE3207281A1 (nl)
ES (1) ES273381Y (nl)
FR (1) FR2501417B1 (nl)
GB (1) GB2097174B (nl)
IT (1) IT1186672B (nl)
NL (1) NL8200808A (nl)
SE (1) SE8201320L (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
AR230898A1 (es) * 1981-03-04 1984-07-31 Grace W R & Co Separador de bateria
US4490447A (en) * 1984-04-06 1984-12-25 Usm Corporation Battery separators
DE3622492C2 (de) * 1986-07-02 1996-07-18 Hagen Batterie Ag Bleiakkumulator, dessen positive Elektrodenplatten in nach oben offene Separatortaschen eingetascht sind
US5789103A (en) * 1997-04-11 1998-08-04 Amtek Research International Llc Battery separator and method of making

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US686886A (en) * 1900-09-21 1901-11-19 Gould Storage Battery Co Separator for storage batteries.
FR1075397A (fr) * 1952-02-21 1954-10-15 Goodrich Co B F Perfectionnements apportés aux séparateurs microporeux pour des éléments ou batteries d'accumulateurs et aux procédés et dispositifs pour leur fabrication
GB1105487A (en) * 1963-12-10 1968-03-06 Chloride Batteries Ltd Improvements relating to electric storage batteries
US3798294A (en) * 1972-02-10 1974-03-19 Grace W R & Co Method for producing battery separator sheet
US3918995A (en) * 1972-12-21 1975-11-11 Grace W R & Co Battery separator and manufacturing process
DE2751684C3 (de) * 1976-11-20 1981-12-17 Yuasa Battery Co. Ltd., Takatsuki, Osaka Verfahren zum Herstellen eines Separator s für Akkumulatoren, insbesondere Bleiakkumulatoren
US4228225B2 (en) * 1979-06-22 1994-03-29 Grace W R & Co Battery separator

Also Published As

Publication number Publication date
IT1186672B (it) 1987-12-04
ES273381Y (es) 1984-08-01
AU552942B2 (en) 1986-06-26
SE8201320L (sv) 1982-09-05
FR2501417A1 (fr) 1982-09-10
ES273381U (es) 1984-01-16
AU8114182A (en) 1982-09-09
GB2097174B (en) 1985-02-27
DE3207281C2 (nl) 1991-11-28
GB2097174A (en) 1982-10-27
FR2501417B1 (fr) 1986-03-14
DE3207281A1 (de) 1982-10-21
IT8247902A0 (it) 1982-03-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5558952A (en) Pocket separator for electric storage battery plates
KR0139206B1 (ko) 스타터 전지의 세퍼레이터
US5679479A (en) Battery separator
US5789103A (en) Battery separator and method of making
US4403024A (en) Battery separator
US4369236A (en) Battery separator
US20190260002A1 (en) Battery separator for a storage battery
US4368243A (en) Battery separator
US7816028B2 (en) Accumulator battery container with plate insertion system, and plate inserting method
JP7350418B2 (ja) パウチ型電池ケースおよびそれを製造する製造装置、並びにパウチ型二次電池
NL8200808A (nl) Batterijscheider.
GB1588109A (en) Multi-cell batteries
US7425387B2 (en) Separator for a lead storage battery
US6132899A (en) Battery Separator having different size ribs and method of making the same
EP0167400B1 (en) Separator plate for lead-acid battery
US5776630A (en) Separator with longitudinal and transverse ribs for use in accumulators
EP1493201B1 (en) Battery separator with mud rest protectors
CA1176307A (en) Battery separator
SU902681A3 (ru) Сепаратор дл плоского вертикального электрода электрического аккумул тора
ITMI992358A1 (it) Cassone di estremita' di un elettrodializzatore elettrodializzatore che comprende tale cassone di estremita' e procedimento di elettrodialis
US2514151A (en) Battery separator
RU2022107475A (ru) Свинцовый аккумулятор
WO2000024067A1 (en) Battery separator and method of making

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed