NL8200428A - Verlichtingssysteem en een compacte elektrische verlichtingseenheid. - Google Patents

Verlichtingssysteem en een compacte elektrische verlichtingseenheid. Download PDF

Info

Publication number
NL8200428A
NL8200428A NL8200428A NL8200428A NL8200428A NL 8200428 A NL8200428 A NL 8200428A NL 8200428 A NL8200428 A NL 8200428A NL 8200428 A NL8200428 A NL 8200428A NL 8200428 A NL8200428 A NL 8200428A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
lamp
discharge vessel
filament
ballast
circuit
Prior art date
Application number
NL8200428A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Egyesuelt Izzolampa
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Egyesuelt Izzolampa filed Critical Egyesuelt Izzolampa
Publication of NL8200428A publication Critical patent/NL8200428A/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H05ELECTRIC TECHNIQUES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • H05BELECTRIC HEATING; ELECTRIC LIGHT SOURCES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; CIRCUIT ARRANGEMENTS FOR ELECTRIC LIGHT SOURCES, IN GENERAL
    • H05B41/00Circuit arrangements or apparatus for igniting or operating discharge lamps
    • H05B41/14Circuit arrangements
    • H05B41/46Circuits providing for substitution in case of failure of the lamp
    • HELECTRICITY
    • H05ELECTRIC TECHNIQUES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • H05BELECTRIC HEATING; ELECTRIC LIGHT SOURCES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; CIRCUIT ARRANGEMENTS FOR ELECTRIC LIGHT SOURCES, IN GENERAL
    • H05B35/00Electric light sources using a combination of different types of light generation
    • HELECTRICITY
    • H05ELECTRIC TECHNIQUES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • H05BELECTRIC HEATING; ELECTRIC LIGHT SOURCES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; CIRCUIT ARRANGEMENTS FOR ELECTRIC LIGHT SOURCES, IN GENERAL
    • H05B41/00Circuit arrangements or apparatus for igniting or operating discharge lamps
    • H05B41/02Details
    • H05B41/04Starting switches

Landscapes

  • Circuit Arrangement For Electric Light Sources In General (AREA)
  • Circuit Arrangements For Discharge Lamps (AREA)
  • Discharge Lamps And Accessories Thereof (AREA)

Description

7 Ν.Ο. 30749 1
Verlichtingssysteem en een compacte elektrische verlichtingseenheid.
De uitvinding heeft betrekking op een verlichtingssysteem en een compacte elektrische verlichtingseenheid met tenminste één gasontla-dingslamp met een hoge druk en tenminste één gloeilamp, waarbij het ontladingsvat van de gasontladingslamp en het gloeilichaam van de 5 gloeilamp, in het bijzonder de gloeispiraal eveneens in een enkele lichtdoorlatende buitenste glasballon en die in een van de buitenomgeving hermetisch afgedichte gemeenschappelijke vacuüm- of gasruimte zijn aangebracht, en die een serieschakeling van tenminste een gasontladingslamp of een ontladingsvat, een stroombegenzende voorschakelinrich-10 ting, tenminste één gloeilamp of een gloeilichaam en een bestuurbaar onderbrekingselement bevat en is voorzien van een besturingsketen voor het onderbrekingselement.
Vanwege de gewenste energiebesparing treedt tegenwoordig het streven op de voorgrond om- de gloeilampen met een betrekkelijk slecht ren-15 dement te vervangen door lichtbronnen met een betere lichtopbrengst.
Dit streven heeft allereerst betrekking op de gasontladingslampen met een lage of hoge druk. Het vervangen van de gloeilampen levert echter vanwege verschillende standpunten problemen op.. De geometrische afmetingen van de gasontladingslampen met een lage druk is te groot, ter-20 wijl de gasontladingslampen met een hoge druk het licht niet direct na het inschakelen kunnen uitstralen en in de warme toestand deze niet direct weer ontsteken na eenmaal te zijn uitgeschakeld.
Het streven de voordelige eigenschappen van verschillende lichtbronnen, dus de voordelen van in het bijzonder de gloeilampen en de 25 gasontladingslampen van hoge druk te gebruiken, is een voortdurende doelstelling die wel bekend is. Er werd als een gecombineerd verlichtingssysteem de toepassing van bijvoorbeeld een serieschakeling van een kwikontladingslamp van hoge druk en een gloeispiraal voorgesteld. Bij deze zogenaamde gemengde-lichtlampen dient de gloeispiraal tegelijker-30 tijd als stroombegrenzende voorschakelinrichting van de ontladingslamp, waarbij deze spiraal ook zelf oplicht. Het nadeel van deze gemengde-lichtlampen is echter daarin gelegen, dat hun rendement niet zo gunstig is dat de bedrijfsbesparing de hogere prijs van de lampen zou kunnen compenseren. Een ander nadeel ligt daarin, dat de lamp - hoewel deze na 35 het inschakelen, dus ook in koude toestand direct oplicht - na een momentele stroomuitval of na uitschakelen van de lamp een tijd lang niet bedrijfsgereed is.
Een andere op zichzelf bekende oplossing die de hierboven genoemde 8200428 * % 2 nadelen niet bezit, is in het Amerikaans octrooischrift 4.170.773 beschreven. Bij deze oplossing zijn de gloeispiraal en het ontladingsvat met hoge druk tesamen in een gemeenschappelijke binnenballon aangebracht. Deze zijn echter met betrekking tot de stroomketen van elkaar 5 afhankelijk. In de stroomketen van de gloeispiraal is binnen de ballon-ruimte een warmteschakelaar ingebracht, die in koude toestand de stroomketen van de spiraal sluit. De gloeispiraal is op gebruikelijke wijze op het net aangesloten. Na de inschakeling van de lamp geeft deze gloeispiraal dienovereenkomstig direct licht ontsteekt en het gasontla-10 dingsvat ook. De warmteschakelaar is nabij het laatstgenoemde gasontla-dingsvat aangebracht, zodat de schakelaar door warmtestraling in enkele minuten wordt opgewarmd, waardoor de schakelaar de stroomketen van de spiraal onderbreekt. Daarom is uitsluitend het ontladingsvat in bedrijf en wel met een voor deze lamp karakteristiek rendement. Deze laatstge-15 noemde oplossing, heeft het rendement in vergelijking tot de gemengde-lichtlampen verhoogd en de levensduur van de lamp werd ook verbeterd, omdat de gloeispiraal in de bedrijfstoestand van de lamp niet functioneert. Na een stroomuitval of na een uitschakeling werd echter een snelle lichtweergave niet bereikt, zodat de toepassingsmogelijkheid van 20 zulke lichtbronnen belangrijk beperkt is. Na het uitschakelen of bij stroomuitval moet men namelijk zo lang wachten, dat de warmteschakelaar weer kan sluiten en de gloeispiraal weer onder spanning zet. Een ander nadeel van deze oplossing ligt daarin, dat op het moment van het uitschakelen van de warmteschakelaar de gloeispiraal plotseling donker 25 wordt en wel zelfs op het moment wanneer het ontladingsvat een belangrijk licht uitstraalt, waardoor in de verlichting een ongunstige afbreuk ontstaat.
In de zin van het Duitse Auslegeschrift 2.951.740 werd een oplossing bekend gemaakt, waardoor het probleem van de plotselinge licht-30 weergave na het inschakelen respectievelijk uitschakelen zodanig zou zijn opgelost, dat parllel aan een ontladingsvat met hoge druk in plaats van een gloeispiraal een serieschakeling van een voorschakel-weerstand en een ontladingslamp met lage druk was aangebracht. Op het moment van het inschakelen en na de momentele stroomuitvallen ontsteekt 35 namelijk de ontladingslamp van lage druk direct, echter emitteerd deze lamp vanwege zijn voorschakelweerstand, in vergelijking tot het ontladingsvat met een hoge druk slechts een schemerlicht dat slechts ervoor dient dat een volledige duisternis niet tot stand komt. In verband met het koude inschakelen is dus deze oplossing met betrekking tot de ge-40 mengde-lichtlampen met de gloeispiraal en de ontladingslampen met een 8200428 + « 3 hoge druk en met warmteschakelaars als een stap terug te beschouwen.
De uitvinding heeft ten doel te voorzien in een verlichtingssys-teem respectievelijk de opbouw van compacte elektrische gloeilichamen, die de functie van het uitstralen van een primaire lichtbron hebben, 5 die een gasontladingslamp met een hoge druk, respectievelijk het ontla-dingsvat van de laatstgenoemde lamp bevat en die in de overgangstoestanden van de gasontladingslampen (waarin vanwege de eigenschappen van deze lampen, licht in het geheel niet of in geringe mate wordt uitgestraald) tot de ononderbroken lichtuitsraling in de begin- of over-10 gangsfasen na het inschakelen van de gloeilamp(en) of gloeilichaam/ gloeilichamen leiden. De doelstelling is voorts dat dit systeem respectievelijk de gloeilichamen van de voorgestelde verlichtingseenheden na het inschakelen daarvan zowel in koude als in warme toestand direct licht uitstraalt en dat de lichtparameters bij inschakelen respectieve-15 lijk uitschakelen uitsluitend worden bepaald door de parameters van de gloeilamp respectievelijk van het gloeilichaam. Een andere doelstelling van de uitvinding is de uitvoering van zulk een verlichtingssysteem respectievelijk zulk een verlichtingseenheid, die het mogelijk maakt dat het licht van het gloeilichaam bij inschakelen continu daalt en wel 20 zodanig dat dit licht met het lichtverhogende licht van het warmer wordende gasontladingsvat een nagenoeg constant verlichtingsniveau waarborgt en dat het gloeilichaam in de bedrijfstoestand van het ontla-dingsvat in een spanningsloze toestand komt en aan de hierboven genoemde eisen, respectievelijk doelstellingen zowel ten dele als volledig 25 door verlichtingslichamen van compacte opbouw worden voldaan, die in grote mate met een energiebesparend rendement kunnen worden toegepast voor de vervanging van de gebruikelijke in hun fittingen ingeschroefde gloeilampen.
De hierboven genoemde doelstelling van de uitvinding wordt bereikt 30 door elektrische gloeieenheden van compacte gedaante en door toepassing van deze lampen, die voor de besturings van het onderbrekingselement over een schakeling beschikken, die een equivalentiefunctie van twee variabelen realiseert, waarbij een uitgang van een equivalentieketen op de stuuringang van het met het gloeilichaam in serie geschakelde onder-35 brekingselement is aangesloten, terwijl de ingangen daarvan zijn aangesloten op de spanningsdeleraftakkingen van een spanningsdelersysteem dat uit een aantal spanningsdelers bestaat, dat gelijk is aan het aantal ingangen van de equivalentieketen. Het bestuurbare onderbrekingselement kan een elektromagnetische schakelaar, een anti-parallel ge-40 schakelde thyristor of een triac zijn, die afhankelijk van de te reali- 8200428 4 seren doelstellingen en afhankelijk van het type besturingsketen worden gekozen. De nadruk wordt erop gevestigd dat hoewel in de verdere delen van de beschrijving wordt geschreven over gloeilichaam en ontladings-vat, gezien vanuit het wezen van de uitvinding het gloeilichaam en het 5 ontladingsvat elk afzonderlijk een zelfstandig middel kunnen zijn, die elk gescheiden in de ballon als konstruktie-eenheden van de gebruikelijke gloeilampen en van de gebruikelijke gasontlasingslampen met een hoge druk kunnen zijn ingebouwd en die voorts ook zulke gecombineerde lampen kunnen zijn, respectievelijk in de zin van de redaktie elementen 10 van zulke compacte elektrische gloeilichamen kunnen zijn, die in een, een gemeenschappelijke gas- respectievelijk vacuümruimte omgevende enkelvoudige buitenballon zijn aangebracht.
De functie van de besturingsketen in het verlichtingssysteem volgens de uitvinding ligt daarin, dat op de ingangen van de equivalentie-15 keten de noodzakelijke logische waarden kunnen verschijnen. Tenminste één van de spanningsdelertakken van het spanningsdelersysteem bevat tenminste één spanningsafhankelijk element, bijvoorbeeld een VDR-weer-stand, een glimlamp enzovoort, waarvan het voordeel daarin ligt dat het gasontladingsvat in permanent bedrijf deze, dit spanningsafhankelijke 20 element bevattende tak praktisch afschakelt, waardoor deze stroomketen geen energie vraagt. Van een ingang van een bij voorkeur toe te passen uitvoeringsvorm van het verlichtingssysteem volgens de uitvinding is een equivalentieketen afgetakt, indien deze nodig is voor het bereiken van het complexe doeleinde. Op deze wijze kan namelijk worden bereikt 25 en wel indien deze ingang zodanig wordt "voorgespannen", dat beneden een ingangsniveau een analoge functie tussen de ingang en uitgang nog niet tot stand komt, dat voorts voor een onderbrekingselement ook een analoog element, bijvoorbeeld een triac kan worden toegepast om te bereiken dat de lineaire delertak de lichtintensiteit van het lichtllc-30 haam via de actieve tak van de equivalentiestroomketen slechts boven een vooraf bepaalde grensspanning van het ontladingsvat zou kunnen regelen, dat wil zeggen verlagen. Dit is nodig omdat de lichtuitstraling van de bekende ontladingsvaten respectievelijk van een lamp vanaf de inschakeling lineair toeneemt. Voor de lichtsterktevariatie van het 35 gloeilichaam in het verlichtingssysteem volgens de uitvinding kan natuurlijk een willekeurige verloopkurve worden voorgeschreven, echter is het het natuurlijkst, dat bij de gebruikelijke gloeilampen, zoals reeds gewoon, de gemeenschappelijke lichtuitstraling van de twee lichtbronnen op het moment van de inschakeling bijna constant is. Bij de voordelige 40 uitvoeringsvorm van het verlichtingssysteem volgens de uitvinzing zijn 8200428 ? <* 5 het ontladingsvat en het gloeilichaam zonder de aanwezigheid van een gemeenschappelijk punt parallel aan elkaar geschakeld en op het net aangesloten, dat wil zeggen het is doelmatig gebleken, dat bijvoorbeeld het net met een pool met het gemeenschappelijke punt van het gloeilic-5 haam en de voorschakelinrichting is verbonden, waarbij de andere pool van het net met het gemeenschappelijke punt van het ontladingsvat en het onderbrekingselement is verbonden. Indien als onderbrekingselement bijvoorbeeld een triac of een daarop gelijkend actief schakelelement is aangesloten, bezit de hierboven genoemde inrichting respectievelijk 10 schakelingswijze wezenlijke voordelen met betrekking tot het ontwerp van de besturing.
Door realisatie van het hierboven beschreven schakelingsprincipe worden de elektrische verlichtingseenheden volgens de uitvinding gerealiseerd en wel zodanig dat in deze verlichtingssystemen in de omgeven 15 ruimte van de buitenste glasballon waarin de vacuüm- of een gasvulling aanwezig is, op de in deze ballon aanwezige stroomdoorvoer-steunen een mechanisch aangesloten ontladingsvat en een gloeilichaam, voorts buiten de ballon met het gloeilichaam in serie geschakeld een onderbrekingselement en een het laatstgenoemde besturende schakelinrichting als 20 voorschakeleenheid zijn aangebracht, en wel zodanig dat het ontladingsvat en het gloeilichaam uit de buitenballon van elkaar geïsoleerd, zonder een gemeenschappelijk punt binnen de ballon met behulp van de een stroom geleidende steunen elektrisch zijn uitgevoerd.
De soort en wijze van de van elkaar gescheiden, respectievelijk 25 geïsoleerde elektrische uitvoering heeft de gedaante van de.elektrische verlichtingseenheden volgens de uitvinding mogelijk gemaakt, waarbij de buiten de gas- en vacuümruimte - waarin het ontladingsvat en het gloeilichaam zijn aangebracht - aangebrachte voorschakeleenheid een met de ene stroomdoorvoersteun van het ontladingsvat in serie geschakelde 30 stroombegrenzende voorschakelinrichting, een met de stroomdoorvoersteun van het gloeilichaam in serie geschakeld bestuurbaar onderbrekingselement en het tussen de stroomdoorvoersteunen van het ontladingsvat elektrisch opgenomen spanningsdelersysteem bevat, dat via een equivalentie-stroomketen van tenminste twee variabelen de besturingsketen vormt.
35 Doelmatige en voordelige uitvoeringsvormen van de elektrische verlichtingseenheden met een compacte uitvoering volgens de uitvinding, waarbij het ontladingsvat van natriumdamplampen, metaalhalogeenlampen of kwiklampen is toegepast, betekenen dus een oplossing waarbij de netaan-sluitingspunten van de voorschakeleenheid op een lampvoet zijn uitge-40 voerd, die op een genormeerde lampfitting uitwisselbaar kan zijn aange- 8200428 6 sloten en/of waarbij een voorschakeleenheid met een omwentelingslic-haamvorm aanwezig is, die tenminste het buitenste ballonhalsdeel omgeeft en die met de inwendige opening van het mantelvlak over een vooraf bepaald gebied aan het halsdeel van de gasballon kan worden aange-5 past, en/of waarbij het halsdeel van de lampballon is aangesloten op de voorschakelinrichting, respectievelijk de laatstgenoemde naar de lamp-voet verlopende, slechts door beschadiging verwijderbare verbinding.
Het verlichtingssysteem, respectievelijk de elektrische verlich-tingseenheid volgens de uitvinding maakt het volledig voldoen aan res-10 pectievelijk het realiseren van de doelstellingen mogelijk. Bij de inschakeling geeft de gloeilamp respectievelijk het gloeilichaam direct volledig licht af en ontsteekt ook de gasontladingslamp met hoge druk, respectievelijk het ontladingsvat. Aangezien het laatstgenoemde op het moment geen licht uitstraalt, blijft het gloeilichaam zolang in be-15 drijf, totdat het ontladingsvat niet meer warm is. Tijdens deze periode neemt het licht van het gloeilichaam continu af en wel op een wijze als het door het ontladingsvat uitgestraalde licht continu toeneemt. Ook kan het totale uitgestraalde licht van de genoemde middelen bijna constant zijn. Een momentele stroomuitval of directe terugschakeling heeft 20 het gevolg dat het gloeilichaam direct het maximale licht afgeeft en zolang in bedrijf is dat zijn verlichtingsrol, dus wel 30...50 seconden, niet wordt overgenomen door het belangrijk economischer ontladingsvat. Tijdens deze rollenwisseling moet het totale verlichtingsni-veau van de lichtbronnen constant worden gehouden.
25 De uitvinding zal hierna nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. In de tekening toont: figuur 1 een schema van een verlichtingssysteem volgens de uitvinding,, dat een equivalentiefunctie met twee variabelen resliseert, figuur 2 een grafiek van de lichtenergie van het gloeilichaam als 30 functie van de brandspanning van het ontladingsvat, en figuur 3 in vereenvoudigde vorm een doorsnede van het verlichtingssysteem volgens figuur 1, dat volgens de uitvinding in een enkele eenheid is gerealiseerd, dat wil zeggen in de vorm van een elektrische verlichtingseenheid van compacte opbouw.
35 Zoals uit figuur 1 blijkt is in een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding een ontladingsvat 12 van een ontladingsdamp met een hoge dampdruk via een stroombegrenzende voorschakelinrichting 3 en een net-schakelaar 2 op een net 1 aangesloten. Een gloeilichaam 4 is via een bestuurbaar onderbrekingselement 5 en een netschakelaar 3 op het net 1 40 aangesloten. Het onderbrekingselement 5 wordt in het geval van deze 8200428 7 uitvoeringsvorm via een equivalentieketen 6 met twee ingangen bestuurd, waarvan de ingangen op de aftakkingen van telkens een spanningsdelertak van een spanningsdelersysteem 11 zijn aangesloten. Een spanningsdelertak wordt gevormd door weerstanden 7 en 9, terwijl de andere spannings-5 delertak wordt gevormd door de weerstanden 8 en 10, waarbij de weerstanden 8 en 10 een lineaire karakteristiek hebben, terwijl in de andere stroomtak de weerstand 7 een VDR-weerstand is met een spanningsaf-hankelijke karakteristiek.
De werking van het verlichtingssysteem volgens de uitvinding is 10 als volgt. Voor de uitgang van de equivalentieketen 6 die de afhankelijke variabele afgeeft, wordt de toestand door "1” aangegeven, waarin het onderbrekingselement doorlaat wanneer het gloeilichaam 4 onder spanning staat en oplicht. Met ”0” is de toestand (of het niveau) aangegeven, waarin het onderbrekingselement 5 is onderbroken, dat wil zeg-15 gen dat het gloeilichaam 4 stroomloos is. De logische toestanden op de ingangen van de equivalentieketen 6 worden ook met ”1” en "0" aangegeven. De lineaire spanningsdelertak van het spanningsdelersysteem met de weerstanden 8, 10 is zodanig gedimensioneerd, dat op de overeenkomstige ingang van de equivalentieketen 6 beneden een drempelwaarde die lager 20 is dan de bedrijfsspanning van het ontladingsvat 12, de waarde ”0" optreedt. Bij waarden hoger dan de drempelwaarde verschijnt echter de waarde 'Ί". De instelling van de, de spanningsafhankelijke weerstand 7 bevattende spanningsdelertak is zodanig gedimensineerd, dat op de overeenkomstige ingang van de equivalentieketen 6 tot een drempelwaarde die 25 beneden de netspanning ligt, een niveau "0" optreedt, terwijl echter boven deze drempelwaarde "1" verschijnt. (Op deze plaats wordt eraan herinnerd dat indien het ontladingsvat 12 niet brandt, op zijn uiteinden de netspanning verschijnt.)
Op grond van de hierboven gegeven toelichtingen kan men inzien dat 30 de logische niveau's op de twee ingangen van de equivalentieketen 6 slechts in twee gevallen identiek zijn. Indien de spanning van het ontladingsvat 12 de constante brandspanning nog niet heeft bereikt, dan is op beide ingangen het logische niveau "0" aanwezig. In het geval dat het ontladingsvat 12 is uitgeschakeld, is op beide ingangen het logi-35 sche niveau "1" aanwezig. Als resultaat van de op, zichzelf bekende logische functie van de equivalentieketen 6 schakelt deze in beide gevallen het onderbrekingselement 5 door, zodat door het gloeilichaam 4 de stroom vloeit en het gloeilichaam 4 zal oplichten. In het geval dat het ontladingsvat 12 in bedrijf is met een brandspanning die constant is 40 geworden, zijn de logische niveau's van de Ingangen verschillend. In 8200428 8 dit geval is het logische niveau "1" op de ingang van de lineaire span-ningsdelertak aanwezig, terwijl het logische niveau "0" op de span-ningsafhankelijke spanningsdelertak voorkomt, waarbij via het gloeilic-haam 4 geen stroom kan vloeien, aangezien het onderbrekingselement 5 in 5 een geopende stand is.
Figuur 2 toont een bijbehorende regelkurve, die werd opgenomen door het meten van de lichtsterkte van de gloeilamp en van het gloei-lichaam 4 als functie van de brandspanning van het ontladingsvat 12. De karakteristieke spanningswaarden respectievelijk drempelspanningen zul-10 len hierna worden toegelicht.
U4 wordt als netspanning aangenomen, die in het afgebeelde voorbeeld 220 V bedraagt. Wanneer met zulk een netspanning bijvoorbeeld het ontladingsvat 12 van een natriumdamplamp met een hoge druk wordt gevoed, dan is de brandspanning van deze lamp op het moment van de in-15 schakeling direct ongeveer 30 V. Tijdens het opwarmen stijgt de brandspanning continu, echter wordt licht van belang slechts uitgestraald wanneer de brandspanning bijvoorbeeld de waarde van 50 V heeft bereikt. Het is dus doelmatig om de lichtsterkte van het gloeilichaam 4 vanaf dit moment te laten afnemen. Deze karakteristieke brandspanningsdrmpel-20 waarde is door UI aangegeven. Vanaf dit punt stijgt de lichtsterkte van het ontladingsvat 12 zeer steil, totdat deze de constante bedrijfsspan-ningswaarde (bijvoorbeeld 1-00 V) heeft bereikt. Deze waarde is door U2 aangegeven. Bij deze drempelwaarde moet de stroom door het gloeilichaam 4 worden uitgeschakeld. De brandspanning van een moderne natriumdamp-25 lamp met een hoge druk overschrijdt niet de waarde van 160 V bij een netspanning van 220 V. Indien de drempelwaarde I op de ingang van de equivalentieketen die met de spanningsafhankelijke spanningsdelertak is verbonden, op een hogere spanningswaarde dan 160 V wordt ingesteld, is bereikbaar dat over het gloeilichaam 4 slechts een stroom kan vloeien 30 in het geval dat het ontladingsvat 12 reeds of nog niet brandt.
Figuur 3 toont een principiële schets van een compact opgebouwde uitvoeringsvorm van de elektrische verlichtingseenheid volgens de uitvinding in doorsnede. Deze verlichtingseenheid is een realisatie van het verlichtingssysteem en de werkingswijze van de uitvinding door een 35 ontwerp in de vorm van een eenheid die vergeleken met de algemene ver-lichtingsgloeilampen, gelijke afmetingen heeft en die zonder een of ander middel en maatregelen uitwisselbaar is. In de ballon 13 is het gloeilichaam en het ontladingsvat 12 van een natriumdamplamp met een hoge druk aangebracht, die door uit metaal vervaardigde steunen 16, 17, 40 18 en 19 worden ondersteund, die uit de glasballon 13 met behulp van 8200428 9 een metaal-glasverbinding hermetisch afgedicht naar buiten worden gevoerd. De glasballon 13 is een gebruikelijke gloeilampballon, waarbij zijn afmetingen en zijn vorm, alsmede de gedaante van deze ballon overeenkomen met de gewone parameters van de gloeilampen. Het ontladingsvat 5 12 kan volgens een uitvoeringsvorm van de Hongaarse octrooiaanvrage 75/81 in de vorm van een overeenkomstige kruismontering worden vervaardigd. Om het halsdeel van de glasballon 13 is een aan dit halsdeel aangepaste voorschakelinrichting 3 aangebracht, die een induktiespoel bevat, (die een induktieve impedantie vormt) en eventueel overeenkomt met 10 de inrichting volgens de Hongaarse octrooiaanvrage 278/81 en dus een torroïdevorm heeft, welke voorschakelinrichting ten behoeve van de bescherming tegen aanraking door een uit isolerend materiaal vervaardigd beschermingsomhulsel 21 is omgeven. In het beschermingsomhulsel 21 is onder de spoel het onderbrekingselement 5, de equivalentieketen 6, en 15 de volgens figuur 1 functionerende besturingsstroomketen aangebracht, die het spanningsdelersysteem 1 bevat en die bij voorkeur uit een geïntegreerde schakeling is opgebouwd. Het beschermingsomhulsel 21 is aan de benedenzijde aan een gebruikelijke lampvoet bevestigd, waarvan de op zichzelf bekende aansluitingen 23 en 24 de netaansluitingen van de lamp 20 zijn. De in figuur 3 getoonde zogenaamde "ruimtelijke" inwendige verbinding van de schakeling komt overeen met het schakelschema van figuur 1.
Het is duidelijk dat de uitvinding niet is beperkt tot de beschreven uitvoeringsvormen en tekeningen. Binnen het kader van de uitvinding 25 zijn talrijke schakeltechnische, functionele en konstruktieve varianten mogelijk.
8200428

Claims (13)

1. Verlichtingssysteem met tenminste ëén gasontladingslamp met een hoge gasdruk en met een gloeilamp, waarbij het ontladingsvat van de gasontladingslamp en het lichaam van de gloeilamp, in het bijzonder de 5 gloeispiraal eventueel in een lichtdoorlatende buitenste glasballon zijn aangebracht, die een met vacuüm of gas gevulde ruimte van de buitenomgeving hermetisch afsluit, waarbij een gasontladingslamp of een ontladingsvat, een stroombegrenzende voorschakelinrichting, tenminste één gloeilamp of een gloeilichaam en een bestuurbaar onderbrekingsele- 10 ment in serie zijn aangebracht, waarbij het onderbrekingselement beschikt over een besturingsketen, met het kenmerk, dat als besturingske-ten van het onderbrekingselement (5) een schakeling is aangebracht, die een equivalentiefunctie voor twee variabelen uitvoert; dat een uitgang van de equivalentieketen (6) op de stuuringang van het onderbrekings- 15 element (5) is aangesloten, dat in serie is geschakeld met het gloeilichaam (4), waarbij de ingangen op de spanningsdeleraftakkingen van een spanningsdelersysteem (11) zijn aangesloten, dat tussen de polen van het ontladingsvat (12) is opgenomen, en dat spanningsdelertakken aanwezig zijn, waarvan het aantal, overeenkomt met dat van de ingangen 20 van de equivalentieketen (6).
2. Verlichtingssysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat tenminste één spanningsdelextak van het spanningsdelersysteem (11) een spanningsafhankelijk element, bijvoorbeeld een VDR-weerstand (7), een glimlamp of dergelijke bevat.
3. Verlichtingssysteem volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat tenminste op een ingang een analoge equivalentieketen (6) is aangesloten.
4. Verlichtingssysteem volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat een analoog onderbrekingselement (5) aanwezig is.
5. Verlichtingssysteem volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat het onderbrekingssysteem (5) een triac is.
6. Verlichtingssysteem volgens een van de conclusies 1 tot en met 5, met het kenmerk, dat het ontladingsvat (12) en het gloeilichaam (4) zonder aanwezigheid van een gemeenschappelijk aanrakingspunt parallel 35 aan elkaar op het net (1) zijn aangesloten.
7. Verlichtingssysteem volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het net (1) met zijn ene pool op de gemeenschappelijke pool van het gloeilichaam (4) en van de voorschakelinrichting (3) is aangesloten, waarbij de andere pool van het net (1) op het gemeenschappelijke punt 40 van het ontladingsvat (12) en het onderbrekingselement (5) is aangeslo 8200428 S - - C ten.
8. Elektirsche verlichtingseenheid die over een besturingsschake-ling beschikt, die bestaat uit een ontladingsvat dat van de omgeving van de buitenste glasballon hermetisch is afgedicht en een vacuüm- of 5 gasvulling bevat en die elektrisch en mechanisch is bevestigd op stroomdoorvoersteunen, uit een gloeilichaam, een met het ontladingsvat in serie geschakelde stroombegrenzende voorschakelinrichting, een met het gloeilichaam in serie geschakeld bestuurbaar onderbrekingselement en een het onderbrekingselement besturende voorschakeleenheid, met het 10 kenmerk, dat een ontladingsvat (12) en een gloeilichaam (4) aanwezig zijn, die uit de buitenste glasballon (13) van elkaar geïsoleerd via stroomdoorvoerende steunen (16, 17, 18, 19) die zonder kontakt in de ballonruimte zijn aangebracht, elektrisch naar buiten zijn gevoerd.
9. Elektrische verlichtingseenheid volgens conclusie 8, met het 15 kenmerk, dat een voorschakeleenheid buiten de gas- of vacuümruimte van de glasballon (13) waarin het ontladingsvat (12) en het gloeilichaam (4) zijn aangebracht, aanwezig is, welke eenheid een stroombegrenzende voorschakelinrichting (3) die met de ene stroomdoorvoerende steun (12) in serie is geschakeld, een bestuurbaar onderbrekingselement (5) dat 20 met de stroomdoorvoerende steun (17) van het gloeilichaam (4) in serie is geschakeld en uit een schakeling, die dit onderbrekingselement (5) bestuurt, bevat, welke schakeling is voorzien van een spanningsdeler-systeem (11) dat tussen de stroomdoorvoerende steunen (18, 19) van het ontladingsvat (12) ligt en van een equivalentieketen (6) voor twee va-25 riabelen.
10. Verlichtingseenheid volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat de netaansluitingspolen (23, 24) van de voorschakelinrichting (3) tot een lampkop (22) zijn uitgevoerd, die met een gestandaardiseerde fitting uitwisselbaar is aangebracht.
11. Verlichtingseenheid volgens een van de conclusies 8 tot en met 10, met het kenmerk, dat een voorschakeleenheid in de vorm van een omwentelingslichaam aanwezig is, die het buitenste halsdeel van de glasballon (13) omgeeft en door zijn van een opening voorzien mantelvlak over tenminste een bepaald gebied is aangepast aan het halsdeel van de 35 glasballon.(13).
12. Verlichtingseenheid volgens een van de conclusies 8 tot en met 11, met het kenmerk, dat het halsdeel van de glasballon (13) op de voorschakelinrichting en de voorschakelinrichting op de lampvoet slechts door een vaste verbinding is aangesloten, die slechts door be- 40 schadiging kan worden verwijderd. 8200428 -S’ Ρ
13. Verlichtingssysteem volgens een van de conclusies 1 tot en met 7, respectievelijk 8 tot en met 12, met het kenmerk, dat als gasontla-dingslamp een natriumdamplamp, een metaalhalogeenlamp of een kwiklamp, respectievelijk het ontladingsvat (12) daarvan is toegepast. 5 ************** 8200428
NL8200428A 1981-02-06 1982-02-04 Verlichtingssysteem en een compacte elektrische verlichtingseenheid. NL8200428A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
HU28881 1981-02-06
HU81288A HU183313B (en) 1981-02-06 1981-02-06 Lighting system and electric lighting unit of compact structure

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8200428A true NL8200428A (nl) 1982-09-01

Family

ID=10948925

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8200428A NL8200428A (nl) 1981-02-06 1982-02-04 Verlichtingssysteem en een compacte elektrische verlichtingseenheid.

Country Status (15)

Country Link
US (1) US4560906A (nl)
JP (1) JPS57147863A (nl)
AT (1) AT385387B (nl)
AU (1) AU531488B2 (nl)
BE (1) BE891978A (nl)
CS (1) CS58482A2 (nl)
DD (1) DD209045A5 (nl)
DE (1) DE3201575C2 (nl)
ES (1) ES508722A0 (nl)
FR (1) FR2499810A1 (nl)
GB (1) GB2092843B (nl)
HU (1) HU183313B (nl)
IT (1) IT1149325B (nl)
NL (1) NL8200428A (nl)
SE (1) SE8200077L (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5175469A (en) * 1991-05-21 1992-12-29 North American Philips Corporation Combination including an emergency lighting arrangement
US5309061A (en) * 1992-12-22 1994-05-03 Gte Products Corporation Compact fluorescent lamp having incandescent lamp starting aid
DE19610385A1 (de) * 1996-03-16 1997-09-18 Bosch Gmbh Robert Gasentladungslampe, insbesondere für Kraftfahrzeug-Scheinwerfer
US6321075B1 (en) 1998-07-30 2001-11-20 Qualcomm Incorporated Hardware-efficient transceiver with delta-sigma digital-to-analog converter
US6960892B2 (en) * 2000-12-01 2005-11-01 Loughrey James F Variable output single constant source light fixture
DE102010001255A1 (de) * 2010-01-27 2011-07-28 Osram Gesellschaft mit beschränkter Haftung, 81543 Leuchtenanordnung

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE837892C (de) * 1950-06-14 1952-05-02 Dominitwerke Leuchtstoff- beziehungsweise Quecksilberdampflampe in Form einer gewoehnlichen Gluehlampe
US3275922A (en) * 1962-12-19 1966-09-27 Sperry Rand Corp Conversion and ballast unit
CH444305A (de) * 1966-03-31 1967-09-30 Leuenberger H Sicherheitsschaltung für eine Gasentladungslampe
US4151445A (en) * 1978-02-15 1979-04-24 General Electric Company Instant light lamp control circuit
US4232252A (en) * 1979-04-13 1980-11-04 General Electric Company Lighting network including a gas discharge lamp and standby lamp
US4278916A (en) * 1979-12-03 1981-07-14 Gte Laboratories Incorporated Instant-on light source
US4438369A (en) * 1981-07-10 1984-03-20 North American Philips Electric Corp. Unitary light source comprising compact HID lamp and incandescent ballast filament

Also Published As

Publication number Publication date
BE891978A (fr) 1982-05-27
US4560906A (en) 1985-12-24
FR2499810A1 (fr) 1982-08-13
AU531488B2 (en) 1983-08-25
DD209045A5 (de) 1984-04-18
GB2092843A (en) 1982-08-18
IT1149325B (it) 1986-12-03
AT385387B (de) 1988-03-25
JPS57147863A (en) 1982-09-11
AU7913781A (en) 1982-09-23
HU183313B (en) 1984-04-28
ES8307434A1 (es) 1983-06-16
DE3201575A1 (de) 1982-08-19
DE3201575C2 (de) 1987-01-22
SE8200077L (sv) 1982-08-07
CS58482A2 (en) 1984-12-14
GB2092843B (en) 1985-01-09
FR2499810B3 (nl) 1983-12-30
IT8247663A0 (it) 1982-01-28
ES508722A0 (es) 1983-06-16
ATA565481A (de) 1987-08-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
KR100257588B1 (ko) 백열 전구용 봉입 조성물과 이것을 봉입한 백열 전구 및 그 용도
US3611432A (en) Combined operating circuit for gaseous discharge and incandescent lamps
EP0633710B1 (fr) Générateur d&#39;alimentation électrique d&#39;une lampe à arc
NL8003456A (nl) Lichtbron.
US2178423A (en) inman
NL8200428A (nl) Verlichtingssysteem en een compacte elektrische verlichtingseenheid.
US5729097A (en) Method and device for controlling electric discharge lamps with electronic fluorescent lamp ballasts
US3699382A (en) Auxiliary lighting system for arc lamp
US5179323A (en) Ballast for mini fluorescent lamp
US4386296A (en) Fluorescent light unit with dual light levels
US3737720A (en) Lighting system with auxiliary lamp control circuit
US2843801A (en) Electrical discharge lamp
US5712468A (en) Microwave oven illumination
US3679931A (en) Apparatus for operating electric discharge lamps and auxiliary lighting lamps
EP0198536B1 (en) Adaption circuit for operating a high-pressure discharge lamp
US3749968A (en) Incandescent-high intensity discharge lamp lighting system
US4358709A (en) Fluorescent light unit with dual light levels
US3038103A (en) Circuit controller
US2046096A (en) Electric light source
EP0702506B1 (en) Device for the lighting and instantaneous hot-relighting of lamps, particularly of the discharge type
US3723808A (en) Lighting system utilizing high intensity discharge lamps
US3526806A (en) Gas discharge lamp circuit with resistive ballast and inductive ballast in parallel
SU856046A1 (ru) Устройство дл питани лампы накаливани
KR920004996B1 (ko) 가스방전 램프회로용 부하 스위칭 시스템
NL8820709A (nl) Werkwijze en inrichting voor het vervangen van gloeidraden, en lamp met verscheidene gloeidraden.

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BB A search report has been drawn up
A85 Still pending on 85-01-01
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed