NL8200367A - Getrokken wegvoertuig. - Google Patents

Description

r* * « ' Hw/Mv/1 Groenwegen i · i t ! Getrokken wegvoeirtuig

De uitvinding heeft betrekking op een' getrokken wegvoertuig, zoals oplegger, aanhanger of dergelijke, j uitgevoerd met een gestel dat aan de voorzijde is voorzien 1 van een ten opzichte van het gestel om een vertikale as 5 draaibaar oplegorgaan voor de verbinding met een trekker of voorwielstel, en aan de achterzijde van een of meer om een vertikale as draaibare wielstellen.

De uitvinding beoogt een getrokken wegvoertuig van het in de aanhef beschreven type zodanig te verbeteren 10 dat de besturing voor de draaibare wielstellen aan de achterzijde zeer eenvoudig kan worden uitgevoerd, waardoor weinig draaipunten noodzakelijk zijn, hetgeen de kostprijs van een dergelijke besturing omlaag brengt.

Het wegvoertuig volgens de uitvinding onder-15 scheidt zich doordat scharnierbaar ter ener zijde respectievelijk ter andere zijde van de langsas van het gestel een koppelboom aan het oplegorgaan respectievelijk een draaibaar wielstel is verbonden.

Dankzij het toepassen van een koppelboom, die 20 zowel trek- als drukkrachten kan opnemen zijn het aantal scharnierpunten slechts tot twee beperkt. Voorts is de stuurinrichting op zeer eenvoudige wijze aan een bepaald type oplegger aan te passen doordat slechts de afstand tussen de scharnierpunten en de vertikale draaiingsassen behoeft te 25 worden bepaald. Daarmee is een bepaalde wieluitslag bij een bepaalde hoekstand van de trekker ten opzichte van de langsas van de oplegger of een bepaalde hoekstand van de voorwielas gemakkelijk vast te stellen zonder veel ingewikkelde hulpmiddelen. Ter verhoging van de veiligheid is de afstand tussen 30 scharnierpunt en vertikale as bij het oplegorgaan kleiner dan bij het wielstel. Zo zal volgens deze maatregel de trekker een hoek van 90° of meer ten opzichte van de langsas van de oplegger kunnen innemen zonder dat de wi.eluitslag van het gestuurde wielstel veel vermeerdert of vermindert.

8200367 -2- 4

Teneinde zowel bij het naar links als naar rechts sturen van de trekker ten opzichte van de oplegger eenzelfde wieluitslag van de gestuurde achterwielen te krijgen liggen volgens de uitvinding de scharnierpunten van de 5 ' koppelboom in bovenaanzicht binnen de vertikale draaiingsas- sen.

In de voorkeursuitvoeringsvorm is de koppelboom door middel van aan het gestel bevestigde glijlagers gesteund. Hierdoor kan een relatief stijve koppelboom met 10 weinig materiaal worden bereikt omdat het gestel zelf bij-draagt aan de vertikale buigstijfheid van de koppelboom.

Voor het verhogen van de horizontale buigstijfheid van de koppelboom bestaat deze in hoofdzaak uit op afstand van elkaar liggende profielbalken. · · 15 Voor het eenvoudig nastellen van de sporing van het gestuurde wielstel is de koppelboom qua lengte instelbaar.

Voor het verkijgen van een zelfsturend effekt bij het draaibare wielstel is volgens de uitvinding de verti-20 kale draaiingsas daarvan voor de wielas langslopend.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de hieronderstaande figuurbeschrijving van een uitvoering svoorbeeld.

In de tekening toont: 25 fig. 1 een zijaanzicht van een oplegger voor zien van een dubbel wielstel aan de achterzijde daarvan, fig. 2 een bovenaanzicht van de oplegger uit fig. 1, fig. 3 een doorsnede over de lijn III-III in 30 fig. 2, fig. 4 een doorsnede respectievelijk aanzicht volgens de lijn IV-IV in fig. 2,

De in de figuren getoonde oplegger bestaat in hoofdzaak uit een gestel 1, dat op gebruikelijke wijze kan 33 worden opgebouwd uit profielbalken en welke opbouw verder buiten het kader van de uitvinding valt. Het gestel kan bovendien worden opgebouwd met zijwanden, voorwanden en dakpar-tij, voor het verkrijgen van een gesloten laadruimte.

8200367 -3-

Het gestel is aan de voorzijde voorzien van een draaikrans 2, welke draaikrans enerzijds vast is bevestigd aan de onderzijde van het gestel 1, en anderzijds aan een draaibare plaat 3,die aan de onderzijde is voorzien van 5 een centrale pen 4 en een wigvormige nok 5, welke samenwerken met het zadel op de trekker. Deze constructie wordt geacht bekend te zijn en valt verder buiten het kader van de uitvinding.

De plaat 3 is aan de bovenzijde voorzien van 10 een op afstand van het middelpunt gelegen asstomp 6, zie fig. 4, welke dient als draaipunt voor de hieronder nog nader toe te lichten koppelboom.

Aan de achterzijde is het gestel voorzien van en tweetal wielstellen 7, 8, waarvan het wielstel 8 rond de 15 vertikale as A-A draaibaar ten opzichte van het gestel 1 is. Daartoe is het wielstel 8 voorzien van een draaiplaat~9r welke op overeenkomstige wijze als de plaat 2 in het gestel 1 middels een draaikrans kan zijn gelagerd.

Ook de plaat 9 vertoont een met plaat 2 over-20 eenkomstige asstomp 6. Tussen beide asstompen 6 is een koppelboom 10 aangebracht, welke aan weerseinden is voorzien van een lagerring 21 voor een alzijdig bolscharnier , zie fig. 4.

De koppelboom 10 bestaat in hoofdzaak uit twee parallelle op afstand van elkaar gelegen profielen 11 en 12, die aan on-25 derling zijn gekoppeld door bijvoorbeeld schetsplaten 13.

De vooreinden zijn verbonden met een draad-stang 14, voorzien van een busmoer 15, waarin een draadstang 16 is geschroefd. De draadstang 16 is verbonden met een staf-profiel 17, aan de onderzijde waarvan het lagerhuis 21 is 30 vastgebout door middel van bouten 18. Eenzelfde stafprofiel 17 is verbonden met de achtereinden van de profielen 11 en 12, hetwelk eveneens is voorzien van een lagerhuis 21, dat samenwerkt met de stomp 6 op de schijf 9.Door het verdraaien van de busmoer 15 kan de lengte van de koppelboom worden in- 35 gesteld.

Het gestel 1 is voorts aan de onderzijde uitgevoerd met lagerschalen 19, waarvan er een drietal zijn getekend, en welke bestaan uit een tweetal tegenover elkaar liggende profielen 20, zie fig. 1, welke aan de naar elkaar toegekeerde zijde zijn voorzien van een laag materiaal met 8200367 -4- * lage wrijvingsweerstand, bijvoorbeeld kunststof, zoals nylon.

Dit de figuren blijkt duidelijk dat de koppel-boom 10 ten opzichte van de langsas van de oplegger aan de voorzijde ter ene zijde en aan de achterzijde ter andere zij-5 de van de langsas daarvan is aangekoppeld aan de stompen 6. Een en ander heeft tot gevolg dat door het verdraaien van de 'plaat 3, hetgeen bijvoorbeeld door het onder een hoek plaatsen van de trekker van het gestel 1 kan plaatsvinden, de kop-pelboom 10 naar voren of naar achteren wordt verschoven onder 10 meeneming van de plaat 9 en daardoor verdraaiing van het achterste wielstel 8. Een en ander is getoond met de onderbroken lijn van het wielstel 8 in fig. 2.

Doordat de afstand tussen het draaipunt 6 en de vertikale as aan de voorzijde kleiner is dan aan de ach-15 terzijde zal bij een verdere verdraaing van de plaat 3, bijvoorbeeld over meer dan 90* nauwelijks een verdere uitslag van de schijf 9 plaatsvinden. Hierdoor is de maximale uitslag van de achterwielen beperkt. Voorts blijkt uit fig. 2 dat het scharnierpunt bepaald door de .asstomp 6 binnen de vertikale 20 draaiingsassen liggen, waardoor een nagenoeg gelijke hoekuit-slag van het wielstel 8 zowel linksom als rechtsom is gewaarborgd.

Tenslotte blijkt uit fig. 1 dat de wielas 25 ten opzichte van de rijrichting P1 achter de draaiingsas A-A 25 van het wielasstel 8 ligt, waardoor een zelfsturendkarakter van dat wielstel wordt verkregen.

Hoewel het niet is getoond kan het voorste wielstel 7 eveneens draaibaar aan het gestel zijn bevestigd, waarbij op eenvoudige wijze eèn meesturing kan worden verkre-30 gen door tussen beide wielstellen een passend stangenstelsel aan te brengen.

Het zal duidelijk zijn dat de oplegger zoals getoond ook kan zijn uitgevoerd als aanhanger, waarbij aan de schijf 3 het voorste wielstel is bevestigd, welke door een 35 triangel of dergelijke door de eryoor gelegen wagen kan worden verdraaid. De achterste wielstellen 8 respectievelijk 7 worden dan op overeenkomstige wij^e door de koppelboom 10 in de juiste hoekstand geplaatst.

De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvorm.______ 8200367

Claims (7)

1. Getrokken wegvoertuig, zoals oplegger, aan-.hanger of dergelijke,.uitgevoerd met een gestel, dat aan de voorzijde is voorzien van een ten opzichte van het gestel om een vertikale as draaibaar oplegorgaan voor de verbinding met 5 een trekker of voorwielstel, en aan de achterzijde van een of meer om een vertikale as draaibare wielstellen, met het ken merk, dat scharnierbaar ter ene zijde, respectievelijk ter andere zijde van de langsas van het gestel een koppelboom aan het oplegorgaan respectievelijk een draaibaar wielstel is 10 verbonden.

2. Voertuig volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de afstand tussen scharnierpunt en vertikale draaias bij het oplegorgaan kleiner is dan die bij het wielstel.

3. Voertuig volgens conclusie 1 en 2, met het kenmerk, dat de scharnierpunten van de koppelboom in bovenaanzicht binnen de vertikale draaiassen liggen.

4. Voertuig volgens conclusie 1-3, met het kenmerk, dat de koppelboom door middel van aan het ge- 20 stel bevestigde glijlagers is gesteund.

5. Voertuig volgens conclusie 1-4, met het kenmerk, dat de koppelboom in hoofdzaak bestaat uit op afstand van elkaar liggende profielbalken.

6. Inrichting volgens één der conclusies 1-5, 25 met het kenmerk, dat de koppelboom qua lengte instelbaar is.

7. Voertuig volgens conclusie 1-6, met het kenmerk, dat de vertikale as van het draaibare wielstel ten opzichte van de rijrichting voor de wielas langsloopt. 30 . \ ) t * 8200367