NL8200176A - Koffiezetapparaat. - Google Patents

Description

·* i MN 10.237 1 N.V. PHILIPS1 GLOEILAMPENFABRIEKEN TE EINDHOVEN.

"Koffiezetapparaat"

De uitvinding heeft betrekking op een koffiezetapparaat met een huis waarboven zich een waterreservoir bevindt, een midden onder het waterreservoir geplaatste filtreer inrichting, een doorstroomver hitter welke gevormd wordt door een waterpijp en een in warmtegeleidend 5 contact daarmede verbonden verhittingselement, waarbij de inlaatzijde van de waterpijp is verbonden met het waterreservoir en de uitlaatzijde van de waterpijp aansluit op een stijgpijp, die door het waterreservoir omhoog loopt en verbonden is met een uitstrocmpijp, welke uitstroompijp boven de f iltr eer inrichting uitmondt.

10 Een dergelijk koffiezetapparaat is bekend uit de Duitse oc trooiaanvrage no. 26 28 735. Bij dit bekende koffiezetapparaat is de doorstroomverhitter tussen het waterreservoir en de filtreerinrichting geplaatst. De filtreerinrichting is hierbij voorzien van een puntvormige filterhouder voor een puntvormig filterzakje.

15 De uitvinding beoogt een koffiezetapparaat van de in de aan hef bedoelde soort te verschaffen waarbij de bouwhoogte van het apparaat zeer gering is.

Het koffiezetapparaat volgens de uitvinding heeft hiertoe het kenmerk, dat de doorstrocmverhitter U-vormig om de filtreerinrichting 20 is aangebracht.

Een voorkeursuitvoeringsvorm van het koffiezetapparaat volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de filtreerinrichting is voorzien van een vlakfilter. Ook deze maatregel beperkt de bouwhoogte van het apparaat.

25 Een verdere uitvoeringsvorm van het koffiezetapparaat heeft het kenmerk, dat de filtreerinrichting een rechthoekige filtarbak, en een filterbakhouder omvat, welke filterbak losneembaar in de filterbakhouder plaatsbaar is, tenminste de bodem van de filterbak als vlakfilter is uitgevoerd, en de filterbakhouder is voorzien van tenminste één uit-30 strocmopening.

Bij voorkeur is de filterbakhouder uitschuifbaar in het huis aangebracht.

82 0 0 176 e ·* r <1 ' # EHN 10.237 2

Volgens een verdere uitvoeringsvorm van het koffiezetapparaat is de f ilterbakhouder voorzien van twee uitstroomopeningen, welke op een zodanige afstand van elkaar zijn gelegen dat één kopje onder beide uitstroonopeningen tegelijk plaatsbaar is, danwel twee kopjes ieder onder 5 éên uitstroamopening plaatsbaar zijn.

De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van een in een tekening weergegeven uitvoer ingsvoorbeeld.

Fig. 1 is een perspectivisch aanzicht van de koffiezetter waarin schematisch de doorstrocmverhitter is aangegeven.

10 Fig. 2 is een doorsnede volgens de lijn II-II van het koffie zetapparaat van fig. 1.

Fig. 3 is een doorsnede volgens de lijn III-III van fig. 2.

Fig. 4 is een doorsnede volgens de lijn IV-IV van fig. 2.

Het huis 1 van het koffiezetapparaat volgens de figuren wordt 15 gevormd door een voetstuk 2 met ópstaande zijwanden 3 en achterwand 4. Boven de zijwanden en de achterwand bevindt zich een caipartiment 5 en boven het compartiment bevindt zich een waterreservoir 6 dat door een deksel 7 afsluitbaar is. In het midden van het caipartiment 5 bevindt zich een filtreerinrichting 8. Een horizontale doorstrocmverhitter 9 is 20 U-vormig om de filtreerinrichting in het compartiment 5 aangebracht.

De doorstrocmverhitter wordt gevormd door een waterpijp 10 en een in warmtegeleidend contact daarmede verbonden verhittingselerent 11. De inlaatzijde 12 van de waterpijp is anhoog gebogen en verbonden met het waterreservoir 6. De uitlaatzijde van de waterpijp is eveneens cmhoog-25 gebogen en vormt de stijgpijp 13, die verbonden is met een horizontaal kanaal 14« Een uitstrocnpijp 15 is verbonden met het horizontale kanaal 13 en mondt uit boven de filtreerinrichting 8. Het koffiezetapparaat volgens het voorbeeld is bedoeld voor het zetten van éên of twee kopjes koffie tegelijk. Cp het voetstuk 2 kunnen dirékt êên of twee kopjes 16 30 geplaatst worden. De filtreerinrichting is voorzien van twee uitstroom-openingen 17 welke op een zodanige afstand van elkaar zijn gelegen dat êên kopjes onder beide uitstroonopeningen tegelijk plaatsbaar is of twee kopjes ieder onder êên uitstroomopening plaatsbaar zijn.

In de bodem 18 van het waterreservoir 6 bevindt zich een ver-35 hoogd gedeelte 19 met opstaande zijwanden 20 en bovenwand 21. (zie fig.

2) Van de bovenwand van dit verhoogd gedeelte steken een aansluitpijp 22 en een uitstrocnpijp 15 omlaag. De stijgpijp 13 is door middel van een 8200176 * % t <it ^ PHN 10.237 3 elastische verbindingsmof 23 met de aansluitpijp 22 verbonden. De opstaande zijwanden 20 steken iets boven de bovenwand 21 uit waardoor een opstaande rand 24 wordt gevormd. Een deksel 25 ligt qp de rand 24 zodat de ruimte tussen de deksel en de bovenwand het horizontale kanaal 14 5 vormt. De deksel wordt dóór middel van een bekende snapverbinding 26 op de bovenwand 21 vastgezet.

De boden van het waterreservoir heeft een uitstrocmpijp 27 die door middel van een elastische verbindingsmof 28 met de inlaat 12 van de waterpijp 10 is verbonden.

10 De filtreerinrichting 8 wordt gevormd door een rechthoekige filterhakhouder 29 die in een opening 30 van het conpartiment 5 schuifbaar is. Hiertoe hebben de wanden 31 van de opening 30 nokken 32 waarover randen 33 van de filterbakhouder 29 kunnen schuiven. De filterbak-houder is voorzien van de twee uitstrocmopeningen 17. In de filterbakhour 15 der 29 is losneembaar een filterbak 34 geplaatst. De bodem van de filterbak is uitgevoerd als een vlakfilter 35. Ter vergroting van het filteroppervlak zijn de voorkant 36 en de schuim omhoog lopende achterkant 37 eveneens als filter uitgevoerd.

20 25 30 8200176 35

Claims (5)

1. Koffiezetapparaat met een huis waarboven zich een waterreservoir bevindt, een midden onder het waterreservoir geplaatste filtreer-inrichting, een doorstroomverhitter welke gevormd wordt door een waterpijp en een in warmfcegeleidend contact daarmede verbonden verhittings- g element, waarbij de inlaatzijde van de waterpijp is verbonden met het waterreservoir en de uitlaatzijde van de waterpijp aansluit qp een stijg-pijp, die door het waterreservoir omhoog loopt en verbonden is mét een uitstrooipijp, welke uitstroarpijp boven de filtreerinrichting uitmondt, met het kenmerk, dat de doorstroomverhitter U-vorxnig on de filtreer into richting is aangebracht.

2. Koffiezetapparaat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de filtreerinrichting is voorzien van een vlakfilter.

3. Koffiezetapparaat volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de filtreerinrichting een rechthoekige filterbak en een filterbakhouder 15 omvat, welke filterbak losneembaar in de filterbakhouder plaatsbaar is, tenminste de bodem van de filterbak als vlakfilter is uitgevoerd, en de filterbakhouder is voorzien van tenminste één uitstrocmopening.

4. Koffiezetapparaat volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de filterbakhouder uitschuifbaar in het huis is aangebracht. 20

5. Koffiezetapparaat volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat de filterbakhouder is voorzien van twee uitstroamopeningen, welke op een zodanige afstand van elkaar zijn gelegen, dat één kopje onder beide uitstroomopeningen tegelijk plaatsbaar is, danwel twee kopjes ieder onder één uitstrocmopening plaatsbaar zijn. 25 30 35 82 0 0 1 76