NL8200164A - Transportleiding en aansluitlichaam bestemd voor inbouw in een transportleiding. - Google Patents

Transportleiding en aansluitlichaam bestemd voor inbouw in een transportleiding. Download PDF

Info

Publication number
NL8200164A
NL8200164A NL8200164A NL8200164A NL8200164A NL 8200164 A NL8200164 A NL 8200164A NL 8200164 A NL8200164 A NL 8200164A NL 8200164 A NL8200164 A NL 8200164A NL 8200164 A NL8200164 A NL 8200164A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
connecting body
passage
pipe
jacket
transport
Prior art date
Application number
NL8200164A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Stamicarbon
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Stamicarbon filed Critical Stamicarbon
Priority to NL8200164A priority Critical patent/NL8200164A/nl
Publication of NL8200164A publication Critical patent/NL8200164A/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L41/00Branching pipes; Joining pipes to walls
    • F16L41/02Branch units, e.g. made in one piece, welded, riveted
    • F16L41/03Branch units, e.g. made in one piece, welded, riveted comprising junction pieces for four or more pipe members
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L39/00Joints or fittings for double-walled or multi-channel pipes or pipe assemblies
    • F16L39/005Joints or fittings for double-walled or multi-channel pipes or pipe assemblies for concentric pipes
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L53/00Heating of pipes or pipe systems; Cooling of pipes or pipe systems
    • F16L53/30Heating of pipes or pipe systems
    • F16L53/32Heating of pipes or pipe systems using hot fluids

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Quick-Acting Or Multi-Walled Pipe Joints (AREA)

Description

' 8 a STAMICARBON B.V.
Uitvinder: Wilhelmus J.A. KLERKJfte Geleen 1 PN 3354
TRANSPORTLEIDING EN AANSLUITLICHAAM BESTEMD VOOR INBOUW IN EEN
TRANSPORTLEIDING
De uitvinding heeft betrekking op een transportleiding voorzien van een de transportleiding op afstand omgevende mantelleiding, waarbij tussen de uiteinden van de transportleiding op het inwendige van de transportleiding althans een doortocht voor de toe en/of afvoer 5 van materiaal aan resp. vanuit het inwendige van de transportleiding is aangesloten.
Dergelijke transportleidingen worden, bijvoorbeeld in de chemische industrie, veelvuldig gebruikt voor het door de leidingen transporteren van materiaal, dat bij een normale omgevingstemperatuur 10 stolt. Om een dergelijke stollen van het materiaal tegen te gaan wordt dan in de ruimte gelegen tussen de transportleiding en de transportleiding op afstand omgevende mantelleiding een verwar-mingsfluidum, bijvoorbeeld hete olie gevoerd. Hierbij doet zich echter het probleem voor, dat het gewenst kan zijn om in de transportleiding 15 op een bepaald punt een of ander materiaal aan het inwendige van de transportleiding toe te voeren resp. uit de transportleiding af te - voeren. Gebruikelijk worden hiertoe doortochten begrenzende buisstom- pen aan de transportleiding gelast. Dit leidt echter tot een gecompliceerde constructie met het oog op het afgedicht aanbrengen van de 20 mantelleiding en/of de eventuele isolatie van de mantelleiding.
Met de uitvinding wordt beoogd een transportleiding van bovengenoemde soort te verkrijgen, waarbij op eenvoudige wijze de aan t de tot nu toe gebruikelijke constructies klevende nadelen kunnen worden vermeden.
25 Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt doordat de door tocht (en) is (zijn) aangebracht in een tussen een tweetal delen van de transportleiding opgesteld aansluitlichaam, dat is voorzien van een centraal gelegen gat, via welk gat de aan weerszijden van het aansluitlichaam gelegen delen van de transportleiding met elkaar in 30 verbinding staan, waarbij de doortocht (en) zich vanaf het gat naar de 8 2.0 Q 1 6 4 » ► 2 buitenomtrek van het aansluitlichaam uitstrekt(ken), terwijl in het aansluitlichaam althans een doorgang is aangebracht, voor doorvoer van fluïdum naar en/of van de tussen transportleiding en de mantelleiding gelegen ruimte.
5 Een dergelijk aansluitlichaam is op eenvoudige wijze in een transportleiding op te nemen door bijvoorbeeld uiteinden van een tweetal delen van de transportleiding aan het aansluitlichaam te bevestigen door lasverbindingen, flensverbindingen of dergelijke, terwijl daarbij de doorvoer van het fluïdum, dat in de ruimte tussen de 10 transportleiding en de mantelleiding moet vloeien wordt gewaarborgd door de aanwezigheid van de doorgang(en) in het aansluitlichaam. De leiding(en) welke wordt (en) benut voor de toe en/of afvoer van materiaal aan resp. vanuit het inwendige van de transportleiding kan (kunnen) op eenvoudige wijze worden bevestigd aan de daartoe op 15 geschikte wijze uitgevoerde buitenomtrek van het aansluitlichaam zonder daarbij gebruik te maken van hinderlijke, aan de transportleiding gelaste en afdichtend door de mantelleiding gevoerde buisstompen of dergelijke.
Bij voorkeur is in het aansluitlichaam een doortocht 20 aangebracht, welke zich vanaf de buitenomtrek van het aansluitlichaam tot op afstand van het centraal gelegen gat naar binnen toe uitstrekt en via een doorgang in verbinding staat met de ruimte tussen de transportleiding en de mantelleiding. Op deze wijze kan het aansluitlichaam tevens worden benut voor de toevoer resp. afvoer van 25 het fluïdum, dat moet stromen door de ruimte gelegen tussen de transportleiding en de transportleiding op afstand omgeyende mantelleiding. '
De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van een tweetal in bijgaande figuren schematisch weergegeven uit-30 voeringsvoorbeelden van de constructie volgens de uitvinding.
Fig. 1 toont een dwarsdoorsnede over een aansluitlichaam met enige op dit aansluitlichaam aangesloten toe- resp. afvoerleidingen.
Fig. 2 toont een doorsnede over fig. 1, gezien volgens de lijn II-II in fig. 1.
35 Fig. 3 toont een langsdoorsnede over een tweede uitvoerings- voorbeeld van een aansluitlichaam volgens de uitvinding.
8200154 -- Λ η 3 «* Ύ
Fig. 4 toont een doorsnede over fig. 3, gezien volgens de lijn IV-IV in fig. 3.
Fig. 1 toont een aansluitliehaam 1, dat in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld in doorsnede zeshoekig is uitgevoerd. Het 5 aansluitliehaam is voorzien van een doorgaand centraal gelegen gat 2.
Tussen het gat 2 en een zestal buitenste begrenzingsvlakken van het aansluitliehaam 1 zijn zich vanaf het gat 2 radiaal naar buiten uitstrekkende doortochten 3 aangebracht. Op deze doortochten zijn leidingen 4 aangesloten. Hiertoe zijn de naar het aansluitliehaam 10 toegekeerde uiteinden van de leidingen 4 voorzien van flenzen 5, welke aan het aansluitliehaam 1 kunnen zijn bevestigd met behulp van niet nader weergegeven draadeinden met moeren, die kunnen zijn geschroefd in eveneens niet nader weergegeven van inwendige schroefdraad voorziene, in het aansluitliehaam 1 aangebrachte gaten.
15 Zoals verder in fig. 1 is weergegeven is in dit uitvoerings voorbeeld een van de doortochten 3 met behulp van een blinde flens 6 afgesloten.
Verder is in het aansluitliehaam 1 een blinde doortocht 7 aangebracht, welke zich vanaf de buitenomtrek van het aansluitliehaam 20 1 tot op enige afstand van het gat 2 uitstrekt. Met deze doortocht staan een tweetal zich evenwijdig aan de hartlijn van het gat 2 en zich vanaf de doortocht 7 in eeen richting uitstrekkende doorgangen 8 in verbinding.
Tevens zijn in het aansluitliehaam 1 rondom het centraal 25 gelegen gat 2 een aantal zich evenwijdig aan de lengteas van dit gat 2 uitstrekkende doorgangen 9, die uitmonden bij de zijkanten van het aansluitliehaam 1, aangebracht.
Het aansluitliehaam is, zoals afgebeeld in fig. 2, opgenomen in een transportleiding, waartoe aan een zijkant van het aansluit-30 lichaam 1 een verloopstuk 10 is gelast, dat met zijn van het aansluitliehaam 1 afgekeerde uiteinde is gelast aan een deel van de transportleiding uitmakende pijp 11. De pijp 11 is omgeven door een deel van een mantelleiding vormende pijp 12. Het naar het aansluitliehaam 1 toegekeerde utieinde van de pijp 12 is met behulp 35 van een aan het aansluitliehaam 1 en de pijp 12 vastgelast verloopstuk 13 aan het aansluitliehaam 1 vastgezet. Het toepassen van een 8200164 verloopstuk aan het aansluitlichaam zoals in fig. 2 beschreven is een voorkeursuitvoering van de uitvinding. Het is echter niet essentieel.
4
Aan de andere zijkant van het aansluitlichaam 1 is een kraag 14 van een flens 15 gelast, zodanig dat de door de kraag 14 en de 5 flens 15 begrensde doortocht 16 in het verlengde is gelegen van het gat 2 en de daarop aansluitende doortocht van het pijpdeel 11 van de transportleiding. De kraag 14 is omgeven door een pijpstuk 17, dat aan een einde aan de flens 15 en aan zijn andere uiteinde aan de zijkant van het aansluitlichaam 1 is vastgelast. De doorgangen 8 monden uit in 10 de door het pijpstuk 17 en de kraag 14 begrensde ruimte 18. Deze ruimte 18 staat via de doorgangen 9 in verbinding met de ruimte 19 gelegen tussen de verloopstukken 10 en 13 en de pijpen 11 en 12.
Met behulp van de flens 15 kan het aansluitlichaam 1 worden aangesloten op een verder deel van de transportleiding, op een 15 apparaat, bijvoorbeeld een vat of een pomp of op een ander construc-tiedeel.
Op de doorgang 7 is een leiding 20 aangesloten, waarbij de leiding 20 met behulp van een flens 21 aan het aansluitlichaam 1 is bevestigd. Via de leiding 20 kan bijvoorbeeld tijdens gebruik van de 20 transportleiding een verwariningsfluidum worden toegevoerd, dat bestemd is om het door de transportleiding getransporteerde materiaal op een bepaalde temperatuur te houden. Dit via de leiding 20 toegevoerde fluïdum zal via de doorgangen 8 naar de ruimte 18 en vanuit deze ruimte 18 via de doorgangen 9 naar de ruimte 19 stromen en op een 25 ander punt Van de transportleiding weer kunnen worden afgevoerd.
Verder kunnen via de leidingen 4 een of meer fluida aan het inwendige van de transportleiding, in het bijzonder aan het gat 2 worden toegevoerd resp. daaruit worden afgevoerd.
Het zal duidelijk zijn, dat het aansluitlichaam een eenvoudig 30 te vervaardigen onderdeel is, dat tevens op eenvoudige wijze in een transportleiding in te bouwen is en daarbij op doelmatige wijze te benutten is voor de toe- resp. afvoer van materiaal aan de fluidumleiding, terwijl dit aansluitlichaam tevens de doorvoer van fluïdum naar of van de tussen de transportleiding en de de 35 transportleiding omgevende mantelleiding gelegen ruimte kan waarborgen. Daarbij zijn de diverse toe- of afvoerleidingen 4 op een- 8200164 5 voudige wijze aan de buitenomtrek van het blok aan te sluiten, terwijl indien gewenst zowel de mantelleiding als het aansluitlichaam op eenvoudige wijze door isolerend materiaal te omgeven zijn.
Uiteraard zijn er binnen de geest en beschermingsomvang van 5 de uitvinding variaties op bovenomschreven uitvoeringsvorm denkbaar.
Zo zal het bijvoorbeeld mogelijk zijn om het aansluitlichaam te voorzien van een tweetal blinde doortochten 7, waarbij de ene doortocht 7 in verbinding staat met de links van het aansluitlichaam gelegen ruimte tusen de transportleiding en de mantelleiding en de andere 10 doortocht in verbinding staat met de rechts van het aansluitlichaam gelegen ruimte tussen de transportleiding en de mantelleiding. In een dergelijk geval kan de ene blinde doortocht 7 benut worden voor de afvoer van verwarmingsfluïdum en de andere blinde doortocht voor de toevoer van verwarmingsfluidum. Dit kan bijvoorbeeld van nut zijn bij 15 lange leidingen waarbij de temperatuur van het verwarmingsfluidum op een bepaald punt tot een te lage waarde kan zijn gedaald en het noodzakelijk is om het te koud geworden verwarmingsfluidum af te voeren en vers verwarmingsfluidum toe te voeren.
Een verder uitvoeringsvoorbeeld van een aansluitlichaam is 20 weergegeven in fig. 3 en 4. In dit uitvoeringsvoorbeeld heeft het aansluitlichaam 22 een vierkante doorsnede, terwijl het in het aansluitlichaam aangebrachte gat 23 taps toeloopt, zodat het aansluitlichaam 22 tevens als verloopstuk kan worden benut. De diverse overige onderdelen, die in principe overeenkomen met de aan de hand 25 van het eerste uitvoeringsvoorbeeld beschreven onderdelen zijn in fig. 3 en 4 van dezelfde verwijzingscijfers voorzien als in fig. 1 en 2.
In de beide weergegeven uitvoeringsvoorbeelden is het aansluitlichaam aan een zijkant voorzien van een aansluitflens, terwijl aan de andere zijkant van het aansluitlichaam delen van de 30 transportleiding en de mantelleiding rechtstreeks aan het aansluitlichaam zijn vastgelast. Uiteraard zal het echter ook mogelijk zijn om het aansluitlichaam aan weerszijden van een flens te voorzien. Om daarbij doorvoer van het verwarmingsfluidum in het overige gedeelte van de transportleiding mogelijk te maken kunnen in de flensen 35 doorgangen zijn aangebracht, die in verbinding staan met de ruimte 18 en zo een doorvoer van het verwarmingsfluidum mogelijk maken.
82 0 0 1 6 4

Claims (6)

1. Transportleiding voorzien van een de transportleiding op afstand omgevende raantelleiding waarbij tussen de uiteinden van de transportleiding op het inwendige van de transportleiding althans een doortocht voor de toe- en/of afvoer van materialen aan resp. 5 vanuit het inwendige van de transportleiding is aangesloten, met het kenmerk, dat de doortocht(en) is (zijn) aangebracht in een tussen een tweetal delen van de transportleiding opgesteld aansluitlichaam, dat is voorzien van een centraal gelegen gat, via welk gat de aan weerszijden van het aansluitlichaam gelegen delen 10 van de transportleiding met elkaar in verbinding staan, waarbij de doortocht(en) zich vanaf het gat naar de buitenomtrek van het aansluitlichaam uitstrekt (ken), terwijl in het aansluitlichaam althans een doorgang is aangebracht voor doorvoer van fluïdum naar en/of van de tussen de transportleiding en de mantelleiding gele-15 gen ruimte.
2. Transportleiding volgens conclusie l, met het kenmerk, dat in het aansluitlichaam althans een doorgang is aangebracht, welke de aan weerszijden van aansluitlichaam tussen de transportleiding en de mantelleiding gelegen ruimtes met elkaar verbindt.
3. Transportleiding volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat in het aansluitlichaam een blinde doortocht is aangebracht, welke zich vanaf de buitenomtrek van het aansluitlichaam tot op afstand van het centraal gelegen gat naar binnen toe uitstrekt en via een doorgang in verbinding staat met de ruimte tussen de 25 transportleiding en de mantelleiding.
4. Transportleiding volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat aan een zijkant van het aansluitlichaam een flens is bevestigd met behulp van een kraag, welke is omgeven door een mantelleiding, terwijl de blinde doortocht via de doorgang in verbinding staat met de ruimte 30 begrensd door de kraag van de flens en de mantelleiding, terwijl deze ruimte op zijn beurt via althans een in het aansluitlichaam aangebrachte doorgang in verbindnig staat met een aan de andere zijkant van het aansluitlichaam gelegen ruimte tussen de transportleiding en de mantelleiding. 82 0 0 1 6 4
5. Transportleiding volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het in het aansluitlichaam aangebrachte gat van de ene zijkant van het aansluitlichaam naar de andere zijkant van het aansluitlichaam taps toeloopt.
6. Aansluitlichaam geschikt voor toepassing in een transportleiding volgens een der voorgaande conclusies. JdB/TS 82 0 0 1 6 4
NL8200164A 1982-01-16 1982-01-16 Transportleiding en aansluitlichaam bestemd voor inbouw in een transportleiding. NL8200164A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8200164A NL8200164A (nl) 1982-01-16 1982-01-16 Transportleiding en aansluitlichaam bestemd voor inbouw in een transportleiding.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8200164A NL8200164A (nl) 1982-01-16 1982-01-16 Transportleiding en aansluitlichaam bestemd voor inbouw in een transportleiding.
NL8200164 1982-01-16

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8200164A true NL8200164A (nl) 1983-08-16

Family

ID=19839091

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8200164A NL8200164A (nl) 1982-01-16 1982-01-16 Transportleiding en aansluitlichaam bestemd voor inbouw in een transportleiding.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL8200164A (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1996023159A1 (en) * 1995-01-25 1996-08-01 Shell Internationale Research Maatschappij B.V. Coolable joint for interconnecting pipe sections

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1996023159A1 (en) * 1995-01-25 1996-08-01 Shell Internationale Research Maatschappij B.V. Coolable joint for interconnecting pipe sections

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4017102A (en) Jacket construction for pipe coupling
US4886305A (en) Double containment pipe fittings and apparatus to adhesively install the same
EP0070065B1 (en) Pipe coupler for insulated pipes and method for fitting same
US5746454A (en) Pipe coupling assembly
US3968552A (en) Method and apparatus for forming plastic lined junction in lined pipe
US3199898A (en) Swivel pipe joint assembly
SE470139B (sv) Anordning med limförband mellan ett nav och ett rör samt förfarande för framställning därav
CA1286336C (en) Device for joining of pipelines
US4779652A (en) Unitary double wall piping system
US8025081B2 (en) Fluid transfer insert
US1389768A (en) Flanged coupling for double-pipe conduits
PT1432941E (pt) Acoplamentos para tubagens em ferro e juntas de acoplamento préviamente lubrificadas
US4124040A (en) Insulated pipe anchor assembly
NL8200164A (nl) Transportleiding en aansluitlichaam bestemd voor inbouw in een transportleiding.
EP1436539B1 (en) Bulkhead assembly for use in pipe-in-pipe systems
KR950012023A (ko) 오일냉각기용 판형 열교환기
US3934617A (en) Corrugated jacketed pipe assembly having vented enclosures for connecting welds
US5320238A (en) End closure method and construction for non-metallic pressure vessels
GB2291686A (en) Bend stiffeners
CA2107563A1 (en) Double containment pipe joint assembly
NL8502754A (nl) Installatie voor het pneumatisch transporteren van stortgoed.
EP0105264A1 (en) UNIVERSAL REMOVABLE INSULATION.
US4521039A (en) Connector for heated pipes
CA2043567A1 (en) Shaft with fluid transfer structure
GB2034839A (en) A coupling element and pipe coupling for use with jacketed pipes

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed