NL8200164A

NL8200164A - Jacketed transport line contains connector - with addition or discharge branches and heating fluid connections communicating with jacket

Info

Publication number: NL8200164A
Application number: NL8200164A
Authority: NL
Original assignee: Stamicarbon
Priority date: 1982-01-16
Filing date: 1982-01-16
Publication date: 1983-08-16

Abstract

The transport line (11,10,16), such as may be used in a chemical plant, is provided with a jacket (12,13) for a heating fluid and, at a given point, has one or more (radially extending) branch connections for introducing material to, or discharging some of, the contents of the line. At this point, the line contains a connector body (1) having a central passage (2) for the line contents communicating with the radial branch connections. This body further contains (radial 7 and axial 8,9) ducts with at least one connection for heating fluid which communicate (via annular space 18) with the jacket space (19) or such spaces (19) to either side of the body.

Description

' 8 a STAMICARBON B.V.8 a STAMICARBON B.V.

Uitvinder: Wilhelmus J.A. KLERKJfte Geleen 1 PN 3354Inventor: Wilhelmus J.A. CLIENT Geleen 1 PN 3354

TRANSPORTLEIDING EN AANSLUITLICHAAM BESTEMD VOOR INBOUW IN EENTRANSPORT PIPE AND CONNECTING BODY INTENDED FOR INSTALLATION IN ONE

TRANSPORTLEIDINGTRANSPORT PIPE

De uitvinding heeft betrekking op een transportleiding voorzien van een de transportleiding op afstand omgevende mantelleiding, waarbij tussen de uiteinden van de transportleiding op het inwendige van de transportleiding althans een doortocht voor de toe en/of afvoer 5 van materiaal aan resp. vanuit het inwendige van de transportleiding is aangesloten.The invention relates to a transport pipe provided with a jacket pipe which surrounds the transport pipe at a distance, wherein at least a passage for the supply and / or discharge of material to and from the interior of the transport pipe between the ends of the transport pipe. connected from the inside of the transport pipe.

Dergelijke transportleidingen worden, bijvoorbeeld in de chemische industrie, veelvuldig gebruikt voor het door de leidingen transporteren van materiaal, dat bij een normale omgevingstemperatuur 10 stolt. Om een dergelijke stollen van het materiaal tegen te gaan wordt dan in de ruimte gelegen tussen de transportleiding en de transportleiding op afstand omgevende mantelleiding een verwar-mingsfluidum, bijvoorbeeld hete olie gevoerd. Hierbij doet zich echter het probleem voor, dat het gewenst kan zijn om in de transportleiding 15 op een bepaald punt een of ander materiaal aan het inwendige van de transportleiding toe te voeren resp. uit de transportleiding af te - voeren. Gebruikelijk worden hiertoe doortochten begrenzende buisstom- pen aan de transportleiding gelast. Dit leidt echter tot een gecompliceerde constructie met het oog op het afgedicht aanbrengen van de 20 mantelleiding en/of de eventuele isolatie van de mantelleiding.Such transport pipes, for example in the chemical industry, are frequently used for transporting material through the pipes which solidifies at a normal ambient temperature. In order to prevent such solidification of the material, a heating fluid, for instance hot oil, is then fed into the space between the transport pipe and the distant jacket pipe surrounding the transport pipe. However, the problem here arises that it may be desirable to supply or supply some material to the interior of the transport pipe in the transport pipe 15 at some point. from the transport line. For this purpose, passage-bounding pipe stubs are usually welded to the transport pipe for this purpose. However, this leads to a complicated construction with a view to the sealed fitting of the jacket pipe and / or the possible insulation of the jacket pipe.

Met de uitvinding wordt beoogd een transportleiding van bovengenoemde soort te verkrijgen, waarbij op eenvoudige wijze de aan t de tot nu toe gebruikelijke constructies klevende nadelen kunnen worden vermeden.The object of the invention is to obtain a transport pipe of the above-mentioned type, wherein the disadvantages associated with hitherto usual constructions can be avoided in a simple manner.

25 Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt doordat de door tocht (en) is (zijn) aangebracht in een tussen een tweetal delen van de transportleiding opgesteld aansluitlichaam, dat is voorzien van een centraal gelegen gat, via welk gat de aan weerszijden van het aansluitlichaam gelegen delen van de transportleiding met elkaar in 30 verbinding staan, waarbij de doortocht (en) zich vanaf het gat naar de 8 2.0 Q 1 6 4 » ► 2 buitenomtrek van het aansluitlichaam uitstrekt(ken), terwijl in het aansluitlichaam althans een doorgang is aangebracht, voor doorvoer van fluïdum naar en/of van de tussen transportleiding en de mantelleiding gelegen ruimte.According to the invention this can be achieved in that the connecting element (s) is (are) arranged in a connecting body arranged between two parts of the transport pipe and which is provided with a centrally located hole, via which hole the two sides of the connecting body situated parts of the transport pipe are in communication with each other, wherein the passage (s) extends from the hole to the outer circumference of the connecting body (s), while at least one passageway in the connecting body provided for the passage of fluid to and / or from the space located between the transport pipe and the jacket pipe.

5 Een dergelijk aansluitlichaam is op eenvoudige wijze in een transportleiding op te nemen door bijvoorbeeld uiteinden van een tweetal delen van de transportleiding aan het aansluitlichaam te bevestigen door lasverbindingen, flensverbindingen of dergelijke, terwijl daarbij de doorvoer van het fluïdum, dat in de ruimte tussen de 10 transportleiding en de mantelleiding moet vloeien wordt gewaarborgd door de aanwezigheid van de doorgang(en) in het aansluitlichaam. De leiding(en) welke wordt (en) benut voor de toe en/of afvoer van materiaal aan resp. vanuit het inwendige van de transportleiding kan (kunnen) op eenvoudige wijze worden bevestigd aan de daartoe op 15 geschikte wijze uitgevoerde buitenomtrek van het aansluitlichaam zonder daarbij gebruik te maken van hinderlijke, aan de transportleiding gelaste en afdichtend door de mantelleiding gevoerde buisstompen of dergelijke.Such a connecting body can be incorporated in a transport line in a simple manner, for instance by attaching ends of two parts of the transport line to the connecting body by means of welded connections, flange connections or the like, while the passage of the fluid flowing in the space between the The transport pipe and the jacket pipe must flow is ensured by the presence of the passage (s) in the connecting body. The pipe (s) which is (are) used for the supply and / or removal of material to resp. from the interior of the transport pipe it is possible to attach in a simple manner to the outer circumference of the connecting body which is appropriately designed for this purpose, without making use of annoying pipe stubs or the like, welded to the transport pipe and sealed through the jacket pipe.

Bij voorkeur is in het aansluitlichaam een doortocht 20 aangebracht, welke zich vanaf de buitenomtrek van het aansluitlichaam tot op afstand van het centraal gelegen gat naar binnen toe uitstrekt en via een doorgang in verbinding staat met de ruimte tussen de transportleiding en de mantelleiding. Op deze wijze kan het aansluitlichaam tevens worden benut voor de toevoer resp. afvoer van 25 het fluïdum, dat moet stromen door de ruimte gelegen tussen de transportleiding en de transportleiding op afstand omgeyende mantelleiding. 'Preferably, a passage 20 is arranged in the connecting body, which extends inwards from the outer periphery of the connecting body to a distance from the centrally located hole and which communicates via a passage with the space between the transport pipe and the jacket pipe. In this way, the connecting body can also be used for the supply or. discharge of the fluid, which must flow through the space located between the transport conduit and the transport conduit remotely encircled by the casing conduit. '

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van een tweetal in bijgaande figuren schematisch weergegeven uit-30 voeringsvoorbeelden van de constructie volgens de uitvinding.The invention will be explained in more detail below with reference to two exemplary embodiments of the construction according to the invention schematically shown in the accompanying figures.

Fig. 1 toont een dwarsdoorsnede over een aansluitlichaam met enige op dit aansluitlichaam aangesloten toe- resp. afvoerleidingen.Fig. 1 shows a cross-section over a connecting body with a few connections resp. drain pipes.

Fig. 2 toont een doorsnede over fig. 1, gezien volgens de lijn II-II in fig. 1.Fig. 2 is a sectional view of FIG. 1, taken along line II-II in FIG. 1.

35 Fig. 3 toont een langsdoorsnede over een tweede uitvoerings- voorbeeld van een aansluitlichaam volgens de uitvinding.FIG. 3 shows a longitudinal section through a second exemplary embodiment of a connecting body according to the invention.

8200154 -- Λ η 3 «* Ύ8200154 - Λ η 3 «* Ύ

Fig. 4 toont een doorsnede over fig. 3, gezien volgens de lijn IV-IV in fig. 3.Fig. 4 is a sectional view of FIG. 3, taken along line IV-IV in FIG. 3.

Fig. 1 toont een aansluitliehaam 1, dat in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld in doorsnede zeshoekig is uitgevoerd. Het 5 aansluitliehaam is voorzien van een doorgaand centraal gelegen gat 2.Fig. 1 shows a connecting body 1, which is hexagonal in cross section in the illustrated exemplary embodiment. The connecting body is provided with a continuous centrally located hole 2.

Tussen het gat 2 en een zestal buitenste begrenzingsvlakken van het aansluitliehaam 1 zijn zich vanaf het gat 2 radiaal naar buiten uitstrekkende doortochten 3 aangebracht. Op deze doortochten zijn leidingen 4 aangesloten. Hiertoe zijn de naar het aansluitliehaam 10 toegekeerde uiteinden van de leidingen 4 voorzien van flenzen 5, welke aan het aansluitliehaam 1 kunnen zijn bevestigd met behulp van niet nader weergegeven draadeinden met moeren, die kunnen zijn geschroefd in eveneens niet nader weergegeven van inwendige schroefdraad voorziene, in het aansluitliehaam 1 aangebrachte gaten.Passages 3 radially outwardly extending from the hole 2 are arranged between the hole 2 and six outer boundary surfaces of the connecting body 1. Pipes 4 are connected to these passages. To this end, the ends of the conduits 4 facing the connection body 10 are provided with flanges 5, which can be attached to the connection body 1 by means of threaded ends (not shown) with nuts, which can be screwed in internally threaded connections (not shown in more detail), holes made in the connection frame 1.

15 Zoals verder in fig. 1 is weergegeven is in dit uitvoerings voorbeeld een van de doortochten 3 met behulp van een blinde flens 6 afgesloten.As further shown in Fig. 1, in this exemplary embodiment, one of the passages 3 is closed by means of a blind flange 6.

Verder is in het aansluitliehaam 1 een blinde doortocht 7 aangebracht, welke zich vanaf de buitenomtrek van het aansluitliehaam 20 1 tot op enige afstand van het gat 2 uitstrekt. Met deze doortocht staan een tweetal zich evenwijdig aan de hartlijn van het gat 2 en zich vanaf de doortocht 7 in eeen richting uitstrekkende doorgangen 8 in verbinding.Furthermore, a blind passage 7 is arranged in the connection body 1, which extends from the outer circumference of the connection body 20 to some distance from the hole 2. Two passages parallel to the center line of the hole 2 and connecting passages 8 extending in one direction from the pass 7 are connected to this passage.

Tevens zijn in het aansluitliehaam 1 rondom het centraal 25 gelegen gat 2 een aantal zich evenwijdig aan de lengteas van dit gat 2 uitstrekkende doorgangen 9, die uitmonden bij de zijkanten van het aansluitliehaam 1, aangebracht.A number of passages 9 extending parallel to the longitudinal axis of this hole 2 and opening at the sides of the connecting body 1 are also arranged in the connecting body 1 around the central hole 2.

Het aansluitliehaam is, zoals afgebeeld in fig. 2, opgenomen in een transportleiding, waartoe aan een zijkant van het aansluit-30 lichaam 1 een verloopstuk 10 is gelast, dat met zijn van het aansluitliehaam 1 afgekeerde uiteinde is gelast aan een deel van de transportleiding uitmakende pijp 11. De pijp 11 is omgeven door een deel van een mantelleiding vormende pijp 12. Het naar het aansluitliehaam 1 toegekeerde utieinde van de pijp 12 is met behulp 35 van een aan het aansluitliehaam 1 en de pijp 12 vastgelast verloopstuk 13 aan het aansluitliehaam 1 vastgezet. Het toepassen van een 8200164 verloopstuk aan het aansluitlichaam zoals in fig. 2 beschreven is een voorkeursuitvoering van de uitvinding. Het is echter niet essentieel.As shown in fig. 2, the connecting body is included in a transport pipe, for which purpose an adapter 10 is welded to one side of the connecting body 1, which is welded to a part of the transport pipe with its end remote from the connecting body 1. pipe 11. The pipe 11 is surrounded by a pipe 12 forming a part of a jacket pipe. The end of the pipe 12 facing the connection body 1 is connected to the connection body by means of an adapter 13 welded to the connection body 1 and the pipe 12. 1 secured. The use of an 8200164 adapter on the connecting body as described in fig. 2 is a preferred embodiment of the invention. However, it is not essential.

44

Aan de andere zijkant van het aansluitlichaam 1 is een kraag 14 van een flens 15 gelast, zodanig dat de door de kraag 14 en de 5 flens 15 begrensde doortocht 16 in het verlengde is gelegen van het gat 2 en de daarop aansluitende doortocht van het pijpdeel 11 van de transportleiding. De kraag 14 is omgeven door een pijpstuk 17, dat aan een einde aan de flens 15 en aan zijn andere uiteinde aan de zijkant van het aansluitlichaam 1 is vastgelast. De doorgangen 8 monden uit in 10 de door het pijpstuk 17 en de kraag 14 begrensde ruimte 18. Deze ruimte 18 staat via de doorgangen 9 in verbinding met de ruimte 19 gelegen tussen de verloopstukken 10 en 13 en de pijpen 11 en 12.A collar 14 of a flange 15 is welded to the other side of the connecting body 1, such that the passage 16 delimited by the collar 14 and the flange 15 is in line with the hole 2 and the passage of the pipe section adjoining it 11 of the transport pipe. The collar 14 is surrounded by a pipe piece 17, which is welded to the flange 15 at one end and to the side of the connecting body 1 at its other end. The passages 8 open into the space 18 bounded by the pipe piece 17 and the collar 14. This space 18 communicates via the passages 9 with the space 19 located between the adapters 10 and 13 and the pipes 11 and 12.

Met behulp van de flens 15 kan het aansluitlichaam 1 worden aangesloten op een verder deel van de transportleiding, op een 15 apparaat, bijvoorbeeld een vat of een pomp of op een ander construc-tiedeel.With the aid of the flange 15, the connecting body 1 can be connected to a further part of the transport pipe, to a device, for instance a vessel or a pump, or to another construction part.

Op de doorgang 7 is een leiding 20 aangesloten, waarbij de leiding 20 met behulp van een flens 21 aan het aansluitlichaam 1 is bevestigd. Via de leiding 20 kan bijvoorbeeld tijdens gebruik van de 20 transportleiding een verwariningsfluidum worden toegevoerd, dat bestemd is om het door de transportleiding getransporteerde materiaal op een bepaalde temperatuur te houden. Dit via de leiding 20 toegevoerde fluïdum zal via de doorgangen 8 naar de ruimte 18 en vanuit deze ruimte 18 via de doorgangen 9 naar de ruimte 19 stromen en op een 25 ander punt Van de transportleiding weer kunnen worden afgevoerd.A conduit 20 is connected to passage 7, the conduit 20 being secured to the connecting body 1 by means of a flange 21. For example, during the use of the transport line, a collection fluid can be supplied via line 20, which is intended to keep the material transported through the transport line at a certain temperature. This fluid supplied via the conduit 20 will flow via the passages 8 to the space 18 and from this space 18 via the passages 9 to the space 19 and can be discharged from the transport conduit at another point.

Verder kunnen via de leidingen 4 een of meer fluida aan het inwendige van de transportleiding, in het bijzonder aan het gat 2 worden toegevoerd resp. daaruit worden afgevoerd.Furthermore, one or more fluids can be supplied or supplied to the interior of the transport pipe, in particular to the hole 2, via the pipes 4. drained from it.

Het zal duidelijk zijn, dat het aansluitlichaam een eenvoudig 30 te vervaardigen onderdeel is, dat tevens op eenvoudige wijze in een transportleiding in te bouwen is en daarbij op doelmatige wijze te benutten is voor de toe- resp. afvoer van materiaal aan de fluidumleiding, terwijl dit aansluitlichaam tevens de doorvoer van fluïdum naar of van de tussen de transportleiding en de de 35 transportleiding omgevende mantelleiding gelegen ruimte kan waarborgen. Daarbij zijn de diverse toe- of afvoerleidingen 4 op een- 8200164 5 voudige wijze aan de buitenomtrek van het blok aan te sluiten, terwijl indien gewenst zowel de mantelleiding als het aansluitlichaam op eenvoudige wijze door isolerend materiaal te omgeven zijn.It will be clear that the connecting body is a simple part to be manufactured, which can also be built into a transport pipe in a simple manner and can thereby be used in an efficient manner for the supply and delivery. discharge of material to the fluid conduit, while this connecting body can also ensure the passage of fluid to or from the space situated between the conveying conduit and the jacket conduit surrounding the conveying conduit. The various supply or discharge pipes 4 can herein be connected in a simple manner to the outer circumference of the block, while if desired both the jacket pipe and the connecting body can be easily surrounded by insulating material.

Uiteraard zijn er binnen de geest en beschermingsomvang van 5 de uitvinding variaties op bovenomschreven uitvoeringsvorm denkbaar.Of course, variations on the above-described embodiment are conceivable within the spirit and scope of the invention.

Zo zal het bijvoorbeeld mogelijk zijn om het aansluitlichaam te voorzien van een tweetal blinde doortochten 7, waarbij de ene doortocht 7 in verbinding staat met de links van het aansluitlichaam gelegen ruimte tusen de transportleiding en de mantelleiding en de andere 10 doortocht in verbinding staat met de rechts van het aansluitlichaam gelegen ruimte tussen de transportleiding en de mantelleiding. In een dergelijk geval kan de ene blinde doortocht 7 benut worden voor de afvoer van verwarmingsfluïdum en de andere blinde doortocht voor de toevoer van verwarmingsfluidum. Dit kan bijvoorbeeld van nut zijn bij 15 lange leidingen waarbij de temperatuur van het verwarmingsfluidum op een bepaald punt tot een te lage waarde kan zijn gedaald en het noodzakelijk is om het te koud geworden verwarmingsfluidum af te voeren en vers verwarmingsfluidum toe te voeren.For example, it will be possible to provide the connecting body with two blind passages 7, one passage 7 communicating with the space to the left of the connecting body between the transport pipe and the jacket pipe and the other 10 communicating with the space to the right of the connecting body between the transport pipe and the jacket pipe. In such a case, one blind passage 7 can be utilized for the discharge of heating fluid and the other blind passage 7 for the supply of heating fluid. This can be useful, for example, with long pipes where the temperature of the heating fluid may have dropped to too low at some point and it is necessary to drain the heating fluid that has become too cold and supply fresh heating fluid.

Een verder uitvoeringsvoorbeeld van een aansluitlichaam is 20 weergegeven in fig. 3 en 4. In dit uitvoeringsvoorbeeld heeft het aansluitlichaam 22 een vierkante doorsnede, terwijl het in het aansluitlichaam aangebrachte gat 23 taps toeloopt, zodat het aansluitlichaam 22 tevens als verloopstuk kan worden benut. De diverse overige onderdelen, die in principe overeenkomen met de aan de hand 25 van het eerste uitvoeringsvoorbeeld beschreven onderdelen zijn in fig. 3 en 4 van dezelfde verwijzingscijfers voorzien als in fig. 1 en 2.A further exemplary embodiment of a connecting body is shown in Figs. 3 and 4. In this exemplary embodiment, the connecting body 22 has a square cross-section, while the hole 23 arranged in the connecting body tapers, so that the connecting body 22 can also be used as an adapter. The various other parts, which in principle correspond to the parts described with reference to the first exemplary embodiment, are provided with the same reference numerals in Figures 3 and 4 as in Figures 1 and 2.

In de beide weergegeven uitvoeringsvoorbeelden is het aansluitlichaam aan een zijkant voorzien van een aansluitflens, terwijl aan de andere zijkant van het aansluitlichaam delen van de 30 transportleiding en de mantelleiding rechtstreeks aan het aansluitlichaam zijn vastgelast. Uiteraard zal het echter ook mogelijk zijn om het aansluitlichaam aan weerszijden van een flens te voorzien. Om daarbij doorvoer van het verwarmingsfluidum in het overige gedeelte van de transportleiding mogelijk te maken kunnen in de flensen 35 doorgangen zijn aangebracht, die in verbinding staan met de ruimte 18 en zo een doorvoer van het verwarmingsfluidum mogelijk maken.In both embodiments shown, the connection body is provided on one side with a connection flange, while on the other side of the connection body parts of the transport pipe and the jacket pipe are welded directly to the connection body. However, it will of course also be possible to provide the connecting body with a flange on both sides. In order to enable passage of the heating fluid in the remaining part of the transport pipe, passages can be arranged in the flanges 35, which communicate with the space 18 and thus enable a passage of the heating fluid.

82 0 0 1 6 482 0 0 1 6 4

Claims

1. Conveying line provided with a rip-off conduit surrounding the conveying line, wherein at least a passage for the supply and / or discharge of materials to or from the ends of the conveying line on the interior of the conveying line. 5 is connected from the interior of the transport pipe, characterized in that the passage (s) is (are) arranged in a connecting body arranged between two parts of the transport pipe, which is provided with a centrally located hole, through which hole the Parts 10 of the transport pipe located on either side of the connecting body are in communication with each other, the passage (s) extending from the hole to the outer circumference of the connecting body, while at least a passage is provided in the connecting body for the passage of fluid to and / or from the space located between the transport pipe and the jacket pipe.

Transport pipe according to claim 1, characterized in that at least one passage is arranged in the connecting body, which connects the spaces located on either side of the connecting body between the transport pipe and the jacket pipe.

Conveying pipe according to claim 1 or 2, characterized in that a blind passage is arranged in the connecting body, which extends inwards from the outer circumference of the connecting body to a distance from the centrally located hole and is connected via a passage. with the space between the transport pipe and the jacket pipe.

Transport pipe according to claim 3, characterized in that a flange is attached to a side of the connecting body by means of a collar, which is surrounded by a jacket pipe, while the blind passage communicates via the passage with the space 30 bounded through the collar of the flange and the jacket pipe, while this space is in turn connected via at least one passage arranged in the connecting body to a space located on the other side of the connecting body between the transport pipe and the jacket pipe. 82 0 0 1 6 4

Transport line according to any one of the preceding claims, characterized in that the hole arranged in the connecting body tapers from one side of the connecting body to the other side of the connecting body.

Connecting body suitable for use in a transport line according to any one of the preceding claims. JdB / TS 82 0 0 1 6 4