NL8104515A

NL8104515A - Wet shaving device.

Info

Publication number: NL8104515A
Application number: NL8104515A
Authority: NL
Original assignee: Gillette Co
Priority date: 1980-10-06
Filing date: 1981-10-05
Publication date: 1982-05-03
Also published as: BR8106406A; FR2491383B1; ES269658U; ATA427081A; MX156221A; ES269658Y; GR78084B; IT8149402A0; FR2491383A1; AT388326B; IT1142843B

Description

* -1-* -1-

Toestel voor nat scheren.Wet shaver.

De uitvinding heeft betrekking qp natte scheersystemen en is meer in het bijzonder gericht op een goedkoop, in hoge mate manoeuvreerbaar toestel voor nat scheren.The invention relates to wet razors and is more particularly directed to an inexpensive, highly maneuverable wet shaver.

Het is bekend cm te voorzien in een huis met een platform 5 en een kap bestemd cm hiertussen een blad te ontvangen. Het Amerikaanse octrooischrift 1.195.259 tocnt een platform en een kapgedeelte gevormd uit een enkelvoudig stuk metaal, waarbij de kap over het platform ligt.It is known to provide a house with a platform 5 and a hood intended to receive a sheet between them. U.S. Patent 1,195,259 features a platform and a hood portion formed from a single piece of metal with the hood overlying the platform.

Het is ook bekend cm een blad in te bedden in een 10 scheerkcp van kunststof, waarbij de kcp permanent bevestigd is aan een handvat, of anders de kop verwijderbaar is van een handvat ter vervanging door een andere scheerkop. Zulk een stelsel is aangegeven in het Amerikaanse octrooischrift 1.864.995.It is also known to embed a blade in a plastic shaving head, the head being permanently attached to a handle, or else the head is removable from a handle to replace another shaving head. Such a system is disclosed in U.S. Pat. No. 1,864,995.

Maer recente voorbeelden van scheerkoppen van kunststof 15 waarin de bladen zijn bevestigd zijn aangegeven in de Amerikaanse octrooischriften 3.703.764 en 3.724.070 en 4.026.016. Terwijl deze recente voorbeelden buitengewoon succesvol waren, is er als altijd een behoefte voor dergelijke producten welke minder kostbaar te vervaardigen zijn en welke verbeterde functionele 20 eigenschappen bieden.Recent examples of plastic shaving heads 15 in which the blades are attached are disclosed in U.S. Pat. Nos. 3,703,764 and 3,724,070 and 4,026,016. While these recent examples have been extremely successful, there is as always a need for such products which are less expensive to manufacture and which offer improved functional properties.

Ben combinatie van de eenvoud van het toestel volgens het bovengenoemde Amerikaanse octrooischrift 1.195.259 en de meer rasaite sbeertoestellen met een blad in kunststof zal aanzienlijke kosten besparen en maakt tegelijkertijd het 25 vervaardigen mogelijk van een meer manoeuvreerbare, gemakkelijker te hanteren scheertoestel.A combination of the simplicity of the device of the above-mentioned U.S. Patent No. 1,195,259 and the more synthetic plastic blade bearers will save significant costs while allowing the manufacture of a more maneuverable, easier-to-handle razor.

Onderkennend dat het slechts de snij rand van een scheerblad is dat het scheerwerk doet, zijn pogingen gedaan cm smallere bladen te gebruiken. Bij de meeste scheereenheden 30 met een patroon worden de bladen in de patronen van kunststof gehouden door het passeren van palen of pennen van kunststof, door gaten in de bladen en door bewegen over palen. Hoewel zulk 8104515 ---*»· —- een methode doeltreffend was, vereist het gebruik van "klinknagels" van deze soort een blad met een breedte van ongeveer 1/10 inch, waardoor in hoge mate de mogelijke maat van smalheid van het scheerblad wordt beperkt. Zoals beschreven in het 5 Amerikaanse octrooischrift 4.084.316 zijn pogingen gedaan om zeer smalle scheerbladen te gebruiken door de bladen te lassen op een drager, zoals een stijve draad. Het lassen levert problemen door de vereiste hitte en het effect van deze hitte op het metaal van het blad.Recognizing that it is only the cutting edge of a shaving foil that does the shaving, attempts have been made to use smaller blades. In most cartridge shaving units 30, the blades are held in the cartridges of plastic by passing posts or pins of plastic, through holes in the blades and by moving over posts. While such a method has been effective, the use of "rivets" of this type requires a blade about 1/10 inch wide, greatly increasing the possible measure of the shaving foil's narrowness. is limited. As described in U.S. Pat. No. 4,084,316, attempts have been made to use very narrow shear blades by welding the blades to a support such as a rigid wire. Welding presents problems due to the required heat and the effect of this heat on the metal of the sheet.

10 Het is duidelijk dat er een behoefte bestaat voor een scheertoestelconstructie welke het toepassen van bladen smaller dan 1/10 inch mogelijk maakt, maar waarbij de bladen niet worden onderworpen aan schadelijke temperaturen of andere nadelige omstandigheden gedurende de fabricage.Obviously, there is a need for a razor construction that allows the use of blades smaller than 1/10 inch, but where the blades are not subjected to harmful temperatures or other adverse conditions during manufacture.

15 Volgens een kenmerk van de uitvinding wordt voorzien in een huis voor een scheertoestel, waarbij het huis voorzien is van een platformgedeelte, een achtergedeelte welke opstaat van een overlangse rand van het platformgedeelte, een kapgedeelte welke reikt vanaf het achtergedeelte en reikt over het platform-20 gedeelte, waarbij beengedeelten voorwaarts reiken van het platformgedeelte en reiken tot een schermgedeelte, waarbij het platformgedeelte voorzien is van een serie van op een lijn gelegen uitsparingen nabij het achtergedeelte en waarbij het kapgedeelte voorzien is van een serie op afstand van elkaar 25 gelegen en op éên lijn opgestelde voorwaarts reikende vingers, waarbij elke vinger is cpgesteld over één van de uitsparingen, waarbij de uitsparingen zijn gescheiden door ribgedeelten van het platform, waarbij de ribgedeelten en de vingers bestemd zijn om hier tussen een blad te ontvangen en vast te houden.According to an inventive feature, a razor housing is provided, the housing having a platform section, a rear section rising from a longitudinal edge of the platform section, a hood section extending from the rear section and extending over the platform section. 20 section, with leg sections extending forward from the platform section and extending into a screen section, the platform section comprising a series of aligned recesses adjacent the rear section and the hood section comprising a series spaced and spaced from one another one line of forward-reaching fingers, each finger being positioned over one of the recesses, the recesses being separated by rib portions of the platform, the rib portions and fingers being there to receive and hold between a tray.

30 Volgens een verder kenmerk van de uitvinding wordt voorzien in een scheertoestel met een platformgedeelte, een achtergedeelte welke ópstaat van een overlangse rand van het platformgedeelte, een kapgedeelte, welke reikt vanaf het achtergedeelte en over het platformgedeelte, eindwanden welke het platform en het kapge-35 deel te aan beide einden daarvan met elkaar verbinden, waarbij 810431 5 -3- het platformgedeelte, het achtergedeelte, het kapgedeelte en de eindwandgedeelten een integraal gegoten eenheid van kunststof vormen, waarbij het kapgedeelte in ontspannen toestand in staat is cm te hellen naar het platformgedeelte en naar 5 een eerste stand, waarbij een blad permanent is opgesteld tussen het kapgedeelte en het platformgedeelte en nabij het achtergedeelte, waarbij het blad het kapgedeelte belast en het kapgedeelte in een tweede stand houdt welke verder verwijderd is van het platformgedeelte dan de eerste stand, 10 waardoor het kapgedeelte een kleumende druk uitoefent qp het blad.According to a further feature of the invention, there is provided a razor with a platform section, a rear section which extends from a longitudinal edge of the platform section, a hood section, which extends from the rear section and over the platform section, end walls which form the platform and the hood section. 35 at both ends thereof, the platform portion, the rear portion, the hood portion and the end wall portions forming an integrally molded unit of plastics material, wherein the hood portion, when relaxed, is capable of tilting toward the platform portion and to a first position, with a blade permanently arranged between the hood portion and the platform portion and near the rear portion, the blade loading the hood portion and holding the hood portion in a second position which is further away from the platform portion than the first position 10, whereby the cap portion exerts a reducing pressure on the blade d.

Volgens weer een ander kenmerk van de uitvinding wordt voorzien in een scheertoestel met .een platformgedeelte, een achtergedeelte welke opstaat vanaf een op voorlangse randstrook 15 van het platformgedeelte, een kapgedeelte welke reikt vanaf het achtergedeelte en over het platformgedeelte en een blad welke bestemd is cm permanent te worden opgesteld tussen het kapgedeelte en het platformgedeelte, waarbij het kapgedeelte in staat is cm een kleumende druk uit te oefenen op het blad, 20 waarbij het blad bestaat uit een eerste mes, een tussenorgaan en een tweede mes, waarbij het tussenorgaan opgesteld is tussen de eerste en tweede messen, en de messen en het tussenorgaan steunend met elkaar in aanraking staan en bij elkaar kunnen worden gehouden door de kleumende druk maar verder onderling 25 niet verbonden zijn, waarbij het tussenorgaan voorzien is van een nok vrelke uitsteekt vanaf zijn onderzijde nabij beide einden daarvan en het platformgedeelte voorzien is van twee * integraal gegoten bladveren welke voldoende soepel zijn cm toe te staan dat de nokken hierover schuiven gedurende het insteken 30 van het blad tussen het platformgedeelte en het tapgedeelte, naar voldoende druk uitoefenen om hierna een grendelende aan-grijping te keren ten opzichte van de nokken cm het tussenorgaan permanent te vergrendelen in de stand tussen het platformgedeelte en het kapgedeelte.According to yet another feature of the invention, there is provided a razor having a platform section, a rear section rising from a on a longitudinal edge strip 15 of the platform section, a hood section extending from the rear section and over the platform section and a blade intended to to be arranged permanently between the hood portion and the platform portion, the hood portion being able to exert a collimating pressure on the blade, the blade consisting of a first knife, an intermediate member and a second blade, the intermediate member being arranged between the first and second knives, and the knives and the intermediate member are in contact with each other in a supporting manner and can be held together by the reducing pressure, but otherwise are not mutually connected, wherein the intermediate member is provided with a cam protruding from its underside near both ends thereof and the platform portion is provided with two * integral cast n leaf springs which are sufficiently flexible to allow the cams to slide over them during insertion of the blade between the platform section and the trunnion section, to apply sufficient pressure to thereafter reverse a locking engagement with respect to the cams in the intermediate member lock permanently in position between platform section and hood section.

35 Verwezen wordt naar de bijgaande tekening waarin een ö I V 'i ~ i 3 * -4-35 Reference is made to the accompanying drawing in which an ö I V 'i ~ i 3 * -4-

VV

uitvoeringsvorm van de uitvinding is aangegeven waaruit de nieuwe constructiekenmerken en voordelen daarvan zullen blijken.The embodiment of the invention is indicated from which the new constructional features and advantages thereof will become apparent.

Fig, 1 is een bovenaanzicht van een uitvoeringsvorm 5 van het huis volgens de uitvinding.Fig. 1 is a top view of an embodiment 5 of the housing according to the invention.

Fig. 2 is een vooraanzicht van het huis volgens fig. 1. Fig. 3 is een doorsnede langs de lijn III-III van fig. 1.Fig. 2 is a front view of the housing of FIG. 1. FIG. 3 is a sectional view taken on the line III-III of FIG. 1.

Fig. 4 is een doorsnede langs de lijn IV-IV van fig. 1.Fig. 4 is a section on line IV-IV of FIG. 1.

10 Fig. 5 toont een blad in uiteengenomen toestand en in perspectief.FIG. 5 shows a sheet in exploded view and in perspective.

Fig. 6 is een bovenaanzicht van een uitvoeringsvorm van het scheertoestel volgens een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding.Fig. 6 is a top view of an embodiment of the razor according to another embodiment of the invention.

15 Fig. 7 is een vooraanzicht van het scheertoestel volgens fig. 6.FIG. 7 is a front view of the razor of FIG. 6.

Fig. 8 is een doorsnede langs de lijn VXII-VIII van fig. 6.Fig. 8 is a section on line VXII-VIII of FIG. 6.

Fig. 9 is een zijaanzicht van een uitvoeringsvorm van 20 een scheertoestel volgens weer een andere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding.Fig. 9 is a side view of an embodiment of a razor according to yet another embodiment of the invention.

Fig. 10 is eën doorsnede als volgens fig. 8 maar tocnt weer een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding.Fig. 10 is a section as in FIG. 8 but shows yet another embodiment of the invention.

Fig. 11 is een bovenaanzicht van een huis welke bruikbaar 25 is voor de getekende uitvoeringsvormen van de uitvinding.Fig. 11 is a top plan view of a housing useful for the illustrated embodiments of the invention.

Fig. 12 en 13 zijn doorsneden respectievelijk langs de lijnen XII-XII en XIII-XIII.Fig. 12 and 13 are sectional views along lines XII-XII and XIII-XIII, respectively.

Fig. 14 toont een blad in uiteengenomen toestand en in perspectief.Fig. 14 shows a sheet in exploded view and in perspective.

30 Fig. 15 is een doorsnede langs de lijn XV-XV van fig.FIG. 15 is a section on line XV-XV of FIG.

11, maar toont het blad en het huis gecombineerd in een uitvoeringsvorm van het scheertoestel als volgens de uitvinding.11, but shows the blade and housing combined in one embodiment of the razor of the present invention.

Verwijzend naar de tekeningen en in het bijzonder naar de fig. 1 t/m 4, blijkt dat een kenmerkend huis 2 voorzien is 35 van een platformgedeelte 4. Een achtergedeelte 6 reikt omhoog 8104515 1? -5- vanaf een overlangse de strook van het platformgedeelte 4 en een kapgedeelte 8 reikt ook voorwaarts vanaf het achtergedeelte 6 hoven over het platformgedeelte. Het huis omvat verder heengedeelten 10 welke voorwaarts reiken vanaf het 5 platformgedeelte en een aangrenzend scherm 12 dat evenwijdig aan het achtergedeelte 6 is cpgesteld. Hat huis is verder voorzien van eindwanden 14 en 16 welke het achtergedeelte en de scherm aan de einden van het huis met elkaar verbinden.Referring to the drawings and in particular to Figures 1 through 4, it will be seen that a typical housing 2 includes a platform portion 4. A rear portion 6 extends upward. -5- from a longitudinal strip of the platform section 4 and a hood section 8 also extends forward from the rear section 6 over the platform section. The housing further includes forward portions 10 extending forward from the platform portion and an adjacent screen 12 positioned parallel to the rear portion 6. The housing is further provided with end walls 14 and 16 connecting the rear portion and the screen at the ends of the housing.

Het kapgedeelte 8 in onbelaste toestand (fig. 3 en 4) 10 helt naar het platformgedeelte 4 in een eerste stand.The hood portion 8 in an unloaded state (FIGS. 3 and 4) 10 slopes toward the platform portion 4 in a first position.

Bet kapgedeelte is voldoende soepel cm hieronder een blad te ontvangen, waarbij het blad het kapgedeelte drukt naar een tweede stand volgens fig. 8 welke verder verwijderd is van het platformgedeelte dan de eerste stand. Het kapgedeelte oefent 15 daardoor een kleumende druk op het blad uit.The hood portion is sufficiently flexible to receive a blade below, the blade urging the hood portion to a second position of FIG. 8 which is further from the platform portion than the first position. The cap portion thereby exerts a foaming pressure on the blade.

Hat kapgedeelte 8 bestaat uit een aantal op afstand van elkaar gelegen, op één lijn gelegen, voorwaarts reikende vingers 18. Het platformgedeelte is voorzien van een serie op afstand van elkaar gelegen, qp een lijn opgestelde uitsparingen 20 die 20 zijn gescheiden door ribgedeelten 22 van het platform. Zoals blijkt uit fig. 1 is elke vinger 18 opgesteld over één van de uitsparingen 20 en elk ribgedeelte 22 is in register met een ruimte tussen twee van de vingers 18.The hood portion 8 consists of a plurality of spaced, aligned, forward-reaching fingers 18. The platform portion is provided with a series of spaced, line-spaced recesses 20 separated by rib portions 22 of the platform. As shown in Figure 1, each finger 18 is disposed over one of the recesses 20 and each rib portion 22 is in register with a space between two of the fingers 18.

Bij voorkeur is het gehele huis en teminste het platform-25 gedeelte, het achtergedeelte en het kapgedeelte van gegoten kunststof en is als een integrale eenheid gegoten. De vingers 18 zijn in feite bladveren welke in staat zijn om te buigen voor het ontvangen van een blad tussen de vingers en het platform en on verder te dienen can het blad te drukken tegen een boven-3Q vlak 24 van het platformgedeelte.Preferably, the entire housing and at least the platform portion, rear portion and hood portion are molded plastic and molded as an integral unit. The fingers 18 are in fact leaf springs which are able to bend to receive a leaf between the fingers and the platform and further to press the leaf against an upper plane 24 of the platform portion.

Bij de voorkeursuitvoering zijn de eindwanden 14 en 16 voorzien van binnenwaarts uitstekende uitsteeksels 26 welke tegenover elkaar zijn gelegen als volgens fig. 1 en 2. De uitsteeksels leveren een extra mogelijkheid voor het vasthouden 35 van het blad. Elk uitsteeksel omvat een voorwaarts oppervlak 28 8iö.;:i5 *In the preferred embodiment, the end walls 14 and 16 are provided with inwardly projecting protrusions 26 which are opposite each other as according to Figures 1 and 2. The protrusions provide an additional possibility for holding the blade. Each protrusion includes a forward surface 28 8 °.

VV

-6- welke reikt vanaf de wand waarop het uitsteeksel is aangebracht schuin naar een zijoppervlak 30. Een achteroppervlak 32 verbindt de achterrand van het zij oppervlak en het eindoppervlak. De werking van de uitsteeksels 26 zal in het volgende nader 5 worden beschreven.Which extends from the wall on which the protrusion is mounted obliquely to a side surface 30. A rear surface 32 connects the trailing edge of the side surface and the end surface. The operation of the protrusions 26 will be described in more detail below.

Elk van de vingers 18 is voorzien van een leioppervlak 34 welke dient voor het leiden van een blad in de spleet of ruimte gevormd door het platformgedeelte en het achtergedeelte en de vingers. De vingers zijn zodanig gevormd dat terwijl 10 zij voorwaarts strekken, de vingers ook een weinig omlaag reiken zoals blijkt uit de fig. 3 en 4, dat wil zeggen naar het platformgedeelte 24.Each of the fingers 18 includes a guide surface 34 which serves to guide a blade into the slit or space formed by the platform portion and the rear portion and the fingers. The fingers are shaped such that while they extend forward, the fingers also extend slightly downward as shown in Figures 3 and 4, ie towards the platform portion 24.

üit fig. 5 blijkt dat een blad welke bruikbaar is voor gebruik in het boven beschreven huis bestaat uit een eerste mes 15 40 met een snij rand 42 en een smaller tweede mes 44 net een snij rand 46, waarbij de messen 40 en 44 zijn bevestigd aan weerszijde van een tussenorgaan 50. Het tussenorgaan 50 is voorzien van een langwerpig centraal gedeelte 52 en eindgedeelten 54 welke voorwaarts reiken vanaf een voorrand 56 van het centrale 20 deel 52 en met buitenwaarts gerichte uitsparingen 58 voor het ontvangen van de uitsteeksels 26. De uitsparingen 58 worden gedeeltelijk gevormd door uitsteeksels 60 met elk een nokopper-vlak 62, een buitenoppervlak 64 en een naar binnen reikend oppervlak 66.Fig. 5 shows that a blade usable for use in the housing described above consists of a first knife 15 40 with a cutting edge 42 and a narrower second knife 44 with a cutting edge 46, the knives 40 and 44 being attached on either side of an intermediate member 50. The intermediate member 50 includes an elongated central portion 52 and end portions 54 extending forward from a leading edge 56 of the central portion 52 and with outwardly directed recesses 58 for receiving the protrusions 26. The recesses 58 are formed in part by protrusions 60, each having a cam surface 62, an outer surface 64 and an inwardly extending surface 66.

25 Voor het samenvoegen wordt het blad met inbegrip van het eerste mes 40, het tussenorgaan 50 en het tweede mes 44 gestoken tussen- de vingers 18 en de bovenoppervlakken 24 van de ribgedeelten 22 waarbij de leidoppervlakken' 34 op de vingers het blad leiden en duwen naar zijn plaats. Het nokoppervlak 30 62 grijpt het vooroppervlak 28 van de uitsteeksels. Voortgezette druk op het blad doet de uitsteeksels 60 schuiven over de uitsteeksels 26 waardoor de uitsparingen 58 komen te rusten tegen de uitsteeksels 26 als volgens fig. 6.For joining, the blade including the first blade 40, the intermediate member 50 and the second blade 44 is inserted between the fingers 18 and the top surfaces 24 of the rib portions 22 with the guide surfaces 34 on the fingers guiding and pushing the blade to its place. The cam surface 30 62 engages the front surface 28 of the protrusions. Continued pressure on the blade causes the protrusions 60 to slide over the protrusions 26 causing the recesses 58 to rest against the protrusions 26 as shown in FIG. 6.

De mesgedeelten en schraapgedeelten van het blad worden 35 in hun standen ten opzichte van elkaar gehouden door slechts 8104515 -7- de druk daarop uitgeoefend door het kapgedeelte 8 en zijn op andere wijze niet met elkaar verbonden. Er is geen klinknagelverbinding zodat het duidelijk is dat de breedte van het blad geen typische factor is en een zeer snel blad, minder 5 dan 1/10 inch vanaf de snij rand van de achterrand, kan worden toegepast.The blade portions and scraper portions of the blade are held in position relative to each other by just 8104515 -7- the pressure exerted thereon by the cap portion 8 and are otherwise unconnected. There is no rivet connection so it is clear that the blade width is not a typical factor and a very fast blade, less than 1/10 inch from the cutting edge of the trailing edge, can be used.

Uit fig. 9 blijkt dat het huis kan worden voorzien met middelen voor het bevestigen aan een scheermeshandvat.It can be seen from Fig. 9 that the housing can be provided with means for attaching to a razor handle.

Terwijl zulke middelen kunnen bestaan uit de bekende groeven 10 als aangegeven in het eerder genoemde Amerikaanse octrooischrift 3.724.070 of lagermiddelen zoals aangegeven in het eerder genoemde Amerikaanse octrooischrift 4.026.016 is het huis bij de uitvoeringsvorm volgens de fig. 1 t/m 4 voorzien van verbindingsmiddelen 70 welke in staat zijn cm te worden aangegeven door 15 een scheermeshandvat 80. Hat handvat 80 kan van het soort zijn welke permanent verbonden is met het huis 2 of kan van het soort zijn welke selectief kan worden verbonden en ontkoppeld met en van het handvat.While such means may consist of the known grooves 10 as disclosed in the aforementioned U.S. Pat. No. 3,724,070 or bearing means as disclosed in the aforementioned U.S. Pat. No. 4,026,016, the housing in the embodiment of FIGS. 1 through 4 is provided of connecting means 70 which are capable of being indicated by a razor handle 80. The handle 80 may be of the type which is permanently connected to the housing 2 or may be of the type which can be selectively connected and disconnected with and from the handle.

Uit de fig. 11 t/m 13 blijkt dat een kenmerkend huis 102 20 voorzien is van een platformgedeelte 104. Een achtergedeelte 106 reikt athoog vanaf een overlangse strook van het platfom-gedeelte 104 en een kapgedeelte 108 reikt voorwaarts vanaf het achtergedeelte 106 tot boven over het platformgedeelte. Het huis is verder voorzien van beengedeelten 110 welke voorwaarts 25 reiken van het platformgedeelte en in verbinding staan met een schermgedeelte 112 welke evenwijdig aan het achtergedeelte 106 is cpgesteld. Het huis is verda: voorzien van eindwanden 114 en 116 welke het achtergedeelte en het schermgedeelte aan de einden van het huis met elkaar verbinden.From FIGS. 11 to 13 it is seen that a typical housing 102 20 includes a platform section 104. A rear section 106 extends high from a longitudinal strip of the platform section 104 and a hood section 108 extends forward from the rear section 106 upwardly across the platform section. The housing further includes leg portions 110 extending forward from the platform portion and communicating with a screen portion 112 positioned parallel to the rear portion 106. The housing is also provided with end walls 114 and 116 connecting the rear section and the screen section at the ends of the housing.

30 Het kapgedeelte 108 in ontspannen toestand volgens fig.The hood portion 108 in the relaxed state according to FIG.

12 is in staat cm voorwaarts te hellen naar het platformgedeelte 104 in een eerste stand. Het kapgedeelte is voldoende soepel cm hier beneden een blad te ontvangen, waarbij het blad het kapgedeelte drukt naar een tweede stand volgens fig. 15 welke 35 verder verwijderd is van het platformgedeelte dan bij de eerste stand. Het kapgedeelte cërent daardoor een knellende druk qp het si o': 15 v -8- blad uit.12 is capable of inclining forward to the platform portion 104 in a first position. The hood portion is sufficiently flexible to receive a blade below, the blade urging the hood portion to a second position of FIG. 15 which is further away from the platform portion than at the first position. As a result, the cap portion creates a squeezing pressure on the sheet.

Het kapgedeelte 108 kan voorzien zijn van een aantal op afstand van elkaar gelegen, volgens één lijn opgestelde, voorwaarts reikende vingers 118. Het platformgedeelte kan 5 voorzien- zijn van een aantal op afstand van elkaar gelegen, op één lijn qpgestelde uitsparingen 120 waarbij de uitsparingen zijn gescheiden door ribgedeelten 122 van het platform. Zoals blijkt uit fig. 11 is elk van de vingers 118 opgesteld boven één van de uitsparingen 120 en elk van de ribgedeelten 122 J0 is in register net een ruimte tussen twee van de vingers 118.The hood portion 108 may include a plurality of spaced, aligned, forward-reaching fingers 118. The platform portion may include a plurality of spaced, aligned recesses 120 with the recesses are separated by rib portions 122 from the platform. As shown in Figure 11, each of the fingers 118 is disposed above one of the recesses 120, and each of the rib portions 122 J0 is in register just a space between two of the fingers 118.

Bij voorkeur is gehele huis en tenminste het platformgedeelte, het achtergedeelte en het kapgedeelte gegoten uit kunststof en is als integrale eenheid gegoten. De vingers 118 zijn in feite bladveren welke in staat zijn cm te buigen voor het ontvangen 15 van een blad tussen de vingers en het platform en cm verder te dienen voor het drukken van het blad tegen een bovenoppervlak 124 van het platformgedeelte.Preferably, the entire housing and at least the platform portion, the rear portion and the hood portion are molded from plastic and molded as an integral unit. The fingers 118 are in fact leaf springs capable of bending to receive a blade between the fingers and the platform and further serving to press the blade against an upper surface 124 of the platform portion.

Bij een voorkeuruitvoeringsvorm is het schermgedeelte 112 voorzien van achterwaarts reikende bladveren 126 die 2Q integraal gegoten zijn met het schermgedeelte 112. De vrije einden van de bladveren 126 zijn elk voorzien van een hellend nokvlak 128, een bovenvlak 130 en een achtervlak 132, welke in hoofdzaak loodrecht staat op het bovenvlak 130 volgens fig. 13.In a preferred embodiment, the shield portion 112 includes backwardly extending leaf springs 126 cast integrally with the shield portion 112. The free ends of the leaf springs 126 each include an inclined cam face 128, a top face 130, and a rear face 132, which are substantially is perpendicular to the top surface 130 according to Fig. 13.

25 Elk van de vingers 118 is voorzien van een leidoppervlak 134 volgens fig. 12 welke dient om een blad te leiden in de spleet of ruimte gevormd door het platformgedeelte en het achtergedeelte en de vingers. Zoals eerder opgemerkt zijn de vingers .118 zodanig gevormd dat zij voorwaarts reiken en 30 ook een weinig omlaag reiken als volgens fig. 12 naar het platformoppervlak 124.Each of the fingers 118 includes a guide surface 134 of FIG. 12 which serves to guide a blade into the slit or space formed by the platform portion and the rear portion and the fingers. As noted previously, fingers. 118 are shaped to extend forward and also slightly downward as shown in FIG. 12 toward platform surface 124.

Uit fig. 14 blijkt dat een blad welke bruikbaar is voor gebruik in het boven beschreven huis, voorzien is van een eerste mes 140 met een snijrand 142 en een smalle tweede 35 mes 144 met een snijrand 146 waarbij de messen 140 en 144 zijn opgesteld aan weerszijde van een tussenorgaan 150. Het 8.1 ff* ’ -f >1 S’ i y , 'j i ^ -9- tussenorgaan 150 onvat een langwerpig centraal gedeelte 152 een eindgedeelte 154 welke voorwaarts reiken vanaf een voorrand 156 van het centrale deel 152. Het tussenorgaan 150 is verder voorzien van nokken 158 welke vanaf de onderzijde uitsteken 5 en welke in register zijn net en in aangrijping kunnen kanen net de eerder genoemde bladveren 126. Elk van de nokken 158 is voorzien van een hellend nokqppervlak 160, een bodemopper-vlak 162 en een achtervlak 164 welke in hoofdzaak loodrecht staat cp het bodemvlak 162.It can be seen from Fig. 14 that a blade usable for use in the housing described above is provided with a first blade 140 with a cutting edge 142 and a narrow second blade 144 with a cutting edge 146 with the blades 140 and 144 disposed on each side of an intermediate member 150. The 8.1 ff * '-f> 1 S' iy, 'ji ^ -9- intermediate member 150 includes an elongated central portion 152 and an end portion 154 extending forward from a leading edge 156 of the central portion 152. The intermediate member 150 is further provided with projections 158 projecting from the underside and which are in register just and can engage with the aforementioned leaf springs 126. Each of the projections 158 has an inclined cam surface 160, a bottom surface 162 and a rear surface 164 which is substantially perpendicular to the bottom surface 162.

10 Bij voorkeur is het tussenorgaan 150 verder voorzien van bovenste en onderste tanden 166 en 168 welke respectievelijk reiken van de boven en ondervlakken van het tussenorgaan. De bovenste tanden 166 warden ontvangen door gaten 170 in het tweede mes 144 en de ondertanden 168 worden qp gelijke wijze 15 ontvangen door gaten 172 in het eerste nes 140. Elke tand 166 of 168 is voorzien van een achtervlak 174 welke in hoofdzaak loodrecht staat cp het vlak van het tussenorgaan 170, waarbij het oppervlak 174 aangrijpfoaar is door de achterwand van het betrekken gat 170 of 172.Preferably, intermediate member 150 further includes upper and lower teeth 166 and 168 extending from the upper and lower surfaces of the intermediate member, respectively. The top teeth 166 were received by holes 170 in the second blade 144 and the bottom teeth 168 are likewise received by holes 172 in the first nes 140. Each tooth 166 or 168 has a rear face 174 which is substantially perpendicular the face of the intermediate member 170, the surface 174 being engagement force through the rear wall of the engaging hole 170 or 172.

2Q Bij het samenvoegen wordt het blad met inbegrip van het eerste mes 140, het tussenorgaan 150 en een tweede mes 144 gestoken tussen de vingers 118 en het bovenvlak 124 van de ribgedeelten 122, waarbij de leivlakken 134 van de vingers hst blad leiden en duwen. naar zijn plaats. Terwijl het stelsel 25 van eerste en tweede nessen 140 en 144 naar zijn plaats wordt bewogen, grijpen de oppervlakken 174 van de tanden 166 en 168 de achterwanden van de gaten 170 en 172 waarin zij worden opgesteld, waardoor het stelsel naar zijn juiste plaats wordt bewogen, waarbij het tussenorgaan werkt als drager voor de 30 messen. Wanneer het blad naar zijn plaats beweegt grijpen de nokken 158 de bladveren 126 en grijpen de nokoppervlakken 160 de nokoppervlakken 128 cm de bladveren omlaag te buigen. Voortgezette druk op het blad veroorzaakt dat de nekken 158 bewegen langs de bladveren 126 waarbij de vlakken 130 en 162 35 langs elkaar glijden totdat de bladveer onhoog veert cm de 8104-15 > -10- nokken 158 te grendelen en daardoor het blad op zijn plaats te grendelen, doordat het veeroppervlak 132 kant te rusten nabij het nokoppervlak 164 als volgens fig. 15.During assembly, the blade including the first blade 140, the intermediate member 150 and a second blade 144 is inserted between the fingers 118 and the top surface 124 of the rib portions 122, the guide surfaces 134 of the fingers guiding and pushing the blade. to its place. As the assembly 25 of first and second knives 140 and 144 is moved into place, the surfaces 174 of the teeth 166 and 168 grip the rear walls of the holes 170 and 172 in which they are positioned, thereby moving the assembly into its proper position the intermediate member acting as a carrier for the knives. As the blade moves into place, the cams 158 engage the leaf springs 126 and the cam surfaces 160 engage the cam surfaces 128 cm to bend the leaf springs. Continued pressure on the blade causes the necks 158 to move along the leaf springs 126 with the surfaces 130 and 162 35 sliding against each other until the leaf spring springs up to lock the 8104-15> -10 cams 158 and thereby the blade in place by latching the spring surface 132 to rest side by side with the cam surface 164 as in FIG.

De messen en het tussenorgaan van het blad worden 5 in hun stand ten opzichte van elkaar gehouden door de druk hierop uitgeoefend door het kapgedeelte 108 en de eerder beschreven veren en tanden, maar zijn qp andere wijze niet met elkaar verbonden. Doordat er geen klinknagelverbindingen zijn, zal het duidelijk zijn dat de breedte van het blad geen 10 kritische factor is en een zeer smal blad, minder dan 1/10 inch vanaf de snijtand tot de achterrand, kan worden toegepast.The blades and the blade intermediate member are held in position relative to each other by the pressure exerted on them by the cap portion 108 and the previously described springs and teeth, but are otherwise not connected together. Since there are no rivet joints, it will be understood that the blade width is not a critical factor and a very narrow blade, less than 1/10 inch from the incisor to the trailing edge, can be used.

Het zal duidelijk zijn dat het huis voorzien kan zijn van niet getekende middelen voor het bevestigen aan een scheermeshandvat. Deze middelen kunnen bestaan uit de bekende 15 groeven als beschreven in het eerder genoemde Amerikaanse octrooischrift 3.724.070 of lagers als beschreven in het eerder genoemde Amerikaanse octrooischrift 4.026.016. Ook anders kan een handvat zijn van het soort welke permanent verbonden is met het huis 102 in plaats van het soort welke selectief 20 kan worden bevestigd of losgenomen van het huis.It will be understood that the housing may be provided with means (not shown) for attaching to a razor handle. These means may consist of the known grooves as described in the aforementioned U.S. Pat. No. 3,724,070 or bearings as described in the aforementioned U.S. Pat. No. 4,026,016. Also, otherwise, a handle may be of the type which is permanently connected to the housing 102 instead of the type which may be selectively attached or detached from the housing.

3 1 0 Π 1 53 1 0 Π 1 5

Claims

A razor housing having a platform section, a rear section extending high from a longitudinal edge strip of the platform section, a hood section extending from the rear section above over the platform section, leg sections extending forward from the platform section and connecting a shield portion, the platform portion comprising a series of aligned alignment recesses near the rear portion and the hood portion comprising a series of spaced, aligned alignment fingers extending forwardly, each of the fingers is positioned above one of the recesses, the recesses being separated from each other by rib-shaped portions of the platform portion, the rib-shaped portions and fingers being for receiving and retaining a razor blade assembly therebetween.

2. Device according to claim 1, characterized in that the fingers are provided with springs which are bendable to receive the razor blade assembly and to push the razor blade assembly 20 against the rib-shaped portions.

Casing according to claim 1, characterized by end walls at each end of the casing connecting the platform portion to the screen portion, each of the end walls having an inwardly projecting protrusion with the protrusions facing each other.

Housing according to claim 1, characterized by connecting means extending down from the housing and intended for connecting with a razor handle.

The housing of claim 1 wherein a razor blade assembly is disposed between the fingers and the rib portions, the razor blade assembly forming cutting edges between the shield portion and the cap portion.

Housing according to claim 5, characterized in that the razor blade system consists of a first blade, an intermediate blade. <''% Ί * '' '-12- member and a second blade, the intermediate member being disposed between the first and second blades.

The star blade with the housing of claim 5 and a handle attached to the housing with a grip portion 5 to facilitate manual handling of the razor during a shaving operation.

8. Shaving apparatus comprising a platform section, a rear section extending upwardly from a longitudinal edge strip of the platform section, a hood section extending from the rear section above over the platform section, and walls connecting the platform section and the hood section at both ends thereof, wherein the platform portion, rear portion, hood portion and end wall portions are an integrally molded plastic unit, the unloaded hood portion being able to slope toward the platform portion according to a first position, with a razor blade assembly permanently disposed between the hood portion and the platform portion and near the rear portion, the razor blade assembly pressing the cap portion and holding 2Q in a second position which is further away from the platform portion than the first position, thereby causing the cap portion to clamp the razor blade assembly.

The razor of claim 8 wherein the razor blade assembly comprises a first razor blade, an intermediate member and a second shin blade, the intermediate member disposed between the first and second razor blades, the razor blades and the intermediate member being held together and held together by the clamping pressure but otherwise not connected to each other.

The razor of claim 9, wherein at least one of the razor blades is narrower than 1/10 inch from the cutting edge to the trailing edge.

11. Shaving razor according to claim 9, wherein the intermediate member consists of an elongated central part and end-1, 1 \ Γ, -1 5 ö 1 \ J ~ i -J> J -13- parts extending forward from a leading edge of the central portion, the end portions extending forward relative to the first and second shin blades.

12. Shaver comprising a platform section, a rear section extending upwardly from a longitudinal edge strip of the platform section, a hood section extending from the rear section above over the platform section and a razor blade assembly which is intended to be permanently disposed between the hood section and the platform section 10, wherein the platform portion is intended to exert clamping pressure on the razor blade assembly consisting of a first razor blade, an intermediate member and a second razor blade, the intermediate member disposed between the first and second razor blades, the razor blades 15 and the intermediate member are in contact with each other and are held together by the clamping pressure, but are not otherwise interconnected, wherein the intermediate member is provided with a cam protruding from the bottom near each end of the intermediate member and wherein the platform portion 20 is provided with a one pair of integrally molded leaf springs which are sufficiently flexible to allow the cams to slide over them during insertion of the razor blade assembly between the platform portion and the cap portion, but then spring back into locking contact with the cams to permanently lock the intermediate member in the position between the platform section and the hood section.

The shaving razor of claim 12, wherein the. intermediate member is provided with upper and lower teeth protruding from the top and bottom surfaces, respectively, the first razor blade having openings for receiving the lower teeth and the second razor blade having holes for receiving the upper teeth.

A scalper device according to claim 12, wherein a screen portion is connected to the platform portion via ft * Λ ’- 1 x &I; Leg sections which protrude forward from the platform section 1 and the leaf springs extend rearwardly from the screen section to the rear section. t-,. ·. \ ·> A sr ö J: · o j 0