NL8104385A - Smeerinrichting. - Google Patents

Description

« * -1- VO 231Τ

Smeerinrichting.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het smeren van draaibare boorkoppen van het type met een snij rol, bezet met snijmiddelen, welke draaibaar wordt gesteund door middel van een • draagsysteem. De boorkop is voorzien van tenminste een eerste doorgang 5 voor de toevoer van spoelfluidum naar het door de boor geboorde gat en tenminste een tweede doorgang voor de toevoer van fluïdum naar het legersysteem om dit te koelen. De smeermiddelen worden aan het fluïdum in de tweede doorgang toegevoegd voor het gelijktijdig smeren van het ondersteuningssysteem.

10 Het leger- of ondersteuningssysteem in een draaibare boorkop kan afgedicht of niet afgedicht zijn uitgevoerd. Een afgedichte uitvoeringsvorm betekent, dat het legersysteem is af gedicht en voorzien wordt van smeermiddel zoals vet of olie, vanuit een reservoir, dat binnen de boorkop is aangebracht. Het smeermiddel wordt via een membraan naar het 15 legersysteem gevoerd als gevolg van het verschil in druk daarbinnen en daarbuiten. Er wordt geen lucht of een ander koelmedium naar het legersysteem gevoerd. Een niet afgedichte uitvoeringsvorm, waarvan de uitvinding een voorbeeld is, betekent, dat het legersysteem geen afdicht-middelen heeft. Ongerechtigheden worden verhinderd in het legersysteem 20 te treden als gevolg van het feit, dat lucht waarnaar toegevoerd wordt, welke lucht buitenwaarts stroomt ter vorming van een luchtkussen tussen de snijrol en het daarbij behorende been.

Voor het smeren van het legersysteem is voorgesteld smeermiddelen alleen naar dat gedeelte toe te voeren, waar de lucht naar het 25 systeem wordt gevoerd om dit te koelen en te reinigen. Het Amerikaanse octrooischrift 2.831.660 betreft een uitvoeringsvorm, waarbij een srneer-middelreservoir op elk been van de Tpoorkop is aangebracht, welk smeermiddel via een doorgang in het been naar de koeler wordt gevoerd.

Het Amerikaanse octrooischrift 3.220.^-96 betreft een uitvoe-30 ringsvorm, waarbij smeermiddel naar het legersysteem wordt gevoerd via een hulporgaan, dat gemonteerd is tussen de boorkop en het vooreinde van de boorserie. De druk van het spoelfluidum perst het smeermiddel via een zuiger naar het legersysteem. Een dergelijk ontwerp is ook omschreven in het Amerikaanse octrooischrift 3.7^-9.186.

35 Hen nadeel van de bovenbedoelde smeerinrichtingen is, dat de 8104385 I' 1 ; ΙΓΙΓ ' ' 1 \ ; -2- , ' . toevoer van smeermiddel vanuit een reservoir moeilijk te controleren is, hetgeen "betekent, dat teveel smeermiddel doorgaans wordt) toegevoerd in de eerste fase van het hoorproces met als resultaat, dat al het smeermiddel in een latere fase tijdens het horen wordt verbruikt, hetgeen de 5 levensduur van de boorkop' verlaagd.

Het doel van de uitvinding is te voorzien in een draaibare boorkop, waarbij toevoer van smeermiddel op een voorafbepaalde en gecontroleerde wijze kan plaatsvinden, zodat het mogelijk is de levens-; duur van de boorkop te verhogen. Een ander doel van de uitvinding is te 10 voorzien in een draaibare boorkop, waarbij de kans op storingen klein is en de boorkop ook betrouwbaarder wordt. Deze en andere voordelen worden verkregen door toepassing van de in het kenmerk van de conclusies omschreven maatregelen.

De uitvinding wordt met betrekking tot bijgaande tekening 15 nader toegelicht, waarin twee uitvoeringsvormen zijn weergegeven.

Het is duidelijk, dat deze uitvoeringsvormen slechts illustratief voor de uitvinding zijn en dat verschillende modificaties mogelijk zijn zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

In de tekening toontr 20- figuur 1 een doorsnede van een draaibare boorkop met een smeerinrichting volgens de uitvinding, figuur 2 een doorsnede over de lijn II-II van figuur 1 en figuur 3 een gedeeltelijke doorsnede van een andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding.

25 In de tekening zijn korresponderende details in de twee uit voeringsvormen van dezelfde verwijzingscijfers voorzien.

In figuur 1 is een draaibare boorkop 10 voor gesteente weergegeven met een been 11, waarin een legerpen 12 is aangebracht. Een snij-rol llf is op gebruikelijke wijze draaibaar gelegerd op de legerpen 12 30 via een legersysteem, dat bestaat uit een rolleger 15, een kogelleger 16, een rolleger 17 en een axiaal drukleger 18. De snij rol 1^ is voorzien . van snijmiddelen in de vorm van hardmetalen snijplaatjes 13. De boorkop 10 heeft drie‘benen 11, welke tezamen met de bijbehorende snijrollen 1U gelijkmatig over de omtrek zijn verdeeld. Veiligheidshalve is in figuur 1 35 slechts een been getekend.

De draaibare boorkop 10 is voorzien van een doorgang 19 voor — spoelfluadum, zoals samengeperste lucht, waaraan water is toegevoegd.

Het spoelfluldum dient voor het schoon spoelen van het gat,, dat door “8104385 ? -4 -3- « - ’ de boorkop is geboord. De doorgang 19 mondt aan de achterzijde uit in een boring 20. Een terugslagklep, aangeduid door 21 bevindt zicb aan bet achtereinde van de boring 20. De terugslagklep 21 kan worden beschouwd als te bestaan uit twee met elkaar samenwerkende klepdelen» waarvan er 5 een. bestaat- uit een platte klepplaat 22 en een cylindrisch zeeilichaam 23 dat centraal en coaxiaal daaraan bevestigd is. Het manteloppervlak van het zeef lichaam 23 is voorzien van ronde openingen 2k voor het doorlaten van het spoelfluldum. Het aadere klepdeel vormt een inzet sel, dat beweegbaar is ten opzichte van het eerste klepdeel en bestaat uit een 10 rond deksel 25, dat wordt gesteund door drie axiaal zich uit strekkende benen 26. De benen 26 omgeven het zeeilichaam 23 en zijn bevestigd aan het deksel 25 en een bodemring 27*

De draaibare boorkop 10 is voorzien van drie doorgangen 28, 29» 30, een voor elk been 11, waardoorheen fluïdum, zoals samengeperste „ 15 lucht, naar het legersysteem 15, 16, 17» 18 wordt gevoerd. Normaliter wordt het fluïdum enerzij ds naar· het legersysteem gevoerd als koelmiddel en anderzijds voor het reinigen daarvan en het voorkomen dat ongerechtigheden daarin treden, via de ringvormige spleet tussen de snijrol en de legerpen. Onder bepaalde omstandigheden kan het fluïdum echter warmer 20 zijn dan bet legersysteem, hetgeen betekent, dat de hoofdfunktie is, het reinigen van het legersysteem. De doorgangen zijn uitgevoerd als een axiaal lopende buis 31» welke via een bochtstuk 32 uitmondt in een doorgang 33 in het been 11 en doorgangen 3^, 35 in de legerpen 12. Het achtereinde van de buis 31 eindigt binnen het zeeilichaam 23.

25 De funktie van de terugslagklep 21 is in detail beschreven in het .Amerikaanse octrooischrift U. 18h-.55^♦ Wanneer spoelfluldum met water de terugslagklep 21 bereikt, wordt water daarin afgescheiden voordat het fluïdum in de buis 31 komt.

f Een reservoir 36 voor smeermiddel is binnen de draaibare boor-30 kop 10 aangebracht. Het reservoir 36 is aan de achterzijde gesloten door een deksel 37, dat het reservoir aan de boorkop vast zet. Het deksel 37 is voorzien van uitsparingen 38 waardoorheen spoelfluldum, dat de bodemring 27 passeert in de boring 30 wordt geleid.

Volgens de uitvinding wordt een gedeelte van de wand van de 35 doorgangen 28, 29, 30 gevormd door een lichaam uit poreus materiaal, waarin smeermiddel kan worden opgezogen. Wanneer het fluïdum dit orgaan pas--- seert, worden kleine druppeltjes smeermiddel meegevoerd naar het leger- ' 8104385 è x t

I ’ I

-4- . systeem 15» 16, 17» 18. In de uitvoeringsvorm volgens figuur 1 maakt het poreus e orgaan deel uit van de huis 31, welke deel uitmaakt van de doorgang 28.

Doelmatig kan het poreuse materiaal bestaan uit kunststof.

5 Gevonden werd, dat een kunststof van het type ACLACELL zeer geschikt is. Ook andere poreuse materialen, zoals vilt en rubber, kunnen worden gebruikt*

De hoeveelheid smeermiddel, welke in het poreuse materiaal geabsorbeerd kan worden', is betrekkelijk beperkt. Voor het vergroten 10 van de ter beschikking staande hoeveelheid smeermiddel bevindt de buis 31 zich binnen het reservoir 36 in de uitvoeringsvorm volgens figuur 1. Aangezien de toevoer van smeermiddel geheel afhangt van de fluidumstroom door de buis 31, wordt, een gecontroleerde toevoer aan smeermiddel verkregen.

15 Doordat het smeermiddel geleverd wordt via het poreuse ma teriaal, bestaat ook geen kans voor defecten, welke zullen optreden als plaatselijke verstoppingen van het poreuse materiaal.

In het weergegeven geval loopt een gedeelte van het spoel-fluidum door de buis 31» welke doorgang- wordt gevormd door de boring 20 20. In figuur 1 is slechts een buis 31 weergegeven.

Zoals blijkt uit figuur 2 is een doorgang 28, 29, 30 met een bijbehorende buis 31 voor elk van de drie benen van de boorkop aanwezig.

In de uitvoeringsvorm volgens figuur 3 zijn een buis 39 uit 25 poreus materiaal en een reservoir Uo voor smeermiddel aanwezig voor elk van de benen 11 van· de boorkop.

In de twee weergegeven uitvoeringsvormen is het reservoir voor het smeermiddel binnen de boorkop aangebracht. Evenwel is het mogelijk het reservoir in het tussendeel aan te brengen, dat verbonden kan 30 worden tussen de boorkop en het vooreinde van de boorserie, welke de boorkop draagt.

Een terugslagklep van. het type, weergegeven in figuur 1 en 3 wordt dan aangebracht aan het achtereinde van het tussendeel. Achter de terugslagklep volgt dan het reservoir voor het smeermiddel, waarin een 35 buis uit materiaal voor alle benen van de boorkop centraal is opgesteld.

Het tussendeel of bevindingsorgaan kan worden toegepast bij een boorkop — welke voorzien is van achterwaartse open opvangmiddelen van het type als 8 1 0 4 3 85 ------------ —------------------------------ -5- * 1? v weergegeven in de Amerikaanse octrooiaanvrage 86Λ36. Fluïdum, dat hét . - smeermiddel bevat, wordt qpgenomen door de opvangmiddelen en verder geleid naar het legersysteem via een doorgang in de boorkop en die in het been en de -legerpen. Voor een volledige beschrijving van de funktie kan 5 worden verwezen naar bovenbedoelde octrooiaanvrage.

8104385

Claims (7)

1. Inrichting voor het smeren van draaibare boorkoppen van het type. met tenminste een snij rol (14) voorzien van snijmiddelen (13) zoals hardmetalen snijplaatjes, welke snijrol draaibaar wordt gesteund door een steun of legersysteem (15, 16,-17, 18), waarbij de boorkop 5 voorts voorzien is van tenminste een doorgang voor de toevoer van spoel-fluïdum. naar het door de boorkop geboorde gat en tenminste een tweede doorgang (28, 31, 32, 33) voor de toevoer van. fluïdum naar het legersysteem en waarbij smeermiddelen naar het fluïdum in de tweede doorgang worden gevoerd voor het gelijktijdig smeren van het legersysteem, met 1° het kenmerk, dat de smeermiddelen worden toegevoerd vanuit een orgaan (31 ï 39) uit poreus materiaal, welk orgaan deel uitmaakt van de binnenwand van de tweede doorgang.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het poreuse orgaan een buisvormig deel (31;39) omvat, welk deel een ge- 15 deelte is van de tweede doorgang (28, 31, 32, 33).

3. Inrichting volgens conclusies 1 of 2, met het kenmerk, dat een tweede doorgang (28, 31, 32, 33) over tenminste een gedeelte van de axiale lengte in. een reservoir (36; Uo) voor smeermiddel reikt , waarvandaan smeermiddel, naar het poreus e orgaan (31; 39) wordt gevoerd. 20 1).. Inrichting volgens conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de tweede doorgang (28, 31, 32, 33) over een gedeelte van de axiale lengte door de eerste doorgang (19, 20) heenloopt en voorzien is van middelen (21) voor het afscheiden van water uit het fluïdum, dat naar de boorkop wordt gevoerd alvorens in hoofdzaak watervrij fluïdum in de 25 tweede doorgang wordt geleid.

5. Inrichting volgens conclusie U, met het kenmerk, dat de tweede doorgang (28; 29; 30) voor elk van de snij rollen (ik) aanwezig is.

6. Inrichting volgens conclusies 1-5, met het kenmerk, dat het reservoir (36;h0) voor smeermiddel binnen de boorkop gelegen is. 30 7· Inrichting volgens conclusies U of 6, met het kenmerk, dat het reservoir (36) voor smeermiddel zich bevindt binnen de eerste doorgang (19, 20).

8. Inrichting volgens conclusies 1-2, met het kenmerk, dat een poreus orgaan (36) voor het opzuigen van smeermiddel en een smeermid-35 delreservoir (lj-0) aanwezig zijn, waarvan de laatste is aangebracht in elk been (11) van de boorkop.

9· Inrichting volgens conclusie'7, met het kenmerk, dat een .............poreus orgaan (31) voor elk been (11) van. de boorkop. aanwezig is binnen een gemeenschappelijk reservoir .(36) voor smeermiddel. 8104385