NL8102068A - Bevestigingsinrichting met een drager, zoals een identificatieplaat of oormerk voor vee. - Google Patents

Description

81203 vA/mm

Aanvrager : Evert Jacon Sybren Bron, Scholeksterlaan 5^-j te 8601 XX Sneek.

Titel j "Bevestigingsinrichting met een drager, zoals een identificatieplaat of oormerk voor vee".

De uitvinding heeft betrekking op een bevestigings-inrichting met een drager, zoals een identificatieplaat of oormerk voor vee, voorzien van een met de drager verbonden puntige pen met een schouder die door een opening 5 in een elastisch element kan worden bewogen dat daarna tegen de schouder aanligt en het losgaan van de bevestiging tegengaat.

Bevestigingsinrichtingen van deze soort zijn in vele uitvoeringsvormen bekend. Het materiaal van deze bevesti-10 gingsinrichting is dikwijls een buigzame kunststof of in enkele gevallen een metaal. Daarbij is het bezwaar aanwezig, dat de mogelijkheid bestaat om de bevestigingsinrichting na zijn aanbrenging opnieuw te openen waardoor de drager op een ander stuk vee kan worden overgebracht, waardoor de 15 mogelijkheid bestaat van het opzettelijk en frauduleus of onopzettelijk verwisselen van de drager. Dit heeft tot gevolg dat de identificatie van het vee gedurende de gehele levenslooj? daarvan niet onomstotelijk is, waardoor de onopzettelijke of opzettelijke verwisseling van dieren aanwezig 20 is. Dit is vooral van groot belang voor veterinaire doel einden, daar het voor het voorkomen en verspreiden van dierziekten van zeer groot belang is dat een gehele veestapel \ met praktisch verwaarloosbare fouten kan worden geïdentificeerd en geregistreerd.

23 Het doel van de uitvinding is het verschaffen van een bevestigingsinrichting met een drager, zoals een identificatieplaat of oormerk voor vee, van de in de aanhef beschreven soort welke na zijn aanbrenging niet meer kan worden losgemaakt zonder dat of wel de bevestigingsinrichting wordt 30 vernietigd of het van de bevestigingsinrichting voorziene 8102068 . * H ·.' dier een operatieve behandeling1 moet ondergaan welke zichtbare sporen, zoals littekens achterlaat.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat het elastische element is opgesloten in een huis met een 5 inlaatopening die is uitgericht met de opening in het elas tische element.

Door toepassing van de uitvinding wordt in het huis de vergrendeling tussen de pen en het elastische element tot stand gebracht, waardoor deze vergrendeling geheel 10 wordt beschermd en niet meer van buitenaf kan worden ge opend.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding /omvat het huis een draagschotel met een centrale holte die in zijn bodem de doorlaatopening heeft, waarbij 15 aan de rand van de draagschotel een sluitschotel is be- vestigd, waarvan de kromming tegengesteld is aan die van de draagschotel.

Deze uitvoeringsvorm heeft het voordeel,, dat de draagschotel, die bij een oormerk tegen de binnenwand 20 van het oor, bij voorkeur tussen de twee overlangs .verlo pende versterkingsribben daarvan wordt aangebracht, tegen deze binnenwand van het oor op zodanige wijze kan komen aan te liggen, dat slechts een .gering kontaktvlak met het oor tot stand komt, zodat druknecrose ónmogelijk wordt en 25 daardoor oorbeschadigingen worden uitgesloten.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening van enkele uitvoerings-voorbeelden.

Figuur 1 toont een zijaanzicht in gedeeltelijke door-30 ' snede van een bevestigingsinrichting volgens de uitvinding in gemonteerde toestand'.

Figuur 2 toont een vooraanzicht van een uitvoeringsvorm van een drager die met behulp van de bevestigingsinrichting volgens de uitvinding kan worden bevestigd.

35 In de tekening is een drager 1 weergegeven, welke uit gehard metaal en/of hard metaaL. bestaat · Deze drager 1 is voorzien van identificatiegegevens voor het van de drager te 8102068 \ 3 \ voorziene stuk vee, zoals bijvoorbeeld, een koe, varken, schaap e.d. Xn figuur 2 is een optische code zichtbaar die aan de buitenzijde van de drager kan worden afgelezen. Deze drager kan eventueel ook nog zijn voorzien van een 5 elektronische bode, doordat in het materiaal van de drager een elektronische schakeling kan zijn opgenomen welke met behulp van een detector kan worden gedetecteerd. Daarbij kunnen in'de codes met behulp van zogenaamde "check bits" zodanige controles worden ingebouwd, dat elke fraude meteen 10 kan worden vastgesteld.

De bevestigingsinrichting voor de drager 1 omvat een bij voorkeur ronde pen 2 die kan worden gestoken door het overeenkomstig gevormde gat 3 in de drager 1. Daarbij komt de kraag 4 aan het ene einde van de pen 2 aan te liggen 15 tegen de buitenzijde van de drager 1 dat de zichtbare code t draagt. Het andere einde van de pen 2 is voorzien van een bij voorkeur kegelvormige punt 5, welke aansluit op een cylindrisch gedeelte 6 dat ongeveer dezelfde diameter heeft als het resterende deel van de pen 2. Na het cylindrische 20 deel 6 volgt een plotselinge diameter verkleining fvia een schouder 7 naar het cylindrische gedeelte 8 met kleinere diameter. Hierop sluit via een opnieuw conisch gedeelte 9 het hoofdgedeelte of schacht aan van de'pen 2. De tophoek van het conische gedeelte 5 is bij voorkeur kleiner dan die 25 van het conische gedeelte 9 en bedraagt in de orde van grootte van 50°.

Het met de pen 2 samenwerkende huis is samengesteld uit een draagschotel 10, welke bij voorkeur uit gehard staal bestaat, en is voorzien van een centrale holte 11 30' met een doorlaatop ening 12. Deze doorlaat opening 12 heeft een scherpe kant 13 welke bij voorkeur zodanig samenwerkt met het cylindrische gedeelte 6 van de pen 2, dat deze als pons en stempelwerken voor het uitponsen van het oorweefsel dat niet spontaan over de punt 5 op de schacht 2 is gegleden. 35 Dit uitgeponste oorweefsel van het behandelde dier blijft dan in het huis achter en wordt na verloop van tijd gemummi- 81 02 0 6 8 \ · ; \ 4 ficeerd,

De bovenzijde van het huis, welke akn de binnen?-.zijde van het oor zichtbaar is wordt gevormd door een sluitschotel 14 waarin zich een of raeör gaatjes 15 bevinden welke vloei-5 stof en andere stoffeh kunnen doorlaten die zich; binnen.

hèt huis kunnen verzamelen# De sluitschotel 14 is aan zijn buitenrand met behulp van een fels verbinding bevestigd aan de buitenrand van de draagschotel 10. Deze draagschotel 10 heeft een zodanige kromtestraal, dat deze kleiner is 10 dan de kromtestraal van de binnenzijde van het oor van het te behandelen dier, waardoor geen groot draagoppervlak wordt geVormd dat tot druknecrose aanleiding zou kunnen zijn.

Doordat de draagschotel 10 en de sluitschotel 15 qen tegengestelde kromming hebben wordt hiertussen een huis ingesloten dat de punt 5, 7, S van de pen 2 kan ' opnemen,. In het huis 10 bevindt zich een elastisch element, zoals bijvoorbeeld een schotolveer 16 die tegen de binnenzijde van de holte 11 aanligt,- Deze schotelveer 16 grijpt 20 met zijn verende tongen achter de schouder 7 en vergrendelt daarmede de punt van de pen 2 in het huis 10,. 14. De schotelveer 16 wórdt op zijn plaats gehouden door middel van een profielring 17 waarvan de buitenrand is ingeklemd in de felsverbinding tussen de sluitschotel 14 en de 25 draagschotel 10,

Bij voorkeur zijn de pen 2, de draagschotel 10 en de sluitschotel 14 gegalvaniseerd, terwijl tevens de pen 2 en de draagschotel 10 zijn gehard. Dit heeft tot gevolg dat de geheel uit metaal bestaande inrichting bestand is 30 tegen krachten tot 1000 kg die de pen 2 uit het huis 10, 1Λ trachten te trekken* Op deze wijze wordt een nagenoeg absolute beveiliging tegen frauduleuze demontage van de bevestigingsinrichting bereikt.

Door de toepassing van hoogvaardige materialen is 35 toch hot gewicht van de gehele inrichting betrekklijk gering, waardoor geen overmatige gewichtskrachten op het oor van het gemerkte dier worden uitgeoefend, 8102068 ' \ 5 > v

De sluitschotel 14 heeft tevens nog h.et voordeel, dat deze de scherpe punt 5 van de pen 2 geheel beschermt, zodat deze geen aanleiding kan zijn tot verwondingen van ander vee dat met deze scherpe punt in aanraking zou komen* 5 Het elastische element 16 ligt met zijn doorlaatope- ning 18 uitgericht met de inlaatopening 12 in de draagscho-tel 10, zodat een geraakkelijke montage van de kop 5» 6, 7» 8 van de pen 2 mogelijk is* Daarbij maakt het flauw conische gedeelte 9 dat de pen 2 enige speling heeft in 10 de doorlaatopening 12 waardoor klemmen wordt tegengegaan.

Doordat de drager met bevestigingsinrichting uit zeer hard materiaal bestaat is demontage zonder beschadiging of breuk uitgesloten waardoor fraude in verregaande mate wordt uitgesloten.

15 ( In plaats van een electronische schakeling kan ook een magnetische of ultrageluidschakeling of nog andere codering in de drager zijn opgenomen.

♦ t \

K

0 81 0 2 0 6 8

Claims (15)

1. Bevestigingsinrichting met een drager, zoals een f identificatieplaat of oormerk voor vee, voorzien van een met de drager verbonden puntige pen met een schouder, 5 die door een opening in een elastisch element kan worden * V» bewogen dat daarna tegen de schouder aanligt en het losgaan van de bevestiging tegengaat, met het kenmerk, dat het elastische element (16) is opgesloten in een huis (10., 14. meteen inlaatopening (12), die is uitgericht met de 10 opening (l8) in het elastische element (l6).

2, Bevestigingsinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het huis een draagschotel (10) omvat, met een centrale holte (11) die in zijn bodem de doorlaat-opening (12) heeft, waarbij aan de buitenrand van de draag— 15 schotel (10) een sluitschotel (l4) is bevestigd, waarvan • _ de kromming tegengesteld is aan die van de draagschotel.

3· Bevestigingsinrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de buitenrand van de sluitschotel (14) om de buitenrand van de draagschotel (10) is gefelst.

4. Bevestigingsinrichting volgens conclusies 1 tot 3, met het kenmerk, dat de'draagschotel (ΐθ) is vervaardigd uit gehard staal.

5· Bevestigingsinrichting volgens conclusies 1 tot 4, met het kenmerk, dat de inlaatopening (12) van het huis 25 (10.) een scherpe kant (13) heeft.

6. Bevestigingsinrichting volgens conclusies-1 tot 5» met het kenmerk, dat het elastische element (l6) een veer-schotel is die tegen de binnenzijde van de draagschotel (l0)\is bevestigd.

7. Bevestigingsinrichting volgens conclusies 1 tot 6, met het kenmerk, dat dé bevestiging van de veerschotel (l6) plaatsvindt door middel van een profielring (1?)» waarvan de buitenrand aan de buitenrand van de draagschotel (.10) is bevestigd, terwijl de binnenrand van de ring (17) op de 35 buitenrand van de veerschotel (l6) rust en deze tegen de binnenzijde van de draagschotel (1Q) aandrukt· 8102068 V

\ · 8« Bevestigingsinrichting volgens conclusies 1 tot 7* met het kenmerk, dat de buitenrand van de sluitschotel (14) om de draagschotel (10) is gefelst.

9· Bevestigingsinrichting volgens conclusies 1 tot 5 8, met het kenmerk, dat de draagschotel (10), de sluitscho- tel (l4) en de profielring (17) zijn gegalvaniseerd.

10. Bevestigingsinrichting volgens conclusies 1 tot 9, met het kenmerk, dat de sluitschotel (l4) is voorzien van eeii aantal gaatjes (15) voor het doorlaten van vocht 10. en verontreinigingen.

11. Bevestigingsinrichting volgens conclusies 1 tot 10, met het kenmerk, dat de kromtestraal van de draagscho-fcel (lO) kleiner is dan die van het holle déél van een oor van een dier waarop de draagschotel wordt aangebracht. 15 .

12. Bevestigingsinrichting volgens conclusies 1 tot 11, met het kenmerk, dat de pen (2) aan het ene einde een conische punt (5) heeft, een hieropvolgend cylindrisch gedeelte (6), een schouder (7) met een plotselinge diameter verkleining naar een kort cylindrisch gedeelte (8), 20 dat met een flauwconisch gedeelte (9) overgaat in het cy- lindrische hoofdgedeelte of de schacht (2) welke aan het andere einde een kraag (4) heeft.

13· Bevestigingsinrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de pen (2) uit gehard staal bestaat.

14. Pen volgens conclusie 12 of. 13» met het kenmerk, dat de pen (2) gegalvaniseerd is.

15· Pen volgens één of meer van de conclusies 12 tot 14, met het kenmerk, dat deze bestemd is voor gebruik bij een .bevestigingsinrichting volgens één of meer van de 30 conclusies 1 tot 11. l6. Huis voor een elastisch element volgens één of meer van de conclusies 2 tot 11, bestemd voor gebruik bij een bevestigingsinrichting volgens één of meer van de conclusies 1, en 12 tot 14. 35 17· Drager, zoals een identificatieplaat of oormerk voor vee, bestemd voor gebruik bij een bevestigingsinrichting volgens een of meer van de conclusies 1-14, met het kenmerk, dat de drager uit hard metaal, in het bijzonder gehard staal bestaat. 8102068