NL8101953A - Filter van op een schuine zeef gevormd papier. - Google Patents

Description

f. * v ·»

Br/Bl/lh/7

Filter van op een schuine zeef gevormd papier.

De uitvinding heeft betrekking op filters voor tabaksrook en de vervaardiging daarvan en verschaft een in lengterichting gegolfd en/of gefibrilleerd papiervlies, dat in laterale richting is verzameld.in en gehouden wordt 5 in een staafvorm, welk papier een papier is, dat bereid is op een machine met een schuine zeef uit vezels met een lengte van 1 tot 25 mm en dat vóór het golven èn/of fibril- 2 leren een basisgewicht van 12-40 g/m bezit.

De uitvinding verschaft eveneens een werkwijze 10 voor het vervaardigen van een filter voor tabaksrook, die daarin bestaat, dat een papiervlies met een basisgewicht van 2 12-40 g/m wordt bereid uit een vezelsuspensie met een consistentie van 0,008 tot 1% (bijvoorbeeld ongeveer 0,1%) en een vezellengte van 1-25 mm onder toepassing van een 15 machine met een schuine zeef, het gerede papier in lengterichting continu wordt toegevoerd tussen twee met elkaar samenwerkende walsrollen, die zich langs de omtrek uitstrekkende golvingen bezitten en het in lengterichting getransporteerde papiervlies daarna continu in laterale 20 richting verzameld wordt in een staafvorm en de verkregen continu geproduceerde staaf continu in dwarsrichting ge-^ sneden wordt op eindige lengten.

Het gerede papiervlies wordt het het'algemeen in lengterichting toegevoerd tussen twee met elkaar samen-25 werkende gaufreerrollen, die aan de omtrekgolXringen of afwisselende groeven en opstaande randen bezitten, die zich loodrecht op de hartlijnen van de rollen, of zich in plaats daarvan schroeflijnvormig daaromheen kunnen uitstrekken, welke golfbehandeling de neiging bezit het vlies 30 in de lengterichting daarvan te fibrilleren, hetgeen in sommige gevallen ertoe leidt, dat een dergelijke fibrille-ring in het behandelde vlies beter waarneembaar is dan de golving in lengterichting, hoewel dikwijls zowel de golving als de fibrillering gemakkelijk waarneembaar zijn.

8101953 -2-

Het verdient in het bijzonder de voorkeur bij de uitvinding een schuine zeef met een knie toe te passen teneinde een gereed papiervlies te verkrijgen, dat doorboord is door een groot aantal, bij voorkeur gelijkmatig 5 verdeelde openingen, waarbij de constructie van de zeef het aantal, de afmeting en het patroon var. de openingen bepaald. Een dergelijk papier bezit bijvoorbeeld in het algemeen zeshoekige openingen, waarvan het aantal ongeveer .10 cm ^ bedraagt'en waarbij de vezels in de betrekkelijk 10 dunne wanden tussen de openingen zijn geconcentreerd en slechts een gering aantal of in het geheel geen vezels de openingen overbruggen. Een dergelijk papier met openingen is bekend als thee-zakjespapier of diffusiepapier, voor welk doel het bereid wordt uit een suspensie van kunstmatige 15 vezels; het volgens de uitvinding toegepaste papier met openingen bestaat bij voorkeur voor 100% uit natuurlijke (bijvoorbeeld houtpulp) “ vezels.

De genoemde vezellengte bedraagt bij voorkeur 1-12, bijvoorbeeld 2,5-6 mm, terwijl het basisgewicht van o 20 het vlies vóór het golven bij voorkeur 15-25 g/m bedraagt. De vezels van het papiervlies kunnen voor 100% uit natuurlijke vezels {bijvoorbeeld houtpulp). ,voor 100% uit synthetische vezels of mengsels van deze twee bestaan, hoewel voor het papier met openingen bij voorkeur 100% natuurlijke 25 vezels wordt toegepast. Wanneer het vlies synthetische vezels bevat, kunnen bindmiddelen worden opgenomen om de. hardheid van de gerede staaf te verhogen.

‘ In het papiervlies kan bindmiddel worden opgenomen of hieraan worden toegevoegd vóór het verdichten tot 3Q de staafvorm, welk bindmiddel (bijvoorbeeld bij verhitting) dient, om het verzamelde vlies te binden tot een poreuze maar samenhangende staaf, die zelfdragend is zonder een omhulling. Bij andere uitvoeringsvormen kan het verzamelde vlies op gebruikelijke wijze continu van een omhulling 35 worden voorzien als onderdeel van de trap van het vormen yan de staaf hetgeen eveneens kan plaatsvinden, indien het verzamelde vlies van het gerede produkt zelfdragend is.

Gevonden werd, dat sigaretten, die van filters 8101953 t * -3- volgens de uitvinding zijn voorzien, een rook met een uitmuntende smaal leveren en dat de filters een betere combinatie van drukval- en hardheidswaren kunnen vertonen dan de totnogtoe beschikbare filters.

5 Bij de uitvoeringsvormen van de uitvinding, die de voorkeur verdienen en waarbij papier met openingen wordt gebruikt, verschaffen de openingen een celvormig effekt of het effekt van "opgeschuimd polystyreen" wanneer het papier in staafvorm wordt verzameld en geven zij aanleiding tot 10 een grote hardheid en veerkrachtigheid van de staaf in vergelijking met staven met eenzelfde dichtheid, die vervaardig zijn uit papier zonder openingen, welke hardheid en veerkrachtigheid in dezelfde orde van grootte liggen als die van staven van cellulose-acetaat lont met dezelfde 15 dichtheid. De filters volgens de uitvinding, in het bijzonder de filter van papier met openingen, kunnen een uitmuntend eindvoorkomen en vlekkendevormende eigenschappen bezitten (evengoed als of beter dan die van acetaat lontfil-ters, die in dit opzicht voor de gebruiker de voorkeur ver-20 dienen) zelfs bij zeer geringe waarden van de drukval van het mondstuk. Zowel de papiersoorten met openingen als zonder openingen bezitten uitmuntende smaakeigenschappen, die veel beter zijn dan de smaaleigenschappen van de bekende sigarettenfilterpapier, welke filters van papier met 25 openingen vervaardigd kunnen worden, zodanig, dat zij aan een gegeven voorschrift voldoen, met een dichtheid die tot 30% lager is dan de dichtheid van overeenkomende gebruikelijke filters daarvoor van papier. De filters volgens de uityinding kunnen een betere retentie van de deeltjesvor-3Q mige fase van tabaksrook verschaffen dan filters van cellulose-acetaat lont met dezelfde drukval, zoals blijkt uit de bijgaande grafiek, waarin het percentage van de teer-retentie is uitgezet tegen de drukval in het mondstuk (in mm waterkolom) voor gebruikelijke filtermondstukken uit 35 omhuld acetaatlont (gebied A). en voor filtermondstukken volgens de uitvinding uit papier zonder openingen (lijn B). De mondstukken hadden in beide gevallen een lengte van 20 mm en een omtrek van 24-6 mm.

8101953 -4- ' 1 -Jp. »

De filters volgens de uitvinding kunnen omhuld worden met kernómhüllingen van standaardafmetingen en kunnen op elke gebruikelijke wijze worden geventileerd.

In de volgende voorbeelden worden filterstaven 5 volgens de uitvinding met een verschillende drukval vergeleken met soortgelijke staven van omhuld acetaatlont en omhuld crepepapier. De vergelijkingen zijn gestandaardiseerd op een staaf met een lengte van 90 mm en een omtrek van 24,50 mm (dat wil zeggen een mondstuk van .15 x 24 mm) met een kernomhulling van 26,5 mm en 27 g/m. De staaf van 90 mm is de vorm waarin het filter gewoonlijk aan de sigarettenfabrikant wordt geleverd, die het in afzonderlijke mondstukken van 15 mm snijdt. De waarden van "drukval over mondstuk" en "teerretentie" gelden in elk voorbeeld voor *5 een mondstuk van 15 mm lengte. De drukval is steeds uitgedrukt in mm waterkolom.

Voorbeeld I

Staafafmeting 90 x 24',5 mm; drükva'1 .185 mm.

Vergelijking 20 Uitvinding Acetaatlont "MYRIA."- filter 2

Materiaal, basis- Poreus vlies 6,4Y/39 40 g/m gewicht per m2 zonder ope- Estron crepe- ningen, papier • . . 25 g/m2 (100% hout- Acetaat- 25 pulp) lont·

Gewicht g/10 staven 6,22 6,39 7,80

Dichtheid van de vulling, g/cc 0,130 0,135 0,266

Hardheid, % 90,0 91*5 89,5

Drukval van mondstuk, 30 mm 33,9 31,0 33,9

Teerretentie, % 40,0 29,3 47,0

Voorbeeld II

Staafafmeting 90 x 24,5 mm; drukval 235 mm.

35 Vergelijking

Uitvinding Acetaatlont "MYRIA"-_· ._ filter

Materiaal, basis- Vlies met 5Y/40 Estron 36 g/m2 gewicht per nr openingen, crepe- 81 0 1 9 53 aoo9i"hoUtpuip^aat' w1» * · ? -5- i k

Gewicht, g/10 staven 6,79 6,49 8,34

Dichtheid van de vulling, g/cc 0,144 0,137 0,178

Harheid, % 91,5 91,5 90

Drukval van het 5 mondstuk, mm 43 39 43

Teerretentie, % 44,0 33,7 51,0

Voorbeeld III

Staafafmeting 90 x 24,5 mm?' drukval 500 mm 10 Vergelijking • Uitvinding Acetaatlon.t "MYRIA"- ____ _filter

Materiaal, basis- 2 gewicht per m2 Poreus vlies 2,QY/46 36 g/πΓ zonder ope- Estron crepe-

Acetaat- ?aPier 15 25 g/m lont (100% houtpulp)

Gewicht, g/10 staven 8,09 6,92 9,00

Dichtheid van de vulling, g/cc 0,174 0,147 0,195

Hardheid,% 93 92 93,5 20

Drukval van het mondstuk, mm 91,7 83 91,7

Teerretentie,% 58,5 49,1 67,0

Uit de voorbeelden blijkt in het bijzonder de 25 goede werkzaamheid van de filters volgens de uitvinding bij een lage drukval, welke filters zowel vóór als na het roken zelfs bij een dergelijke lage drukval een uitmuntende eind-voorkomen vertonen.

In het bovenstaande voorbeeld I geeft de acetaat- 3 30 lont omschrijving 6,4Y/46 een lont van 46 x 10 denier van elementair draden met een Y-vormige dwarsdoorsnede van 6,4 dénier aan, terwijl de omschrijvingen in voorbeelden II en III een overeenkomstige betekenis bezitten.

In elk der voorbeelden had het op een hellende 35 zeef gemaakte papier in het filter volgens de uitvinding een vezellengte-van 2,5-6 mm, terwijl het papier fijne golvingen vertoonde (ca. 10 golvingen per cm). In het alge- 8101953 -6- meen kan de fijnheid der golvingen (en/of fibrilleringszones) in het volgens de uitvinding gebruikte papier sterk variëren, bijvoorbeeld van 5 tot 30 golvingen en/of fibrilleringszones per cm.

8101 9 53

Claims (7)

1- Filter voor tabaksrook bestaande uit een in lengterichting gegolfd en/of gefibrilleerd papiervlies , dat lateraal verzameld is in en gehouden wordt in staaf- vorm, welk papier een papier is, dat bereid is uit vezels 5 met een lengte van 1-25 mm op een machine met een schuine zeef en dat vóór het golven en/of fibrilleren een basis- 2 gewicht van 12-40 g/m bezit.

2. Filter volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het papier een op een schuine zeef bereid papier met 10 een groot aantal doorgaande openingen is.

3. Filter volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de vezellengte 1-12 mm bedraagt.

4. Filter volgens conclusie 1, 2 of. 3, met het kenmerk, dat het basisgewicht van het vlies vóór het golven 2 15 15-25 g/ιτι bedraagt.

5. Werkwijze voor het vervaardigen van een filter voor tabaksrook, met het kenmerk, dat men een papier- 2 vlies met een basisgewicht van 12-40 g/m onder toepassing van een machine met een schuine zeef vormt met een vezel-20 suspensie met een consistentie van 0,008 tot 1% en een vezell'engte van 1-25 mm, het gerede papier in lengterich-• ting continu toevoert aan twee met elkaar samenwerkende walsrollen, die zich langs de omtrek uitstrekkende golvingen bezitten en het continu in de lengterichting getransporteer-25 de papiervlies lateraal in staafvorm verzamelt en de verr kregen continu gevormde staaf continu in dwarsrichting op eindige lengten snijdt.

6. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat men het papier op een schuine zeef vormt met een groot 30 aantal doorlopende openingen.

7. Werkwijze volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat de consistentie van de vezelsuspensie ongeveer 0,1 % bedraagt. 8101953