NL8101794A

NL8101794A - Groeftaster en/of snijder.

Info

Publication number: NL8101794A
Application number: NL8101794A
Authority: NL
Original assignee: Philips Nv
Priority date: 1981-04-13
Filing date: 1981-04-13
Publication date: 1982-11-01
Also published as: DK160882A; US4494227A; DE3267518D1; JPS57180299A; ATA142782A; DK153618B; AU8249582A; CA1178211A; ES511310A0; EP0063392B1; DK153618C; ES8304399A1; EP0063392A1; AU544457B2; AT373410B

Description

* f * EHN 9995 1 N.V, Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven.

Groef taster en/of snijder.

De uitvinding heeft betrekking op een groef tas ter en/of snijder, voor het aftasten resp. snijden van informatie in een spoor van een schijf vormige registratiedrager, welke informatie bestaat uit signalen in twee loodrecht op elkaar staande trillingsrichtingen, 5 welke groef taster is voorzien van een naaldhouder waarop aan zijn ene uiteinde een naald is aangebracht, welke naaldhouder beweegbaar is in twee loodrecht op elkaar staande richtingen, gezien in een vlak loodrecht op het spoor, en samenwerkt met twee onzetters, één voor elk der twee loodrecht pp elkaar staande trillingsrichtingen, waarbij elke omzetter 10 is voorzien van een magneet en een bijbehorende spoel. Een dergelijke groef taster is bekend uit de Japanse oktrooiaanvrage nr. 107.136/78.

De bekende groeftaster heeft het nadeel dat de naaldhouder niet uitwisselbaar is. De uitvinding beoogt een groeftaster te verschaffen waarbij dit bezwaar is opgeheven, terwijl de goeftaster verder gemakkelijk, 15 dat wil zeggen met grotere toleranties van de onderdelen, te fabriceren is. De groeftaster volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat voor elke omzetter de bewegingsrichting van de spoel ten opzichte van de magneet overeenkomt met de richting van de as van de spoel en de magnetische as van de magneet, welke beide assen,althans ten naaste bij, 20 samenvallen, terwijl de naaldhouder door middel van een koppelstuk met de bewegende delen der beide onzetters is verbonden. Het koppelstuk dient er voor on de samengestelde beweging van de naaldhouder, in de beide trillingsrichtingen zodanig te ontkoppelen dat de omzetter behorend bij de ene trillingsrichting ongevoelig is voor bewegingen van de naaldhouder 25 in de andere trillingsrichting, en omgekeerd. Door de verbinding tussen het koppelstuk en de naaldhouder losneembaar te maken, heeft men dus de mogelijkheid cm de naaldhouder, indien nodig, te vervangen.

Met de as van de spoel wordt bedoeld, die as die zich symmetrisch in de spoel, ten naaste bij loodrecht op de windingen van 30 de spoel uitstrekt. Volgens een uitvoeringsvorm van de groeftaster volgens de uitvinding is de spoel het bewegende deel van elk der onzetters en is deze aangebracht op een flexibele drager, welke drager ten minste aan één zijde met een vast deel van de groeftaster is verbonden, waarop ----,- 8101 794 ï --· PHN 9995 2 de magneten zijn aangedacht. Door de spoel als bewegend deel uit te voeren en deze in een richting overeenkomende met zijn as te laten bewegen, verkrijgt men de mogelijkheid deze beweging beter te beheersen. Dit in tegenstelling tot bekende groef tasters met bewegende spoelen, 5 die op een betrekkelijk dunne folie zijn aangebracht en in een richting loodrecht op hun as bewegen. Daarbij heeft men last van ongewenste bewegingen van de spoel in richtingen loodrecht op het vlak van de folie, dus loodrecht op de gewenste bewegingsrichting zodat men genoodzaakt is tussen de poolschoenen en de spoel materiaal aan te brengen waardoor 10 genoemde ongewenste bewegingen kunnen worden gedempt. Bij de groef taster volgens de uitvinding treden deze ongewenste bewegingen niet op, zodat geen additionele dempingsmaterialen behoeven te worden aangebracht, omdat deze demping door de juiste keuze van de soort en de samenstelling van het materiaal van de drager kan worden verkregen. Dit leidt tot een 15 eenvoudigere en goedkopere konstruktie. Bij voorkeur is de flexibele drager van een niet-geleidend materiaal vervaardigd, en is de spoel op een hoofdvlak van .de flexibele drager in de vorm van een gedrukte bedrading aangebracht. Hierdoor wordt een zeer lichte konstruktie verkregen, waarbij de drager voor de mechanische sterkte van de spoel zorgt. 20 De spoel kan door middel van de mogelijke technieken voor het maken van een gedrukte bedrading worden verkregen, zoals bij voorbeeld het wegetsen van een geleidende laag, of door opdampen resp. opsputteren.

Volgens een verdere uitvoeringsvorm lopen de elektrische aansluitingen van de spoel eveneens in de vorm van een gedrukte bedrading 25 over genoemd hoofdvlak van de drager, vanaf de spoel naar die zijde van de drager waar deze met het vaste deel van de groeftaster is verbonr den. Hierdoor verkrijgt men een zeer betrouwbare elektrische verbinding tussen het bewegende deel, in de vorm van de spoel en het vaste deel van de groeftaster, 30 Volgens weer een andere uitvoeringsvorm van de groeftaster volgens de uitvinding, waarbij de magneet het bewegende deel van elk der omzetters is, is de magneet aangebracht op of in een flexibele drager, welke drager ten minste aan één zijde met een vast deel van de groeftaster is verbonden, waarop de spoelen zijn aangebracht. Hierdoor 35 is het mogelijk een normale gewikkelde speel te gebruiken die de mogelijkheid biedt hem van een groter aantal wikkelingen te voorzien, waardoor de gevoeligheid verhoogd wordt, terwijl de massa van de spoel geen invloed meer heeft op de bewegende massa. Bij voorkeur is de 8101794 PHN 9995 3 drager van een kunststof vervaardigd en bestaat de magneet uit permanent magnetische deeltjes die in het materiaal van de drager zijn ingebed. Hierdoor verkrijgt men een zeer eenvoudige kanstruktie met nog maar zeer weinig losse onderdelen zodat deze maatregel fabrikagetechnisch 5 gezien grote voordelen biedt. Bovendien zijn de spoelen hier vast opgesteld, zodat breuk van de aansluitingen door vermoeidheid ten gevolge van de bewegingen volledig vermeden wordt. In alle uitvoeringsvormen is het bijzonder zinvol de drager aan twee tegenover elkaar gelegen zijden met het vaste deel van de groef taster te verbinden. Hierdoor kan de 10 drager eventueel onder voorspanning worden aangebracht zodat deze de kracht die wordt uitgeoefend door de drager en die ontstaat ten gevolge van de naaldkracht, kan opnamen.

Nog een uitvoeringsvorm van de groeftaster volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de magneet van elke omzetter is opge-15 bcuwd uit twee tegengesteld gemagnetiseerde hard magnetische delen die met elkaar zijn verbonden via een deel van zacht magnetisch materiaal, waarbij de magnetische assen der hard magnetische delen, althans ten naaste bij, in een lijn liggen, en dat het deel van zacht magnetisch materiaal zich binnen de spoel bevindt. Door deze maatregel kan een grotere magne-20 tische flux ter plaatse van de spoel verkregen worden, zodat hierdoor de gevoeligheid van de groeftaster wordt verhoogd. Bovendien wordt het magnetische veld ter plaatse van de spoel meer homogeen, zodat de vervorming van de groeftaster verlaagd wordt. De uitvinding zal aan de hand van de volgende figuurbeschrijving nader worden uitgelegd.

25 Hierin toont fig. 1 een eerste uitvoeringsvoorbeeld van de groeftaster en/of snijder volgens de uitvinding, waarin de spoelen bet bewegende deel van beide cmzetters vormen, fig. 2 een omzetter waarin de magneet het bewegend deel 30 vormt, fig. 3 een andere uitvoeringsvorm van een omzetter, waarin de magneet het bewegende deel vormt, en fig. 4 een omzetter, waarin de magneet uit twee tegengesteld gemagnetiseerde hard magnetische delen bestaat.

35 Fig. 1 toont een groeftaster 1, die is voorzien van een naaldhouder 2, waarop aan het ene uiteinde een naald 3 is aangebracht.

Aan het andere niet zichtbare uiteinde is de naaldhouder naar alle zijden beweegbaar in een vast deel 4 van de groeftaster 1 aangebracht.

8101794 EHN 9995 4 ...... De groef taster bevat verder twee omzetters, één voor elk der twee loodrecht op elkaar staande trillingsrichtingen. De omzetter voor de eerste trillingsrichting bestaat uit een magneet 5, die hier net het vaste deel 4 is verbonden, en een spoel 6 welke op een hoofdvlak van een 5 flexibele drager 7 is aangebracht. Trillingen van de naaldhouder in de genoemde eerste trillingsrichting worden via een koppelstuk 8 overgebracht op de drager 7, waardoor de spoel 6 in trilling geraakt, waarbij de bewegingsrichting van de spoel overeenkomt met de magnetische as van de magneet 5, aangegeven door de pijl 20. De omzetter voor de tweede trillings-10 richting bestaat uit een magneet 9, en een speel 10. De magneet 9 is verbonden met het vaste deel 4. De bijbehorende spoel 10 is aangebracht op een hoofdvlak van een flexibele drager 11. Trillingen van de naaldhouder 2 in genoemde tweede trillingsrichting worden via het koppelstuk 8 overgebracht op de drager 11, waardoor de spoel 10 ten opzichte van de 15 magneet 9 in trilling komt. De trillingsrichting van de spoel 10 komt overeen met de magnetische as van de magneet 9, weergegeven door de pijl 21. De werking van het koppelstuk 8 is zodanig dat trillingen van de naaldhouder ontbonden worden in de twee genoemde loodrecht op elkaar staande richtingen, waarbij een trilling van de naaldhouder in de ene 2o trillingsrichting vrijwel uitsluitend op de ene omzetter overgehracht wordt, en omgekeerd. Duidelijk is dat de naaldhouder 2, in deze uitvoeringsvorm van het koppelstuk. 8, gemakkelijk uitwisselbaar te maken is. De flexibele dragers 7 en 11 kunnen of aan één zijde zoals voor de drager 7 aangegeven met 12, waarbij de spoel bij voorkeur pp het vrije uiteinde van 25 de drager wordt aangebracht, óf aan twee tegenover elkaar gelegen zijden, zoals voor de drager 11 de met de zijde 12 van drager 7 overeenkomende zijde, niet zichtbaar in de tekening, en de met 13 aangegeven zijde met het vaste deel 4 van de groeftaster zijn verbonden. Het zal duidelijk zijn dat in werkelijkheid voor beide trillingsrichtingen dezelfde kon-30 struktie van de flexibele dragers gekozen wordt. De spoelen 6 en 10 en/of hun elektrische aansluitingen, kunnen bijvoorbeeld in de vorm van een gedrukte bedrading op de hoofdvlakken van de respektievelijke dragers 7 en 11 zijn aangebracht. Alleen de elektrische aansluitingen 14 van de spoel 6 zijn in de tekening zichtbaar. Zij lopen vanaf de spoel 6 35 over het hoofdvlak naar die zijde 12 van de drager 7 waar deze met het vaste deel 4 van de groeftaster is verbonden.

Een andere uitvoeringsvorm kan verkregen worden door, in plaats van de spoelen, de beide magneten 5 en 9 op de dragers 7 en 11, 8101794 EHN 9995 5 en de beide spoelen 6 en 10 op het vaste deel 4 van de groeftaster 1 aan te brengen. Dit is in fig. 2 aangegeven, die één der onzetters van deze uitvoeringsvorm toont. Hier is de magneet 5 aangebracht op de flexibele drager 7 die aan twee tegenover elkaar gelegen zijden 5 met het vaste deel 4 van de groeftaster is verbonden, evenals de spoel 6.

In dit geval bewegen de magneten, waarbij de bewegingsrichting weer overeenkomt met de magnetische as van de magneet en de as van de spoel, welke beide assen ten naaste bij samenvallen. Wellicht ten overvloede zij vermeld dat de magnetische as van een op een drager aangebrachte 10 magneet ten minste ten naaste bij loodrecht pp het vlak van de drager staat en in één lijn ligt met de as van de spoel 6, weergegeven door de streep-stippellijn 22. Het magneetveld is aangegeven door de streeplijnen 23.

Een verdere uitvoeringsvorm, gebaseerd op het voorbeeld uit 15 fig. 2, kan verkregen worden door de flexibele drager van een kunststof te vervaardigen en permanent magnetische deeltjes die tesamen de magneet vormen op de gewenste plaats tegenover de spoel in de bedden in het materiaal van de drager, zoals in fig. 3 aangegeven. De van een kunststof vervaardigde flexibele drager 7 is in dit geval bij wijze van 20 voorbeeld slechts aan één zijde met het vaste gedeelte 4 van de groef-taster verbonden. De magnetische as van de magneet 5 staat weer ten minste ten naaste bij loodrecht op het vlak van de drager, en ligt in één lijn met de as van de spoel 6, weergegeven door de streep-stippellijn 22.

Het magneetveld is veer aangegeven door de streeplijnen 23.

25 Fig. 4 toont weer een variatie gebaseerde op de uitvoerings vorm van fig. 1. De spoel 6 is aangebracht op de drager 7 die aan twee tegenover elkaar gelegen zijden met het vaste deel 4 is verbonden. De magneet 5 bestaat hier uit twee tegengesteld gemagnetiseerde hard magnetische delen 16 en 17, welke met elkaar zijn verbonden via een 30 deel van zacht magnetisch materiaal 15. De magnetische assen van de beide delen 16 en 17 liggen In één lijn en vallen weer, althans ten naaste bij f samen met de as van de spoel. Zoals in de figuur zichtbaar is, steekt de magneet 5 door een gat in de drager heen, zodanig dat het deel van zacht magnetisch materiaal 15 zich binnen de spoel bevindt.

35 Door deze konstruktie wordt bereikt dat de magnetische flux veroorzaakt door de beide hard magnetische delen in het deel van zacht magnetisch materiaal 15 worden ongebogen vanuit een richting loodrecht op het hoofdvlak van de drager in een richting in, of evenwijdig aan, het ----- 8101794 FHN 9995 6

ν' V

_______vlak van de drager. Bovendien wordt de magnetische flux vergroot, en beter gekoncentreerd ter plaatse van de spoel. Hierdoor verkrijgt men een groeftaster met een hogere gevoeligheid en een lagere vervorming. Het spreekt vanzelf dat ook een uitvoeringsvorm mogelijk is 5 waarbij de magneet 5 op de drager is bevestigd en de spoel 6 aan het vaste deel 4. Doordat het bewegende deel van de omzetter ten gevolge van de toevoeging, van het deel 16 ei het deel van zacht magnetisch materiaal 15 een grotere massa heeft, zal de plaatslijtage groter zijn. Het zij vermeld dat, waar in het voorgaande gesproken is over een groeftaster, 10 in feite een groeftaster en/of snijder bedoeld is. Verder zij vermeld dat de uitvinding niet beperkt is tot de getoonde uitvoeringsvoorbeelden, doch dat de uitvinding eveneens van toepassing is op die uitvoeringsvormen die op niet op het idee van de uitvinding betrekking hebbende punten van de getoonde voorbeelden verschillen.

15 20 25 30 1 8101794

Claims

1. Groef taster en/of snijder, voor het aftasten resp. snijden van informatie in een spoor van een schijf vormige registratie-drager, welke informatie bestaat uit signalen in twee loodrecht op elkaar staande trillingsrichtingen, welke groef taster is voorzien van 5 een naaldhouder waarop aan zijn ene uiteinde een naald is aangebracht, welke naaldhouder beweegbaar is in twee loodrecht qp elkaar staande richtingen, gezien in een vlak loodrecht op het spoor, en samenwarkt met twee omzetters, één voor elk der twee loodrecht op elkaar staande trillingsrichtingen, waarbij elke omzetter is voorzien van een magneet 10 en een bijbehorende spoel, met het kenmerk, dat voor elke omzetter de bevegingsrichting van de spoel ten opzichte van de magneet overeenkomt met de richting van de as van de spoel en de magnetische as van de magneet, welke beide assen, althans ten naaste bij, samenvallen, terwijl de naaldhouder door middel van een koppelstuk met de bewegende delen 15 der beide anzetters is verbonden.

2. Groef taster en/of snijder volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de spoel het bewegende deel van elk der omzetters is en is aangebracht op een flexibele drager, welke drager ten minste aan één zijde met een vast deel van de groeftaster is verbonden, waarop 20 de magneten zijn aangebracht.

3. Groeftaster en/of snijder volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de flexibele drager van een niet-geleidend materiaal is vervaardigd, op een hoofdvlak waarvan de spoel in de vorm van een gedrukte bedrading is aangebracht.

4. Groeftaster en/of snijder volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de elektrische aansluitingen van de spoel eveneens in de vorm van een gedrukte bedrading over genoemd hoofdvlak van de drager lopen vanaf de spoel naar die zijde van de drager waar deze met het vaste deel van de groeftaster is verbonden.

5. Groeftaster en/of snijder volgens conclusie 1, waarbij de magneet het bewegende deel van elk der omzetters is, met het kenmerk, dat de magneet is aangebracht cp of in een flexibele drager, welke drager ten minste aan één zijde met een vaste deel van de groeftaster is verbonden, waarop de spoelen zijn aangebracht.

6. Groeftaster en/of snijder volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de drager van een kunststof is vervaardigd en de magneet uit permanent magnetische deeltjes bestaat, die in het materiaal van de drager zijn ingebed. 81 01 794 EHN 9995 8 <l' Λ. s

7. Groef taster en/of snijder volgens één der conclusies 2 tot en net 6, met het kenmerk, dat de drager aan twee tegenover elkaar gelegen zijden met het vaste deel van de groef taster is verbonden.

8. Groef taster en/of snijder volgens êén der conclusies 5. t/m 7, met het kenmerk, dat de magneet van elke omzetter is opgebouwd uit twee tegengesteld gemagnetiseerde hard magnetische delen die met elkaar zijn verbonden via een deel van zacht magnetisch materiaal, waarbij de magnetische assen der hard magnetische delen, althans ten naaste bij, in een lijn liggen, en dat het deel van zacht magnetisch 10 materiaal zich binnen de spoel bevindt. 15 20 25 30 · 1 8101794