NL8101617A

NL8101617A - Data signals recording system - uses 2 types of reference signals of different frequency recordable on both sides of each data signal track (NL 11.10.77)

Info

Publication number: NL8101617A
Application number: NL8101617A
Authority: NL
Original assignee: Victor Company Of Japan
Priority date: 1976-04-08
Filing date: 1981-04-01
Publication date: 1981-08-03

Abstract

The recording system for data signals has a recording mechanism which records the reference signal over a section extending longitudinally between the centre lines of adjacent data signal tracks on which the data signal is recorded. Two types of reference signals of different frequency can be recorded at points located on both sides of each data signal track. The data signal can be a video signal, each type of reference signal being recorded transversely to the track and in line with one or many horizontal scanning periods of the video signal located in the longitudinal direction of the track.

Description

VV

f Ά * - J -f Ά * - J -

Naald voor het weergeven van informatiesignalen, geregistreerd op een registratiemedium.Needle for displaying information signals recorded on a recording medium.

De uitvinding heeft in het algemeen betrekking op een naald voor het weergeven van informatiesignalen, geregistreerd op informatiesignaal-registratiemedia. Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een naald voor het 5 als capaciteitsverandering weergeven van een informatiesignaal, dat als verandering in de geometrische gedaante met een grote dichtheid is geregistreerd op een informatiesignaalregistratiemedium in de vorm van een schijf.The invention generally relates to a stylus for reproducing information signals recorded on information signal recording media. More particularly, the invention relates to a stylus for displaying an information signal as a change in capacitance, which is recorded as a change in the high density geometric shape on an information signal recording medium in the form of a disc.

Als een van de stelsels, waarbij informatie-10 signalen, zoals beeldsignalen, met grote dichtheid worden geregistreerd op registratiemedia in de vorm van een schijf, en worden weergegeven, bestaat een stelsel, waarbij tijdens het registreren, overeenkomstig een informatiesignaal putjes worden gevormd langs een spoor in een onder laagcons truc tie van een registra-15 tiemedium, en een elektrisch geleidende laag op deze onderlaag- constructie is gehecht voor het zodoende vormen van het registratiemedium, waarop het registreren van de informatie wordt voltooid. Bij het weergeven wordt dit registratiemedium dan gedraaid, waarbij een weergeefnaald, voorzien van een elektrode, wordt 20 gedwongen over en langs het spoor van het medium te volgen. Als gevolg hiervan verandert de elektrostatische capaciteit tussen de elektrode van de weergeefnaald en de elektrisch geleidende laag van het registratiemedium overeenkomstig de putjes, waardoor het informatiesignaal wordt weergegeven in aanspreking op de ver-25 andering van de capaciteit.As one of the systems in which information signals, such as image signals, are recorded in high density on recording media in the form of a disc, and displayed, there is a system in which, during recording, pits are formed along an information signal according to an information signal. trace in a substrate layer of a recording medium, and an electrically conductive layer is adhered to this substrate layer to thereby form the recording medium, on which the recording of the information is completed. During reproduction, this recording medium is then rotated, whereby a reproducing needle provided with an electrode is forced to follow over and along the track of the medium. As a result, the electrostatic capacitance between the electrode of the reproducing stylus and the electrically conductive layer of the recording medium changes according to the wells, thereby displaying the information signal in response to the change of capacitance.

Bij deze registratie- en weergeefstelsels van de zogenoemde capaciteit-omzetsoort, is een stelsel, waarbij tijdens het registreren de putjes worden gevormd overeenkomstig het informatiesignaal op de bodem van een spiraalvormige groef in het 30 oppervlak van het registratiemedium, en tijdens het weergeven de weergeefnaald het spoor volgt in een toestand, waarin zijn punt zich in de spiraalvormige groef bevindt om zodoende het informatie- 8101617 • *®r « ' » - 2- signaal weer te geven als verandering van de capaciteit.In these recording and reproducing systems of the so-called capacity conversion type, a system in which the pits are formed during recording in accordance with the information signal at the bottom of a spiral groove in the surface of the recording medium, and during reproducing the reproducing needle track follows in a state where its point is in the spiral groove to thereby display the information signal 8101617 • * ®r «'» - 2 as capacity change.

Dit stelsel heeft echter een nadeel, doordat bijzondere manieren van weergeven niet kunnen worden uitgevoerd, zoals het zogenoemde weergeven van stilstaande beelden, waarbij 5 een stilgezet beeld wordt verkregen voor het weergeven van de geregistreerde informatie van een omwenteling van het registratiemedium door het herhalen daarvan in een aantal omwentelingen.This system has a drawback, however, in that special modes of reproduction cannot be performed, such as the so-called still picture reproduction, whereby a frozen picture is obtained for displaying the recorded information of one revolution of the recording medium by repeating it in a number of revolutions.

De reden hiervoor is, dat aangezien de weergeef naald in de spiraalvormige groef in het registratiemedium is geplaatst, de naald 10 zou worden gedwongen over de groefwand te lopen indien een poging zou worden ondernomen dit weergeven van stilstaande beelden uit te voeren. Dit zou resulteren in het overspringen van de naald en ook het beschadigen van de naald en van de groefwand van het registratiemedium. Dit geldt ook bij het langzaam weergeven van 15 beelden en het snel weergeven van beelden.The reason for this is that since the display needle is placed in the spiral groove in the recording medium, the needle 10 would be forced to run over the groove wall if an attempt were made to perform this display of still images. This would result in the needle skipping and also damage the needle and the groove wall of the recording medium. This also applies to slow display of 15 images and fast display of images.

Een andere moeilijkheid, die zich voordoet bij de stand van de techniek is het gevolg van de noodzaak van het met een grote dichtheid registreren van een beeldsignaal op het registratiemedium, omdat de informatie-frequentieband van een 20 beeldsignaal in het algemeen 200 maal die van een geluidssignaal is. Om deze reden is de breedte van de groef in het hiervoor beschreven registratiemedium zeer smal uitgevoerd, kleiner dan een aantal jm. Omdat de weergeefnaald voortdurend in schuivende aanraking is met slechts één groef, is verder het gebied van de 25 naaldpunt in aanraking met de groef, klein, waardoor de raak- druk, werkzaam op de naaldpunt per eenheid van oppervlakte bijzon-der groot is, bijvoorbeeld 10 mg^um . Om deze reden is de slijtage van de weergeefnaald en het registratiemedium opmerkelijk snel, hetgeen aanleiding geeft tot nadelen, zoals een korte levens-30 duur.Another difficulty encountered in the prior art arises from the need to record a picture signal on the recording medium at a high density, because the information frequency band of a picture signal is generally 200 times that of a picture signal. sound signal. For this reason, the width of the groove in the above-described recording medium is very narrow, smaller than a few µm. Furthermore, because the reproducing stylus is in sliding contact with only one groove continuously, the area of the stylus tip in contact with the groove is small, so that the contact pressure acting on the stylus tip per unit area is particularly large, for example 10 mg / um. For this reason, the wear of the reproducing stylus and the recording medium is remarkably fast, giving rise to drawbacks such as short life.

Indien de naald raakdruk wordt verkleind met als doel het verminderen van deze slijtage, treedt het zogenoemde naaldoverspringen op, waardoor geen stabiele weergeving kan worden bereikt. Verder geeft een vermindering van de naaldraakdruk aan-35 leiding tot moeilijkheden, zoals een toeneming van de invloed van ___ stof en ander vreemd materiaal, dat is gehecht aan het registratie- 81016 17 * - 3 - medium.If the stylus touch pressure is reduced with the aim of reducing this wear, the so-called stylus skip occurs, whereby stable display cannot be achieved. Furthermore, a reduction in the needle touch pressure leads to difficulties, such as an increase in the influence of dust and other foreign matter, which is attached to the recording medium.

Derhalve wordt een stelsel voorgesteld, waarbij tijdens het registreren putjes worden gevormd overeenkomstig het te registreren informatiesignaal langs een spiraalvor-5 mig spoor op een registratiemedium in de vorm van een platte schijf zonder daarin een groef te vormen, en tijdens het weergeven een weergeefnaald over en langs dit spoor volgt om zodoende het geregistreerde informatiesignaal weer te geven.Hierbij worden stuursignalen geregistreerd op of nabij een spoor van het 10 informatiesignaal, zoals een beeldsignaal op een draaiende schijf. Bij het weergeven worden de stuursignalen samen met het beeldsignaal weergegeven, waarbij een servoregeling voor het volgen van het spoor zodanig wordt uitgevoerd, dat de weergeefnaald nauwkeurig langs het spoor loopt in aanspreking op de weergege-15 ven stuursignalen.Therefore, a system is proposed in which pits are formed during recording according to the information signal to be recorded along a spiral track on a recording medium in the form of a flat disc without forming a groove therein, and during playback a reproducing needle over and over follows along this track to display the recorded information signal. Control signals are recorded on or near a track of the information signal, such as an image signal on a rotating disk. When reproducing, the control signals are reproduced together with the image signal, a servo control for track tracking is performed such that the reproducing stylus accurately travels along the track in response to the reproduced control signals.

Omdat het registratiespoor geen groef heeft bestaat er door toepassing van dit stelsel geen enkele mogelijkheid van beschadiging van de weergeefnaald of het registratiemedium, waarbij de naald hétzelfde gedeelte van een spoor een 20 aantal malen achter elkaar kan volgen, waardoor een bijzonder weergeving mogelijk is, zoals stilstaande beelden, een langzame beweging of een snelle beweging, enz. Hoewel het nodig is, dat de elektrode van de weergeefnaald slechts één spoor volgt, kan verder een schuifaanrakingsoppervlak van de hoofdconstructie van 25 de weergeefnaald^voor het aanraking van het registratiemedium, plat worden uitgevoerd en met een grote breedte zonder te worden beperkt door de breedte-afmeting van het registratiespoor, omdat dit geen groef heeft. Om deze reden zijn de slijtagesnelheden van de weergeefnaald en van het registratiemedium laag, waardoor 30 de levensduren daarvan zijn verlengd.Since the recording track has no groove, by using this system there is no possibility of damage to the reproducing needle or the recording medium, whereby the needle can follow the same part of a track a number of times in succession, so that a special reproduction is possible, such as still images, slow motion or fast motion, etc. While it is necessary that the electrode of the reproducing stylus follow only one track, a sliding contact surface of the main structure of the reproducing stylus for contacting the recording medium may further become flat and with a wide width without being limited by the width size of the recording track, because it has no groove. For this reason, the wear rates of the reproducing stylus and the recording medium are slow, extending their life.

Omdat het schuifaanrakingsoppervlak van de weergeefnaald hierbij toch slijt tijdens gebruik, wordt de breedte van het gedeelte met de elektrode geleidelijk groter in verhouding tot de slijtage. Wanneer dan deze breedte van het 35 elektrodegedeelte groter wordt dan de tussenruimte tussen naburige sporen van het registratiemedium, begint het elektrodegedeel- ¢101 617 9 s * o - 4 - te van de naald gelijktijdig naburige sporen te volgen en weer te geven. Als gevolg ontstaat zweving in het weergegeven signaal, waardoor de naald waardeloos is geworden voor praktisch gebruik. Wanneer derhalve de breedte van het elektrodegedeelte dicht bij 5 de tussenruimte tussen naburige sporen komt, eindigt de levensduur van de weergeefnaald. Derhalve beoogt de uitvinding een naald te verschaffen voor het weergeven van een informatiesignaal vanaf een registratiemedium, welke naald een elektrode heeft met een zodanige gedaante, dat zijn breedte gelijk blijft of slechts 10 zeer weinig toeneemt tijdens voortschrijdende slijtage van het schuifaanrakingsoppervlak. Door deze maatregel duurt het lang voordat de breedte van het elektrodegedeelte in de richting van de breedte van het spoor groter wordt dan de tussenruimte tussen naburige sporen van het registratiemedium, zelfs wanneer de slij-15 tage van het elektrodegedeelte na een langdurig gebruik ver is voortgeschreden. Om deze reden is de levensduur van de weergeef-naald aanzienlijk verlengd.Since the slide contact surface of the reproducing stylus nevertheless wears during use, the width of the portion with the electrode gradually increases in proportion to the wear. Then, when this width of the electrode portion becomes larger than the spacing between adjacent tracks of the recording medium, the electrode portion of the needle begins to simultaneously follow and display neighboring tracks. As a result, the displayed signal will float, rendering the needle useless for practical use. Therefore, when the width of the electrode portion comes close to the spacing between adjacent tracks, the life of the reproducing stylus ends. It is therefore an object of the invention to provide a needle for reproducing an information signal from a recording medium, which needle has an electrode of such a shape that its width remains the same or increases only very little during progressive wear of the slide contact surface. Because of this measure, it takes a long time for the width of the electrode portion toward the width of the track to become larger than the spacing between adjacent tracks of the recording medium, even if the wear of the electrode portion has advanced far after extended use. . For this reason, the life of the display needle has been significantly extended.

Nog een ander doel is het verschaffen van een naald voor het weergeven van een informatiesignaal vanaf een 20 registratiemedium, welke naald een zodanige gedaante heeft, dat de breedte van zijn hoofdconstructie in een zodanige verhouding toeneemt, dat deze groter wordt dan de breedte van het elektrodegedeelte tijdens het voortschrijden van de slijtage. Omdat het gebied van het raakvlak van de naaldpunt toeneemt bij toenemende 25 slijtage van de naald, wordt de naalddruk per oppervlakte-eenheid klein, waardoor de slijtage van de weergeef naald en die van het registratiemedium zijn verminderd. Dit draagt eveneens bij tot het verlengen van de levensduur van de weergeefnaald.Yet another object is to provide a stylus for reproducing an information signal from a recording medium, which stylus has such a shape that the width of its main structure increases in such a proportion that it becomes larger than the width of the electrode portion as the wear progresses. Since the area of the needle tip tangent increases with increasing wear of the needle, the needle pressure per unit area becomes small, thereby reducing the wear of the reproducing needle and that of the recording medium. This also contributes to extending the life of the reproducing stylus.

Een verder doel is het verschaffen van een 30 naald voor het weergeven van een informatiesignaal vanaf een registratiemedium, welke naald gemakkelijk en stabiel kan worden geslepen en gemakkelijk kan worden vervaardigd.A further object is to provide a needle for reproducing an information signal from a recording medium, which needle can be easily and stably ground and easily manufactured.

35 8101617 - 5 -35 8101617 - 5 -

De uitvinding wordt in de volgende beschrijving nader toegelicht aan de hand van de tekeningen.The invention is further elucidated in the following description with reference to the drawings.

Figuur 1 is een blokschema van een eerste uitvoering van een registratiesysteem volgens de uit-5 vinding.Figure 1 is a block diagram of a first embodiment of a registration system according to the invention.

De figuren 2(A) tot en met figuur 2(D) en figuur 3(A) tot en met figuur 3(D) zijn signaalgolf-vormen, respectievelijk voor het verklaren van de werking van een in figuur 1 weergegeven blokschema.Figures 2 (A) through Figure 2 (D) and Figure 3 (A) through Figure 3 (D) are signal waveforms, respectively, for explaining the operation of a block diagram shown in Figure 1.

10 Figuur 4A tot en met figuur 4D zijn steeds grotere aanzichten van een gedeelte van een spoor-patroon van een eerste uitvoering dat geregistreerd en gevormd is op een roterend registratiemedium in overeenstemming met een systeem volgens de uitvinding.Figures 4A through 4D are progressively enlarged views of a portion of a track pattern of a first embodiment recorded and formed on a rotary recording medium in accordance with a system according to the invention.

15 Figuur 5 is op grotere schaal een aan zicht van een tweede uitvoering van een spoorpatroon dat geregistreerd en gevormd is in overeenstemming met de uitvinding.Figure 5 is an enlarged view of a second embodiment of a track pattern recorded and formed in accordance with the invention.

De figuren 6A en 6B zijn respectievelijk 20 een perspectivisch aanzicht van een uitvoering van een volgende reproduktie-inrichting die gebruikt kan worden in het systeem volgens de uitvinding, en op grotere schaal een perspectivisch onderaanzicht van een puntgedeelte van de volg-naald.Figures 6A and 6B are, respectively, a perspective view of an embodiment of a subsequent reproduction device that can be used in the system according to the invention, and an enlarged perspective bottom view of a point portion of the tracking needle.

Een uitvoering van een registratiesysteem 25 volgens de uitvinding wordt beschreven aan de hand van de figuren 1 t/m 3.An embodiment of a registration system 25 according to the invention is described with reference to Figures 1 to 3.

In figuur 1 wordt een gedeelte van een uit een laserlichtbron 11 geprojecteerde laserbundel gereflecteerd door een half-doorlatende spiegel 12 en gevoerd naar een licht-30 bundelmodulator 23. Het resterende gedeelte van de geprojecteerde laserbundel gaat door de halfdoorlatende spiegel 12, en wordt dan door een reflecterende spiegel 8101617 V* ♦ ' ·δ ' · * ‘ :¾ ' * w* · v ^.In Figure 1, a portion of a laser beam projected from a laser light source 11 is reflected by a semipermeable mirror 12 and fed to a light beam modulator 23. The remaining portion of the projected laser beam passes through the semipermeable mirror 12, and is then passed through a reflecting mirror 8101617 V * ♦ '· δ' · * ': ¾' * w * · v ^.

13 gereflecteerd en daarna gevoerd naar een lichtbundelmodulator 17· . Een registrerend informatiesignaal, dat een kleurenvideosignaal en een audiosignaal bevat dat via een inputklem 1U geïntroduceerd vordt, vordt geleverd aan een frequentieraodulator 15 en moduleert daarin 5 een frequentie een draaggolf. Het frequentie gemoduleerde outputsignaal vordt als een modulatiesignaal geleverd aan de .lichtbundelmodulator 16 en. moduleert de hierboven beschreven laserbundel. Het hierboven beschreven kleuren videosignaal is in fig. 2A aangeduid met een eenheid van een vertikale synchronisatiepuls Uo, en in fig. 2D met een eenheid van de 10 horizontale synchronisatiepuls Ui. Een eerste gemoduleerde lichtbundel, die gemoduleerd is door het frequentie-gemoduleerde signaal bij de lichtbundelmodulator 16, wordt gereflecteerd door een reflecterende spiegel 26 en gaat door een polarisatieprisma 27 en vordt dan gereflecteerd door een reflecterende spiegel 28. De aldus gereflecteerde eerste gemoduleerde 15 lichtbundel komt als een invallende bundel in een objectief lens 29.13 reflected and then fed to a beam modulator 17 ·. A recording information signal containing a color video signal and an audio signal introduced through an input terminal 1U is supplied to a frequency ramulator 15 and modulates a frequency therein a carrier. The frequency modulated output signal is supplied as a modulation signal to the light beam modulator 16 and. modulates the laser beam described above. The above-described color video signal is indicated in FIG. 2A by a unit of a vertical synchronizing pulse U0, and in FIG. 2D by a unit of the horizontal synchronizing pulse U1. A first modulated light beam, which is modulated by the frequency-modulated signal at the light beam modulator 16, is reflected by a reflecting mirror 26 and passes through a polarization prism 27, and is then reflected by a reflecting mirror 28. The thus reflected first modulated light beam as an incident beam in an objective lens 29.

De uit de lens 29komende bundel vordt op zodanige wijze gefocusseerd» dat een brandpunt van de lens 26 samenvalt met een gevoelig materiaal 31 op een oorspronkelijke registratieschijf 30, die gemaakt is van materialen zoals glas, waardoor een spiraalvormig hoofdspoor of een ' 20 concentrisch cirkelvorraig hoofdspoor geregistreerd en gevormd vordt met een variatie van geometrische configuratie.The beam emerging from the lens 29 is focused in such a way that a focal point of the lens 26 coincides with a sensitive material 31 on an original recording disc 30, which is made of materials such as glass, yielding a spiral main track or a concentric circular main track registered and formed with a variation of geometric configuration.

- Schakelpulsen worden geleverd aan oscillators 2D, 21 en 22 via respectievelijk inputklemmen 17» 18 en 19. De schakelpulsen doen bijvoorbeeld de oscillators 20, 21 en 22 een oscillerende werking uit-25 voeren gedurende het positieve polariteitsinterval, en stoppen de oscillerende werking gedurende het negatieve polariteitsinterval. De oscillators 20, 21 en 22 oscilleren met hun oorspronkelijke frequenties en produceren signalen die respectievelijk de frequentie fp1 (bijvoorbeeld 700 KHz) , fp2 ( bijvoorbeeld 500 KHz), en fp3 (bijvoorbeeld 300 KHz) 30 hebben.Switching pulses are supplied to oscillators 2D, 21 and 22 via input terminals 17, 18 and 19, respectively. The switching pulses, for example, cause oscillators 20, 21 and 22 to oscillate during the positive polarity interval, and to stop oscillating during negative polarity interval. Oscillators 20, 21 and 22 oscillate at their original frequencies and produce signals having the frequencies fp1 (e.g. 700 KHz), fp2 (e.g. 500 KHz), and fp3 (e.g. 300 KHz) 30 respectively.

Wanneer hier elk twee rasters omvattend videosignaal geregistreerd moet worden op de registratieschijf 30 bij elke rotatiè van deze schijf bijvoorbeeld, worden eerste en tweede pulsen, die verkregen worden zoals hieronder beschreven is, elk twee rasterinterval 35 afwisselend gebruikt als de schakelinputpuls die geleverd vordt aan de inputklemmen 17 en 19· De-eerste schakelpuls wordt verkregen door de in 8101617 *- & ' , i * •v 7 fig. SA aangeduide vertikale synchronisata^uls Uo te scheiden van het - registrerende kleurenvideosignaal, en dan door de puls UO bloot te stellen aan een 1/U aftel-beverking. De aldus verkregen eerste schakel-puls is een puls met een tvee rasterperioden, zoals aangeduid in fig. 2B.For example, when each video frame comprising two frames is to be recorded on the recording disc 30 with each rotation of this disc, for example, first and second pulses obtained as described below, each two frame interval 35 are alternately used as the switching input pulse supplied to the Input Terminals 17 and 19 · The first switching pulse is obtained by separating the vertical synchronizing signals Uo indicated in 8101617 * - & ', i * • v 7 fig. SA from the - recording color video signal, and then by exposing the pulse UO. set to a 1 / U countdown. The first switching pulse thus obtained is a pulse having two grating periods, as indicated in Fig. 2B.

5 De tweede schakelpuls is een puls, die verkregen wordt door de in fig. .* 2C weergegeven horizontale synchronisatiepuls Ui elke 1H (H: horizontale aftastperiode) te scheiden van het inputvideosignaal, en dan door hem» te bewerken dat de pulsbreedte&aarvan gesynchroniseerd is met een horizontale onderdrukkingsperiode (hierna afgekort als H.BLK). De genoemde 10 pulsbreedte wordt zo gekozen, dat een referentiesignaal voor de volg- regeling een kleurensalvosignaal h2 aangeduid in fig. 2C niet beïnvloed.The second switching pulse is a pulse obtained by separating the horizontal synchronizing pulse U1 shown in FIG. 2C every 1H (H: horizontal scanning period) from the input video signal, and then processing that the pulse width is synchronized with a horizontal period of suppression (hereinafter abbreviated as H. BLK). The said pulse width is selected so that a reference signal for the tracking control does not affect a color burst signal h2 indicated in FIG. 2C.

Het signaal fp1 wordt dus door de oscillator 20 uitgezonden gedurende een twee rasterinterval (1/15 sec.) in een tijd-faseverhouding als aangeduid in de figuren 2C en 2D. Hierna wordt het signaal fp2 door 15 de oscillator 21 uitgezonden gedurende het volgende twee rasterinterval in de in de figuren 2C en 2D aangeduide tijd-faseverhouding. Dan worden , zoals in het voorgaande geval de signalen fp1 en fp2 daarna elke twee rasterperioden achtereenvolgens en afwisselend uitgezonden.Thus, the signal fp1 is emitted by the oscillator 20 during a two frame interval (1/15 sec.) In a time-phase ratio as indicated in Figures 2C and 2D. After this, the signal fp2 is emitted by the oscillator 21 during the next two frame interval in the time-phase ratio indicated in Figures 2C and 2D. Then, as in the previous case, the signals fp1 and fp2 thereafter are transmitted successively and alternately every two frame periods.

In overeenstemming met het tijdstip waarop de schakeling 20 van de signalen ipt en fp2 plaatsvindt, wordt een derde referentiesignaal fp3 als een indexpuls ten tijde van de reproductiemodes', door de oscil-- lator 22 uitgezonden.In accordance with the time when the switching of the signals ips and fp2 takes place, a third reference signal fp3 is emitted as an index pulse at the time of the reproduction modes by the oscillator 22.

Hier is het om een speciale reproductie uit te voeren, zoals de reproductie van een stilstaand beeld of <fe reproductie 25 van een beeld met vertraagde beweging, speciaal wanneer het te regis-~ treren informatiesignaal hoofdzakelijk een videosignaal is, nodig om een kick-back-regeling uit te voeren teneinde met kracht een reproducerende volginrichting, die een bepaald spoor volgt, te verschuiven of over te dragen naar een ander spoor binnen een vertikale onderdrukkings-30 periode (hierna afgekort als V.BLK). Rekeninghoudende met deze kick- back-regeling wordt het signaal fp3 geregistreerd op het V.BLK-gedeelte = van het videosignaal. Fig. 3A toont het V.BLK-gedeelte van het videosignaal. Hier wordt overwogen dat pulsen, aangeduid met in fig. 3A, gedurende twee of drie H-perioden bij het initiële horizontale synchro-35 nisatiepulsgedeelte volgende op de vereffeningspulsen, die zich uitstrekken naar de witte kant, geregüreerd kunnen worden als het hierboven 8101617 8 Λ* * ’ * beschreven signaal fp3. Wanneer evenwel de volgnaald werkelijk onderhevig is aan de kick-back-werking door het signaal fp3 ten tijde van de reproductie van een stilstaand beeld ofèen vertraagde reproductiemodes, stabiliseert de naald niet op een tevoren bepaald spoor direkt nadat hij 5 over de sporen gesprongen is, maar ondergaat in enige mate het verschijn-sel (jagen). Verder kan in verband met een responsie-karakteristiek van het mechanisme voor het bewegen van de volgnaald, enige ruis verschijnen in het beeld bij het bovenste gedeelte daarvan, veroorzaakt door de invloed van de kick-back-werking.Here, it is to perform a special reproduction, such as the reproduction of a still picture or the reproduction of a delayed picture, especially when the information signal to be recorded is mainly a video signal, necessary to kickback control to forcefully shift or transfer a reproducing tracking device following a given track to another track within a vertical blanking period (hereinafter abbreviated as V.BLK). Taking this kickback control into account, the signal fp3 is recorded on the V.BLK part = of the video signal. Fig. 3A shows the V.BLK portion of the video signal. Here, it is contemplated that pulses, denoted by in Fig. 3A, can be controlled as the above 8101617 8 for two or three H periods at the initial horizontal synchronization pulse portion following the equalization pulses, which extend to the white side. * * '* described signal fp3. However, when the tracking needle is actually subject to kickback by the signal fp3 at the time of a still picture reproduction or delayed reproduction modes, the needle does not stabilize on a predetermined track immediately after it has jumped over the tracks, but undergoes to some extent the phenomenon (hunting). Furthermore, due to a response characteristic of the tracking needle moving mechanism, some noise may appear in the image at the upper portion thereof caused by the influence of the kick-back action.

10 Om daarom de kick-back-werking geheel binnen het V.BLK- interval uit te voeren, is het voldoende dat de schakel ver king ten tijde vansignaalregistratie en reproductiemodes uitgevoerd wordt juist voor of juist na de respectieve einden van de videosignaalintervallen. Het is dus wenselijk dat hèt signaal fp3 ingeschoven en geregistreerd wordt 15 in een positie aangeduid met ^5b in fig. 3A ten opzichte van het registrerende videosignaal.Therefore, to perform the kickback operation entirely within the V.BLK interval, it is sufficient that the switch is performed at the time of signal recording and reproduction modes just before or just after the respective ends of the video signal intervals. Thus, it is desirable that the signal fp3 is retracted and recorded in a position designated ^5b in Fig. 3A with respect to the recording video signal.

De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot het reproduceren van de videoschijf waarop tenminste het videosignaal geregistreerd is, maar kan gebruikt worden om de videoschijf te reprodu-20 ceren en de audioschijf, ‘waarop het audiosignaal geregistreerd is, en dit onderling verwisselbaar. Aangezien hier het audb-signaal geen enkel '· periodiek signaal bevat, zoals horizontale of vertikale synchronisatie- pulsen, is het niet passend om het signaal fp3 te registreren met de door ^5a en ^5b in fig. 3A aangeduide timings vanuit een oogpunt van 25 de verenigbaarheid. Het signaal fp3 kan daarom geregistreerd worden op de hierna te beschrijven manier.The present invention is not limited to reproducing the video disc on which at least the video signal is recorded, but can be used to reproduce the video disc and the audio disc on which the audio signal is recorded and interchangeable. Since the audb signal here does not contain any periodic signal, such as horizontal or vertical synchronization pulses, it is not appropriate to register the signal fp3 with the timings indicated by ^ 5a and ^ 5b in Fig. 3A from a viewpoint of 25 compatibility. The signal fp3 can therefore be registered in the manner described below.

0Het signaal fp3 dat een frequentie heeft die lager is dan het frequentiebereik van het te registreren hoofdinformatiesignaal, wordt geoscilleerd gedurende een passende tijdsperiode, en wordt dan met 30 een passend niveau daarvan gesuperponeerd op een tevoren bepaald gedeelte van het hoofdinformatiesignaal in een in fig. T weergegeven optelcircuit ! 3^. Het aldus gesuperponeerde signaal wordt geregistreerd door de eerste gemoduleerde lichtbundel op hetzelfde spoor.The signal fp3 having a frequency lower than the frequency range of the main information signal to be recorded is oscillated for an appropriate period of time, then superposed by an appropriate level thereof on a predetermined portion of the main information signal in a FIG. T adder circuit shown! 3 ^. The signal thus superimposed is recorded by the first modulated light beam on the same track.

0Het signaal fp3 wordt samen met de signalen fp1 en 35 fp2 geleverd aan een optelcircuit 23 gedurende een tevoren bepaalde tijdsperiode als aangeduid in fig. 2D en fig. 3A, en wordt dan geregis- 8101617 . * ^ ι ' · 9 \ treerd als een tveede gemoduleerde lichtbundel, zoals hierna beschreven vordt,The signal fp3 is supplied along with the signals fp1 and 35 fp2 to an adder circuit 23 for a predetermined period of time as indicated in Fig. 2D and Fig. 3A, and is then recorded 8101617. as a modulated beam of light, as described below,

De hierboven beschreven, methode (1/ beïnvloed het registrerende videosignaal nietj ondat het signaal fp3 inde Y.BLK-periode 5 geschoven wordt, maar veroorzaakt schadelijke effekten zoals een zwevings-storing.of bron in hét audiosignaal. In tegenstelling hiermede veroorzaakt de hierboven beschreven methode (5) geen schadelijk effekt op het te registreren hoofdinformatiesignaal, maar leidt tot een gunstig resultaat als een fundamentele inrichting in het geval van de reproductie van de video-10 schijf of de audioschijf door de hierboven beschreven zelfde reproductie-apparatuur.The method described above (1 / does not affect the recording video signal since the signal fp3 is shifted into the Y.BLK period 5, but causes harmful effects such as a jitter or source in the audio signal. In contrast, the above described method (5) does not adversely affect the main information signal to be recorded, but leads to a favorable result as a fundamental device in the case of the reproduction of the video disc or the audio disc by the same reproduction equipment described above.

De methode{£)zal dus hierna in detail beschreven vorden. Een outputsignaal van het optelcircuit 23 vordt zoals weergegeven in fig. 3C of in fig 3D. Fig. 3C toont een golfvorm, waarbij het signaal 15 fp3 geregistreerd is bij een schakelpositie van het signaal fp1 en het . signaal fp2 als een intermitterende oscillatiepuls over twee of drie H-tijdperioden. Fig. 3D vertoont een golfvorm in het geval, waarbij het signaal fp3 continu geregistreerd is gedurende een tevoren bepaalde tijds- \ periode, die iets breder is.Thus, the method {£) will be described in detail below. An output signal from the adder circuit 23 is produced as shown in Fig. 3C or in Fig. 3D. Fig. 3C shows a waveform where the signal 15 fp3 is registered at a switching position of the signal fp1 and the. signal fp2 as an intermittent oscillation pulse over two or three H time periods. Fig. 3D shows a waveform in the case where the signal fp3 is continuously recorded for a predetermined period of time, which is slightly wider.

20 Fig· 3B toont een referentiepuls voor het regelen van de rotatie van de registratieschijf 30 met grote nauwkeurigheid, in het geval van de registratie van alleen de H-periodepuls, die in fasen gesynchroniseerd is met het te registreren videosignaal of de audio-infor-matie. In het geval van de registratie van hét videosignaal correspondeert 25 het met ^6 aangegeven interval met de V.BLK-periode van het videosignaal.Fig. 3B shows a reference pulse for controlling the rotation of the recording disc 30 with high accuracy, in the case of recording only the H period pulse, which is synchronized in phases with the video signal to be recorded or the audio information. matie. In the case of recording the video signal, the interval indicated by ^ 6 corresponds to the V.BLK period of the video signal.

De H-periodepuls staat in verhouding tot de referentiesignalen fp1 enfp2 in hun fasen, zoals respectievelijk weergegeven in de figuren 3B, 3C en 3D.The H period pulse is proportional to the reference signals fp1 and fp2 in their phases, as shown in Figures 3B, 3C and 3D, respectively.

Als een modificatie kunnen de signalen fpl en fp2 ach-tereenvolgens en afwisselend ingeschoven of geplaatst vorden, zelfs 30 in het gedeelte waarin het signaal fp3 geschoven is. Zelfs indien verder de signalen fp1 en fp2 wegvallen gedurende drie of vier H-perioden door : de registratie van het signaal fp3, ontstaat geen enkel schadelijk effekt in de volgende servoverking.As a modification, the signals fpl and fp2 can be shifted or placed sequentially and alternately, even in the portion in which the signal fp3 is slid. Even if the signals fp1 and fp2 drop out during three or four H periods due to the recording of the signal fp3, no harmful effect arises in the next servo query.

Het outputsignaal van het optelcircuit 23 vordt 35 als een modulatiesignaal gevoerd naar de lichtbundelmodulator 2h. De - tveede gemoduleerde lichtbundel uit de lichtbundelmodulator 2h vorden 8101617 - * ·' - ’ . ΐΟ . :. ’ . ·’ > „ *. * ''The output signal from the adder circuit 23 is supplied as a modulation signal to the light beam modulator 2h. The - modulated beam from the beam modulator 2h is 8101617 - * · '-'. ΐΟ. :. ". · ’>“ *. * ''

•S• S

blootgesteld aan een verzwakking door een lichtfilter 25» waarin de helderheid (bundellichthoeveelheid) zo wordt ingesteld dat hij op passende wijze verzwakt is vergelijking met de lichthoeveelheid van de hierboven beschreven eerste gemoduleerde lichtbundel. De aldus verzwakte 5 tweede gemoduleerde lichtbundel gaat daarna naar een polarisatieprisma »* η * ' Ψ 27* waarin het polarisatievlak van de lichtbundel over 90° wordt afgebogen ten opzichte van het polarisatievlak van de eerste gemoduleerde lichtbundel.exposed to an attenuation by a light filter 25 in which the brightness (beam light amount) is adjusted to be appropriately attenuated compared to the light amount of the first modulated light beam described above. The thus attenuated second modulated light beam then goes to a polarization prism »* η * 'Ψ 27 * in which the polarization plane of the light beam is deflected by 90 ° relative to the polarization plane of the first modulated light beam.

De tweede gemoduleerde lichtbundel die door 10 het polcrisatieprisma 27 is gegaan, wordt samen met de eerste gemoduleerde lichtbundel gereflecteerd door de reflecterende spiegel 28 en gaat door de objectief lens 2b, en bestraald dan het gevoelige materiaal 31 op de roterende registratieschijf 30. Het bestraalde gedeelte van de rotatie-schijf 30 beweegt in de radiale richting daarvan overeen tevoren bepaalde ^ 13 spoed, waardoor het spiraalvormige spoor bijvoorbeid gevormd wordt als en verandering vande geometrische configuratie in overeenstemming met het registrerendeinfoxmatiesignaal. De tweede gemoduleerde lichtbundel wordt in zijn invallende lichtweg naar de objectief lens 29 versteld ten opzichte van de eerste gemo-duleerde lichtbundel door het polarisa- x 20 tieprisma 27. Als resultaat van deze verstelling registreert en vormt de tweede gemoduleerde lichtbundel een sub-spoor, dat over ongeveer v 1/2 spoorspoed verschoven is ten opzichte van een door de eerste gemo- , duleerde lichtbundel gevormd hoofdspoor. Hier heeft de spoorspoed betrekking op een afstand tussen twee volgende hartlijnen van aangrenzende 25 sporen. Verder wordt in het hierboven beschreven registratiesysteem een leigroef voor het geleiden van de reproducerende golfnaald niet gevormd, ·· zelfs in het geval van een schijf die aangepast is aan het reproductie-systeem dat de volgnaald gebruikt als de reproducerende volginrichting.The second modulated light beam passed through the polarization prism 27 is reflected together with the first modulated light beam through the reflecting mirror 28 and passes through the objective lens 2b, and then irradiates the sensitive material 31 on the rotating recording disc 30. The irradiated portion of the rotating disk 30 moves in its radial direction at a predetermined pitch, thereby forming the helical track as a change of the geometric configuration in accordance with the recording information signal. The second modulated light beam is adjusted in its incident light path to the objective lens 29 relative to the first modulated light beam by the polarization prism 27. As a result of this adjustment, the second modulated light beam registers and forms a sub-track, which has been shifted by approximately 1/2 track pitch relative to a main track formed by the first modulated beam of light. Here the track pitch refers to a distance between two following center lines of adjacent tracks. Furthermore, in the above-described recording system, a guide groove for guiding the reproducing wave needle is not formed, even in the case of a disc adapted to the reproduction system using the tracking needle as the reproducing tracking device.

Bovendien kan in het geval, waarin het niet 30 passend is de bundel te verdelen in in twee bundels door de halfdoorlatende : spiegel 12 vanwege omstandigheden als de bundelenergie van de laserbron ^ ; 11, een andere laserlichtbron 32, aangeduid door de streêplijn in fig. 1, . » , toegepast worden, in dit geval worden de lichtbundelsterkte en de modula-; tieindex en dergelijke van de door de laserlichtbron 32 geprojecteerde 35 bundelyjsassende versteld ten opzichte van de eeisbe gemoduleerde lichtbundel.In addition, in the case where it is not appropriate to divide the beam into two beams by the semipermeable, mirror 12 may be due to conditions such as the beam energy of the laser source; 11, another laser light source 32, indicated by the dashed line in FIG. 1,. », In this case the beam strength and the modular; index and the like of the beam beam projected by the laser light source 32, adjusted in relation to the requirement modulated light beam.

8101617 o · ;...... ..................-..........-............ - - ' ;? * \ ^ ri: \ Λ *8101617 o ·; ...... ..................-..........-.......... .. - - ';? * \ ^ ri: \ Λ *

De door de laserlichtbron 32 geprojecteerde lichtbundel wordt gereflecteerd door de reflecterende spiegel 33 en dan geleverd aan de lichtbundelmodulator 2k, Bovendien wordt in verbandmet de toepassing van de iaierlichtbron 32 de halfdoorlatende spiegel 12 weg-5 gelaten en de door de laserlichtbron 11 geprojecteerde lichtbundel wordt alleen geleverd aan de lichtbundelmodulator l6.-The light beam projected by the laser light source 32 is reflected by the reflecting mirror 33 and then supplied to the light beam modulator 2k. In addition, in connection with the use of the ier light source 32, the semi-transmitting mirror 12 is omitted and the light beam projected by the laser light source 11 is only supplied to the beam modulator l6.-

Wanneer het registrerende hoofdinfomat ie-signaal een kleurenvideosignaal is, kunnen de hierboven beschreven respectieve referentiesignalen verkregen worden door een chrominantiesubdraag-10 golf vanhet kleurenvideosignaal in frequentie te delen.When the recording main information signal is a color video signal, the respective reference signals described above can be obtained by dividing a chrominance subcarrier wave of the color video signal in frequency.

Verderwordt in plaats van te registreren met behulp van de lichtbundel de registratie uitgevoerd door elektronen bundel in de vorm van dubbele bundels.Furthermore, instead of recording using the light beam, the recording is performed by electron beam in the form of double beams.

Een op de registratieschijf geregistreerd 15 spoorpatroon door het in figuur 1 weergegeven registratiesysteem wordt • dus zoals bijvoorbeeld weergegeven in de figuren Ua t/m UD. De signalen . fp1, fp2, en fp3 worden in lijn geregistreerd in de radiale richting van de schijf 50. Fig. UB toont schematisch de eerste uitvoering van het spoorpatroon, dat cirkelvormig verloopt op de schijf zoals aangehid 20 in fig. UA.A track pattern recorded on the recording disc by the recording system shown in Figure 1 is thus • shown, for example, in Figures Ua to UD. The signals. fp1, fp2, and fp3 are recorded in line in the radial direction of the disk 50. FIG. UB schematically shows the first embodiment of the track pattern, which is circular on the disc as indicated in Fig. UA.

Een in fig. UC weergegeven spoorpatroon is verkregen door een wezenlijk gedeelte van het spoorpatroon in fig. UB te vergroten in de vora, die op het werkelijke patroon lijkt. Om fig. UBA track pattern shown in FIG. UC has been obtained by enlarging a substantial portion of the track pattern in FIG. UB in the form resembling the actual pattern. To fig. UB

hebben de nummers (1), (2), (3), ..... respectievelijk betrekking op 25 delen, waar de eerste, tweede, de derde ..... horizontale synchronisatie- signalen van het eerste raster van het videosignaal geregistreerd zijn, en de nummers (521)*, (522)*, .... (525)' hebben respectievelijk betrekking op delen waar de 521-ste, 522ste, ...... de 525ste horizontale synchronisatiesignalen van het tweede raster van het videosignaal geregis-30 treerd zijn. Dat wil zeggen: bij deze uitvoering worden twee rasters van het videosignaal, dat 525 horizontale aftastlijnen per raster heeft, geregistreerd voor elke rotatie van de schijf.the numbers (1), (2), (3), ..... respectively refer to 25 parts, where the first, second, third ..... horizontal synchronizing signals of the first frame of the video signal are registered, and the numbers (521) *, (522) *, .... (525) 'refer to parts where the 521st, 522th, ...... are the 525th horizontal sync signals of the second frame of the video signal are recorded. That is, in this embodiment, two frames of the video signal, which has 525 horizontal scan lines per frame, are recorded for each rotation of the disc.

In fig. UC betekenen de referenties t1, t2, t3, .... respectievelijk de eerste, de tweede, de derde ..... hoofdsporen 35 die voor elke rotatie van de schijf 50 geregistreerd en gevormd worden door een aantal intermitterende pitjes 50. Deieferentiesignalen fp1 en fp2 8101617 »' 12 *f- * \ worden afwisselend geregistreerd met een periode van een rotatie, en ! gevormd in een tussenliggend gedeelte tussen de aangrenzende hoofdsporen i door intermitterende putjes, die ondiep zijn vergeleken met de diepte i van de putjes van het hoofdspoor. Ofschoon verder de illustratie wegge-5 laten is in fig. UB om de zaak eenvoudig te houden, is het referentie- , ? i * , signaal fp3.geregistreerd als een timingpuls in een positie 52, waar de I registratie van de signalen fp1 en fp2 geschakeld wordt (welke positie correspondeert met een positie (525)’ in fig. ^B) zoals aangeduid door j de streeplijn in fig. Uc.In Fig. UC, references t1, t2, t3, ... mean the first, second, third ..... main tracks 35 which are recorded for each rotation of the disk 50 and are formed by a number of intermittent pits 50. The reference signals fp1 and fp2 8101617 »'12 * f- * \ are recorded alternately with a period of one rotation, and! formed in an intermediate portion between the adjacent main tracks i by intermittent wells, which are shallow compared to the depth i of the wells of the main track. Although further the illustration is omitted in Fig. UB to keep the matter simple, the reference is i *, signal fp3.registered as a timing pulse in a position 52, where the I recording of the signals fp1 and fp2 is switched (which position corresponds to a position (525) 'in Fig. ^ B) as indicated by j the dashed line in fig. Uc.

TÜ Wanneer het hoofdinformatiesignaal tenminste | het videosignaal hevat, geschiedt de registratie van de referentiesig- j nalen op soortgelijke wijze als in de voorgaande 'beschrijving. Dat wil ' zeggen: om de zwevingsstoring van de kruismodulatie tussen de referentie-. signalen en het videosignaal te verhinderen, worden de signalen fp1 en t '15 ' fp2 geregistreerd binnen een door het getal 53 in fig. hC aangeduide H.BLK-interval, en het signaal fp3 wordt geregistreerd in een V.BLK-ge-dêelte 52. Elk signaal fpl, fp2, en fp3 wordt daarom niet geregistreerd in de videoinformatieperiode 5^.TÜ When the main information signal is at least | the video signal, recording of the reference signals is done in a similar manner as in the foregoing description. That is to say: to the beating disturbance of the cross modulation between the reference. signals and the video signal, the signals fp1 and t '15 'fp2 are recorded within an H.BLK interval indicated by the number 53 in Fig. hC, and the signal fp3 is recorded in a V.BLK portion 52. Therefore, each signal fpl, fp2, and fp3 is not recorded in the video information period 5 ^.

jj

Om verder de signalen fp1 en fp2 met hogere 20 , gevoeligheid te registreren en te reproduceren, is de onderhavige uit- i voering zo ingericht, dat de posities waar de signalen fp1 en fp2 res-v pectievelijk afzonderlijk geregistreerd worden langs elk spoor, afwis- ! selend geplaatst zijn in posities van de H.BLK-periode met een periode van 2H-interval. Verder wordt de registratie van de signalen fp1 en fp2 25 ! zodanig uitgevoerd, dat de registratieposities van de signalen fpl en fp2 zich bevindenlinnen de H.BLK-periode in posities, die door elke 1H. afwisselend gescheiden zijn ten opzichte van de aangrenzende sporen.Furthermore, in order to record and reproduce the signals fp1 and fp2 with higher sensitivity, the present embodiment is arranged such that the positions where the signals fp1 and fp2 are respectively recorded separately along each track alternate. ! are placed in positions of the H.BLK period with a period of 2H interval. Furthermore, the recording of the signals fp1 and fp2 becomes 25! so arranged that the recording positions of the signals fpl and fp2 are within the H.BLK period in positions defined by each 1H. are alternately separated from the adjacent tracks.

Volgens deze registratieinrichting van de signalen fpt en fp2, wordt de registratie van de signalen fpl en fp2 uitgevoerd zonder het hoofd-30 informatiesignaal te beïnvloeden. Aangezien verder de referentiesignalen ' geregistreerd kunnen worden met bredere dimensie zelfs wanneer het hoofdinformatiesignaal geregistreerd wordt met een zeer kleine spoorspoed, ! dat wil zeggen met hoge dichtheid, kunnen de referentiesignalen op sta-| biele wijze gereproduceerd worden, hetgeen gunstig is in verband met 35 de stabilisatie van de volgregelwerking. In de praktijk evenwel kunnen i .According to this recording device of the signals fpt and fp2, the recording of the signals fpl and fp2 is performed without affecting the main information signal. Furthermore, since the reference signals can be recorded with a wider dimension even when the main information signal is recorded with a very small track pitch,! that is, with high density, the reference signals can be on be reproduced in a bile manner, which is favorable in connection with the stabilization of the tracking control action. In practice, however, i.

de signalen fpl en fp2 geregistreerd worden in posities corresponderende 8101617 * -3 V ‘ ' * . ' 13 jaet elke H.BLK van het videosignaal. Door verder de enige frequentie van de lage frequentie, dat vil zeggen met langere golflengte, als de refe-} rentiesignalen te gebruiken zoals hierboven beschreven is, kan het refe-rertLesignaal op stabiele wijze gereproduceerd worden.the signals fpl and fp2 are recorded in positions corresponding to 8101617 * -3 V "" *. 13 yes every H.BLK of the video signal. Furthermore, by using the single frequency of the low frequency, that is to say longer wavelength, as the reference signals as described above, the reference signal can be stably reproduced.

5 Fig. Ud geeft een gedeelte veer van het in fig. ' aangeduide spoorpatroon in een verdere vergroting. Het spoorpatroon is ; gevormd door een hoofdspoor te registreren met spoorspoed 58 (bijvoorbeeld k 2,8 micrometer), putbreedte 55 (bijvoorbeeld 2,6 micrometer), en een • sub-spoor met putbreedte 56 (bijvoorbeeld 1,2 micrometer) in een tussen-10 · liggende positie tussen de aangrenzende hoofdsporen, met overlapping op : het hoofdspoor bij de gedeelten 57, 57'.FIG. Ud gives a part of the spring pattern of the track pattern indicated in fig. 'In a further enlargement. The track pattern is; formed by recording a main track with track pitch 58 (for example k 2.8 microns), well width 55 (for example 2.6 microns), and a sub track with well width 56 (for example 1.2 microns) in an intermediate lying position between the adjacent main tracks, overlapping on: the main track at sections 57, 57 '.

Fig. 5 is op grotere schaal een bovenaanzicht van een gedeelte van een spoorpatroon van een tweede uitvoering. Het spoor-:. patroon wordt gevormd door het hoofdspoor op zodanige wijze te registreren 15 “ dat de spoorspoed 58:2,Micrometer is, hetgeen hetzelfde is als die van de. hoofdsporen in fig. Ud, om samen te vallen met de putbreedte 59» - dat vil zeggen zonder enige vacante ruimte tussen aangrenzende hoofdsporen, en ook door het sub-spoor te registreren met èen putbreedte » : 60 van 1,0 micrometer bijvoorbeeld in het tussenliggende gedeelte tussen 20 de hartlijnen van aangrenzende hoofdsporen teneinde geheel op het hoofd-] spoor te overlappen. Het beschreven spoorpatroon is doelmatiger bij het vergroten of verbeteren van de gevoeligheid van de signaalreproductie en van de registratiedichtheid van informatiespoor.Fig. 5 is an enlarged plan view of a portion of a track pattern of a second embodiment. Rail-:. pattern is formed by recording the main track in such a way that the track pitch is 58: 2, micrometer, which is the same as that of the. main tracks in Fig. Ud, to coincide with the well width 59 »- that is to say without any vacant space between adjacent main tracks, and also by recording the sub-track with a well width»: 60 of 1.0 micron, for example, in the intermediate section between the centers of adjacent main tracks to overlap completely on the main track. The described track pattern is more effective in increasing or improving the sensitivity of the signal reproduction and the recording density of information track.

| Verder kunnen de signalen fp1 en fp2 geregistreerd 25 ; worden met putjes met een afmeting, die niet zal overlappen ten opzichte ; van het putjes-patroon van de hoofdinformatie. Zoals weergegeven in de figuren UB, Uc, l*D en 5 is het evenwel wenselijk, dat de informatieputjes van het hoofdinformatiesignaal en de putjes van de signalen fp1 en fp2 gevormd worden bij de tussenliggende delen van de hoofdinformatiesignaal-30 putjes, en bovendien gedeeltelijk overlapte delen hebben ten opzichte van de putjes aan weerszijden. Zelfs wanneer de registratie op deze manier . i uitgevoerd wordt, heeft het hierboven vermelde referentiesignaal geen * schadelijk effekt op het hoofdinformatiesignaal, met name zolang het i zich binnen de horizontale onderdrukkingsperiode bevindt.| Furthermore, the signals fp1 and fp2 can be recorded; with wells of a size that will not overlap with respect to; of the well pattern of the main information. However, as shown in Figs. UB, Uc, 1 * D and 5, it is desirable that the information wells of the main information signal and the wells of the signals fp1 and fp2 be formed at the intermediate parts of the main information signal-30 wells, and in addition partially have overlapped parts with respect to the pits on either side. Even when the registration is done this way. i, the above-mentioned reference signal has no * deleterious effect on the main information signal, especially as long as it is within the horizontal blanking period.

35 Hoe groter in dit geval de registratiespoorbreedte van het referentiesignaal is, des te beter is dit voor de stabilisatie 8101617 * . " ’ · ·$ » , ·' 14 van de volgregelwerking. Om evenwel een uitstekende reproductie van het : hoofdinformatiesignaal te verkrijgen» is het wenselijk dat alleen een [ signaal van de signalen fp1 en fp2 geregistreerd wordt in de correspon- i * · ’ • derende delen van de horizontale onderdrukkingsperiode van het registra-5 tiespoor van het hoofdinformatiesignaal. Dit kan gedaan worden door de signalen fpl. en fp2 intermitterend te registreren met bijvoorbe&d perioden 2H., 3H , «... enz· * iThe larger in this case the recording track width of the reference signal is, the better it is for the stabilization 8101617 *. "" · · $ », ·" 14 of the tracking control operation. However, in order to obtain an excellent reproduction of the main information signal, it is desirable that only a [signal of the signals fp1 and fp2 be recorded in the corresponding i * · " • parts of the horizontal blanking period of the recording track of the main information signal This can be done by intermittently recording the signals fpl. And fp2 with periods 2H., 3H, «... etc · * i

Zoalsbekend is in het geval waarin het hoofdinfor- matiesignaal een audiosignaal is» is er geen periodiek signaal zoals 10 ; een horizontale synchronieatiepuls in het audiosignaal. Door het regis- ! treren van de refereiüesignalen fp1 en fp2 met verschillende fasen respec-j tievelijk voorzijde en achterzijde in de rotatierichting bij de tegenover . gestelde zijdelingse gedeelten van het audiosignaalspoor, kan evenwel ; ook in dit geval een volgregeling zelfs gunstiger uitgevoerd worden dan *As is known in the case where the main information signal is an audio signal, there is no periodic signal such as 10; a horizontal sync pulse in the audio signal. By regis-! display the reference signals fp1 and fp2 with different phases, front and rear, respectively, in the direction of rotation at the opposite. however, lateral parts of the audio signal track may be; in this case too, a follow-up order can be performed even more favorably than *

Ij _ in het hierboven beschreven geval» waarbij de registratiepositie van het referentiesignaal beperkt is tot het gedeelte dat correspondeert met de horizontale onderdrukkingsperiode.In the case described above, the recording position of the reference signal is limited to the portion corresponding to the horizontal blanking period.

Zoals in dit verband ook bekend is is de horizontale aftastfrequentie van een televisie-videosignaal van het NTSC-systeem 20 ; *5*75 KHz. Aangezien de rotatiesnelheid van de schijf 50 in het geval van de uitvoering volgens de uitvinding 900 omwentelingen per minuut " is» is de fundamentele foutperiode op het tijdstip, van de schijfexentri- i eiteit alleen 15 Hz» en dit periodeinterval is ruim voldoende als de I siformatiehoeveelheid voor volgregeling.As is also known in this connection, the horizontal scan frequency of a television video signal from the NTSC system is 20; * 5 * 75 KHz. Since the rotational speed of the disk 50 in the case of the embodiment of the invention is "900 revolutions per minute", the fundamental error period at the time of the disk eccentricity is only 15 Hz »and this period interval is more than sufficient if the I amount of formation for sequence control.

25 In plaats van het signaal fp3 te gebruiken is boven dien het systeem zo ingericht, dat bijvoorbeeld het foutieve gedeelte j gedetecteerden ten opzichte van het andere registratiegedeelte gediscrimineerd wordt door de gereproduceerde signalen fp1 en fp2 door een integra-[ tiecircuit 1e doen gaan ten tijde van de reproductiemodus zonder de signalen 30 fpl en fp2 te registreren gedurende 2H tot en met 3H intervallen binnen de V.BLK-periode. · j Een uitvoering van de reproducerende volginrichting, die gebruikt kan worden in het «productiesysteem van het systeem volgens 1 de uitvinding is weergegeven in fig. 6a. Een-schijfvormig registratie-35 medium (schijf) 71 draagt op zijn oppervlak een dunne metalen film.Moreover, instead of using the signal fp3, the system is arranged such that, for example, the erroneous part j detected with respect to the other recording part is discriminated against by the reproduced signals fp1 and fp2 passing through an integration circuit 1e at the time. of the reproduction mode without registering the signals 30 fpl and fp2 during 2H to 3H intervals within the V.BLK period. An embodiment of the reproducing tracking device which can be used in the production system of the system according to the invention is shown in Fig. 6a. Single-disc recording medium (disc) 71 carries a thin metal film on its surface.

Op’ dit schijfoppervlak zijn putjes van het hoofdinformatiesignaal en o 8101617 .. 15 , * referentiesignalen fp1 en fp2 respectievelijk aan tegengestelde zijden daarvan geregistreerd, zoals weergegeven in de figuren U en 5. De schijf 71 is geplaatst op en roteert net een draaitafel 73» die synchroon geroteerd wordt door een niet-weergegeven motor net bijvoorbeeld 900 omwentelingen 5 per minuut in de pijl richting 72, wanneer de reproductie plaatsvindt. * t.* *On this disc surface, pits of the main information signal and reference signals fp1 and fp2 are recorded on opposite sides thereof, respectively, as shown in Figs. U and 5. The disc 71 is placed on and just rotates a turntable 73. which is rotated synchronously by a motor (not shown) with, for example, 900 revolutions per minute in the arrow direction 72 when the reproduction takes place. * t. * *

Een volgnaald 7^» die' bijvoorbeeld een naald is van het elektrostatische capaciteitstype, kan in aanraking komen met de schijf 71 en hierover * schuiven, waardoor een videosignaal bestaande uit twee rasters gerepro- * t * duceerd wordt bij elke omwenteling van de schijf 71 door eenhierna te 10 beschrijven methode.For example, a tracking needle 7, which is, for example, an electrostatic capacitance type needle, may contact the disc 71 and slide over it, thereby reproducing a video signal consisting of two frames with each revolution of the disc 71 by a method to be described hereinafter.

De volgnaald 7^ heeft een puntvorm als weergegeven in fig. 6b. De volgnaald zelf is gemaakt van een materiaal zoals diamant of saffier. Het intredende of leidende gedeelte 88 van deze volgnaald 7¾ wordt gevormd door de scherpe top van het schuivende s „ 15 oppervlak. Een elektrode 86 van een metaal zoals titaan, is bevestigd . aan het achterste gedeelte van de naald door een sputteringproces.The follower needle 7 ^ has a point shape as shown in Fig. 6b. The tracking needle itself is made of a material such as diamond or sapphire. The entering or leading portion 88 of this tracking needle 7¾ is formed by the sharp tip of the sliding surface. An electrode 86 of a metal such as titanium is attached. to the back of the needle through a sputtering process.

De breedte 87 van de elektrode correspondeert in hoofdzaak met de put-breedte, die ongeveer 2 micrometer in de onderhavige uitvoering is.The electrode width 87 substantially corresponds to the well width, which is about 2 micrometers in the present embodiment.

Om delevensduur van de naald gedurende een lange periode te handhaven, 20 ; moet het oppervlak van het kontakterende en schuivende gedeelte 89 van de naaldpunt groot gemaakt worden. Voor dit doel worden de dimensies van het kontakt in de longitudinale en transversale richtingen groot gemaakt om daardoor de breedte en het kontaktoppervlak met het schijf-: oppervlak groot te maken ten opzichte van de informatieput. Het schuivende 25 ' oppervlak 89 komt dus tegelijk in aanraking met een aantal putjes op het tijdstip van het kontakt» maar de hierboven vermelde elektrodebreedte 87 correspondeert met de informatiebreedte van een enkele put. Hoewel dus het kontaktoppervlak groot genoeg is, kan putinformatie opgepikt worden in de vorm van een variatie van de elektrostatische capaciteit met hoge 30 gevoeligheid vanaf het elektrodegedeelte 86.To maintain the life of the needle for a long period of time, 20; the area of the contacting and sliding portion 89 of the needle tip must be made large. For this purpose, the dimensions of the contact in the longitudinal and transverse directions are made large so as to make the width and the contact surface with the disc surface large with respect to the information well. Thus, the sliding 25 'surface 89 contacts a plurality of wells simultaneously at the time of the contact, but the electrode width 87 mentioned above corresponds to the information width of a single well. Thus, although the contact area is large enough, well information can be picked up in the form of a variation of the electrostatic capacitance with high sensitivity from the electrode portion 86.

• De volgnaald 7^ is bevestigd aan een bewegende ; as 78 van een bewegend spoelmechanisme 80 respectievelijk door middel van éen dunne bladveer 75, een schokdemper 76, en een console 77· De ; aanwezigheid van de veer 75 en van de schokdemper 76 maakt een stabiel 35 kontakt tussen de schuivende punt van de volgnaald Th en het informatie- oppervlak van de schijf 71 mogéfrjk met een geringe aandrukkracht van onge- 8101617 - 16 -• The follower needle 7 ^ is attached to a moving one; shaft 78 of a moving coil mechanism 80, respectively, by means of a thin leaf spring 75, a shock absorber 76, and a console 77 · De; the presence of the spring 75 and of the shock absorber 76 allows stable contact between the sliding tip of the follower needle Th and the information surface of the disc 71 with a low contact force of approximately 8101617 - 16 -

' -V-V

veer 30 mg. Verder wordt de geringe aandrukkracht in de opwaartse I en neerwaartse richting van de volgnaald 74 medegedeeld aan een i signaal-pickup-gedeelte 79, dat zo geconstrueerd is dat het niet in de linker- en rechterrichting beweegt. Het bewegende spoel-5 mechanisme 80 is geconstrueerd op basis van hetzelfde werkprincipe als een luidspreker en bevat een permanente magneet, een aandrijfspoel en een juk (nièt-weergegeven). Het gedeelte wordt axiaal gedragen door een demper en is voorzien van de bewegende as 78. De bewegende as 78 wordt verplaatst over een specifieke 10 afstand in zijn radiale richting, dat wil zeggen een pijl- richting 81, die de radiale richting van de schijf is, als gevolg van de richting en grootte van de aan de hierboven vermelde aandrijfspoel geleverde elektrische stroom.feather 30 mg. Furthermore, the slight contact force in the upward and downward direction of the follower needle 74 is imparted to a signal pickup portion 79, which is constructed so as not to move in the left and right directions. The moving coil-5 mechanism 80 is constructed on the same operating principle as a loudspeaker and includes a permanent magnet, a drive coil and a yoke (not shown). The portion is axially supported by a damper and includes the moving shaft 78. The moving shaft 78 is moved a specific distance in its radial direction, ie an arrow direction 81, which is the radial direction of the disc , due to the direction and magnitude of the electric current supplied to the above mentioned drive coil.

Door deze constructie waarbij het signaal 15 pickup-stelsel 79, dat de volgnaald 74 omvat, gemonteerd is op de bewegende as 78, kan de volgnaald 74 een met hoge snelheid plaats vindende regeling uitvoeren in een richting loodrecht op het op de schijf 71 door de volgnaald 74 getraceerde signaal-spoor. Verder zijn het signaal-pickup-stelsel 79 en het bewegende 20 spoelmechanisme 80 gemonteerd op een traverserend mechanisme (niet weergegeven) en moeten dus bewegen in een rechte lijn met een lage snelheid, die gesynchroniseerd is met de rotatie-snelheid van de schijf 71 in de radiale richting 82 van de schijf 71, wanneer signalen geregistreerd of gereproduceerd wor-25 den.This construction, in which the signal pickup system 79, which includes the tracking needle 74, is mounted on the moving shaft 78, allows the tracking needle 74 to perform a high speed control in a direction perpendicular to the disk 71 through the tracking needle 74 traced signal track. Furthermore, the signal pickup system 79 and the moving coil mechanism 80 are mounted on a traversing mechanism (not shown) and thus must move in a straight line at a low speed, which is synchronized with the rotational speed of the disk 71 in the radial direction 82 of the disk 71, when signals are recorded or reproduced.

81016178101617

Claims

1. Reproduction stylus for tracking a track of a recording medium, in which track an information signal is recorded as changes of the geometric shape, and for displaying the information signal thus recorded as changes in capacitance, characterized by a main construction having a point section with a flat sliding interface for slidingly contacting at least one track at a time of the recording medium, and by an electrode attached to the main structure, the point section, which can track and display the information signal as changes in capacitance according to changes in the geometrical shape, the electrode having a certain distance over the point portion from the extreme point in the broad direction of the track, a width which remains substantially equal, and the extreme tip of the electrode being a flat or rectilinear point end in contact with the track.

2. Needle according to claim 1, characterized in that the main construction of the reproducing needle has such a shape that the width of the sliding contact surface in the direction of the track width is greater than the width of the electrode at the start of the use of the needle or after a certain period of use.

Needle according to claim 1, characterized in that the main construction of the reproducing needle has a shape such that at least the width of the sliding contact surface in the width direction of the track increases with the wear of the sliding contact surface, which wear needle yelt.

Needle according to claim 1, characterized in that the main construction of the reproducing needle eaa has such a shape that at least the length of the sliding contact surface in the following direction of the needle increases with the wear of the sliding contact surface, which wear accompanying the use of the needle.

Needle according to claim 2, characterized in that the sliding contact surface has such a width that it is simultaneously in sliding contact with a number of tracks. 8101617

Needle according to claim 1, characterized in that the electrode has a shape such that it has a constant width over the determined distance. - 48 - 81 0 1 6 17