NL8101476A - Compensator voor trompklim. - Google Patents

Compensator voor trompklim. Download PDF

Info

Publication number
NL8101476A
NL8101476A NL8101476A NL8101476A NL8101476A NL 8101476 A NL8101476 A NL 8101476A NL 8101476 A NL8101476 A NL 8101476A NL 8101476 A NL8101476 A NL 8101476A NL 8101476 A NL8101476 A NL 8101476A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
flash
ports
gases
members
gate
Prior art date
Application number
NL8101476A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Bekker Marthinus J
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from US06/134,045 external-priority patent/US4374484A/en
Application filed by Bekker Marthinus J filed Critical Bekker Marthinus J
Publication of NL8101476A publication Critical patent/NL8101476A/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F41WEAPONS
    • F41AFUNCTIONAL FEATURES OR DETAILS COMMON TO BOTH SMALLARMS AND ORDNANCE, e.g. CANNONS; MOUNTINGS FOR SMALLARMS OR ORDNANCE
    • F41A21/00Barrels; Gun tubes; Muzzle attachments; Barrel mounting means
    • F41A21/32Muzzle attachments or glands
    • F41A21/36Muzzle attachments or glands for recoil reduction ; Stabilisators; Compensators, e.g. for muzzle climb prevention
    • F41A21/38Muzzle attachments or glands for recoil reduction ; Stabilisators; Compensators, e.g. for muzzle climb prevention adjustable, i.e. the vent holes or the vent area being adjustable

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Aiming, Guidance, Guns With A Light Source, Armor, Camouflage, And Targets (AREA)
  • Toys (AREA)

Description

-1- «* 7 *
Ccnpensator voor trcmpklim.
De uitvinding heeft betrekking pp vuurwapens en in het bijzonder op liftccrnpensators of stabiliseerders voor vuurwapens, in het bijzonder automatische geweren, machinegeweren, en dergelijke.
5 Het is welbekend dat de tronpklim of -lift, wanneer een vuurwapen af gevuurd wordt, voortvloeit uit de reactie van de terugslag tegen de ondersteuning van het vuurwapen.
De levensduur is evenredig met de terugslag en de richting wordt bepaald door de wijze, waarop het vuurwapen ondersteund 10 wordt, zoals bijvoorbeeld door de romp en armen van de persoon, die het vuurwapen afvuurt. Een rechts- of linkshandige schutter, die :een geweer in een typerende respectievelijk rechts- of linkshandige afvuurpositie houdt, zal een trcnjlift respectievelijk naar rechte of naar links ondervinden, onder 15 ongeveer 45° ten opzichte van de. verticaal, terwijl een vuurwapen, dat in het typerende geval op een tweepoot ondersteund wordt, waarbij de zijdelingse krachten gebalanceerd worden, een verticale lift vertonen zal.
Trorprenmen zijn verschaft can de terugslag te verminderen 20 en daarmee de tronplift te verminderen, in het bijzonder voor grotere vuurwapens, maar dergelijke inrichtingen verstrooien ook veel van de energie, die anders gebruikt zou kunnen worden cm de kogel af te voeren en zijn in hun werking te onderscheiden van compensators, die een dwarskracht tegen de vuurwapenloop 25 tegengesteld aan de richting van de traipklim trachten op te wekken, in plaats van een axiale kracht op da loop tegengesteld aan de terugslag op te wékken.
Een belangrijk oogmerk van de onderhavige uitvinding is cm te voorzien in een verbeterde compensator voor vuurwapens, 30 die instelbaar en losneenbaar te monteren is op de trcmprem, flitsverschuiler of flitsonderdrukker, die een gedeelte van de vuurwapenloop nabij de tromp behelst, net een aantal zich in cmtrekszin uiteen bevindende poorten (hier aangemerkt 81 01 476 '% * \ -2- als flitsverschuilerpcorten), welke doeltreffend zijn bij het verminderen van de zichtbaarheid of flits van de uit de loop afgevoerde gassen.
De flitsverschuilerpoorten zijn aangebracht in een net 5 iets· grotere diameter uitgevoerd boringgedeelte van de loop bij het troirpeinde, welk gedeelte hier beschouwd kan worden als een expansiekamer een deel van de loop, zelfs ofschoon het gewoonlijk losneembaar is van het vuurwapen om bijvoorbeeld te reiniging te vergemakkelijken.
10 De flitsverschuilerpoorten strekken zich in het algemeen radiaal door de loop uit. Zodoende treden, wanneer het vuurwapen af gevuurd wordt, axiaal langs de loop stromende gassen de expansiekamer binnen, waar een gedeelte van hun warmte-energie in kinetische energie omgezet wordt. Soirmige van de gassen worden 15 dan dwars op de loop naar de atmosfeer .afgevoerd. Ofschoon deze poorten doeltreffend zijn bij het verminderen van de flits en in sommige gevallen er op berekend zijn om de terugslag te verminderen en cm de tronpklimte compenseren, dienen deze zelf niet op doeltreffende wijze als een compensator daar ten-20 einde doeltreffend te zijn als een flitsverschuiler, veel van het dwars afgevoerde gas of geen uitwerking heeft bij het tegenwerken van de trcnplift, of de lift wezenlijk vergroot. Wanneer de flitsverschuilerpoorten er op berekend zijn cm doeltreffender te zijn als een compensator, wordt aan de flitsverschuilfunctie 25 ernstig afbreuk gedaan, zoals bijvoorbeeld bij de in het
Amerikaanse octrooischrift 3.971.285 voorgestelde inrichting, waar slechts twee flitsverschuilerpoorten voor het gébruik beschikbaar zijn.
Andere belangrijke oogmerken van de uitvinding zijn 30 derhalve cm te voorzien in een verbeterde compensator van het beschreven type, die op roteerbare wijze instelbaar is op een typerende doeltreffende flitsverschuiler, die de gassen benut, welke reeds geëxpandeerd zijn in de expansiekamer van de flitsverschuiler en reeds dwars op de loop afgevoerd zijn 35 via de flitsverschuilerpoorten, die afbuig organen buiten 81 01 476 S i -3- de flitsverschuiler behelst voor het weer richten van de dwarse gasstrocm uit een of meer van de flitsverschuilerpoorten cm de trcmplift doeltreffend tegen te werken, die zonder meer berekend kan worden (¾) roteerbare instelling op de meeste 5 flitsverschuilers die momenteel in gebruik zijn, en die zich in cmtrekszin uiteen bevindende gasregelgedeelten heeft, die op verkiesbare wijze in te stellen zijn ten opzichte van de flitsverschuilerpoorten door de rotatieinstelling voor het weer richten van dwars af gevoerde gassen uit de poorten in 10 bepaalde dwarsrichtingen cm links- of rechtshandige of verticale tranpklim of -lift te compenseren, zoals door de instelling bepaald wordt.
Dankzij de uitvinding worden sommige van de dwars afgevoerde gassen uit de flitsverschuilerpoorten, die anders 15 onwerkzaam zouden zijn bij bet teganwerJen vet,ι da trcmplift, of zelfs de trcmplift mochten vergroten, weer gericht om een reactiekracht tot stand te brengen, die de trcnplift tegenwerkt. Bovendien wordt de energie van deze gassen, die nu volgens de uitvinding gebruikt wordt om de trcnplift' tegen te werken, 20 uit de warmte-energie van de gassen gehaald om hun temperatuur en zodoende hun zichtbare flits te verminderen, hetgeen resulteert in een minimaal afbreuk doen aan de flitsverschuilfunctie. Ook wordt in tegenstelling tot de in het voorgaande vermelde Amerikaanse octrooischrift voorgestelde compensator, die alleen 25 flitsverschuilerpoorten gebruiken kan, welke zich boven het horizontale axiale vlak van de vuurwapenloop bevinden, volgens het beginsel van de uitvinding zoals in het volgende beschreven een doeltreffende compensatie van de tromplift verkregen uit flitsverschuilerpoorten, die zich in elke willekeurige cmfcreks-30 positie op de vuurwapenloop bevinden. De meeste militaire geweren zijn uitgerust met flitsverschuilers die ronde cilindrische oppervlakken hebben met het oog op granaatafwerping daaruit zonder zich te bekommeren cm de hoekpositie van de granaat qp de flitsverschuiler. Zodoende kan de soldaat in het veld zonder neer 35 zijn vuurwapen er op berekenen om doeltreffende oonpensatie 81 01 476 i * -4- van de tromplift te verkrijgen door louter de hier beschreven compensator vast te hechten en deze op roteerbare wijze te verstellen naar een gewenste positie met het oog op zijn bepaalde stijl van schieten, en in het bijzonder cm 5 of links- of rechtshandig gebruik of tweepootmontering bijvoorbeeld te compenseren.
Volgens de uitvinding kan de compensator een axiaal gesleufd gedeelte hebben, dat rond het tronpeinde van e:en vuurwapenloop past, en een instelorgaan voor het vastzetten 10 van het element op de loop kan een klem voor het aanhalen van het gesleufde gedeelte behelzen, zodat hierdoor de vuurwapenloop vastgeklemd wordt. Als alternatief kan het instelorgaan een aanslag behelzen, die door de compensator gedragen wordt, om in ingrijping te komen met een keep in de onttrek van de loop.
15 De aanslag kan verend aangedrukt worden cm in ingrijping te komen met de keep en kan terugtrekbaar zijn tegen de verende aandrukking.
Meer in het bijzonder kan de compensator een buisvormig element behelzen, dat er voor wat betreft de afmetingen 20 daarvan op berekend is on coaxiaal op het trcmpeinde van een vuurwapenloop te passen in het gebied van de fitsverschuiler en tenminste êën compenserend aflaatorgaan heeft, dat er op ingesteld of berekend is om dwars uit de flitsverschuiler-poorten afgevoerde verbrandingsgassen voornamelijk naar één 25 zijde van de loep . te richten. Het instelorgaan voor het vastzetten van het element op de loop kan een aanslag behelzen, die zo op het element gemonteerd is dat het daardoor gaat en in een flitsvei^ulleipoort grijpt. De aanslag kan zo gemonteerd zijn op een hefboom dat hierdoor een beweging naar en van 30 een vastzetgedeelte binnen de poort uitgevoerd kan worden.
De uitvinding wordt in het volgende nader toegelicht aan de hand van in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeelden daarvan.
Pig. 1 is een zijaanzicht van een compensator, die 35 gemonteerd is op een flitsverschuiler aan het trarpeinde van een vuurwapenloop.
8101476 * « -5-
Fig. 2 is een dwarsdoorsnede over de flitsversdiuiler en compensator van fig. 1, naar links gezien, waarbij de ccnpensator ingesteld is voor het gebruik door een rechtshandige schutter, en het trcnpeinde van het getrokken gedeelte van de 5 vuurwapenlocp net een streepstippellijn weergegeven is.
Fig. 3 is een afbeelding van de compensator, die van het vuurwapen verwijderd is, in de richting van de pijl UI in fig. 2 beschouwd.
Fig. 4 is een gedeeltelijke doorsnede over een deel 10 van de ccnpensator en een deel van de flitsverschuiler in het gebied van de instel- en vastzetaanslag.
Fig. 5 is een verticale afbeelding, waarin een veerklem van de ccnpensator weergegeven is, van het linkereinde van fig. 1 af beschouwd.
15 Fig. 6 is een zijaanzicht van een andere ccnpensator volgens de uitvinding, waarin de compensator in positie voor het gebruik door een rechtshandige schutter weergegeven is en ook een gewijzigd uitgevoerd orgaan voor het vastzetten van een ccnpensator in een qp roteerbare wijze ingestelde positie 20 qp een flitsverschuiler weergegeven is.
Fig. 7 is een eindaanzicht van het linker- of vooreinde van fig. 6.
Fig. 8 is een verticale afbeelding van de ccnpensator van fig. 6, in de richting van de pijl VIII in fig. 7 beschouwd.
25 Fig. 9 is een zijaanzicht van een alternatieve compen sator.
Fig. 10 is een dwarsdoorsnede naar rechts gezien, waarin de ccnpensator van fig. 9 op een flitsverschuiler gemonteerd weergegeven is.
30 Fig. 11 is een zijaanzicht van de ccnpensator van fig. 9, die ingesteld is voor een linkshandige schutter.
Fig. 12 is een zijaanzicht van een andere gewijzigde uitvoering van een ccnpensator volgens de uitvinding, die In positie voor een op een tweepoot gemonteerd wapen weergegeven 35 is.
81 01 476 » > -6-
Fig. 13 is een dwarsdoorsnede naar links gezien, wanneer de compensator van fig. 12 op een flits vers chuiler gemonteerd en ingesteld voor een rechtshandige schutter weergegeven is.
Fig. 14 toont de compensator van fig. 12, in de richting 5 van de pijl XIX in fig. 13 beschouwd.
Fig. 15 t/m 29 zijn schematische doorsneden, waarin verschillende gewijzigde uitvoeringen van compensators volgens de uitvinding voorgesteld zijn, die respectievelijk berekend zijn qp het gebruik bij bepaalde soorten van vuurwapens en 10 flitsverschuilers. De afbeeldingen kunnen worden geacht van het trompeinde af beschouwd te zijn.
Fig. 15 en 17 tonen een compensator ingesteld voor respectievelijk links- en rechtshandige schutters en geschikt voor gebruik met een flitsverschuiler, die vier stel flits-15 verschxérpoorten heeft, welke zich net betrekking tot de kleine wijzer van het uurwerk bij de 2, 4, 8 en 10 üur-standen bevinden.
Fig. 16 toont de compensator volgens fig. 15 en 17 ingestéfr-voor tweepootmontering.
20 Fig. 18 en 20 zijn afbeeldingen overeenkomstig aan respectievelijk fig. 15 en 17, maar tonen een compensator die geschikt is voor het gébruik met vijf stel flitsverschuilerpoorten, die bij de 12' uur-stand op het uurwerk en van c op tussenafstanden\72° aangebracht zijn.
25 Fig. 19 toont een compensator ingesteld voor tweepoot montering en te gebruiken met een flitsverschuiler, die poorten aangébracht heeft zoals in fig. 18 en 20.
Fig. 21 en 23 zijn afbeeldingen overeenkomstig aan respectievelijk fig. 15 en 17, maar tonen een compensator 30 die geschikt is voor het gébruik met zes stel flitsverschuilerpoorten, die bij de 12 uur-stand op het uurwerk en op tussenafstanden van 60° aangébracht zijn.
Fig. 22 toont de compensator van fig. 21 en 23 ingesteld voor tweepootmontering.
35 Fig. 24 t/m 26 zijn afbeeldingen overeenkomstig 810147 6 i* · \ -7- aan fig. 21 t/m 23, waarin een gewijzigd uitgevoerde conpensator weergegeven is.
Fig. 27 t/m 29 tonen drie verdere gewijzigde uitvoeringen van ccnpensators volgens de uitvinding.
5 In fig. 1 t/m 5 is een compensator 29 voor een vuurwapen weergegeven, die een langwerpig buisvormig element of rompgedeelte 30 behelst, dat er voor wat betreft zijn afmetingen cp berekend is cm nauwsluitend roxd de cilindrische buitenkant van een flits-versdiuiler 31 aan het trompeinde van een vuurwapenloop 32 10 te passen en om coaxiaal daarop roteerbaar te zijn met het oog op verschillende afvuurgesteldheden zoals in het volgende uiteengezet wordt. Het element 30 heeft een uitlaateinde 33 met een opening 34 uitgericht met het getrokken boringgedeelte 35 van de loop 32 waardoor een projectiel kan gaan.
15 De flitsverschuiler 31 kan van een gebruikelijk type zijn, dat vier stel flitsverschuilerpoorten 36 heeft, die in cmtrekszin 90° uiteen liggen en zich met betrekking tot de kleine wijzer van het uurwerk bij de 1.30, 4.30, 7.30 en 10.30 uur-standen bevinden, zoals in fig. 2 weergegeven is. Elk stel 20 poorten lean drie afzonderlijke gaten behelzen, die zich in de axiale zin van de loop uiteen bevinden, zoals in fig. 4 weergegeven is, of kan een of meer zich axiaal uitstrekkende sleuven behelzen, of andere geschikte inrichtingen. In het onderhavige geval strekken de poorten 36 zich radiaal door de cilindrische 25 wand van de flitsverschuiler 31 uit vanaf de centrale boring 37 daarvan, die verwijd is ten opzichte van de getrokken boring van het gedeelte 35. De boring 37 strékt zich ook coaxiaal voorbij het trempeinde van het boringgedeelte 35 uit cm een expansiékairer te vormen, waarin de gassen, die de kogel of 30 het projectiel voortstuwen, expanderen kunnen. De geëxpandeerde gassen worden dan dwars op de as van de loop 32 afgevoerd.
De functie van de flitsverschuiler bij het expanderen, koelen en opbreken van een gedeelte van de axiale gasstroom in een aantal dwarsstraten cm zodoende de totale zichtbaarheid van 35 de flits te verminderen is op dit gebied welbekend en wordt 8101476 \ -8- zodoende niet verder besproken.
Een centrale, met in axiale zin langwerpige af laat 38 strekt zich radiaal door de cilindrische wand van het element of rompgedeelte 30 uit. Twee in hoofdzaak diametraal tegenover- 5 gestelde zijaflaten 39 van aan de aflaat 38 overeenkomstige en evenwijdige vorm zijn gevormd in het element 30 op zich in cmtrekszin uiteen bevindende plaatsen aan tegenovergestelde maar zijden van de aflaat 38, die zich gewoonlijk'niet noodzakelijk op een afstand van 90° daartussen bevindt. Afbuigorganen 10 40 zijn gevormd nabij de aflaten 39 en dienen er toe cm verbrandingsgassen die dwars uit de poorten 36 afgevoerd worden in het algemeen in de richting van de pijlen 51 af te buigen.
De verbrandingsgassen, die door de aflaten 38 en 39 gaan, worden zodoende voornamelijk omhoog gericht en onder ongeveer 45° naar 15 één zijde van een verticaal axiaal middenvlak van de loop 32 wanneer het vuurwapen zich in een afvuurpositie bevindt.
Ook moet worden opgemerkt dat zonder de afbuigorganen 40, de reactiekrachten Vcnuit de uitgerichte flitsverschuilerpoorten 36 afgevoerde gassen elkaar zouden neutraliseren en geen 20 lift compenserende uitwerking zouden hébben.
Voor het vastzetten van het element 30 op de flits-verschuiler 31 is een hefboom 41 zwerikbaar gemonteerd op een pen 42 tussen monteringsribben 43 qp het element 30. Een aanslag 44 op de hefboom 41 voert in het inwendige van het element 25 30 door een radiaal gat 45 in de cmtrekswand van het element.
De aanslag 44 kan grijpen in een geschikte flitsverschuiler-poort 36 in de flitsverschuiler 31 van de loop 32. Een veerklem 46, die qp de hefboom 41 gemonteerd is, kan er toe dienen om deze in de weergegeven positie te houden. Een opsluitpal 47 van 30 de hefboom 41 komt in aangrijping met het achtereinde van de flitsverschuiler 31 om bij het instellen en bij het verhinderen van voorwaartse beweging van de stabiliseerder 29 behulpzaam te zijn. Een binnenwand 48 van het element 30 verhindert de achterwaartse beweging daarvan door in aangrijping te komen 35 met het trcmpeinde van de flitsverschuiler 31.
8101476 ( -9-
Zoals in fig. 1 t/m 5 weergegeven is, is de veerklem. 46 zwenkbaar gemonteerd qp een pen 49 aan het vrije einde van de hefboan 41 en is deze gedeeltelijk rond, zodat deze de flitsverschuiler 31 of een ander gedeelte van de loop 32 5 gedeeltelijk cmgeven kan en in positie blijven kan dankzij zijn eigen veerkracht. Zolang de klem 46 in de weergegeven positie blijft, houdt de hefboan 41 de aanslag 44 in de geëigende poort 36 en wordt het element 36 op zijn plaats gehouden. De aanslag 44 kan uit de poort 36 teruggetrokken worden 10 door de veerklem 46 vrij te geven door louter druk uit te oefenen qp het naar buiten gebogen gebied 50 van deze laatste en de klem 46 van de loep 32 af te laten veren, on de compensator 29 derhalve in staat te stellen om qp roteerbare wijze versteld te worden naar een andere positie of vlug van het vuurwapen 15 verwijderd te worden. Verwijdering van het element 30 is bijvoorbeeld nodig wanneer het geweer gebruikt moet worden cm een geweergranaat nauwkeurig af te werpen. In dit opzicht vergemakkelijkt de hefboom 41 in de open cf onvergrendelde positie de montering van de compensator 29 op een hete vuurwapen-20 loop en is deze voldoende lang zodat deze vlug koelt om de verwijdering van een hete compensator 29 te vergemakkelijken.
De vermelde aflaten 38 en 39 kunnen of uit langwerpige sleuven of gaten of uit een ccnbinatie van sleuven en gaten bestaan in overeenstemming met elke betreffende uitvoering van de flits-25 verschuilerpoorten van elke willekeurige vuurwapenlocp.
De compensator van het in fig. 1 t/m 5·'weergegeven type teiook berekend worden op het gebruik met de flitsverschuiler die gewoonlijk geleverd wordt voor het 'NATO FN FAL '-infanteriegeweer.
Bij het in de afvuurpositie daarvan houden van een dergelijk 30 geweer, kan de schutter bepaalde gasafvoerpoorten van de flitsverschuiler zien. Er zijn twaalf van dergelijke poorten in totaal, en deze kunnen genummerd worden in vier series van drie poorten elk. Voortgaand in de zin van de wijzers van het uurwerk, door de schutter beschouwd, zou de serie 'A' zich bij de 35 1:30 uur-stand bevinden, zou de serie 'B' zich bij de 4.30 uur- 8101476 -10-
V
stand bevinden, zou de serie 'C' zich bij de 7 * 30 uur-stand bevinden en zou de serie 'D' zich bij de 10; 30 uur-stand bevinden. Voor een rechtshandige schutter wordt de.·... compensator 30 zo op de flits-verschuiler gemonteerd dat de poorten van de serie 'A' uitgericht 5 worden met een centrale af laat 38, waardoor door de serie 'A' -poorten uitgedreven verbrandingsgassen zonder afbuiging ontsnappen kunnen.
De af laten 39 kunnen samenkanen met de af laat 38, zoals in fig.
15 en 17 voorgesteld is, en de afbuigorganen 40 zullen zich respectievelijk nabij de drie poorten van de serie !,Br en de drie 10 poorten van de serie 'D' bevinden. De gassen uit de laatste zes poorten kernen tegen de afbuigorganen 40 terecht, die de gassen weer uit hun natuurlijke dwarsbaan richten, zodat zij af gevoerd worden in de algemene richting van de pijlen 51, fig.
2 of 17, cm een reactiékracht tegen de loop 32 tot stand te 15 brengen, die de trcnplift tegenwerkt. De poorten van de serie 'C' worden gesloten door een cilindrisch poortbeperkingsgedeelte zoals in het volgende beschreven wordt.
Daar de aanslag 44 in een flitsverschuilerpoort 36 grijpt, is het voor rechts- of linkshandige mensen mogelijk cm dezelfde 20 compensator te gebruiken, De letter 'R' op de compensator 30 van fig. 3 bevindt zich bovenaan de vuurwapenloop wanneer rechtshandige mensen de corpensator moeten gébruiken. De letter 'L' zal zich, bovenaan bevinden voor linkshandige mensen.
In elk. geval wordt een poort 36 in een verschillende serie 25 flitsverschuilerpoorten aangegrepen door de aanslag 74.
Voor een linkshandige schutter wordt de corpensator 29 zo op de flitsverschuiler 31 gemonteerd dat de poorten van de serie :'D' uitgericht, worden met een centrale af laat 38, waardoor door deze poorten uitgedreven verbrandingsgassen zonder afbuiging 30 ontsnappen kunnen. De aflaten 39 zullen uitgericht worden met en de afbuigorganen 40 zullen ingesteld worden nabij de drie poorten van de serie *A' en met de drie poorten van de serie 'C' respectievelijk cm een reactiékracht tegen de loop 32 tot stand te brengen, die de trcnplift tegenwerkt.
35 Zonder de stabiliseerder heeft het NATO FN FAL-infanterie- 8101476 -11- geweer, dat door een rechtshandige schutter gébruikt wordt, wanneer het op automatisch af gevuurd wordt, een absolute neiging om op te rijzen en naar rechts onder een hoek van ongeveer 45°. Zelfs indien de schutter het wapen stevig 5 vasthoudt, is het resultaat hoogst onnauwkeurig geweervuur waarbij de meeste kogels boven en rechts van het doel terecht kanen. Dit houdt in dat automatisch vuur verspild en ondoeltreffend is als gevolg van de hoge snelheid waarmee kogels onnauwkeurig verbruikt worden. Voor net "dubbele tik" schieten, 10 d.w.z., wanneer het geweer afgevuurd wordt met enkele salvo's onder het afgeven van twee schoten die in snelle opeenvolging af gevuurd worden door een dubbele tik op de trekker, moet de schutter voor elke "dubbele tik" weer richten door de neiging van het wapen om te rijzen. Ock bij het afvuren van enkele 15 salvo's zonder de oonpensator heeft het wapen de neiging cm qp te rijzen en naar rechts te gaan, ofschoon de trcmplift minder merkbaar is dan bij geheel automatisch vuren. Er is geen noodzaak tot weer richten voor elk schot, anders zal dit in onnauwkeurig vuur resulteren. Overeenkomstige 20 problemen ons taan voor linkshandige schutters maar de neiging is dat het geweer naar links rijst. Overeenkomstige problemen worden ondervonden bij de meeste automatische wapens.
Wanneer de compensator eenmaal goed vastgehecht aan 25 het geweer, is de neiging van de geweertromp cm te rijzen grotendeels opgeheven. Dit houdt in dat het geweer nauwkeuriger is en doelmatiger afgevuurd kan worden. Wanneer de compensator stevig op zijn plaats gehouden wordt op het geweer, treedt een neiging op dat de compensator het wapen naar vorenwi de schutter 30 aftrekt en daarmee de schouderterugslag vermindert. Als gevolg van een vermindering van de terugslag kan vuur met de compensator nauwkeuriger zijn dan zonder deze.
De compensator kan snel en gemakkelijk verwijderd worden van of weer geplaat^t^qp11aen geweerloop of flitsverschuiler 35 zonder het gébruik van enige gereedschappen. Het geweer kan 81 01 476 * ’ -12- derhalve nog steeds gebruikt worden met geweergranaten, hulpstukken voor het afvuren van losse patronen/ bajonetten/ en andere benodigdheden. Het wapen vereist absoluut geen wijziging teneinde het gebruik van de compensator mogelijk te maken.
5 De afbuigorganen 40 kunnen er voor wat betreft hun instelling en afmetingen ook op berekend worden cm gassen weer te richten cm zodoende elke drukking, lift of beweging te neutraliseren, die ondervonden wordt bij vuurwapens, welke of permanent of tijdelijk gemonteerd zijn qp tweepoten, driepoten, wielen of 10 allerlei willekeurige vaste of tijdelijke voetstukken. De hier voorgestelde en omschreven compensators kunnen gefabriceerd wordt uit een verscheidenheid van staalsoorten of ferro- of non-ferro-materialen tegen betrekkelijk lage kosten en kunnen van een vrij lichte constructie zijn, die het totale gewicht van 15 het wapen, waaraan deze vastgehecht wordt, niet in een mate van betekenis zullen beïnvloeden.
Ofschoon de compensator in het voorgaande beschreven is met betrekking tot het gebruik op een FN FAL-infanterlegeweer, kan de compensator ook qp andere soorten vuurwapens gebruikt 20 worden. Het betreffende ontwerp van de compensator kan zonder meer aangepast worden met het oog op andere soorten vuurwapens, loopdiaireters en flitsverschuilerontwerpen zonder buiten het kader van de hier beschreven fundamentele compenserende aspecten te treden.
25 In fig. 6 t/m 8 is een gewijzigd uitgevoerde compensator 29 weergegeven, waarbij het uitlaateinde 33 een gedeeltelijk bolrond afbuigorgaan 52 heeft voor het in het algemeen in de richting van de pijl 51a in fig. 6 en 7 afbuigen van verbrandingsgassen uit de vuurwapenloop.
30 Ofschoon de opening 34 in fig. 7 in hoofdzaak rond lijkt in de axiale zin van het element 30 beschouwd, is deze in feite enigszins elliptisch daar deze helt ten opzichte van de langsas van het element 30. De centrale af laat 38 en de in hoofdzaak diametraal tegenovergestelde aflaten 39 zijn 35 in hoofdzaak gevormd zoals in het voorgaande beschreven is.
8101476 “13“
Afbuigorganen 40 zijn gevormd nabij de aflaten 39 en dienen er toe cm verbrandingsgassen daaruit in het algemeen in de richting van de pijlen 51 in fig. 7 af te buigen. De verbrandingsgassen, die door de aflaten gaan, worden derhalve voornamelijk naar één 5 zijde van het element 30 gericht zoals in het voorgaande beschreven is.
Dankzij het traipafbuigorgaan 52 kan de uitgestrektheid in cmtrekszin van de afbuigorganen 40 minimaal gehouden worden.
De afbuigorganen 52 voor elk van de beschreven compensators kunnen echter achterwege gelaten worden door geschikte bemating van de 10 afbuigorganen 40 zoals in fig. 15 t/m 23 voorgesteld is of door gasoverbrengkanalen in het element 30 te vormen om verbrandingsgassen in cmtrekszin rond een gedeelte van de flitsverschuiler te leiden uit de zich onder het horizontale axiale vlak van de loop bevindende poorten daarvan, zoals in fig. 24 15 t/m 29 bijvoorbeeld voorgesteld is.
De cilindrische ronp van het element 30 in fig. 6 t/m 8 is voorzien van naar achter openende ai zich axiaal uitstrekkende sleuven 53. Ben vastklem- of vastzetinrichting kan rond het gesleufde eindgedeelte van het element 30 aangebracht en aangehaald 20 worden cm de compensator qp de flitsverschuiler 31 vast te klemmen.
De compensator 29, die in fig. 9 t/m 11 weergegeven is, is ook voorzien van middelen cm deze vast te zetten in een qp roteerbare wijze ingestelde positie qp een flitsverschuiler 31 en heeft een uitlaateinde 33 in hoofdzaak identiek aan dat van 25 fig. 6 t/m 8. De compensator van fig. 9 t/m 11 heeft echter drie in hoofdzaak rechthoekige aflaten 54, die van elkaar gescheiden zijn door langwerpige versterkingsvinnen 55, die zich axiaal langs de onttrek van het element 30 uitstrekken. De aflaat 54 tussen de vinnen 55 werkt op nagenoeg dezelfde wijze als de 30 af laat 38 van fig. 8, en richt derhalve verbrandingsgassen in het algemeen in de richting van de pijl 56, fig. 10. De andere twae aflaten 54 kunnen zich in hoofdzaak 90° uiteen bevinden in tegengestelde richtingen vanaf de centrale aflaat 54 en elk is gevormd tussen een vin 55 en een afbuigorgaan 40. Het laatste 35 is overeenkosmtig aan het corresponderende afbuigorgaan 40 van fig. 1 81 01 476 , 611 -14- t/m. 3,'de afbuigorganen 40 en vinnen 55 van fig. 9 t/m 11 dienen er toe om verbrandingsgassen in hoofdzaak in de richting van de pijlen 57 in fig. 10. De af laten en afbuigorganen dienen er derhalve weer toe om verbrandingsgassen voornamelijk naar één 5 zijde van de compensators 29 te richten.
Verder wordt ten aanzien van de hier in elk van de tekeningen weergegeven afbuigorganen 40 opgemerkt dat de afbuigorganen zich in het algemeen in de axiale zin van de vuurwapenloop 32 uitstrekken over ongeveer de werkzame axiale 10 uitgestrektheid van de flitsverschuilerpoorten 36 en dat deze bij voorkeur gesloten zijn of zich uitstrekken tot het aangrenzende gedeelte van het cilindrische element 30 aan hun axiaal tegenovergestelde randen door eindsteungedeelten 40a.
De voorste stern 40a of eindsluiting nabij het trcmpeinde 15 dient er toe cm de terugslag te verminderen wanneer ontsnappende gassen daarop terecht kernen. Beide steunen 40a dienen er toe cm het afbuigorgaan te versterken en on het vast kernen te zitten daarvan op bussen, enz. te verhinderen.
Hët orgaan voor het vastzetten van de compensator 29 20 van fig. 9 t/ffl 11 op een flitsverschuiler 31 behelst een hefboom 58 die zwenkbaar gemonteerd is bij 59 op een montering 60 van het element 30 en op zwenkbare wijze aangedrukt wordt door een veer 61, fig. 11, zodat een aanslag 62 op de hefboem 58 in jj|t inwendige van het element 30 voert door een radiaal 25 gat ^daarin. De aanslag 62 kan grijpen in een geschikte keep in de loop of in een flitsverschuilerpoort 36 zoals in het voorgaande beschreven is. De veer 61 kan er toe dienen om de aanslag 62 in de keep te houden. De aanslag 62 kan tegen de aandrukwerking van de veer 61 teruggetrokken worden door druk uit te oefenen 30 op de hefboem 58 in het gebied van de veer 61, waardoor de compensator 29 van de flitsverschuiler 31 verwijderd kan worden of op instelbare wijze geroteerd kan worden van één voorverkozen positie naar een andere.
De compensator 29 van fig. 12 t/m 14 heeft ook een 35 buisvormig cilindrisch rompgedeelte 30 dat er voor wat betreft 81 01 4 7 6 _ -15-
X
de afmetingen daarvan op berekend is cm nauwsluitend op een flitsverschuiler 31 te passen en heeft een uitlaateinde 33 met een opening 34 waardoor een projectiel kan gaan. Het element 30 in deze figuren heeft aflaten 38 en 39 en afbuig-5 organen 40 overeenkomstig aan die welke ten aanzien van fig.
2 en 3 beschreven zijn. Een gebogen gedeelte 52 van het uitlaateinde 33 vormt een verder afbuigorgaan voor axiale verbrandingsgassen, zoals in het voorgaande beschreven is. De compensator van fig. 12 t/m 14 heeft een vasthechtinrichting 64, die niet 10 in detail weergegeven is daar deze overeenkomstig is aan die voor het cp de gebruikelijke wijze vastzetten van een bajonet op een flitsverschuiler of een geweerloop. De inrichting kan echter een pal of aanslag overeenkomstig aan de aanslagen 44 en 62 omvatten voor ingrijping in een keep in de flitsverschuiler 15 of loep.
Het is naar gemeend wordt duidelijk dat door het verschaffen van een compensator die er cp berekend is cm cp roteerbare ingesteld te worden op een flitsverschuiler en die voorzien is van geschikte, zich in cmtrékszin uiteen bevindende 20 afbuigorganen, aflaten, en poortsluit- of -beperkingsgedeelten die naar verkiezing in te stellen zijn ten opzichte van de flitsverschuilerpoorten in overeenstemming met de instelling, compensatie voor practisdi elke trompklinhoek verkregen kan worden van elke ongangbaar gébruik zijnde flitsverschuiler.
25 Voor optimum doelmatigheid zal het natuurlijk nodig zijn om de gasregelorganen van de compensator er op te berekenen cm aan de specifieke eisen van elke flitsverschuiler, elk vuurwapen, en elke wijze van afvuren tegemoet te kanen. Fig. 15 t/m 29 tonen de veelzijdigheid van de onderhavige uitvinding door 30 verscheidene aanpassingen aan verschillende gebruikelijke flitsveouchuilerpoortinrichtingen weer te geven. Elke afbeelding is een schematische doorsnede van een op een flitsverschuiler gemonteerde compensator, van het troirpeinde af beschouwd, en natuurlijk kunnen de constructieve beginselen.· die hier in elk 35 van de afbeeldingen voorgesteld zijn, gebruikt worden bij de 81 01 476 -16- in elke andere afbeelding hier voorgestelde compensators.
In fig. 15 t/m 17 bevinden zich vier flitsverschuiler-poorten 36 of stellen daarvan zich bij de twee, vier, acht en tien uur^standen wanneer het vuurwapen zich in zijn normale 5 afvuurpositie bevindt met het vizier daarvan bij twaalf uur.
De. compensator 29 is overeenkomstig aan die welke in het voorgaande beschreven zijn, behoudens dat de centrale aflaat 38 in cmtrekszin verwijd is om de twee uur-poort 36 bloot te stellen, zoals in fig. 15 gezien wordt, voor linkshandig schieten, 10 of om de tien uur-poort 36 bloot te stellen wanneer de compensator 29 naar de positie van fig. 17 geroteerd wordt voor rechtshandig schieten, of om zowel de twee als tien uur-poorten 36 bloot te stellen wanneer de compensator 29 naar de positie van fig. 16 geroteerd wordt om verticale lift tegen 15 te werken wanneer het vuurwapen op een tweepoot gemonteerd is.
Zoals in .fig. 15 t/m 17 voorgesteld is, kunnen de in het voorgaande beschreven aflaten 38 en 39 samenkomen in een enkele grote centrale aflaat tegenover het cilindrische aflaatbeperkingsgedeelte 70 dat in hoofdzaak de acht uur-poort 20 in fig. 15 en de vier uur-poort in fig. 17 sluit.
Voorzover de ccmpensatorposities in fig. 15 en 17 zich niet noodzakelijk 120° uiteen bevinden, kunnen de sleuven 53 en een klemband gébruikt worden cm de compensator 29 bij de ingestelde positie daarvan vast te zetten, of meer dan 25 een zich in omtrékszin op afstand bevindende instelaanslag 44 kan gebruikt worden voor het naar verkiézing ..•..uitrichten van een daarvan met een poort 36 die door het beperkingsorgaan 70 bij elke instelpositie gesloten wordt. Wanneer versterking van het afgelaten gebied van de compensator vereist is, 30 kunnen zich in cmtrekszin uiteen bevindende cilindrische gedeelten worden van het element 30 gevormd £ zoals in fig. 2, die over gedeelten van de flitsverschuiler 31 heen liggen tegenover het beperkingsorgaan 70 en deze daaroverheen liggende cilindrische gedeelten kunnen versterkt worden, zoals bijvoorbeeld door ribben 55 zoals 35 in fig, 9 en 10.
8101476 -17-
Fig. 18 en 20 tonen de links- en rechtshandige afvuur-posities voor een cxmpensator 29 die op roteerbare wijze ingesteld is cp een flits vers chuiler 31 welke vijf poorten 36 heeft, daaronder begrepen een bij de twaalf uur-stand en op tussen-5 afstanden van 72° daarvanaf, waarbij het cilindrische poort-beperkingsgedeelte 70 van het element 30 zich rond de grootste ontrek van de flitsverschuiler 31 uitstrekt on al de poorten 36 daarvan te sluiten behalve de twaalf uur-poort 36 en de in de zin van de wijzers van het uurwerk aangrenzende poort 36 IQ bij het roteren daarvan naar de linkshandige afvuurpositie van fig. 18, en behalve de twaalf uur-poort en de in de zin tegengesteld aan die van de wijzers van het uurwerk aangrenzende poort bij het roteren daarvan naar de rechtshandige afvuurpositie van fig. 20. In fig. 15 t/m 20 divergeren de twee afbuigorganen 15 40, die zich in de axiale zin van de zich in cmtrékszin uiteen bevindende randen van het poortbeperkingsgedeelte 70 uitstrekken zoals voorgesteld in fig. 3, 8 en 9 bijvoorbeeld ook van de cilindrische contouren van het gedeelte 70 nabij de genoemde randen en overlappen deze de twee poorten 36 respectievelijk 20 die niet gesloten zijn door het gedeelte 70, onder het daarbij weer richten van de tegen de afbuigorganen 40 terecht kanende gassen in hoofdzaak in de richting van de daarmee samenhangende pijlen cm een gewenste resulterende reactiékracht in het algemeen in de richting van de pijl 71 tot stand te brengen, 25 die de trorplift tegenwerkt.
Wanneer het cilindrische gedeelte 72 tussen de aflaten 39 niet voor versterking vereist is, kan het achterwege gelaten worden zoals in fig. 15 en 17. De twee af laten 39 zullen dan samengaan in een enkele grotere af laat.
30 Fig. 19 toont een compensator 29 cp een net vijf poorten uitgevoerde flitsverschuiler 31 van het in fig. 18 en 19 voorgestelde type maar in positie cm de verticale lift van een handvuurwapen of een op een tweepoot gemonteerd vuurwapen te compenseren. Een centrale aflaat 38 is uitgericht met de 35 twaalf uur-flitsverschuilerpoort 36 en de zijdelingse aflaten 39 8101476 \ -18-
f V
zijn uitgericht met de flxtsverschuilerpoorten 36 die zich 72° uiteen bevinden in tegengestelde richtingen daarvanaf. De compensator 29 van fig. 19 kan ook in elke richting geroteerd worden uit de weergegeven positie om de aflaat 38 naar verkiezing van de 5 uit te richten met elke willekeurige/poorten 36 nabij de twaalf uur-poort 36 en links- of rechtshandige trompklim te compenseren.
Fig. 21 t/m 23 tonen een gewijzigd uitgevoerde compensator 29 die geschikt is voor het gébruik met de vijf poorten omvattende flitsverschuiler van fig. 18 t/m 20 10 en met een zes poorten omvattende flitsverschuiler die voorzien is van een twaalf uur-poort en vijf verdere poorten die zich qp tussenafstanden van 60° daarvanaf bevinden. Elk afbuigorgaan 40 buigt het uit meer dan één f litsverschuilerpoort afgevoerde gas af en slechts êên poort wordt door de beperking 70 15 gesloten. Zodoende wordt een verbeterde flitsverschuiling gerealiseerd, welke de compensator van fig. 21 en 22 geschikter maakt voor het gebruik bij geweren van sterker vermogen, vergeleken met de compensator van fig. 18 t/m 20. Evenals in fig. 19 is het cilindrische gedeelte van het element 30 20 tegenover het cilindrische poortbeperkingsgedeelte 70 verdeeld in twee zich in omtrekszin uiteen bevindende delen 72a en 72b om de centrale af laat 38 daartussen te vormen. De zijdelingse aflaten 39 zijn in cmtrekszin verwijd cm zich van de zich in omtrekszin uiteen bevindende randen van de beperking 70 tot 25 de', aangrenzende gedeelten 72a en 72b respectievelijk uit te strékken en elk staat in verbinding met twee flitsverschuiler-poorten 36 om gassen daaruit af te voeren, welke gassen dan weer gericht worden door de afbuigorganen 40 in de algemene richting van de daarmee samenhangende ongenummerde pijlen 30 om een resulterende reactiekracht in de richting van de pijl 71 tot stand te brengen om de trompklim te compenseren.
De compensator 29 in fig. 22 is ingesteld voor tweepoot-ondersteuning cm de verticale lift te compenseren. De compensators 29 in fig. 21 en 23 worden 60° in tegengestelde richtingen 35 geroteerd uit de positie van fig. 22 om links- en rechtshandige 81 01 476 -19- tronpklim te compenseren. Door stapsgewijze verstelling van de ingestelde positie van de compensator 29 in fig.
21 t/m 23 over tussenafstanden van 60° kunnen de aanslagen 44 en 62 zander neer gebruikt worden on de compensator in 5 de ingestelde hoekpositie daarvan vast te zetten, zoals in het voorgaande beschreven is ten aanzien van fig. 15 t/m 17, waarbij de stapsgewijze verstelling over 60° echter niet essentieel is. Elke hoekinstelling kan naar wens uitgevoerd worden en de resulterende reactiekracht kan nauwkeurig in elke 10 richting gericht worden door geschikte hoekinstelling van de ccnpensator 29 ten opzichte van de flitsverschuiler en/of door het vaststellen van de hoeks tand van de afbuigorganen 40 en de plaats en afmetingen van de aflaten 38 en 39.
Fig. 24 t/m 26 tonen een gewijzigde uitvoering die 15 de flitsverschuilwerking van de flitsverschuiler 31 verder verhoogt en het gébruik van de meeste van de flitsverschuiler-poorten mogelijk maakt. Het cilindrische beperkingsgedeelte 70 bevindt zich radiaal op afstand van de flitsverschuiler 31 cm een gasdoorlaat 73 te vormen die met de flitsverschuilerpoorten 20 36 in verbinding staat binnen de boog van het gedeelte 70.
Uit deze poorten stromende gassen worden weer gericht in cmtrekszin en afgevoerd via de aflaten 39 in de door de afbuigorganen 40 bepaalde richtingen. Deze gassen in samenwerking met radiaal uit de onbeperkte poort 36 afgevoerde gassen bij 25 elke positie brengen eenresulterende reactiekracht in de richting van^de pijl 71 tot stand. De reactierichting zal verticaal yin fig. 25 en ongeveer 45° uit de verticaal bij de links- en rechtshandige afvuurposities van fig. 24 en 26 respectievelijk,waarbij de ccnpensator 29 ongeveer 4EPin tegen-30 gestelde richtingen geroteerd wordt uit de tweepootpositie van fig. 25.
Fig. 27 tocnt het beginsel van meervoudige afbuigorganen 40 aan tegenovergestelde zijden van het vlak van synmetrie van de compensator 29. Evenals in de andere af-35 beeldingen behelzen de afbuigorganen gepaarde spiegelbeelden 8101476 > -20- die, met of zonder de doorlaten 73, of 73a van fig. 28, het gebruik mogelijk maken van flitsverschuilerpoorten 36 die anders onder de horizontaal zouden afvoeren, om daarmee de doeltreffendheid van de compensator 29 bij verschillende 5 rotatieposities van de instelling te verhogen zonder ernstig afbreuk te doen aan de doeltreffendheid van de flitsverschuiler 31.
Fig. 28 toont een compensator 29 die losneerrbaar gemonteerd is op roteerbare wijze op een flitsverschuiler 31 10 welke een poort 36 bij de twaalf uur-stand en telkens op tussenafstanden van; 45° daarvanaf behalve bij de zes uur-stand heeft. Het beperkingsorgaan 70 is diametraal gecentreerd tegenover de twaalf uur-poort 36 en beperkt de poorten 36 bij de 4;30 en 7.30 uur-stand gedeeltelijk wanneer de compensator 15 ingesteld is om de verticale lift te compenseren. De constructie van fig. 28 is bijzonder geschikt voor rotatie over 45° in elke richting uit de weergegeven positie om links- of rechtshandige trampklam tegen te werken, zoals in het voorgaande beschreven is, waarbij het beperkingsorgaan 70 de 7; 30 uur-poort 36 of de 4.30 uur- . 20 poort 36 respectievelijk sluiten zal. De afbuigorganen 40 strekken zich in cmtrékszin rond de flitsverschuiler 31 uit in uiteengelegen verband om dwars uit meer dan éên poort 36 afgevoerde gassen af te buigen en cm een paar doorlaten 73a te vonten, die vergelijkbaar zijn met de doorlaat 73, behoudens dat elke 25 doorlaat 73a in slechts één richting opent. Het beperkingsorgaan 70 is in schuif- en in hoofdzaak afdichtende aangrijping met het cilindrische oppervlak van de flitsverschuiler 31 om zodoende elke poort 36 waarmee deze uitgericht is te sluiten in het geval dat overcompensatie een probleem vormt.
30 In fig. 28 worden gassen uit al de flitsverschuilerpoorten afgevoerd. Ofschoon de gasafvoer uit verscheidene poorten 36 geconcentreerd wordt door de conpensator, wordt door de expansie en turbulentie van de gassen binnen de doorgangen 73a de warnrte-energie van de gassen vlug verstrooid en wordt, geholpen door 35 de warmte die door ": geleiding door . en radiatie van de afcuigbr- 8101476 -21- ganen 40 verloren gaat, veel van de doeltreffendheid van de flitsverschuiler 31 zonder de compensator 29 daarop gemonteerd bewaard.
Fig. 29 toont een gewijzigde uitvoering overeenkomstig 5 aan fig. 28, behoudens dat het beperkingsorgaan 27 zich over de gehele uitgestrektheid in cmtrekszin op afstand van de flitsverschuiler 31 bevindt en de laatste zes poorten 36 heeft, daaronder begrepen een bij de zes uur-stand en cp tussenafstanden van 60° daarachter.
10 Behalve het Amerikaanse octrooischrift 3.971.285 worden de volgende octrooischriften, waarvan het bestaan bekend is, van belang geacht, met betrekking tot de onderhavige uitvinding: het Britse octrooischrift 606.478, 15 het Franse octrooischrift 1.262.942, het Amerikaanse octrooischrift 2.065.273 en het Amerikaanse octrooischrift 3.179.011.
Geen van de genoemde octrooischriften of andere publicaties verstrekken lering omtrent het beginsel van 20 een ccnpensator die op verwijderbare wijze te monteren is of een flitsverschuiler voor roteerbare versnelling met verschillende gekozen posities en met afbuigorganen die samenwerken kunnen met vedkozen flitsverschuilerpoorten bij elke positie voor het benutten van de dwars daaruit 25 afgevoerde gassen en voor het weer richten van die gassen cm een bepaalde trcnplifthoek te compenseren. Het Amerikaanse octrooischrift 3.971.285 toont een roteerbare ccnpensator die ook wat van een flitsverschuilfunctie heeft, maar behalve het in het voorgaande aangegeven verschil en de tekortkoming 30 daarvan, zijn zij beperkt tot het gebruik van flitsverschuilerpoorten die arhoog afvoeren.
De inrichtingen in de overige octrooischriften zijn bedoeld voor handvuurwapens of machinevuurwapens qp vaste monteringen. Zij zijn niet roteerbaar cm wat anders 35 te compenseren dan de verticale lift, en zelfs indien zij 81 01 476 % -22- dit waren, zouden zij niet de hier verstrekte leer verkondigen van het verschaffen van een verwijderbare compensator die het gebruik van de flitsverschuiler voor granaatafwerping bijvoorbeeld mogelijk maakt en die ook qp roteerbare wijze instelbaar is 5 op de flitsverschuiler om de liftcompensatiehoek te bepalen.
Kort samengevat is in het voorgaande een liftcompensator beschreven voor het trompeinde van een vuurwapenloqp 32, die een buisvormig element 29 behelst, dat op losneenibare wijze te monteren is op een flitsverschuiler 31 voor het vuurwapen.
10 Het element is op roteerbare wijze verstelbaar op de flitsverschuiler majverscheidene voorverkozen posities en heeft aflaten 39 en afbuigorganen 40 die naar verkiezing samenwerken kunnen bij elke positie met verschillende poorten 36 van de flitsverschuiler voor het benutten van dwars op de loop daaruit afgevoerde gassen 15 en voor het weer richten van die gassen om een bepaalde tromp-lifthoek te compenseren.
81014 7 6

Claims (24)

1. Compensator voor een vuurwapen, voorzien van een aantal poorten (36), die zich in antrekszin rand de langsas van de vuurwapenloqp (32) uiteen bevinden nabij het tronpeinde daarvan en in verbinding staan met de loop voor 5 het dwars qp de as daaruit afvoeren van verbrandingsgassen, waarbij de compensator een element (19) behelst, dat op verwijderbare wijze te monteren op de loop in het gebied van de poorten en op monteerbare wijze verstelbaar is om de as naar een aantal ingestelde posities, organen (49) voor 10 het vastzetten van het element bij de ingestelde positie, en gasregelorganen die afgaan qp de rotatieverstelling van het element naar elk van de posities voor het naar verkiezing regelen van de richting van de reactiékradht van de gassen tegen de loop cm de dwarse tronpreactie te compenseren wanneer 15 het vuurwapen af gevuurd wordt en die afbuigorganen (40) van het element behelzen, welke er op ingericht zijn cm naar verkiezing ingesteld te worden ten opzichte van de poorten door de verstelling voor het weer richten van de dwarsstrocm van de gassen uit tenminste een van de poorten, gekenmerkt 20 doordat de ene genoemde van de poorten zich op een afstand van minder dan 45° van een volgende in cmtrékszin aangrenzende poort bevindt, en de gasregelorganen ook poortregelorganen (70) van het element behelzen, die erop ingericht zijn cm naar verkiezing ingesteld te worden door de verstelling 25 om zich geheel over de laatste poort uit te strekken.
2. Ccmbinatie volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat de afbuigorganen voor wat betreft hun afmetingen er op berekend zijn cm zich gedeeltelijk rond de loop in uiteengelegen velband uit te strekken om een zich in antrekszin 30 uitstrekkende gasdoorlaat gedeeltelijk rond de loep te vormen en cm een aflaat te vonten voor het dwars op de as af voeren van gassen, welke doorlaat zich naar de aflaat uitstrekt vanaf zich in antrekszin uiteen bevindende plaatsen die naar verkiezing uitgericht worden met tenminste een van de poorten 81 01 476 -24- om daarmee in verbinding te staan in overeenstemming met de rotatieverstelling.
3. Combinatie volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat de poortregelorganen een cilindrisch boogvormig gedeelte 5 omvatten, dat er voor wat betreft de afmetingen daarvan op berekend is om tenminste een van de poorten binnen de boog daarvan te beperken bij de ingestelde posities, welke gasregelorganen voorts een paar afbuigorganen behelzen,die samenhangen met de in omtrékszin . : Uiteengelegen randen 10 respectievelijk van het boogvormige gedeelte van het afbuigen van dwars afgevoerde gassen uit in omtrékszin .uiteengelegen poorten die zich voorbij de boog bevinden.
4. Combinatie volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat het genoemde element een cilindrische huls behelst en 15 de gasregelorganen zich in cmtrekszin uiteen bevindende aflaatorganen en poortbeperkingsorganen van de huls die naar verkiezing uit te richten zijn met de poorten afgaande cp de verstelling behelzen.
5. Combinatie volgens conclusie 4, gekenmerkt doordat 20 de poortbewerkingsorganen een cilindrisch boogvormig gedeelte omvatten, dat er voor wat betreft de afmetingen daarvan op berekend is om tenminste een van de poorten binnen de boog daarvan te beperken bij de genoemde bepaalde posities.
6. Combinatie volgens conclusie 5, gekenmerkt doordat 25 de genoemde poorten flitsverschuilerpoorten van de flits- verschuilerorganen van de loop behelzen, waarbij het genoemde element coaxiaal op de flitsverschuilerorganen roteerbaar is, en de poortregelorganen aflaatorganen en cilindrische poortbeperkingsorganen die naar verkiezing uit te richten zijn met 30 de flitsverschuilerpoorten bij de rotatieverstelling voor het beperken van elke willekeurige van de poorten die uitgericht is met de poortbeperkingsorganen en om de afvoer van de gassen uit elke willekeurige van de poorten die uitgericht is met de aflaatorganen mogelijk te maken behelzen.
7. Combinatie volgens conclusie 6, gekenmerkt doordat 8101476 -25- het geroemde element twee aflaten heeft, die zich ongeveer 180° uiteen bevinden, en een tussengelegen aflaat halverwege daartussen, waarbij de rest van het element cilindrische poortbeperkingsorganen behelst.
8. Combinatie volgens conclusie 7, gekenmerkt doordat de poortbeperkingsorganen tegenover de tussengelegen aflaat twee zich in antrekszin uiteen bevindende randen en een paar afbuigorganen die met de randen respectievelijk samen-hangen heeft, waarbij de afbuigorganen divergeren van de 10 cilindrische contour van de poortbeperkingsorganen ter plaatse van de randen cm zich uit te strékken in (¾ baan van dwars afgevoerde gassen uit de eerste twee aflaten en voor het weer richten van de laatste gassen dwars op die zijde van de loop waarheen de gassen uit de tussengelegen aflaat 15 afgevoerd worden.
9. Conbinatie volgens conclusie 6, gekenmerkt doordat de poortbeperkingsorganen een cilindrisch gedeelte behelzen, dat twee zich in antrekszin uiteen bevindende randen heeft, die er op berekend zijn om door de verstelling ingesteld 20 te worden nabij twee zich ongeveer diametraal uiteen bevindende poorten respectievelijk van de flitsverschuilerorganen.
10. Combinatie volgens conclusie 9, gekenmerkt doordat het genoemde cilindrische gedeelte afbuigorganen nabij de zich in antrekszin uiteen bevindende randen daarvan heeft en divergeert 25 van de cilindrische contour van dit gedeelte bij deze randen voor het snijden van de baan van dwars afgevoerde gassen uit de flitsverschuilerpoorten nabij deze randen.
11. Ccmbinatie volgens conclusie 6, gekenmerkt doordat het genoemde element twee aflaten heeft, die zich ongeveer 3Q 72° uiteen bevinden, waarbij de rest van dit element cilindrische poortbeperkingsorganen behelst, de grootste van de poortbeperkingsorganen twee zich in antrekszin uiteen bevindende randen en een paar afbuigorganen die met deze randen respectievelijk samenhangen heeft,en de afbuigorganen divergeren van de 35 cilindrische contour van de poortbeperkingsorganen bij deze 81 01 476 -26- randen en zich in de baan van elke af laten af gevoerde gassen uitstrekken voor het weer dwars van de loop en naar dezelfde zijde daarvan richten van de laatste gassen.
12. Caribinatie volgens conclusie 6, gekenmerkt doordat 5 de poortbeperkingsorganen een cilindrisch gedeelte behelzen, dat er op berekend is om zich rond de grootste omtrekspoort van de flitsverschuilerorganen uit te strekken en eindigt bij twee randen die zich in omtrékszin uiteen bevinden voor plaatsing door de verstelling . ..nabij, twee flitsverschuiler-10 poorten respectievelijk die zich ongeveer 72° uiteen bevinden, welk cilindrische gedeelte afbuigorganen \ ; nabij de zich in omtrékszin uiteen bevindende randen daarvan heeft en divergeert van de cilindrische contour in dit gedeelte bij . deze randen voor het snijden van de baan van dwars af gevoerde 15 gassen uit de flitsverschuilerpoorten nabij deze randen.
13. Combinatie volgens conclusie 6, gekenmerkt doordat het genoemde element twee aflaten heeft, die zich ongeveer 144° uiteen bevinden, en een tussengelegen aflaat, die zich op een afstand van ongeveer 72° daartussen bevindt, 20 waarbij de rest van dit element cilindrische poortsluitorganen behelst, de poortbeperkingsorganen tegenover de tussengelegen af laat twee zich. in omtrékszin uiteen bevindende randen en een paar afbuigorganen die respectievelijk met deze randen samenhangen heeft, en de afbuigorganen divergeren van de 25 cilindrische contour van de poortbeperkingsorganen bij deze randen om zich uit te strekken in de baan van dwars afgevoerde gassen uit de eerste twee aflaten en voor het weer richten van de laatste gassen dwars op die zijde van de loop waarheen de gassen uit de tussengelegen aflaat afgevoerd worden.
14. Combinatie volgens conclusie 6, gekenmerkt doordat het genoemde element cilindrische poortbeperkingsorganen heeft, die er qp berekend zijn cm zich rond een gering omtreksdeel van de flitsverschuiler uit te strekken en eindigt bij twee uiteen zich in cmtrekszin/ bevindende randen die er qp berekend zijn 35 om ingesteld te worden door de verstelling nabij twee flits- 8101476 -27- verschuilerpoorten respectievelijk die zich ongeveer 120° uiteen bevinden, welke cilindrische poortbeperkingsorganen afbuigorganen nabij de zich in omtrékszin uiteen bevindende randen daarvan hébben en divergeren van de cilindrische 5 contour van de poortbeperkingsorganen bij deze randen voor het snijden van de baan van dwars afgevoerde gassen uit de flitsverschuilerpoorten die zich op een afstand van ongeveer 60° voorbij deze randen bevinden.
15. Confoinatie volgens conclusie 6, gekenmerkt doordat 10 de poortbeperkingsorganen een cilindrisch gedeelte behelzen, dat er op berekend is om zich rond het grootste amtreksdeel van de flitsverschuilerorganen uit te strékken en eindigt bij twee randen die zich in cmtrékszin uiteen bevinden om ingesteld te worden door de verstelling nabij twee flitsverschuilerpoorten 15 respectievelijk die zich ongeveer 144° uiteen bevinden, welk cilindrische gedeelte afbuigorganen nabij de zich in cmtrékszin uiteen bevindende randen daarvan heeft en divergeert van de cilindrische contour van dit gedeelte bij deze randen voor het snijden van de baan van dwars afgevoerde gassen 20 uit de flitsverschuilerpoorten nabij deze randen.
16. Carfoinatie volgens conclusie 1, gékenmerkt doordat de gasregelorganen een hulsgedeelte omvatten, dat er op ingericht is cm zich gedeeltelijk rond de vuurwapenloop uit te strékken in uiteengelegen verband daarmee in het gebied van tenminste 25 een van de genoemde poorten cm een doorlaat tussen de loop en het hulsgedeelte te vormen cm dé gassen in cmtrékszin uit de laatstgenoemde poort naar tenminste één rand van het hulsgedeelte te leiden wanneer de compensator zich bij elk van de genoemde bepaalde posities bevindt, waarbij de gasregelorganen 30 bij de laatstgenoemde rand een opening vormen voor het dwars op de as afvoeren van gassen uit deze doorlaat.
17. Carbinatie volgens conclusie 16, gekenmerkt doordat de poorten flitsverschuilerpoorten van flitsverschuilerorganen van de loop omvatten, waarbij het genoemde element coaxiaal 35 op de flitsverschuilerorganen roteerbaar is, de gasregelorganen 81 01 476 -28- t voorts aflaatorganen en cilindrische poortbeperkingsorganen van dit element behelzen die naar verkiezing uit te richten zijn met de flitsverschuilerpoorten die uitgericht zijn met de poortbeperkingsorganen en cm de dwarsafvoer van de 5 gassen uit elke willekeurige van de poorten die uitgericht is met de aflaatorganen mogelijk te maken.
18. Combinatie volgens conclusie 17, gekenmerkt doordat het genoemde hulsgedeelte twee zich in omtrekszin uiteen bevindende randen heeft, waarbij de gasregelorganen een opening 10 vormen bij elk van deze randen voor het dwars op de as afvoeren van gas uit de genoemde doorlaat, het genoemde element centrale aflaatorganen heeft, diametraal tegenover het middengebied van het hulsgedeelte en er voor wat betreft de afmetingen daarvan op berekend om uitgericht te worden met 15 een eerste van de flitsverschuilerpoorten wanneer dit element zich. bij een van de genoemde bepaalde posities bevindt, het laatstgenoemde aflaatorgaan een paar cilindrische poortbeperkingsorganen uiteen houdt, die er voor wat betreft hun afmetingen op berekend zijn om respectievelijk uitgericht te 20 worden met een paar flitsverschuilerpoorten welke zich in omtrekszin ongeveer 60° uiteen bevinden in tegengestelde richting vanaf de centrale aflaatorganen bij de ene genoemde positie, de centrale aflaatorganen naar verkiezing uit te richten zijn met elk van dit paar aflaatorganen op hun beurt 25 bij rotatieverstelling van het element in tegengestelde richtingen uit de ene genoemde positie naar andere van de genoemde bepaalde posities, en elk van het paar poortbeperkingsorganen naar verkiezing uit te richten is op hun beurt mat de eerste flitsverschuilerpoort bij de rotatieverstelling 30 van het element naar de laatstgenoemde andere positie.
19. Caribinatie volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat de poortregelorganen een aantal zich in cmtrékszin uiteen bevindende aflaatorganen behelzen, die er op ingericht zijn om naar verkiezing in verbinding gesteld te worden met de 35 genoemde poorten door de verstelling, en organen die samen- 8101476 % -29- werken cm de gewenste reactiekracht van de gassen tegen de loop tot stand te brengen, bestaande uit een aantal afbuig-organen qp het genoemde element die respectievelijk samenhancen met de verkozen aflaatorganen voor het dwars op de as richten 5 van de gasstrocm daaruit.
20. Ccnbinatie volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat het genoemde element een opening heeft, die er op ingericht is cm een projectiel daardoor te laten gaan en een gebogen gedeelte nabij deze opening heeft voor het dwars qp de as 10 richten van verbrandingsgassen cm samen te werken bij het compenseren van de dwarse trcmpreactie.
21. Compensator voor een vuurwapen, voorzien van een buisvormig element voor het vormen van een verlengstuk van de loop van het vuurwapen en met aflaatorganen in de zijwand 15 daarvan die in verbinding staan met de loop voor het dwars qp de langsas van de loop af voeren van verbrandingsgassen daaruit, gekenmerkt door organen voor het tot stand brengen van een bepaalde reactiekracht van de dwars afgevoerde gassen tegen de loop cm de dwarse trcmpreactie te compenseren 20 wanneer het vuurwapen afgevuurd wordt, bestaande uit een afbuigorgaan op de buitenkant van de genoemde zijwand dat er ten opzichte van de aflaatorganen op ingericht is om de dwarsstrocm van de gassen weer te richten in een tweede richting om de genoemde reactiekracht tot stand te brengen, waarbij 25 de aflaatorganen en het afbuigorgaan zich naast elkaar in de langsrichting van de loop uitstrekken, en het afbuigorgaan van de buitenkant van de genoemde zijwand uitgaat op een plaats nabij êêa zijde van de aflaatorganen en in de baan van de dwars daaruit af gevoerde gassen.
22. Combinatie volgens conclusie 21, gekenmerkt doordat het genoemde element een steungedeelte heeft, dat verbonden is met het in axiale zin voorste einde van het afbuigorgaan en zich in amtrekszin uitstrekt in de baan van uit het vooreinde van de aflaatorganen afgevoerde gassen met een axiaal vooruit-35 gerichte bewegingsocmponent. 81014 7 6 -30- u- > t
23. Combinatie volgens conclusie 21, gekenmerkt doordat het genoemde element een aantal de flits onderdrukkende aflaatorganen in de zijwand daarvan heeft, die zich in cmtrekszin rond de langsas van de loop uiteen bevinden en 5 in verbinding staan met de loop voor het dwars op de as daaruit afvoeren van verbrandingsgassen, waarbij de genoemde organen voor het tot stand brengen van de reactiékracht bestaan uit een aantal afbuigorganen op de buitenkant van de genoemde zijwand die samenhangen met verkozen aflaatorganen 10 voor het weer richten van de dwarsstroom van de gassen uit de daarmee samenhangende aflaatorganen in andere dwars-richtingen om de reactiékracht tot stand te brengen, elk afbuigorgaan en de daarmee samenhangende aflaatorganen zich naast elkaar in de langsrichting van de loop uitstrekken, en 15 elk. afbuigorgaan zich uitstrékt van de buitenkant van de genoemde zijwand op een plaats nabij een zijde van de daarmee samenhangaröe aflaatorganen in de baan van de dwars daaruit afgevoerde gassen.
24. Inrichting, in hoofdzaak zoals voorgesteld in de 20 beschrijving en/of tekeningen. 81014 7 6
NL8101476A 1980-03-26 1981-03-25 Compensator voor trompklim. NL8101476A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US13404580 1980-03-26
US06/134,045 US4374484A (en) 1977-01-12 1980-03-26 Compensator for muzzle climb

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8101476A true NL8101476A (nl) 1981-10-16

Family

ID=22461509

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8101476A NL8101476A (nl) 1980-03-26 1981-03-25 Compensator voor trompklim.

Country Status (8)

Country Link
AU (1) AU544984B2 (nl)
BE (1) BE888129A (nl)
CA (1) CA1167303A (nl)
DE (1) DE3108048A1 (nl)
ES (1) ES8205057A1 (nl)
FR (1) FR2482279A1 (nl)
GB (1) GB2072813B (nl)
NL (1) NL8101476A (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5020416A (en) * 1988-03-02 1991-06-04 Pantera Armory, Inc. Muzzle brake for firearms
GB9106153D0 (en) * 1991-03-22 1991-05-08 Datestyle Ltd A muzzle compensator for a gun

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1598360A (en) * 1924-03-22 1926-08-31 William J Pavek Variable and low muzzle-pressure gun
CH240479A (de) * 1943-05-26 1945-12-31 Oerlikon Buehrle Ag Feuerwaffe mit Mündungsbremse.
US2451514A (en) * 1945-11-21 1948-10-19 James E Sieg Compensator for guns
US2883781A (en) * 1957-10-23 1959-04-28 Earle M Harvey Combination stabilizer, recoil break, flash hider, and grenade launcher for a firearm
US4235152A (en) * 1978-01-11 1980-11-25 Bekker Marthinus J Stabilizer for guns

Also Published As

Publication number Publication date
AU6826981A (en) 1981-10-01
ES500699A0 (es) 1982-05-16
CA1167303A (en) 1984-05-15
GB2072813A (en) 1981-10-07
BE888129A (fr) 1981-09-28
GB2072813B (en) 1983-08-10
ES8205057A1 (es) 1982-05-16
FR2482279A1 (fr) 1981-11-13
AU544984B2 (en) 1985-06-27
DE3108048A1 (de) 1981-12-24

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4545285A (en) Matched expansion muzzle brake
US7032339B1 (en) Lateral projection muzzle brake
US10323896B2 (en) Flash redirecting recoil compensator
US2322370A (en) Lift compensator for firearms
US10001341B2 (en) Firearm rail and weights
US10527380B1 (en) Muzzle brake with propelling nozzle for recoil control
US8671818B1 (en) Firearm discharge gas flow control
US4374484A (en) Compensator for muzzle climb
US5425298A (en) Adjustable muzzle brake for a firearm
CA3070202C (en) Muzzle brake device
US6269727B1 (en) Jump and recoil compensator for firearms
US4321765A (en) Two handed holding apparatus for firearms
US10001345B2 (en) Firearm accessory mount
WO2019054975A1 (ru) Безгильзовое оружие (варианты)
US11486671B2 (en) Muzzle signature management device
US11255625B2 (en) Muzzle brake
US5549030A (en) Automatic pistol with integral compensator
US10527377B2 (en) Universal ambidextrous spent ammunition cartridge case deflector
US7377205B2 (en) Reverse thrust system with integral conduits and nozzles for the reduction of muzzle jump and/or recoil in firearms and weapons
US20190017771A1 (en) Adjustable muzzle device
EP0490072B1 (de) Schrotflinte, insbesondere eine Doppellaufflinte zum Trap- oder Skeetschiessen
NL8101476A (nl) Compensator voor trompklim.
US3726037A (en) Shotgun
US3179011A (en) Gun stabilizer and flash suppression means
US4976184A (en) Automatic pistol barrel and recoil compensator

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed