NL8101435A - Werkwijze en inrichting voor het scheiden van een mengsel van vloeistoffen, b.v. olie en water. - Google Patents

Description

<' * .

f - D HO/JS/Geurtsen 12

Werkwijze en inrichting voor het scheiden van een mengsel van vloeistoffen, b.v. olie en water.

De uitvinding betreft een werkwijze voor het scheiden van een mengsel van vloeistoffen, b.v. olie en water, en een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze.

5 In olieseperatoren wordt een mengsel van olie en water gescheiden, waarbij men zich baseert op het verschil in soortelijk gewicht van de componenten. Wanneer de vloeistof nagenoeg geheel in rust verkeert zal na verloop van tijd de olie zich bovenin het mengsel 10 verzamelen. Er zijn echter verschillende typen olies bekend, die ondermeer ten gevolge van verontreiniging door vaste deeltjes, een soortelijk gewicht bezitten dat nauwelijks of in het geheel niet afwijkt van dat van water. Zelfs na een langere verblijfsduur in b.v. een 15 scheidingsvat, treedt nog geen afscheiding tussen de olie en water op. Te denken valt b.v. aan de afgewerkte olie die, met behulp van water en een reinigingsmiddel, uit tankschepen wordt verwijderd. Een ander voorbeeld is een oliewatermengsel dat ontstaat bij het schoonmaken in 20 garages en dergelijke. Aangezien het scheiden van dit mengsel niet mogelijk is met de huidige bekende technieken en het niet meer is toegestaan dit mengsel in het milieu te brengen, b.v. door lozing op zee, slaat men het mengsel op in tanks. Dit is uiteraard een zeer kost-25 bare methode doch de enig mogelijkheid om het mengsel uit het milieu te houden.

De uitvinding beoogt een werkwijze te verschaffen voor het scheiden van mengsels van vloeistoffen, b.v. olie en water, waarvan het soortelijk gewicht niet of 30 nauwelijks verschilt.

Dit wordt volgens de uitvinding bereikt doordat men het mengsel ineen vat brengt, men aan het mengsel gas toevoert en na enige tijd de boven in het mengsel gevormde laag olie afvoert.

8101435 9 -2-

Proeven hebben uitgewezen dat door het toevoeren van gas, b.v. lucht, aan een vat met "het te scheiden olie-en watermengsel, naar verloop van tijd een scheiding plaats vindt in die zin dat op het water een olielaag 5 wordt gevormd. De juist werking is niet bekend. Waar schijnlijk hechten oliemoleculen zich door adhesiekrachten aan de luchtbellen, zodat de olie met de luchtbellen mee opstijgt. Een andere veronderstelling is dat door de toevoer van het gas adhesiekrachten tussen 10 olie en verontreinigende vaste delen worden doorbroken ' en door het enigszins afwijkende soortelijke gewicht van water en olie de olie opstijgt. De laatste veronderstelling is echter minder waarschijnlijk. Gebleken is dat het ontstane evenwicht zeer labiel is. Geringe 15 mechanische verstoringen veroorzaken opnieuw een volle dige menging van de olie en het water.

Gebleken is voorts dat de scheiding wordt bevorderd wanneer het gas of het mengsel wordt verwarmd. Wellicht speelt de grootte van de luchtbellen, die bij hogere 20 temperatuur toeneemt, hierbij een rol.

De werkwijze kan wordt uitgevoerd in een inrichting die is gekenmerkt door éen vat, een toevoerlei-ding, in verticale richting op afstanden van elkaar aangebrachte afvoertappen, en een toevoerleiding voor gas. 25 In het vat kunnen verwarmingselementen zijn aangebracht.

Het is echter ook mogelijk in de toevoerleiding van gas verwarmingsmiddelen aan te brengen. Teneinde de plaats van de olielaag te kunnen waarnemen verdient het de voorkeur om in verticale richting op afstand van elkaar 30 geplaatste voelers voor het waarnemen van olie of water in het vat toe te passen. Het is dan mogelijk waar te nemen welke afvoertappen geopend dienen te worden.

De uitvinding wordt aan een schema van een schei-dingsinstallatie voor olie en water verduidelijkt.

35 Een voorraadreservoir 1 voor het te scheiden .

mengsel van olie en water is via een aandrijfpomp 2 over leidingen gekoppeld met een scheidingsvat 3 volgens de uitvinding.

5101435 ' “3- *

Het vat 3 vertoont in de zijwand in verticale richting gezien op afstand van elkaar voelers 4, 5 en 6 alsmede aftappen. Voorts is een geperforeerde toevoerbuis 11 onderin het vat 3 aangebracht, welke via een leiding 12 5 aangesloten is op een bron 13 voor lucht. In de toevoer- leiding kan een verwarmingsinrichting 14 zijn aangesloten* waarvan een gasbrander 15* die vanuit een bron voor verwarmingsgas 16 wordt gevoed, deel uitmaakt. Via de toevoerbuis 11 voor lucht wordt lucht aan het 10 mengsel in het vat 3 toegevoerd. Voorts is in het vat nog een verwarmingselement 17 opgenomen. Van de installatie maakt een tweede, aan het vat 3* soortgelijk scheidingsvat 18 deel uit. De vaten 3 en 18 zijn identiek, zodat een gedetailleerde beschrijving van het 15 vat 18 achterwege kan blijven. De vaten 3 en 18 zijn in overeenstemming met de uitvinding geconstrueerd. Na het vullen van het vat 3 of 18 wordt lucht toegevoerd. Na verloop van tijd ontstaat een scheiding tussen water en olie, met dien verstande dat de olie in een laag op het 20 water drijft. Het ontstaan van de olielaag wordt door de voeler 61 waargenomen, waarna de afvoertap 60 voor het afvoeren van de laag olie wordt geopend. Opgemerkt wordt dat de vaten 3 en 18 parallel zijn geschakeld en afwisselend kunnen worden gevuld. Tijdens het vullen van 25 één van de vaten wordt door de toevoer van lucht volgens de uitvinding in het andere vat het water en de olie gescheiden.

Het water wordt via de leidingen 20 respectievelijk 21 uit de vaten afgevoerd. In het water kan nog olie van 30 een ander soortelijk gewicht zijn opgenomen. Teneinde ook deze olie van het water te scheiden kan het water-oliemengsel over de aftap 20 toegevoerd worden aan een separator 19, waar scheiding volgens een andere, bekende techniek kan plaatsvinden. Vervolgens wordt de in de 35 separator 19 afgescheiden olie over een leiding 22 naar de verzameltank 23 gevoerd. De rest van het mengsel kan toegevoerd worden aan een verdere scheidingsinrichting, die over een waterpomp 25 aangesloten is op een schoon-waterreservoir 26.

40 81 01 4 3 5 ' -4-

Het mengsel van water en lichte olie wordt over een pomp 27 toegevoerd aan een scheidingstnrichting 28, waar met behulp van filters een zodanige uiteindelijke scheiding tot stand wordt gebracht dat het water in het milieu 5 gebracht kan worden over de leiding 29. Het in het filter vrijkomende residu wordt over een leiding 30 met behulp van de pomp 31 verwijderd. De voorts in de vaten 3 en 18 vrijgekomen oliesoorten worden via de aftappen 7,8,9 en 10 over de leiding 32 in een reservoir 33 ge-10 bracht. Vanuit het reservoir 33 kan de olie eventueel voor een verdere scheiding via de pomp 2 teruggebracht worden in de vaten 3 en 18.

De inrichting 28 uit fig.1 is schematisch verder uitgewerkt in fig.2. De inrichting 28 bestaat in hoofd-15 zaak uit een eindloze filterbaan 40 die rond een aantal rollen is geslagen. De baan materiaal 40 doorloopt een opvangbak 41 voor water en een opvangbak voor residu 42. De beide bakken zijn voorzien van een afvoer voor res-pektievelijk water en residu. De vloeistof waaruit de 20 deeltjes moeten worden afgescheiden worden via een lei ding 45 toegevoerd aan een part 46 tussen de beide rollen 47 en 48. De vaste deeltjes en daaraan klevende stoffen blijven achter in het filter terwijl het water door het filter heenloopt, in de bak 41 wordt opgevangen 25 en door de afvoer 43 wordt afgevoerd. Vervolgens wordt de band tussen de kneep tussen de rollen 48 en 49 doorgevoerd. In de kneep wordt het water dat nog in de band 40 aanwezig is verwijderd. De band gaat met de daarin opgenomen deeltjes verder en passeert een post 50 waar-30 uit mondstukken, b.v. 51, lucht op de band wordt geblazen teneinde deze te drogen. Vervolgens komt de band in het reservoir 42 waar door middel van een klop-mechanisme in de vorm van een kloporgaan 52 dat heen en weer zwenkbaar is rond een as 53 de deeltjes uit de band 35 worden geklopt. De deeltjes worden in de bak 42 opgevangen en via de afvoer 44 afgevoerd. Tenslotte komt de band langs de roterende borstel 54 waar het restant aan achtergebleven deeltjes van de band wordt verwijderd. Daarna beweegt de filterband weer naar het 40 reservoir 41. Met de inrichting 28 volgens de uitvinding 8101435 is het mogelijk continue bedrijf toe te passen.

-5- * ♦

Bij de tot nog toe bekende filterseparatoren diende van tijd tot tijd het filter te worden vervangen hetgeen tijdrovend is.

81 014 3

Claims (6)

1. Werkwijze voor het scheiden van een mengsel van vloeistoffen/ bijvoorbeeld olie en water, met het kenmerk, dat men het mengsel in een vat brengt, men aan het mengsel gas toevoert en na enige tijd de boven in het 5 mengsel gevormde laag olie afvoert.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het gas of het mengsel verwarmd wordt.

3. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusie 1, gekenmerkt door een vat, een toe- 10 voerleiding, in verticale richting op afstanden van el kaar aangehechte afvoertappen, en een toevoerleiding voor gas.

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat in het vat verwarmingselementen zijn aangebracht.

5. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat in de toevoerleiding voor gas verwarmingsmiddelen zijn aangebracht.

6. Inrichting volgens de conclusies 3-5, met het kenmerk, dat in verticale richting op afstand van elkaar 20 voelers voor het waarnemen van olie of water zijn aange bracht . 8101 435