NL8100780A - Device retaining vehicle power control member - incorporates rolling steel ball inertial release mechanism striking stop plate to release accelerator - Google Patents
Device retaining vehicle power control member - incorporates rolling steel ball inertial release mechanism striking stop plate to release accelerator Download PDFInfo
- Publication number
- NL8100780A NL8100780A NL8100780A NL8100780A NL8100780A NL 8100780 A NL8100780 A NL 8100780A NL 8100780 A NL8100780 A NL 8100780A NL 8100780 A NL8100780 A NL 8100780A NL 8100780 A NL8100780 A NL 8100780A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- coupling part
- housing
- coupling
- power control
- movement
- Prior art date
Links
Classifications
-
- G—PHYSICS
- G05—CONTROLLING; REGULATING
- G05G—CONTROL DEVICES OR SYSTEMS INSOFAR AS CHARACTERISED BY MECHANICAL FEATURES ONLY
- G05G1/00—Controlling members, e.g. knobs or handles; Assemblies or arrangements thereof; Indicating position of controlling members
- G05G1/30—Controlling members actuated by foot
- G05G1/48—Non-slip pedal treads; Pedal extensions or attachments characterised by mechanical features only
- G05G1/487—Pedal extensions
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60K—ARRANGEMENT OR MOUNTING OF PROPULSION UNITS OR OF TRANSMISSIONS IN VEHICLES; ARRANGEMENT OR MOUNTING OF PLURAL DIVERSE PRIME-MOVERS IN VEHICLES; AUXILIARY DRIVES FOR VEHICLES; INSTRUMENTATION OR DASHBOARDS FOR VEHICLES; ARRANGEMENTS IN CONNECTION WITH COOLING, AIR INTAKE, GAS EXHAUST OR FUEL SUPPLY OF PROPULSION UNITS IN VEHICLES
- B60K26/00—Arrangements or mounting of propulsion unit control devices in vehicles
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60K—ARRANGEMENT OR MOUNTING OF PROPULSION UNITS OR OF TRANSMISSIONS IN VEHICLES; ARRANGEMENT OR MOUNTING OF PLURAL DIVERSE PRIME-MOVERS IN VEHICLES; AUXILIARY DRIVES FOR VEHICLES; INSTRUMENTATION OR DASHBOARDS FOR VEHICLES; ARRANGEMENTS IN CONNECTION WITH COOLING, AIR INTAKE, GAS EXHAUST OR FUEL SUPPLY OF PROPULSION UNITS IN VEHICLES
- B60K26/00—Arrangements or mounting of propulsion unit control devices in vehicles
- B60K26/02—Arrangements or mounting of propulsion unit control devices in vehicles of initiating means or elements
- B60K26/021—Arrangements or mounting of propulsion unit control devices in vehicles of initiating means or elements with means for providing feel, e.g. by changing pedal force characteristics
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F02—COMBUSTION ENGINES; HOT-GAS OR COMBUSTION-PRODUCT ENGINE PLANTS
- F02B—INTERNAL-COMBUSTION PISTON ENGINES; COMBUSTION ENGINES IN GENERAL
- F02B1/00—Engines characterised by fuel-air mixture compression
- F02B1/02—Engines characterised by fuel-air mixture compression with positive ignition
- F02B1/04—Engines characterised by fuel-air mixture compression with positive ignition with fuel-air mixture admission into cylinder
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Combustion & Propulsion (AREA)
- Transportation (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- General Physics & Mathematics (AREA)
- Automation & Control Theory (AREA)
- Mechanical Operated Clutches (AREA)
- Mechanical Control Devices (AREA)
Abstract
Description
f „ 1 T tJ/EA/van Dillen 3 » m INRICHTING VOOR HET IN EEN GEKOZEN STAND VASTHOUDEN VAN HET VERMOGENSREGELORGAAN VAN EEN VOERTUIGMOTOR.f „1 T tJ / EA / van Dillen 3» m DEVICE FOR HOLDING THE POWER CONTROL REGULATION OF A VEHICLE ENGINE IN A SELECTED POSITION.
Dé uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het in een gekozen stand vasthouden van het vermogensre-gelorgaan van een voertuigmotor, omvattende een huis, een beweegbaar in aan het huis gemonteerde lagermiddelen gela-5 gerd, met het vermogensregelorgaan verbonden, eerste koppe-lingdeel, een eveneens beweegbaar en door bedieningsmiddelen in een gewenste stand positioneerbaar in het huis opgenomen, met het eerste koppelingdeel koppelbaar tweede koppelingdeel, en door vertraging van het voertuig activeerbare vrijgeefmid-10 delen voor het ontkoppelen van de koppelingdelen. Wanneer de voertuigmotor een benzinemotor is, is het vermogensregelorgaan de gasklep, en in het geval dat de voertuigmotor een dieselmotor is, is het vermogensregelorgaan bijvoorbeeld de bediening van de inspuitpomp.The invention relates to a device for holding the power regulator of a vehicle engine in a selected position, comprising a housing, movably mounted in bearing means mounted on the housing, first coupling part connected to the power regulator, a second coupling part which is likewise movable and can be positioned in the housing in a desired position and which can be positioned by operating means, and second coupling part which can be coupled to the first coupling part and which can be activated by decelerating the vehicle for uncoupling the coupling parts. When the vehicle engine is a gasoline engine, the power control is the throttle, and in the case where the vehicle engine is a diesel engine, the power control is the operation of the injection pump, for example.
15 Een dergelijke inrichting is bekend uit de Neder landse octrooiaanvrage No. 75.03656. Bij deze bekende inrichting omvat het tweede koppelingdeel een scharnierend gemonteerde hefboom, die voorzien is van een nok welke achter een pal van het eerste koppelingdeel kan grijpen. De hefboom is 20 eveneens voorzien van een uitsteeksel, dat uitsteekt in de bewegingsbaan van de door een stalen kogel gevormde massa. De hefboom is zo uitgevoerd dat zijn zwaartepunt buiten het scharnierpunt ligt. Hierdoor wordt deze ten gevolge· van de zwaartekracht steeds in de stand gehouden, waarin de nok ach— 25 ter de pal kan grijpen. Het nadeel van deze bekende inrichting is, dat door vervuiling van het hefboomscharnier, de hefboom na verloop van tijd niet meer probleemloos om het scharnierpunt verdraait, waardoor storingen in de werking van de inrichting op kunnen treden. Bovendien treedt na verloop 30 van tijd slijtage op aan de pal en de nok, omdat de nok telkens, bij het ontkoppelen van de twee koppelingdelen over de pal schuift. Deze schuifbeweging vindt plaats, terwijl het vermogensregelorgaan continu een aanzienlijke kracht uit blijft oefenen. Deze ongunstige belasting heeft de genoemde 8 1 0 0 78 0 t If - 2 - slijtage tot gevolg. Door deze slijtage, en door de minder goede beweeglijkheid van de hefboom, wordt de werking van de bekende inrichting na verloop van tijd onzeker. Aangezien deze inrichtingen toegepast worden in voor wegverkeer bestem-5 de voertuigen, kan deze onzekere werking aanleiding geven tot onveilige verkeersituaties. Wanneer bijvoorbeeld de hefboom, doordat deze niet goed scharniert, geen koppeling tot stand brengt tussen de twee koppelingdelen, lijdt dit de aandacht van de bestuurder van het voertuig af. Door slijtage van de 10 pal en de nok, kan de koppeling plotseling losspringen, waardoor het voertuig onverwacht vertraagt, hetgeen voor achterop komend verkeer gevaarlijk is.Such a device is known from Dutch patent application no. 75.03656. In this known device, the second coupling part comprises a hingedly mounted lever, which is provided with a cam which can engage behind a catch of the first coupling part. The lever is also provided with a projection which protrudes into the path of movement of the mass formed by a steel ball. The lever is designed so that its center of gravity is outside the hinge point. As a result of this, due to gravity, it is always kept in the position in which the cam can engage behind the catch. The drawback of this known device is that, due to contamination of the lever hinge, the lever no longer rotates smoothly around the pivot point over time, as a result of which malfunctions in the operation of the device can occur. Moreover, after a period of time wear occurs on the pawl and the cam, because the cam slides over the pawl each time the two coupling parts are uncoupled. This sliding movement takes place while the power control means continuously exerts a considerable force. This unfavorable load results in the aforementioned 8 1 0 0 78 0 t If - 2 wear. Due to this wear and the less good movement of the lever, the operation of the known device becomes uncertain over time. Since these devices are used in vehicles intended for road traffic, this uncertain operation can lead to unsafe traffic situations. For example, if the lever, because it does not hinge properly, does not establish a coupling between the two coupling parts, this draws the attention of the driver of the vehicle. Due to wear on the pawl and cam, the clutch can suddenly spring loose, causing the vehicle to slow down unexpectedly, which is dangerous for following traffic.
Het doel van de uitvinding is een inrichting van de in de aanhef beschreven soort te verschaffen, die ook na lan-15 gere tijd veilig blijft werken.The object of the invention is to provide a device of the type described in the preamble, which continues to operate safely even after a long period of time.
Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat de koppelingdelen magnetische middelen omvatten. Hierdoor zijn geen voor vervuiling gevoelige draaipunten en aan slijtage onderhevige nokken en pallen nodig, zodat de inrichting 20 altijd bedrijfzeker werkt. Een eenvoudige, en daardoor zeker werkende constructie wordt bereikt wanneer volgens de uitvinding de vrijgeefmiddelen een in een bewegingsbaan vrij langs een in het huis aangebrachte lijbaan beweegbare massa omvatten, en de lagermiddelen het eerste koppelingdeel in hoofd-25 zaak evenwijdig aan de lijbaan, in een verschuifrichting verschuifbaar lageren en het eerste koppelingdeel een in de bewegingsbaan uitstekende aanslag omvat. Bij vertraging van het voertuig ontwikkelt de massa een zekere snelheid, voordat deze met de aanslag in contact komt. De slagwerking is vol-30 doende om de ontkoppeling tot stand te brengen.According to the invention, this object is achieved in that the coupling parts comprise magnetic means. As a result, no pivot points sensitive to contamination and wear-resistant cams and catches are required, so that the device 20 always operates reliably. A simple, and therefore effective, construction is achieved when, according to the invention, the release means comprise a mass movable in a path of movement along a slide arranged in the housing, and the bearing means the first coupling part substantially parallel to the slide, in a sliding direction and the first coupling part comprises a stop projecting in the path of movement. When the vehicle decelerates, the mass develops a certain speed before it comes into contact with the stop. The impact action is sufficient to effect the decoupling.
In een voorkeursuitvoeringsvorra van de uitvinding lageren de lagermiddelen het eerste koppelingdeel eveneens roteerbaar om een zich in de verschuifrichting uitstrekkende aslijn, omvat de aanslag een, bij aangrijping daarvan door de 35 massa rotatie van het eerste koppelingdeel om de aslijn veroorzakend schuin op de bewegingsbaan staand vlak en zijn de koppelingdelen over contactoppervlakken met van omwentelings-• oppervlakken afwijkende vormen koppelbaar. Door de rotatie 8100780 i % - 3 - wordt het contact tussen de koppelingdelen sterk verkleind, waardoor de "kleefkracht" sterk wordt gereduceerd en de kop-pelingdelen makkelijk lossen. Met deze voorkeursuitvoeringsvorm wordt dus bereikt, dat terwijl bij normale omstandighe-5 den de koppelingdelen stevig met elkaar gekoppeld zijn, reeds bij een geringe vertraging ontkoppeling optreedt.In a preferred embodiment of the invention, the bearing means also bear the first coupling part rotatably about an axis extending in the direction of displacement, the stop comprises a surface obliquely positioned on the path of movement, caused by the mass rotation of the first coupling part, engaging about the axis. and the coupling parts can be coupled over contact surfaces with shapes • deviating from surfaces of revolution. By the rotation 8100780 i% - 3 - the contact between the coupling parts is greatly reduced, whereby the "adhesive force" is strongly reduced and the coupling parts are easily released. With this preferred embodiment it is thus achieved that while under normal circumstances the coupling parts are firmly coupled to each other, decoupling occurs already with a slight delay.
Verdere kenmerken en voordelen van de uitvinding blijken uit de volgende beschrijving van in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeelden.Further features and advantages of the invention will become apparent from the following description of exemplary embodiments shown in the drawings.
10 Fig. 1 toont een gedeeltelijk schematische langs- doorsnede van een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding.FIG. 1 shows a partly schematic longitudinal section of a preferred embodiment of the device according to the invention.
Fig. 2 toont een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht van de inrichting van fig. 1.Fig. 2 shows a partly broken away perspective view of the device of fig. 1.
15 Fig. 3 toont in perspectivisch aanzicht een detail van de koppelingdelen van de in de voorgaande figuren getoonde inrichting.FIG. 3 is a perspective view of a detail of the coupling parts of the device shown in the previous figures.
Fig. 4, 5 en 6 tonen schematisch alternatieve uitvoeringsvormen van de koppelingdelen.Fig. 4, 5 and 6 schematically show alternative embodiments of the coupling parts.
20 Fig. 7 toont schematisch een andere uitvoeringvorm van de inrichting volgens de uitvinding.FIG. 7 schematically shows another embodiment of the device according to the invention.
De inrichting 1 omvat een huis 2 waarin een eerste koppelingdeel 4 en een tweede koppelingdeel 6 zijn opgenomen.The device 1 comprises a housing 2 in which a first coupling part 4 and a second coupling part 6 are included.
Het tweede koppelingdeel 6 kan door middel van bedieninsmid-25delen 5 in een axiale positie in het huis worden gefixeerd.The second coupling part 6 can be fixed in the housing in an axial position by means of operating parts 5.
Het eerste koppelingdeel is via een kabel 13 verbonden met het gaspedaal 8 dat het vermogensregelorgaan van een voer-tuigmotor waarin de inrichting 1 gemonteerd is, bedient. Het vermogensregelorgaan is in het geval dat de motor een benzi-30nemotor is, een gasklep en in het geval dat de voertuigmotor een dieselmotor is, kan dit vermogensregelorgaan de bediening van de inspuitpomp zijn. Het gaspedaal 8 is door middel van een scharnier 9 scharnierend met het voertuig 11 verbonden en is via een bedieningsstang 10 met het vermogensregelorgaan 35gekoppeld. Op het gaspedaal 8 grijpt een veer 12 aan, die het gaspedaal in de met minimaal vermogen van de motor overeenkomende, met stippellijnen aangegeven stand dwingt.The first coupling part is connected via a cable 13 to the accelerator pedal 8, which operates the power control of a vehicle engine in which the device 1 is mounted. The power controller is in case the engine is a gasoline engine, a throttle and in case the vehicle engine is a diesel engine, this power controller may be the injection pump controller. The accelerator pedal 8 is hingedly connected to the vehicle 11 by means of a hinge 9 and is coupled to the power control member 35 via an operating rod 10. A spring 12 engages the accelerator pedal 8, which forces the accelerator pedal to the position indicated by dotted lines corresponding to the minimum power of the engine.
Wanneer de koppelingdelen 4, 6 gekoppeld zijn, 81 0 0 7 8 0 * 1 - 4 - verhindert de inrichting 1 door middel· van de op het gaspedaal 8 aangrijpende kabel 13, dat de veer 12 het gaspedaal 8 •verder terugtrekt dan een met de bedieningsmiddelen 5 ingestelde stand. Wanneer het voertuig in deze toestand afgeremd 5 wordt, zorgen in de inrichting 1 opgenomen vrijgeefmiddelen 7 ervoor, dat op nog nader te beschrijven wijze de koppelingde-len van elkaar worden ontkoppeld. Hierdoor kan het gaspedaal door de veer 12 in de gestippelde stand worden teruggetrokken. Het tweede koppelingdeel 6 houdt hierbij zijn ingestelde 1Ö stand, zodat wanneer naderhand het gaspedaal 8 weer ingedrukt wordt, het eerste koppelingdeel 4 weer in dezelfde stand met het tweede koppelingdeel 6 gekoppeld kan. worden.When the coupling parts 4, 6 are coupled, 81 0 0 7 8 0 * 1 - 4 - the device 1 prevents, by means of the cable 13 engaging the accelerator pedal 8, that the spring 12 retracts the accelerator pedal 8 • more than one the operating means 5 set. When the vehicle is braked in this condition, release means 7 incorporated in the device 1 ensure that the coupling parts are decoupled from each other in a manner to be described in more detail yet. This allows the accelerator pedal to be retracted into the dotted position by the spring 12. The second clutch part 6 hereby maintains its set 10 position, so that when the accelerator pedal 8 is pressed again afterwards, the first clutch part 4 can again be coupled to the second clutch part 6 in the same position. turn into.
Het eerste koppelingdeel 6 omvat een in een met het huis 2 verbonden steun 14 verschuifbare schuif 17. De steun 15 14 omvat aanslagen 15 die samenwerken met een vast met de schuif 17 verbonden nok 16, voor het begrenzen van de slag van de schuif 17. De schuif \1 omvat, in fig. 1 gezien aan zijn rechtereinde een kabelklem 18, waarin een kabel 23 door middel van een schroef 19 vastgeklemd kan worden. De kabel 23 20 is verbonden met de knop 24 van de bedieningsmiddelen 5. De knop 24 is op zichzelf bekende wijze verschuifbaar in een geleider 27 gemonteerd. In de bedieningsknop 24 is een sleuf 25 uitgespaard waarin vast met de geleider 27 verbonden pennen 26 uitsteken. Door de bedieningsknop 24 te verdraaien, 25 kan de wand van de knop 24 in aangrijping gebracht worden met deze pennen 26. De knop 24 is van een zodanig materiaal, dat dit door de aangrijping van de pennen 26 niet blijvend, wordt vervormd, maar na het wegnemen van deze aangrijping door de knop 24 terug te. draaien, zijn oorspronkelijke vorm herneemt. 50 De bedieningsknop 24 kan dus door deze in axiale richting te verschuiven, in een rotatiestand waarbij de pennen 26 uitsteken in de sleuf 25, en daarna de knop 24 te verdraaien, in elke gekozen axiale stand worden vastgezet.The first coupling part 6 comprises a slide 17 slidable in a support 14 connected to the housing 2. The support 15 14 comprises stops 15 which cooperate with a cam 16 fixedly connected to the slide 17, for limiting the stroke of the slide 17. The slider 1, seen in Fig. 1, has a cable clamp 18 at its right-hand end, in which a cable 23 can be clamped by means of a screw 19. The cable 23 is connected to the button 24 of the operating means 5. The button 24 is mounted in a guide 27 in a manner known per se. A slot 25 is recessed in the operating button 24 into which pins 26 fixedly connected to the guide 27 protrude. By turning the operating knob 24, the wall of the knob 24 can be brought into engagement with these pins 26. The knob 24 is of such a material that it is not deformed permanently by the engagement of the pins 26, but after removing this engagement by returning the button 24. turning, resumes its original form. Thus, the control knob 24 can be locked in any selected axial position by sliding it in the axial direction, in a rotational position with the pins 26 projecting into the slot 25, and then rotating the knob 24.
De kabel 13 is voldoende stijf om, bij gebruik van 35 het gaspedaal 8, het koppelingdeel 4 naar 6 te brengen waar 4 door 6 wordt aangetrokken. Is de koppeling tot stand gekomen en moet er een ogenblik meer gas worden gegeven (inhalen) dan is de kabel 13 voldoende soepel om te buigen waarna, door de kracht van de veer 12 de kabel weer gestrekt wordt.The cable 13 is sufficiently rigid to, when using the accelerator pedal 8, bring the coupling part 4 to 6 where 4 is attracted by 6. Once the coupling has been established and more throttle must be accelerated (overtaking), the cable 13 is sufficiently flexible to bend, after which the cable is stretched again by the force of the spring 12.
: 81 0 0 7 8 0 i > - 5 -: 81 0 0 7 8 0 i> - 5 -
De bedieningsmiddelen 5 kunnen behalve direkt op het huis 2 ook op een andere plaats zijn aangebracht. Dit kan bijvoorbeeld zijn op het bedieningspaneel van het voertuig.In addition to directly on the housing 2, the operating means 5 can also be arranged at a different location. This can be, for example, on the vehicle's control panel.
De kabel 23 kan dan eventueel door een buitenkabel worden 5 geleid.The cable 23 can then optionally be passed through an outer cable.
Aan het linkereinde omvat de schuif 17 een magneet 20, met twee naar buiten uitstekende poolschoenen 21,22. Deze poolschoenen 21,22 werken samen met een sluitplaat 34 van het eerste koppelingdeel 4. De sluitplaat 34 is vast op een aan-10 slag 30 gemonteerd, die vrij verdraaibaar op een as 29 is aangebracht. De aanslag 30 is opgesloten tussen ringen 31 en met behulp van een schroef 33 gefixeerd.At the left end, the slider 17 includes a magnet 20, with two outwardly projecting pole shoes 21, 22. These pole shoes 21, 22 cooperate with a closing plate 34 of the first coupling part 4. The closing plate 34 is fixedly mounted on a stop 30, which is freely rotatable on a shaft 29. The stop 30 is enclosed between rings 31 and fixed by means of a screw 33.
In het huis 2 zijn eveneens opgenomen de vrijgeef-middelen 7, die een leibaan 37 en een daarin beweegbare sta-15 len kogel 36 omvatten. Het huis 2 wordt onder een kleine hoek A met de horizontaal in het voertuig gemonteerd, zodat de kogel 36 zich in zijn ruststand aan de rechterzijde van de leibaan 37 bevindt. De normale rijrichting is in fig. 1 naar links. Wanneer het voertuig nu vertraagt, doordat de bestuur-20 der afremt, beweegt de kogel 36 ten gevolge van zijn traagheid in het huis 2 over de leibaan 37 naar links en slaat tegen de aanslag 30. Hierdoor worden de poolschoenen 21,22 en de sluitplaat 34 van elkaar gelost. Het eerste koppelingdeel 4 kan dan ten gevolge van de invloed van de veer 12 naar 25 links bewegen.Housing 2 also includes the release means 7, which comprise a guideway 37 and a steel ball 36 movable therein. The housing 2 is mounted at a small angle kleine to the horizontal in the vehicle, so that the ball 36 is in its rest position on the right side of the guideway 37. The normal direction of travel is to the left in fig. 1. When the vehicle decelerates now, because the driver 20 brakes, the ball 36, due to its inertia in the housing 2, moves to the left over the guideway 37 and strikes the stop 30. As a result, the pole shoes 21, 22 and the closing plate are 34 unloaded from each other. The first coupling part 4 can then move to the left due to the influence of the spring 12.
Wanneer nu naderhand het gaspedaal 8 weer ingetrapt wordt, beweegt het eerste koppelingdeel 4 weer naar het tweede koppelingdeel 6 toe. Wanneer het gaspedaal 8 zover wordt ingetrapt dat de sluitplaat 34 weer in contact kan komen met 30 de poolschoenen 21,22 van de magneet 20, worden de koppeling-delen 4, 6 weer gekoppeld.When the accelerator pedal 8 is subsequently depressed again, the first clutch part 4 moves towards the second clutch part 6 again. When the accelerator pedal 8 is pressed so far that the closing plate 34 can again come into contact with the pole shoes 21, 22 of the magnet 20, the coupling parts 4, 6 are coupled again.
Om ervoor te zorgen dat reeds bij een geringe vertraging, en daardoor een geringe slag van de kogel 36 ontkoppeling optreedt, is de aanslag 30 volgens een voorkeursaspect 35 van de uitvinding voorzien van een schuin op de hewegingsbaan van de kogel 36 staand vlak 35. Wanneer nu de kogel 36 in de richting van de pijl 38 naar de aanslag 30 toebeweegt, en de kogel 36 met het schuine vlak 35 in contact komt, wordt be- 8100780In order to ensure that decoupling occurs even with a slight deceleration, and therefore a small stroke, of the ball 36, the stop 30 according to a preferred aspect of the invention is provided with a surface 35 which is inclined to the path of the ball 36. When now that the ball 36 moves in the direction of the arrow 38 towards the stop 30, and the ball 36 comes into contact with the inclined plane 35, 8100780
< V<V
- 6 - halve een axiale kracht eveneens een radiale kracht op de aanslag 30 uitgeoefend, waardoor dit in de richting van de pijl 39 verdraait (fig. 2). Doordat de sluitplaat 34 gekromd isf en zodanig op de aanslag 30 is aangebracht, dat in de 5 normale, neerhangende stand van de aanslag 30 deze sluitplaat 34 volgens lijnen in contact is met de poolschoenen 21,22 van de magneet 20, wordt het contactvlak tussen de sluitplaat 34 en de poolschoenen 21,22 bij deze verdraaiing in de richting van 10 de pijl 39, direkt gereduceerd tot twee· punten (zie fig. 3). De houdkracht van de magneet op de sluitplaat 34 wordt hierdoor sterk verkleind, zodat het eerste koppelingdeel 4 onder invloed van de werking van de veer 12 van het tweede koppelingdeel 6 afgetrokken kan worden.Half an axial force also exerts a radial force on the stop 30, causing it to rotate in the direction of the arrow 39 (fig. 2). Because the closing plate 34 is curved and is arranged on the stop 30 such that in the normal, downward position of the stop 30 this closing plate 34 is in line with the pole shoes 21, 22 of the magnet 20, the contact surface between the closing plate 34 and the pole shoes 21, 22 in this rotation in the direction of the arrow 39, are directly reduced to two points (see fig. 3). The holding force of the magnet on the closing plate 34 is hereby greatly reduced, so that the first coupling part 4 can be pulled off from the second coupling part 6 under the action of the spring 12.
15 Deze werking wordt telkens bereikt, wanneer de con tactoppervlakken van de koppelingdelen niet de vorm hebben van een omwentelingsoppervlak om de aslijn waar de aanslag om kan verdraaien. Fig. 4, 5 en 6 tonen enige andere voorbeelden van contactoppervlakken die aan deze voorwaarden voldoen.This action is achieved whenever the contact surfaces of the coupling parts are not in the form of a surface of revolution about the axis about which the stop can rotate. Fig. 4, 5 and 6 show some other examples of contact surfaces that meet these conditions.
20 Hierbij wordt dus telkens door verdraaiing van de koppelingdelen 4,6 ten opzichte van elkaar het contactoppervlak zeer sterk verkleind, waardoor de magnetische houdkracht eveneens zeer sterk wordt gereduceerd.Thus, in each case, by rotating the coupling parts 4,6 relative to each other, the contact surface is greatly reduced, so that the magnetic holding force is also very strongly reduced.
Het zal duidelijk zijn dat het voor een goede wer-25 king van de inrichting irrelevant is of de magneet in het eerste koppelingdeel dan wel in het tweede koppelingdeel is ondergebracht.It will be clear that for proper operation of the device it is irrelevant whether the magnet is housed in the first coupling part or in the second coupling part.
In fig. 2 wordt nog een geleiding 40 getoond, die ervoor zorgt dat de sluitplaat 34 in de juiste stand in con-30 tact komt met de poolschoenen 21,22 van de magneet 20. Doordat het zwaartepunt van de aanslag 30, ten gevolge van het schuine vlak 35 naar rechts verschoven is, wordt de aanslag 30 door de zwaartekracht in contact gehouden met de geleiding 40. De vormgeving van de contactoppervlakken kan echter zoda—. 35 nig zijn, dat een geleiding 40 niet nodig is en dat de sluitplaat 34 door de vrije verdraaibaarheid van de aanslag 30 om de as 29 automatisch de juiste stand zoekt-In Fig. 2, a further guide 40 is shown, which ensures that the closing plate 34 comes into contact with the pole shoes 21, 22 of the magnet 20 in the correct position, because the center of gravity of the stop 30, due to the inclined plane 35 has shifted to the right, the stop 30 is kept in contact with the guide 40 by gravity. However, the design of the contact surfaces can be such. 35, that a guide 40 is not necessary and that the closing plate 34 automatically searches for the correct position due to the free rotatability of the stop 30 about the axis 29-
Hoewel getoond wordt dat de bewegingsbaan van de 81 0 0 7 8 0 sT * - 7 - kogel 36 in hoofdzaak in dezelfde richting verloopt als waarin het eerste koppelingdeel 4 verschuifbaar is, is het ook mogelijk om deze bewegingsbaan dwars op deze richting te stellen. De kogel zorgt dan in hoofdzaak voor de verdraaiing 5 van de aanslag 30 in de richting van de pijl 39, terwijl eveneens een schuin vlak 35 aanwezig kan zijn voor het opwekken van een axiale krachtcomponent op het eerste koppeling-deel 4.Although it is shown that the path of movement of the 81 0 0 7 8 0 sT * - 7 - ball 36 runs substantially in the same direction as in which the first coupling part 4 is slidable, it is also possible to set this path of movement transversely of this direction. The ball then substantially provides for the rotation of the stop 30 in the direction of the arrow 39, while an oblique surface 35 can also be present for generating an axial force component on the first coupling part 4.
Het voorkeursaspect van de uitvinding van het voor 10 de ontkoppeling sterk verminderen van het contactoppervlak tussen de koppelingdelen is eveneens toegepast in de in fig.The preferred aspect of the invention of greatly reducing the contact area between the coupling parts prior to decoupling has also been used in the drawings shown in FIG.
7 getoonde inrichting . Hierbij zijn alleen de wezenlijke delen weergegeven en onderdelen zoals de instelmiddelen en de verbinding met het vermogensregelorgaan zijn weggelaten.7 fixture shown. Only the essential parts are shown here, and parts such as the adjusting means and the connection to the power control element are omitted.
15 Het eerste koppelingdeel 46 van de inrichting 45 is weer verbonden met het vermogensregelorgaan, terwijl het tweede koppelingdeel 47 verbonden is met instelmiddelen. Het tweede koppelingdeel draagt een gaffel 48 waarin een contact-element 49 om een kantelas 50 verdraaibaar is gemonteerd. Het 20 contactelement 49 kan voor het koppelen van de koppelingdelen 46,47 in contact komen met de magneet 51 van het koppelingdeel 46.The first coupling part 46 of the device 45 is again connected to the power control member, while the second coupling part 47 is connected to adjusting means. The second coupling part carries a fork 48 in which a contact element 49 is mounted rotatably about a tilting axis 50. The contact element 49 can contact the magnet 51 of the coupling part 46 for coupling the coupling parts 46, 47.
De inrichting 45 omvat eveneens vrijgeefmiddelen 52, die een leibaan 53 en een daarin beweegbare stalen kogel 25 54 omvatten. Bij vertraging van het voertuig slaat de kogel 54 tegen het ondereinde 56 van het contactelement 49, dat daardoor kantelt om'de kantelas 50. Hierbij wordt het contactoppervlak tussen de magneet 51 en het contactelement 49 gereduceerd tot de onderste punt 55 van de driehoekige mag-30 neet 51. De magneet 51 wordt dan verder door de op het eerste koppelingdeel 46 uitgeoefende trekkracht van het contactelement 49 losgetrokken. Door een geschikte vormgeving van de gaffel 48 of door het aanbrengen van een aanslag hierop kan de kantelhoek van het contactelement 49 worden beperkt. Be-35 halve een zoals weergegeven driehoekige vorm van de doorsnede van de magneet 51, zijn ook andere vormen mogelijk. Zo kan bijvoorbeeld een magneet met twee in vertikale richtingen verlopende poolschoenen worden toegepast.Device 45 also includes release means 52, which includes a guideway 53 and a steel ball 54 movable therein. When the vehicle decelerates, the ball 54 strikes the lower end 56 of the contact element 49, which thereby tilts about the tilt axis 50. The contact surface between the magnet 51 and the contact element 49 is reduced to the lower point 55 of the triangular magnet. 30 51. The magnet 51 is then further pulled away from the contact element 49 by the tensile force exerted on the first coupling part 46. The tilting angle of the contact element 49 can be limited by a suitable design of the fork 48 or by providing a stop thereon. Apart from a triangular shape of the cross section of the magnet 51 as shown, other shapes are also possible. For example, a magnet with two pole shoes running in vertical directions can be used.
.81 0 0 78 0 f ^ - 8 -.81 0 0 78 0 f ^ - 8 -
In alle uitvoeringsvoorbeelden kan door een geschikte keuze van de grootte van de beweegbare massa, die in de figuren getoond wordt als een kogel, en de afstand van het punt waar de massa in contact komt met de aanslag of het con · 5 tactelement tot het contactoppervlak de gewenste gevoeligheid voor vertragingen worden bereikt.In all embodiments, by a suitable choice of the size of the movable mass, which is shown in the figures as a ball, and the distance from the point where the mass comes into contact with the stop or the contact element to the contact surface the desired sensitivity to delays is achieved.
81 0 0 7 8 081 0 0 7 8 0
Claims (5)
Priority Applications (4)
| Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
|---|---|---|---|
| NL8100780A NL8100780A (en) | 1981-02-17 | 1981-02-17 | Device retaining vehicle power control member - incorporates rolling steel ball inertial release mechanism striking stop plate to release accelerator |
| PCT/NL1982/000005 WO1982002859A1 (en) | 1981-02-17 | 1982-02-17 | Device for retaining a power control-member of a vehicle engine in a selected position |
| JP50070682A JPS58500058A (en) | 1981-02-17 | 1982-02-17 | Orientation holding device for power control members for vehicle engines |
| DE19823233725 DE3233725A1 (en) | 1981-02-17 | 1982-02-17 | DEVICE FOR HOLDING A POWER CONTROL LINK OF A VEHICLE ENGINE IN A SELECTED POSITION |
Applications Claiming Priority (4)
| Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
|---|---|---|---|
| NL8100780 | 1981-02-17 | ||
| NL8100780A NL8100780A (en) | 1981-02-17 | 1981-02-17 | Device retaining vehicle power control member - incorporates rolling steel ball inertial release mechanism striking stop plate to release accelerator |
| US33776382A | 1982-01-07 | 1982-01-07 | |
| US33776382 | 1982-01-07 |
Publications (1)
| Publication Number | Publication Date |
|---|---|
| NL8100780A true NL8100780A (en) | 1982-09-16 |
Family
ID=26645679
Family Applications (1)
| Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
|---|---|---|---|
| NL8100780A NL8100780A (en) | 1981-02-17 | 1981-02-17 | Device retaining vehicle power control member - incorporates rolling steel ball inertial release mechanism striking stop plate to release accelerator |
Country Status (4)
| Country | Link |
|---|---|
| JP (1) | JPS58500058A (en) |
| DE (1) | DE3233725A1 (en) |
| NL (1) | NL8100780A (en) |
| WO (1) | WO1982002859A1 (en) |
Families Citing this family (1)
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
|---|---|---|---|---|
| CA2106645C (en) * | 1992-09-22 | 1998-12-01 | Henning M. Henderson | A linear link selectively providing for lost motion |
Family Cites Families (7)
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
|---|---|---|---|---|
| US1588422A (en) * | 1926-03-24 | 1926-06-15 | George M Howell | Automatic control for motor vehicles |
| US2954705A (en) * | 1959-05-15 | 1960-10-04 | Schillinger Jack | Vehicle engine control |
| US3204734A (en) * | 1962-05-21 | 1965-09-07 | Gerald E Mcmaken | Control device for maintaining a predetermined throttle setting |
| US3815061A (en) * | 1972-09-11 | 1974-06-04 | Nippon Cable System Inc | Automatic control cable assembly |
| JPS5639026B2 (en) * | 1973-05-15 | 1981-09-10 | ||
| DE2524095A1 (en) * | 1975-05-30 | 1976-12-09 | Volkswagenwerk Ag | Hand or foot operated accelerator system - has clutch and brake dependent magnetic valve to return to slow running position |
| JPS568084Y2 (en) * | 1976-08-20 | 1981-02-23 |
-
1981
- 1981-02-17 NL NL8100780A patent/NL8100780A/en not_active Application Discontinuation
-
1982
- 1982-02-17 DE DE19823233725 patent/DE3233725A1/en active Pending
- 1982-02-17 JP JP50070682A patent/JPS58500058A/en active Pending
- 1982-02-17 WO PCT/NL1982/000005 patent/WO1982002859A1/en active Application Filing
Also Published As
| Publication number | Publication date |
|---|---|
| DE3233725A1 (en) | 1983-02-10 |
| JPS58500058A (en) | 1983-01-13 |
| WO1982002859A1 (en) | 1982-09-02 |
Similar Documents
| Publication | Publication Date | Title |
|---|---|---|
| EP0714803B1 (en) | Acceleration pedal erroneous-operation preventive device | |
| US7537179B2 (en) | Seat-belt retractor | |
| JPS5886187A (en) | Accelerating apparatus of toy automobile | |
| JP4885409B2 (en) | Device for ensuring normal driving of automobile with accelerator misoperation prevention device | |
| US4928374A (en) | Method of vehicle seat latch | |
| CN105388685B (en) | Mirror drive and picture pick-up device | |
| NL8100780A (en) | Device retaining vehicle power control member - incorporates rolling steel ball inertial release mechanism striking stop plate to release accelerator | |
| US4846526A (en) | Apparatus and method of vehicle seat latch | |
| JPH10329607A (en) | Outside mirror for automobile | |
| CN1792668A (en) | Forwardly movable vehicle seat with an underframe and two pairs of rails | |
| JP3536041B2 (en) | Shift lever device for vehicles | |
| JP2005132197A (en) | Accelerator pedal device for automatic automobile | |
| GB2341163A (en) | Coupling device | |
| SE467472B (en) | VEHICLE CONTROL FOR VEHICLES WITH AUTOMATIC VEHICLE CHARGER | |
| SE8900457L (en) | SAFETY DEVICE FOR THE SECURITY WITH A VEHICLE SEAT EQUIPPED WITH THE SAFETY BELT | |
| JP2003260952A (en) | Acceleration pedal malfunction preventive device for vehicle | |
| JP3198956U (en) | Vehicle toy | |
| JP2571719B2 (en) | Steering lock device | |
| JP4399946B2 (en) | Shift operation control device for auto clutch car | |
| JP2010122518A (en) | Optical mechanism | |
| US2224441A (en) | Automobile control device | |
| KR930008421Y1 (en) | Machine brake | |
| JP2819651B2 (en) | Automotive parking lock device | |
| CN114906105B (en) | Composite pedal device and vehicle | |
| JP2850246B2 (en) | Shift interlock device for automatic transmission |
Legal Events
| Date | Code | Title | Description |
|---|---|---|---|
| A1B | A search report has been drawn up | ||
| BV | The patent application has lapsed |