NL8100761A - STRAW BELT. - Google Patents

STRAW BELT. Download PDF

Info

Publication number
NL8100761A
NL8100761A NL8100761A NL8100761A NL8100761A NL 8100761 A NL8100761 A NL 8100761A NL 8100761 A NL8100761 A NL 8100761A NL 8100761 A NL8100761 A NL 8100761A NL 8100761 A NL8100761 A NL 8100761A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
buckle
strap
belt
edge
opening
Prior art date
Application number
NL8100761A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Waerneloev Jan
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Waerneloev Jan filed Critical Waerneloev Jan
Publication of NL8100761A publication Critical patent/NL8100761A/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A44HABERDASHERY; JEWELLERY
    • A44BBUTTONS, PINS, BUCKLES, SLIDE FASTENERS, OR THE LIKE
    • A44B11/00Buckles; Similar fasteners for interconnecting straps or the like, e.g. for safety belts
    • A44B11/02Buckles; Similar fasteners for interconnecting straps or the like, e.g. for safety belts frictionally engaging surface of straps
    • A44B11/06Buckles; Similar fasteners for interconnecting straps or the like, e.g. for safety belts frictionally engaging surface of straps with clamping devices
    • A44B11/12Buckles; Similar fasteners for interconnecting straps or the like, e.g. for safety belts frictionally engaging surface of straps with clamping devices turnable clamp
    • A44B11/125Buckles; Similar fasteners for interconnecting straps or the like, e.g. for safety belts frictionally engaging surface of straps with clamping devices turnable clamp with strap tightening means
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A44HABERDASHERY; JEWELLERY
    • A44BBUTTONS, PINS, BUCKLES, SLIDE FASTENERS, OR THE LIKE
    • A44B11/00Buckles; Similar fasteners for interconnecting straps or the like, e.g. for safety belts
    • A44B11/02Buckles; Similar fasteners for interconnecting straps or the like, e.g. for safety belts frictionally engaging surface of straps
    • A44B11/04Buckles; Similar fasteners for interconnecting straps or the like, e.g. for safety belts frictionally engaging surface of straps without movable parts

Landscapes

  • Package Frames And Binding Bands (AREA)
  • Buckles (AREA)
  • Purses, Travelling Bags, Baskets, Or Suitcases (AREA)
  • Woven Fabrics (AREA)
  • Looms (AREA)
  • Hand Tools For Fitting Together And Separating, Or Other Hand Tools (AREA)
  • Basic Packing Technique (AREA)

Description

-1--1-

Stropriem.Strap.

De uitvinding heeft betrekking op een stropriem, die een geweven platte band omvat, bij voorkeur van textielmateriaal, met tenminste een gesp waarvan de band zich uitstrekt als een gesloten lus met instelbare lengte die 5 kan worden vastgemaakt door de wrijvingswerking met de gesp. De stropriem is ontworpen om de grootst mogelijke sterkte en een snelle en gemakkelijke hantering te krijgen en is bestemd voor gebruik als bagagestrop, sleeplijn of ophefstrop bijvoorbeeld.The invention relates to a sling belt, which comprises a woven flat belt, preferably of textile material, with at least one buckle, the belt of which extends as a closed loop of adjustable length which can be fastened by the frictional action with the buckle. The sling belt is designed to get the greatest possible strength and a quick and easy handling and is intended for use as a luggage sling, trolling or lifting sling for example.

10 Stropriemen of banden van het boven aangeduide type zijn reeds bekend in veel verschillende variaties. Onder deze variaties kan een grote groep worden onderscheiden, waarin de gesp min of meer permanent is bevestigd aan de band door stijve of scherpe voorwerpen die in wisselwerking 15 staan met de band of door de band dringen. In deze groep kan ook worden verwezen naar constructies- waarin de band is genaaid of geklonken aan de gesp. Constructies die tot deze groep behoren, kunnen waarschijnlijk goed functioneren zolang geen hoge eisen worden gesteld met betrekking tot 20 de treksterkte en verder dat de gebruikte band is vervaardigd van een materiaal, dat geen uitgesproken rek ondergaat voor het breken plaatsvindt. Typische voorbeelden van banden die aan deze eisen voldoen, zijn leren banden of geweven banden van katoenmateriaal of andere natuurlijke 25 vezel. In de laatste tijd zijn echter banden van synthetisch materiaal verschenen, waar het materiaal zelf een betrekkelijk hoge rekbaarheid heeft en de wijze waarop de band is geweven, er ook toe bijdraagt dat de band een zeer hoge rek heeft voordat het breken plaatsvindt. Kenmerkend voor 30 banden van dit type is dan, dat zij goedkoop kunnen worden vervaardigd, zeer hoge trekkrachten weerstaan voordat het breken plaatsvindt en dat hun permanente öf veerkrachtige rek onmiddellijk voor het breken vaak zeer hoog kan zijn, in bepaalde gevallen tot 40%. Wanneer het mogelijk moet zijn 35 gebruik te maken van de uitstekende physische eigenschappen van een dergelijke band in de praktijk, is het belangrijk dat de band, wanneer hij geladen is, geen plaatselijke 81 0 0 76 1 i ^ - 2 - rek ondergaat, die tot gevolg zou hebben plaatselijke min of meer permanente vervormingen of gebreken, die een ernstig ongunstig effect zou hebben op de totale sterkte van de band. Het is duidelijk dat een band met deze eigenschappen 5 in het algemeen gesproken geheel onbruikbaar is in verbindingen, waar de band is bevestigd aan een gesp door klinknagels bijv., of waar de band is genaaid aan de gesp, omdat zowel de geklonken verbinding als de genaaide zone geheel andere trekeigenschappen hebben dan die welke de band anders 10 toont. Op soortgelijke wijze zijn constructies waarin een stijf voorwerp door de band steekt of waar een scherp voorwerp in aanraking met de band ligt, ook ongeschikt om dezelfde reden. Dit betekent dat de categorie van stropriemen die boven is aangegeven, niet in staat zijn de uitstekende 15 waarden van treksterkte te gebruiken, die banden van dit type vertonen, verondersteld dat zij op een juiste wijze zijn geladen.Straps or belts of the type indicated above are already known in many different variations. Among these variations, a large group can be distinguished in which the buckle is more or less permanently attached to the belt by rigid or sharp objects interacting with or penetrating the belt. In this group, reference may also be made to constructions in which the band is sewn or riveted to the buckle. Structures belonging to this group are likely to function well as long as high demands are not made as to tensile strength and further that the tape used is made of a material which does not undergo pronounced elongation before breaking. Typical examples of belts meeting these requirements are leather belts or woven belts of cotton material or other natural fiber. However, belts of synthetic material have recently appeared, where the material itself has a relatively high stretchability and the manner in which the tape is woven also contributes to the tape having a very high elongation before breaking. Characteristic of tires of this type is then that they can be manufactured inexpensively, withstand very high tensile forces before breaking and their permanent or resilient elongation immediately before breaking can often be very high, in some cases up to 40%. If it should be possible to make use of the excellent physical properties of such a belt in practice, it is important that the belt, when loaded, does not undergo localized 81 0 0 76 1 ^ 2 stretch which would result in local, more or less permanent deformations or defects, which would have a serious adverse effect on the overall strength of the tire. Obviously, a band with these properties is generally completely useless in joints, where the band is attached to a buckle by rivets eg, or where the band is sewn to the buckle, because both the riveted joint and the sewn zone have completely different tensile properties from those which the tape otherwise shows. Similarly, structures in which a rigid object protrudes through the belt or where a sharp object contacts the belt are also unsuitable for the same reason. This means that the category of straps indicated above are not able to utilize the excellent tensile strength values exhibited by belts of this type, assuming they have been properly loaded.

De hoge sterktewaarden voor geweven synthetische band van het boven beschreven type betekenen ook, dat speciale 20 zorg moet worden besteed aan de constructie van de gesp, zodat deze niet de zwakke schakel zal zijn. Daarom zijn gespen, die op zodanige wijze zijn gebogen dat zij min of meer kunnen worden uitgestrekt, vervormen óf doorbuigen zodat hun oorspronkelijke vorm is aangetast óf vernietigd, 25 ongeschikt voor gebruik samen met modern geweven synthetische banden, wanneer optimale sterkte wordt beoogd.The high strength values for woven synthetic tape of the type described above also mean that special care must be taken in the construction of the buckle so that it will not be the weak link. Therefore, buckles that are bent in such a way that they can be more or less stretched, deform or bend so that their original shape is damaged or destroyed, are unsuitable for use with modern woven synthetic belts when optimum strength is desired.

Het probleem dat aan de uitvinding ten- grondslag ligt, is het verschaffen van een stropriem van het bovenaangegeven type, dat zodanig is uitgevoerd dat het optimale sterkte 30 heeft met betrekking tot de hoeveelheid materiaal van zowel de band als de gesp.en verder zodanig is geconstrueerd dat hèt snel en gemakkelijk kan worden gebruikt.The problem underlying the invention is to provide a tie belt of the type indicated above, which is designed to have optimum strength with respect to the amount of material of both the belt and the buckles. constructed to be used quickly and easily.

Dit probleem wordt volgens de uitvinding opgelost, doordat de gesp de vorm heeft van een stijve eenheid met een 35 in hoofdzaak platte bodem met zijelementen die naar boven steken, met een dwarsorgaan dat de zijelementen op een afstand van de bodem verbindt, en het bodemdeel drie opeenvolgend aangebrachte openingen heeft, terwijl de banddelen, die de lus vormen , zelfsluitende wrijvingswerking met de 40 bodem vertonen, aan de randen van de openingen die het verst 81 0 0 76 1 S' ^ - 3 - van elkaar zijn gelegen/ wanneerίzij zijn geladen.This problem is solved according to the invention in that the buckle is in the form of a rigid unit with a substantially flat bottom with side elements protruding upwards, with a cross member connecting the side elements at a distance from the bottom, and the bottom part three successively arranged openings, while the tape parts forming the loop exhibit self-closing frictional action with the bottom at the edges of the openings furthest apart / when loaded .

Daarbij zijn verschillende voorkeursuitvoeringsvormen mogelijk.Various preferred embodiments are possible here.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht 5 aan de hand van de tekening, waarin bij wijze van voorbeeld enige uitvoeringsvormen van de stroptiem volgens de uitvinding zijn weergegeven..The invention will be explained in more detail below with reference to the drawing, in which, by way of example, some embodiments of the strop time according to the invention are shown.

Fig. 1 toont een gesp in bovenaanzicht bestemd om samen te werken met een platte geweven synthetische band.Fig. 1 shows a buckle in plan view designed to cooperate with a flat woven synthetic strap.

*0 Fig. 2 toont een dwarsdoorsnede door de gesp van fig. 1, waar de streeplijnen de gecombineerde werking van de band en de gesp aanduiden, wanneer de band als een gesloten lus een lading-houder bijv. omgeeft.* 0 Fig. 2 is a cross-sectional view through the buckle of FIG. 1, where the dashed lines indicate the combined operation of the belt and the buckle, when the belt encloses, for example, a cargo container as a closed loop.

Fig. 3 toont een dwarsdoorsnede corresponderend met fig.Fig. 3 shows a cross section corresponding to FIG.

^ 2, waar de lus zonder einde een lading omgeeft die bijeen gehouden moet wórden.^ 2, where the endless loop surrounds a load that must be held together.

Fig. 4 toont een dwarsdoorsnede corresponderend met fig. 3, waarin de band door de gesp op een alternatieve wijze loopt.Fig. 4 shows a cross-section corresponding to FIG. 3, in which the belt passes through the buckle in an alternative manner.

20 Fig. 5 toont een uitgebreide en gewijzigde vorm van de gesp.FIG. 5 shows an expanded and modified shape of the buckle.

Uit de fig. 1 en 2 blijkt, dat de gesp een bodemdeel omvat, dat in hoöfdzaak plat is en dat is vervaardigd uit iên stuk met twee zijelementen 1, die onder rechte hoeken 25 daarvan uitsteken* Het bodemdeel is voorzien van drie ope-. ningen 2,3 en 4, die zich tiitstrekken over de gehele breedte, terwijl de opening 2 bij voorkeur een afmeting in de langs-richting van de gesp heeft, die aanzienlijk groter is dan het geval is met de twee andere openingen. De overblijvende delen van het bodemdeel van de gesp vormen bruggen, die de zijelementen 1 met elkaar verbinden en die zijn aangeduid met 5,6,7 en 8. De brug 8 aan het ene einde van de gesp is verlengd met een gebogen overgangsdeel dat een greep 9 vormt, die is aangebracht onder een hoek ten opzichte vanIt can be seen from Figs. 1 and 2 that the buckle comprises a bottom part which is substantially flat and which is made from one piece with two side elements 1 projecting at right angles therefrom. The bottom part is provided with three open parts. openings 2, 3 and 4, which extend over the entire width, while the opening 2 preferably has a length in the longitudinal direction of the buckle, which is considerably larger than is the case with the other two openings. The remaining parts of the bottom part of the buckle form bridges which connect the side elements 1 and which are indicated by 5,6,7 and 8. The bridge 8 at one end of the buckle is extended by a curved transition part which handle 9, which is arranged at an angle to

O CO C

het in hoofdzaak platte bodemdeel van de gesp. Bovendien heeft de gesp een dwarsorgaan 10, dat op een afstand boven het bodemdeel van de gesp is geplaatst en dat in de langs-richting van de gesp op een passende wijze rechtstreeks boven de rand van de opening 2 kan worden aangebracht, die zich 8 1 0 0 76 1 ï * - 4 - het dichtst bij de greep 9 van de gesp bevindt. Het dwarsor-gaan 10 heeft bij voorkeur een cilindrische dwarsdoorsnede om vervaardigingstechnische redenen, zelfs indien dit niét absoluut noodzakelijk is voor het functioneren. Het dwarsor-5 gaan 10 kan aldus zijn uitgevoerd als een klinknagel met koppen 11 en 12, die de twee zijelementen met elkaar permanent en niet-draaibaar verbindt.the substantially flat bottom part of the buckle. In addition, the buckle has a transverse member 10 which is spaced above the bottom portion of the buckle and which can be suitably mounted in the longitudinal direction of the buckle directly above the edge of the opening 2, which 0 0 76 1 ï * - 4 - closest to handle 9 of the buckle. The cross-member 10 preferably has a cylindrical cross-section for manufacturing engineering reasons, even if this is not absolutely necessary for operation. The transverse member 10 can thus be designed as a rivet with heads 11 and 12, which permanently and non-rotatably connect the two side elements to each other.

In de vorm, die in fig. 2 is weergegeven, beoogt de uitvinding het banddeel A over een lading te laten uitstrek-10 ken, die kan worden geplaatst op het dakrek van een wagen.In the form shown in Fig. 2, the object of the invention is to have the tire part A extend over a load which can be placed on the roof rack of a car.

Het andere einde van de band, d.w.z. de uitgestrektheid van het banddeel A, kan worden bevestigd aan het dakrek met behulp van een gesp die identiek is met die welke in fig. 2 is weergegeven. Zoals uit fig. 2 blijkt, loopt de band onder *5 de brug 5 naar boven door de opening 4 en dan over de bruggen 6 en 7 om omlaag te gaan door de opening.2 en naar boven door de opening 3, over de brug 6 en naar omlaag door de opening 4. Het verloop van de band als beschreven betekent dat door wrijvingseffect, in hoofdzaak met de bruggen 6 en 7, 20 de band vast wordt gehouden ten opzichte van de gesp 1. In dit verband moet echter worden opgemerkt dat de gesp gemakkelijk langs de band kan worden bewogen wanneer de band slechts onbelast is. De band loopt bovendien om de verschillende bruggen op zodanige wijze, dat geen buigmoment van 25 betekehis voor de sterkte wordt uitgeoefend op de gesp als een geheel of op de bruggen: verder zal de zuivere treksterkte op de bruggen zich bevinden in de richting van hun grootste materiaal dwarsdoorsnede. Dit betekent met andere woorden dat de gesp zal onderworpen zijn aan het gunstigste 30 geval van belasting dat over het geheel mogelijk is.The other end of the strap, i.e. the extent of the strap portion A, can be attached to the roof rack using a buckle identical to that shown in Fig. 2. As can be seen from Fig. 2, the belt under * 5 passes the bridge 5 up through the opening 4 and then over the bridges 6 and 7 to descend through the opening 2 and up through the opening 3, over the bridge 6 and down through the opening 4. The course of the belt as described means that due to frictional effect, mainly with the bridges 6 and 7, 20 the belt is held with respect to the buckle 1. However, it should be noted in this connection that the buckle can be easily moved along the belt when the belt is only unloaded. In addition, the belt wraps around the various bridges in such a way that no bending moment of strength strength is exerted on the buckle as a whole or on the bridges: furthermore, the pure tensile strength on the bridges will be in the direction of their greatest material cross section. In other words, this means that the buckle will be subject to the most favorable case of load that is possible on the whole.

Uit de opening 4 tredend, vormt de band dan met de delen B en C een gesloten lus, die bijv. kan worden geleid om een buis 13, die een deel vormt van het dakrek, of een andere vaste verankering. Vanaf de buis 13 loopt het deel C om de 33 rand van de brug 8, waar het banddeel D tevoorschijn treedt. Wanneer de band onder spanning is, zullen de twee banddelen C en D tegen elkaar en tegen de rand van de brug 8 wórden gedrukt maar bovendien zal een corresponderend drukken van de band plaatsvinden om het dwarsorgaan 10, die daardoor 81 0 0 76 1Stepping out of the opening 4, the belt then forms a closed loop with parts B and C, which can for instance be guided around a tube 13, which forms part of the roof rack, or another fixed anchor. From the tube 13 the part C runs around the 33 edge of the bridge 8, where the band part D emerges. When the belt is under tension, the two belt parts C and D will be pressed against each other and against the edge of the bridge 8, but in addition, a corresponding pressing of the belt will take place around the cross member 10, thereby causing 81 0 0 76 1

Jr s.Jr s.

- 5 - samen een zeer effectieve sluiting van de band ten opzichte van de gesp ten gevolge van wrijving tot stand brengt. De lengte van de gesloten lus B C kan eenvoudig worden beperkt door een spanning in het banddeel Df waardoor deze spanning 5· een bepaalde rotatie van de gesp 1 in de richting tegen de wijzers van een uurwerk tot stand brengt, zodat het wrijvings-effect tussen de band en de gesp in het gebied van het dwarsorgaan 10 en de rand van de brug 8 wordt verminderd.- 5 - together creates a very effective closure of the strap to the buckle due to friction. The length of the closed loop BC can easily be limited by a tension in the strap part Df, whereby this tension 5 · produces a certain rotation of the buckle 1 in the counterclockwise direction, so that the frictional effect between the band and the buckle in the region of the cross member 10 and the edge of the bridge 8 is reduced.

Zodra het banddeel D echter is vrijgegeven, zal de gesp 1 1° terugkeren naar zijn oorspronkelijke stand ten gevolge van de veerkracht van de band, waardoor het wrijvingseffect in volle sterkte wordt' hersteld. Dit betekent met andere woorden, dat de gesp en de band in het gebied van het dwarsorgaan 10 en de rand van de brug 8 een zelfsluitend wrijvingseffect *5 hebben, dat optreedt zodra de band is gespannen. Op een corresponderende wijze kan dit zelfsluitende effect tussen de band en de gesp eenvoudig worden beëindigd door de greep 9 weg van de buis 13 omhoog te bewegen, d.w.z. zodanig dat de gesp wordt gedraaid in de richting van de wijzers van een 20 uurwerk.However, once the strap portion D is released, the buckle 11 will return to its original position due to the resilience of the strap, restoring the frictional effect to full strength. In other words, this means that the buckle and strap in the region of the cross member 10 and the edge of the bridge 8 have a self-closing frictional effect * that occurs once the strap is tensioned. Correspondingly, this self-closing effect between the strap and the buckle can be easily terminated by moving the handle 9 away from the tube 13, i.e., so that the buckle is rotated clockwise.

De wetten van geometrie en wrijving, die het wrijvingseffect van de band op de gesp regelen, zijn geheel analoog met de stand van zaken in verband met het effect van een touw, dat is gelegd om een meerpaal, of een riem om een 25 riemschijf bijv. Proeven in de praktijk hebben aangetoónd, dat het wrijvingseffect zo groot is, dat slippen tussen de band en de gesp nauwelijks kan plaatsvinden, zelfs niet wanneer de stropriem gebrekkig'-.is geladen. Dergelijke trek-proeven hebben ook laten zien dat in tegenstelling tot veel 30 reeds bekende gespen, de gesp volgens de uitvinding niet wordt vervormd op zodanige wijze dat het effect van de wrijving ongunstig wordt beïnvloed of dat de gesp tót mislukkung toe wordt overbelast. Dit betekent in de praktijk dat een betrekkelijk zwak uitgevoerde gesp in staat is dezelfde zware 35 lading te weerstaan als de textielband die door de gesp wordt geleid.The laws of geometry and friction, which control the frictional effect of the belt on the buckle, are entirely analogous to the state of affairs regarding the effect of a rope, which is wrapped around a bollard, or a belt around a pulley, eg Practical tests have shown that the frictional effect is so great that slippage between the belt and the buckle can hardly take place, even when the strap is defectively loaded. Such tensile tests have also shown that, unlike many previously known buckles, the buckle according to the invention is not deformed in such a way that the effect of the friction is adversely affected or that the buckle is overloaded to failure. In practice, this means that a relatively weakly designed buckle is able to withstand the same heavy load as the textile tape passed through the buckle.

Ook kan worden opgemerkt in dit verband dat een voorwaarde voor de genoemde goede sterkteeigenschappen is, dat de randen van al de delen van de gesp waarmede de band in aan- 810076t - 6 - raking komt, goed zijn afgerond, zodat spanningconcentraties in de band op deze plaatsen worden vermeden. Verder kan worden opgemerkt, dat de sterkst belaste delen van de gesp met hun grootste materiaal dwarsdoorsneden in of in hoofdzaak 5 in de richting van de heersende belastingen zijn aangebracht.It should also be noted in this connection that a condition for the said good strength properties is that the edges of all the parts of the buckle with which the belt touches the tire are well rounded, so that stress concentrations in the belt these places are avoided. It can further be noted that the most heavily loaded parts of the buckle with their largest material are arranged in cross-sections in or substantially in the direction of the prevailing loads.

Fig. 3 toont een alternatief gebruik van de stropriem volgens de uitvinding. In deze fig. is de riem weergegeven als een verzamelorgaan om een krat bijv. of een ander soort pak. De grafische voorstelling toont ook dat de banddelen A en B van fig. 2 in principe wat hun plaatsen en bestemmingen betreft zijn verwisseld in de vorm die in fig. 3 is weergegeven. Het is het banddeel A, dat tezamen met het band-deel C een gesloten lus:. vormt, die de krat 14 omgeeft. Wat de rest betreft, is dezelfde wrijvingsveriioudingvan toepassing 15 in deze vorm zowel voor het openen als het dichtmaken van de bandlus. Dit betekent bijv. dat de bandlus A C zeer eenvoudig kan worden dichtgemaakt door een trekkracht op het banddeel D uit te oefenen terwijl het bovengenoemde zelfsluitende effect ook tot stand komt zodra de trekkracht in het band-20 deel. D wordt onderbroken. Verder is het mogelijk ondanks het feit dat er een zeer grote trekkracht in dè lus A C aanwezig is, het wrijvingseffect tussen de band en de gesp eenvoudig te doen ophouden door de greep 9 van de krat 14 weg naar boven te bewegen.Fig. 3 shows an alternative use of the strap according to the invention. In this Figure, the belt is shown as a collector around a crate, e.g., or other type of package. The graphic also shows that the tape parts A and B of Fig. 2 have basically been swapped in their places and destinations in the form shown in Fig. 3. It is the tape part A, which together with the tape part C is a closed loop. surrounding the crate 14. As for the rest, the same friction ratio applies in this form both for opening and closing the tape loop. This means, for example, that the tape loop A C can be closed very simply by applying a tensile force to the tape part D, while the above self-closing effect is also effected as soon as the pull force is in the tape part. D is interrupted. Furthermore, despite the fact that a very high tensile force is present in the loop AC, it is possible to simply stop the frictional effect between the strap and the buckle by moving the handle 9 of the crate 14 upwards.

25 Zelfs wanneer de methode, die in fig. 3 is weergegeven, van het leiden van de band door de gesp uitstekende resultaten in een normaal geval geeft, tonen proeven in de praktijk dat de band zal beginnen te slippen om de bruggen 6 en 7, wanneer de trekkracht een bepaalde waarde heeft bereikt. Aangezien dit slippen plaatsvindt voordat de band breekt of de gesp vervormt, is de totale sterkte van de inrichting niet geheel optimaal gebruikt. De methode van het leiden van de band door de gesp, die in fig. 4 is weergegeven, geeft zoveel groter wrijvingseffect tussen de band en de 35 gesp dat de uitvoering geheel is geoptimaliseerd, d.w.z. in gebreke blijven van de band vindt plaats op ongeveer dezelfde tijd als de gesp zover is vervormd dat zijn functie is begonnen te verminderen.Even if the method shown in Figure 3 of passing the tape through the buckle gives excellent results in a normal case, practical tests show that the tape will begin to slip around bridges 6 and 7, when the tensile force has reached a certain value. Since this slipping occurs before the belt breaks or the buckle deforms, the overall strength of the device has not been fully utilized. The method of guiding the belt through the buckle shown in Fig. 4 gives so much greater frictional effect between the belt and the buckle that the implementation is fully optimized, ie failure of the belt occurs at approximately the same time when the buckle is deformed to the point that its function has started to decrease.

De textielband, die wordt gebruikt volgens de uitvin- 81 0 0 76 t * ' * - 7 - ding, kan tenminste in zijn belaste toestand worden beschouwd als geen stijfheid van zichzelf te hebben. Desondanks kan deze inherente te verwaarlozen stijfheid aanleiding geven tot bepaalde problemen, wanneer de stropriem 5 in het geheel niet is geladen of slechts gering is geladen. In dergelijke situaties kan het slippen plaatsvinden om het dwarsorgaan 10 en tegen de rand van de brug 8. Als bijv. de stroptièm moet worden gebruikt als een hefband, waarvan bijv. een ophefïnrichting wordt verwacht óm in enig deel van de bandlus A C te grijpen in de toepassing, die in fig.The textile tape used according to the invention can be considered at least in its loaded condition to have no stiffness of its own. Nevertheless, this inherently negligible stiffness can give rise to certain problems when the sling belt 5 is not loaded at all or only slightly loaded. In such situations, skidding may take place around the cross member 10 and against the edge of the bridge 8. For example, if the sling is to be used as a lifting belt, for example, a lifting device is expected to engage some part of the belt loop AC the application shown in fig.

3 wordt weergegeven, of wanneer bijv. het banddeel A is verbonden met ophefinrichting, terwijl de bandlus B C is bevestigd aan een lading, die in fig. 2 is weergegeven door de buis 13, kan een dergelijk gering wrijvingseffect voor-15 dat enige lading plaatsvindt, problemen veroorzaken. Om problemen van dit soort te vermijden, kan de gesp worden gewijzigd en uitgebreid op de wijze als weergegeven in fig.3, or, for example, when the tape portion A is connected to a lifting device, while the tape loop BC is attached to a load shown in FIG. 2 through the tube 13, such a slight frictional effect may occur that any charge takes place. , cause trouble. To avoid problems of this kind, the buckle can be changed and extended in the manner shown in Fig.

5. Een draaibaar sluitorgaan 15 is aangebracht tussen de zijelementen 1 van de gesp. Dit orgaan heeft een randdeel 20 16, dat in veeringrijping kan worden gebracht met het deel van de band, dat om het dwarsorgaan 10 is geleid. Het sluitorgaan 15 heeft twee gebogen delen 17, die zich in boogvorm uitstrekken om het dwarsorgaan 10 gedeeltelijk te omgeven en die bij voorkeur enigszins elastisch zijn. De vrije einden 25 van <je boogvormige delen draaien bij 18 naar de binnenzijde van de zijelementen 1. van de gesp en op deze wijze kan het sluitorgaan 15 worden gedraaid over ca. 180° uit de stand, die in fig. 4 is weergegeven. Om een goed veereffect bij de rand 16 te verkrijgen, dat nodig is wanneer het sluitorgaan 30 15 niet ongewild moet draaien uit de stand, die in fig. 4 is weergegeven, is het het beste wanneer de rarid 16 iets dichter bij de bodem van de gesp wordt geplaatst dan het middelpunt van het dwarsorgaan 10. Verder moet de afstand tussen de rand 16 en het dichtstbijzijnde punt van het dwars-55 orgaan 10 iets kleiner zijn dan de dikte van de band wanneer deze zich in een onbelaste toestand bevindt. De afstand tussen de rand 16 en het dwarsorgaan 10 moet echter niet zo gering zijn of de rand 16 zo scherp dat er een gevaar kan bestaan dat de band zal scheuren. Zelfs indien de wisselwerking 81 0 0 76 1 - 8 -5. A rotatable closure member 15 is arranged between the side elements 1 of the buckle. This member has an edge part 16 which can be brought into spring engagement with the part of the belt which is guided around the cross member 10. The closure member 15 has two curved parts 17 which extend in an arc to partially surround the transverse member 10 and which are preferably somewhat elastic. The free ends 25 of your arcuate parts rotate at 18 towards the inside of the side elements 1 of the buckle and in this way the closure member 15 can be rotated about 180 ° from the position shown in Fig. 4. In order to obtain a good spring effect at the edge 16, which is necessary when the shutter member 15 is not to unintentionally rotate from the position shown in Fig. 4, it is best when the rarid 16 is slightly closer to the bottom of the Buckle is positioned beyond the center point of the transverse member 10. Furthermore, the distance between the edge 16 and the nearest point of the transverse member 10 should be slightly less than the thickness of the strap when in an unloaded condition. However, the distance between the edge 16 and the cross member 10 should not be so small or the edge 16 so sharp that there may be a risk of the tire tearing. Even if the interaction 81 0 0 76 1 - 8 -

» V»V

tussen de rand 16, de band en het dwarsorgaan 10 aanzienlijke wrijfkrachten kan veroorzaken, zijn het niet deze wrij-vingskrachten die in de eerste plaats de band bevestigd houden ten opzichte van de gesp: dit vindt plaats op de boven-5 beschreven wijze. Anderzijds is de extra wrijving, die wordt veroorzaakt door de rand 16, van het grootste belang in de situaties waarin de band in hoofdzaak ongeladen is, d.w.z. voordat een eigenlijk dichtmaken van de lus heeft plaatsgevonden door het trekken aan het banddeel D.between the rim 16, the strap and the transverse member 10 can cause significant frictional forces, it is not these frictional forces that primarily keep the strap attached to the buckle: this is done in the manner described above. On the other hand, the extra friction caused by the rim 16 is of the utmost importance in the situations where the tape is essentially unloaded, i.e. before an actual closing of the loop has taken place by pulling the tape part D.

10 Zelfs wanneer de wrijving tussen de band, de rand 16 en het dwarsorgaan 10 het andere wrijvingseffect voor het sluiten van de lengte van de bandlus kan vervangen, helpt de extra wrijvingskracht aan de rand 16 om een wrijving tot stand te brengen, die voldoende sterk is om de bandlus te 15 beletten groter te worden zelfs wanneer de greep 9 naar omhoog is gebracht. Dit betekent dat in het algemeen gesproken het onmogelijk is de gesp van de band te verwijderen zelfs indien de greep is opgelicht zolang het sluitorgaan 15 zich in de stand bevindt, die in fig. 4 is weergegeven. Van deze 20 situatie kan gebruik worden gemaakt door het sluitorgaan dat een uitstekende nok 19 heeft met een opening aan het tegenover gelegen einde van het draaipunt 18 en dat deze nok op het sluitorgaan is afgesteld op een corresponderende nok 20 op ëên van de zijelementen 1 van de gesp. De nok 20 gelegen 25 op het zijelèment is ook voorzien van een opening, waardoor bijv. een dichting of een sluiting kan worden geleid waar- ^ door het onmogelijk wordt een krat 14 open te breken zoals in fig. 3 zonder te worden ontdekt. Het is natuurlijk ook mogelijk wanneer de ruimte het toelaat om deze gaten in de 30 zijelementen van de gesp en het sluitorgaan aan te brengen.10 Even if the friction between the strap, the rim 16 and the cross member 10 can replace the other frictional effect of closing the length of the strap loop, the additional frictional force on the rim 16 helps to create a friction sufficiently strong is to prevent the tape loop from becoming larger even when the handle 9 is raised. This means that in general it is impossible to remove the buckle from the strap even if the grip is lifted as long as the closure member 15 is in the position shown in Fig. 4. This situation can be taken advantage of by the closure member having a protruding cam 19 with an opening at the opposite end of the pivot 18 and that this cam on the closure member is adjusted to a corresponding cam 20 on one of the side elements 1 of the buckle. The cam 20 located on the side element is also provided with an opening through which, for example, a seal or a closure can be guided, making it impossible to break open a crate 14 as in Fig. 3 without being discovered. It is of course also possible if the space allows to make these holes in the side elements of the buckle and the closing member.

In deze vormen kan de gesp ook worden gebrüikt voor het afgedicht bevestigen van ladingen, wagenafdekkingen en dergelijke elementen op voertuigen zoals wagens of trailers.In these forms, the buckle can also be used to seal loads, wagon covers and the like elements on vehicles such as wagons or trailers.

- C o h c 1 u s i e s - 810 0 76 1- C o h c 1 u s i e s - 810 0 76 1

Claims (3)

1. Stropriem voor bevestigen, slepen of dergelijke handeling, die een band omvat, bij voorkeur een platte tex-tielband, en tenminste één gesp die een wederkerige wrij-vingsinwerking heeft met de band en waarvan de band zich 5 uitstrekt als een gesloten lus met instelbare lengte aangebracht voor vastmaken om een lading of een ladinghouder, met het kenmerk,: dat de gesp de vorm heeft van een stijve eenheid met een in hoofdzaak platte bodem (5-8) met zijelementen (1) die naar boven uitsteken, met een dwarsorgaan (10) dat de zijelementen op een afstand van de bodem verbindt, en het bodemdeel (3) opeenvolgend aangebrachte openingen (2-4) heeft, terwijl de banddelen (B-C, A-C) die de lus vormen, zelfsluitende wrijvingswerking met de bodem hebben, aan de randen van de openingen die het verst van el-15 kaar zijn verwijderd (2,4) wanneer zij geladen zijn.1. Strap for fastening, towing or the like, comprising a strap, preferably a flat textile strap, and at least one buckle having a reciprocal frictional action with the strap and the strap extending as a closed loop with adjustable length fitted for fastening about a load or a load holder, characterized in that the buckle is in the form of a rigid unit with a substantially flat bottom (5-8) with side elements (1) projecting upwards, with a transverse member (10) connecting the side elements at a distance from the bottom, and the bottom part (3) having successively arranged openings (2-4), while the belt parts (BC, AC) forming the loop have self-closing frictional action with the bottom , at the edges of the openings furthest from each other (2,4) when loaded. 2. Stropriem volgens conclusie l,met het kenmerk, dat het dwarsorgaan (10) in hoofdzaak recht tegenover de rand van de opening (2) is aangebracht, die het 20 dichtst bij êên einde van de gesp is gelegen, dat dit einde van de gesp een greep (9) heeft en dat het ene eihddeel (B) van de band tegen de rand werkt van de opening, die zich het dichtst bij de greep bevindt, om het dwarsorgaan (10) én terug naar de bovengenoemde rand van de opening is geleid 2^ om te worden vastgemaakt ten opzichte daarvan door wrijving wanneer de greep niet is gebruikt.A strap according to claim 1, characterized in that the transverse member (10) is arranged substantially directly opposite the edge of the opening (2), which is located closest to one end of the buckle, that this end of the buckle has a handle (9) and that one part (B) of the strap acts against the edge of the opening, which is closest to the handle, around the cross member (10) and back to the above edge of the opening is guided 2 ^ to be secured relative thereto by friction when the handle is not in use. 3. Stropriem volgens conclusie 2,met het kenmerk, dat de gesp een draaibare sluitinrichting (15) heeft 30 die met een deel (16) in een sluitstand kan worden gebracht waarbij de band tegen het dwarsorgaan (10) wordt gedrukt, terwijl de sluitinrichting en de gesp in de sluitstand aan elkaar grenzende openingen hebben, die een afdichting of een dergelijk element kunnen opnemen. 81 0 0 76 1A strap according to claim 2, characterized in that the buckle has a rotatable closing device (15) which can be brought into a closed position with a part (16), the belt being pressed against the transverse member (10), while the closing device and in the closed position, the buckle have adjacent openings which can receive a seal or the like. 81 0 0 76 1
NL8100761A 1980-02-29 1981-02-17 STRAW BELT. NL8100761A (en)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
SE8001580A SE8001580L (en) 1980-02-29 1980-02-29 TENSIVE BRAKE
SE8001580 1980-02-29

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8100761A true NL8100761A (en) 1981-10-01

Family

ID=20340384

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8100761A NL8100761A (en) 1980-02-29 1981-02-17 STRAW BELT.

Country Status (13)

Country Link
JP (1) JPS56157969A (en)
BE (1) BE887696A (en)
DE (1) DE3105101A1 (en)
DK (1) DK90281A (en)
ES (1) ES264753Y (en)
FI (1) FI810636L (en)
FR (1) FR2477111A1 (en)
GB (1) GB2070676A (en)
IE (1) IE810258L (en)
NL (1) NL8100761A (en)
NO (1) NO810559L (en)
PT (1) PT72521B (en)
SE (1) SE8001580L (en)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPH0549660U (en) * 1991-12-10 1993-06-29 株式会社ホンダアクセス Belt locking clip

Also Published As

Publication number Publication date
DE3105101A1 (en) 1982-02-04
ES264753Y (en) 1983-05-16
ES264753U (en) 1982-11-16
GB2070676A (en) 1981-09-09
PT72521A (en) 1981-03-01
SE8001580L (en) 1981-08-30
PT72521B (en) 1982-03-09
NO810559L (en) 1981-08-31
JPS56157969A (en) 1981-12-05
DK90281A (en) 1981-08-30
BE887696A (en) 1981-06-15
IE810258L (en) 1981-08-29
FI810636L (en) 1981-08-30
FR2477111A1 (en) 1981-09-04

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5033169A (en) Rope fastener
US4022507A (en) Self-cinching cargo sling
US7739775B2 (en) Restraint apparatus and methods
US4395796A (en) Strap tightener
US5950284A (en) Strapping apparatus
US6308383B1 (en) Apparatus and system for securing cargo
US4910834A (en) Rope tie-down loop
AU1829600A (en) Buckle for maintaining tension in a serpentine article
US3583750A (en) Hoist line sling for lifting heavy loads
US5058243A (en) Strap connector
US5876167A (en) Load restraint with longitudinal and transverse stringers
US4809953A (en) Belt tightener
US5215288A (en) Load bar for a variably positioned bulkhead
US3522635A (en) Rubber strap
US6094784A (en) Apparatus and system for securing cargo
NL8100761A (en) STRAW BELT.
US4492399A (en) Lifting harness for lifting of a load consisting of two or more essentially cylindrical objects in an upright position
US10518689B1 (en) Hook for tying down a load on the deck of a transport vehicle
US3434186A (en) Releasable buckle for strapped loads
US3673646A (en) Chain hook
US6415480B1 (en) Clip mechanism for a line
US3889321A (en) Tie down brackets for securing bights of flexible members
US20040128802A1 (en) Webbing tie down assembly
US3447208A (en) Strap tension buckle
US5339497A (en) Fastening device

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed