NL8100233A - Inrichting voor het verbeteren van landbouwgrond en zaaimachine voorzien van deze inrichting. - Google Patents

Description

- * N/29.916-tM/f.

* t

Inrichting voor het verbeteren van landbouwgrond en zaai-machine voorzien van deze inrichting.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het verbeteren van landbouwgrond en een zaaimachine met deze inrichting.

In het algemeen bestaat landbouwgrond uit opper-5 vlaktegrond, kerngrond onder de oppervlaktegrond, en onderlaaggrond, terwijl landbouwproducten worden gekweekt in deze verschillende grondsoorten. De kunstmest wordt gestrooid over de oppervlaktegrond en de oppervlaktegrond wordt opgeschraapt door een landbouwwerktuig zoals een ploeg, de grond en de 10 kunstmest worden herhaaldelijk omgewoeld om een aardrug te vormen en dan worden daarop de zaden of jonge plantengeplant. Tengevolge van dit feit werd lange tijd verwacht, dat sommige micrboben hun actieve balans in de grond zouden verstoren, zodat de grond arm zóu worden en dientengevolge moeilijkheden 15 zouden optreden bij het kweken van landbouwproducten. Daar de kerngrond aan de onderzijde van de oppervlaktegrond niet wordt omgewoeld door het landbouwwerktuig enz., wordt de kerngrond niet hard, maar wordt de oppervlaktegrond gesinterd in de kerngrond en daar hard tengevolge van regenval gedurende een 20 lange tijdsperiode, met als resultaat, dat de kerngrond niet zacht kan zijn. Kalk en fosfor worden aan de kerngrond op een vereist tijdstip toegevoerd om de hard geworden kunstmest te behandelen en te zorgen, dat deze wordt geabsorbeerd in het landbouwproduct. Bij dit type kerngrondverbe-25 teringsproces wordt de onderlaaggrond onder de kerngrond niet volledig verbeterd en het daarin verblijvende rijke volume van actieve microben wordt niet benut.

Een doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een inrichting voor het verbeteren van land-30 bouwgrond, die de onderlaaggrond, die rijk is aan sommige actieve microben kan uitgraven zonder hun goed gebalanceerde conditie te benadelen, de grond kan omkeren en omwoelen en zuurstof aan de onderlaaggrond kan toevoeren, de microben kan activeren, de grond met de microben kan vermengen met de 35 oppervlaktegrond, de microben met ongebalanceerde conditie in de oppervlaktegrond kan activeren om volle grond te maken, de regen kan laten doordringen tot in de kerngrond en de 8100233 * 4 -2- κ regen kan laten vloeien tot in de onderlaaggrond zonder accumulatie van water in de oppervlaktegrond, een goede waterafvoer in de oppervlaktegrond kan bereiken/ een geschikte voeding kan toevoeren aan de microben, sommige voedingsbestand-5 delen kan absorberen uit de onderlaaggrond bij mooi weer, doordat de wortels van de geplante landbouwgewassen omlaag rijken tot de onderlaaggrond, zelfs als de oppervlaktelaag is uitgedroogd, een goede plantengroei kan verschaffen, een landbouwgrond kan vormen, die de groei van wortelstok-10 gewassen met grote diameter, zoals ramenas kan vergemakkelijken, de niet-gebruikte ondergrondlaag kan uitgraven,- de landbouwgrond kan verbeteren, deze activeren en effectief benutten en een superieur landbouwproduct kan produceren.

Nog een ander doel van de onderhavige uit-15 vinding is het verschaffen van een zaaimachine, waarin de landbouwzaden worden gestrooid juist nadat de landbouwgrond is verbeterd door de inrichting voor het verbeteren van landbouwgrond, ten einde een superieur wortelstokgewas te produceren in vergelijking met een gebruikelijk product.

20 De inrichting voor het verbeteren van land bouwgrond volgens de onderhavige uitvinding is gekenmerkt, doordat bakken voor het opslaan van landbouwbestrijdingsmid-kunstmeststoffen delen en^om deze te strooien over de oppervlaktegrond op de juiste afstand uit elkaar zijn geplaatst op een rijgestel, 25 waarbij omwoelschijven, die de kerngrond kunnen uitgraven en omlaag schrapen tot in de onderlaaggrond zijn gemonteerd aan de achterzijde van elke bak, op zodanige wijze, dat deze schijven omhoog en omlaag kunnen worden geplaatst en kunnen worden geroteerd om de grondsoorten om te woelen en te ver-30 mengen met de landbouwbestrijdingsmiddelen en kunstmeststoffen, waarbij achter de schijven aardrugvormplaten met druk-rollen zijn aangebracht om betere aardruggen te maken.

De zaaimachine volgens de onderhavige uitvinding is gekenmerkt doordat geleidingsstangen verticaal zijn 35 aangebracht tussen de omwoelschijven van het rijgestel en de drukrollen op zodanige wijze, dat zaadbanden kunnen worden opgehangen, waarbij aan de ondereinden van de geleidingsstangen grondafdekplaten zijn bevestigd.

De uitvinding zal hierna worden toegelicht 40 aan de hand van de tekening, waarin uitvoeringsvormen van de 8100233 * i % uitvinding zijn afgeheeld.

Fig. 1 is een zijaanzicht van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding.

Fig. 2 is een achteraanzicht van de inrich-5 ting volgens de onderhavige uitvinding.

Fig. 3 is een bovenaanzicht van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding.

Fig. 4 is een uiteengenomen afbeelding, die de werking toont, waarbij fig. 4 (I), (II) en (III) doorsne-10 den door de grond zijn, die zijn aangegeven met (I), (II), (III) in fig. 4.

Fig. 5 is een zijaanzicht van een zaagmachine.

Fig. 6 is een achteraanzicht van de zaai- 15 machine.

Fig. 7 is een uiteengenomen afbeelding en toont de werking, waarbij fig. 7 (I), (II), (III) doorsneden door de grond zijn, volgens (I), (II), (III) in fig. 7.

Fig. 8 is een perspectivisch aanzicht op 20 grotere schaal van een zaadband.

Thans verwijzend naar fig. 1-3 is een hoofddeel (A) van de inrichting voor het verbeteren van landbouwgrond uitgevoerd met wielen 8, die aan beide zijden van een rijgestel 1 draaibaar zijn gelegerd, dat kan worden getrok-25 ken of voortbewogen door een tractor B, waarbij een verbindingsmiddel 6 is aangebracht aan het vooreind van het rij-gestel 1 en is verbonden met het achtereind van de tractor B, zodat het hoofddeel A met de voortbeweging van de tractor B wordt voortgetrokken. In het rijgestel 1 van het hoofddeel 30 A van de onderhavige inrichting zijn een geschikt aantal om~ gekeerd-pyramidevormige bakken 2 aangebracht op de juiste onderlinge afstand zijwaarts aan een frame 7 om een rij aan het voorste deel van het rijgestel te vormen, ten einde landbouwbestrijdingsmiddelen of kunstmeststoffen te strooien 35 over de oppérvlaktegrond, waarbij aan het rechter en linker vooreind van het rijgestel geleidingswielen 9 zijn aangebracht, die op en neer kunnen bewegen om het hoofddeel A van de inrichting rechtuit te bewegen en waarbij aan het vooreind van het rijgestel vastzetkolommen 10 zijn aangebracht 40 om het rijgestel 1 stabiel vast te zetten. Aan het achtereind 8100233 ... .. f -r van het rijgestel 1 is een aandrijfmotor 11 aangebracht voor het roteren van de omwoelschijven 3. Hydraulische cilinders 13 zijn verticaal aangebracht aan beide zijden aan het achterboveneind om het rijgestel 1 te ondersteunen en dragen 5 de assen 12 van de loopwielen 8. Aan de ondereinden van de hydraulische cilinders 13 zijn de assen 12 zwenkbaar aangebracht, en steundelën 14 steken aan de achterzijde van het rijgestel 1 naar achteren uit, waarop zwenkbaar verbindingsassen 16 zijn aangebracht, die samenwerken met de omwoelas 10 15 van de omwoelschijven 3, die de grond diep uitgraven en deze omwoelen. Kappen 17, om de omwoelschijven 3 zijn ondersteund op vertibale stangen 18, die omlaag hangen aan het achtereind' van het rijgestel 1. Instelmiddelen 19 dienen voor de instelling van de verticale hoogte van de omwoel-15 schijven 3 en zijn verbonden met de verbindingsas 16. De omwoel- of schraapbladen 20 kunnen tot in de onderlaag C graven. Armhefbomen 21 steken uit aan de achterboveneinden van de kappen 17. Drukrollen 5 zijn beweegbaar aangebracht aan de armhefbomen 21 en drukken op de omgewoelde of uitge-20 graven grond, terwijl aardrugvormplaten 4 zijn bevestigd aan de achterondereinden van de kappen 17 om de uitgegraven of omgewoelde grond te vormen tot een aardrug.

De op het rijgestel 1 aangebrachte bakken 2 hebben de vorm van een omgekeerde pyramide, waarvan het bo-25 veneind open is voor het opnemen van de landbouwbestrijdings-middelen en kunstmeststoffen. De ondereinden van de bakken zijn voorzien van strooiplaatkleppen 22, die kunnen worden gezwenkt aan de klepaandrijfas 23. Een ketting 24 is aangebracht om de aandrijfwielas.12 en de klepaandrijfas 23.

30 De klepaandrijfas 23 wordt geroteerd door de ketting, wanneer het wiel 12 bij het lopen draait, waardoor een geschikt volume landbouwbestrijdingsmiddelen en kunstmeststoffen in de bakken 2 continu over de grond kan worden gestrooid.

De omwoelschijven 3, die zwenkbaar zijn ge-35 monteerd op de steundelen 14 van het rijgestel 1, zijn uitgevoerd als schijven met een zodanige diameter, dat ze de kerngrond b en de onderlaaggrond c kunnen uitgraven en omgekeerd kunnen worden geroteerd om de uitgegraven grondsoorten om te woelen of te vermengen. De omtrek van de schijf 40 heeft daaruitstekende omwoelbladen 20. De omwoelbladen 20 8100233 -5- ^ « % zijn radiaal en afwisselend uitstekend rondom de schijf aangebracht. Hun scherpe einden zijn enigszins in voorwaartse richting gebogen en de omwoelschijven 3 zijn bevestigd op de om-woelas 15. De omwoelschijven 3 worden geroteerd door een ket-5 ting 25, die is aangebracht om de aandrijf motor 11 en een verbindingsas 16, die draaibaar is gelegerd op de steundelen 14 en door een ketting 26, die is aangebracht om de verbindingsas 16 en de omwoelassen 15. De omwoelbladen 20 graven achtereenvolgens de oppervlaktegrond a, de kerngrond b en de 10 onderlaaggrond c uit, en al deze grondsoorten worden omgekeerd en omgewoeld en gemengd en opgehoopt op het oppervlak van de oppervlaktegrond a en dan wordt de grond van de oppervlakte-•grond a weer opgehoopt tot de vorm van een berg, en wordt het bovenoppervlak van de opgehoopte oppervlaktegrond a aange-15 drukt door de drukrol 5 om een plat oppervlak te verkrijgen. Daarna worden de zaden of zaadbanden met zaden gestrooid of aangebracht over het bovenoppervlak van de oppervlaktegrond a die door de aardrugvormplaten 4 in de vorm van een berg is gebracht. Naar keuze kunnen de zaden of zaadbanden worden 20 aangedrukt door de drukrollen 5 of jonge planten worden geplant of de zaden worden gestrooid, nadat de oppervlaktegrond a is aangedrukt door de drukrol 5. Wanneer de landbouwgrond volledig tot in de onderlaaggrond moet worden verbeterd of wanneer een wortelstokgewas zoals ramenas met een grote dia-25 meter moet worden geplant, wordt volgens de onderhavige uitvinding eerst het rijgestel 1 van het hoofddeel A van de inrichting verbonden met een tractor B via een verbindingsmiddel 6 en door de tractor getrokken. Wanneer de tractor B begint te rijden, wordt het hoofddeel A van de inrichting ook 30 voortgetrokken. Dan worden de landbouwbestrijdingsmiddelen en de kunstmeststoffen, die zijn opgeslagen in de bakken 2 van het hoofddeel A continu in handvorm gestrooid over de oppervlaktegrond a door een zwenkbeweging van de strooiplaat-kleppen 22 tijdens de voortbeweging van het rijgestel. De 35 landbouwbestrijdingsmiddelen en de kunstmeststoffen worden omgewoeld en vermengd in de oppervlaktegrond a door de rotatie van de omwoelschijven 3. De kerngrond b en de onderlaaggrond c worden ook uitgegraven door de omwoelbladen 20 van de omwoelschijven 3, deze grondsoorten worden opgeschraapt, omge-40 woeld en ondersteboven gekeerd. Deze grondsoorten worden ver- 8100233 * * i* -6- mengd met de oppervlaktegrond a, de landbouwbestrijdingsmid-delen en kunstmeststoffen en tegelijkertijd wordt zuurstof toegevoerd aan de kerngrond b en de onderlaaggrond c om sommige micröben te activeren. De grond die na te zijn omge-5 keerd, omgewoeld en venftengd is opgehoopt op de oppervlaktegrond a wordt weer gerangschikt door de aardrugvormplaten 4 en afgewerkt door de drukrollen 5, met als resultaat, dat een" rug van volle grond'wordt gemaakt met een goed gebalanceerde verhouding van verschillende microben en enkele doelmatige 10 ingrediënten.

De bovenbeschreven handelingen zijn afge- beeld in fig. 4.

Fig. 5 en 6 tonen een zaaimachine A', die is gevormd ddordat het bovengenoemde hoofddeel A is voorzien 15 van zaadbanden 100, geleidingsstangen 102 en grondafdekplaten 104 en gemakshalve hebben dezelfde onderdelen als- boven zijn beschreven dezelfde verwijzingscijfers, zodat ze niet meer beschreven moeten worden.

De geleidingsstangen 102 zijn verticaal 20 opgehangen aan een centraal deel van de armhefbomen 21, waarbij een as 106 voor het aanbrengen van de zaadband 100 uitsteekt aan het boveneind van de geleidingsstang voor het ophangen van de opgewikkelde zaadband 100, op zodanige wijze, dat de band roteerbaar is gelegerd. De grondafdekplaten 104 25 voor het afdekken van het bovenoppervlak van de zaadband 100 op de aardrug met de oppervlaktegrond a zijn achterwaarts aan de achtereinden van de geleidingsstangen 102 zowel in horizontale als verticale richting ten opzichte van de geleidingsstangen 102 bevestigd.

30 De zaadband 100 is zo gevormd, dat de zaden 101 op de juiste afstand van elkaar zijn omwikkeld op een band, die op een kernpijp is gewikkeld. De opgewikkelde zaadband 100 wordt aangebracht op de as 106, een eind van de zaadband wordt omlaag opgehangen langs de geleidingsstang 35 102, geleid op het bovenoppervlak van de aardrug en gevoerd / onder de grondafdekplaat 104. Het bovenoppervlak van de zaadband wordt door de grondafdekplaat 104 afgedekt met grond.

De grondafdekplaat 104 is zo gevormd, dat zijn rechter- en linkerachterdelen enigszins omlaag zijn gebogen, zodat het •40 werkzame deel 108 veerkrachtig is bevestigd om een stabiel 8100233 -7- contact van de zaadband 100 met het bovenoppervlak van de aardrug aan zijn voorste deel te verkrijgen en tegelijk de met het bovenoppervlak van de aardrug in aanraking zijnde zaadband 100 voldoende met grond af te dekken.

5 De bovenbeschreven zaaimachine A' ver mengt de grondsoorten van de kerngrond b en de onderlaag-grond c met de oppervlaktegrond a door zijn inrichting voor het verbeteren van landbouwgrond, woelt deze om en vermengt deze met de landbouwbestrijdingsmiddelen en kunstmeststoffen 10 en voert tegelijkertijd zuurstof toe aan de kerngrond b en de onderlaaggrond c om sommige microben te activeren. Tegelijk met de bovenbeschreven handelingen begint de door de drukrollen 5 aangedrukte zaadband 100 te roteren, waarbij de zaadband wordt geleid door de geleidingsstang 102 en in 15 aanraking komt met het bovenoppervlak van de aardrug. De grondafdekplaten 104 dekken het bovenoppervlak van de over het bovenoppervlak van de aardrug aangebrachte en daarmede in aanraking zijnde zaadband 100 met de grondsoorten af.

De handelingen zijn afgebeeld in fig. 7.

20 8100233

Claims (2)

1, Inrichting voor het verbeteren van landbouwgrond, met het kenmerk, dat bakken voor het opslaan van landbouwbestrijdingsmlddelen of kunstmeststoffen en om deze over de oppervlaktegrond te strooien op de juiste 5 afstand uit elkaar zijn geplaatst op een rijgestel, waarbij omwoelschijven, die de kerngrond en de grond tot diep in de onderlaag kunnen opgraven,. zijn gemonteerd aan de achterzijde van elk van de bakken op zodanige wijze, dat de schijven op en neer kunnen worden verplaatst en geroteerd om de grond-10 soorten om te woelen en te vermengen met de bestrijdingsmiddelen of kunstmeststoffen ,. waarbij aardrugvormplaten met drukrollen achter de schijven zijn aangebracht om betere aardruggen te maken.

2. Zaaimachine voorzien van de inrichting 15 volgens conclusie l,met het kenmerk, dat gelei- dingsstangen verticaal op zodanige wijze zijn aangebracht, dat zaadbanden omlaag kunnen worden opgehangen tussen de omwoelschijven van het rijgestel en de drukrollen, waarbij aan de ondereinden van de geleidingsstangen grondafdekplaten 20 zijn aangebracht. 8100233